Spreek jouw rechtvaardigheid uit en ontvang het goede
Mattheus 20:28 zoals ook de Zoon des mensen niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een losprijs voor velen. 2Korinthiers 5:21 Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat
Mattheus 20:28 zoals ook de Zoon des mensen niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een losprijs voor velen. 2Korinthiers 5:21 Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.
Spreuken 3:33 De vloek van de HEERE rust op het huis van de goddeloze, maar de woning van de rechtvaardigen zal Hij zegenen. Lukas 10: 38 Het gebeurde, toen zij onderweg waren, dat Hij in een dorp kwam. En een vrouw van wie de naam Martha was, ontving Hem in haar huis. 39 En zij had een zuster die Maria heette, die aan de voeten van Jezus zat en naar Zijn woord luisterde. 40 Maar Martha was druk bezig met bedienen. Nadat zij erbij was komen staan, zei zij: Heere, trekt U het Zich niet aan dat mijn zuster mij alleen laat bedienen? Zeg toch tegen haar dat zij mij helpt. 41 Jezus antwoordde en zei tegen haar: Martha, Martha, u bent bezorgd en maakt u druk over veel dingen. 42 Slechts één ding is nodig. Maria heeft het goede deel uitgekozen, dat niet van haar zal worden afgenomen.
Romeinen 3: 20 Daarom zal uit werken van de wet geen vlees voor Hem gerechtvaardigd worden. Door de wet is immers kennis van zonde. 21 Maar nu is zonder de wet gerechtigheid van God geopenbaard, waarvan door de wet en de profeten is getuigd: 22 namelijk gerechtigheid van God door het geloof in Jezus Christus, tot allen en over allen die geloven, want er is geen onderscheid. Spreuken 4:18 maar het pad van rechtvaardigen is als een schijnend licht, dat gaandeweg helderder gaat schijnen tot het volledig dag is geworden.
Romeinen 9: 30 Wat zullen wij dan zeggen? Dit: dat de heidenen, die geen gerechtigheid hebben nagejaagd, gerechtigheid verkregen hebben, gerechtigheid echter die uit het geloof is. 31 Maar Israël, dat de wet van de gerechtigheid najaagde, is aan de wet van de gerechtigheid niet toegekomen. 32 Waarom niet? Omdat zij die niet uit geloof zochten, maar als uit werken van de wet. Want zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, 33 zoals geschreven staat: Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een struikelblok. En: Ieder die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. Spreuken 11:21 Hand op hand het kwade zal niet onschuldig zijn, maar het nageslacht van rechtvaardigen zal ontkomen.
Mattheus 6: 31 Wees daarom niet bezorgd en zeg niet: Wat zullen wij eten? of: Wat zullen wij drinken? of: Waarmee zullen wij ons kleden? 32 Want al deze dingen zoeken de heidenen. Uw hemelse Vader weet immers dat u al deze dingen nodig hebt. 33 Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden. Romeinen 14: 17 Want het Koninkrijk van God bestaat niet uit eten en drinken, maar uit gerechtigheid en vrede en blijdschap in de Heilige Geest. 18 Want wie Christus in deze dingen dient, is welbehaaglijk voor God en in achting bij de mensen.
Romeinen 10: 8 Maar wat zegt zij? Dicht bij u is het Woord, in uw mond en in uw hart. Dit is het Woord van het geloof, dat wij prediken: 9 Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. 10 Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid. Spreuken 12:21 De rechtvaardige zal geen enkel verderf overkomen, maar de goddelozen zullen door onheil overstelpt worden.
Galaten 5: 22 De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Romeinen 5: 17 Want als door de overtreding van de ene de dood geregeerd heeft door de ene, veel meer zullen zij die de overvloed van de genade en van de gave van de gerechtigheid ontvangen, in het leven regeren door de Ene, namelijk Jezus Christus.
Johannes 6: 51 Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is; als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. En het brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees, dat Ik geven zal voor het leven van de wereld. 53 Jezus dan zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als u het vlees van de Zoon des mensen niet eet en Zijn bloed niet drinkt, hebt u geen leven in uzelf. 55 Want Mijn vlees is het ware voedsel en Mijn bloed is de ware drank. 56 Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. 57 Zoals de levende Vader Mij gezonden heeft, en Ik leef door de Vader, zo zal ook wie Mij eet, leven door Mij.