Cafco MANDOLITE CP2 Brandwerende spuitpleister



Vergelijkbare documenten
Fendolite MII produceert geen giftige of gevaarlijke rookgassen en vormt geen gevaar voor de gezondheid voor, tijdens of na het aanbrengen.

PROMAPAINT -SC3 en PROMAPAINT -SC4 Vezelvrije brandwerende verven

TECHNISCHE FICHE. Leempleisters van Wanlin. Samenstelling van de pleistermaterialen. Verpakking en opslag. Fysieke eigenschappen.

PROMAPAINT -SC4 en PROMAPAINT -SC3 Esthetische brandbescherming voor draagstructuren

DATA SHEET 956 TEKNOPLAST PRIMER 7

ALSAN 870 RS / TXS 10 / TXS 20

RENOCURE pu. 2 Componenten reparatiepasta op basis van polyurethaan.

Handleiding Pure & Original Kalei Calx

Handleiding Pure & Original Classico Façade

Sigma Multifinish 2K PU Semi-Gloss

HAMMERITE STRUCTUUR MAT

Als alles glad moet verlopen. Het nieuwe Brillux pleisterassortiment

Wand- en plafondafwerking Hoogwaardig multifunctioneel spuitpleistersysteem

Sigma Multiprimer 2K EP

Sigmetal Miocoat 2K. Blik (basis en verharder) van 1 liter.

Productinformatieblad

Sigma Multifinish 2K PU Semi-Gloss. Wit en vrijwel alle kleuren. Halfglans. Blik (basis en verharder) van 1 liter en 2,5 liter.

Productinformatieblad

Beamix Vloervlak Egalisatie 770

MECHEMPRO Surface Solutions

DIKLAGIGE, OPLOSMIDDELVRIJE, FLEXIBELE, 2-COMPONENTEN BITUMINEUZE EMULSIE COATING, POLYMEER GEMODIFICEERD

Productinformatieblad

Wand- en plafondafwerking Multifunctioneel sierpleistersysteem

Sigma Multicoat Aqua 2K EP Satin. Blik (basis en verharder) van 2,5 liter.

Eigendom Test/Standaard Beschrijving. Vaste stoffen per volume ISO 3233 Glans graad (GU 60 ) ISO 2813

Handleiding voor het aanbrengen van PROMASPRAY -C450

Normaal drogende zwelverf dunne film kg/l. Manipuleerbaar

Productinformatieblad

Wand- en plafondafwerking 4934 Systeem met spuitpleisterafwerking

Belangrijker nog HS PROTECT EPOX beschermt uw relatie met uw klant!

Approved. Eigendom Test/Standaard Beschrijving Vaste stoffen per volume ISO 3233 Glans graad (GU 60 ) ISO 2813

INSTALLATIESTAPPEN NB: ClayStone is niet geschikt voor een douche en andere vochtige zone. (Voor deze toepassing, zie Creatina).

Approved. Eigendom Test/Standaard Beschrijving Vaste stoffen per volume ISO 3233 Glans graad (GU 60 ) ISO 2813

SPECIALE EIGENSCHAPPEN TEKNOHEAT 650 A geeft een zilverachtige laag die een hitte tot +650 C kan verdragen.

Decoratieve akoestische spuitmortel. verhoogt het akoestisch comfort in iedere ruimte

Astrifix Lijm, advies en productblad

2C Anti Graffiti Coat

Sigma Multicoat Aqua 2K EP Satin

Eigendom Test/Standaard Beschrijving Vaste stoffen per volume ISO 3233 Vlampunt ISO 3679 Method 1 27 C

Sigmetal Aquacoat 2K Satin. Blik (basis en verharder) van 2,5 liter.

REV:02-18/07/13. RapidRoof Waterproof Anti-Skid Specificaties op hout

Wand-, plafond- en gevelafwerking Sierpleistersystemen

SYSTEEMFICHE Sikafloor MultiDur EB-39

REV:02-18/07/13. RapidRoof Waterproof Anti-Skid Specificaties op metaal

fermacell Technische tip

AQUAFLAM I TECHNISCHE NOTA. 1. Correcte voorbereiding van de ondergrond 1.1 Algemeen

HIGH GLOSS. PRODUCTOMSCHRIJVING Recoat High Gloss is een blanke, hoogglans, water gedragen, 2k coating, geschikt voor vele ondergronden.

SolidLux Basecoat 9000

REV:02-18/07/13. RapidRoof Waterproof Anti-Skid Specificaties op asfalt

PRODUCT INFORMATIE : Wegenverf

Eigendom Test/Standaard Beschrijving. Vaste stoffen per volume ISO 3233 Glans graad (GU 60 ) ISO 2813

Claystone instructies 2017

SYSTEEMINFORMATIEBLAD Sikafloor MultiDur EB-39

Voorbereiding wand en vloer. Wanden/vloer binnen:

Sigma Coltura EP Impregnating Primer. Blik basis en verharder, samen 2 liter. Blik basis en verharder, samen 10 liter.

Gegevensblad 1144 TEKNODUR COMBI 3430

OMSCHRIJVING 2K houtreparatiepasta op basis van urethaan-acrylaat, binnen en buiten toepasbaar.

NIEUW. Rigips TopStuc. Stap-voor-stap handleiding. Zelf stukadoren is nu gemakkelijker dan ooit door de unieke receptuur van Rigips TopStuc.

BASWAPHON Cool naadloos akoestisch klimaatplafond

ORYX Silicone FR PRODUCTBESCHRIJVING

SolidLux Adhesive 6000

Sigmetal HB Miocoat 2K. Blik (basis en verharder) van 1 liter.

Scheuroverbruggende, beschermende coating voor beton

Eigendom Test/Standaard Beschrijving ISO 3233

PRODUCTINFORMATIEBLAD Sika Unitherm Steel S Interior

Armatop L - Aero. Technisch informatieblad. Armatop L - Aero / Pagina 1. Lichte minerale mortel voor het verlijmen en wapenen van gevelisolatieplaten

VLOEIBAAR RUBBER VAN DUURZAME KWALITEIT VOOR LUCHT-, WATERAFDICHTING EN BESCHERMING

LM310 Tegelmortel. wit. Productomschrijving. Toepassing. Speciale eigenschappen. Leveringsvorm. Houdbaarheid/opslag.

Approved. Eigendom Test/Standaard Beschrijving Vaste stoffen per volume ISO 3233 Glans graad (GU 60 ) ISO 2813

Marine: Aanbevolen voor bovenkant, dek en bovenbouw. Als hechtlaag voor een antifouling systeem. Overig

TECHNISCHE FICHE SikaScreed Chape-50

ORYX Grafite FR PRODUCTBESCHRIJVING

WILLCO Isolatiesystemen

^(ValidationDate) Approved

FICHE TECHNIQUE TECHNISCHE FICHE LEVEL DESIGN 1

SYSTEEMFICHE. Sikafloor Pronto RB-28 BESCHRIJVING DUURZAME, BESCHERMENDE, SNEL UITHARDENDE SLIJTLAAG VOOR BERIJDBARE VLOERTOEPASSINGEN

Wand&Klaar Behanglijm Glasweefsel

Knauf MP 75 L Fire De rechtstreeks aangebrachte bescherming tegen brand

VERFSYSTEMEN. Stalen jachten. Staal onder de waterlijn Staal boven de waterlijn Staal dek Staal opbouw Staal interieur

Wand- en plafondafwerking Multifunctioneel sierpleistersysteem

Contopp Versneller 10 Compound 6

Sigma Façade Topcoat Flex Matt

Binnendeuren en kozijnen Verwerkings- en onderhoudsvoorschriften

Handleiding Pure & Original Marrakech Walls

Icopal Universal Spraybond Dé ideale combinatie met Icopal Universal, ook bij lagere temperaturen NIEUW

groenkleurig geel (roodbruin op verzoek) - eiglans

AGROFLEX N AGROFLEX N

Plano. Het tegelelement voor de wandafwerking. Verwerkingsinstructies

Eigendom Test/Standaard Beschrijving Vaste stoffen per volume ISO Vlampunt ISO 3679 Method C

SolidLux Putty Kleur en verpakking 1 kg verpakking, transparant.

Bij voorkeur moet alle walshuid, roest en andere onzuiverheden door zandstralen tot SA 2.5 verwijderd worden.

