Verslag Jeugdoverleg Holland-Noord, 13 juni 2018 1. Introductie Ron heet iedereen welkom en stelt zichzelf en de afdelingsondersteuner voor. De rest van de aanwezigen stellen zich ook kort voor. De afdeling is erg tevreden over de opkomst, liefst 65% van de verenigingen met jeugdleden had zich aangemeld, en 75% van de jeugdleden uit de afdeling was vertegenwoordigd door een afgevaardigde van hun vereniging. Ron en David geven ter introductie aan hoe de situatie rondom het jeugdtafeltennis in de afdeling en landelijk eruit ziet, en wat er moet en kan veranderen in de toekomst. Hopelijk geeft deze bijeenkomst daar een opstart voor. Het is in principe de bedoeling de verenigingen zoveel mogelijk aan het woord te laten tijdens deze bijeenkomst. Daarmee hopen we een beter beeld te krijgen van de situaties en uitdagingen in de afdeling, en elkaar beter te leren kennen. We willen deze vergadering graag twee keer per jaar organiseren, aangezien er nog genoeg punten zijn om samen aan te werken omtrent de onderwerpen die besproken worden. Deze avond is vooral geschikt als kennismaking tussen de afdeling en de verenigingen en verenigingen onderling. Bij deze overleggen willen we in de toekomst van tevoren met concrete voorstellen en vragen komen, zodat we tijdens deze overleggen ook echt beslissingen kunnen nemen en afspraken kunnen maken. Als we naar de cijfers van de NTTB kijken omtrent de ontwikkeling van jeugdleden, zowel landelijk als in de afdeling krijgen we het volgende beeld: De instroom van jeugdleden bij de NTTB is 929 leden in de categorie 0 t/m 11 jaar. De uitstroom van jeugdleden bij de NTTB is 427 leden in de categorie 0 t/m 11 jaar. De instroom van jeugdleden bij de afdeling is 205 leden in de categorie 0 t/m 11 jaar. De uitstroom van jeugdleden bij de afdeling is 185 leden in de categorie 0 t/m 11 jaar. De instroom van jeugdleden bij de NTTB is 425 leden in de categorie 12 t/m 18 jaar. De uitstroom van jeugdleden bij de NTTB is 990 leden in de categorie 12 t/m 18 jaar. De instroom van jeugdleden bij de afdeling is 230 leden in de categorie 12 t/m 18 jaar. De uitstroom van jeugdleden bij de afdeling is 295 leden in de categorie 12 t/m 18 jaar. Vanuit HTC hebben we ook nog de onderstaande tabel ontvangen, dank daarvoor. Jaar # jeugdverenigingen met teams in de voorjaarscompetitie # jeugdleden (einde jaar) # spelers Jeugdcompetitie (einde jaar) # jeugdteams in voorjaarscompetitie 2018 28?? 86 2017 28 569 351 81 2016 31 569 353 88 2015 31 523 365 95 2014 29 631 405 96 2013 31 672 409 101 2012 31 716 427 108 2011 33 704 459 115 2010 33 730 467 134 2. Ingebrachte punten De vooraf ingebrachte punten zien vooral op een starterscompetitie en starterstoernooien, de ideeën daarover worden in punt 4 besproken. Daarnaast was er nog een verzoek tot cijfermatige onderbouwing, zie daarvoor het punt hierboven. 3. Ledenontwikkeling van jeugdleden Omtrent het werven, opvangen en behouden van jeugdleden hebben bijna alle aanwezigen wel goede, creatieve en interessante ideeën. Hopelijk doet iedere aanwezige zijn of haar eigen vereniging een plezier en pikt uit die ideeën op wat er voor de eigen vereniging interessant kan zijn. Hieronder een korte samenvatting van enkele opmerkingen omtrent dit onderwerp vanuit de zaal.
Tempo-Team is een voorbeeld van een vereniging die een behoorlijke ledengroei heeft doorgemaakt en ook succesvol is in het behouden van die leden. Marcel Nabarro zegt daarover dat het vooral belangrijk is om tafeltennis aantrekkelijk te houden voor de kinderen; ze moeten het bovenal naar hun zin hebben. Bij Tempo-Team wordt dat bijvoorbeeld gedaan door kinderen, ook van verschillende trainingsgroepen, veel met elkaar te laten interacteren, wat aanstekelijk werkt. Ledenwerving bij scholen is ook voor Tempo- Team een uitdaging, niet alle wervingsactiviteiten leveren op de korte termijn ook echt wat op. Waar