Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord De meeste kolonies zijn inmiddels ingevoerd, tijd dus voor een overzicht van het afgelopen jaar in ons district. De gegevens die op 24 januari 2018 zijn ingevoerd, zijn in onderstaand overzicht meegenomen. Voor een vergelijking tussen jaren worden uitsluitend kolonies geselecteerd die in beide jaren zijn geteld. Aalscholver In totaal zijn 21 kolonies geteld in 2017, wat een totaal van 2527 broedparen heeft opgeleverd. Alle bekende kolonies zijn geteld. Wel betreft dit een afname met 3.1% ten opzichte van 2016, terwijl aalscholvers juist de laatste jaren toenamen (zie onderstaande figuur). De grootste kolonies liggen al jaren op dezelfde locaties en betreffen Meijendel, kavel 1a (276 bp) en kavel 1b (248 bp), Solleveld (260 bp), Nieuwkoopse plassen (321 bp) en Ackerdijkse plassen (279 bp). Er zijn geen kolonies bijgekomen. Blauwe reiger Maar liefst 80 kolonies zijn weer geteld in 2017, wat een totaal van 1527 broedparen opleverde. Ten opzichte van 2016 betekent dit een toename van 2.7%. De meeste kolonies zijn wel geteld, maar enkele tientallen nesten per kolonie uit Braassemermeer, Boskoop en Waddinxveen ontbreken. Hierdoor komt het totaal aantal nesten wel iets lager uit dan in 2016, zie onderstaande figuur. Grote kolonies komen nog steeds in ons district voor, zuiderpark in Den Haag (80 bp), Nieuwkoopse plassen (101 bp, sinds 2011 weer boven de honderd uitkomend) en de grootste kolonie nog steeds die van de Binnenes in Groot-Ammers (127 bp, in 2016 voor het eerst onder de honderd gedaald, maar nu weer goed teruggekomen).
Purperreiger Ons district herbergt de belangrijkste kolonies van Nederland en is dan ook een goede afspiegeling van de aantalsontwikkelingen voor Nederland, ruim 60% van de Nederlandse populatie broedde in 2016 in ons district. Er is een nieuwe nestvondst gedaan in de polder Nes bij Bergambacht (1 bp), de andere vijf bekende kolonies zijn allemaal geteld en leverde bij elkaar 565 broedparen op, een afname van 5,2% ten opzichte van 2016, maar nog steeds het een na hoogste aantal van deze eeuw (zie onderstaande figuur). Zouweboezem bij Ameide en Kinderdijk namen beide af, terwijl de aantallen in de Nieuwkoopse plassen licht toenamen. Met 200 broedpaar blijft de Kinderdijk echter veruit de belangrijkste locatie. Lepelaar De lepelaar is een recente broedvogel in ons district. Pas in 2008 is het eerste broedgeval ontdekt in de tegenwoordig grootste kolonie in Zuid-Holland noord, de Pot in t Noorden (Nieuwkoopse
plassen). Deze aantallen nemen sinds 2015 echter al weer af. Na maxima van 49 broedpaar in 2012 en 2014, broedde hier het afgelopen jaar nog 23 paar. De zes kolonies die ons district rijk is leverde in totaal 40 broedpaar op. Opvallend is wel de nieuwe ontdekking in het Loetbos bij Lekkerkerk. In 2016 het eerste broedgeval en het afgelopen jaar 3 bp. Alle andere kolonies leverde enkele nesten op. Het is de vraag of de lepelaar voet aan de grond gaat houden in de drukke randstad. Zwartkopmeeuw Ook de zwartkopmeeuw is in ons district een schaarse broedvogel, waarbij de vier locaties in 2017 slechts 42 broedpaar opleverde, waarbij alleen de kolonie van de Nieuwkoopse plassen (40 bp) het vermelden waard is. Kokmeeuw Het lijkt goed te gaan met de kokmeeuw in ons district, maar of dat nu werkelijk zo is of dat dit komt door een andere manier van tellen (drone) van de grootste kolonie in de Nieuwkoopse plassen is niet duidelijk. Een record aantal van 5867 nesten werden er in ieder geval geregistreerd. Dit compenseerde de achteruitgang in de meeste andere kolonies ruimschoots; een toename met maar liefst 11,8%. De invloed van deze kolonie op het totaal aantal broedparen in ons district is in onderstaande figuur goed te zien. Wanneer deze niet geteld wordt (2013-2015), vallen de aantallen in het niet. De 17 getelde kolonies in 2017 leverde bij elkaar 7623 broedpaar op, na de Nieuwkoopse plassen zijn die van de Benthuizerplas (600 bp) en Reeuwijkse plassen (totaal 845 bp) nog van belang. Stormmeeuw De stormmeeuw heeft het nooit goed gedaan in ons district, zo ook het afgelopen jaar telden de 6 kolonies slechts 31 broedpaar. Doordat deze meeuwensoort ook op daken broed, zullen er ongetwijfeld broedparen gemist zijn, maar meer dan enkele tientallen broedparen is ons district niet rijk.
