Sondevoeding in de thuissituatie Een richtlijn voor ouders



Vergelijkbare documenten
kindergeneeskunde Gegevens over de sonde en de voeding van uw kind Voedingsvoorschrift

Thuis sondevoeding geven aan uw kind (met een voedingspomp)

Het geven van sondevoeding door middel van hevelen aan uw kind thuis

Het geven van sondevoeding thuis Door middel van hevelen, baby s

Het geven van sondevoeding door middel van hevelen aan uw kind thuis

PATIËNTEN INFORMATIE. Sondevoeding thuis. Informatie voor ouders over het geven van sondevoeding aan hun kind thuis

Sondevoeding thuis. Kindergeneeskunde. Via neus-maagsonde. Inleiding. Sondevoeding. Toediening

Het geven van sondevoeding thuis

Patiënteninformatie. Sondevoeding geven aan uw kind

Algemene informatie over het geven van sondevoeding

Sondevoeding thuis Informatie voor ouders/verzorgers

Het geven van sondevoeding thuis

Flesvoeding Praktische tips

Het geven van sondevoeding thuis

Uw kind zelf sondevoeding geven in het ziekenhuis

Uw kind zelf sondevoeding geven in het ziekenhuis

Beademing. Afdeling Intensive Care Locatie Veldhoven

Handleiding sondevoeding: Training voor ouders

Sondevoeding thuis. Uw kind met sondevoeding naar huis

Geven van sondevoeding

Patiënteninformatie. Sondevoeding geven aan uw kind. Kindergeneeskunde: 1 e etage, routenummer 54, telefoonnummer:

Darmspoelen bij kinderen

Sondevoeding geven aan uw kind

Sondevoeding bij uw kind

Kindergeneeskunde. Patiënteninformatie. Thuis uw kind zelf sondevoeding geven. Slingeland Ziekenhuis

Flesvoeding Praktische tips

Omschrijving en doel van de behandeling

Plaatsen en verzorgen van een buikkatheter suprapubische katheter

Onderzoek van slokdarm en/of maag bij kinderen tot 12 jaar

Mictiecystogram Onderzoek van het functioneren van de blaas

RS-virus. Afdeling kindergeneeskunde Locatie Veldhoven

Kindergeneeskunde. Sondevoeding geven aan uw kind. Instructie voor ouders/verzorgers van kinderen tot 1 jaar

Handleiding sondevoeding: Training voor ouders

Endo-echografie EUS. Functieafdeling 2 Locatie Veldhoven

Subtitel voorpagina. Kinderen met sondevoeding in de thuissituatie

RS-virus. Afdeling kindergeneeskunde

Perifeer Ingebrachte Centrale Catheter (PICC-lijn)

Sondevoeding geven aan uw kind. Moeder en Kind Centrum

Sondevoeding bij een kind Het geven van sondevoeding in het ziekenhuis en thuis

Neusbloeding. Afdeling keel-, neus- en oorheelkunde

Patiënteninformatie. Sondevoeding geven aan uw kind. Kindergeneeskunde: 1 e etage, routenummer 54, telefoonnummer:

Slikken en kokhalzen

Informatie over lithium

Kindergeneeskunde. Sondevoeding geven aan uw kind. Instructie voor ouders/verzorgers van kinderen tot 1 jaar

Als drinken niet vanzelf gaat

Ontslagadviezen na een gynaecologische operatie herstel van een verzakking verwijdering van de baarmoeder

Urodynamisch onderzoek

Begeleiding thuis. Folder 3. Centrum Vrouw, Moeder & Kind Ziekenhuis Tjongerschans

Ontslagadviezen orthopedie na opname op de afdeling dagbehandeling

MRI of CT scan bij kinderen met sedatie

Omgang met uw baby Tips en adviezen

Ontslagadviezen cardiologie na opname op de afdeling dagbehandeling

Als drinken niet vanzelf gaat

24-uurs PH-metrie bij kinderen

Sondevoeding bij een kind

Leren drinken bij te vroeg geboren baby s

Ademtest. Functieafdeling Locatie Eindhoven

Na uw ziekenhuisopname weer naar huis checklist voor patiënten die het ziekenhuis gaan verlaten na een opname

