Infoblad - werkgevers Schorsing bedienden ingevolge werkgebrek voor ondernemingen in moeilijkheden uitleg over de schorsingsregeling



Vergelijkbare documenten
Infoblad - werknemers Schorsing bedienden ingevolge werkgebrek voor ondernemingen in moeilijkheden

Infoblad - werkgevers Tijdelijke werkloosheid werkgebrek op grond van economische oorzaken

Infoblad werkgevers Schorsing bedienden ingevolge werkgebrek voor ondernemingen in moeilijkheden preliminaire voorwaarden

Infoblad - werkgevers Tijdelijke crisismaatregel tot aanpassing van het arbeidsvolume in crisis-schorsing-bedienden

INHOUD INLEIDING 11 AFDELING 1. BEGRIP TIJDELIJKE WERKLOOSHEID 13 AFDELING 2. SOORTEN TIJDELIJKE WERKLOOSHEID 15

PROCEDURE ECONOMISCHE WERKLOOSHEID WEGENS GEBREK AAN WERK ARBEIDERS

Stelsel van economische werkloosheid voor bedienden

Infoblad - werkgevers Infoblad omtrent de jeugdvakantie technische bijlage bestemd voor de werkgever

Stelsel van economische werkloosheid voor bedienden

Infoblad - werknemers Mag u werken als werkloze met bedrijfstoeslag?

Infoblad - werknemers Mag u werken als bruggepensioneerde?

Instantie. Onderwerp. Datum

Infoblad - werknemers U bent een werkloze van 50 jaar of ouder?

Infoblad - werknemers Waarop heeft een deeltijdse werknemer recht?

Tijdelijke werkloosheid - Economische redenen

Tijdelijke werkloosheid - technische stoornis

Infoblad - werknemers Hebt u recht op de opvanguitkering voor onthaalouders?

Economische werkloosheid

INSTRUCTIES AAN DE WERKGEVERS ASR

Infoblad - werknemers

Economische werkloosheid voor bedienden: vanaf 1 januari 2012

Zevende scenario Maandelijkse aangifte van arbeid als werknemer tewerkgesteld in een beschermde werkplaats

Tijdelijke werkloosheid - slecht weer

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR

Aangifteformulier ter vervanging van de controlekaart

Infoblad - werknemers U wil een overeenkomst sluiten met een activiteitencoöperatie als kandidaat-ondernemer?

DE WERKNEMER DIE UITKERINGEN WIL GENIETEN MOET DIT FORMULIER, NA DE PERIODE GEDEKT DOOR LOON,

Tijdelijke werkloosheid - elektronische mededeling van de tijdelijke werkloosheid aan de RVA

Tiende scenario Maandelijkse aangifte van de uren jeugd- of seniorvakantie

IN TE VULLEN DOOR DE UITBETALINGSINSTELLING : 1 ste aanvraag RU VW... datumstempel WB

Tijdelijke werkloosheid

INFORMATIEDOCUMENT "UITKERINGSAANVRAAG ALS SCHOOLVERLATER"

INFORMATIEDOCUMENT "UITKERINGSAANVRAAG IN HET STELSEL WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) UITTREKSELS UIT UW RECHTEN EN PLICHTEN"

Infoblad - werknemers Hebt u recht op de inkomensgarantie-uitkering?

INFORMATIEDOCUMENT "UITKERINGSAANVRAAG IN HET STELSEL WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) UITTREKSELS UIT UW RECHTEN EN PLICHTEN"

Infoblad - werkgevers Het WIN WIN - ACTIVA-plan (de werkkaart)

UITKERINGSAANVRAAG IN HET STELSEL WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG C3 SWT UITTREKSELS UIT UW RECHTEN EN PLICHTEN WAT MOET U DOEN?

Achtste scenario Maandelijkse aangifte van arbeid in het kader van een activeringsprogramma

ANTI CRISISMAATREGELEN

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?

INFORMATIEDOCUMENT Jaarlijkse vakantie 2013 van de volledig werklozen

DE WERKNEMER DIE UITKERINGEN WIL GENIETEN MOET DIT FORMULIER, NA DE PERIODE GEDEKT DOOR LOON,

FOCUS op. tijdelijke werkloosheid. Verplichte elektronische aangifte

UITKERINGSAANVRAAG ALS DEELTIJDSE WERKNEMER MET BEHOUD VAN RECHTEN al dan niet met inkomensgarantie-uitkering (afgekort IGU) C131A WAT MOET U DOEN?

Vierde scenario Aangifte van halftijds brugpensioen

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR

INFORMATIEDOCUMENT "UITKERINGSAANVRAAG ALS BRUGGEPENSIONEERDE UITTREKSELS UIT UW RECHTEN EN PLICHTEN"

Mag u tijdens uw werkloosheid een nevenactiviteit als zelfstandige in het kader van het voordeel "Springplank naar zelfstandige" uitoefenen?

INSTRUCTIES AAN DE WERKGEVERS ASR

Infoblad - werknemers Hebt u recht op de werkhervattingstoeslag?

INFORMATIEDOCUMENT "UITKERINGSAANVRAAG IN HET STELSEL WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) - UITTREKSELS UIT UW RECHTEN EN PLICHTEN"

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?

Infoblad - werknemers U wenst mantelzorg te verlenen?

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Mag u werken als werkloze met bedrijfstoeslag?

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR

Infoblad - werknemers Welke zijn de voorwaarden om recht te hebben op brugpensioen tot en vanaf ?

Brugpensioen : hoofdelijke bijdragen en sociale inhoudingen. Belangrijke wijzigingen vanaf 1 april 2010

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

UITKERINGSAANVRAAG IN HET STELSEL WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) (INSTROMERS) C3 RCC UITTREKSELS UIT UW RECHTEN EN PLICHTEN WAT MOET U DOEN?

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR

INFORMATIEDOCUMENT "UITKERINGSAANVRAAG IN HET STELSEL WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG UITTREKSELS UIT UW RECHTEN EN PLICHTEN"

Tijdskrediet landingsbanen Aanvraag berekening beroepsverleden van 25 jaar of 35 jaar in te vullen door de werknemer

Infoblad - werkgevers Het Plan Activa (de werkkaart)

Scenario 10: Maandelijkse aangifte van de uren jeugd- of seniorvakantie

Infoblad - werknemers Hebt u recht op de werkhervattingstoeslag?

