NT00152_842 Nadere Toegang op inv. nr 842 uit het archief van het Stadsbestuur Rhenen, 1337-1851 (152) H.J. Postema April 2015; versie januari 2017
Inleiding Dit document bevat regesten op een bundel pachtcontracten van het gasthuis te Rhenen over de periode 1560-1803. 2
Regesten 1560 Anthoenis van Drueten en Sander Jansz als gasthuismeesters verhuren voor 9 jaren aan Willem Cornelissen alias Haen van Reenen de plaats en erf, zoals die van Willems vader eertijds betimmerd en tot nu toe gebruikt is, staande tegenover het gasthuis. 18-2-1565 Rutger Velkener en Sweer Verhuet, gasthuismeesters, verhuren aan Cornelis Ringel een weikamp in de Nude, zoals Willem van Harn die voorheen pachtte, voor 9 jaren. 24-4-1565 Rutger Velkener, cameraar, en Sweer van der Huet, gasthuismeesters, verhuren aan Dirck Lijster 6 morgen bergland tussen heer Henrick Lijstersland en de Hersp, zoals Gerrit Lijster dit voorheen pachtte, voor 9 jaren. 25-11-1568 Willem Vastrick, cameraar-gasthuismeester, en Eerst van Ewijck, gasthuismeester, verhuren aan Cornelis Hermansz van Suijll een kamp land genaamd de Halve Hoeff, gelegen te Achterberg. Renversaal akte voor 9 jaren. 17-1-1571 Willem Vastrick, gasthuismeester, en Willem van Harn, burgemeester, in absentie van Eerst van Ewijck, gasthuismeester, verhuren aan Gijsbert Pons x Geertruijt Jansz, in bijzijn van Johan de Roij, schout, Frans Verweij en Wouter van Sulen, schepenen, al des gasthuisland binnen- en buitendijks gelegen met huis en hof daarbij behorende, zoals Pons en Gijsbert Pons die voorheen pachtten, voor 9 jaren. 20-12-1573 Wouter van Suijlen en Claes Lijster, gasthuismeesters, in presentie van Sander Jansz en Hermen Scherpijnck, schepenen, mitsgaders Willem Vastrick, voorgaande gasthuismeester, verhuren aan Hendrick Jansz Bloem een weikamp in de Nude, zoals laatst gepacht door Cornelis Ringel, voor 9 jaren. 20-12-1573 Wouter van Suijlen en Claes Lijster, gasthuismeesters, in presentie van Hermen Scherpijnck, schepenen, mitsgaders Willem Vastrick, voorgaande gasthuismeester, verhuren aan Sander Jansz x Cornelia Jansdr een stuk land te Laar genaamd de Gasthuiscamp. Renversaal akte voor 9 jaren. 3
26-11-1574 Gasthuismeesters verhuren aan Ewout Aertsz een hofstede te Achterberg in de Dijk voor 9 jaren. 20-8-1576 Sander Jansz en Pelgrum Cornelisz, gasthuismeesters, verhuren aan Jan Aelbertsz Toll een stuk bergland gelegen bezijden de Doornenhoff, zoals dit laatst door Jan Jansz Slot is gebruikt, voor 9 jaren. 3-1-1580 Jan de Keijser en Adriaen Zweren, gasthuismeesters, hebben verhuurd aan Gijsbert Ponsen x Geertruijt Jansdr de bouwing in de Marsch. 20-12-1581 Jan de Keijser en Adriaen Verhuet Sweersz, gasthuismeesters, verhuren aan Sander Jansz x Cornelia Jans, een stuk land te Laer, genaamd de Gasthuiskamp. Renversaal akte voor 6 jaren. 4-12-1582 Jan de Keijser en Aeriaen Zweren, gasthuismeesters, verhuren aan Wouter Gerritsz een kamp land in de Neer Nude, voor 5 jaren. Op 23-4- 1589 wordt dit verhuurd aan Willem Jerefaesz. 12-1-1583 Jan de Keijser en Adriaen Zweeren, gasthuismeesters, verhuren aan Ewout Aertsz een hofstede in de Dijck, voor 6 jaren. 29-4-1584 Henrick van Eck en mr. Jacob van Eck, gasthuismeesters, verhuren aan Jan Aelbertsz Toll een stuk bergland bezijden de Doornenhoff. Renversaal akte. 31-12-1584 Henrick van Eck en mr. Jacob van Eck, gasthuismeesters, verhuren aan Aelbert Verweij 1,5 morgen bergland op de berg omtrent die Herspe, daar oostwaards en noordwaards mr. Adriaen van Stoutenborgh, zuidwaards mr. Rutger de Bruijns weduwe en westwaards Willem van Harns erfgenamen naast gelegen zijn, voor 6 jaren. 18-2-1585 Rutger Velkenaer en Sweer Henricksz, gasthuismeesters, verhuren aan Cornelis van Tyell een huis en hofstad met toebehoren te Achterberg in de Dijk, met een kamp land, genaamd Pluijerenscamp, en 2 morgen hooiland, voor 9 jaren. 15-3-1589 Aert van Eck en Wouter Hendricksz, gasthuismeesters, verhuren aan Gijsbert Ponsz x Geertruijdt Jansdr de bouwing binnen- en buitendijks in de Marsch, voor 9 jaren. 1-4-1589 Aert van Eck en Wouter Hendricksz, gasthuismeesters, verhuren aan Ewout Aertsz een hofstede te Achterberg, voor 1 jaar. 1-4-1589 Aert van Eck en Wouter Hendricksz, gasthuismeesters, verhuren aan Brant Roelofsz en Aert Herdeman de gasthuiscamp te Laar Achterberg, zoals Sander Jansz laatst gebruikt heeft, voor 1 jaar. 4
3-12-1589 De gasthuismeesters verhuren aan Ewout Aertsz een hofstede te Achterberg in de Dijck. Renversaal akte voor 6 jaren. 3-12-1589 Aert van Eck en Wouter Hendricksz, gasthuismeesters, verhuren aan Brant Roelofsz de gasthuiskamp te Laar, zoals Sander Jansz voor en Brant Roelofsz laatst gebruikt hebben, voor 1 jaar. 3-12-1589 Aert van Eck en Wouter Hendricksz, gasthuismeesters, verhuren aan Oth Bartsz een kamp land in de Nude voor 1 jaar. 30-11-1590 Cornelis Jansz en Aelbert Tonisz, gasthuismeesters, verhuren aan Jan Mom twee percelen land groot derdehalve morgen, gelegen omtrent de Galgenberg. Renversaal akte voor 6 jaren. 6-12-1590 Cornelis Tonisz en Aelbert Jorisz, gasthuismeesters, verhuren aan Brant Roelofsen de Gasthuiskamp te Laar Achterberg. Renversaal akte voor 1 jaar. 6-12-1590 Cornelis Tonisz en Aelbert Jorisz, gasthuismeesters, verhuren aan Willem Jerefaesz de Gasthuiskamp in de Neernude. Renversaal akte voor 1 jaar. 20-4-1591 Cornelis en Albert Toenisz, gasthuismeesters, verhuren aan Pelgrum Jerephaesz een kamp land waar het melatenhuis op placht te staan, gelegen voor de Westpoort, zoals Wouter Gerritsen het heeft gepacht, voor 6 jaren. 