TECHNISCHE FICHE SikaScreed -20 EBB

Eigendom Test/Standaard Beschrijving. Vaste stoffen per volume ISO 3233 Glans graad (GU 60 ) ISO glans (70-85) Vlampunt ISO 3679 Method 1 36 C

Technische informatie

CapaCoustic Structure

Voor de montage van de Bear County schutting Garden Design WPC

Steelprotect Board. Brandwerend bekleden van staalconstructies

TECHNISCHE FICHE. Sika Pyroplast ST-100 PRODUCTBESCHRIJVING WATERGEDRAGEN BRANDWEREND COATINGSYSTEEM VOOR STAAL, BINNENTOEPASSING

Chemical CO². Negative

Klik op of om onze site te bezoeken.

Transcriptie:

Inhoudsopgave algemeen Inleiding algemeen 3 Eigenschappen en prestaties 3 Voordelen 4 Voorbereiding 4 Dikte van de brandwerende bescherming 5 Toepassingen 8 Topcoat 9 Verpakking 9 Opslag en houdbaarheid 9 Milieu 9 verwerkingsrichtlijnen Inleiding verwerkingsrichtlijnen 10 Productomschrijving 10 Algemene richtlijnen voor de bouwplaats 11 Voorbereiding van de bouwplaats 12 Toepassing van 15 Versteviging met gaaswapening 20 Correctieve afwerking 23 Dikte controleren 24 Procedures voor reparatie van 24 Eindafwerking 25 Theoretische dekking 26 Procedures voor kwaliteitsborging en kwaliteitscontrole 26 Gezondheid en veiligheid 31 Inleiding algemeen is een fabrieksmatig voorgemengde spuitpleister voor binnengebruik op basis van vermiculiet en Portlandcement. is een homogene spuitpleister die bestand is tegen de thermische schokken die worden veroorzaakt door cellulosebranden. Betonnen bouwwerken worden beschermd tegen afspatten als deze zijn bekleed met. Hoewel het een lage dichtheid heeft, waardoor het extra aangebrachte gewicht dus aanzienlijk wordt gereduceerd, is uiterst duurzaam en barst of versplintert het niet onder mechanische impact. kan worden aangebracht in omgevingen waarin blootstelling aan de elementen gedurende de bouwfase van het project beperkt is. Dit geldt met name voor randliggers. wordt gebruikt voor het beschermen van stalen en betonnen draagconstructies en metalen vloeren of daken. Het kan eenvoudig worden verwijderd en lokaal opnieuw worden aangebracht wanneer additionele bevestigingen nodig zijn. Gebouwtypen die voordeel hebben bij het gebruik van zijn o.a. onderwijs, vrijetijds en amusementscentra, commerciële en/of industriële projecten. Eigenschappen en prestaties Kleur Theoretische dekking Aantal lagen Uitharding Initiële harding Dichtheid Gebroken wit met homogene spuitstructuur. 172 m 2 / ton bij een dikte van 15 mm. Eén of meer, indien nodig. Door hydraulische uitharding. 2 à 6 uur bij 20 C en 50% RV. 390 kg/m 3 ± 15% (wanneer droog en aangebracht). Schokvastheid Geen scheurtjes of delaminaties overeenkomstig ASTM E760. Bestendigheid tegen luchterosie Geen erosie overeenkomstig ASTM E9. Ombuiging Geen barsten of delaminatie binnen de normale limieten. Samendrukkingskracht 563 kpa overeenkomstig ASTM E761. Brandbaarheid Onbrandbaar. Rookontwikkeling Draagt niet bij aan rookontwikkeling. Thermische geleiding 0,095 W/mK bij 20 C. Corrosiebestendigheid Bevordert de corrosie van het staal niet. Een gegronde ondergrond wordt echter aanbevolen voor langdurige bestendigheid tegen corrosie. phwaarde 12,0 12,5 Brandwerendheid Met beschermde structuren zijn getest op brandweerstand tot 240 minuten in erkende, onafhankelijke laboratoria over de hele wereld volgens erkende normen, zoals: Europa (ENV 133814:2002, EN 138813, EN 13631:1999, EN 13652:1999) Nederland (NEN 6072:2005) Australië (AS1530: Deel 4) VK (BS476: Delen 2021: 1987) Duitsland (DIN 4102) VS (ASTM E119 UL263) De testen voldoen ook aan de internationale norm ISO834. 2 3

Met beschermde bouwwerken zijn succesvol getest conform Europese en nationale regelgeving. Hierdoor krijgt de ontwerper de vrijheid een brandtechnische aanpak te kiezen voor iedere gewenste brandwerendheid. De testresultaten voor brandwerendheid hebben alleen betrekking op de geteste structuren en de opgelegde testomstandigheden. Voor bepaling van de benodigde laagdikte voor stalen daken, massieve betonvloeren en voorgespannen betonvloeren, neem contact op met uw technisch adviseur van Promat BV voor een kosteloos en vrijblijvend advies. Voordelen Bouwwerken die zijn beschermd met Cafco MANDOLITE CP2 kunnen een brandwerendheid bieden van 30 t/m 240 minuten. Onbrandbaar Vochtbestendig Duurzaam Onderhoudsvriendelijk Chemisch inert Er komen geen giftige of gevaarlijke dampen vrij tijdens het aanbrengen Geen bekende gezondheidsrisico s voor, na of tijdens het aanbrengen Snelle verwerking bij complexe structuren Lage densiteit, laag toegevoegd gewicht Eenvoudig te repareren Overschilderbaar Goede geluidsabsorberende eigenschappen Naadloos Vezelvrij Erosiebestendig (ASTM E9) Bluswaterbestendig Geproduceerd in fabrieken met ISO 14001, OHSAS 18001, ISO 9001 Dikte van de brandwerende bescherming Het bepalen van de laagdikte kan op de volgende manier worden uitgevoerd: Bepaal de toepassing (kolom of ligger). Stel vast aan hoeveel zijden het profiel vervolgens beschermd moet worden met (bijvoorbeeld 3 of 4zijdig). Lees in tabel 3 de bijbehorende profielfactor af. Lees in tabel 1 (kolommen) of tabel 2 (liggers) bij de vereiste brandwerendheid en de bepaalde profielfactor de benodigde bekledingsdikte van de af. Neem contact op met Promat BV voor advies over de dikteberekening voor holle secties, kokerbalken, raatliggers, samengestelde vloeren, verlengingen van betonnen platen en complexere situaties. Tabel 1 voor kolommen Tk = 500 C Diktebepaling conform de volgende criteria: 2009EfectisR1011 Bekledingsdikte (mm) 10 12 14 15 16 18 20 25 30 35 40 45 50 55 Brandwerendheid / Pifactor 30 minuten 199 248 304 336 370 441 60 minuten 77 93 112 122 132 153 174 243 339 441 90 minuten 65 71 76 87 99 133 173 227 302 420 441 120 minuten 68 90 114 144 181 232 306 441 180 minuten 66 81 98 120 145 178 Voorbereiding Tabel 2 voor liggers 1,2 en 3zijdige aanstraling Tk = 590 C Diktebepaling conform de volgende criteria: 2009EfectisR1011 Type ondergronden Voorbehandeling van de ondergrond Versteviging met gaas Staal met of zonder grondlaag, betonnen structuren en metalen vloeren/daken De ondergrond dient schoon, droog en vrij te zijn van stof, losse walshuid, losse roest, olie en andere condities die een goede hechting verhinderen. kan worden aangebracht op gegrond en ongegrond staalwerk. Voordat het aangebracht wordt, dienen ongeschikte grondlagen te worden voorbehandeld met een keycoat, CAFCO PSK101 of CAFCO SBR Bonding Latex. De meeste brandtests zijn uitgevoerd zonder gaasversteviging om aan te tonen dat het onder de meest extreme brandcondities blijft zitten. Voor omgevingen, waar trillingen, mechanische schade en daaropvolgend losraken mogelijk zijn, wordt echter het gebruik van lichtgewicht versteviging aanbevolen voor een maximale duur van de bescherming. Bekledingsdikte (mm) 10 12 14 15 16 18 20 25 30 35 40 45 50 55 Brandwerendheid / Pifactor 30 minuten 287 361 441 60 minuten 103 127 152 166 180 209 242 342 441 90 minuten 73 87 102 117 133 180 238 327 441 120 minuten 64 69 79 90 118 153 1 248 325 441 180 minuten 68 87 107 131 159 195 243 Raadpleeg de verwerkingsrichtlijnen van verderop in deze brochure voor meer gedetailleerde informatie. Of neem contact op met uw technisch adviseur van Promat BV voor specifieke details met betrekking tot lokale omstandigheden. 4 5