Halftijds brugpensioen

Persoonlijke werkloosheidsverklaring

UITKERINGSAANVRAAG IN HET STELSEL WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) (stock - erkenning) C3 RCC UITTREKSELS UIT UW RECHTEN EN PLICHTEN

NIEUWSBRIEF JANUARI 2010

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR

ARBEIDSOVEREENKOMST - DIENSTENCHEQUES

Infoblad RVA. Onderwerp. Datum. November Copyright and disclaimer

De wet voorziet dat het recht op vakantie afhangt van het aantal dagen. werknemers die tijdens het vorige kalenderjaar hebben gewerkt het

UITKERINGSAANVRAAG IN HET STELSEL WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG C3 SWT UITTREKSELS UIT UW RECHTEN EN PLICHTEN WAT MOET U DOEN?

INFORMATIEDOCUMENT "AANVRAAG ALS DEELTIJDSE WERKNEMER MET BEHOUD VAN RECHTEN" al dan niet met inkomensgarantie-uitkering (afgekort IGU)

Economische werkloosheid bedienden

De nieuwe regels die in het licht van deze vereenvoudiging zijn opgesteld, zullen dan ook vanaf 1/01/2016 moeten worden toegepast.

Wanneer bent u arbeidsongeschikt?

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR ARBEIDER - DEELTIJDS

NIEUWSBRIEF MAART 2016

Wat met arbeidsovereenkomsten bij tijdelijk gebrek aan werk wegens economische oorzaken?

Arbeidsongeschikt? 1

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 18 oktober 2004; A. SITUERING VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Voor wie is het activerend beleid bij herstructureringen bedoeld?

Smals Datum : 06 oktober 2015 TO&P ASR NOTA

INFORMATIEDOCUMENT UITKERINGSAANVRAAG ALS VOLLEDIG WERKLOZE VAN MINSTENS 50 JAAR DIE GENIET VAN DE MINIMALE VRIJSTELLING

2. Beslissing om het stelsel toe te passen

Dien een uitkeringsaanvraag in van zodra u werkloos wordt

Federale Overheidsdienst FINANCIEN - Centrale diensten. Directie I/5A. Circulaire nr. Ci.RH.242/ (AAFisc Nr. 43/2011) dd

UITKERINGSAANVRAAG ALS DEELTIJDSE WERKNEMER MET BEHOUD VAN RECHTEN al dan niet met inkomensgarantie-uitkering (afgekort IGU) C131A WAT MOET U DOEN?

SOCIAAL KLEINE FLEXIBILITEIT PC 112

FOCUS op. werknemers met behoud van rechten

UITKERINGSAANVRAAG ALS SCHOOLVERLATER (met een controlekaart C3A)

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR

Dit informatiedocument biedt u een overzicht van uw rechten en plichten en van de belangrijkste zaken die u als werkloze moet weten.

Transcriptie:

Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Voor meer inlichtingen, gelieve contact op te nemen met uw RVA-kantoor. De adressen kunt u vinden in het telefoonboek of op de site : www.rva.be Infoblad - werkgevers Schorsing bedienden ingevolge werkgebrek voor ondernemingen in moeilijkheden uitleg over de schorsingsregeling Opmerking voor ondernemingen die reeds gebruik gemaakt hebben van de regeling crisis-schorsing bedienden Vanaf 01.01.2012 treedt een nieuwe regeling van schorsing van de arbeidsovereenkomst voor bedienden in werking. Deze regeling treedt in de plaats van de regeling van de crisisschorsing bedienden die afloopt op 31.12.2011, en herneemt in grote lijnen de regeling van de crisisschorsing-bedienden. Aangezien het om een nieuwe maatregel gaat, moet de onderneming die reeds gebruikt gemaakt heeft van de regeling crisis-schorsing bedienden, opnieuw aantonen dat zij aan de preliminaire voorwaarden voldoet (via een nieuw formulier C106A). De onderneming moet onder meer aantonen dat er een nieuwe sectorale of ondernemings-cao s werd afgesloten of een nieuw ondernemingsplan werd erkend, gebaseerd op de nieuwe wetgeving. Vervolgens moet de onderneming een nieuwe kennisgeving betreffende de schorsing overmaken aan de bediende en een nieuwe elektronische mededeling overmaken aan de RVA. De bediende die in 2011 reeds een crisis-schorsing-bedienden kende, moet geen nieuwe uitkeringsaanvraag indienen (behoudens in geval van verandering van werkgever of van arbeidsregeling). Inleiding In het Infoblad "Schorsing bedienden ingevolge werkgebrek voor ondernemingen in moeilijkheden preliminaire voorwaarden" nr E54 wordt uitgelegd wanneer een onderneming gebruik kan maken van de regeling schorsing bedienden ingevolge werkgebrek, voorzien in de artikelen 77/1 tot 77/7 van de wet van 03.07.1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. De onderneming moet cumulatief voldoen aan de volgende voorwaarden: de onderneming valt onder het toepassingsgebied van de wet van 05.12.1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. Het betreft dus voornamelijk ondernemingen uit de privé-sector; de onderneming is in moeilijkheden ingevolge een daling van minimum 10% van de omzet (volgens de BTW-aangifte), de productie of de bestellingen of ingevolge een graad van tijdelijke werkloosheid wegens werkgebrek van minstens 10%; het gebruik van de regeling schorsing bedienden ingevolge werkgebrek is voorzien in een sectorale CAO, een ondernemings-cao of een goedgekeurd ondernemingsplan. De preliminaire voorwaarden (art. 77/1 tot 77/3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten) Het feit dat de voormelde voorwaarden vervuld zijn moet blijken uit een formulier C106A dat toegestuurd wordt aan het werkloosheidsbureau van de RVA. Voor meer inlichtingen lees het infoblad Schorsing bedienden ingevolge werkgebrek voor ondernemingen in moeilijkheden preliminaire voorwaarden nr. E54. Dit infoblad kunt u krijgen bij het werkloosheidsbureau van de RVA of downloaden via www.rva.be > documentatie > infobladen. De onderneming ontvangt in principe binnen de twee weken Bijgewerkt op 16.07.2012 E55 - p. 1

