Beleidsregels evenementen gemeente Hengelo De burgemeester van de gemeente Hengelo, gelet op het bepaalde in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 1:8 en 2:24 tot en met 2:26 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), besluit: Vast te stellen de Beleidsregels evenementen Hengelo : Artikel 1 Begripsbepalingen Podium: Een verhoging voor publieke optredens die niet snel te verwijderen is bij calamiteiten Podiumplan: Plattegrond met daarop aangegeven de podiumlocaties in de binnenring, inclusief onder andere de richting van de geluidsuitstraling. Binnenring: Het gebied dat wordt begrensd door de Marskant Spoorstraat Stationsplein - Pr. Bernhardplantsoen - Wolter ten Catestraat Drienerstraat Enschedesestraat Wemenstraat Oldenzaalsestraat Deldenerstraat Buitenring: Buiten het als binnenring aangegeven gebied A-categorie evenementen: Laag risico-evenement, waarbij sprake is van een beperkte impact op de omgeving, de openbare orde, de veiligheid en/of het verkeer. Voorbeelden van evenementen die in deze klasse vallen zijn kleinere activiteiten zoals straat-, buurt- en verenigingsfeesten. B-categorie evenementen: Gemiddeld risico-evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de directe omgeving, de openbare orde, de veiligheid en/of gevolgen voor het verkeer. C-categorie evenementen: Hoog risico-evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de stad en/of regionale gevolgen voor het verkeer, de openbare orde, de veiligheid en hulpverleningsdiensten. Meldingsplichtige evenementen: Evenementen met een laag risicoprofiel, waarvoor geen vergunning hoeft te worden aangevraagd maar wel een melding moet worden gedaan. Vergunningsvrij evenement: Evenement met een laag risicoprofiel, waarvoor geen vergunning hoeft te worden aangevraagd en ook geen melding hoeft te worden gedaan. Constructief object: Een tent, tribune, podium of elke andere constructie van enige omvang die met het oog op het organiseren van een vergunningplichtig evenement voor een periode van maximaal 15 dagen aaneensluitend wordt geplaatst of opgericht, met uitzondering van partytenten, springkussens, attractietoestellen, waterbakken, marktkraampjes en hiermee naar aard en omvang gelijk te stellen constructies, alsmede podia zonder overkapping waarvan de hoogte maximaal 1 meter is, en tenten met een vloeroppervlakte kleiner dan 50 m². Beheersmaatregel: Een duidelijk omschreven actie, te ondernemen door of namens de vergunninghouder, die erop gericht is veiligheidsmaatregelen te nemen ten aanzien van publiek, personeel en artiesten ingeval de feitelijke omstandigheden (bijv. weersomstandigheden) ongunstiger zijn of gaan worden dan die tijdens de voorbereidingen of het ontwerp van constructieve objecten voorzien waren. Windkracht: De kracht die de wind uitoefent, uitgedrukt in eenheden volgens de schaal van Beaufort (Bft). De in deze schaal genoemde windsnelheid is gelijk aan de fundamentele waarde van de basiswindsnelheid, zoals bedoeld in de NEN-EN 1991-1-4. Daarnaast hanteren deze beleidsregels de begripsbepalingen genoemd in artikel 2:24 APV van de gemeente Hengelo. Artikel 2 Toepassingsbereik Deze beleidsregel geeft nader invulling aan artikelen 1:8 en 2:24 tot en met 2:26 van de APV. Artikel 3 Toetsingskader vergunning Een aanvraag voor een evenementenvergunning wordt getoetst op een aantal aspecten om na te gaan of de vergunning kan worden verleend en om bij verlening van de vergunning tot de juiste voorschriften bij de vergunning te komen.