4-1-1592 De gasthuismeesters verhuren twee kampen land, de ene liggende te Laar, groot 8 morgen, half bouwland en half weiland, zoals Brand Roelofsz laatst in pacht heeft gehad. En de tweede kamp in de Meer Nude, groot 5 morgen weiland, die Willem Jeriphaesz laatst in pacht heeft gehad. Oth Bartsz heeft ingezet voor 36 gulden. Gerrit van Rijn heeft dit gepacht voor 47 gulden. Borgen: Rutger de Cruijff en Verweij. Brant Roelofsz heeft de kamp van 8 morgen ingezet voor 28 gulden. Rutger de Cruijff pacht dit voor 39 gulden. Borgen: Jan Aelbertsz Toll en Arien Petersz Cromsteven. 18-12-1593 Aert van Eck en Willem Vastrick, gasthuismeesters, in presentie van Henrick van Amerongen en Guert Dircksz Gudder, schepenen, verhuren aan Jan Jacobsz een bouwing te Achterberg in de Dijck, waartoe behoort een stuk bergland gelegen naast de Koeijtraeij en nog een stuk bergland gelegen bij de Preckstoel Achterberg, met nog 8 morgen bergland bij de Maechdenhegge en de auden Godt. Renversaal akte voor 6 jaren. Op 13-5-1599 zet Jan Jacobsz deze pacht over op Peter Jacobsz. 5
10-5-1595 Willem van Lienaer en Wouter Hendricksz, gasthuismeesters, in presentie van burgemeesters, verhuren aan Gosen Claesz het rechte gedeelte van zeker weerdland in de Grebbe, zowel weiland als bouwland. Renversaal akte. 4-2-1596 De gasthuismeesters verhuren aan Ewout Aertsz ¼ van een morgen hooiland gemeen liggende met Goessen Claesz tussen de Eem en Laeijgraeff, voor 6 jaren. 6-2-1596 Willem van Lijenaer en Wouter Hendricksz, gasthuismeesters, verhuren aan Goessen Claesz een halve morgen hooiland in de Horsbrand Achterberg met nog een halve morgen bouwland in de Wageningense Nude, zoals zaliger Wouter van Zuijlen die metter dood geruimd heeft en hem in zijn leven toebehoord hebben en het gasthuis bij testament zijn vermaakt. Voor 6 jaren. 9-2-1596 De gasthuismeesters, met de burgemeesters Adriaen Verhuet en Aert van Eck, verhuren aan Ewout Aertsz een hofstede met zekere landen te Achterberg in de Dijck. Renversaal akte. 20-3-1596 Wouter Henricksz Coster en Haermen Scharpinck, gasthuismeesters, accorderen met de rentmeester Bemmel vanwege het Agnietenconvent, op het behagen van de magistraat, dat het convent hun turf tot vier dagwerken toe zullen doen graven, beginnende van de Sandthaer opwaards naar de berg toe tot zolang zij komen met de sloot aan de Gasthuisweg, mits die van het convent een nieuwe sloot naast Aert Janszveen dat hij van hoemen gekocht heeft zullen opsteken. 12-1-1597 De gasthuismeesters verhuren aan Aelbert Verweij 3 morgen land omtrent de Galgenberg en nog 2 morgen op de berg bij de Harspe, voor 9 jaren. Renversaal akte. 10-2-1597 Harman Scharpinck en Wouter Hendricksz Coster, gasthuismeesters, verhuren aan Willem Jerefaesz het Melatenkampje. Renversaal akte voor 6 jaren. 6-12-1597 Ordonnantie dat de gasthuismeesters alleen mogen verpachten dan bij openbare verpachting en alleen aan personen die geen pachtschulden meer hebben. 30-1-1598 Verzoekschrift van Gijsbert Ponsen, won. in de Marsche, aan schout en gerecht te Rhenen, dat hij en zijn voorouders, zolang mensen memorie gedenken kan en langer in pacht heeft gebruikt en nog in pacht heeft een huis en bouwing in de Marsch. Hij wil een nieuwe pacht aangaan met het gasthuis. Het gerecht committeert de burgemeesters en schepen Ewick hiertoe. 6
30-1-1598 Aert van Eck en Pelgrum Cornelisz, gasthuismeesters, geassisteerd met Adriaen Verhuet en Bartholomeus Bruell, burgemeesters, mitsgaders van Frans van Ewick, schepen, verhuren aan Gijsbert Pons x Geertruijt Jansdr, een bouwing binnen- en buitendijks gelegen over de Rijn in de Marsche, groot 20 morgen, voor 9 jaren. 2-12-1599 Herman Scherpinck en Wouter Hendricksz Coster, gasthuismeesters, hebben verhuurd aan Peter Jacobsz een bouwing te Achterberg in de Dijck, waartoe behoort een stuk bergland gelegen naast de Koeijtraeij en nog een stuk bergland gelegen bij de Preckstoel Achterberg, met nog 8 morgen bergland bij de Maechdenhegge en de Auden Godt. Renversaal akte 12-9-1602 Gasthuismeesters verhuren aan Ewout Aertsz een hofstede te Achterberg in de Dijk. Renversaal akte voor 6 jaren. Op 27-11-1607 heeft Coendert Willemsz van Claes Cornelisz van Schoonhoven en Wouter Hendricksz als gasthuismeesters, geassisteerd met Bartolomeus Broell, schepen, en de secretaris, gehuurd de hofstede en 2 morgen land daartoe behorende, voor 6 jaren. Op 5-12-1619 hebben Cornelis van Schoonhoven, cameraar-gasthuismeester, en Johan Thonisz Slocker, gasthuismeester, deze hofstede verpacht aan Coendert Willemsz voor 6 jaren. 5-7-1604 Voorwaarden voor de verpachting van het volgende koorngewas: de derdegarf van het koorngewas door Peter Jacobsz op het gasthuisland gebouwd van 2 morgen 4 hont rogge en 2 hont weit, mitsgaders 3 morgen boekweit, waarvan 2 hont gelegen zijn in en op de hofstad waar hij woont en de resterende 2 morgen 4 hont rogge en 3 morgen boekweit achter de oude Jans, boven de Olden Godt benevens de Levendaelseweg alsook omtrent de koeheuvel. Het tweede perceel: de derdegarf van 3 morgen rogge en 1,5 morgen gerst en boekweit, liggende op de berg naast de eng, gekomen van zaliger Rutger de Bruijn, bij Gerrit Tijsz en Cornelis Cornelisz gebouwd, onder welke 3 morgen rogge en 1,5 morgen boekweit gecomprehendeerd zijn 5 hont rogge en 1 hont boekweit liggende bij het huis waar Cornelis Cornelisz in woont. Het derde perceel: de derdegarf van 8 hont gerst bij Jan Aelbertsz Toll gebouwd bij de Bantuijn gelegen. En 1 morgen boekweit bij Aelbert Verweij gebouwd gelegen naast Aert van Ecks land beneden Galgenberg. Het eerste perceel heeft Adriaen Verhuet gekocht voor 34 gulden. Borgen: Henrick van Rempst en Peter Ewit. Het 2 e perceel heeft Dries Driesz gekocht voor 21 gulden. Borgen: Cornelis Thonis Moll en Gerrit Brantsz Kits. Het 3 e perceel heeft Willem van Lienaer gekocht voor 19 gulden. Borgen: Willem Borck en Evert Lijster. 7