Kleine mantelmeeuw Een lastig te tellen soort in ons district, omdat velen op daken broeden. Flinke aantallen broeden in de steden aan de kust, waaronder Den Haag, Leiden en vooral Katwijk. In deze laatste stad worden jaarlijks alle meeuwen op de daken geteld. Maar liefst 755 broedparen werden in de gemeente geteld. Vele aantallen ontbreken, maar duidelijk is wel dat de aantallen in Katwijk sterk aan het stijgen zijn. Zilvermeeuw Wat voor de kleine mantelmeeuw geldt, is ook van toepassing op de zilvermeeuw. Moeilijk om compleet te tellen, omdat de meeste broedparen op de daken broeden. Voor de gemeente Katwijk werden er 212 broedparen geteld, een record. Visdief De visdief broedt in kleine kolonies in ons district. Het totaal komt op slechts 27 getelde kolonies en 388 broedpaar uit. Enkele tientallen broedparen ontbreken uit de kolonies Nieuwkoopse plassen (10 e ), Kralingse Veer (10 e ) en ook 10 e uit Rotterdam Alexander. De aantallen zijn 6,5% lager uitgevallen ten opzichte van 2016, maar de aantallen zijn klein. Zwarte stern Helaas ontbreken de meeste kolonies van de zwarte stern nog. Oeverzwaluw Een opportunistische soort onder de kolonievogels. Zo blijkt ook dit jaar weer, waarbij nieuwe kolonies zijn gemeld bij Den Hoorn (39 bp) en Bieslandse Bovenpolder (120 bp, tevens grootste kolonie in ons district). Voor 2017 zijn in totaal 16 locaties doorgegeven met een totaal van 450
paren. Een vergelijking van jaar op jaar voor bekende kolonies zegt bij de oeverzwaluw niet zoveel. Het patroon over de geregistreerde aantallen broedparen laat voor 2017 iets lagere aantallen zien als de jaren daarvoor. Gemiddeld werden in de periode vanaf 2011 bijna 500 broedparen geregistreerd. Huiszwaluw Een wijdverbreide koloniebroeder in de provincie, waarbij soms kwartblokken in zijn geheel geteld worden, soms hele wijken, maar meestal worden de gegevens per huis genoteerd. In totaal gaat het om 121 kolonies of locaties die in 2017 zijn bezocht. Met een totaal van 2974 broedpaar zijn dit de grootste aantallen in deze eeuw. Als we naar de locaties kijken die in 2016 en 2017 zijn geteld, dan is de toename 0,6%. Deze trend past in de Nederlandse ontwikkeling van sinds de eeuwwisseling. De grootste aantallen worden in Moerkapelle geteld (166 nesten).
Roek De roek is een algemene kolonievogel uit vooral de hogere zandgronden in Nederland. Daar komen kolonies voor van enkele honderden broedparen en gaat de soort sinds 2000 achteruit. In ons district Zuid-Holland noord komen maar 650-700 broedpaar voor. De grootste kolonie bij het knooppunt Gorinchem A15/A27 neemt af van een dikke honderd nesten tot slechts 70 in 2017. Daartegenover staat een toename van de meeste kleine kolonies, waardoor de aantallen maar liefst 26,9% zijn toegenomen ten opzichte van 2016 (alleen beide jaren getelde kolonies doen mee). De grootste kolonies bevinden zich inmiddels bij Maassluis (97 bp) en Maasland (74 bp). Hans van Gasteren DC Zuid-Holland Noord