Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten A. Inleiding De federale Minister, bevoegd voor Middenstand, heeft op 28 februari 2014 de Hoge Raad om advies verzocht over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma s van de kandidaat-accountants en de kandidaatbelastingconsulenten. Artikel 3 van dit koninklijk besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 4 mei 1999, voerde destijds een overgangsmaatregel in die luidde als volgt: De diploma s en instellingen bedoeld in artikel 2, 3 zijn, voor wat betreft de toepassing van dit besluit, erkend tot 30 juni 2005. Elke wijziging maakt het voorwerp uit van een koninklijk besluit, na advies van de Raad van het Instituut, en is slechts geldig tot 30 juni 2005. Nadien is de Hoge Raad verschillende keren om advies verzocht teneinde de datum die in artikel 3 van het koninklijk besluit is opgenomen, te verlengen: Verzoek om advies Duur van de Advies vanwege de Koninklijk besluit van op verlenging Hoge Raad van 7 september 2005 2 jaar 18 oktober 2005 11 juli 2006 (Belgisch Staatsblad van 9 augustus 2006) 27 april 2007 1 jaar 7 mei 2007 9 juli 2007 (Belgisch Staatsblad van 13 juli 2007) 22 september 2008 3 jaar 30 september 2008 14 mei 2009 (Belgisch Staatsblad van 2 juni 2009, tweede editie) 12 april 2011 1 jaar 24 mei 2011 13 augustus 2011 1
(Belgisch Staatsblad van 26 augustus 2011, derde editie) 7 september 2012 2 jaar 28 september 2012 19 februari 2013 (Belgisch Staatsblad van 26 februari 2013) Het door de Minister voor advies voorgelegd ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe de datum van 30 juni 2014 met één jaar uit te stellen en bijgevolg de woorden 30 juni 2014 te vervangen door de woorden 30 juni 2015. B. Bijzondere context van het verzoek om advies De federale Minister, bevoegd voor Economie, heeft de Hoge Raad voor de Economische Beroepen op 23 februari 2012 om zijn advies verzocht over een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten, dat bedoeld is om het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten te vervangen. Algemeen genomen was het de bedoeling van het ter advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit de lijst van onderwijsinstellingen te vervangen door een lijst van diploma's waarmee houders van niet-universitaire diploma's aan het toelatingsexamen kunnen deelnemen en vrijstellingen krijgen. In zijn advies van 27 april 2012 verklaarde de Hoge Raad zich tevreden met het initiatief van de federale Minister, bevoegd voor Economie, in verband met de hervorming van het voormelde koninklijk besluit van 22 november 1990, weliswaar met enkele bedenkingen over het basisprincipe van het ontwerp van besluit, in verband met de verwijzing naar het ECTS-systeem en de door de Koning erkende diploma's. Van dat ontwerp van koninklijk besluit werd op 1 juni 2012 een aangepaste versie voorgelegd aan de Raad van State. In zijn advies van 3 juli 2012 stelt de Raad van State, in het licht van het voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit, vragen bij de rechtsgeldigheid van de wettelijke grondslag van dit ontwerp. In dit verband is een wijziging van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen door de wet van 15 januari 2014 houdende diverse bepalingen inzake K.M.O. s, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 3 februari 2014, goedgekeurd. Er wordt voorzien in een aanpassing van de maatregel, opgenomen in artikel 19, eerste lid, 3 van de voormelde wet: Artikel 19 Het Instituut verleent aan een natuurlijke persoon die hierom verzoekt, de hoedanigheid van accountant en/of belastingconsulent, indien hij aan de volgende voorwaarden voldoet: [1 onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Gemeenschap of een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of zijn woonplaats hebben in België.] 2