Tempo-Team wel veel profijt van heeft, is de eigen accommodatie, waarbij het vrij spelen op de zondag echt erg populair is. Daarnaast geeft Marcel als tip om op interne toernooien veel prijzen uit te reiken, gezien de gevoeligheid van kinderen daarvoor. Ook benadrukt hij het belang van communiceren met ouders en het snel betrekken van nieuwe spelers in de competitie. Harry Danes vertelt dat het bij United-Oost veel moeilijker gaat, een nieuw lid komt zelden zomaar binnenlopen, en er wordt weinig gevraagd naar de mogelijkheden. De uitdaging zit hem er dan ook vooral in om kinderen voor het eerst de deur binnen te krijgen. Jeroen Kuijt zegt dat het voor verenigingen die op zoek zijn naar nieuwe jeugd in ieder geval van groot belang is om zich te tonen, waar en wanneer dat maar kan. Vaste jaarlijkse aanwezigheid op sportinstuiven, markten, vergroot de zichtbaarheid en de bekendheid van een vereniging ontzettend veel. HBC is bijvoorbeeld al jaren vast aanwezig bij elke sportinstuif, markt of ander evenement, en plukt daar de vruchten van: de club is bij de hele omgeving bekend. Jeroen noemt ook nog dat MJ Tafeltennis ook een rol zou kunnen spelen in dit soort activiteiten op het moment dat een vereniging niet in staat is zelf aanwezig te zijn of invulling te geven aan de actie. Daarnaast vertelt Jeroen ook dat het gymonderwijs op basisscholen erg belangrijk kan zijn voor de zichtbaarheid van de sport en van de verenigingen. MJ heeft bijvoorbeeld recent een grote groep LO docenten opgeleid om tafeltennis in het lespakket op te nemen. Voor verenigingen loont het dan ook zeker de moeite om over de mogelijkheden hieromtrent contact op te nemen met scholen, gymdocenten of zelfs de gemeente. Wat de gemeente betreft zijn er overigens ook best wat mogelijkheden voor ondersteuning van ledenwerving. Paul Molenaar vertelt het een en ander over wat er gebeurt op het gebied van tafeltennis in de gemeente Amsterdam. Daar zijn behoorlijk veel mogelijkheden om tafeltennis te laten zien op scholen, naschoolse tafeltennisgroepen te starten en de stap naar de verenigingen te vergemakkelijken. De gemeente wil best investeren in het zichtbaar maken van de sport en dat leidt ook tot een grote groep tafeltennissende jeugd in Amsterdam. Onder meer door de scholencompetitie die Paul samen met Frank Breg organiseert, wordt er in Amsterdam geprobeerd te link te leggen tussen tafeltennis op school en bij een vereniging. Ook vertelt Paul dat het de moeite kan lonen om samen te werken met andere (vergelijkbare) sporten en met een gezamenlijk plan bij een gemeente of sportservice aan te kloppen. Samen sta je toch sterker. Margo Oudt vertelt dat Stede Broec, eigenlijk als enige in de buurt, wel eens aanklopt bij Sportservice West-Friesland. Daar heeft de vereniging onlangs zelfs een mooie bijdrage van 500 euro van mogen ontvangen na indiening van een plan daar. Ook Margo benoemt hoe belangrijk het is dat tafeltennis in het standaard lespakket van gymdocenten zit. Kinderen komen gewoon in veel grotere mate in aanraking met de sport. Ron Suanet vertelt vanuit zijn ervaring bij verschillende gemeenten dat er best het een en ander mogelijk is bij die instanties. Subsidies, de inzet van combinatiefunctionarissen, het loont de moeite om er in ieder geval eens naar te vragen. Er zijn uiteraard flinke verschillen tussen verschillende gemeenten, in Amsterdam is er wellicht meer mogelijk dan ergens anders, maar het kan nooit kwaad om naar de mogelijkheden te vragen. Guus Korper vertelt dat TTV Amstelveen de afgelopen jaren een behoorlijk grote groei in het aantal jeugdleden heeft doorgemaakt. Daarvoor heeft de vereniging ook hard moeten werken, er is veel tijd en moeite geïnvesteerd om de vereniging te brengen tot het punt waar die nu is. Wat bij Amstelveen in ieder geval goed werkt, is het uitnodigen van vriendjes en vriendinnetjes bij toernooien van