een positief antwoord indien de voorwaarden zijn vervuld, een negatief antwoord indien dit niet het geval is. Ten vroegste 14 dagen na de verzending van het formulier C106A waaruit blijkt dat de onderneming aan de preliminaire voorwaarden voldoet, kan de werkgever een elektronische mededeling "schorsing bedienden ingevolge werkgebrek" versturen. Hierna volgt uitleg omtrent deze regeling. Een overzicht betreffende de procedure (art. 77/4 tot 77/7 van de van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten + KB van 25.11.1991) De te volgen procedure, na de preliminaire voorwaarden, wordt hierna verkort weergegeven. In de navermelde pagina's worden deze punten gedetailleerd toegelicht. De werkgever laat een validatieboek waarmerken door het werkloosheidsbureau of kiest er voor gebruik te maken van het elektronisch validatieboek (de werkgever moet maandelijks het nummer van het controleformulier C3.2A inschrijven in dit validatieboek). De werkgever deelt de voorziene schorsing mee aan de bedienden en aan de ondernemingsraad, en op elektronische wijze aan de RVA. Maandelijks, vóór de eerste schorsingsdag, bezorgt de werkgever aan de bediende een formulier C3.2A, waarvan het nummer werd ingeschreven in het validatieboek. Ter gelegenheid van de eerste schorsing bedienden ingevolge werkgebrek geeft de werkgever aan de bediende een formulier C3.2-WERKGEVER, dat geldt als uitkeringsaanvraag en slechts gedeeltelijk wordt ingevuld. De bediende neemt contact op met een uitbetalingsinstelling, waar hij een uitkeringsaanvraag indient, gebruik makend van het formulier C3.2-WERKGEVER. Bij de uitbetalingsinstelling vult de bediende een formulier C3.2-WERKNEMER in en een formulier C1 (vermeldend zijn gezinssituatie, bijberoep, rekeningnummer ). Na het einde van elke maand geeft de werkgever aan de bediende een formulier C3.2- WERKGEVER, dat geldt als "bewijs van schorsing bedienden ingevolge werkgebrek" en dat melding maakt van de werkloosheidsuren in de loop van de maand. Na het einde van elke maand dient de bediende het formulier C3.2A in bij de uitbetalingsinstelling, samen met het formulier C3.2-WERKGEVER. De uitbetalingsinstelling berekent het uitkeringsbedrag en schrijft het bedrag over op de rekening van de bediende. Er wordt een fiscale voorheffing ingehouden. De werkgever betaalt een supplement bovenop de werkloosheidsuitkering, conform de CAO of het ondernemingsplan. De RVA verifieert of het bedrag dat door de uitbetalingsinstelling werd uitbetaald correct is. Uitleg omtrent de schorsingregeling Welke schorsingregeling kan de werkgever toepassen? (art. 77/4 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten) De wet voorziet een regeling van volledige schorsing; een regeling van gedeeltelijke arbeid met ten minste twee arbeidsdagen per week; dit aantal wordt niet beïnvloed door de arbeidsregeling van de werknemer (voltijds of deeltijds, vijf- of zesdaagse stelsel, ). De regeling van volledige schorsing of van gedeeltelijke arbeid gaat in principe in op maandag. Het vereiste aantal arbeidsdagen (nul voor een week van volledige schorsing of twee voor een week van gedeeltelijke arbeid) moet per kalenderweek worden bereikt en mag uiteraard overschreden worden. De werkgever kan dus een kennisgeving: "volledige schorsing" aan de RVA meedelen en de bediende in die week terugroepen en een aantal dagen laten werken; "gedeeltelijke arbeid" aan de RVA meedelen en de bediende in die week terugroepen en meer dan twee dagen laten werken. De wetgeving detailleert niet hoe de notie "ten minste twee arbeidsdagen per week" in de regeling van gedeeltelijke arbeid moet begrepen worden. Naar analogie kan hier toepassing gemaakt worden van het KB van 03.05.1999 tot vaststelling van sommige afwezigheden die gelijkgesteld worden met de herinvoering van een regeling van volledige arbeid voor arbeiders die tijdelijk werkloos worden gesteld ingevolge werkgebrek. Ten aanzien van de RVA volstaat het dat uit het formulier C3.2-WERKGEVER (waarop enkel de effectieve werkloosheidsdagen Bijgewerkt op 16.07.2012 E55 - p. 2

worden vermeld) blijkt dat er in de beschouwde week niet meer dan 3 werkloosheidsdagen vermeld staan bij tewerkstelling volgens het vijfdaagse stelsel, of niet meer dan 4 werkloosheidsdagen vermeld staan bij tewerkstelling volgens het zesdaagse stelsel. De wetgeving bepaalt niet hoe de terugroeping gebeurt. De modaliteiten inzake terugroeping worden dus op ondernemingsvlak geregeld. De terugroeping moet niet aan de RVA worden meegedeeld, maar zal wel blijken uit het formulier C3.2A (waarop de bediende de gewerkte dagen schrapt) en uit het formulier C3.2-WERKGEVER. Heeft de terugroeping betrekking op een volledige kalenderweek, dan kan de werkgever de mededeling voorafgaandelijk elektronisch stopzetten, zodat het krediet ten belope waarvan werkloosheid mogelijk is, niet verder wordt uitgeput (zie verder). De schorsing moet betrekking hebben op alle arbeidsuren die voor die dag voorzien zijn in het normaal werkrooster van de betrokken bediende. Een bediende kan dus niet werkloos worden gesteld voor een halve arbeidsdag indien hij normaal die dag een volledige dag werkt. De regeling geldt nominatief en kan dus verschillend zijn van bediende tot bediende. De spreiding van de schorsing heeft geen belang. De wetgeving voorziet dus niet dat er een week werkhervatting moet zijn tussen twee kennisgevingen. Volgende regelingen zijn bvb. mogelijk: zes weken volledige schorsing, aaneensluitend gevolgd door vijf weken gedeeltelijke arbeid, vijf weken volledige schorsing, gevolgd door een nieuwe volledige schorsing gedurende twee weken. Welke is de maximumduur van de schorsing en hoe wordt dit krediet uitgeput? (art. 77/7 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten) De schorsing bedienden ingevolge werkgebrek is slechts mogelijk na een tijdige kennisgeving aan de bediende en aan de RVA; voor zover de navermelde maximumgrenzen niet overschreden worden: Tabel aard van de regeling volledige schorsing gedeeltelijke arbeid 2 arbeidsdagen/week maximumduur van de regeling (per kalenderjaar) (16 kalenderweken) min (aantal weken gedeeltelijke arbeid / 2) per kalenderjaar (26 kalenderweken) min (aantal weken volledige schorsing * 2) per kalenderjaar De CAO of het ondernemingsplan kunnen echter een lager maximum aantal weken voorzien. In navermeld schema wordt de uitputting van dit krediet verder toegelicht: volledige schorsing gedeeltelijke arbeid formule uitputting krediet [16 (a) (b/2)] afgerond naar de lagere eenheid [26 (2a) (b)] voorbeeld reeds uitgeput: 1 week gedeeltelijke arbeid gevolgd door 13 weken volledige schorsing saldo: [16 (1/2) (13)] = 2,5 = 2 weken volledige schorsing reeds uitgeput: 1 week gedeeltelijke arbeid gevolgd door 13 weken volledige schorsing saldo: [26 (1) (2*13)] = 0 weken gedeeltelijke arbeid (maar de werkgever kan nog een volledige schorsing aangeven en die volledig of gedeeltelijk gebruiken) (a) = tijdens het kalenderjaar reeds aan de RVA meegedeelde, en niet vooraf stopgezette, aantal kalenderweken waarin er sprake is van volledige schorsing (b) = tijdens het kalenderjaar reeds aan de RVA meegedeelde, en niet vooraf stopgezette, aantal kalenderweken waarin er sprake is van gedeeltelijke arbeid Er wordt voor de uitputting van het krediet van 16 en 26 kalenderweken (of van het verlaagde aantal) rekening gehouden: met het aantal kalenderweken (van maandag tot zondag), waarin er volgens de mededeling sprake is van schorsing, zelfs indien de werkgever de bedienden toch één of meerdere dagen zou terugroepen en laten werken; met de in de mededeling vermelde aard van de schorsing (volledige schorsing of gedeeltelijke arbeid); een week "volledige schorsing" wordt als dusdanig in rekening gebracht, zelfs indien nadien blijkt dat er ingevolge terugroeping minstens twee dagen Bijgewerkt op 16.07.2012 E55 - p. 3