Hierbij wordt gehandeld conform de toetsingscriteria op grond van artikel 1:8 APV. In de vergunning kunnen afhankelijk van de locatie en het evenement nadere voorschriften worden gesteld. De burgemeester kan bij de beoordeling van een aanvraag om vergunning de volgende belangen in aanmerking nemen: a. de mate waarin door het evenement beslag wordt gelegd op de ruimte, de tijd en de hulpdiensten; b. het aantal bezoekers dat wordt verwacht; c. of de aard van het evenement zich verdraagt met het karakter of de bestemming van de gevraagde locatie; d. of er gevaar bestaat voor de openbare orde, gezondheid of veiligheid, waaronder de brandveiligheid en het belang van het voorkomen van wanordelijkheden; e. of er gevaar bestaat voor belemmeringen van het verkeer; f. of er gevaar bestaat voor een onevenredige belasting van het woon- of leefklimaat in de omgeving van het evenement; g. of er gevaar bestaat voor verontreiniging, aantasting van het uiterlijk aanzien van de stad, beschadiging van de groenvoorzieningen of van voorzieningen voor het openbaar nut; h. of de organisator voldoende waarborgen biedt of kan bieden voor een goed verloop van het evenement; i. of de organisator voldoende waarborgen biedt om de schade aan het milieu te voorkomen dan wel zoveel mogelijk te beperken. De burgemeester kan de vergunning weigeren ter bescherming van de hiervoor genoemde belangen, dan wel aan de vergunning voorschriften en beperkingen verbinden met het oog op de bedoelde belangen. Artikel 4 Geluid Voor evenementen gelden de voorwaarden die zijn opgenomen in het geluidbeleid van de gemeente Hengelo (zie: http://www.hengelo.nl/welkom-in-hengelo/bestuur-en- Organisatie/Beleid-en-regelgeving/Beleidsnotities.html, onder overig/geluid). In dit beleid zijn regels opgenomen waaraan de aanvraag getoetst wordt. De eindtijd van het evenementen is 1 uur na de eindtijd van het geluid. De eindtijd evenement is ook de eindtijd waarop geschonken mag worden vanaf de buitentappunten die zijn vergund bij het evenement. Artikel 5 Voorwaarden vergunningverlening a. Constructieve objecten zijn uitsluitend toegestaan volgens de in artikel 8 van deze beleidsregels genoemde voorwaarden en artikel 9 van de in deze beleidsregels genoemde constructieve eisen; b. Podia mogen uitsluitend geplaatst worden volgens het in de Nota geluid opgenomen podiumplan; c. Alle objecten en de eventuele wegafzettingen bij een evenement dienen te zijn ingetekend op een gemaatvoerde situatietekening; d. In de binnenring zijn maximaal 60 evenementen van de categorie A per jaar toegestaan; e. In de binnenring zijn maximaal 36 evenementen van de categorie B of C per jaar toegestaan; f. In de hele stad is het verboden grondankers te gebruiken in bestrating; g. Prins Bernhardplantsoen: in het grote gazon mag in overleg met de beheerder (stadsdeelcoördinator afdeling Wijkbeheer gemeente Hengelo) gebruik gemaakt worden van grondankers onder de voorwaarde dat de daardoor onstane gaten na het evenement goed worden opgevuld; h. Brinkplein: maximaal toelaatbare veranderlijke belasting 10kN/m²; i. Voor het gebied in de buitenring worden locaties voor evenementen voorbesproken met afdeling Wijkbeheer of een particuliere eigenaar. j. Voor de Pinksterfeesten in Beckum en de School- en Volksfeesten in Oele blijven de bestaande evenementen en de niet gemeentelijke locaties vaststaan; k. In de buitenring zijn maximaal 50 grootschalige (categorie B of C) evenementen per jaar toegestaan. Artikel 6 Overzicht criteria evenemententerreinen Hieronder volgt een overzicht met geldende criteria ten aanzien van gebruik en bereikbaarheid van de eventueel te gebruiken evenemententerreinen.