6-7-1605 Voorwaarden voor de verkoop van de derde garf van het volgende koorngewas: het eerste perceel: van het koorngewas bij Peter Jacobsz op het gasthuisland gebouwd van 3 morgen, een halve rogge en 3 morgen 2 hont boekweit. Het 2 e perceel: vierdehalve morgen rogge bij Gerrit Tijsz gebouwd met nog 2 morgen boekweit en 0,5 morgen haver door Gerrit Tijsz en Jan Dircksz gebouwd. Het 3 e perceel: 2 morgen 2 hont rogge met 1,5 morgen boekweit bij Jan Aelbertsz Toll en Aelbert Verweij doen bouwen. Het 1 e perceel gekocht door Peter Jacobsz voor 24 gulden. Borgen: Jan Aelbertsz Toll en Arie Aertsz. Het 2 e perceel gekocht door Jan Herbertsz voor 16 gulden. Borgen: Evert Lijster en Arien Aertsz. Het 3 e perceel gekocht door Jan Aelbertsz Toll voor 17 gulden. Borgen: Aelbert Verweij en Peter Jacobsz. z.j. Voorwaarden voor de verkoop van de derde garf van het volgende koorngewas. Het eerste perceel: bij Peter Jacobsz op het gasthuisland gebouwd. Het 2 e perceel door Gerrit Tijssen gebouwd. Het 3 e door Jan Toll en Aelbert Verweij gebouwd. Het 1 e perceel is door niemand gekocht. Hierna gekocht door Peter Jacobsz voor 20 gulden. Het 2 e perceel heeft Jan Aelbertsz Toll gekocht. Borgen: Arien Hendricksz en Peter Jacobsz. Het 3 e perceel heeft Jan Aelbert Toll gekocht. Borgen idem. 14-3-1612 Voorwaarden waarnaar de gasthuismeesters aan de meestbiedende in eeuwige erfpacht uitslaan zekere twee lege erven of hofstedekens gelegen aan de gasthuiskerk ten noorden alhier, breet zijnde ieder 20 voet en 40 voet lang. Het eerste heeft gepacht Jan Gerritsz voor 4 gulden. Borg: Gerrit Jansz. Het tweede heeft gepacht Bernt Petersz voor 4 gulden. Borg: Evert Dionijsz. 7-8-1613 Kopie van voorwaarden voor de afscheiding van de goederen van het gasthuis en Sander Jansz in Veenendaal 27-4-1619 Cornelis van Schoonhoven en Johan Thonisz Slocker, gasthuismeesters, verhuren aan Willem Gijsbertsz x Margriet Rutgersdr de gasthuisbouwing binnen- en buitendijks in de Marsch, groot omtrent 20 morgen, voor 6 jaren. 28-6-1619 Voorwaarden waarnaar Cornelis van Schoonhoven en Johan Thonisz Slocker, gasthuismeesters, hebben verpacht aan Claes Goossensz de helft van een weikamp genaamd D waeijweertgen, waarvan hem Claes Goossensz de andere helft competeert, strekkende van de Rhenense Grebbedijk tot in de Rijnstroom toe. En 0,5 morgen bouwland liggende in de Wageningense Nude. En 0,5 morgen hooiland. 8
16-12-1619 Gasthuismeesters accorderen met Oth Dircksz Duijm, won. Veenendaal, over de afgraving op de Santaer. 2-2-1625 Voorwaarden waarnaar Roelof Verweij en Willem Klerck, gasthuismeesters, hebben verpacht aan Reijer Aris een hofstede met 2 morgen hooiland en bouwland mitsgaders 2 hoven daaraan behorende gelegen Achterberg in de Dijck. Renversaal akte voor 6 jaren. 29-1-1626 Voorwaarden waarnaar Cornelis van Schoonhoven de oude, cameraar, en Johan Thonisz Slocker, gasthuismeesters, hebben verpacht aan Coendert Willemsz een hofstede met zekere landerijen te Achterberg in de Dijck. Renversaal akte voor 6 jaren. 29-1-1626 Voorwaarden waarnaar Cornelis van Schoonhoven de ouden, cameraar, en Johan Anthonissen Slocker, gasthuismeesters, hebben verpacht aan Willem Thonissen een bouwing te Achterberg in de Dijck bij de geruïneerde huijsinge ter Horst, met het huis daarop staande, waarbij behoort een partij land gelegen benevens de Koeijtraeij en een stuk bergland bij de Preeckstoel en 8 morgen bergland gelegen bij de Maechdehegge en de Oude Godt. Met de koolhof daaraan behorende. Renversaal akte voor 6 jaren. 10-7-1629 Voorwaarden voor de verkoop van het koorngewas bij Willem Tonissen en Arie Jansz bebouwd te Achterberg. 16-12-1629 Voorwaarden waarnaar Aelbert Adriaensen en Gerrit Jansen van Reumelaer, gasthuismeesters, hebben verpacht aan Gerrit van Grootvelt de gasthuisbouwing binnen- en buitendijks in de Marsch, groot omtrent 20 morgen, volgens consent en overdoening van de weduwe van Willem Gijsbertsen zaliger. 18-4-1631 Wiggert Dircksz Roest, burger te Rhenen, bekent van Gerrit Thonis Jaspersz, met consent van de gasthuismeesters overgenomen te hebben zekere weikamp groot 7 morgen, gelegen te Achterberg in de Laer, voor 3 jaren. Bij deze akte zitten de voorwaarden waarnaar gasthuismeesters verpachten aan Henrick Beijer x Margriet Roelofsdr zekere weikamp te Achterberg ter Laer, groot zeven morgen, gelegen tussen Papencamp en de Weijde genaamd Cista. Renversaal akte voor 6 jaren, dd. 7-10-1621. En akte van 12-2-1628 waarbij Gerrit Thonisz Jaspersz deze pacht. De vorige pachter was Henrick Beijer en zijn vrouw. 3-4-1632 Voorwaarden waarnaar Aelbert Adriaensen en Gerrit Jansen van Reumelaer, gasthuismeesters, verhuren aan Adriaen Reijersen Bundt, won. Veenendaal, een zeker stuk uitgegraven veen, strekkende zover 9