werden gewerkt (en de werkgever gebruik had kunnen maken van een regeling van gedeeltelijke arbeid); met het aantal kalenderweken waarop de mededeling betrekking heeft, zelfs indien de mededeling slechts betrekking heeft op een gedeelte van de kalenderweek. Bijv. de werkgever verstuurt op dinsdag 3 januari een mededeling aan de RVA waarin hij een volledige schorsing voorziet voor één week vanaf woensdag 11 januari tot en met dinsdag 17 januari. Aangezien de mededeling betrekking heeft op twee kalenderweken wordt het krediet van 16 weken verminderd met 2 eenheden. In afwijking op wat vooraf gaat, wordt geen rekening gehouden met kalenderweken waarvoor de mededeling aan de RVA vooraf (uiterlijk de zondagavond voor de week die op maandag ingaat) elektronisch werd stopgezet; de stopzetting geldt ook voor later gelegen weken. Wil de werkgever opnieuw een schorsing invoeren, dan moet hij opnieuw een mededeling versturen; de periode van 7 dagen die ingevolge een laattijdige mededeling, gedekt is door loon. De aanvang van de schorsing (art. 77/5 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten) De schorsing bedienden ingevolge werkgebrek kan pas ingaan na uitputting van de volledige dagen inhaalrust ingevolge de art. 16 en 26bis van de Arbeidswet van 16.03.1971; de art. 7, 3 en 8, 3 van de wet van 14.12.2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector; art. 11 van de wet van 04.01.1974 betreffende de feestdagen. In geval van toepassing van art. 20bis van de arbeidswet van 16.03.1971, kan de schorsing bedienden ingevolge werkgebrek niet ingaan zolang het aantal gewerkte uren van de bediende de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur over de periode die de schorsing voorafgaat, overschrijdt (behalve indien het overschrijdende aantal uren minder bedraagt dan één arbeidsdag). De werkloosheidsverzekering kent geen uitkeringen toe voor feestdagen gelegen in een periode van schorsing bedienden ingevolge werkgebrek; dagen waarop de bediende arbeidsongeschikt is; voor de betreffende dagen heeft de bediende recht op gewaarborgd loon, ofwel recht op een ziekte-uitkering (indien hij in regel is met de ziekteverzekering). Welke formaliteiten moet de werkgever vervullen? Kennisgeving aan de bedienden (art. 77/4, 1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten) De werkgever deelt de voorziene schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst ten minste zeven dagen vooraf, de dag van aanplakking en de eerst voorziene werkloosheidsdag niet inbegrepen, mee aan de bediende: ofwel via affichering op een goed zichtbare plaats in de onderneming; ofwel via een geschreven kennisgeving aan de bediende. De kennisgeving vermeldt de identiteit van de bedienden (naam, voornaam, en gemeente van de woonplaats), de schorsingsregeling, de periode en de data waarop de bediende werkloos zal zijn. Aangezien de wetgeving een krediet voorziet dat uitgedrukt wordt in een aantal kalenderweken, heeft de kennisgeving bij voorkeur betrekking op kalenderweken, aanvangend op maandag. Om op maandag in te gaan, moet de kennisgeving aan de bedienden ten laatste gebeuren op de laatste werkdag (vrijdag, zaterdag of zondag) van de tweede week die eraan vooraf gaat. De werkgever kan de regeling echter ook laten ingaan in de loop van de week, en de kennisgeving dus later verrichten. Deze onvolledige kalenderweek telt echter ook als één kalenderweek voor de uitputting van het krediet. Bijv. de werkgever verricht op dinsdag 3 januari een kennisgeving waarin hij een volledige schorsing voorziet voor 3 weken vanaf woensdag 11 januari tot en met dinsdag 31 januari. Aangezien de schorsing pas ingaat op 11 januari is de kennisgeving tijdig. Aangezien de kennisgeving betrekking heeft op vier kalenderweken wordt het krediet van 16 kalenderweken verminderd met 4 eenheden. Bijgewerkt op 16.07.2012 E55 - p. 4