= toegestaan = niet toegestaan Kermisattracties Voertuigen Podia Tenten Mobiele bakgelegenheden Kramen Publiek De Wetstraat Willemsplein Pastoriestraat Burgemeester Jansenplein Lange Wemen Marktplein Brinkplein Max 10kN/m² Bataafse Kamp (gazon, max 3,5 ton) Max Max Max Max 10kN/m² 10kN/m² 10kN/m² 10kN/m² Max Max 10kN/m² 10kN/m² Schouwburgplein Max 3,5 ton Stationsplein Pr. Bernhard Plantsoen (gazons) Max 3,5 ton Max 5 dgn. Max 5 dgn. Pr. Bernhard Plantsoen (rosarium) Het dek van de parkeergarage op het Brinkplein is oorspronkelijk in 1997 berekend op een veranderlijke belasting van 5kN/m² in combinatie met een aslast van 3x 150kN behorende bij een verkeersklasse 45. Deze aslast is destijds omgerekend naar een veranderlijke belasting per m². Deze veranderlijke belasting bedraagt 10kN/m². Indien men besluit om een evenement op het dek van de parkeergarage onder het Brinkplein te organiseren, dient er door de aanvrager een rekentechnische onderbouwing ingediend te worden waarmee wordt aangegeven dat de optredende belastingen ten gevolge van het evenement lager zijn dan de toelaatbare belasting. Ten tijde van het op- en afbouwen van het evenement dient de aanvrager aan te geven op welke wijze, en met welke materieel, de constructie wordt opgebouwd en afgebroken. Dit om te voorkomen dat er zwaar materieel op het dek wordt toegepast. Het dek van de parkeergarage is aangegeven op de tekening contour kelder De Brink. Contour kelder De Brink
Artikel 7 Beperkingen ten aanzien van evenementen Er zijn géén evenementen toegestaan: Tijdens Dodenherdenking op 4 mei tussen 19 uur en 21 uur m.u.v. herdenkingsdiensten Tijdens Marktdagen op het Marktplein op woensdag en zaterdag. Met uitzondering van: De Lambertuskermis (één woensdag en één zaterdag in september); Eén extra woensdag en één extra zaterdag per jaar voor grotere (B en C) evenementen. Artikel 8 Bepalingen ten aanzien van te plaatsen constructieve objecten 1. Voor constructieve verantwoording van objecten dient de vergunninghouder aannemelijk te (laten) maken dat de constructieve veiligheid van op te richten of te plaatsen objecten gewaarborgd is. Deze verantwoording kan voor standaard en/of meermalig in ongewijzigde vorm te plaatsen objecten bestaan uit het overleggen van bijvoorbeeld een productcertificaat, zoals een TUV-keur of een gelijkwaardig document, mits dit document dekkend is ten aanzien van de in deze beleidsregels gestelde constructieve eisen. 2. Opbouw en gebruik dienen conform de productattesten van de leverancier en/of fabrikant of volgens specifieke object-normen (zie bijlage 1, Normen en richtlijnen ) te worden uitgevoerd. 3. Bij de indiening van de vergunningaanvraag dienen beheersmaatregelen beschreven te zijn, die voorzien in de situatie dat de belastingen ongunstiger worden dan de waarden waarop de objecten zijn berekend. In deze beheersmaatregelen dient ten minste aangegeven te zijn tot welke weersomstandigheden het object kan worden gebruikt, het moment waarbij het object buiten gebruik gesteld moet worden en de veiligheidsmaatregelen die dan door of namens vergunninghouder moeten worden getroffen. De beheersmaatregelen kunnen onderdeel zijn van een veiligheidsplan en/of ontruimingsplan. 4. Vergunninghouder is verplicht zich vooraf en tijdens het evenement op de hoogte te stellen van de voorspelde weersomstandigheden voor het evenement. Bij voorspellingen die ongunstiger zijn dan de waarde waarop de objecten berekend zijn, moeten de onder punt 3. omschreven beheersmaatregelen uitgevoerd worden, waarbij de nadruk moet liggen op het in veiligheid brengen van de aanwezige mensen. 