de club. Hierdoor prikkelen kinderen elkaar om naar de club te komen. Jean-Paul van Westen geeft aan dat het verenigingen af en toe moeilijk wordt gemaakt om spelers te behouden, waar dat niet nodig is. Hij vertelt over een geval bij Victory 55 waar één speler uit een team 7 dagen te oud bleek om dispensatie te kunnen krijgen voor een competitieteam. Hierdoor hielden de andere spelers geen team meer over, en is het zeer waarschijnlijk dat het volledige team er hierdoor mee stopt, voor zover dat niet al gebeurd is. De zaal is het erover eens dat dit niet de bedoeling kan zijn, en dat zo strak vasthouden aan bepaalde regels aan het doel van die regels voorbij gaat. Voor deze situatie
is het helaas moeilijk nog iets te veranderen, maar David geeft in ieder geval mee dat men dit soort problemen in ieder geval altijd kan melden bij hem of andere afdelingsfunctionarissen. Op die manier kunnen wij bijvoorbeeld ook contact opnemen met de competitieleider, om nog een keer te kijken of er echt geen andere oplossing mogelijk is. Als er in bepaalde gevallen echt meer wordt verloren dan gewonnen door een bepaalde regel te handhaven, dan moet daar natuurlijk anders mee worden omgegaan, en daar zullen wij dan ook ons best voor doen. Ka Chun Lai vertelt overigens dat er voor situaties waarin verenigingen niet zelf een volledig team kunnen inschrijven in de competitie mogelijk samengewerkt kan worden met een andere vereniging. Nieuw-Vennep heeft bijvoorbeeld samen met HTC een gedeeld team ingeschreven, en zo zijn er meer voorbeelden bij andere verenigingen. Edwin van Eijk (Disnierats) stelt dat we, de hele NTTB, niet in een systeem moeten blijven hangen als de voorwaarden daarvoor veranderen. Op het moment dat er teveel problemen zijn met het handhaven van een bepaalde opzet, moet je gaan kijken naar alternatieven voor die opzet. Uiteindelijk is het systeem namelijk wel ondergeschikt aan de behoefte waarin het systeem voorziet. Ook vindt Edwin dat we, nu we met zo n mooie grote groep bij elkaar zijn, ook moeten kijken naar wat wij met z n allen, als geheel, kunnen doen. We zijn het er met de hele vergadering over eens dat er inderdaad wat moet gebeuren, en dat we ook als geheel best wat kunnen verzinnen. Gezien het feit dat dit weer de eerste keer in een lange tijd is dat we een dergelijk overleg plannen, en er ontzettend veel dingen te bespreken zijn, is dit misschien niet mogelijk om nu al heel concreet te worden. Deze bijeenkomst staat vooral in het teken van het leren kennen van de andere verenigingen, het inventariseren van de uitdagingen en behoeften in de afdeling, en het bereiken van consensus over een aantal onderwerpen. In aanloop naar de volgende keer dat we dit overleg zullen houden zullen er van tevoren een aantal concrete voorstellen en plannen komen, waardoor we de volgende keer afspraken kunnen maken en beslissingen kunnen nemen. Tot die volgende vergadering is er daarvoor echter nog wel voldoende te doen. De afdeling zal daarin zijn rol spelen, maar ook vanuit verenigingen is het belangrijk om veel te communiceren. Op het moment dat je je ideeën, ervaringen, kritiek of positieve punten wil delen, doe dat dan vooral! Een Facebook van de afdeling, een wervingsdag voor de hele afdeling, er zijn genoeg ideeën en verbeterpunten. Omdat we elkaar nu wat beter hebben leren kennen, en langzaam leren wat er allemaal wenselijk en mogelijk is, is het ook mogelijk om beter met elkaar te communiceren. Laten we proberen elkaar op te zoeken waar dat mogelijk en handig is, zodat we van elkaar kunnen leren en elkaar vooruit kunnen helpen. 