des huurders groene rogge staat. Er zal tot perfecte aanwijzing daarvan een paal geslagen worden. Op 15-8-1644 wordt deze huur omgezet naar Cornelis Sandersz. 12-12-1633 Voorwaarden waarnaar Aelbert Adriaensen van Oordt en Gerrit Jansen van Reumelaer, gasthuismeesters, hebben verpacht aan Roelof Verweij de gasthuisweikamp in de Nude, groot vierdenhalve morgen 37 roeden en 8 voeten, voor 7 jaren. 12-12-1633 Gasthuismeesters verpachten aan Willem Thonissen een bouwing te Achterberg in de Dijck, bij de geruïneerde huijsinge ter Horst, met het huis daarop staande, en 1 morgen hooiland bij de weduwe van Jan Rutgersz zaliger laatst gebruikt. Tot de bouwing behoort een partij land gelegen naast de Koeijtraeij en een stuk bergland bij de Preeckstoel en 8 morgen bergland bij de Maechdeheggen en de Oude Godt, met de koolhof daaraan behorende, en 2 morgen hooiland. 12-12-1633 Voorwaarden voor de verpachting aan Adriaen Jansen x Metgen Adriaens een huis, hofstede, bouw-, wei- en hooilanden, gelegen op de Hogesteeg Achterberg, groot achtenhalve morgen. Renversaal akte. En nog een halve morgen hooiland bij Wouter van Suijlen de ouden zaliger bij testament gemaakt, en dat Claes Goossensen het laatst in gebruik gehad heeft. Voor 6 jaren. 22-12-1633 Voorwaarden waarnaar gasthuismeesters verkopen het koorngewas bij Willem Thonissen en Arien Jansen op des gasthuislanden te Achterberg bebouwd. Zestehalve morgen, half winterkoorn, half zomerkoorn, zowel gerst als boekweit, bij Arien Jansen alleen bebouwd, heeft gekocht Arien Jansen zelf voor 42 gulden. Borgen: Cornelis Jansen, zijn broer, en Jan Arissen, zijn zwager. Nog 6 morgen rogge en boekweit bij Willem Tonissen alleen bebouwd, heeft gekocht Willem Tonissen voor 40 gulden. Nog de Geer bij Arien Jansen en Peter Jacobsen bebouwd, groot derdehalve morgen rogge, gerst en boekweit, doch meest rogge, heeft gekocht Gerrit Jansen Ruemelaer voor 28 gulden. 3-1-1634 Omslag van de huurcedulle tussen gasthuismeesters en Philips Jansen. De akte zelf ontbreekt. 20-2-1634 Voor Kerst 1632 hebben de gasthuismeesters aan Wiggert Dircksz Noest, terwijl hij ziek op bed lag, het gepachte te Achterberg ter Laer, bezijden de Papencamp, groot 7 morgen, met het bouwland, opnieuw verhuurd voor 5 jaren. De nieuwe pachter is Philips Jansz. 10
11-6-1639 Willem Woutersz Roest en Willem van Wijck, gasthuismeesters, hebben verhuurd aan Willem de Verwer de halve Geer, gelegen voor de Poort, groot 1,5 morgen, bouwland, voor 6 jaren. 22-2-1640 Willem Woutersz Roest en Willem van Wijck, gasthuismeesters, verhuren aan Rijck Aertsz een huis, bouw-, wei- en hooilanden, gelegen op de Hogesteeg Achterberg, groot achtenhalve morgen. En nog 0,5 morgen hooiland bij Wouter van Zuijlen den ouden bij testamente gemaakt, laatst gebruikt door Adriaen Jansz, voor 6 jaren. Op 11-2- 1645 wordt deze pacht verlengd voor 6 jaren. 2-5-1640 Voorwaarden voor de verpachting aan Teunis Teunisz van de weijcamp in de Nude, groot vierdenhalve morgen 37 roeden en 8 voeten, voor 6 jaren. Op 11-2-1645 wordt de pacht verlengd. Op 20-2-1652 overgedaan aan Jan Jansz. 11-2-1645 Roelof Verweij en Willem Klerck, gasthuismeesters, hebben verpacht aan Gerrit van Grootvelt de gasthuijs bouwing binnen- en buitendijks in de Marsch. Op 21-2-1652 gaat de pacht over op Jan Dircksz. Deze kan al snel zijn pacht niet betalen. Daarom gaat in 1656 de pacht over op Jan van Wijck. 11-2-1645 De gasthuismeesters verpachten aan Gerrit van Grootvelt de bouwing in de Marsch. 1646 De gasthuismeester verkopen de derde garf van het koorn over 1645. Van 3 morgen rogge en 3 morgen boekweit bij Cornelis Thonissen gebouwd, worden gekocht door de huisman zelf voor 65 gulden. Borg: Jan Jacobsen van Varick. Drie morgen rogge en drie morgen zomerkoorn, zowel boekweit als gerst, bij Jan Thonissen gebouwd, is gekocht door Cornelis Jansen van Brenck voor 72 gulden. Borgen: Huijbert Hendricksz en Anthoni van Brenck. De halve Geer met 1,5 morgen boekweit aan de Galgenberg is gekocht door Jan Willemsen Papevelt voor 18 gulden. Borg: Willem Lobe. 14-7-1648 De gasthuismeesters verkopen het koorngewas. Het gewas door Cornelis Teunissen gebouwd is groot 4 morgen rogge, 3 morgen boekweit, 2 hont gerst. Ingezet door Cornelis Jansen, brouwer, voor 77 gulden. Pachter gebleven Cornelis Jansen van Brenck voor 77 gulden. Borgen: Teunis Aertsen en Antoni van Brenck. De derde garf door Jan Tonissen gebouwd is groot 3 morgen rogge, 3 morgen gerst en boekweit, daar is mede bij de Geer boven de Bantuijn. Ingezet door Thonis Alertsen voor 77 gulden. Is pachter gebleven. Borgen: Cornelis Jansen en Anthoni van Brenck. 11
15-3-1649 Gasthuismeesters verhuren aan Cornelis Hendricksz 3 morgen vullinge op het gasthuisveen, beginnende van het land dat Hendrick Jansz in huur heeft, en strekkende tot aan Cuneraweg, groot omtrent 3 morgen. Voor 6 jaren. ca 1650 De gasthuismeesters verkopen 1 morgen bouwland in de Marsch, behoord hebbende onder de bouwing die Gerrit van Grootvelt van het gasthuis gebruikt. Dit wordt gekocht door Bart van Wijck voor 710 gulden. Borgen: Huijbert van Wijck en Cornelis Boonsaijer. 21-2-1652 Jan Jacobsz van Varick en Peter van Kesteren, gasthuismeester, continueren Jan Dircksz in de pacht. Hij doet 1656 afstand hiervan. Nieuwe pachter is Jan van Wijck. 5-6-1652 Melchter Petersen en Aeltge Jans, stadsvroedvrouw, zijn schuldig aan het weeshuis binnen Rhenen 100 gulden, die zij bij hun koopcedulle van Aernt Jansz, schoenmaker en burger alhier, tot hun last genomen hebben. 17-6-1653 Jan Jacobsz van Varick en Peter van Kesteren, gasthuismeesters, hebben in erfpacht uitgegeven aan Johan Jansen van Gilsen, burger en kuiper alhier, de zevende hof omtrent de molen, bij de sergeant Geurt Kemperman gemijnd en aan Johan van Gilsen overgedaan. 24-10-1653 De gasthuismeesters verkopen de goederen van Joost N.N. Van 31-1- 1654 bestaat ook een dergelijke lijst. Hier is de naam van eigenaar helemaal niet ingevuld. 23-6-1656 De magistraat heeft aan Ewit Alertsz verpacht de derde garf van Thonis Cornelisz weduwe en Jan Tonisz, pachter van de gasthuisbouwing. 14-2-1657 De gasthuismeesters hebben verpacht aan Cornelis Hendricksz drie rullinge op gasthuijsveen, voor 6 jaren. 14-2-1657 De gasthuismeesters hebben verpacht aan Jan Hendricksz Backenes 3 morgen bouw- en weiland, voor 6 jaren. 22-3-1658 De gasthuismeesters hebben verhuurd aan Jan Jansz de gasthuisweide in de Nude voor 6 jaren. 22-3-1658 De gasthuismeesters hebben verhuurd aan Jan Theunisse de hofstede op de Hooghsteegh voor 6 jaren. 22-3-1658 De gasthuismeesters hebben verhuurd aan Roelof Beijer de gasthuiskamp te Achterberg en 1 morgen bouwland, voor 6 jaren. 12
