EEN NIEUW BEGIN 9 december 2018 2 DE ADVENT - DOOPZONDAG Voorganger: ds. Werner Gugler Ouderling: Fennie van den Broek Lector: Rianne Vedder Pianist: Lydia van den Broek Koster: E. van den Heuvel / A. van den Bor
Mededelingen Aansteken adventskaars Gedicht Intocht: Gezang 127: 1,2 1. Gaat, stillen in den lande, uw Koning tegemoet, de intocht is ophanden van Hem die wondren doet. Gij die de Heer verwacht, laat ons vóór alle dingen Hem ons hosanna zingen. Hij komt, Hij komt met macht. 5. Juicht nu, trots al uw zorgen, de Koning komt met macht. Ons, in zijn hart geborgen heeft Hij zo rijk bedacht. Nu zullen angst en pijn en toorn ons nooit meer schaden. God wil, in zijn genade, dat wij zijn kindren zijn. Votum & groet Gebed Leefregel Als de dopelingen worden binnen gebracht: Gezang 334: 1,3 1. Here Jezus, wij zijn nu in het heiligdom verschenen, met ons kind gaan wij tot U, wil uw zegen ons verlenen, waar de roepstem wordt vernomen: laat de kindren tot Mij komen. 3. Niemand, die ons helpen kan, niemand kan ons kind beschermen Wie zijn wij? Neem Gij het dan, draag het in uw groot erbarmen. Dat het vroeg U in dit leven ja voorgoed zijn hart mag geven. 2
PRESENTATIE - ONDERWIJZING DOOPVRAGEN 1. Verlangen jullie dat je kind wordt gedoopt in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest? 2. Erkennen jullie dat onze kinderen in de doop het teken ontvangen van Gods liefde, en van het nieuwe leven, waartoe Christus ons allen roept? 3. Beloven jullie, ieder met de gaven die God jullie heeft gegeven, jullie kinderen voor te gaan op de weg van de Heer opdat zij hun doop leren verstaan en zich verbonden zullen weten aan de gemeente van Christus. Geloofsbelijdenis - OTH 152 Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde. En in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Here, die ontvangen is van de heil ge Geest, geboren uit de maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle, ten derden dage wederom opgestaan van de doden. Opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods, des almachtigen Vaders; vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de heilige Geest. Ik geloof ene heilige, algemene, christelijke Kerk, de gemeenschap der heiligen; vergeving der zonden; wederopstanding des vlezes; en een eeuwig leven. Amen, amen, amen. DOOP VAN: Laura van de Kamp, Joosje Bartje Petronella van Oostende, Maira Dekker, Liam Willem Jan Hijmissen DOOP VAN: Lize Janine Willemsen, Louise Merilly Mol, Anne Maria Charlotte Eersen 3
Aanvaarding - Opwekking 599 1. Nog voordat je bestond, kende Hij je naam. Hij zag je elk moment en telde elke traan. Omdat Hij van je hield, gaf Hij zijn eigen Zoon. Hij wacht alleen nog maar totdat je komt. 2. En wat je nu ook doet, zijn liefde blijft bestaan. Ook niets wat jij ooit deed, verandert daar iets aan. Omdat Hij van je houdt, gaf Hij zijn eigen Zoon. En nu is alles klaar 3. En wat je nu ook doet, zijn liefde blijft bestaan. Ook niets wat jij ooit deed, verandert daar iets aan. Omdat Hij van je houdt, gaf Hij zijn eigen Zoon. En nu is alles klaar Kom tot de Vader, kom zoals je bent. Heel je hart, al je pijn is bij Hem bekend. De liefde die Hij geeft, de woorden die Hij spreekt. Daarmee is alles klaar, Kom tot de Vader, kom zoals je bent. Heel je hart, al je pijn is bij Hem bekend. De liefde die Hij geeft, de woorden die Hij spreekt. Daarmee is alles klaar, Adventsproject: Kinderkerk God is Immanuël, de God van Israel. 1) Ver weg van het Kindje, ver weg overal. Weet je dat die Koning bij ons blijven zal? Ver weg in het oosten, Waar wij gaan of staan, Hij zal bij ons blijven, Jezus is Zijn naam. 4
