VERSLAG VAN HET OVERLEG MET NGO S OP 8 JULI 1999 OVER DE WTO EN DE BEOOGDE NIEUWE WTO-ONDERHANDELINGEN Aanwezig : Ministerie van Economische Zaken : Van Overbeeke; v.d. Leeuw, mw. Lapidaire, Sas, Sikkel Ministerie van Buitenlandse Zaken : Provó Kluit, mw. Louiszoon; NGO s : van Beek (Landelijke Vereniging voor Wereldwinkels), mw. Bruil (werkgroep Globalisering Delft), mw. de Boer (werkgroep Globalisering Delft), Ensing (Fair Trade), mw. Hak (Amnesty International), Oostrijk (Zuid-Noord Federatie), Verlinden (VoMiGEN), mw. Vermeulen (FNV/mondiaal), de Vries (NOVIB), Wesselink (Pax Christi); mw. Zeldenrust (SOMO), Afwezig met bericht : Amnesty International (mw. Crijns), Consumentenbond (Koole); Dierenbescherming (mw. Kleekamp), Greenpeace (mw. Voogd); LN&V (mw. Parzer); Solidaridad (Douglas); SZW (mw. van Leur); Tools for Transition (van Bennekom), VROM (Brieskorn); Both Ends (Wiertsema) Afwezig zonder bericht : ANPED (v.d. Gaag); Centrum voor Landbouw en milieu (Hees); Jongeren Milieu Aktief (Kuiper), Landelijke India Werkgroep (Oonk); MAI niet gezien, Leiden (Schoenmaker), MAI niet gezien, Amsterdam (Schut); Max Havelaar (Bolsscher), Naar een ander Europa (Hoedeman); NCDO (Waarts); Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (mw. Veraart), Nederlands Comité IUCN (Wesselius), Nederlands Juristencomité Mensenrechten (mw. Jägers); Stichting Natuur en Milieu (Kuneman), Vereniging Milieudefensie (mw. Bloemink), WNF (Braakhekke) Uitgereikte documenten : - verslag NGO-bijeenkomst 3 juni 1999 (staat ook op het web); - Stop Kinderarbeid - flyer FNV - Brief Staatssecretaris Ybema aan de heer de Waal (FNV) over arbeidsnormen en de WTO. VERSLAG Tijdens de bijeenkomst is gesproken over cluster IV Arbeid en Mensenrechten. De discussie is gevoerd aan de hand van twee centrale vragen: wat kan de NL overheid doen t.a.v. naleving van fundamentele normen door andere overheden; wat kan de NL overheid doen t.a.v. naleving van fundamentele normen door het NL bedrijfsleven. r:/~onderwr.afd/wto/ngo/wto-ngo6.doc een en NO/100
Wat kan de NL overheid doen t.a.v. naleving van fundamentele normen door andere overheden Een aantal NGO s (o.a. Amnesty International en Pax Christi) heeft aangegeven dat de NL overheid in ieder geval de internationale normen die zij geratificeerd heeft na moet leven. De NL overheid zou tevens in contacten met andere landen het bewustwordings-proces op gang moeten brengen en begrip moet kweken voor de naleving van fundamentele normen. BuZa (mw. Louiszoon) wijst erop dat de rol van de overheid mede bepaald wordt door de vraag welke fundamentele normen moeten worden nageleefd. Zo zal de overheid zich moeten onthouden van handelen dat een inbreuk vormt op bijv. politieke rechten - geen regels opstellen die vrijheid van meningsuiting onmogelijk maken. Bij naleving van bijv. sociale en culturele rechten zal de overheid daarentegen juist handelend moeten optreden. Een aantal NGO s (o.a. FNV, Fair Trade, Landelijke Vereniging van Wereldwinkels, Pax Christi, SOMO en de Zuid-Noord Federatie,) wil graag weten welke rol de NL overheid ziet weggelegd voor de WTO en dringt aan op opname van een sociale clausule in de WTO. Ook wordt aangegeven dat het wenselijk is om mogelijkheden te creëren voor sancties / invoerverboden bij flagrante en voortdurende schending van fundamentele normen. Ook zou een comité handel en arbeidsnormen in het leven moeten worden geroepen. EZ (Van Overbeeke) geeft aan dat zware schendingen van mensenrechten aangepakt worden via multilaterale boycots in VN- en EU-verband (o.a. Servië). Bij minder ernstige schendingen verdienen dergelijke boycots niet de voorkeur. Het instellen van sancties lost het probleem overigens niet op. Positieve maatregelen (o.a. technische assistentie, scholing, preferenties 1 ) zijn veel doelmatiger. In de praktijk is gebleken dat via economische contacten meer bereikt kan worden. De NL overheid ontmoedigt het NL bedrijfsleven dan ook niet om te investeren. EZ (v.d. Leeuw) merkt op dat de NL overheid geen voorstander is van opname van een sociale clausule in de WTO. Ook de Europese Commissie en de Lid-Staten zijn zeer terughoudend op dit terrein. De NL overheid wil in Seattle overigens wel de discussie over het belang van naleving van fundamentele normen gaande