18-1-1659 De weesmeesters hebben verpacht aan Aell Florisz de hofstede waar zij op woont in de Dijck, voor 6 jaren. In de marge staat: Brant van Pothoven. 15-11-1659 Peter Hendricksz van Noort, schepen, en Gerrit Gerritsz van Brenckhorst, raad, gasthuismeesters, hebben verpacht aan korporaal Rijck Hendricksz de helft van de Geer, die zijn voorzaad de scholt van Geijn in pacht gehad heeft. Voor 6 jaren. 25-6-1663 Hermen Joriphaesz van Naeltreiijen en Gerrit Crijnen Vastrick, raden en gasthuismeesters, hebben verhuurd het gasthuisveen gelegen in Veenendaal, zoals dat bij Cornelis Sandersz is gebruiks, aan Jan Maessen, won. Veenendaal, voor tweemaal zes jaren. 3-7-1663 Herman Jeriphaesz en Gerrit Arisz Vastrick, gasthuismeesters, verhuren aan Hendrick Harmansz x Jantge Gerrits een huis en boomgaard met hof daarin waar de pachters wonen, mitsgaders 2 morgen hooiland gelegen te Achterberg, voor 6 jaren. 11-1-1664 Harman Jeriphaesz en Gerrit Arisz Vastrick, gasthuismeesters, hebben verhuurd aan Jan van Wijck de gasthuisbouwing in de Marsch voor 6 jaren. 1670 Memorie van reparaties gedaan door de pachters van de gasthuisgoederen. Genoemd zijn de volgende pachters: Roelof Beijer, Hendrick Hermensz, Jan Jorisz, Willem Holl, Jan Thonisz, Ewout Alertsz, de weduwe van Reijer Arisz, schepen Isendoorn en de weduwe van Pickaerts. 18-2-1675 Joost Boonsaijer als gasthuismeester heeft verpacht zekere weide groot 5 morgen in de Neer Nude aldernaast de Kijfcamp aan Aert Jacobsz, Wouter Hendricksz en Jan Petersz, voor 6 jaren. 11-5-1675 Joost Boonsaijer als gasthuismeester heeft verpacht aan Cornelis Boonsaijer, cameraar, de gasthuiszolder voor 6 jaren. 27-2-1676 Joost Boonsaijer en Jan van Ghilsen, gasthuismeesters, hebben verpacht aan Evertje Reijer het erf waar haar huis op staat met 4 morgen land, waarvan 2 morgen hooiland te Achterberg, voor 6 jaren. 27-2-1676 Joost Boonsaijer en Jan van Ghilsen, gasthuismeesters, verhuren aan Helmert Willems zekere wei aan het Laareind, groot 4 morgen, daar zuidwaards en noordwaards de kerkegoederen alomme gelegen zijn, voor 6 jaren. 13
27-2-1676 De gasthuismeesters verhuren aan Jan Jorisz een kamp land in de Dijck groot 2 morgen, waar hij een huis op heeft staan. Voor 6 jaren. 27-2-1676 De gasthuismeesters verhuren aan Hendrick Harmsz een hofstede in de Dijk, met huis, boomgaard, wei- en bouwland daartoe specterende, zoals hij het al lange jaren gebruikt. Voor 6 jaren. 18-2-1678 Joost Boonsaijer en Jan van Reumelaar, gasthuismeesters, geven in erfpacht aan Roelof Jacobsz, burger alhier, een hof buiten de Westpoort, daar oostwaards schepen Hermen van Aelwijck, zuidwaards de gemene weg die tusen de hoven doorloopt, westwaards de weduwe van Jan Steck en noordwaards ook een gemene weg, zoals voorheen aan cameraar Jan van Geijn in erfpacht was uitgeslagen. 1681 De gasthuismeesters verhuren aan Jan Teunissen de hofstede op de Hoogesteegh voor 6 jaren. 24-2-1682 De gasthuismeesters verhuren aan Helmert Willemsz een kamp weiland groot 4 morgen gelegen aan het Laareind. 9-8-1682 De gasthuismeesters verhuren aan de weduwe van Thomas van Reede tot Heijmersteijn de gasthuisweide in de Nude voor 7 jaren. 10-8-1682 De gasthuismeesters verhuren aan Evertje Reijers de grond of erf waar haar huis op staat met 4 morgen land, waarvan 2 morgen hooiland, te Achterberg voor 6 jaren. 9-8-1682 De gasthuismeesters verhuren aan Jan Teunissen de hofstede op de Hogesteeg voor 6 jaren. 10-8-1682 De gasthuismeesters verhuren aan Jan Maesse, won. Veenendaal, het gasthuisveen te Veenendaal, zoals dat door Cornelis Sanderse gebruikt is, voor 12 jaren. 10-8-1682 De gasthuismeesters verhuren aan Jan Tijssen de gasthuisbouwing liggende binnen- en buitendijks in de Mars, groot 20 morgen, voor 6 jaren. 10-11-1682 De gasthuismeesters verhuren aan Jeroen Pickaerts de helft van het gasthuisland, genaamd De Geer, gelegen even boven de weg die tussen Tollenkamp en de Bantuin heen schiet. Renversaal akte. 8-11-1686 De gasthuismeesters verhuren aan Jan Teunis de hofstede van het gasthuis op de Hogesteeg. Renversaal akte. 14