Tabel 3 PROFIELFACTOREN PROFIELVOLGENDE BEKLEDING VOOR 4ZIJDIG 3ZIJDIG PROFIEL HEA HEB IPE UNP INP HEA HEB IPE UNP INP Tabel 3 PROFIELFACTOREN PROFIELVOLGENDE BEKLEDING VOOR 2ZIJDIG4ZIJDIG 1ZIJDIG 3ZIJDIG PROFIEL HEA HEBHEAIPE HEB UNP IPE UNP INP INPHEA HEA HEB HEB IPE IPE UNP UNP INP INPPROFIEL 80 429 284 402 369 275 243 169 211 346 256 100 265 218 388 276 349 217 179 180 148 335 248 239 161 201 302 222 120 268 202 360 255 309 220 181 166 136 311 228 223 146 1 268 195 140 253 187 336 240 276 208 171 155 126 291 213 210 137 171 240 174 160 234 169 310 228 252 192 158 140 114 269 196 200 130 161 220 159 180 225 159 292 218 229 1 152 132 107 254 184 193 122 154 200 144 200 212 147 269 205 212 175 143 122 99 234 170 182 116 143 1 133 220 196 140 254 192 196 162 132 115 221 160 171 108 133 171 123 240 178 130 236 183 183 147 120 108 88 205 149 163 103 126 160 115 260 171 127 173 170 141 115 105 154 97 119 149 106 270 227 197 143 280 164 123 167 158 136 111 102 83 149 114 139 99 300 153 116 215 162 149 126 103 96 78 188 136 145 90 111 131 93 320 141 110 129 140 117 95 91 73 116 73 87 123 87 330 200 175 126 340 134 106 133 112 90 88 71 117 82 350 136 123 75 91 360 128 102 186 125 107 86 68 163 116 110 77 380 138 119 125 77 91 105 73 400 120 98 174 129 113 101 79 82 64 152 108 117 72 100 69 425 107 66 450 113 93 171 101 96 73 79 60 151 106 89 62 475 95 84 58 500 107 89 150 91 92 69 76 57 133 92 81 56 550 104 87 140 90 66 76 55 124 86 75 52 600 102 86 129 76 89 64 75 54 115 79 67 46 650 100 87 62 74 53 700 96 82 84 60 72 51 800 81 84 58 72 50 900 90 78 81 55 70 47 1000 89 78 81 53 70 46 80 215 114 429 170 284 201 402 74 154 369 55 275 73 243 129 169 71 211 145 346 80 256 132 100 109 265 1 218 111 388 164 276 175 349 55 217 179 46 71 180 64 148 141 335 50 248 74 239 127 161 60 201 127 302 100 222 134 120 101 268 180 202 103 360 152 255 155 309 54 220 86 181 42 66 166 58 136 131 311 43 228 71 223 120 146 52 1 114 268 120 195 126 140 253 168 187 98 336 142 240 138 276 50 208 82 171 38 61 155 53 126 123 291 39 213 69 210 112 137 46 171 102 240 140 174 117 160 234 155 169 310 134 228 126 252 46 192 76 158 34 55 140 48 114 114 269 36 196 67 200 107 130 41 161 220 160 159 113 180 80 225 146 159 89 292 129 218 115 229 44 1 73 152 32 52 132 45 107 108 254 33 184 64 193 104 122 37 154 200 180 144 106 200 74 212 135 147 269 120 205 106 212 41 175 69 143 29 48 122 41 99 100 234 30 170 62 182 97 116 34 143 79 1 200 133 98 220 70 196 127 140 80 254 112 192 98 196 38 162 64 132 28 46 115 38 221 28 160 59 171 90 108 31 133 73 171 220 123 89 240 65 178 118 130 77 236 106 183 92 183 34 147 58 120 26 42 108 36 88 87 205 26 149 57 163 86 103 29 126 69 160 240 115 260 63 171 127 72 100 173 170 33 141 55 115 25 41 105 24 54 154 82 97 26 119 64 149 260 106 270 113 227 34 84 197 143 270 82 280 62 164 123 70 97 167 79 158 31 136 53 111 24 40 102 83 23 53 149 79 24 114 60 139 280 99 76 300 58 153 108 116 68 215 162 75 149 29 126 50 103 23 38 96 32 78 80 188 22 136 51 145 77 90 23 111 57 131 300 93 71 320 55 141 110 55 74 129 70 140 27 117 47 21 95 36 91 73 18 42 116 61 73 21 87 53 123 320 87 330 100 200 29 75 175 126 330 71 340 55 134 106 66 133 25 112 45 20 90 35 88 71 20 51 117 340 82 350 58 78 136 17 45 123 65 75 91 350 64 360 51 128 93 102 186 62 125 23 107 43 19 35 86 27 68 70 163 116 19 48 110 360 77 380 60 78 138 59 119 17 47 125 65 77 18 91 45 105 380 73 60 400 49 120 87 98 56 174 73 129 56 113 21 101 41 18 79 34 82 24 64 66 152 16 108 44 117 61 72 17 43 100 400 69 425 53 107 16 41 425 66 56 450 47 113 86 93 171 50 101 19 40 96 16 73 33 79 23 60 65 151 106 15 39 89 450 62 475 48 95 14 37 84 475 58 53 500 44 107 75 89 150 46 18 91 38 92 15 69 32 76 20 57 58 133 92 13 35 81 500 56 52 550 44 104 70 87 140 42 16 38 90 14 66 32 76 18 55 54 124 86 12 33 75 550 52 51 600 43 102 65 86 129 38 15 76 38 89 13 64 32 75 17 54 50 115 79 11 29 67 600 46 50 650 42 100 15 37 87 13 62 32 74 53 650 48 700 41 96 82 14 36 84 12 60 31 72 51 700 47 800 41 81 12 37 84 11 58 32 72 50 800 45 900 39 90 78 11 36 81 10 55 31 70 47 900 45 1000 39 89 78 10 36 81 53 9 31 70 46 1000 6 7

Toepassingen Topcoat Bekleding van stalen daken ➋ ➌ ➊ ➋ ➌ brandwerende spuitmortel Wapening van ribbenstrekmetaalgaas Thermische isolatie met waterdichte afwerking CAFCO TOPCOAT 200 kan gebruikt worden als bescherming tegen frequent regen en lekwater, voortdurende blootstelling aan chemicaliën of groei van schimmel, algen en bacteriën. Verpakking Zakken van 12,5 kg. ➊ Opslag en houdbaarheid Bekleding van beton ➊ brandwerende spuitmortel Vrij van de grond en droog bewaren tot gebruik. Maximaal 12 maanden, in orginele verpakking. Milieu ➊ Niet lozen in riolen, waterlopen of open water. Niet direct biologisch afbreekbaar. Bioaccumulatie wordt niet verwacht. Wordt niet verondersteld giftig te zijn voor waterleven, behalve in hoge concentratie. Bekleding van liggers ➊ ➋ ➌ ➊ ➋ ➌ brandwerende spuitmortel Halfharde steenwol vulstroken ongeveer ter plaatse van de bovenflens/cannelures staaldak Afwerking van de steenwollen vulstroken met brandwerende spuitmortel Bekleding van kanaalplaatvloeren ➊ brandwerende spuitmortel ➊ 8 9