Inbrengen van een maagsonde bij uw kind

Logopedie en Myotone Dystrofie de ziekte van Steinert

Sondevoeding bij kinderen

Sondevoeding in de thuissituatie

Pijn bij kinderen In het ziekenhuis

Sondevoeding thuis. Diëtetiek

Embolisatie vena Porta

Pijnbestrijding rondom de operatie

Longfunctieonderzoek bij kinderen

Geven van sondevoeding aan uw kind thuis

Ontslagadviezen keel-, neus- en oorheelkunde na opname op de afdeling dagbehandeling

Stoppen met pijnstillers bij medicatie-afhankelijke hoofdpijn

Ademtest. Afdeling interne geneeskunde & klinisch laboratorium Locatie Veldhoven

Voedsel- of geneesmiddelenallergie Eliminatie-provocatietest

Naar huis met een okseldrain

H 2 -ademtest bij kinderen

Hartritmemonitor Implantatie / verwijdering

CT onderzoek-enterografie dunne darm

Echografie bij kinderen

Spruw Candidiasis. Vrouw Moeder Kind-centrum

Behandeling op de röntgen Dagopname volwassenen

Laura heeft een blaasontsteking

Bronchoscopie. Afdeling longziekten Locatie Veldhoven

Informatie over leven voelen

Intermitterende katheterisatie bij kinderen De blaas op vaste tijden legen met behulp van een katheter

Met de drielumendarmsonde naar huis

Sondevoeding leren geven

Endo-echografie Inwendige drainage van de vochtcollectie bij de alvleesklier

Je rechten bij de dokter vanaf 12 jaar Informatie voor tieners

Sondevoeding geven aan uw kind.

Bewustzijnsverlaging (sedatie) door de sedationist tijdens behandeling/onderzoek

een slangetje in je neus Een maagsonde

De PEG-sonde Dagelijkse verzorging en het geven van voeding in de thuissituatie

Norovirus Help mee het Norovirus te bestrijden

Bloeddrukmeting 1-uurs / 24-uurs meting

Kinderen met sondevoeding

Kijkoperatie van de stembanden Microlaryngoscopie

Punctie / Drainage onder echogeleide Borst / Buik

Ileostoma Verzorging eendelig systeem

Verwijdering van de nier Laparoscopische nefrectomie

24 uurs PH-metrie bij kinderen

Transcriptie:

Sondevoeding in de thuissituatie Een richtlijn voor ouders Vrouw Moeder Kind-Centrum

Inhoudsopgave Inleiding 2 1. Wat is sondevoeding? 4 2. Waarom is sondevoeding nodig? 4 3. Het inbrengen van de sonde 5 4. Het geven van sondevoeding aan uw kind 7 5. Het verzorgen van de sonde 8 6. Het geven van medicijnen via de sonde 9 7. Drinken met een sonde 10 8. Problemen die zich thuis kunnen voordoen 10 Verslikken 10 De voeding wil niet door de sonde 11 Diarree en/of spugen 11 Obstipatie 12 Irritatie van de neus en/of een kapot neusgat 12 1

Inleiding Uw kind is nog niet in staat om zelf te drinken en heeft daarom sondevoeding nodig. Dit hoeft echter geen reden te zijn om uw kind in het ziekenhuis te houden. Een ziekenhuisopname is tenslotte voor zowel u als voor uw kind een stressvolle periode die de hechting en onderlinge band met elkaar niet ten goede komt. Voor de groei en ontwikkeling van uw kind is het natuurlijk wel belangrijk dat het, ook thuis, de juiste hoeveelheid voedingsstoffen binnen krijgt. Máxima medisch centrum heeft deze brochure ontwikkeld om u vertrouwd te laten raken met het geven van sondevoeding thuis. Voordat uw kind met sondevoeding naar huis gaat, kijken we samen met u naar de mogelijkheden en onmogelijkheden. Samen praten we over dingen waar u misschien tegenop ziet. Daarnaast zorgen we ervoor dat u in de periode voor ontslag voldoende kennis heeft opgedaan en vaardigheden heeft ontwikkeld om uw kind thuis sondevoeding te kunnen geven. De volgende onderwerpen zijn voor u belangrijk en komen in deze brochure aan bod: het nut van sondevoeding het inbrengen en het verzorgen van een sonde het geven van sondevoeding problemen die zich voor kunnen doen In de periode voor ontslag worden deze onderwerpen ook nog mondeling met u besproken en met u geoefend door de verpleegkundige. Tijdens het lezen van de informatie en het oefenen van de vaardigheden komen er ongetwijfeld vragen bij u boven. Op de afdeling lopen veel verpleegkundigen rond die uw vragen willen beantwoorden. Komen de vragen thuis, schrijf ze dan op en neem ze de eerst volgende keer mee om ze aan de verpleegkundige te stellen. 2

