Inspectierapport Het Buitenschoolse Net, Locatie Maanvlinder (BSO) Landbouwlaan 154 5351MA Berghem Registratienummer 163909738 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Oss Datum inspectie: 04-12-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 11-12-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Bso Maanvlinder is onderdeel van Het Buitenschoolse Net, deze heeft meerdere locaties kinderopvang binnen de gemeente Oss. De Maanvlinder biedt opvang aan maximaal 30 kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar en heeft drie mentorgroepen met 2 vaste beroepskrachten. Deze bso is gehuisvest binnen basisschool de Fonkeling, Tweede Stroming en heeft de beschikking over een deel van de bovenverdieping. Deze is ingericht met enkele speelhoeken (o.a. bouwhoek, leefhoek, tienerhoek). Er mag daarnaast gebruikt gemaakt worden van het computerlokaal en een ander gedeelte van de bovenverdieping, hier staan tafels en kan gegeten en gedronken worden met kinderen. De buitenspeelruimte van de basisschool wordt gebruikt, deze is recent opnieuw ingericht en biedt de kinderen een uitdagende, natuurlijke speelomgeving. Inspectiegeschiedenis Er zijn geen relevante of zwaarwegende feiten te benoemen die relatie hebben tot deze inspectie. Jaarlijks onderzoek 4 december Er heeft een onaangekondigde inspectie plaats gevonden. In dit onderzoek is de nadruk gelegd op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met het domein 'personeel & groepen'. Bevindingen Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat In dit domein is beoordeeld of het pedagogisch beleidsplan voldoet aan de gestelde voorwaarden en/of de beroepskrachten handelen conform dit opgestelde pedagogisch plan. Er is een oordeel gegeven wat betreft de uitvoering van de pedagogische praktijk op de groep(en). Het oordeel is tot stand gekomen door middel van observatie in de praktijk en door gesprekken met de beroepskrachten. Bij het beoordelen van de observatie en/of het pedagogisch beleidsplan is uitgegaan van "het pedagogisch curriculum van het jonge kind" en de 4 basisdoelen van M. Riksen-Walraven, die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang (2005), dit zijn: 1. Het bieden van emotionele veiligheid. 2. De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competenties. 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Conclusie Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleid- en werkplan. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groepen. Observatie praktijk De bso staat deze middag in het teken van Sinterklaas: er zijn pakjes gebracht op de bso! Door middel van een dobbelspel mogen de kinderen om de beurt een van de pakjes uitpakken. Er wordt door de beroepskrachten zorg gedragen dat ieder kind minstens één cadeau uitpakt. De sfeer op de groep is positief, de kinderen doen over het algemeen enthousiast mee en hebben oog voor het spel. Een enkel groepje jongens is met momenten vooral druk met elkaar aan het kletsen maar hebben zichtbaar plezier. Er worden grapjes gemaakt door beroepskrachten maar ook soms kinderen: een kind pakt een cadeau uit en roept dan: "Jaa! Die wilde ik al mijn hele leven hebben!" De kinderen en beroepskrachten lachen hierom. Er worden sinterklaasliedjes afgespeeld en er worden enkele pepernoten uitgedeeld. Als de beroepskrachten opmerken dat het spel te langdradig wordt, wordt er een variant op het spel geïntroduceerd waardoor de vaart er in blijft en kinderen enthousiast blijven. Als kinderen een cadeau uitpakken, laten ze dit zien aan de rest van de groep. Gebeurt dit niet vanuit het kind, dan stimuleert de beroepskracht de kinderen om het aan de rest te laten zien: "X. laat je het cadeau ook even aan die tafel zien?" Beroepskrachten lopen verspreid door de ruimte langs de kinderen en hebben geregeld korte gesprekjes met de kinderen. Kinderen worden indien nodig toegesproken op gedrag: "Jongens, kunnen jullie wat zachter doen? Ik kan het zo niet horen en dat vind ik heel jammer." Alle ontvangen cadeaus zijn voor op de bso en worden op een tafel neergezet. Als het spel ten einde is en alle cadeaus zijn uitgepakt kunnen de kinderen naar de tafel lopen en zien wat er allemaal is gekregen. Sommige kinderen kunnen niet wachten om er mee te spelen maar eerst gaat de groep naar buiten om te spelen om de energie kwijt te kunnen. Als alle kinderen buiten zijn, verspreiden de beroepskrachten zich over de speelruimte. Soms mengen zij zich in het spel (bijvoorbeeld mee voetballen). Er is toezicht op de kinderen en beroepskrachten grijpen snel in bij negatieve interacties of bij kleine ongelukjes. Kinderen zoeken 4 van 10
beroepskrachten op indien nodig, bijvoorbeeld als zij wat willen vragen. Er is dan voldoende aandacht voor de kinderen: een meisje is gevallen en zoekt troost bij een beroepskracht. Deze tilt uiteindelijk het meisje op die zich dan getroost voelt en niet meer huilt. Conclusie Op basis van de observatie is te concluderen dat de pedagogische praktijk voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen. Gebruikte bronnen: Interview (beroepskrachten) Observaties (maandag 4 december: 15:15 tot 16:35 uur) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan 5 van 10
Personeel en groepen Binnen dit onderdeel is onderzocht of de beroepskrachten een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG) en een passend diploma hebben. Ook is gecontroleerd of men voldoet aan de gestelde eisen wat betreft de opvang in groepen en de beroepskracht-kindratio. Conclusie Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten beschikken over een verklaring omtrent het gedrag (VOG) welke voldoet aan de gestelde eisen. De dit jaar in dienst getreden beroepskrachten hebben hun VOG overlegd voor aanvang van de werkzaamheden. Passende beroepskwalificatie De (aanwezige) beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Bso Maanvlinder heeft 3 mentorgroepen van ongeveer 10 kinderen per mentorgroep. Er zijn vaste beroepskrachten gekoppeld aan deze mentorgroepen. De indeling van de mentorgroepen is inzichtelijk via een white-board welke hangt in de groep. Tijdens de inspectie zijn de 3 mentorgroepen bij elkaar gevoegd vanwege de speciale sinterklaasactiviteit. Beroepskracht-kindratio Er is een steekproef genomen in de praktijk: er waren 24 kinderen met 3 beroepskrachten. Dit is conform de gestelde eisen (http://1ratio.nl/bkr/#/). Gebruikte bronnen: Interview (beroepskrachten) Observaties (maandag 4 december: 15:15 tot 16:35 uur) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Arbeidscontracten Presentielijsten (week 49) Personeelsrooster (week 49) 6 van 10
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Het Buitenschoolse Net, Locatie Maanvlinder Website : http://www.buitenschoolsenet.nl Aantal kindplaatsen : 50 Gegevens houder Naam houder : Het Buitenschoolse Net Adres houder : Rossinistraat 9 Postcode en plaats : 5344AK Oss Website : www.buitenschoolsenet.nl KvK nummer : 17109926 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA Tilburg Telefoonnummer : 088-3686845 Onderzoek uitgevoerd door : I Kanters Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Oss Adres : Postbus 5 Postcode en plaats : 5340BA OSS Planning Datum inspectie : 04-12-2017 Opstellen concept inspectierapport : 07-12-2017 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 11-12-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 11-12-2017 Verzenden inspectierapport naar : 11-12-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 01-01-2018 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10