Kennisgeving aan de ondernemingsraad (of de vakbondsafvaardiging) (art. 77/4, 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten) De werkgever deelt de redenen die een schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen, gelijktijdig mee aan de ondernemingsraad of, bij ontstentenis hiervan, aan de vakbondsafvaardiging. Elektronische mededeling aan het werkloosheidsbureau van de RVA (art. 77/4, 1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten) De werkgever moet de RVA via een elektronische toepassing tijdig in kennis stellen van de voorziene schorsing bedienden ingevolge werkgebrek (www.sociale.zekerheid.be > onderneming > sociale risico's > Tijdelijke werkloosheid en validatieboek). De elektronische mededeling gebeurt via een beveiligde toegang. Om hiervan gebruik te kunnen maken moet de onderneming geregistreerd zijn en moet de persoon die zich aanmeldt beschikken over een elektronische identiteitskaart of een gebruikersnaam en paswoord. De registratieprocedure vraagt enige tijd. Start deze procedure tijdig op via www.socialezekerheid.be > onderneming > registreren. Enkel in de volgende drie gevallen mag de werkgever de elektronische mededeling vervangen door een aangetekende brief gericht aan het werkloosheidsbureau van de RVA van de plaats waar de onderneming is gevestigd: de werkgever verricht voor het eerst een mededeling tijdelijke werkloosheid ingevolge een schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of verricht opnieuw een mededeling tijdelijke werkloosheid na een periode van onderbreking van 24 maanden (berekend van datum tot datum). De eerste mededeling vanaf 30.11.2011 mag eveneens per aangetekende brief worden verricht; de werkgever beschikt niet over de nodige informaticamiddelen om een elektronische mededeling te verrichten en heeft een vrijstelling van elektronische mededeling gekregen van de directeur van het werkloosheidsbureau van de RVA; de werkgever kan de mededeling niet elektronisch verrichten omwille van technische problemen (tijdelijk probleem met de internetverbinding, computerpanne,...). Voor meer informatie over de elektronische mededeling en de voormelde uitzonderingen, zie het infoblad "Tijdelijke werkloosheid - elektronische mededeling van de tijdelijke werkloosheid aan de RVA" nr. E53. U vindt dit in het werkloosheidsbureau van de RVA of op de website via www.rva.be > documentatie > infobladen. De mededeling moet de volgende vermeldingen bevatten: de identiteit van de werkgever (naam en ondernemingsnummer); de identiteit van de werkloos gestelde bedienden (naam, voornaam, INSZ-nummer); OPGELET: hoewel een elektronische niet-nominatieve mededeling (waarbij enkel de afdeling die werkloos wordt gesteld, wordt vermeld) technisch mogelijk is, mag de werkgever deze werkwijze niet gebruiken. Dergelijke mededeling laat niet toe uitkeringen toe te kennen; het toepasselijke paritair comité. Geldt het paritair comité zowel voor arbeiders als voor bedienden (nummer 3##), dan moet de werkgever via de zone sub-niveau (een dropdown in de webtoepassing) aanduiden dat de aangifte bedienden betreft; de aard van de schorsingsregeling: volledige schorsing of gedeeltelijke arbeid; gedeeltelijke arbeid wordt in de elektronische mededeling vermeld als "grote schorsing". De data waarop de bediende werkloos zal zijn, moeten niet aan de RVA worden meegedeeld; begin- en einddatum van de schorsingsregeling, waarbij de begindatum bij voorkeur samenvalt met een maandag en de einddatum bij voorkeur samenvalt met de zondag. De elektronische mededeling die betrekking heeft op: een periode die op maandag aanvangt, wordt door de RVA als tijdig beschouwd indien zij uiterlijk de tweede zondag voorafgaand aan de schorsingsweek elektronisch werd aangegeven; een periode die op een andere dag aanvangt, wordt door de RVA als tijdig beschouwd indien zij uiterlijk de achtste dag voorafgaand aan de aanvangsdag elektronisch werd aangegeven. De mededeling geeft aanleiding tot meerdere elektronische mededelingen indien er: periodes van volledige schorsing gevolgd worden door een regeling van gedeeltelijke arbeid (of omgekeerd); meerdere niet aaneensluitende periodes van schorsing zijn; Bijgewerkt op 16.07.2012 E55 - p. 5

meerdere Paritair Comités bevoegd zijn. Er moeten ook twee elektronische mededelingen worden verstuurd indien de werkgever een schorsing bedienden ingevolge werkgebrek invoert aansluitend vóór en na een periode van sluiting van de onderneming wegens jaarlijkse vakantie of inhaalrust, die minstens betrekking heeft op een kalenderweek. Gebeurt dit niet, dan wordt ook de vakantieweek in mindering gebracht van het krediet. De elektronische toepassing voor de mededeling bevat wel een on-line controle van het feit of de kennisgevingstermijn van 7 dagen gerespecteerd werd; in geval van niet-respect krijgt de werkgever een foutboodschap en wordt hij uitgenodigd de aanvangsdatum te verplaatsen; geen on-line controle van het feit of de prealabele voorwaarden zijn vervuld en of de werkgever reeds een formulier C106A heeft ingediend; is dit niet het geval dan zal de werkgever hiervan op latere datum in kennis worden gesteld; de werkloosheidsuitkering kan dan niet, of slechts op een later tijdstip worden uitbetaald; een minimale on-line controle van het respecteren van het krediet. De "aanvaarding" van de mededeling door de RVA beduidt dus niet dat het krediet steeds toereikend is. De werkgever moet vooraleer hij de mededeling verstuurt voor elke bediende nagaan of het krediet nog toereikend is. Werden de preliminaire voorwaarden vervuld, dan wordt de inhoud van de elektronische mededelings opgenomen in een databank die ter beschikking staat van de uitbetalingsinstellingen en door hen geraadpleegd moet worden alvorens uitkeringen uit te betalen. Wijziging en stopzetting van de mededeling (art. 77/4, 4 en 5 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten ) De werkgever die van een regeling van gedeeltelijke arbeid overgaat naar een volledige schorsing, moet dit zeven dagen vooraf op de hiervoor vermelde wijze meedelen aan de bedienden. T.a.v. de RVA moet hij via de elektronische toepassing de lopende mededeling stopzetten en een nieuwe tijdige mededeling betreffende de volledige schorsing (één week vooraf) verrichten. De werkgever die het oorspronkelijk voorziene aantal schorsingsdagen verhoogt, doch de bediende in de betreffende kalenderweek nog minstens 2 dagen laat werken, moet dit enkel aan de bedienden zeven dagen vooraf, meedelen. Moeten dus niet aan de RVA worden gemeld: de overstap van een regeling van gedeeltelijke arbeid van 4 of 3 arbeidsdagen naar 2 arbeidsdagen (aangezien het nog steeds een regeling van gedeeltelijke arbeid betreft); het feit dat er meer dagen worden gewerkt dan initieel voorzien; leidt dit tot een overstap van een volledige schorsing (0 of 1 arbeidsdag in de betreffende kalenderweek) naar een regeling van gedeeltelijke arbeid (minstens 2 arbeidsdagen), dan is een stopzetting van de lopende mededeling en een nieuwe tijdige mededeling (één week vooraf) echter nuttig voor het vrijwaren van het krediet (het krediet wordt dan slechts verminderd met een eenheid gedeeltelijke arbeid i.p.v. een eenheid volledige schorsing). Een elektronische stopzetting van de lopende mededeling (uiterlijk de zondag voorafgaand aan de betreffende kalenderweek) is ook nuttig indien de werkgever voor de betreffende week geen werkloosheid meer voorziet. Zo kan de werkgever voorkomen dat de betreffende week in mindering wordt gebracht van het krediet. Wil de werkgever nadien opnieuw werkloosheid invoeren, dan moet hij tijdig een nieuwe elektronisch mededeling overmaken aan de RVA. De stopzetting leidt er inderdaad toe dat de vorige mededeling niet meer kan ingeroepen worden. Wat gebeurt er indien de werkgever de procedure niet correct toepast? (art. 77/4, 6 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten) Wat indien de werkgever de formaliteiten laattijdig verricht? Indien de werkgever de formaliteiten inzake mededeling t.a.v. de RVA niet correct heeft nageleefd (bijv. de mededeling werd geen zeven dagen vooraf verricht), dan zal de RVA hem dit meedelen. De werkgever moet in dergelijk geval het normaal voorziene loon in een periode van zeven kalenderdagen betalen. Die periode van 7 dagen gaat in vanaf de eerste dag van de werkelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst; wordt niet beschouwd als werkloosheid voor de uitputting van het krediet (indien die periode betrekking heeft op een volledige kalenderweek). Bijgewerkt op 16.07.2012 E55 - p. 6

