Verwerkingsvoorschriften breedplaatvloeren

Vergelijkbare documenten
Verwerkingsvoorschriften breedplaatvloeren

Verwerkingsvoorschriften breedplaatvloeren

LEIDINGVERLOOP. leidingverloop (algemeen).doc Pagina 1 van 5

Verwerkingsvoorschriften. Breedplaatvloeren. Orion Beton BV Enschede

Richtlijnen leidingen in breedplaatvloeren

Richtlijnen leidingen in breedplaatvloeren. 1. Introductie. 2. Definities

verwerkingsvoorschriften

BEKISTINGSPLAATVLOER. De verdeel- of dwarswapening in de elementen zijn. De bovenwapening, zoals de steunpuntswapening en

De breedplaatvloer wordt toegepast in woningbouw en utiliteitbouw. Uitvoering traditioneel gewapend of voorgespannen gewapend.

Op de bouwplaats of op de kraan dient het volgende hijsgereedschap beschikbaar te zijn.

Optimalisatie van ondersteuningsconstructies en breedplaatvloeren

5 PRODUCTEN 5.3 SYSTEEMVLOEREN

Verwerkingsrichtlijnen Breedplaatvloer BPV

Algemeen productgegevens Standaard breedte : 2400 mm of 3000 mm : min 500 mm ( langszijde uitgevoerd met een vuilekant Lengte maximaal : 9950 mm

KANAALPLAATVLOER PRODUCTEN 3 SYSTEEMVLOEREN

De wanden die verticaal vervoerd worden kunnen zonder hulp middelen worden opgehesen aan de speciaal ingestorte hijsvoorziening.

Dycore breedplaatvloer

Contactpersonen: ==Projectleider== ==Telefoon== == == ==Werkvoorbereider== ==Telefoon== == == ==Uitvoerder== ==Telefoon== == ==

Constructieve analyse bestaande vloeren laag 1/2/3 (inclusief globale indicatie van benodigde voorzieningen)

PRODUCT. BROCHURE dehoop-pekso.nl. Combinatievloer. flexibel vloersysteem. uw ruwbouw totaalleverancier

Dycore massieve plaatvloer

Orion Beton BV. In kort bestek. Orion Beton, een betrouwbare en flexibele partner

KNPL 150 KNPL 165 KNPL 200 KNPL 260/265 KNPL 320 KNPL 400. De kanaalplaatvloer wordt toegepast in woningbouw en utiliteitbouw.

Uw totaalleverancier van prefab betonelementen. Daar kun je op bouwen!

KOMO. Fingo N.V. kwaliteitsverklaring

Dycore ribbenvloer. De voordelen van de toepassing van de Dycore ribbenvloer zijn ondermeer:

MONTAGE EN BEHANDELING

Productdatablad. Appartementenvloer

VERWERKINGS- EN GEBRUIKERSVOORSCHRIFTEN EMISSIEARME STALVLOEREN

Holle Wand Massieve Wand SV-vloeren

Overzicht van in Nederland verkrijgbare vloersystemen

verwerkingsvoorschriften

Uw alles-in-één-hand prefab-partner

KANAALPLAATVLOER Elementen. Vloeren Ondergrondse Infra Funderingen

PassePartout. Vloer voor speciale toepassingen

5.3 COMBINATIEVLOER. Ra veelconstructie. bij de gevel PRODUCTEN SYSTEEMVLOEREN

Cret 122/122V Hoog belastbare dwarskrachtdeuvels

Instructie t.b.v. het gebruik van de HIJSMIDDELEN. T.B.V. MONTAGE van de Dycore kanaalplaat, massieve plaat en leidingplaat.

ribcassettevloeren NIEUW! Vloerhoogte 350 mm Rc-waarde tot 5,0

Staal-beton Vloersystemen ComFlor Staalplaat-betonvloeren

fundamentele verbetering voor woningbouw

KS innovatieplaat. Montage adviezen

fundamentele verbetering voor grondgebonden woningbouw

Allround ondersteuningen

Instructie over het gebruik van de HIJSMIDDELEN. T.B.V. MONTAGE van de kanaalplaat, massieve plaat en leidingplaat.

Daar kun je op bouwen!

Cret 124/124V Hoog belastbare dwarskrachtdeuvel

Cret 128/128V Hoog belastbare dwarskrachtdeuvel

Staal-beton Vloersystemen ComFlor Staalplaat-betonvloeren

VERWERKINGS- EN GEBRUIKERSVOORSCHRIFTEN EMISSIEARME STALVLOEREN G-SERIE

Taken en verantwoordelijkheden t.a.v. tekeningen en berekeningen

KOMO. Orion Beton B.V. kwaliteitsverklaring

Nummer K86115/01 Vervangt -- Uitgegeven d.d. -- Geldig tot Pagina 1 van 16. Gewapende breedplaatvloer

technische fiche gewapende holle gladde welfsels

Betonlateien voorgespannen

Uit de gesprekken met de aannemers is het volgende naar voren gekomen ten aanzien van de constructie.

Holle Wanden. Vraag een overzicht van ons complete leveringsprogramma!!

Holle Wanden. Vraag een overzicht van ons complete leveringsprogramma!!

STAPELBLOKKEN. BVBA CLAESEN BETONBEDRIJF Kanaalstraat Lummen T: 011/ F: 011/ p.