Wij helpen graag en vinden het, net als u, belangrijk dat u met alle vertrouwen uw kindje mee naar huis neemt! Team Zuigelingunit Máxima Medisch Centrum, Veldhoven De arts schrijft voor wat voor voeding uw kind nodig heeft. Uw kind krijgt: o Moedermelk o Nutrilon 1 o Anders: De sonde bij uw kind moet minimaal..keer per week/maand vervangen worden. 3

1. Wat is sondevoeding? Sondevoeding staat voor voeding die gegeven wordt door een sonde. Een sonde is een dun slangetje dat via één van de neusgaten door de keelholte en slokdarm naar de maag loopt. Er zitten kleine gaatjes in het voorste deel van de sonde. Dit gedeelte van de sonde ligt in de maag, via de gaatjes loopt de voeding in de maag. Het uiteinde van de sonde wordt afgesloten door middel van een dopje, dit gedeelte blijft buiten het lichaam. Door het dopje te openen kan voeding worden toegediend. 2. Waarom is sondevoeding nodig? Er kunnen verschillende redenen zijn waarom uw kind sondevoeding nodig heeft. Vaak heeft een kind niet de energie of mogelijkheden om zelf zijn flesje leeg te drinken. De oorzaak hiervan ligt in een onderliggend ziektebeeld of probleem, dit wordt/is door de arts met u besproken. Sondevoeding is een goede oplossing als uw kind niet in staat is om zelf voldoende voeding tot zich te nemen. Voordelen van sondevoeding: Sondevoeding kan zorgen voor een ontspannen voedingsmoment. Uw kind hoeft niet persé zelf te eten als hij of zij dat niet kan. Zelf eten kost uw kind veel energie, door het geven van sondevoeding wordt deze energie bespaard. Uw kind is hierdoor wakkerder waardoor hij/zij meer energie heeft om bijvoorbeeld te spelen. Als uw kind niet wil eten, kost dat u ook veel energie en inspanning. Sondevoeding kost u minder tijd en energie, waardoor u meer tijd heeft voor het doen van andere leuke dingen met uw kind. Met sondevoeding krijgt uw kind meer tijd om te rusten tussen de voedingen door. 4

3. Het inbrengen van de sonde Het inbrengen van de sonde is en blijft een vervelende ervaring voor uw kind. Door een logische werkwijze te hanteren kunt u dit ongemak zoveel mogelijk beperken. Het is afhankelijk van de leeftijd en aard van uw kind of u de sonde alleen of met zijn tweeën inbrengt. Wanneer u de sonde met twee personen inbrengt kan de één zich richten op het inbrengen en de ander op het troosten van uw kind. De sonde inbrengen: 1. Stel uw kind vooraf aan de handeling gerust door rustig en vriendelijk tegen hem of haar te praten. Geef uw kind als het wat ouder is iets lekkers of de fopspeen voorafgaand aan de handeling. 2. Leg de benodigdheden voor het inbrengen klaar, te weten: a. pleisters (dunne leukoplast, doormidden knippen, witte pleister op maat knippen). b. spuit van 2ml c. sonde 3. Was uw handen 4. Meet hoever de sonde in de maag moet komen. U meet vanaf de neus, langs het oor, via de hals tot aan het onderste deel van de borstkas (zie tekening). Teken de sonde op de juiste lengte af met een pen. Door deze manier van meten komt de sonde ongeveer halverwege de maag te liggen, als de sonde te diep of te ondiep zit kan uw kind gaan spugen of zich verslikken. 1. neus 2. via het oor 3. onderste deel borstkas 5