Indien de werkgever de laattijdige mededeling onmiddellijk elektronisch annuleert en een nieuwe tijdige mededeling verstuurt, dan kunnen uitkeringen worden toegekend vanaf de achtste dag na de nieuwe elektronische mededeling. Bijv. de werkgever verstuurt op maandag 2 januari een mededeling aan de RVA waarin hij een volledige schorsing voorziet vanaf maandag 9 januari. De verzending is één dag te laat. De werkgever wordt hiervan in kennis gesteld en annuleert via de elektronische toepassing de laattijdige mededeling en hij verricht op dinsdag 3 januari een nieuwe mededeling voor een volledige schorsing ingaand op woensdag 11 januari. Er kunnen uitkeringen worden toegekend vanaf 11 januari. De betreffende kalenderweek wordt als één eenheid in mindering gebracht voor het krediet. De werkgever kan ook de mededeling corrigeren en de ingangsdatum van de schorsing uitstellen zodanig dat de kennisgevingstermijn gerespecteerd wordt. Indien de werkgever in het voormelde voorbeeld via de elektronische toepassing de aanvang van de schorsing uitstelt tot dinsdag 10 januari, dan kunnen vanaf 10 januari uitkeringen worden toegekend (aangezien er 7 kalenderdagen liggen tussen de mededeling en de eerste werkloosheidsdag). Verricht de werkgever t.a.v. de RVA geen mededeling, dan kunnen geen uitkeringen worden toegekend, ook niet voor de periode die volgt op de periode van 7 dagen, gedekt door loon. De periode vanaf de 8ste dag van de werkelijke schorsing kan slechts vergoed worden indien de werkgever alsnog een laattijdige mededeling verstuurt vermeldend de volledige schorsing of de gedeeltelijke arbeid, en het krediet toereikend is. Wat indien de werkgever de toegelaten krediet overschrijdt? Indien de periode van volledige schorsing of van gedeeltelijke arbeid het toegelaten krediet overschrijdt, moet de werkgever loon betalen voor de contractueel voorziene arbeidsuren gelegen in de schorsingsperiode na de overschrijding. Bijv. Voor een bediende werd reeds een volledige schorsing aangegeven voor 11 weken. Er werd geen voorafgaandelijke stopzetting meegedeeld. Nadien volgt een mededeling voor 8 weken gedeeltelijke arbeid. Na 4 weken gedeeltelijke arbeid is het krediet echter uitgeput [26 (2*11) (4)] = 0, zodat de werkgever vanaf dan loon verschuldigd is voor de schorsingsdagen. Schema betreffende het recht op loon HYPOTHESE art. 77/3 (geen preliminaire mededeling "formulier C106A" of mededeling voldoet niet) art. 77/4, 6, eerste lid (geen mededeling) art. 77/4, 6, eerste lid (laattijdige mededeling) art. 77/4, 6, tweede lid (overschrijding krediet) RECHT OP LOON (EN DUS NIET OP WERKLOOSHEIDSUITKERING) recht op loon of op schadevergoeding voor periode van de onwettige schorsing voor periode van schorsing: eerste 7 dagen vanaf de werkelijke schorsing: recht op loon OPGELET: er kunnen pas uitkeringen aanvaard worden voor de daaropvolgende periode mits indiening van de laattijdige correcte mededeling vóór datum uitwerking mededeling: toepassing vorige rij vanaf datum uitwerking mededeling: geen recht op loon (en dus wel op uitkeringen) Datum uitwerking mededeling: algemene regel: 8e dag vanaf de werkelijke schorsing (gezien het recht op 7 dagen loon) 1e uitzondering: evt. vroegere datum waarop de nieuwe tijdige mededeling uitwerking heeft (ten vroegste 8e dag na dag van nieuwe mededeling, indien de vorige mededeling werd geannuleerd) 2e uitzondering: evt. vroegere datum indien de ingangsdatum van de laattijdige mededeling wordt gecorrigeerd (ten vroegste 8e dag na dag van de initiële mededeling) voor periode van schorsing: vanaf de overschrijding: recht op loon voor de onterechte schorsingsdagen Bijgewerkt op 16.07.2012 E55 - p. 7