2 Niet beroofd zijn geweest van zijn politieke en burgerlijke rechten, niet in staat van faillissement verklaard zijn geweest zonder eerherstel te hebben verkregen en geen zelfs voorwaardelijke gevangenisstraf van ten minste drie maanden hebben opgelopen voor een van de misdrijven vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 waarbij aan bepaalde veroordeelden en aan de gefailleerden verbod wordt opgelegd bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen en waarbij aan de rechtbanken van koophandel de bevoegdheid wordt toegekend dergelijk verbod op te leggen, voor een inbreuk op de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, voor een inbreuk op de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, op de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen en haar uitvoeringsbesluiten, of op de fiscale wetgeving. 3 In het bezit zijn van een Belgisch universitair diploma of een Belgisch diploma van hoger onderwijs van universitair niveau, afgegeven na ten minste vier jaar studie in een van de door de Koning te bepalen disciplines, of van een diploma van hoger economisch onderwijs, afgegeven door een door de Koning daartoe erkende instelling, of van een diploma van gegradueerde, uitgereikt door een hogeschool binnen het studiegebied handelswetenschappen en bedrijfskunde van één cyclus of voldoen aan de door de Koning vastgestelde voorwaarden inzake diploma en/of ervaring. In het buitenland afgegeven diploma's in dezelfde disciplines worden aanvaard mits hun gelijkwaardigheid vooraf door de bevoegde Belgische overheid werd erkend. De Koning kan de Raad van het Instituut machtigen in individuele gevallen de gelijkwaardigheid van de in het buitenland afgegeven diploma's te aanvaarden 1. [3 In het bezit zijn van een Belgisch diploma erkend door de Vlaamse, Franse of Duitstalige Gemeenschap hetzij van het niveau van master uitgereikt na ten minste vier jaar studie, hetzij van het niveau van bachelor of van gegradueerde in een van de door de Koning te bepalen studiegebieden van het economisch of juridisch type of die aan de voorwaarden bepaald door de Koning beantwoorden, of aan de door de Koning vastgestelde diplomavoorwaarden voldoen. In het buitenland afgegeven diploma's worden aanvaard mits hun gelijkwaardigheid met een Belgisch diploma zoals vermeld in huidig punt 3 vooraf door de bevoegde Belgische overheid werd erkend. De Koning kan de Raad van het Instituut machtigen in individuele gevallen de gelijkwaardigheid van de in het buitenland afgegeven diploma's te aanvaarden.] 2 [4 De bij het stagereglement ingerichte stage met inbegrip van het toelatingsexamen hebben volbracht of ten minste zeven jaar beroepsactiviteiten hebben uitgeoefend waarbij een voldoende ervaring werd opgedaan op het vlak van accountancy of fiscaliteit, zoals bepaald in de artikelen 34 en 38.] 5 Geslaagd zijn voor een bekwaamheidsexamen waarvan het programma, de voorwaarden en de examenjury door de Koning worden vastgesteld en die zijn afgestemd op de hoedanigheid van accountant en belastingconsulent, waarbij in voorkomend geval de ervaring als lid van het Instituut wordt gevaloriseerd. 1 De inhoud van 3 zal worden vervangen door de tekst hierna, van zodra de Koning de datum van inwerkingtreding van de nieuwe tekst zal bepaald hebben. 2 De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van het nieuwe 3. In afwachting van deze inwerkingtreding, blijft de vroegere formulering van kracht. 3
6 Bij de inschrijving op de deellijst van externe accountants en/of externe belastingconsulenten van het Instituut, voor de rechtbank van koophandel van zijn woonplaats, de volgende eed afleggen: Ik zweer getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgische volk, en ik zweer de opdrachten die mij worden toevertrouwd, in eer en geweten getrouw te vervullen. Personen van vreemde nationaliteit leggen voor de rechtbank van koophandel van hun woonplaats in België de volgende eed af: Ik zweer de opdrachten die mij worden toevertrouwd, in eer en geweten, getrouw en volgens de voorschriften van de Belgische wet te vervullen.. Eenzelfde persoon kan niet de hoedanigheid van bedrijfsrevisor en van belastingconsulent bezitten. De hoedanigheid van accountant kan wel worden verleend aan een persoon met de hoedanigheid van bedrijfsrevisor. Personen met de hoedanigheid van bedrijfsrevisor mogen de in artikel 38, 3, bedoelde