4. Competitie en toernooien Voorafgaand aan het overleg heeft de afdeling van meerdere verenigingen het verzoek gekregen om een soort wedstrijdaanbod te creëren voor beginnende jeugdleden. Hiermee worden beginnende jeugdleden beter betrokken bij verenigingen en de sport, en wordt ook de stap naar de competitie een stuk minder groot. De scholencompetitie in Amsterdam is hier een goed voorbeeld van. De zaal is het er wel over eens dat dit een nuttige toevoeging kan zijn aan het competitieaanbod, en dat er een bepaalde uitwerking voor dient te komen. De afdeling zal hiervoor een eerste aanzet geven, het format wordt waarschijnlijk een serie losse, zelfstandige toernooien voor starters. Hiervan zijn er al een aantal gegeven in het afgelopen jaar, en dat wordt ook zeker aangemoedigd. Misschien kunnen we deze toernooien nog verder verbeteren door ze te coördineren in een afdelingsbreed plan. In ieder geval zal de afdeling aan de slag gaan met het vinden van geschikte data voor deze toernooien en het onderzoeken of dit vanuit de afdeling budgettair ondersteund kan worden. De organisatie van de toernooien zal in ieder geval vanuit de verenigingen moeten komen; geïnteresseerde verenigingen kunnen zich natuurlijk altijd aanmelden! Het is in ieder geval ook de moeite waard om voor deze doelgroep te denken aan een Push- Pong toernooi, of andere laagdrempelige alternatieven voor een gewoon toernooi. Wat betreft de huidige opzet van de competitie komt er vanuit de zaal als voornaamste reactie dat het best een aantal problemen oplevert. Grote en kleine poules, grote niveauverschillen en moeilijkheden bij het indienen van teams zijn problemen waar verenigingen tegenaan lopen. Ook de verschillen tussen indelen op leeftijd en indelen op klasse leveren soms problemen op. Daarnaast speelt de vraag of men kinderen zo snel mogelijk competitie moet laten spelen, of juist niet. Zoals ook al in het vorige punt besproken is, kan vasthouden aan het huidige systeem soms te star zijn, waardoor problemen ontstaan en er creatieve oplossingen nodig zijn. Een volledig andere opzet van de competitie is daarvoor niet per
se een oplossing op de korte termijn. Het is ten eerste waarschijnlijk niet haalbaar, en ten tweede ook niet duidelijk hoe een dergelijk alternatief eruit zou moeten komen te zien en of dat de problemen dan wel oplost. Competitie tussen individuen of kleinere teams lijkt geen breed draagvlak te hebben. We zullen dan ook binnen het huidige competitiesysteem zo goed mogelijk moeten proberen te functioneren. Wel kunnen we proberen om wedstrijden bijvoorbeeld zoveel mogelijk met verschillende teams tegelijk te spelen, in het kader van gezelligheid. Verschillende verenigingen zouden daarbij hun thuiswedstrijd tegelijkertijd op één locatie spelen, waardoor niemand meer met één team op de zaterdag hoeft te spelen. Er is in ieder geval nog best wat mogelijk. Daarvoor is het in ieder geval belangrijk dat we snel communiceren en snel schakelen op het moment dat we tegen problemen aanlopen. Daarmee kan wellicht al best het een en ander voorkomen worden. Het bespreken van de landelijke, regionale en open toernooien komen we helaas niet meer aan toe in deze vergadering. Wel is het nog goed om te melden dat het altijd goed is om ervaringen met, ideeën over, of kritiek op bepaalde toernooien altijd even aan te geven. Dit kan bijvoorbeeld bij de afdelingsondersteuner, die de punten kan doorgeven aan degenen die erover gaan. Daarmee kunnen we van bepaalde ervaringen leren en onszelf in de toekomst verbeteren. 5. Trainingen en trainers De afdeling benoemt de Regionale Bondstraining die in Amsterdam wordt gegeven door hoofdtrainer Yana Timina, met assistentie van Yuwei Grijpink. Bij deze RBT zijn er drie verschillende groepen: een groep tot ongeveer het niveau van de 1 e klasse, een groep voor de jeugd die hoger speelt dan dat en een meisjesgroep. Gemotiveerde spelers die graag wat willen leren en qua niveau echt vooruit willen kunnen zich aanmelden voor de RBT. De spelers die bij de RBT spelen gaan duidelijk vooruit, de spelers zijn gemotiveerd en vinden het leuk om nieuwe dingen te leren. Vanuit de zaal komt de opmerking dat