Geldt de regeling ook voor de deeltijdse werknemers? Voor deeltijdse werknemers wordt, voor de toepassing van de notie "ten minste twee arbeidsdagen per week" in de regeling van gedeeltelijke arbeid, rekening gehouden met de arbeidsregeling van de maatman (de werknemer die in een gelijkaardige functie voltijds werkt) en niet met de deeltijdse arbeidsregeling. Ten aanzien van de RVA volstaat het dat uit het formulier C3.2-WERKGEVER blijkt dat er in de beschouwde week niet meer dan 3 werkloosheidsdagen vermeld staan indien in de onderneming gewerkt wordt volgens het vijfdaagse stelsel, of niet meer dan 4 werkloosheidsdagen vermeld staan indien in de onderneming gewerkt wordt volgens het zesdaagse stelsel. Bijv. Voor de deeltijdse werknemer die gewoonlijk werkt op maandag (8 uur), dinsdag (8 uur) en woensdag (4 uur) in een onderneming waarin de voltijdse werknemers werken van maandag tot vrijdag, kan de invoering van een regeling van gedeeltelijke arbeid op maandag, dinsdag en woensdag er toe leiden dat hij in de betreffende week geen arbeid presteert. De schorsing bedienden ingevolge werkgebrek kan ook toegepast worden voor deeltijdse werknemers met een inkomensgarantie-uitkering. In dat geval moet de werkgever: de formaliteiten voorzien in dit infoblad naleven; bovendien de uren schorsing bedienden ingevolge werkgebrek op het formulier C131B (of in het elektronisch bericht ASR WERKLOOSHEID - SCENARIO 6) invullen als uren van tijdelijke werkloosheid. Geldt de regeling ook voor de werknemers die een werkuitkering? De schorsing bedienden ingevolge werkgebrek kan ook toegepast worden voor werknemers met een werkuitkering (ACTIVA-regeling, voorzien in het KB van 19.12.2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden). In dat geval moet de werkgever: de formaliteiten voorzien in dit infoblad naleven; bovendien op het formulier C78-ACTIVA (of in het elektronisch bericht ASR WERKLOOSHEID - SCENARIO 8) melding maken van het lagere loon dat voor de betreffende maand wordt uitbetaald. Welke formulieren moet de werkgever afleveren? Het controleformulier C3.2A De werkgever levert uiterlijk de eerst voorziene werkloosheidsdag van de maand aan elke bediende waarvoor een mededeling schorsing bedienden ingevolge werkgebrek werd verstuurd, een controleformulier C3.2A af, na invulling van de identiteitsgegevens en de betreffende maand. De werkgever moet het nummer van dit formulier inschrijven in het papieren of elektronische validatieboek. Voor meer inlichtingen lees het infoblad "Het validatieboek" nr. E20. Dit infoblad kunt u krijgen bij het werkloosheidsbureau van de RVA of downloaden downloaden via www.rva.be > documentatie > infobladen. Bedienden in de bouwsector mogen gebruik maken van het formulier C3.2A of van de nietnominatieve kaart C3.2A-bouw. De bediende houdt het formulier bij en vult het formulier in volgens de instructies die erop vermeld staan, vanaf de eerst voorziene werkloosheidsdag (bijv. zwart maken van de gewerkte dagen). Na verloop van de maand dient de bediende het controleformulier ter betaling in bij een uitbetalingsinstelling van zijn keuze (ACV, ABVV, ACLVB of Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen). Was er, ondanks de voorafgaande mededeling, toch geen werkloosheid, dan wordt het controleformulier niet ingediend bij een uitbetalingsinstelling en mag het na het verstrijken van de maand worden weggegooid. Het formulier C3.2-werkgever " uitkeringsaanvraag " Indien de bediende voor het eerst bij de betreffende werkgever een schorsing bedienden ingevolge werkgebrek kent, moet de werkgever aan de bediende een formulier C3.2- WERKGEVER afleveren, dienstig voor de "uitkeringsaanvraag" (vakje aankruisen boven RUBRIEK 1). Dit exemplaar mag reeds bij het begin van de werkloosheid afgeleverd worden. Enkel de voorzijde wordt dan ingevuld. Het elektronisch bericht ASR WERKLOOSHEID - SCENARIO 2 kan gebruikt worden ter vervanging van het papieren formulier (www.sociale.zekerheid.be > onderneming > sociale risico's > ASR "WERKLOOSHEID" > SCENARIO 2). Bijkomende invulinstructies Bijgewerkt op 16.07.2012 E55 - p. 8

minuten worden decimaal uitgedrukt door de minuten te delen door 60 (enkel de 2 eerste cijfers na de komma worden behouden). Bvb. 7 uur 40 minuten wordt genoteerd als 7,66. RUBRIEK 1: factoren Q en S en het rooster T. Voor meer inlichtingen lees het infoblad "Werkgeversformulieren - vaste gegevens" nr. 35. Dit infoblad kunt u krijgen bij het werkloosheidsbureau van de RVA of downloaden via www.rva.be > documentatie > infobladen. RUBRIEK 1: werknemerskengetal: vermeld "495" De bediende biedt zich zo snel mogelijk aan bij een uitbetalingsinstelling van zijn keuze. Daar wordt een dossier samengesteld dat binnen de 2 maanden, volgend op de maand waarin de schorsing bedienden ingevolge werkgebrek aanvangt, bij de RVA moet worden ingediend. De aflevering van een nieuw formulier C3.2-WERKGEVER "uitkeringsaanvraag" en de indiening van een aanvraag door de bediende, is opnieuw noodzakelijk in geval van schorsing bedienden ingevolge werkgebrek na een wijziging van de wekelijkse arbeidsduur (bv. ingevolge aanvang of einde van tijdskrediet). Het bedrag van de werkloosheidsuitkering kan ook worden herzien ter gelegenheid van de eerste werkloosheidsdag volgend op 1 oktober. Het formulier C3.2-werkgever "bewijs uren tijdelijke werkloosheid" Op het einde van de maand moet de werkgever aan de bediende een formulier C3.2- WERKGEVER afgeven, geldend als "bewijs uren tijdelijke werkloosheid" (vakje aankruisen boven RUBRIEK 1). Het elektronisch bericht ASR WERKLOOSHEID - SCENARIO 5 kan gebruikt worden ter vervanging van het papieren formulier (www.sociale.zekerheid.be > onderneming > sociale risico's > ASR "WERKLOOSHEID" > SCENARIO 5). Bijkomende invulinstructies RUBRIEK 3: De uren van schorsing bedienden ingevolge werkgebrek worden in het rooster vooraf gegaan door de letters SB. Het totaal wordt vermeld bij de code 5.11. Er mogen geen uren van werkloosheid worden vermeld voor: dagen waarvoor de werkgever loon (bijv. loon voor de eerste zeven kalenderdagen in geval van laattijdige mededeling) of gewaarborgd dagloon (in toepassing van art. 27 van de wet op de arbeidsovereenkomsten) moet betalen; wettelijke feestdagen (of de vervangingsdag); dagen van arbeidsongeschiktheid, ook indien zij niet door loon gedekt zijn (voor de vergoeding van die dagen moet de bediende zich wenden tot het ziekenfonds); dagen waarop de bediende normaal niet werkt (bijv. de zaterdag als dit de normale inactiviteitsdag is); volledig verworven inhaalrustdagen waarop de bediende recht heeft ingevolge arbeid op een zondag, op een feestdag of het presteren van overuren (art. 16 en 26bis van de Arbeidswet van 16.03.1971, art. 7, 3 en 8, 3 van de wet van 14.12.2000, art. 11 van de wet van 04.01.1974 betreffende de feestdagen). De bediende moet eerst deze dagen inhaalrust uitputten alvorens hij werkloos gesteld kan worden. Dit geldt ook voor volledige inhaalrustdagen verworven ingevolge overschrijdingen van de arbeidsduur in het kader van de invoering van flexibele arbeidsregelingen (art. 20bis van de arbeidswet van 16.03.1971). De inhaalrust die niet minstens één volledige dag bedraagt moet niet eerst uitgeput worden; betaalde of niet-betaalde compenserende rustdagen ingevolge een regeling van arbeidsduurverkorting moeten niet eerst uitgeput worden. Deze dagen mogen echter niet vermeld worden als werkloosheidsdagen; dagen waarop ten dele werd gewerkt (als er bijv. in de voormiddag werd gewerkt, kan voor de namiddag geen werkloosheid worden opgegeven). De bediende dient het formulier C3.2-WERKGEVER samen met zijn controleformulier C3.2A ter betaling in bij zijn uitbetalingsinstelling. Verricht de werkgever een elektronische aangifte, dan dient de bediende enkel zijn controleformulier C3.2A ter betaling in bij zijn uitbetalingsinstelling. Waar kan de werkgever blanco formulieren bekomen? De werkgever kan het formulier C3.2-WERKGEVER van RVA-site (www.rva.be > Documentatie > Formulieren) downloaden. Bijgewerkt op 16.07.2012 E55 - p. 9