9-4-1688 De gasthuismeesters verhuren aan Jan Tijssen de gasthuisbouwing liggende binnen- en buitendijks in de Mars, groot 20 morgen, voor 6 jaren. 9-4-1688 De gasthuismeesters verhuren aan Hendrick Hermsen een hofstede in de Dijk Achterberg, met huis, boomgaard, wei- en bouwland, daartoe behorende. Renversaal akte. 9-4-1688 De gasthuismeesters verhuren aan Helmert Willemsz een kamp weiland van 4 morgen aan het Laareind, daar zuid- en noordwaarts de kerkengoederen, voor 6 jaren. 9-4-1688 De gasthuismeesters verhuren aan Arien Willemsen de hofstede op de Hogesteeg, die zijn schoonvader Jan Teunissen in zijn leven lange jaren in pacht heeft gehad, voor 6 jaren. 9-4-1688 De gasthuismeesters verhuren aan Jan Haen en Jan Petersz 6 morgen dries- als bouwland op de berg, voor 6 jaren. 9-4-1688 De gasthuismeesters verhuren aan Jan Masen, won. Veenendaal, het gasthuisveen te Veenendaal, voor 6 jaren. 9-4-1688 De gasthuismeesters verhuren aan Faes Reijersen de grond of erf waar hij een huis op heeft staan met 4 morgen land, waarvan 2 morgen hooiland te Achterberg, zoals zijn moeder dat in gebruik gehad heeft, voor 6 jaren. 9-4-1688 De gasthuismeesters verhuren aan Jan Petersz een hofstede in de Dijk, uitgezonderd het huis daarop staande, dat de pachter tot zeggen van onpartijdigen zal worden afgegoed, voor 6 jaren. Renversaal akte. 9-4-1688 De gasthuismeesters verhuren aan Dries Aertsz een hofstede in de Dijk Achterberg, zoals zijn vader Aert Jacobsz dat van het weeshuis in pacht heeft gehad, voor 6 jaren. 9-4-1688 De gasthuismeesters verhuren aan Andries Jansen een kamp land in de Dijk, groot 2 morgen, waar hij een huis op heeft staan en diens vader zaliger Jan Jelisen voorheen in pacht heeft gehad, voor 6 jaren. 9-4-1688 De gasthuismeesters verhuren aan Aert Jacobsz 1 morgen hooiland, voor 6 jaren. 9-4-1688 De gasthuismeesters verhuren aan Brant van Pothoven een hofstede in de Dijk, waar hij tegenwoordig op woont, voor 6 jaren. 15
12-12-1691 De gasthuismeesters verhuren aan Hendrick van IJsendoorn de helft van de Geer. Hij zal het benedeneind moeten tabakken doch het andere mogen bezaaien. 12-12-1691 De gasthuismeesters verhuren aan Jan Jansen van Benthem op dezelfde voorwaarden. 12-12-1691 De gasthuismeesters verhuren aan Wouter Cornelisz het land buiten de Westpoort, genaamd Pottendel, voor 6 jaren. 31-3-1694 De gasthuismeesters verhuren aan Jan Tijssen de gasthuisbouwing, bestaande in bouw- en weilanden binnen- en buitendijks in de Mars, groot 20 morgen met huis en schuur. Renversaal akte. 28-3-1694 De gasthuismeesters verhuren aan Helmert Willemsz een kamp weiland van 4 morgen aan het Laareind, voor 6 jaren. 2-4-1694 De gasthuismeesters verhuren aan Hendrick Hermsen een hofstede in de Dijk Achterberg met huis, boomgaard, wei- en bouwland. Renversaal akte. 28-3-1694 De gasthuismeesters verhuren aan Jan Haen en Jan Petersz 6 morgen bouw- als driesland op de berg, voor 6 jaren. 29-3-1694 De gasthuismeesters verhuren aan Andries Jansz 2 morgen in de Dijk, waar hij een huis op heeft staan, voor 6 jaren. 31-3-1694 De gasthuismeesters verhuren aan Arien Willemsz Doornenbal de hofstede op de Hogesteeg, groot 8 morgen, die zijn schoonvader Jan Teunissen in leven in pacht heeft gebruikt, voor 6 jaren. 1694 De gasthuismeesters verhuren aan Hendrick van IJsendoorn de helft van 1 morgen genaamd de Geer, zijnde bouw- of tabaksland, waarvan de wederhelft in pacht is bij Jan Jansz van Benthem, gelegen boven de weg buiten de stad tussen Tollenkamp en de Bantuin, voor 6 jaren. 31-3-1694 De gasthuismeesters verhuren aan Jan Masen, won. Veenendaal, het gasthuisveen in Veenendaal. Renversaal akte. 31-3-1694 De gasthuismeesters verhuren aan Faes Reijersz de grond of erf waar hij een huis op heeft staan met 4 morgen land, waarvan 2 morgen hooiland, gelegen Achterberg, voor 6 jaren. 31-3-1694 De gasthuismeesters verhuren aan Dries Aertsz een hofstede in de Dijk Achterberg bestaande in 2 hont land, zoals zijn vader zaliger Aert Jacobsz in pacht heeft gehad, voor 6 jaren. 16
31-3-1694 De gasthuismeesters verhuren aan Dries Aertsz de helft van 2 morgen hooiland, waarvan de wederhelft secretaris Cornelis Klerck ongedeeld toekomt, voor 6 jaren. 31-3-1694 De gasthuismeesters verhuren aan Brant van Pothoven een hofstede in de Dijk, waar hij tegenwoordig woont, voor 6 jaren. 28-3-1694 De gasthuismeesters verhuren aan Jan Petersz een hofsteedje in de Dijk Achterberg, groot 1,5 morgen. Renversaal akte. 1694 De gasthuismeesters verhuren aan Jan Cornelisz, won. Elst, een hofstedeken te Elst, zoals dit door de blinde dochter N.N. die door het weeshuis in de kost is besteed, aan het weeshuis is overgegeven, voor 6 jaren. 28-3-1694 De gasthuismeesters verhuren aan Gijsbert van Klinckenbergh een boomgaardje in de Mars, groot 4 hont, en gekomen is van schepen IJsendoorn, voor 6 jaren. 1694 De gasthuismeesters verhuren aan Aelbert Jansz een huis in de Molsteeg, zoals het weeshuis dit van Willem Branden heeft aangenomen, voor 6 jaren. 1694 De gasthuismeesters verhuren aan Lambert Kluijts een huis in de Weverstraat, voor 6 jaren. 19-2-1695 De gasthuismeesters verhuren aan Jan Jansz van Benthem het gasthuisland genaamd de Geer, gelegen boven de Bantuin, groot 1,5 morgen. Renversaal akte voor 5 jaren. 21-3-1699 Voorwaarden voor de verpachting van de gasthuisweide in de Nude, groot 5 morgen, daar oostwaarts Gerrit Cornelisz van Hoeselaer, zuidwaarts de Wijdijk, westwaarts Helmert Willemsz en noordwaarts de Veengrift, zoals overste Stuart laatst in pacht heeft gehad. Ingezet door Hendrick Cornelisz in de Fonteijn voor 73 gulden. En door Jacobus Valck verhoogd met 7 gulden. Maes Jansz Velthuijsen stelt zich hiervoor borg. 16-3-1699 Voorwaarden voor de verpachting van het kerkenland in de Marsch, genaamd het Molenstap, groot 3 morgen wei- en bouwland, zoals de secretaris of Teunis van Lienden dit laatst in pacht heeft gehad. Ingezet door Willem Geurtsz voor 34 gulden. Verhoogd door Teunis van Lienden met 5 gulden. Borg: Willem Geurtsz. Op 5-5-1704 is aan Teunis van Lienden en Willem Geurtsen van den Oosterkamp de huur van t Molenstap in de Marsch verlengd voor 3 of jaren. 17