5. De constructieve verantwoording met betrekking tot belastingen en belastingcombinaties (sterkte en stabiliteit) en de uiterste grenstoestand van alle constructieve delen van objecten dient ten minste 3 weken voor de start van de opbouw van het object ter beoordeling te worden voorgelegd aan het bevoegd gezag en is als voorwaarde opgenomen in de vergunning. Artikel 9 Constructieve prestatie-eisen en nadere bepalingen voor constructieve objecten 1. Bij elk object dienen de standzekerheid en (kantel)-stabiliteit te zijn gewaarborgd. Hierbij dient een veiligheidsniveau te worden aangehouden, zoals omschreven in de in de bijlage genoemde normen. Op basis van Eurocode NEN-EN 1990 dient als veiligheidsniveau ten minste gevolgklasse CC2 te worden aangehouden. Bij strijdigheid tussen de Eurocodenormen en object-normen moet een verantwoorde afweging worden gemaakt. 2. Veranderlijke belastingen mogen worden bepaald op basis van de gewenste ontwerplevensduur volgens de methoden, zoals genoemd in de in bijlage genoemde normen. 3. Voor gebruiksbelastingen (vloerbelastingen) dient ten minste uitgegaan te worden van gelijkmatig verdeelde belastingen en puntlasten, conform de in bijlage genoemde normen. 4. Bij vloeren, waarop veel publiek gelijktijdig aanwezig kan zijn, dient een deel van de gebruiksbelasting horizontaal op de constructie in rekening gebracht te worden, conform de in bijlage genoemde normen. 5. Voor de in rekening te brengen windbelasting dient te worden uitgegaan van de in NEN-EN 1991-1-4 beschreven systematiek. Op basis van de tijdelijkheid van het evenement en eventueel gunstige weersvoorspellingen mag een lagere windsnelheid en dus een lagere extreme stuwdrukwaarde worden aangenomen dan aangegeven in NEN-EN 1991-1-4, art. 4.5. Daarom wordt aanbevolen ten behoeve van het ontwerp van objecten realistische windsnelheden te kiezen, bijvoorbeeld door indicatief gebruik te maken van KNMI-tabellen (http://projects.knmi.nl/hydra/cgi-bin/freqtab.cgi) 6. De voor de berekening van objecten aangenomen windsnelheid dient expliciet te worden vermeld in duidelijke relatie tot de beheersmaatregelen. Om te komen tot een verantwoorde aanname van de windsnelheid kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van KNMI-metingen (http://www.knmi.nl/samenw/hydra/cgi-bin/freqtab.cgi)
7. In geval van binnen-evenementen dient eveneens rekening gehouden te worden met windbelastingen, e.e.a. gerelateerd aan de aanwezigheid van grote openingen. 8. Indien de voor het evenement voorspelde windkracht groter is dan de hieraan gerelateerde stuwdrukwaarden waarop de objecten berekend zijn, dienen de hierbij omschreven beheersmaatregelen te worden uitgevoerd. De vergunninghouder is hiervoor verantwoordelijk. 9. De vergunninghouder dient zich tijdens het evenement op de hoogte te houden (door actief te communiceren met het weerstation, dat de meest actuele lokale weersvoorspellingen kan leveren) of de weersomstandigheden (wind, regen, sneeuw) binnen de voor het ontwerp aangenomen grenzen blijven. Wanneer dit niet meer het geval is of dreigt te worden dienen de omschreven beheersmaatregelen te worden uitgevoerd. 10. Bij de stabiliteitsbeschouwing op basis van windbelastingen dient ook rekening gehouden te worden met een onvoorziene (maar reële) scheefstand, inclusief het scheef gaan hangen van hangende objecten (bijv. trusses of beeldschermen) als gevolg van windbelasting. Vooral dynamische effecten kunnen daarbij van maatgevende invloed worden. Om die reden dienen hangende objecten bij voorkeur te worden afgeschoord. 11. Bij optredende gronddrukken boven de lokaal bepaalde grenswaarde moet de draagkracht van het funderingselement d.m.v. grondonderzoek + berekening worden aangetoond. Als grenswaarde (ondergrens) zal in veel gevallen een waarde van ca. 30 80 kn/m² moeten worden aangenomen, afhankelijk van de plaatselijke grondgesteldheid. Blijven de optredende gronddrukken beneden deze ondergrens, dan hoeft geen aparte verantwoording van de gronddraagkracht te worden gegeven. 12. Voor het afschoren van de objecten mag zonder een rekentechnische verantwoording geen gebruik gemaakt worden van straatmeubilair, bomen, struiken of andere aanwezige attributen, die geen onderdeel uitmaken van bijbehorende onderdelen van het object,. 13. Borgingen (borgpennen, splitpennen, wiggen, etc.) in de constructie van het object moeten de benodigde krachten kunnen opnemen en mogen niet door onbevoegden op eenvoudige wijze verwijderd kunnen worden. 