houden. In Seattle zal ook gepleit worden voor het versterken van de samenwerking tussen de WTO en de International Labour Organisation (ILO). De instelling van een werkgroep handel en arbeidsnormen in de WTO is niet haalbaar / een brug te ver. Dit komt met name door de weerstand uit ontwikkelingslanden. Een aantal NGO s (o.a. FNV, Landelijke Vereniging van Wereldwinkels, Fair Trade, Pax Christi en de Zuid-Noord Federatie) blijft van oordeel dat het sanctie-instrument gehanteerd moet kunnen worden. Een NGO (Fair Trade) pleit verder voor het geven van preferenties voor producten met keurmerken. Ook zouden duurzaam geproduceerde goederen in aanmerking moeten komen voor vrijstelling van BTW. 1 Brazilië is een WTO-panelprocedure gestart, omdat het van oordeel is dat bepaalde preferenties verleend aan landen i.v.m. het door hen gevoerde drugsbeleid niet WTOconform zijn. r:/~onderwr.afd/wto/ngo/wto-ngo6.doc twee en NO/100
EZ (Van Overbeeke) merkt op dat de doelstelling - naleving van fundamentele normen - door iedereen onderschreven wordt. Er zal verschil van inzicht blijven bestaan over de manier, waarop dit doel het beste bereikt kan worden. Sancties worden door de overheid niet gezien als effectief middel voor het bereiken van het doel. De suggesties voor positieve maatregelen als BTW-vrijstelling en preferenties voor duurzaam geproduceerde goederen en diensten klinken aardig, maar vallen in de praktijk niet uit te werken. Los van het feit dat dergelijke maatregelen in strijd met de WTO-regels zijn, rijzen vragen als Wat is een duurzaam geproduceerd goed? BuZa (mw. Louiszoon) vraagt zich ook af in hoeverre ontwikkelingslanden en bedrijven in die landen in staat zijn om aan onze normen te voldoen of de middelen hebben om een effectief etiketteringssysteem op te zetten. Een NGO (werkgroep Globalisering Delft) wijst op het belang van beleidscoherentie en pleit voor invoering van een coherentietoets. EZ (v.d. Leeuw) geeft aan dat beleidscoherentie belangrijk is. In NL wordt via interdepartementale coördinatiemechanismen zorg gedragen voor de coherentie van het NL beleid. Ook in de EU en de WTO wordt het belang van beleidsafstemming tussen verschillende instanties steeds meer ingezien (De EU zal daar binnenkort in Genève voorstellen voor doen). Wat kan de NL overheid doen t.a.v. naleving van fundamentele normen door het NL bedrijfsleven. Een aantal NGO s (o.a. Amnesty International en Pax Christi) geeft aan dat de verantwoordelijkheid voor naleving van fundamentele normen door bedrijven primair bij het bedrijfsleven zelf ligt. De overheid zou moeten begeleiden en stimuleren. Eerdergenoemde NGO s zijn hierover de dialoog met het bedrijfsleven aangegaan. In die gesprekken is onder meer gewezen op de OESO-richtsnoeren voor multinationals en de verklaring van de ILO over fundamentele beginselen en rechten op werk. Deze verklaring richt zich rechtstreeks tot bedrijven. In de gesprekken met het bedrijfsleven wordt ook aangegeven welke elementen in ieder geval in een gedragscode zouden moeten worden opgenomen. Pax Christi en Amnesty International hebben daarover een boekje geschreven. Genoemde NGO s zijn van oordeel dat het niet mogelijk / zinvol is dat de overheid met een modelgedragscode komt. Een NGO (Amnesty International) meldt dat de discussie over gedragscodes van individuele bedrijven ook op de agenda van de ILO heeft gestaan. Een aantal landen ziet een rol weggelegd voor de ILO bij de naleving van gedragscodes van individuele bedrijven. Een aantal andere (ontwikkelings-)landen verzet zich hevig tegen een rol van de ILO op dit terrein. Om scheuring binnen de ILO te voorkomen is de materie voorlopig van de agenda gehaald. Een aantal NGO s (o.a. Pax Christi en SOMO) wil graag weten welke basisrechten volgens de NL overheid altijd moeten worden nageleefd door NL bedrijven. Een NGO s (SOMO) is van oordeel dat de NL overheid een modelgedragscode moet opstellen. Deze NGO is ook van oordeel dat er gezien de vele initiatieven van het bedrijfsleven behoefte is aan het stroomlijnen van gedragscodes. De consument wil weten welke gedragscodes in orde zijn. EZ (Sikkel) vraagt zich af wat het nut van een specifieke r:/~onderwr.afd/wto/ngo/wto-ngo6.doc drie en NO/100