14-7-1699 De gasthuismeesters verhuren aan Brant van Pothoven een hofstedeken in de Dijk Achterberg, waarvan het getimmer of huis van de pachter zelf is, voor 6 jaren. 14-7-1699 De gasthuismeesters verhuren aan Jan Petersz een hofstedeken in de Dijk Achterberg, groot 1,5 morgen. Renversaal akte. 14-7-1699 De gasthuismeesters verhuren aan Arien Willemsz Doornenbal de gasthuishofstede op de Hogesteeg, groot 8 morgen. Renversaal akte. 14-7-1699 De gasthuismeesters verhuren aan Hendrick Hermsz de gasthuishofstede in de Dijk Achterberg met huis, boomgaard, wei- en bouwland. Renversaal akte. 14-7-1699 De gasthuismeesters verhuren aan Wouter Cornelisse 2 hont land genaamd de Del, gelegen buiten de Vrespoort. Renversaal akte voor 6 jaren. 31-12-1703 Alzo Hendrick Hendricksz Barten afstand heeft gedaan van de 2 jaren huur die hij nog had aan het gasthuisland in Veenendaal, bestaande in tabaksland, wei- en ander bouwland, zo heeft de gasthuismeester dit land, strekkende van het land dat Hendrick Prins ook van het gasthuis in erfpacht heeft, tot aan de Cuneraweg, verpacht aan Roelof en Willem Lambertsz van Hardevelt, broers, voor 10 jaren. 27-11-1705 De gasthuismeesters verhuren aan Hendrik van Ijsendoorn het gasthuisland genaamd De Geer, gelegen boven de Bantuin, groot 1,5 morgen, dat hij voorheen maar voor de helft en nu in het geheel in pacht heeft. Op 9-3-1706 stelt Gerrit Gerritsz Holtht zich hiervoor borg. 1713 De gasthuismeesters verhuren aan Reijer Moll het gasthuishuisje, behalve de zolder, in de Gasthuisstraat, dat vele jaren aaneen in huur gebruikt is door Willem Rosen. Voor 6 jaren. 30-12-1722 De gasthuismeesters geven in erfpacht uit aan Hendrik Hendricksz Prins een huis en hof in het Veen, van het Klein Schutje, daar oostwaarts Geurt Jorisz Bunt, westwaarts Gerrit Metman, zuidwaarts het gasthuis en noordwaarts de gemene Veengrift. Gekomen van Anthonij Verbeek c.s. op een jaarlijkse erfpacht van 4 gulden. 1722 De gasthuismeesters verhuren aan Hendrik van Prattenburg 2 hont land genaamd De Del, gelegen buiten de Westpoort, zoals zijn schoonmoeder zaliger enige jaren heeft gepacht, voor 6 jaren. 1722 Voorwaarden voor de verpachting van 5 morgen in de Nude, zoals enige jaren herwaarts Hendrik van Kooten heeft gepacht. 18
1728 De gasthuismeesters verhuren aan Dirk van Pothuijsen een weide van 5 morgen in de Nude. Renversaal akte voor 6 jaren. 4-7-1737 Voorwaarden voor de verkoop van 1 morgen rogge te veld, het hooigras de boomvruchten op de hofstede te Achterberg in de Dijk, die het laatst in huur is gebruikt door Geurt Jansen van Cooten. De rogge is gekocht door Dirk Gerritsen voor 34 gulden. Het hooi en de boomvruchten door Arien Crijnen voor 9 gulden. Borgen: Dirk Woutersen en Peter Geurtsz. En 2/3 van ½ morgen rogge op het gasthuisland te Achterberg, laatst gepacht door Geurt Jansz van Coten. Gepacht door Arien Crijnen voor 12 gulden, met dezelfde borgen. 1737 Voorwaarden voor de verpachting van het gasthuisland bij het veen, voor 3 jaren. Niet verder ingevuld. 5-4-1738 Voorwaarden voor de verkoop van de kof in de droge gracht tussen de Bergpoort en de Westpoort, gekomen van Jan van Breda, daar oostwaarts de successeurs van Willem van den Berg, westwaarts Reijer Moll, zuidwaarts de stadsmuur en noordwaarts het gemene pad. De inzet is opgehouden. 1738 Voorwaarden voor de verpachting van een hofstede in de Dijk Achterberg, groot 1,5 morgen, zoals dit enige jaren herwaarts door Geurt Jansz van Coten is gepacht geweest, met het huis daarop staande. 3-8-1739 Voorwaarden voor de verkoop van een huis of schuur met annex erf in de Muntstraat te Rhenen, tegenwoordig gepossideerd door Jacob van Manen, daar oostwaarts de Muntstraat, west-, zuid- en noordwaarts burgemeester Van Deventer. Ingezet door schepen van Deventer op 66 gulden. De slag gemijnd door Cornelis Menso ten behoeve van burgemeester Van Deventer voor 106 gulden. 3-8-1740 Voorwaarden voor de verpachting van 2 morgen hooiland te Achterberg in de Maten, laatst in pacht gebruikt door Arien Crijnen. Ingezet door Geurt Petersen op 20 gulden. De slag gemijnd door Gerrit Willemsz met 22 gulden. Borg: Jacob Willemsz. 6-4-1741 Voorwaarden voor de verpachting van de gasthuisweide, groot 5 morgen, in de Nude, zoals laatst door Gerrit van Holst in pacht is gebruikt, voor 6 jaren. Ingezet door Gerrit van Holst voor 60 gulden. De slag door hem gemijnd op 70 gulden. Borgen: D. van Ommeren en Willem van den Berg. 11-12-1741 Voorwaarden voor de verkoop van een hoekje bergland, groot 100 roeden, op de Donderberg buiten de Westpoort, daar oostwaarts 19
weduwe van oud-burgemeester Van Ommeren, westwaarts Arnoldus Palmers, zuidwaarts weduwe Alewijk en noordwaarts weduwe Van Zwol, laatst gekomen van Cornelis Jacobse de Post, vrij allodiaal goed. Ingezet door Joseph Brossart op 8 gulden. De slag gemijnd door schepen Van Ommeren t.b.v. Arnoldus Palmers voor 15 gulden. Borg: deurwaarder Van Ommeren. 30-8-1742 Voorwaarden voor de verkoop van een welbezeild dijnop of pontschip, lang 58 voet, breed 12,5 voet en hol op zijn uitwatering 5¾ voet, met zeilen, touwen, ankers en al hetgeen er toe behoort, waarvan laatst eigenaar was weduwe Roelof van den Oosterkamp. De slag opgehouden op 610 gulden. Naderhand uit de hand verkocht aan Gerrit van Holst voor 625 gulden. Borgen: weduwe Dirk Cornelisse van den Oosterkamp en Jan van den Oosterkamp. 29-7-1743 Voorwaarden voor de verpachting van ¾ morgen hooiland te Achterberg in de Maten, gekomen van de weduwe van Harmen Joosten. Ingezet door Aart Geurtsz om 10 gulden. Borg: Gerrit van Holst. 