Het controleformulier C3.2A kan niet worden gedownload. Het betreft unieke genummerde formulieren die de werkgever gratis kan bekomen bij de dienst economaat van het werkloosheidsbureau van de RVA (www.rva.be > De RVA > RVA-kantoren). Recht op werkloosheidsuitkeringen? De bediende geniet voor de schorsing bedienden ingevolge werkgebrek een vrijstelling van wachttijd. Dit betekent dat hij uitkeringen kan genieten zonder het bewijs van een voldoende aantal arbeidsdagen in een referteperiode. Wel moet hij voldoen aan de vergoedbaarheidsvoorwaarden. Dit houdt onder meer in dat hij arbeidsgeschikt is, geen bijberoep uitoefent (behoudens uitzonderingen), in België verblijft (behoudens uitzonderingen), geen niet cumuleerbaar pensioen ontvangt en niet verblijft in de gevangenis. Het bedrag van de uitkering wordt berekend zoals het bedrag van de uitkering als tijdelijk werkloze: de bedienden met een enig inkomen en gezinslast (samenwonenden met gezinslast) en alleenwonenden ontvangen een bedrag gelijk aan 75% van hun begrensd gemiddeld loon (begrensd tot 2.370,76 euro per maand) (actueel geïndexeerd bedrag), andere bedienden (samenwonenden) ontvangen een bedrag gelijk aan 70% van voormeld begrensd gemiddeld loon. Het initieel vastgestelde bedrag wordt herberekend (op grond van een door de werkgever afgeleverd nieuw formulier C3.2-WERKGEVER- "uitkeringsaanvraag" in geval van schorsing bedienden ingevolge werkgebrek na: wijziging van de wekelijkse arbeidsduur (bv. ingevolge aanvang of einde van het tijdskrediet); tewerkstelling bij een andere werkgever. In dat geval moet de bediende opnieuw contact opnemen met zijn uitbetalingsinstelling voor de indiening van een uitkeringsaanvraag. Op de werkloosheidsheidsuitkering wordt een fiscale voorheffing van 20% ingehouden. Werkt een bediende deeltijds en ontvangt hij een inkomensgarantie-uitkering ter aanvulling van het deeltijdse loon, dan worden de uren van schorsing bedienden ingevolge werkgebrek niet vergoed aan het voormelde percentage. In dat geval wordt de uitkering berekend uitgaande van het dagbedrag dat dient om de inkomensgarantie-uitkering te berekenen. Voor meer inlichtingen lees de infobladen in verband met de tijdelijke werkloosheid bestemd voor de arbeiders. Deze infobladen kunt u krijgen bij het werkloosheidsbureau van de RVA of downloaden via www.rva.be > documentatie > infobladen. Heeft de werknemer recht op een supplement? De werkgever moet in toepassing van de CAO of het ondernemingsplan die de schorsing bedienden ingevolge werkgebrek voorziet, een supplement betalen ter aanvulling van de werkloosheidsuitkering. Dit supplement moet minstens gelijkwaardig zijn aan het supplement toegekend aan arbeiders die bij dezelfde werkgever tijdelijk werkloos zijn wegens werkgebrek; het supplement voorzien bij CAO gesloten in het paritair orgaan waaronder de werkgever zou ressorteren indien hij arbeiders zou tewerkstellen, indien de werkgever geen arbeiders tijdelijk werkloos stelt. Bij afwezigheid van CAO moet het bedrag van dit supplement bovendien minstens 5 euro per werkloosheidsdag bedragen. De commissie "ondernemingsplannen" kan evenwel een afwijking toestaan op het minimumbedrag van het supplement voorzien in het ondernemingsplan. Het bedrag van het supplement mag dan niet minder bedragen dan 2 euro per dag. Deze vergoeding is vrijgesteld van RSZ-bijdragen en inhoudingen, doch onderworpen aan fiscale voorheffing. Voor meer inlichtingen lees de infobladen : Tijdelijke werkloosheid nrs. E21, E22, E23, E24, E25, E26, E27 en E28 Schorsing bedienden ingevolge werkgebrek voor ondernemingen in moeilijkheden preliminaire voorwaarden nr. E54 Werkgeversformulieren algemeen nr. E17 Werkgeversformulieren - vaste gegevens nr. E35 Het validatieboek nr. E20. Bijgewerkt op 16.07.2012 E55 - p. 10

Deze infobladen kunt u krijgen bij het werkloosheidsbureau van de RVA of downloaden via www.rva.be > documentatie > infobladen. Datum inwerkingtreding De regeling schorsing bedienden ingevolge werkgebrek treedt in werking op 01.01.2012. Bijgewerkt op 16.07.2012 E55 - p. 11