de RBT voor spelers van sommige verenigingen echt te ver weg is. Ron geeft aan dat er op termijn wellicht ook een soort trainingsgroep gestart kan worden die wat verder richting het noorden van de afdeling ligt, zodat de reisafstand niet te groot wordt voor verenigingen uit die buurt. De afdeling zal een dergelijke training moeten organiseren, en een vereniging zal zijn accommodatie daarvoor ter beschikking moeten stellen. Voor de volgende vergadering zal hier een concreter idee over komen, zodat we hier ook echt stappen in kunnen maken op het moment dat daar behoefte aan is. Ook wordt gezegd dat er geruchten gaan dat spelers die deelnemen aan de RBT aangemoedigd worden om bij TTV Amsterdam te gaan spelen. Dit is uiteraard niet de bedoeling, en hier zijn van tevoren ook duidelijke afspraken over gemaakt. Ron en David geven aan dat dit in ieder geval niet de insteek is van de RBT, en volgens hun ook niet van de trainers. Bovendien heeft TTV Amsterdam al een behoorlijk grote jeugdafdeling, en zijn ze er niet heel erg mee bezig om die uit te breiden tot een grootte die niet meer te behappen is voor het aantal vrijwilligers van de vereniging. Op het moment dat iemand vermoed dat iets dergelijks wel gebeurt, of er twijfels over heeft, is het in ieder geval belangrijk om dat aan te geven. Er kan dan ook door de afdeling naar de situatie worden gekeken, en er hoeft geen rancune te ontstaan door onduidelijkheden. Vervolgens wordt een probleem besproken waar veel verenigingen in de afdeling tegenaan lopen: er zijn weinig trainers beschikbaar. Voor verenigingen die nog geen trainer hebben is het niet makkelijk om een trainer te vinden die de tijd en energie in een vereniging wil steken en zich wil vastleggen om wekelijks voor de groep daar te staan. Op het moment dat verenigingen per se een trainer willen hebben komen ze toch al vaak uit bij een betaalde trainer, die dit doet in het kader van zijn eigen bedrijf, school of als bijverdienste. Stede Broec was bijvoorbeeld op zoek naar een hoofdtrainer, en laat nu wekelijks Lars Wildenborg overkomen vanuit Nijmegen, simpelweg omdat er dichter in de buurt niemand beschikbaar was. Voor sommige verenigingen is de financiële drempel sowieso te hoog, en behoort het aantrekken van een externe trainer niet tot de mogelijkheden. In die gevallen rest een vereniging niets anders dan te zoeken binnen de eigen vereniging. Paul Molenaar geeft aan dat hij in het verleden succesvol is geweest in het betrekken van jeugdleden bij het geven van training. Kinderen vinden het soms zo leuk om te helpen bij een training, of die zelf te geven, dat ze alleen daardoor nog jaren lid blijven, een opleiding willen doen of uiteindelijk zelfs hoofdtrainer worden. Het is echt de moeite waard om te investeren in het betrekken van jeugdleden, zelfs al vanaf een jaar of 12, bij het geven van trainingen; wie weet zijn ze over een aantal jaren wel geschikt als hoofdtrainer! Ook is het goed om de kinderen een kleine vergoeding te geven voor hun hulp; ze zijn hierdoor eerder geneigd het te blijven doen, er enthousiast van te worden, het serieus te nemen, en niet elders een bijbaantje te zoeken (zoals op de zaterdagochtend ).
Overigens wordt de verenigingen ook nog meegegeven dat men ook het paratafeltennis bij de jeugd in het oog moet houden. Er is best het een en ander mogelijk voor deze doelgroep, maar momenteel is het nog niet voldoende duidelijk hoe groot die doelgroep is, en waar de spelers precies zijn. Gebruik dan ook vooral de mogelijkheid in NAS om deze groep bekend te maken bij de NTTB. Op het moment dat een vereniging vragen heeft over spelers in deze doelgroep, over de mogelijkheden hiervoor, of de vraag of iemand hiervoor in aanmerking komt, benader dan vooral David, die kan iedereen in ieder geval in contact brengen met de personen die er het meeste van weten. Overigens begint er als het goed