werkzaamheden niet uitoefenen voor ondernemingen waarin zij revisorale opdrachten uitoefenen. [De personen die niet in België hun woonplaats hebben, leggen de eed af voor de rechtbank van koophandel van hun keuze.] [7 De onderdanen van een lidstaat van de Europese Gemeenschap of van een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, die niet hun woonplaats in België hebben, verbinden zich ertoe in België een kantoor te houden waar de beroepsactiviteit effectief zal worden uitgeoefend en waar de ermee samenhangende akten, documenten en briefwisseling zullen worden bewaard.] Het feit dat de wijziging van artikel 19, eerste lid, 3 nog niet in werking is getreden is logisch, aangezien elk rechtsvacuüm dient te worden vermeden (want hierdoor zouden de personen die deelnemen aan het toelatingsexamen niet kunnen genieten van vrijstellingen). Deze maatregel zou moeten van kracht worden op hetzelfde ogenblik als het nieuw koninklijk besluit dat het koninklijk besluit van 22 november 1990 moet vervangen. Een nieuwe versie van het ontwerp van koninklijk besluit ter vervanging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 is afgerond maar is nog niet voor advies aan de Hoge Raad voorgelegd. Dit ontwerp van koninklijk besluit is ter informatie overgemaakt aan de Hoge Raad in het kader van onderhavig verzoek om advies. Rekening houdend met de organisatie van de verkiezingen in mei 2014, blijkt het niet meer mogelijk om dit ontwerp van koninklijk besluit voor te leggen aan de Hoge Raad, aan de Raad van State en te laten goedkeuren door de bevoegde Ministers. In die context heeft de federale Minister, bevoegd voor Middenstand, een verzoek om advies ingediend over een ontwerp van koninklijk besluit tot verlenging van de geldigheidsduur van de lijst van diploma's en onderwijsinstellingen bedoeld in artikel 2, 3 van het koninklijk besluit van 1990, opgenomen in de bijlage van voormeld koninklijk besluit. C. Advies van de Hoge Raad De Hoge Raad benadrukt te betreuren dat de hervorming van de toegang tot het beroep van accountant en/of belastingconsulent nogmaals wordt uitgesteld. Volgens de Hoge Raad moest het mogelijk geweest zijn om, naar aanleiding van de goedkeuring van de wet van 22 april 1999 4
betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, vier jaar later gevolgd door de goedkeuring van het koninklijk besluit van 8 april 2003 betreffende het toelatingsexamen, de stage en het bekwaamheidsexamen van accountant en/of belastingconsulent, ten minste dit koninklijk besluit aan te passen, want die datum was al jarenlang bekend. De Hoge Raad wenst met aandrang de aandacht te vestigen op het belang van een snelle goedkeuring - en indien niet goedgekeurd vóór 30 juni 2014, met terugwerkende kracht - van dit koninklijk besluit dat voor advies is voorgelegd. Is dit niet het geval, dan zouden de personen die geslaagd zijn voor het toelatingsexamen van accountant en/of belastingconsulent, zich in een problematisch rechtsvacuüm bevinden. De Hoge Raad veroorlooft zich dan ook erop aan te dringen dat deze problematiek zou worden onderzocht, binnen een gepaste termijn en opdat de bevoegde Ministers binnen afzienbare tijd een oriëntatie zouden kunnen voorstellen die inspeelt op de evolutie die het wettelijk en reglementair kader in 1999 en 2003 heeft gekend, om zodoende elk rechtsvacuüm te kunnen vermijden, zoals aangegeven in het advies van de Raad van State van 3 juli 2012, en zodat de inwerkingtreding kan plaatsvinden van de hervorming zoals ingevoerd door de wet van 15 januari 2014 houdende diverse bepalingen inzake K.M.O. s, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 3 februari 2014. De Hoge Raad houdt eraan de aandacht van de Minister te vestigen op het feit dat dit advies geenszins betrekking heeft op het ontwerp van koninklijk besluit betreffende de diploma s van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten, zoals dit ter informatie is overgemaakt in het kader van het verzoek om advies over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma s van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten. *** 5