5. Maak het eerste deel van de sonde, aan de kant die u gaat inbrengen, nat met water. Een vochtige sonde maakt het inbrengen makkelijker. 6. Breng de sonde altijd in op een lege maag (dus niet net na een voeding). Leg uw kind plat neer of til het hoofd iets op. Breng de sonde langzaam in. Pak bij het inbrengen de sonde vooraan vast, zodra het voorste deel in het neusje zit de sonde iets naar beneden duwen, daarna doorschuiven. 7. Plak de sonde op de volgende manier vast: a. draai één stuk van de leukoplast om de sonde en plak het uiteinde op de neus b. plak een bredere leukoplast dwars op de neusbrug over de eerste pleister c. plak de sonde vast op de wang met een witte pleister 8. Controleer de plaats van de sonde. Zet het spuitje op het uiteinde van de sonde en probeer voeding op te trekken. Komt er geen voeding uit de sonde, spuit dan in één keer 2 ml lucht in de sonde en luister met uw oor of met een stethoscoop op de maagstreek naar een rommelend dof geluid. Wanneer u dit hoort dan zit de sonde goed. 9. Let altijd op de reactie van uw kind tijdens en na het inbrengen van de sonde. Let vooral op: onrust, hoesten, spugen of het uit de mond komen van de sonde. Hoesten kan erop wijzen dat de sonde in de luchtpijp zit. Bij braken kan de sonde uit de mond komen. In beide gevallen moet de sonde er voorzichtig worden uitgehaald en een nieuwe worden ingebracht. 10. Verwijder de sonde door eerst voorzichtig de pleisters los te halen, daarna kunt u de sonde in een vloeiende beweging uit de neus trekken. 11. Gebruik bij het opnieuw inbrengen van een sonde afwisselend het linker en rechter neusgat. Het is belangrijk dat de sonde goed op zijn plaats blijft, daarvoor gebruikt u de pleisters. De sonde kan zonodig van nieuwe pleisters worden voorzien als deze vies zijn of los raken. 6

De sonde kan het best verwijderd worden na de laatste voeding en voor de daarop volgende voeding weer worden ingebracht. Ook bij het uittrekken van de sonde door het kind zelf moet u een nieuwe sonde inbrengen voor de eerst volgende voeding. 4. Het geven van sondevoeding aan uw kind U heeft tijdens de opname van uw kind al geleerd om sondevoeding toe te dienen. Ook heeft u deze handeling toen geoefend. In deze periode was er altijd een verpleegkundige aanwezig die u hielp met het opstarten van de voeding, controleren van de sonde en achteraf doorspuiten van sonde. In de thuissituatie moet u deze taken ook zelf doen. Daarom zetten we hier de verschillende stappen op een rij. 1. Leg alle benodigdheden klaar, te weten: de verwarmde voeding 2 ml. spuit 20 ml. spuit 2. Was uw handen 3. Neem uw kind indien mogelijk op schoot tijdens het geven de sondevoeding en geef het kind afleiding. In het begin is het misschien makkelijker om uw kind in bed te leggen zodat u uw handen vrij heeft. 4. Controleer de sonde. Trek met de 2 ml. spuit ongeveer 0,5 ml. voeding op uit de maag. Lukt dit niet, spuit dan 2 ml. lucht door de sonde en luister met de stethoscoop op de maagstreek naar een dof rommelend geluid. Hoort u dit, dan zit de sonde goed. Als u geen voeding kunt optrekken en geen rommelend geluid hoort wanneer u lucht inspuit, verwijder dan de sonde en breng een nieuwe in. De sonde kan namelijk in de mond/keelholte of longen zitten in plaats van in de maag. 5. Controleer de temperatuur van de voeding, door een druppel op de binnenkant van uw pols te laten vallen. De temperatuur dient lauw/warm te zijn. 7