is op korte termijn ook een paratrainingsgroep in Amsterdam, die zal worden begeleid door Frank Breg, en wordt georganiseerd in samenwerking met Only Friends. Ook de opleidingen die de NTTB aanbiedt zijn geschikt om trainers op te leiden die vervolgens voor de groep kunnen staan. De verschillende moeilijkheidsgraden van de TableStars workshop, de TT-1, de TT-2 en zo verder geven in verschillende hoeveelheden van belasting mogelijkheden om meer te leren over het trainersvak. Vanuit de zaal komt de kritiek dat zeker de TT-2 wel een behoorlijke tijdsinvestering is, en dat men niet weet of ze daar wel voldoende aan hebben om die tijd erin te steken. Er komt wel eens kritiek dat de TT-2 je niet voldoende leert om een trainer te zijn, en dat de opleiding inhoudelijk te weinig over tafeltennis gaat. Dat zou inderdaad kunnen kloppen. Anderzijds moet men ook beseffen dat het misschien wel te moeilijk is om iemand te leren om een goede trainer te zijn in een aantal bijeenkomsten. Uiteindelijk geeft de opleiding vooral handvatten om een goede trainer te worden, door het ook veel te gaan doen. Meelopen bij een trainer, zelf training geven, en ervaring opdoen maken pas echt dat iemand een goede trainer leert te worden. De TT-2 kan vooral een goede hulp zijn bij dat proces. Er zijn overigens ook andere mogelijkheden om een soort opleiding te organiseren. Als er voldoende behoefte aan is, kunnen er ook workshops van één avond georganiseerd worden over van alles en nog wat. De VVTT doet dit bijvoorbeeld, maar eventueel zou men hiervoor bijvoorbeeld ook aan MJ Tafeltennis kunnen denken. 6. Lokale samenwerking Dit punt hebben we eigenlijk al in grote mate behandeld tijdens de vorige punten op de agenda, en laten we dus verder zitten. 7. Activiteiten afdeling Holland-Noord De speciale activiteiten voor het huidige jaar en voor 2019 worden even kort benoemd. Het gaat over de VOG voor iedereen (gratis aan te vragen en goed voor het creëren van een veilig sportklimaat en het verbeteren van het imago van verenigingen), de scholencompetitie in Amsterdam (eerder al genoemd), het vergroten van het kader van de afdeling (gezien de onderbezetting binnen de afdeling die inmiddels al flinke tijd duurt, zullen er echt vrijwilligers bij moeten komen, in welke vorm en met welke taken dat kan altijd in overleg), en het verbeteren van de samenwerking tussen verenigingen en tussen afdeling en verenigingen (deze bijeenkomst is daarvoor natuurlijk al een mooie start). Ook belangrijk om te noemen zijn de afdelingskampioenschappen. Die wil de afdeling dit jaar weer goed en strak neerzetten; er volgt nog een officiële uitnodiging en vermelding van de data, maar voor de aanwezigen vast: op zaterdag 13 januari worden de afdelingskampioenschappen voor de jeugd gehouden, en op zondag 14 januari voor de senioren in Beverwijk, sporthal De Walvis. Laten we met zijn allen zorgen dat we daar een mooie opkomst krijgen, zodat het toernooi weer het elan krijgt dat erbij hoort! Ook moedigt de afdeling verenigingen aan om interessante initiatieven of ideeën aan te melden bij de afdeling. Er kan daarbij gebruik worden gemaakt van de subsidieregeling van de afdeling, de afdelingswebsite, de contacten van de afdeling, noem maar op. Tot slot het plannen van een volgend overleg: het plan is om dit tussen het einde van de najaarscompetitie en het begin van de voorjaarscompetitie te doen, de afdeling zal hiervoor nog een datum prikken. Bij een volgende vergadering is het, zoals eerder gezegd, in ieder geval de bedoeling concreet te worden over een aantal zaken, zodat we ook echt vooruitgang gaan boeken. In ieder geval bedankt de afdeling degenen in de zaal voor hun aanwezigheid en hoopt dat zij bij een volgende bijeenkomst weer aanwezig zullen zijn. Laten we er met zijn allen voor zorgen dat het contact en de ideeën van vanavond allemaal in ieder geval niet verwateren!