14. Bij bevestiging of borging van een object aan een bestaand gebouw of bouwwerk dient een rekentechnische verantwoording te worden opgesteld. 15. Van elk object dienen de voor publiek toegankelijke vloeroppervlakten vlak en waterpas te staan, behalve hellingbanen en andere specifiek hellend ontworpen oppervlakten. Onderstoppingen/uitvullingen dienen strak en stabiel te worden aangebracht, zodat ze niet kunnen afschuiven of kantelen. De ondergrond moet voldoende draagkrachtig zijn en zettingen mogen geen aantasting van de constructieve veiligheid veroorzaken. 16. Op de grens van een hoogteverschil (vloerrand) groter of gelijk aan 1,5 m dient een vloerafscheiding (leuning) met een hoogte van min. 1,0 m aanwezig te zijn, die moet voldoen aan de onder punt 19 t/m 21 omschreven voorwaarden. Bij een podium, waar alleen de uitvoerende artiesten aanwezig zullen zijn, hoeft geen vloerafscheiding aanwezig te zijn. 17. Op vloerafscheidingen, zoals omschreven onder punt 18, van voor publiek toegankelijke vloeren dient een horizontale belasting te worden gerekend conform Eurocode NEN-EN 1991-1-1, bijlage NB.A. of NEN-EN 13200-6:2012, art. 5.6. 18. De toegepaste materialen dienen van een professionele en degelijke kwaliteit te zijn. Het genoemde productattest is een middel om dit aan te tonen. 19. Van elk object dient de vergunninghouder een productattest of berekening voorhanden te hebben, dat op verzoek van het bevoegd gezag direct kan worden overlegd. In dit attest of deze berekening dient ten minste te staan hoe het object is opgebouwd, welke belastingen het object kan hebben, het gebruiksdoel van het object en tot welke windkracht het gebruik kan worden toegestaan. Artikel 10 Evenemententerrassen Een evenemententerras is alleen toegestaan als deze is vergund als onderdeel van vergunning op grond van de Drank en horecawet en een terrasvergunning op grond van de Algemene plaatselijke verordening en mag alleen in gebruik worden genomen bij een evenement als dit gebruik is gemeld bij de aanvraag voor een evenementenvergunning. Artikel 11 Hardheidsclausule Wanneer sprake is van een bijzondere gebeurtenis van internationaal, nationaal, provinciaal of plaatselijk belang, kan de burgemeester afwijken van het bepaalde in deze beleidsregels. Artikel 12 Inwerkingtreding De beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.
Artikel 13 Citeertitel De beleidsregel wordt aangehaald als Beleidsregels evenementen gemeente Hengelo. Bijlage 1: Normen en richtlijnen NEN-EN 1990 Eurocode 0 Grondslagen van het constructief ontwerp; NEN-EN 1991-1-1 Eurocode 1: Belastingen op constructies Deel 1-1: Algemene belastingen Volumieke gewichten, eigengewicht en opgelegde belastingen voor gebouwen; NEN-EN 1991-1-3 Eurocode 1: Belastingen op constructies Deel 1-3: Algemene belastingen Sneeuwbelasting; NEN-EN 1991-1-4 Eurocode 1: Belastingen op constructies Deel 1-4: Algemene belastingen Windbelasting; NEN-EN 1993 of NEN-EN 1999, indien de constructie is vervaardigd van metaal als bedoeld in die normen; NEN-EN 1992 of NEN-EN 1996, indien de constructie is vervaardigd van steenachtig materiaal als bedoeld in die normen; NEN-EN 1994, indien de constructie is vervaardigd van staal-beton als bedoeld in die norm; NEN-EN 1995, indien de constructie is vervaardigd van hout als bedoeld in die norm; NEN-EN 1997 en/of NEN 9997-1: Geotechnisch ontwerp deel 1: Algemene regels; NEN 2608, indien de constructie is vervaardigd van glas als bedoeld in die norm; Uitwerking indieningsvereisten EEM-berekeningen (COBc, april 2011); NEN-EN 12811 deel 1+2: Steigers; NEN-EN 13200 deel 1 t/m 7: Toeschouwersaccommodaties; NEN-EN 13782:2015 (en): Temporary structures Tents Safety; NEN-EN 13814 (en): Fairground and amusement park machinery and structures Safety; NEN 8020-41: (Brand)veiligheid van tenten; NPR 8020-50: Evenementen Podiumconstructies - Verantwoordelijkheden; NPR 8020-51: Evenementen Podiumconstructies Belastingen en constructieve uitgangspunten.