6. Trek de voeding op in de 20 ml. spuit en laat de voeding rustig inlopen. Sondevoeding geven moet ongeveer net zoveel tijd innemen als het geven van een flesje. (20-30 min.) 7. Stop met het geven van de voeding zodra uw kind onrustig wordt of begint te spugen. Probeer als hij/zij weer rustig is het resterende deel van de voeding te geven. 8. Spuit de sonde door met 1 ml. lucht als alle voeding gegeven is. Het doorspuiten van de sonde zorgt ervoor dat er zo min mogelijk oude voeding achterblijft in de sonde. De kans op verstopping wordt daarmee kleiner. 5. Het verzorgen van de sonde Om de sonde goed op zijn plaats te houden, is het belangrijk dat deze goed met pleisters zit vastgeplakt. De pleisters kunnen los laten, of door spugen vies worden. Dan is het nodig om de pleisters te vervangen, zonder dat de sonde vervangen hoeft te worden. Hieronder staat dit stap voor stap uitgelegd. Werkwijze: 1. Leg de nieuwe pleisters klaar. 2. Was uw handen. 3. Kijk tot hoever de sonde is ingebracht en schrijf het getal dat net buiten de neus te zien is op, als geheugensteun. 4. Verwijder voorzichtig de oude pleisters, gebruik hiervoor eventueel pleisterremover. Houd de sonde bij het verwijderen van de pleisters goed vast. 5. Kijk of de sonde niet verschoven is tijdens het verwijderen van de pleisters door te controleren of het getal dat bij stap 3 is opgeschreven ook nu nog net buiten de neus zichtbaar is. Schuif zonodig de sonde iets verder door of iets terug, zodat de sonde weer op de oude plaats zit. Plak de sonde vast met de nieuwe pleisters Omdat de sonde op de neus geplakt zit en via een van beide neusgaten naar binnen gaat is extra neusverzorging soms nodig. Naast het regelmatig verschonen van de pleisters, kunt u 8

de neusgaten ook schoonmaken met een gaasje/watje met water. Als uw kind snotterig is kunt u ook een zoutoplossing/neusspray gebruiken 6. Het geven van medicijnen via de sonde Het kan zijn dat uw kind thuis medicatie moet blijven gebruiken. De arts en/of verpleegkundigen bespreken met u of alle medicatie via de sonde toegediend mag worden en op welke manier u dit kan doen. In principe geldt voor het geven van medicijnen via de sonde de volgende werkwijze: 1. Poeder oplossen in een beetje voeding 2. Drankjes tot de juiste hoeveelheid optrekken met een spuitje 3. Was uw handen 4. Controleer de sonde 5. Spuit de medicijnen langzaam door de sonde 6. Spuit de sonde door met voeding of een beetje lucht. 7. Kijk naar de reactie van uw kind op de medicatie. In de tabel hieronder kan de te geven medicatie met dosering worden beschreven. Indien er in uw situatie sprake is van een aangepaste werkwijze m.b.t. de medicatietoediening kan deze door de verpleegkundige in de derde kolom worden beschreven. Medicijn Dosering/Tijd Toedieningswijze 9

7. Drinken met een sonde Kinderen hebben meestal geen last van hun sonde als deze eenmaal is ingebracht. In principe mag uw kind naast de sondevoeding ook gewoon flesjes blijven drinken. Dit is een goede manier om de zuig-slikreflex en de motoriek van het drinken te blijven oefenen. Hierbij is het wel belangrijk dat u de conditie van uw kind in het oog houdt en hem niet overprikkelt omdat u zo graag wil dat hij zelf drinkt. Belangrijk is dat uw kind de voedingen als prettig en ontspannen ervaart. Dit kan door uw kind, als het goed wakker is, een fles aan te bieden en zodra hij aangeeft deze niet meer te willen over te gaan op sondevoeding. In overleg met de arts of verpleegkundige kunnen hier met u afspraken over worden gemaakt. Tijdens de sondevoeding kunt u ook de zuigbehoefte van uw kind stimuleren door het op een speentje te laten zuigen. Dit is een positieve stimulatie, uw kind voelt de voeding in zijn buik en gaat hierdoor zuigen op zijn speen. Doordat hij de voeding niet hoeft door te slikken kost dit hem veel minder energie. 8. Problemen die zich thuis kunnen voordoen Als uw kind naar huis gaat met sondevoeding blijft dat voor u een spannend moment. Het is een ongewone manier van voeden in de thuissituatie en het kan tijd kosten voordat u en uw kind daaraan wennen. Om te voorkomen dat u thuis voor verassingen komt te staan, worden hieronder een aantal problemen beschreven. Daarbij worden ook mogelijke oplossingen gegeven. Belangrijk is dat u in uw eigen situatie uw kind goed observeert. Als u twijfelt vraag dan altijd een arts of (wijk-) verpleegkundige om hulp. Verslikken de voeding is in de luchtweg gekomen De belangrijkste signalen die uw kind laat zien als er sprake is van voeding in de luchtweg zijn hoesten of problemen met de 10