Inleiding verwerkingsrichtlijnen Deze instructies zijn gedetailleerde richtlijnen voor correcte procedures bij de toepassing van. Wanneer blijkt dat deze instructies niet van toepassing kunnen zijn in een specifieke situatie, dan dient u contact op te nemen met Promat BV voor advies. Waar van toepassing dienen deze instructies te worden gelezen in combinatie met BS 8202 : Part 1 : 1987 Coatings for Fire Protection of Building Elements : Part 1 : Code of Practice for the Selection and Installation of Sprayed Mineral Coatings. Productomschrijving is een fabrieksmatige, droog en voorgemengde spuitpleister op basis van vermiculiet en Portland cement. Structuren die zijn beschermd met deze brandwerende materialen van Promat zijn internationaal en succesvol getest onder cellulosebrand (standaard brand) condities met een duur tot 6,5 uur. Speciaal ontworpen als spuitpleister voor toepassing op dragende bouwdelen in gebouwen en semibuitenklimaat condities. reparatie mortel Een speciaal samengestelde reparatiemix voor handmatige toepassing op kleine, beschadigde gebieden waarop is gespoten. Cafco FENDOLITE MII Een cementgebonden vermiculietmengsel voor gebruik met CAFCO SBR Bonding Latex als voorbereiding op de voorspuitlaag. CAFCO PSK101 Een multifunctioneel product dat is ontworpen als scheidingslaag op alkaligevoelige (nietcementbestendige) primers en tevens als hechtlaag voor. CAFCO SBR Bonding Latex Een hechtemulsie voor gebruik in de voorspuitlaag. CAFCO Helical CD laspennen CAFCO spiraalvormige CD laspennen (z.g. varkensstaartjes, die geen clips nodig hebben) voor gebruik in combinatie met CAFCO geplastificeerd gevlochten gaas. CAFCO Geplastificeerd gevlochten gaas Een zeshoekig, gevlochten, gegalvaniseerd gaas met plastic coating van 50 mm x 50 mm x ca. 1 mm. Algemene richtlijnen voor de bouwplaats Materiaalopslag Verpakt materiaal Materiaal moet droog worden bewaard. Het materiaal moet vrij van de grond, afgedekt en uit de buurt van natte of vochtige plaatsen of ruimtes met een hoge vochtigheidsgraad worden opgeslagen. Opslagtemperaturen zijn niet kritisch zolang droge omstandigheden worden gehandhaafd. In goede, droge omstandigheden kan het materiaal tot 12 maanden vanaf de leveringsdatum worden opgeslagen. Iedere partij dient volledig te worden opgebruikt voordat de volgende partij wordt aangebroken. Coatings op waterbasis Deze producten dienen te worden beschermd tegen vorst en temperaturen boven de 45 ºC. Ze mogen niet worden opgeslagen onder hoge omgevingstemperaturen of in direct zonlicht. Uitvoeringscondities op de bouwplaats Het applicatiebedrijf moet ervoor zorgen dat adequate voorzieningen op de bouwplaats beschikbaar zijn, zoals geschikte elektrische voeding, perslucht, schoon drinkwater, extra water en afvalverwijderingsvoorzieningen en zo nodig verlichting en verwarming. Bescherming tegen weersinvloeden Het materiaal moet tijdens toepassing en eerste doorharding worden beschermd tegen extreem weer (vorst, warme, schrale wind, tocht, hittestraling, regen of lekwater). Het materiaal mag alleen worden aangebracht als de ondergrond en de luchttemperatuur ten minste 2 ºC zijn en stijgend. Het mag niet worden aangebracht als de ondergrond of de luchttemperatuur lager zijn dan 4 ºC en dalend. De maximale ondergrond of luchttemperatuur is 45 ºC. De ondergrondtemperatuur moet ten minste 2 ºC boven het dauwpunt zijn. Drogen Zorg tijdens en na het aanbrengen, alsmede gedurende de uithardingperiode voor voldoende ventilatie. Afscherming In sommige gevallen kan het nodig zijn om aangrenzende gebieden af te schermen om vervuiling door overspray te voorkomen. Apparatuur Apparatuur die geschikt is voor het aanbrengen van de producten, is binnen de Benelux verkrijgbaar. Het is belangrijk dat apparatuur voldoet aan de vereiste technische specificaties zoals aangegeven. Het is mogelijk dat andere apparatuur ook geschikt is, bijvoorbeeld bepaalde typen continumengers en zuigerpompen, maar het is in het belang van de gebruiker dat deze apparatuur vooraf is getest in praktijkproeven en door ons is goedgekeurd. 10 11

Apparatuur voor het aanbrengen van Een spuitmachine gebaseerd op een metalen rotor/flexibele stator wordt aanbevolen, bijvoorbeeld een wormpomp. De pomp moet een snelheid hebben in het bereik van 100 600 omw/min. Er moet een mechanische mengmachine worden gebruikt, bijvoorbeeld een betonmenger met schoepen of trommel. De minimale capaciteit is 150/100 liter. Rotatiesnelheid: met lading 20 30 omw/min, vrij draaiend: maximaal 35 omw/min. Mengmachines met schoepen dienen te worden uitgerust met rubberen (of een synthetisch equivalent) bladuiteinden, die tijdens het mengen langs de trommelwand schrapen. Mengmachines met een kleine capaciteit en mengmachines met een te hoge rotatiesnelheid mogen niet worden gebruikt omdat deze schadelijk zijn voor de brandwerende spuitpleister. Een luchtcompressor met voldoende capaciteit is vereist. Deze kan zijn geïntegreerd in de spuitmachine maar kan ook een zelfstandige unit zijn. Een capaciteit van 0,42 m 3 per minuut vrije luchttoevoer (FAD) en een druk van 3,5 kgf/cm 2 op de spuitkop is doorgaans geschikt. Als een spuitmachine met perslucht wordt gebruikt, moet u contact opnemen met de producent om de luchtcapaciteit te bepalen die nodig is om het apparaat aan te drijven. Gebruik een geschikte spuitkop voor het aanbrengen van de cementgebonden spuitpleister. Details zijn beschikbaar op verzoek. Waar het niet praktisch is om de voorspuitlaag aan te brengen met de spuitmachine, dient een trechterpistool (bakje) te worden gebruikt. In het algemeen zorgt de zwaartekracht bij trechterpistolen voor de toevoer, waarbij een vlakplaat van 10 mm wordt gebruikt zoals verkrijgbaar bij Putzmeister. Apparatuur voor het aanbrengen van CAFCO PSK101 Airless spuitpistool De meeste industriële typen zijn geschikt. Gebruik een spuitmond van 0,28 mm 0,38 mm (1115 thou) met de juiste filters. Typische spuithoek is 30º 60º, afhankelijk van de vorm van de ondergrond. Voorbereiding van de bouwplaats Het applicatiebedrijf dient ervoor te zorgen dat alle te behandelen ondergronden geschikt zijn om een goede hechting van de spuitpleister te bewerkstelligen. De ondergrond dient schoon, droog en vrij te zijn van stof, losse walshuid, losse roest, olie en andere vervuilingen die een goede hechting verhinderen. De ondergrond dient ook chemisch bestand te zijn tegen Portland cement (Ph 1212,5). Ondergronden Blank staal hecht uitstekend op blank staal en biedt, aangezien het alkalisch van karakter is, waarschijnlijk ook enige mate van bescherming tegen verder roesten. De spuitpleister zal echter naar verloop van tijd geleidelijk minder alkalihoudend worden als gevolg van carbonatatie. Wanneer de alkaliteit onder een bepaald niveau is gekomen, kan het brandwerende materiaal niet meer bijdragen aan de bescherming tegen corrosie. Garantie voor de doeltreffendheid van spuitpleister als anticorrosie behandeling van staal wordt dan ook niet geboden. Het wordt aanbevolen staal in buitenklimaatcondities van een (cementbestendige) corrosiewerende coating te voorzien. De ontwerper van het gebouw dient te beslissen of ook in het gebouw het risico van corrosie aanwezig is en er een corrosiewerende coating moet worden aangebracht. Corrosiewerend behandeld staal Geschilderde oppervlakken dienen in een uitstekende staat te verkeren, volledig uitgehard en vrij van oplosmiddelen te zijn. De coating dient te zijn aangebracht overeenkomstig de instructies van de verfproducent en op de juiste dikte. Aangezien Portland cement bevat, mag het niet worden aangebracht op grondlagen die gevoelig zijn voor alkali, bijvoorbeeld bepaalde primers die een alkydbindmiddel bevatten. Elk toegepast verfsysteem dient daarom stabiel te zijn wanneer het (tijdelijk) wordt blootgesteld aan een PH van 1212,5. Tweecomponenten epoxies zijn bijvoorbeeld in het algemeen geschikt. Staal met corrosiewerende coating op basis van alkyd Als reeds een onbetrouwbare coating op basis van alkyd is aangebracht, dient CAFCO PSK101 te worden gebruikt als tussenlaag tussen de alkydhoudende coating en het Portland cement in de. Zie pagina 19 voor meer informatie over het aanbrengen van CAFCO PSK101 in deze situatie. Gegalvaniseerd staal hecht goed op schoon, thermisch verzinkt, gegalvaniseerd staal. Een lichte oppervlaktereactie kan zich voordoen tussen de en het gegalvaniseerde staal. Dit lijkt echter geen significante uitwerking te hebben op de of het gegalvaniseerde staal, tenzij er sprake is van een langdurig of blijvend natte omgeving. Onder deze omstandigheden kan er een reactie optreden en wordt voorbehandeling met een geschikte coating (bijv. CAFCO PSK101) en het gebruik van de CAFCO TOPCOAT 200 als nabehandeling op de, om de mortel te beschermen tegen frequente regenval en lekwater, aanbevolen. Samengestelde liggers en vloeren Het Steel Construction Institute in Engeland heeft diverse brandproeven uitgevoerd om te onderzoeken wat het effect is als de cannelures van de geprofileerde staalplaat niet worden opgevuld. De resultaten van deze tests wijzen uit dat voor een brandweerstand tot 90 minuten de cannelure onopgevuld kan blijven, mits er sprake is van een samenwerkende vloerconstructie. De 3zijdige bespuiting dient op een iets grotere dikte te worden uitgevoerd. 12 13