1744 Voorwaarden voor de verkoop van twee huisjes in de Gasthuisstraat, toekomende de kinderen van de weduwe Rolois. Het ene huisje is niet verkocht. Dit stond aan de Gasthuisstraat, daar oost- en noordwaarts de straat, zuidwaarts de weduwe Laats en westwaarts het volgende huisje. Het andere huisje, daar oostwaarts het vorige huisje, westwaarts Willem van Eeden, zuidwaarts juffr. Laats en noordwaarts de straat. Ingezet door de raad Rutger Budding voor 2 gulden. Hij is koper gebleven t.b.v. weduwe Laats. Borg: burgemeester Roghair. 4-7-1746 Voorwaarden voor de verkoop van 6 morgen hooigras te Achterberg. Twee morgen is verkocht voor 17 gulden aan Geurt Petersz Mol. 20-7-1747 Voorwaarden voor de verkoop van 6 morgen hooigras te Achterberg. Twee morgen is verkocht voor 6 gulden aan Lubbert Gijsbertsen. Borgen: Geurt Petersz en Teunis Petersen. 1747 Voorwaarden voor de verpachting van de gasthuisweide, groot 5 morgen in de Nude, zoals laatst gebruikt door Gerrit van Holst, voor 1 jaar. Niet verder ingevuld. 1748 Voorwaarden voor de verpachting van een weide van 5 morgen in de Nude, zoals laatst gebruikt door Jan Vink. Opgehouden op 36 gulden. 4-1-1750 Voorwaarden voor de verpachting van de gasthuisweide, groot 5 morgen in de Nude, zoals laatst gebruikt door Jelis Wulven. Voor 6 20
jaren. Opgehouden en naderhand uit de hand verpacht aan Jelis Wulven en Willem Helmertsen voor 3 jaren voor 40 gulden. 14-1-1754 Voorwaarden voor de verpachting van de gasthuisweide, groot 5 morgen, in de Nude, zoals Jelis Wulven die laatst gepacht heeft. Ingezet door Gerrit van Holst voor 50 gulden. Borgen: Johannes van Vastrik en Willem van den Berg. 2-1-1758 Voorwaarden voor de verpachting van een stuk bouwland op de berg bij de Veenseweg, groot 6 morgen, zoals wed. Van Deventer die laatst gepacht heeft. Een morgen hiervan is verpacht aan Jacobus van Ree voor 10 gulden. Borg: Willem van den Berg. Een morgen aan Willem van den Berg voor 11 gulden. Borg: Jacobus van Ree. Een morgen aan Gerrit van Holst t.b.v. dhr. Kuntzen voor 11 gulden. En 2 morgen aan Christoffel Mol t.b.v. weduwe Cornelis van Broekhoven voor 14 gulden. En een stukje land aan de westzijde van de Nieuwe Veense allee uit de hand verhuurd aan Gerrit Achterberg voor 5 gulden. 2-2-1758 Voorwaarden voor de verpachting van een hofje liggende buiten de Bergpoort, gekomen van Frans Cornelissen, laatst gepacht door Mijndert Vermeer. Ingezet door Evert Stevense op 4 gulden. De slag gemijnd door Willem de Ras voor 5-10. Borg: Cornelis de Ras. 26-7-1759 Voorwaarden voor de verkoop van een huis met aanhorige hof te Achterberg aan de Cuneraweg, daar oostwaarts de uitweg van Rijk Cornelissen, westwaarts Hendrik Breunissen, zuidwaarts de Cuneraweg en noordwaarts N.N., allodiaal goed, jaarlijks belast met 1 gulden van de hof aan Jan Aarten, en een vrije uitweg aan Jan Aarten over dit goed tot aan de gemene Cuneraweg. De slag gemijnd door Jan Aartsen voor 122 gulden. Borgen: Dirk Aarten en Teunis Cornelissen. 21-1-1760 Voorwaarden voor de verpachting van de gasthuisweide, groot 5 morgen in de Nude, laatst door Gerrit van Holst gepacht. Ingezet door raad Van den Berg op 40 gulden. De slag gemijnd door Gerrit van Holst op 46 gulden. 23-11-1761 Voorwaarden voor de verpachting van een stuk tabaksland vanouds genaamd de Gasthuisgeer, gelegen buiten de Bergpoort, daar oostwaarts de gemene weg, westwaarts schepen Hendrik van Noort, zoals Simon Roghair dit pacht. Ingezet door Nicolaas van Ijsendoorn op 30 gulden. De slag gemijnd door Joost de Vrind op 35 gulden. Borgen: Dirk Hendriksz van Ommeren en Gerardus van IJsendoorn. 19-12-1765 Voorwaarden voor de verpachting van de gasthuisweide, groot 5 morgen in de Nude, laatst gepacht door Gerrit van Holst. Ingezet door 21
deurwaarder van Ommeren op 46 gulden. De slag gemijnd door Huijbert van Ommeren t.b.v. Willem Adriaan Menso voor 60 gulden. 19-12-1765 Voorwaarden voor de verpachting van een stuk tabaksland vanouds gemaand de Gasthuisgeer, gelegen buiten de Bergpoort, daar oostwaarts de gemene weg, westwaarts schepen Hendrik van Noort, laatst gepacht door Joost de Vrind. Ingezet door schepen Van Holst op 43 gulden. De slag gemijnd door Joost de Vrind op 56 gulden. Borgen: Jan en Antonij de Vrind. 18-9-1770 Voorwaarden voor de verpachting van de helft van een huis te Rhenen omtrent de Bergpoort, zoals dit door sergeant Jorisse is gebruikt. De slag opgehouden op 24 gulden. 9-1-1772 Voorwaarden voor de verpachting van de gasthuisweide, groot 5 morgen in de Nude, laatst gebruikt door Willem Adriaan Menso. Ingezet door Jan Janse Hootsen op 50 gulden. De slag opgehouden op 11 gulden. Naderhand hebben Jan Janse Hootsen en Wouter Terhaar deze weide uit de hand gepacht voor 60 gulden. 5-2-1778 Voorwaarden voor de verpachting van de gasthuisweide, groot 5 morgen in de Nude, laatst gebruikt door Jan Jansen Hootsen en Wouter Terhaar. Gepacht door Jan Jansen Hootsen op 60 gulden. Borgen: Hendrik Janse Hootsen en Jan Cornelissen. 16-1-1789 Op de voorwaarden als Cornelis Groeneveld zal de gasthuismeester R. van Noort mede verkopen een perceel eikenhakhout staande op de Donderberg boven het land van Dirk Booms. Gekocht door Dirk Booms voor 20 gulden. Borgen: Klaas van IJsendoorn en Dirk van Ommeren. 19-1-1803 Voorwaarden voor de verpachting van de gasthuisweide, groot 5 morgen in de Nude, laatst gepacht door Dirk Booms. Ingezet door Willem Hendrik Booms op 136 gulden. De slag gemijnd door Dirk Lexius de Ridder voor 157 gulden. Borgen: Willem Hendrik Booms en Gerrit Janse Hootsen. z.j. Drie ongedateerde en niet-ingevulde pachtcontracten voor het gasthuisveen in Veenendaal, en een kamp weiland van 4 morgen aan het Laareind. En het gasthuishuisje behalve de zolder. 22