ademhaling. De ademhalingsproblemen kunnen zich uiten in kortademigheid, snelle ademhaling, hoorbare ademhaling. Mogelijke oorzaken van dit probleem zijn: 1. De sonde zit niet goed: controleer de sonde en verwijder deze zonodig. Zijn de symptomen verdwenen na het verwijderen? 2. De voeding is te snel achter elkaar gegeven. Dit kon de maag niet verwerken, de voeding komt omhoog wacht minimaal 1 uur voor het geven van de volgende voeding. Als de symptomen na bovenstaande handelingen niet zijn verdwenen maar aan blijven houden raadpleeg dan uw huisarts. De voeding wil niet door de sonde Oorzaken van het niet door kunnen spuiten van de voeding kunnen zijn: 1. Er zit een knik in de sonde verwijder de knik uit de sonde. Als dit niet lukt dan de sonde verwijderen en een nieuwe inbrengen. 2. De sonde zit verstopt door medicijnen of oude voeding. spuit 2 ml. water met een beetje kracht door de sonde. Trek dit water weer terug tot het water in de sonde beweegt. Geef medicijnen die tot verstopping van de sonde kunnen leiden als eerste voor de voeding, en spoel de sonde daarna direct door met wat water of voeding. Als u de sonde niet meer door kunt spuiten dan dient u een nieuwe sonde in te brengen. Diarree en/of spugen Uw kind heeft last van buikkrampen, misselijkheid of een opgezette buik Diarree en spugen kunnen veroorzaakt worden door: 1. De voeding is te snel gegeven 11

geef de voeding langzamer of hevel de voeding (hevelen is het laten inlopen van de voeding op basis van de zwaartekracht dus niet spuiten). 2. De voeding is te koud of te warm gegeven controleer de temperatuur voor het geven van de voeding, door een druppel voeding aan de binnenkant van uw pols te laten vallen. 3. De voeding is bedorven door onjuist bewaren of slechte hygiëne schoon materiaal gebruiken, handen wassen voor de bereiding, de voeding niet langer dan 24 uur bewaren. 4. De sonde is in de twaalfvingerige darm gekomen. meet met een andere sonde of de sonde te diep in het lichaam zit, zonodig de sonde iets terug trekken. 5. Er zit teveel lucht in het maag-darmstelsel. Probeer via de sonde zoveel mogelijk lucht uit de maag te halen. Obstipatie Uw kind heeft langer dan 3 dagen geen ontlasting Obstipatie bij uw kind kan veroorzaakt worden door de samenstelling van de voeding of door medicatie. Als u merkt dat uw kind gedurende drie dagen geen ontlasting heeft gehad kunt u het buikje van uw kind zacht masseren en door de beentjes naar de buik te brengen, hem helpen te ontlasten. Blijft de obstipatie aanhouden raadpleeg dan een arts. Irritatie van de neus en/of een kapot neusgat Irritatie van de neus kan veroorzaakt worden doordat de sonde teveel tegen de rand van de neus hangt of tegen de rand van de neus drukt. Het is belangrijk dat u ervoor zorgt dat u bij het vastplakken van de sonde de neus zoveel mogelijk vrij houdt. De irritatie kan ook veroorzaakt worden door de pleisters. Als dit het geval is kan het helpen om de pleisters regelmatig te vervangen. Mocht dit laatste niet helpen dan kunt u een ander soort pleister proberen. 12

Houd de plek van irritatie zoveel mogelijk vrij, plaats de sonde in het andere neusgat en plak de pleister zo, dat deze niet op de geïrriteerde plek zit. Vragen over de folder Heeft u naar aanleiding van deze folder nog vragen dan kunt u deze stellen aan de behandelend arts en medewerkers van de afdeling. U kunt de zuigelingenunit bereiken via telefoonnummer (040) 888 9371. 13

Notities Heeft u vragen over de informatie in deze brochure? We raden u aan ze hier op te schrijven. Zo weet u zeker dat u ze niet vergeet. 14

Máxima Medisch Centrum www.mmc.nl Locatie Eindhoven: Locatie Veldhoven: Ds. Th. Fliednerstraat 1 de Run 4600 Postbus 90 052 Postbus 7777 5600 PD Eindhoven 5500 MB Veldhoven De informatie in deze folder is van algemene aard en is bedoeld om u een beeld te geven van de zorg en voorlichting die u kunt verwachten. In uw situatie kunnen andere adviezen of procedures van toepassing zijn. Deze folder is dan ook slechts een aanvulling op de specifieke (mondelinge) voorlichting van uw specialist of behandelaar. MMC.614.206_12_11