God is Immanuël, de God van Israel. 2) Jezus is de Koning, Hij is nu nog klein. Straks zal Hij de Redder van de wereld zijn. Ver weg in het oosten, Waar wij gaan of staan, Hij is onze Koning, Hij kent onze naam. God is Immanuël, de God van Israel. Kinderkerk Schriftlezing: Lukas 3: 1-8 1In het vijftiende jaar van de regering van keizer Tiberius, toen Pontius Pilatus Judea bestuurde, en Herodes tetrarch was over Galilea, zijn broer Filippus over het gebied van Iturea en Trachonitis, en Lysanias over Abilene, 2 en toen Annas en Kajafas hogepriester waren, richtte God zich in de woestijn tot Johannes, de zoon van Zacharias. 3 Daar ging Johannes in de omgeving van de Jordaan verkondigen dat de mensen zich moesten laten dopen en tot inkeer moesten komen, om zo vergeving van zonden te verkrijgen, 4 zoals geschreven staat in het boek met de uitspraken van de profeet Jesaja: Luid klinkt een stem in de woestijn: Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden! 5Iedere kloof zal worden gedicht, elke berg en heuvel geslecht, kromme wegen recht gemaakt, hobbelige wegen geëffend; 6en al wat leeft zal zien hoe God redding brengt. 7Johannes zei tegen de mensen die massaal uitliepen om zich door hem te laten dopen: Addergebroed, wie heeft jullie wijsgemaakt dat je veilig bent voor het komende oordeel? 8 Breng vruchten voort die een nieuw leven waardig zijn, en zeg niet meteen bij jezelf: Wij hebben Abraham als vader. Want ik zeg jullie: God kan uit deze stenen kinderen van Abraham verwekken! 5
Preek Gezang 126 2. Bereid dan voor zijn voeten de weg die Hij zal gaan; wilt gij uw Heer ontmoeten, zo maak voor Hem ruim baan. Hij komt, bekeer u nu, verhoog de dalen, effen de hoogten die zich heffen tussen uw Heer en u. 1. Verwacht de komst des Heren, o mens, bereid u voor: reeds breekt in deze wereld het licht des hemels door. Nu komt de Vorst op aard, die God zijn volk zou geven; ons heil, ons eigen leven vraagt toegang tot ons hart. 3. Een hart dat wacht in ootmoed is lieflijk voor de Heer, maar op een hart vol hoogmoed ziet Hij in gramschap neer. Wie vraagt naar zijn gebod en bidden blijft en waken, in hem wil woning maken het heil, de Zoon van God. Gebeden Collecte (tijdens de collecte zingen wij Opw. 518) Opwekking 518 1. Heer, U doorgrondt en kent mij; mijn zitten en mijn staan en U kent mijn gedachten, mijn liggen en mijn gaan. De woorden van mijn mond, o Heer, die zijn voor U bekend en waar ik ook naar toe zou gaan, ik weet dat U daar bent. Heer, U bent altijd bij mij, U legt uw handen op mij en U bent voor mij en naast mij - en om mij heen. Heer, U bent altijd bij mij, U legt uw handen op mij en U bent voor mij en naast mij - en om mij heen, elke dag. 6
2. Heer, U doorgrondt en kent mij, want in de moederschoot ben ik door U geweven; U bent oneindig groot. Ik dank U voor dit wonder, Heer, dat U mijn leven kent en wat er ook gebeuren zal, dat U steeds bij mij bent. Slotlied: Opwekking 733 De zon komt op, maakt de morgen wakker mijn dag begint met een lied voor U. Heer, wat er ook gebeurt en wat mij mag overkomen, laat mij nog zingen als de avond valt. Heer, vol geduld toont U ons Uw liefde. Uw Naam is groot en Uw hart is zacht. Van al Uw goedheid wil ik blijven zingen tienduizend redenen tot dankbaarheid. En op die dag, als mijn kracht vermindert, mijn adem stokt en mijn einde komt, zal toch mijn ziel uw loflied blijven zingen. Tienduizend jaar en tot in eeuwigheid. Loof de Heer, o mijn ziel. O mijn ziel, prijs nu zijn heilige Naam. Met meer passie dan ooit; o mijn ziel, verheerlijk zijn heilige Naam. Loof de Heer, o mijn ziel. O mijn ziel, prijs nu zijn heilige Naam. Met meer passie dan ooit; o mijn ziel, verheerlijk zijn heilige Naam. Loof de Heer, o mijn ziel. O mijn ziel, prijs nu zijn heilige Naam. Met meer passie dan ooit; o mijn ziel, verheerlijk zijn heilige Naam. Zegen Na de doopdienst is er gelegenheid de doopouders te feliciteren in de kerkzaal van de Andreaskerk. In het Voorhuys is voor iedereen gelegenheid voor koffie. 7