Bij nietsamenwerkende constructies of bij een brandwerende eis van meer dan 90 minuten moeten de cannelures wel worden opgevuld. Neem voor advies en aanbevelingen t.b.v. toepassing in de Benelux contact met ons op. Oude, onbekende of mogelijk meerlaagse verfsystemen of ondergronden die van een asbesthoudend product zijn voorzien Het is bij verbouwen en renovatie mogelijk dat oud, gecoat staal zonder brandwerende bescherming of staal met een asbestlaag als brandwerende bescherming moet worden behandeld met. Deze ondergronden zijn niet geschikt voor directe toepassing van onze producten. Volg in dergelijke gevallen de procedures zoals beschreven op pagina 22. Gaaswapening of ribbenstrekmetaalgaas Gaaswapening of ribbenstrekmetaalgaas kunnen ook gebruikt worden bij ondergronden, die voor een direct hechtend systeem ongeschikt zijn. Zie pagina 23 voor informatie over het gebruik van op een ondergrond van ribbenstrekmetaalgaas. Aluminium Oppervlakken van aluminium en aluminiumlegeringen zijn alkaligevoelig en vereisen een speciale behandeling. Het gebruik van een geschikte primer en scheidingslaag zijn noodzakelijk. Neem contact met ons op voor advies voor dit soort specifieke omstandigheden. Beton De meeste (ongeschilderde) betonnen ondergronden zijn geschikt als ondergrond voor Cafco MANDOLITE CP2. Het betonoppervlak moet goede aanhechtingseigenschappen hebben en dient vrij te zijn van beschadigingen, losse delen, verontreinigingen en onzuiverheden. Beton met heel hoge of juist lage zuigingseigenschappen of met ongebruikelijke thermische bewegingskarakteristieken kan een speciale behandeling nodig hebben. Neem in dergelijke gevallen contact met ons op. Gipspleister en gipsplaten Omdat Portland cement bevat, mag het niet direct worden aangebracht op een ondergrond van gipspleister of gipsplaat. Hout Gezien de hoge bewegingskarakteristieken van hout (kruip en krimp), doorbuiging onder gebruiksbelasting en het vochtgedrag, wordt het direct aanbrengen van brandwerende spuitpleister om de brandweerstand te vergroten niet aanbevolen. In situaties waar in contact kan komen met hout, moet het hout worden voorzien van een geschikte scheidingslaag, bijv. CAFCO PSK101 of ribbenstrekmetaalgaas. Neem voor andere ondergronden of condities dan hierboven beschreven, contact met ons op voor nader advies. Toepassing van Algemeen is fabrieksmatig droog voorgemengd. Op de bouwplaats hoeft alleen schoon water te worden toegevoegd om een pompbare consistentie te verkrijgen. Voor 12,5 kg is 2024 liter water nodig. De volgende punten zijn van belang voor toepassing van het product. Om de continuïteit van de toevoer te garanderen, dient er voldoende materiaal binnen handbereik te worden geplaatst bij de pomp en mengapparatuur. Pomp en mengapparatuur dient zodanig te worden opgesteld, dat het beschikbare spuitgebied wordt geoptimaliseerd. Voor het aanbrengen moet zo nodig de temperatuur van ondergrond en lucht worden gemeten daar de producten permanente schade kunnen oplopen wanneer: ze bevriezen voordat ze voldoende uitgehard zijn, ze niet goed uitharden doordat vocht door een te hoge temperatuur te snel aan het product wordt onttrokken. De volgende maatregelen kunnen nuttig zijn voor toepassing bij koud weer: Het gebruik van warm mengwater (tot 35 ºC). Het werkgebied afschermen tegen koude wind. Het gebruik van een afgesloten verwarmde ruimte. Tocht dient te worden vermeden. Scherm gebieden die niet in contact mogen komen met de spuitmortel af voordat u begint met het aanbrengen. Opmerking: Zie paragraaf Bescherming tegen weersinvloeden in hoofdstuk Algemene richtlijnen voor de bouwplaats. Mengen De volgende procedure is alleen van toepassing voor conventionele mengmachines en monopompen. Zorg dat de mengmachine en alle gereedschappen schoon zijn. Gebruik schoon drinkwater als mengwater. Giet het grootste deel van het benodigde mengwater in de mengmachine. Gedeeltelijk verhard, bevroren of klonterig materiaal moet worden afgekeurd. Voeg de droog voorgemengde pleistermortel gelijkmatig toe. Voeg het resterende mengwater langzaam toe totdat de luchtbelvormer begint te werken, normaal gesproken 90 seconden na aanvang van het mengen. Mengtijd is 3 minuten om de juiste eigenschappen van het mengsel te garanderen. Wijk niet af van de aanbevolen hoeveelheden water. Zolang het mengen ononderbroken plaatsvindt, kan een volgend mengsel worden gemaakt zonder de mengmachine uit te spoelen. De afgemeten hoeveelheid mengwater dient zodanig in de mengmachine te worden gegoten zodat het overblijfsel van het vorige mengsel van de wanden van de mengmachine is gespoeld. De bruikbaarheidsduur van het mengsel is afhankelijk van de omgevingscondities. Als richtlijn en gebaseerd op een omgevingstemperatuur van 20 ºC en een relatieve vochtigheidsgraad van 50%, kan het volgende als kenmerkend worden beschouwd: tot 1 uur Als de mengmachine ongebruikt blijft, moet deze grondig worden gereinigd met water en gebruiksklaar worden achtergelaten. 14 15

Er mag geen extra water worden toegevoegd om ongeschikt materiaal weer bruikbaar te maken. Onbruikbaar materiaal moet worden afgevoerd. Gedeeltelijk verhard materiaal dat is achtergebleven in de mengmachine, moet worden verwijderd voordat een volgende charge wordt gemengd. Als de meng en waterhoeveelheden correct zijn, moeten uit de mengmachine de volgende waarden worden verkregen voor het natte volumegewicht: 480 640 kg/m 3. spuiten op blank of gegalvaniseerd staal heeft in principe geen voorspuitlaag nodig voor toepassing op blank of gegalvaniseerd staal. De ondergrond dient schoon, droog en vrij te zijn van stof, losse walshuid, losse roest, olie en andere vervuilingen die een goede aanhechting verhinderen. Plaats de spuitmachine, slangen en kabels op een zodanige wijze dat de operator voldoende bewegingsvrijheid heeft en hij het gebied dat moet worden bespoten, goed kan bereiken. Zorg dat de spuitmachine schoon en volledig operationeel is. s Ochtends bij het begin van de werkzaamheden, moeten pomp, slang en spuitkop worden gespoeld. Wanneer het gemengde materiaal wordt ingebracht in de pomp, moet men voldoende materiaal door de spuitkop laten lopen om te zorgen dat alle restanten overtollig spoelwater verwijderd zijn en dat de juiste mixconsistentie wordt bereikt. De correcte hoeveelheid lucht moet worden ingebracht bij de spuitmond om te zorgen voor een consistente structuur en de juiste dichtheid. Een luchtdruk bij de spuitkop van 2,1 3,5 kgf/cm 2 of voor de CAFCO spuitkop van 2,1 2,8 kgf/cm 2 is geschikt. Breng het materiaal ter verkrijging van een gelijkmatig product met een minimale luchtdruk, en in een reeks spuitbewegingen aan. Gelijkmatige lagen worden verkregen met regelmatige kruislingse bewegingen van de spuit, die zoveel mogelijk in een hoek van 90º ten opzichte van het werkoppervlak dient te worden gehouden. Het spuitpistool nooit stationair op één plek houden. Het materiaal dat wordt verspoten, moet het volgende natte volumegewicht hebben: 690 980 kg/m 3. Opmerking: Waarde van de volumieke massa is bepaald onder laboratoriumomstandigheden. De spuitpleister is zo ontworpen dat ze eenvoudig kan worden verpompt, maar aantrekt en hecht zodra ze op het gewenste oppervlak wordt aangebracht. Dit maakt het mogelijk de gespecificeerde dikte met een minimaal aantal afzonderlijke spuitgangen (veelal slechts één) op te bouwen. Breng nooit een laag aan met een dikte van minder dan 6 à 8 mm. De dikte van de gespoten pleister dient voortdurend te worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat de correcte dikte wordt aangebracht (pagina 24). Als constructies een horizontaal oppervlak hebben, waarbij de spuitpleister op de bovenzijde moet worden aangebracht (bijv. de bovenkant van de onderste flens van een ligger), dan dient op dat deel met het spuitwerk te worden begonnen. Dit zal de kans op verminderde aanhechting vermijden die wordt veroorzaakt door het spuiten op losse overspray. Afbeelding 1 Bij de toepassing op liggers en kolommen is het van belang dat de dikte rond de flensranden gelijk is aan de dikte op het overige deel van het profiel. Bij spuitwerk met een ongelijke dikte wordt de gewenste brandwerendheid mogelijk niet gerealiseerd. Afbeelding 2 Goed Goed Als de spuitpleister in meer dan één afzonderlijke spuitgang wordt aangebracht, dan moet de voorafgaande laag zijn voorzien van een gespoten oppervlaktestructuur of ruw gehaald zijn om goede hechting van de volgende spuitlaag te garanderen. De wachttijd tussen het aanbrengen van de verschillende spuitgangen is afhankelijk van de omgevingsomstandigheden op het tijdstip van toepassing, als richtlijn geldt echter: 2 6 uur. Wanneer het oppervlak erg droog is geworden dient het vóór het aanbrengen van volgende lagen met schoon water goed vochtig te worden gemaakt. Er mag echter geen waterglans zichtbaar zijn. Het wordt aangeraden de volgende spuitgang binnen 48 uur aan te brengen. Fout Fout spuiten op compatibele grondlagen Gezien de grote verscheidenheid en complexiteit van corrosiewerende verfsystemen is hun geschiktheid voor gebruik onder een belangrijk aandachtspunt. In het volgende hoofdstuk worden de procedures voor toepassing van op GESCHIKTE en ONGESCHIKTE grondlagen beschreven. 16 17

