AVONDGEBED onderweg naar Pesach ter afsluiting van het tweede symposium in memoriam Henk Vreekamp, bijna twee jaar na zijn overlijden (29 februari 2016) woensdag, 7 februari 2018 in de synagoge van Zwolle
PSALMGEBED Psalm 114-2 -
Psalm 114 (NBV) 1 Toen Israël wegtrok uit Egypte, het volk van Jakob dat vreemdtalige land verliet, 2 werd Juda zijn heiligdom, Israël zijn koninkrijk. 3 De zee zag en vluchtte, de Jordaan trok zich terug, 4 de bergen schrokken op als rammen, als lammeren sprongen de heuvels op. 5 Waarvoor, zee, neem je de vlucht, Jordaan, trek jij je terug? 6 Waarvoor, bergen, schrikken jullie op als rammen, springen jullie, heuvels, als lammeren op? 7 Voor het aanschijn van de Heer, beef, aarde! voor het aanschijn van de God van Jakob. 8 Hij verandert de rots in een bron, hard gesteente in een stroom van water. - 3 -
WOORD ONDERWEG EXODUS 1 w éllè shmot bnee jisra eel: En dit zijn de namen van de kinderen van Israël. Namen en nog eens namen. Slaven hebben geen namen, hooguit nummers. De bnee jisra eel hebben klinkende namen, Zie een zoon, Reu veen Binjamin, Gelukskind. Ze waren uit Jakobs heup uitgegaan, lezen we. Straks zullen ze ook Egypte uitgaan. Maar nu nog niet. Eerst nog die oude belofte: uitbreken in menigte. Alsof ze meegeluisterd hebben bij de schepping: ga, vermenigvuldig je, vul de aarde, of nu: vul het land. Dan komt er een kink in de kabel. Een koning, het zal eens geen koning wezen. Altijd hetzelfde met koningen, zeker als ze Jozef niet hebben gekend. Egypte is vol, roept hij, straks zijn we in de minderheid, en overvleugelen ze ons. Zet ze aan het werk, maak ze zo kapot dat ze te moe zijn om kinderen te verwekken. Een slavernijverleden moeten we hebben. Straks zullen de volken zeggen: Die Egyptenaren wisten ermee om te gaan. En ze weten van wanten, tot in het kraambed toe. Ogen die meegluren: Is het een zoon, een zoon van Israël, maak hem dood. Een meisje moet je haar laten leven. Maar koningen rekenen verkeerd. - 4 -
Buiten de Heilige in elk geval, voor wie elk kind telt. Die een paar vrouwen bereikt, klinkende namen: Sifra en Pua, haar aanspreekt op chèsed w e emèt, waaraan de Eeuwige zelf zo rijk is: trouw tot op het bot. Ze zouden ook Chawwa hebben kunnen heten: Léven gun ik je, betekent dat. De koning komt er niet meer bij. Wat hij nog kan doen is bevelen geven: alle pasgeboren jongens in de Nijl laten gooien. Voer voor de wilde dieren. Tot die éne die straks in zijn arkje uit het water wordt gevist om Israël te redden. Uit het water redden, daar heeft de Heilige iets mee. GEBEDEN Avondgebed v. Geprezen zijt Gij, Eeuwige, onze God, Koning van de wereld die door uw woord het avond laat worden, met wijsheid de poorten van de hemel opent en met begrip de tijdsindeling van de dag wijzigt, en met regelmaat de sterren hun baan langs het firmament laat beschrijven. Geprezen zijt Gij, Schepper van dag en nacht, die het licht laat wegvallen voor de duisternis, en de duisternis voor het licht. Gij laat de dag voorbijgaan en de nacht komen, en maakt onderscheid tussen dag en nacht. Geprezen zijt Gij, Eeuwige-Tsebaot is uw Naam, levende bestendige God, die steeds koning over ons zal zijn, nu en altijd, in de eeuwen der eeuwen. a. Geprezen zij Gij, Eeuwige die het avond laat worden. - 5 -
Litanie v. Tot U roepen wij: Wat is de mens dat Gij zijner gedenkt, a. de mensenkinderen dat Gij naar hen omziet? v. Waar is recht, dan bij U alleen? a. Ontferm U dan, Gij ENE en Eeuwige! v. Tot U roepen wij: omwille van mensen, vernield en beschadigd: Wat is de mens dat Gij zijner gedenkt, a. de mensenkinderen dat Gij naar hen omziet? v. Waar is recht, dan bij U alleen? a. Ontferm U dan, Gij ENE en Eeuwige! v Tot U roepen wij omwille van mensen in de diepte, op de vlucht, gemarteld, gedood: Wat is de mens dat Gij zijner gedenkt, a. de mensenkinderen dat Gij naar hen omziet? v. Waar is recht, dan bij U alleen? a. Ontferm U dan, Gij ENE en Eeuwige! v Tot U verheffen wij onze stem en blijven roepen tegen alle wanhoop in: Wat is de mens dat Gij zijner gedenkt, a. de mensenkinderen dat Gij naar hen omziet? v. Waar is recht, dan bij U alleen? a. Ontferm U dan, Gij ENE en Eeuwige! - 6 -
Voorbede v Gedenk dan de ontelbaar velen die gèèn grond onder de voeten hebben, nergens meer kunnen wortelen, bedreigd als zii worden. nergens meer veilig. Dat bevrijding uit de slavernij, ruimte en tijd van verademing hun deel zal zijn, hier en overal op de aarde die Gij geschapen hebt. Vernieuw het aanschijn van deze aarde, verenig ons met wie zijn voorgegaan op de weg van geloof, hoop en liefde. En behoed in ons het visioen van uw koninkrijk. a. Onze Vader in de hemel, laat uw Naam geheiligd worden op aarde zoals in de hemel, laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel. Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was. En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad. Want aan U behoort het koningschap, de macht en de majesteit in eeuwigheid. Amen. - 7 -
Zegen v. De HEER gedenkt en zegent ons, a. zegenen zal Hij het volk van Israël, v. zegenen het huis van Aäron, a. zegenen wie de HEER vrezen, van klein tot groot. v. Moge de HEER u talrijk maken, u en uw kinderen. Moge de HEER u zegenen, a. Hij die hemel en aarde gemaakt heeft. v. De hemel is de hemel van de HEER, a. de aarde heeft Hij aan de mensen gegeven. v. Niet de doden loven de HEER, a. niet wie zijn afgedaald in de stilte, v. wij zijn het, wij zegenen de HEER, a. van nu aan tot in eeuwigheid. Halleluja! Uit Psalm 115 (NBV) voorgangers rabbijn Tamarah Benima dr. Piet van Midden, voorzitter Overlegorgaan Joden en Christenen ds. Hans Uytenbogaardt, emeritus secretaris eredienst PKN - 8 -