NL modelgedragscode is, gezien het bestaan van gedragscodes opgesteld door individuele bedrijven en het bestaan van de OESO-richtsnoeren voor multinationals. EZ (Van Overbeeke) geeft aan dat de overheid bedrijven oproept de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen na te leven en individuele gedragscodes op te stellen. De ILO fundamentele normen vormen een referentiekader voor de bedrijven bij het opstellen van een gedragscode. Van Overbeeke geeft aan dat parlement en maatschappelijke organisaties van oordeel zijn dat de overheid op een aantal terreinen een actievere rol kan vervullen. Zo zou de overheid als aandeelhouder bedrijven toch kunnen wijzen op het belang van maatschappelijk verantwoord ondernemen en het hebben van een gedragscode. Ook zou de overheid financiële middelen die het in het kader van het export- en investerings-instrumentarium aan bedrijven heeft gegeven terug moeten kunnen vorderen wanneer deze bedrijven betrokken blijken te zijn bij corruptie. De overheid zou daarnaast NL bedrijven die in het buitenland de wet overtreden in NL moeten kunnen vervolgen. Op dit moment wordt bekeken wat er op de gevraagde terreinen mogelijk is. EZ (Sikkel) gaat in op de werkzaamheden t.a.v. de herziening van de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen. NL is voorzitter van de OESO-werkgroep die daarvoor is ingesteld. Juni 1999 is in de werkgroep gesproken over het thema milieu op basis van een door het OESO-secretariaat (investeringen en milieu) geproduceerd document. Het OESO-milieucomité (EPOC) is om advies gevraagd. Er is ook aandacht besteed aan vraagstukken op het gebied van transparantie, auditing, mededinging, informatieverschaffing, omkoping en promotie en implementatie van de richtsnoeren. De werkgroep zal september 1999 wederom bijeenkomen en zich dan buigen over algemeen beleid, consumentenzorgen en verschillende aspecten op het terrein van arbeidsnormen. Bepaalde documenten van de werkgroep zullen voortaan beschikbaar zijn voor Nederlandse NGO s, opdat zij vooraf een bijdrage kunnen leveren aan de discussie. De voorzitter van de werkgroep heeft overigens diverse informele contacten met diverse organisaties (o.a. BIAC, TUAC en WWF). Het WWF treedt op als contactpersoon voor diverse NGO s. NL heeft onder meer als inzet om de OESO-richtsnoeren ook toepasbaar te maken buiten het OESO-gebied. Tijdens een seminar zal de mening van ontwikkelingslanden hierover gevraagd worden. Diversen Waarnemerstatus ILO bij de WTO De ILO is geen waarnemer bij de WTO. Het is zinvol de ILO wel waarnemerstatus te geven. Recente ontwikkelingen in het kader van de ILO Mejuffrouw Hak (Amnesty International) heeft informatie verschaft over de recente ontwikkelingen in ILO-kader. De ILO heeft: # juni 1998 een verklaring heeft aangenomen over fundamentele beginselen en r:/~onderwr.afd/wto/ngo/wto-ngo6.doc vier en NO/100
rechten op werk. Deze verklaring verplicht de 174 landen partij bij de ILO om de beginselen vervat in de zeven core labour standards te respecteren en wereldwijde toepassing ervan te bevorderen. De ILO zal jaarlijks een rapport opstellen over de naleving van de beginselen. Ook zullen er landenrapporten worden opgesteld. # juni 1999 regels (een conventie en een aanbeveling) aangenomen gericht op het uitbannen van de ergste vormen van kinderarbeid. # juni 1999 een resolutie aangenomen met daarin een scherpe veroordeling van schending van de conventie inzake dwangarbeid door Myanmar. De ILO heeft Myanmar uitgesloten van hulp en ondersteuning. Seminar over maatschappelijk verantwoord ondernemen en gedragscodes Op 15 september 1999 zal een seminar plaatsvinden over maatschappelijk verantwoord ondernemen en gedragscodes. Het verslag van het seminar zal t.z.t. aan belangstellende NOG s ter beschikking worden gesteld. Overleg EZ - NGO s over de herziening van de OESO richtsnoeren voor multinationals vindt plaats op 14 september 1999 om 15.00 uur bij EZ. NGO s zijn van harte uitgenodigd om deel te nemen aan dit door EZ/BEB georganiseerde overleg. Bernard Kuiten (nu nog PV/Genève) zal per 1 september 1999 bij het WTOsecretariaat werkzaam zijn als liaison-officer voor NGO s. Dit betekent dat hij voor het gehele werkterrein van de WTO contacten zal onderhouden met de maatschappelijke organisaties. r:/~onderwr.afd/wto/ngo/wto-ngo6.doc vijf en NO/100