Een voorspuitlaag is vereist op geschikte ondergronden, bijvoorbeeld 2componenten epoxyhars. Neem bij onzekerheid over de geschiktheid van de ondergrond contact op met Promat BV. Wanneer de geschiktheid van de ondergrond is vastgesteld, dienen de volgende procedures te worden gevolgd voor het aanbrengen van de brandwerende spuitpleister. Keycoat Het applicatiebedrijf dient ervoor te zorgen dat alle te behandelen ondergronden deugdelijk zijn voor een goede hechting van de keycoat. De aangebrachte corrosiewerende coating dient in een goede conditie te verkeren om er het brandwerende systeem op aan te brengen. Dit houdt in volledig droog, uitgehard, vrij van oplosmiddelen en op de gespecificeerde dikte. De keycoat geeft oppervlaktevergroting en voorziet het oppervlak onder omgevingscondities van een stugge, ruwe, sterk hechtende ondergrond voor daaropvolgende lagen. De keycoat bestaat uit een mengsel van Cafco FENDOLITE MII, CAFCO SBR Bonding Latex hechtemulsie en drinkwater. Voorbereiding Zorg dat de mengapparatuur schoon is. Voeg één deel mengwater en één deel CAFCO SBR Bonding Latex hechtemulsie toe in de mengmachine, dat wil zeggen vervang 50% van het mengwater dat normaal gesproken wordt gebruikt voor het mengen van Cafco FENDOLITE MII, door CAFCO SBR Bonding Latex hechtemulsie. Dit kan het beste worden gedaan voordat de mengprocedure wordt begonnen, dat wil zeggen door 50% van CAFCO SBR Bonding Latex uit de flacon te halen en te vervangen door water. Zodoende worden het water en de hechtemulsie altijd in de juiste verhouding toegevoegd aan de Cafco FENDOLITE MII tijdens de mengprocedure. Een zak Cafco FENDOLITE MII heeft normaal gesproken 17 liter van dit mengsel nodig om de correcte consistentie te verkrijgen. In geen geval dient de CAFCO SBR Bonding Latex hechtemulsie puur te worden toegevoegd aan het droge Cafco FENDOLITE MII product, aangezien dit klontvorming tot gevolg heeft. Voeg de Cafco FENDOLITE MII langzaam toe tijdens het mengen totdat een romige, pompbare consistentie is verkregen. De mengtijd is 3 minuten. De mengapparatuur dient direct na gebruik grondig te worden gereinigd met schoon water, tenzij onmiddellijk een volgend mengsel wordt bereid. Gezien de uitlevering van ca. 50 m 2, die wordt bereikt met één mengeenheid voorspuitmateriaal, is het niet altijd raadzaam de hoofdmachine voor mengen en voorspuiten te gebruiken. Voor kleine oppervlakken kunnen aangepaste hoeveelheden worden gemengd in een emmer en worden aangebracht met een trechterpistool of er kan CAFCO PSK101 worden aangebracht volgens de procedure die worden beschreven op pagina 19. IN GEEN GEVAL MAG DE VOORSPUITLAAG OP EEN ANDERE MANIER WORDEN AANGE BRACHT DAN VOLGENS HET VOLGENDE SPUITPROCÉDÉ. Toepassing Breng de voorspuitlaag op zodanige wijze aan, dat 50% van de ondergrond wordt bedekt met druppels materiaal van ongeveer 5 mm in doorsnede. Het beste resultaat wordt verkregen als het materiaal wordt gespoten met een lage doorvoer van bijv. 7 liter/minuut en een nozzle met een interne diameter van 11 mm bij een lage luchtdruk van 0,7 kgf/cm 2. De voorspuitlaag moet gelijkmatig worden aangebracht over het volledige te beschermen gebied. Laat de voorspuitlaag vervolgens grondig drogen en uitharden voordat u de brandwerende spuitpleister aanbrengt. Aangezien dit afhankelijk van de droogomstandigheden 10 à 36 uur duurt, wordt aanbevolen om zo veel mogelijk van het voorspuiten in een gebied te voltooien voordat de brandwerende spuitpleister wordt aangebracht. De voorspuitlaag kan snel worden aangebracht zodat goede toegankelijkheid en bewegingsvrijheid belangrijk zijn. Verwijder overspray of gemorst materiaal met behulp van water voordat de voorspuitlaag droog is, aangezien het uitgeharde materiaal heel moeilijk te verwijderen is. Gebruikte apparatuur moet direct na het aanbrengen van de voorspuitlaag grondig worden gereinigd. Toepassing van CAFCO PSK101 op incompatibele ondergronden Als cementhoudende spuitpleisters worden aangebracht op een incompatibele grondlaag, bijv. alkydhars, bestaat het risico van een chemische reactie tussen de twee materialen die tot gevolg heeft dat de brandwerende spuitpleister slecht of helemaal niet hecht. Het kan 12 weken duren voordat een dergelijke reactie zichtbaar wordt. Dit kan worden herkend aan een karakteristiek scheurpatroon, een hol geluid als op de brandwerende pleisterlaag wordt geklopt, of in het ergste geval het loslaten van het materiaal. Deze reactie kan soms worden herkend aan het uitlopen van de grondlaag in de brandwerende spuitpleister. CAFCO PSK101 is speciaal ontwikkeld als scheidings en aanhechtlaag voor situaties waarin al een grondlaag van bijv. kritische alkydhars is aangebracht. Wanneer CAFCO PSK101 wordt aangebracht zoals hieronder beschreven, fungeert het mede als scheidingslaag tussen de twee systemen. Voorbereiding van het oppervlak Oppervlakken die moeten worden behandeld, dienen droog en vrij te zijn van olie, vet, zichtbaar vocht (inclusief condens), vuil, losse verf of andere materialen of condities die een goede hechting van CAFCO PSK101 verhinderen. Raadpleeg altijd eerst de paragraaf Ondergrond voordat u CAFCO PSK101 aanbrengt op oude, onbekende of mogelijk meerlaagse verfsystemen. Toepassing CAFCO PSK101 mag niet worden verdund en dient te worden toegepast volgens een van de volgende methodes: Airless spuitpistool de meeste typen zijn geschikt. Gebruik een spuitmond van 0,28 mm, 0,38 mm (1115 thou) met de juiste filters. Typische spuithoek is 30º 60º, afhankelijk van de vorm van de ondergrond. Rollers het gebruik van een lamswollen roller wordt aanbevolen. Kwast gebruik voor het beste resultaat een brede, zachte nylon kwast van het aanbevolen type voor coatings op waterbasis. Gebruik een kwast alleen voor kleine oppervlakken, bijvoorbeeld kleiner dan 1 m 2. 18 19

Toepassingsbeperkingen Geschikte oppervlakken voor CAFCO PSK101 zijn onder andere goed aangebrachte en uitgeharde corrosiewerende coatings op alkydbasis. De maximale wachttijd voor het aanbrengen van een volgende laag CAFCO PSK101 of van is 2 maanden. Aantal lagen Normaal gesproken één, maar indien nodig kunnen extra lagen worden aangebracht. Optimale dikte 125 micron WFT 69 micron DFT Diktebereik 100150 micron WFT 5582 micron DFT NIET MINDER DAN 100 MICRON WFT AANBRENGEN. Overschilderen Zorg dat de oppervlakteconditie voldoet aan de vereisten die hierboven zijn beschreven in Voorbereiding van het oppervlak en Toepassingsbeperkingen. Voorbereiding Droog bij aanraking Volledig droog : 0,5 1 uur bij 20 ºC en 50% RH : 2 6 uur bij 20 ºC en 50% RH Droogtijden variëren afhankelijk van de omgevingscondities. Een hoge luchtvochtigheid en slechte ventilatie vertragen de uitharding. Als de laag droog is, kan de brandwerende spuitpleister worden aangebracht volgens de procedures op pagina 16. Versteviging met gaaswapening Algemeen Voor algemeen gebruik in de bouwindustrie heeft geen gaaswapening nodig. Het gebruik van gaas is echter in het algemeen nodig als zich één of meer van de volgende omstandigheden voordoen: Er zijn geen inspringende details voor hechting, dat wil zeggen dat er geen mogelijkheid bestaat voor de brandwerende spuitpleister om zich om de ondergrond te sluiten, er is geen haakwerking. Waar trilling, mechanische schade en het risico van loskomen aanwezig zijn. Waar de diepte tussen de flensen groter is dan 650 mm en/of de breedte van de flens groter is dan 325 mm. Waar de diameter van het buisprofiel groter is dan 325 mm. Waar één zijde van rechthoekig buisprofiel, dat als ligger wordt gebruikt, groter is dan 325 mm. Waar tussen twee aangrenzende, maar afzonderlijke ondergronden, het materiaal zonder onderbreking moet worden aangebracht (maar niet bij een uitzetvoeg). Aanbevolen gaastypen Gegalvaniseerd hexagonaal gaas, grootte 50 mm x 50 mm x 1,0 mm. Gegalvaniseerd hexagonaal gaas, grootte 50 mm x 50 mm x 1,4 1,6 mm. CAFCO geplastificeerd gevlochten gaas, grootte 50 mm x 50 mm x ca. 1,0 mm. Gegalvaniseerd ribbenstrekmetaalgaas BB264 (1,61 kg/m²). Riblath 271 (2,22 kg/m²). Riblath 267 (roestvrij 1,51 kg/m²). Ander gegalvaniseerd ribbenstrekmetaalgaas kan geschikt zijn, maar de geschiktheid moet schriftelijk door ons worden bevestigd. Gebruiksmethoden De hierboven genoemde aanbevolen gaastypen vallen in twee categorieën: Verstevigend gaas. Dragend ribbenstrekmetaalgaas. Hexagonaal gevlochten gaas kan nodig zijn op een stalen ligger of kolom en zal over het algemeen profielvolgend worden bevestigd. Gaas iets vrij houden van het oppervlak, zodat het in de midthird (het middelste derde) van de spuitpleister komt te liggen. Partieel gebruik van gaas bij grote lijfhoogtes of flensbreedtes, bijv. bij samengestelde liggers, is toelaatbaar zolang aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: Het deel van het lijf tot de flens zonder gaas mag niet groter zijn dan 650 mm. Het deel van de flens zonder gaas mag niet groter zijn dan 325 mm. De minimaal toegestane breedte van de gaasversteviging op het lijf of de flens is 300 mm. Ribbenstrekmetaalgaas kan een geschikte ondergrond vormen op ongeschikte ondergronden, zoals oud beton van slechte kwaliteit. Ribbenstrekmetaalgaas kan ook worden gebruikt om een tussenruimte te overbruggen, bijvoorbeeld tussen een paar parallelle liggers (niet over de dilatatievoeg van een gebouw) of om een tussenruimte te overbruggen tussen een stalen ligger of kolom en een aangrenzende wand waar het niet mogelijk is de achterzijde van de ligger te beschermen. Opmerking: Het ribbenstrekmetaalgaas kan worden bevestigd aan het stalen profiel, maar mag niet worden bevestigd aan de wand. Bevestigingsmethoden Verstevigend gaas rondom het staalprofiel Bevestig het gaas door middel van stiftlassen of percussielassen (indien toegestaan) in een driehoekspatroon met een hartophart afstand van ongeveer 400 mm. VOORGESTELD SJABLOON 60º 60º 60º 400 mm 400 mm 400 mm 400 mm 400 mm MCICST003 20 21

CAFCO Helical CD Laspennen met een diameter van 2 mm en een lengte van 11 mm om CAFCO geplastificeerd gevlochten gaas te bevestigen. Opmerking: Er zijn geen clips nodig voor CAFCO Helical CD Laspennen. Gebruik zachtstalen pennen met een diameter van minimaal 3 mm (lengte afhankelijk van de toe te passen dikte spuitpleister) met gegalvaniseerde ringen (Speed Fix) om het gegalvaniseerde, hexagonale gevlochten gaas te bevestigen. De gelaste pennen moeten één keer in een hoek van 45º en terug naar de oorspronkelijke positie gebogen kunnen worden zonder dat ze bezwijken. Voor spiraalvormige pennen geldt dat ze 90º en terug naar de oorspronkelijke positie geroteerd moeten kunnen worden zonder dat ze bezwijken (zie pagina 27). Gebruik geen zelfhechtende, gelijmde of plastic pennen zonder overleg met en schriftelijke goedkeuring van ons, aangezien hun prestaties onder vuurbelasting over het algemeen onvoldoende zijn. Dergelijke bevestigingen kunnen worden goedgekeurd wanneer ze fungeren als tijdelijke bevestiging bij de plaatsing van verstevigend gaas in situaties waar het brandwerende materiaal onder vuurbelasting niet kan wegvallen. Dergelijke toepassingen moeten schriftelijk worden goedgekeurd vóór aanvang van de werkzaamheden. Wanneer gaas wordt toegepast, moet het tenminste 50 mm overlappend worden aangebracht. Zorg dat nooit meer dan 3 lagen elkaar overlappen. Voor een spuitlaag met een dikte tot 45 mm kan het gaas vóór toepassing worden aangebracht. Het is belangrijk dat het gaas niet direct tegen de ondergrond zit. Trek het gaas daarom na bevestiging los van de ondergrond zodat het binnen het middelste derde van de toe te passen spuitdikte ligt. Bij dikten van meer dan 45 mm kan het gaas op een pen van geschikte lengte worden bevestigd nadat ongeveer de helft van de spuitdikte is aangebracht. Wanneer verstevigend gaas wordt gebruikt, neemt de minimaal praktische dikte van het Cafco MANDOLITE CP2 die kan worden aangebracht, toe van 8 mm naar 15 mm. Toepassing op oude, onbekende of mogelijk meerlaagse verfsystemen Methode 1 Straal het staaloppervlak om alle onzuiverheden, roest, verf en dergelijke te verwijderen en ga verder als bij toepassing op blank staal, pagina 16. Methode 2 Verwijder losse roest of ondeugdelijke losse verf met een handborstel of elektrische borstel. Schuur/slijp plaatselijk tot op het blanke metaal en bevestig gestiftlaste pennen met een hartophart afstand van 400 mm (maximaal). Er kan ook met percussielassen worden gewerkt. Breng één laag CAFCO PSK101 aan (pagina 19). Monteer hexagonaal verstevigend gaas op de pennen en zorg dat dit binnen het middelste derde van de toe te passen dikte van de spuitpleister komt te liggen. Breng aan. Opmerking: Hoewel de toepassing zoals beschreven in Methode 2 de vereiste brandweerstand zal bieden, is onze ervaring in de praktijk dat bij deze methode scheurvorming en onthechting mogelijk zijn. De stabiliteit bij brand kan worden gewaarborgd als de materialen zijn verstevigd. Methode 3 Gebruik een alternatief product zoals PROMATECT H plaatmateriaal. Ondergronden die eerder zijn behandeld met een asbesthoudend product In situaties waar asbest is verwijderd van een stalen (of ander type) oppervlak, is het gebruikelijk eventuele restvezels (die niet zijn verwijderd tijdens het verwijderingproces), in te kapselen met een goedgekeurd inkapselproduct. Neem voor nader advies over (de nieuwe) brandwerende bekleding contact met ons op. Aangezien zandstralen van dit type ondergrond om veiligheidsredenen waarschijnlijk niet is toegestaan, raden wij aan met metalen plaatgaas of Riblath een omkasting te vormen rond de ligger of kolom en een voorspuitlaag te gebruiken. Ribbenstrekmetaalgaas voor toepassing op gewelven met ongeschikte afwerkingen Wanneer wordt toegepast op een nieuw gewelf van beton of staal kan het materiaal direct worden gespoten. Bij renovatie van oude of reeds geverfde of gepleisterde gewelven, of een gewelf waarvan asbest is verwijderd, wordt afgeraden Cafco MANDOLITE CP2 rechtstreeks aan te brengen vanwege de mogelijkheid van chemische incompatibiliteit tussen de bestaande laag (of het inkapselproduct voor de achtergebleven asbest) en het. In dergelijke situaties wordt aanbevolen om toe te passen op ribbenstrekmetaalgaas dat conform de richtlijnen van de producent is gemonteerd met metalen bevestigingsmiddelen en een hartophart afstand van maximaal 600 mm. Ribbenstrekmetaalgaas voor overbrugging tussen twee ondergronden Als de ruimte tussen twee onderdelen moet worden overbrugd, bijvoorbeeld tussen twee stalen liggers of tussen een stalen ligger (of kolom) en de wand, en het fysiek onmogelijk is te spuiten op de achterzijde van het staalprofiel, dan kan worden toegepast op een ondergrond van ribbenstrekmetaalgaas, dat de tussenruimte overbrugt. Type en bevestigingsmethode zullen variëren en er moet mogelijk rekening worden gehouden met gedifferentieerde beweging. Neem in dergelijke situaties contact met ons op voor nader advies. Opmerking: De minimale praktische dikte op een ondergrond van ribbenstrekmetaalgaas is 13 mm. Correctieve afwerking is ontworpen als spuittoepassing met een gestructureerd oppervlak. In bepaalde gevallen kan het materiaal echter worden geëgaliseerd na het aanbrengen. Bijvoorbeeld als kleine oneffenheden in het profiel moeten worden hersteld. Als het nodig is om de dikte substantieel te verminderen, dan is het beter om het materiaal door te snijden met een strak gespannen draad of metalen troffel. Na het egaliseren kunnen met een dunne laag eventuele troffelsporen worden verwijderd. 22 23

Dikte controleren Wanneer op alle te beschermen oppervlakken een laag van gelijke dikte moet worden aangebracht, zoals bij stalen liggers, moet tenminste om de drie meter de spuitdikte op de flenzen en het lijf worden gemeten. Op profielstaal mag de brandwerende pleister op de flens niet geleidelijk afnemen in de richting van de rand van de flens. Als een dergelijke afname zich lijkt voor te doen, dient de dikte te worden gecontroleerd op de flens en de randen op de aanbevolen nominale intervallen van 3 meter. Het wordt aanbevolen de gemeten dikten te registreren. Plaatsen waar het spuitwerk dunner is dan de gespecificeerde dikte, kunnen afhankelijk van de volgende voorwaarden, toch worden geaccepteerd: Het gebied met de te dunne laagdikte is niet groter dan 1 m², de dikte is niet minder dan % van de gespecificeerde dikte; er is binnen 3 m van het betreffende gebied niet nog een gebied met een te dunne laagdikte. Het gebied met de te dunne laagdikte is niet groter dan 0,2 m², de dikte is niet minder dan 75% van de gespecificeerde dikte; er is binnen 1 m van het betreffende gebied niet nog een gebied met een te dunne laagdikte. Procedures voor reparatie van Wanneer delen van de spuitlaag tijdens het aanbrengen beschadigd raken, wordt Cafco MANDOLITE CP2 normaal gesproken gerepareerd door nog een laag aan te brengen. Maar als achteraf per ongeluk of door noodzakelijke werkzaamheden de brandwerende spuitlaag ernstiger beschadigd raakt, is het soms eenvoudiger de spuitpleister te repareren met een handmatig te verwerken product. mag niet handmatig rechtstreeks uit de mengmachine worden aangebracht, maar dient eerst te worden verspoten. Daarom is reparatiemortel ontwikkeld voor deze toepassing. Opmerking: Herstel alleen handmatig als het gebied niet groter is dan 1,5 m². Instructies voor toepassing Snij losse stukken weg en schuin eventuele scherpe randen af. Verwijder op plaatsen waar hexagonaal gaas zichtbaar is, het materiaal van het gaas en zorg dat het gaas substantieel binnen het middelste derde van de uiteindelijke pleisterdikte blijft. Verwijder los stof. Meng reparatiemortel met schoon drinkwater tot een consistentie is bereikt, die geschikt is voor toepassing met een troffel. reparatiemortel. Voor een zak van 12,5 kg reparatiemix is ongeveer 20 liter mengwater nodig. Het wordt aanbevolen op gebieden die mogelijk lastig te repareren zijn en waar de volledige spuitpleisterdikte moet worden hersteld, bijvoorbeeld de onderzijde van een ligger, en waar geen verstevigend gaas aanwezig is, gegalvaniseerd hexagonaal gaas aan de ondergrond te bevestigen. Als het gaas dat voor de oorspronkelijke laag werd gebruikt, samen met Cafco MANDOLITE CP2 is verwijderd, moet een extra stuk gaas worden bevestigd aan het nog aanwezige gaas. Het gaas dient van de ondergrond te worden losgehaald zodat het substantieel binnen het middelste derde van de toe te passen pleisterdikte ligt. Te repareren spuitpleisterondergronden, die erg droog zijn geworden, moeten vochtig worden gemaakt met schoon water. Als de pleisterlaag meer dan 12 mm dik moet zijn, kan het nodig zijn om het materiaal in meer dan één laag aan te brengen. Breng de reparatiemortel aan met een troffel en laat het enigszins overlappen met de bestaande pleister. Laat de voorafgaande laag eerst uitharden als meerdere lagen moeten worden aangebracht. Voorgaande lagen moeten een ruwe afwerking hebben of ruw gemaakt worden zodat de volgende lagen goed hechten. Op plekken die kleiner zijn dan 0,5 m², kan reparatiemortel in het algemeen in één keer op de vereiste dikte worden aangebracht. Als het reparatiegebied groter is dan 0,5 m², hangt het van de omstandigheden af of de pleister in één of meer lagen kan worden aangebracht. Eindafwerking Er kan een aanvullende afwerking worden aangebracht op, maar het type product moet door ons zijn goedgekeurd, bijv. CAFCO TOPCOAT 200. Toepassing van een verkeerd type kan een nadelig effect hebben op de brandwerende eigenschappen van de spuitpleister. Laat de brandwerende spuitpleister voldoende uitharden en drogen voordat u een afwerkingslaag aanbrengt van CAFCO TOPCOAT 200. Wacht in ieder geval totdat de grijze kleur van het natte materiaal is veranderd in de lichtgrijze kleur van droger materiaal. CAFCO TOPCOAT 200 Het aanbrengen van een toplaag, die bestaat uit verf met een hoge dampdiffusieweerstand, kan door verschillen in dampdruk leiden tot het afbladderen van de verf. CAFCO TOPCOAT 200 is een speciaal samengestelde coating met een lage dampdiffusieweerstand: Het biedt bescherming tegen het binnendringen van regen en lekwater, sommige chemicaliën en water van sprinklerinstallaties. Het reduceert de carbonatatiesnelheid van op Portland cement gebaseerde producten, zoals, waardoor de corrosiewerende eigenschappen voor een langere periode behouden blijven. CAFCO TOPCOAT 200 is flexibel, vlamvertragend, schimmelbestendig en biedt een uitstekende weerstand tegen CO 2 diffusie. 24 25