B e k i s t i n g s p l a a t v l o e r S p a n c o n

Betonson Prefab B.V. Productielocatie Haatlanderdijk 47 Meridiaan AP Kampen Postbus 167. Tel AD Gouda

SPANCON. Elementen Vloeren Ondergrondse Infra Funderingen

Erkend BB-Aansluitdocument

VERWERKINGS- EN GEBRUIKERSVOORSCHRIFTEN EMISSIEARME STALVLOEREN MEADOWFLOOR

Erkend BB-Aansluitdocument

Cret 303/313/323 Hoog belastbare dwarskrachtdeuvel

Optimalisatie van ondersteuningsconstructies en breedplaatvloeren

Nummer K86186/02 Vervangt K86186/01. Uitgegeven d.d Geldig tot Pagina 1 van 19. Voorgespannen breedplaatvloer

Systeemnummer : PD 1-1-2

PS-renovatievloer Droog

KANAALPLAATVLOEREN RIBBENVLOEREN COMBINATIEVLOEREN BREEDPLAATVLOEREN (HOLLE)WANDEN KOLOMMEN

Gebruikershandleiding Hijsframe t.b.v. trapgat Versie 1,

RSLigR Programma voor t berekenen van betonplaten, betonbalken en de systeemvloeren volgen Eurocode 2 en VBC 92: - Traditioneel/Voorgespannen:

Onderslagbalken. [01] Producttypering. [02] Vormgeving en afmetingen

Holle vloerplaten van spanbeton. Holle vloerplaten zijn onmisbaar bij het ontwerpen van een modern huis!

Holle Wanden. Fabiton heeft jarenlange ervaring in waterdichte prefab-betonsystemen

VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN

Inhoudsopgave. Gebruikershandleiding MK2 Wandbekisting. In dit hoofdstuk gebruikte veiligheidsiconen. Inleiding Algemene informatie...

Calduran. dilataties en aansluitingen

Verbouwing Kasteel Hackfort aan de Baakseweg 8 te Vorden

voor betonconstructies en bekistingen

CONTROLEPLAN prefab betonvloeren. Over dit controleplan

Productdatablad. Combinatievloer

Productdatablad. Combinatievloer

7.3 Grenstoestand met betrekking tot de dragende functie Kanaalplaatvloeren Buiging

Schöck Isokorb type QS 10

Productdatablad. Combinatievloer

Calduran. dilataties en aansluitingen

5 Stalen spant as 32 vak 1A plaatsen met tijdelijke koppeling K Nagelhout

K a n a a l p l a a t v l o e r HVP IVP

Plastiflex -NT Lijmbevestigingssysteem

verwerkingsinstructies

1 PRODUCTBESCHRIJVING SAMENSTELLING GAMMA 3 2 EIGENSCHAPPEN MECHANISCHE EN FYSISCHE EIGENSCHAPPEN 3 3 TRANSPORT EN OPSLAG 3

Alle verwerkingsinstructies

fundamentele verbetering voor woningbouw

TER LIJNDEN TE VELDHOVEN

Handleiding Vlonderframes

PRODUCTEIGENSCHAPPEN, VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN EN ADVIEZEN EN TOELICHTINGEN WERKWIJZEN. ALPHA - voorgespannen breedplaatvloer

Montagegids & Fabricage.

Transcriptie:

Verwerkingsvoorschriften breedplaatvloeren Montagejukafstanden De combinatie van plaatdikte, plaatwapening, vloerdikte en tralieliggers in een breedplaatelement bepalen de montagejukafstand ofwel de afstand van de te plaatsen rijen jukken of baddingen. Geelen Beton adviseert de aannemer over de optimale de hart-op-hart afstand van de rijen baddingen per project. De baddingen dienen onder de breedplaat haaks op de lengterichting van de tralies geplaatst te worden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen: - een vrij veld (s) met voldoende oplegging (minimaal 60 mm) onder de breedplaat hoeven geen jukken aangebracht te worden. vloer kan stempelvrij worden afgestort. -een randveld (a) afstand van plaat met voldoende oplegging het eerste juk - een tussenveld (b) aan beide zijden minimaal een volledige jukafstand - een overstek (c) afstand van juk plaateinde met onvoldoende oplegging; randjuk plaatsen Geelen Beton doet geen uitspraak over de afmetingen van de baddingen boven en onder de stempels en ook niet over het aantal stempels per rij. Dit is ter beoordeling van de leverancier van de stempels.dit geldt tevens voor het plaatsen en afschoren van de stempels. De stempels dienen naar alle zijden degelijk geschoord te worden. Bij sparingenin de breedplaatgroter dan 400 mm en ter plaatse van openingen in de oplegging van de breedplaat dienen extra montagejukken met baddingen te wordenbijgeplaatst. Hijsen en leggen Let op!en Zie ook VT Gids, zoals uitgegeven door VVT (vereniging Verticaal Transport). Hijsen leggen Het is verboden voor personen om zich onder de last te begeven, zie ook VT-gids en maatregelen hiervoor. De opleggingen voor de breedplaten dienen vlak en strak te zijn om zettingen en scheurvorming te voorkomen. Eventuele ruimte tussen de elementen en de oplegging dient opgevuld te worden. Toepassen van oplegvilt,etc. uitsluitend in overleg met de hoofdconstructeur.

De platen kunnen rechtstreeks vanaf de wagen in de bouw worden aangebracht. Handelingen met betrekking hijsen, opslag en transport mogen geen aanleiding geven beschadiging en/of scheurvorming van de vloerelementen. Hijsen en leggen uitsluitend met goedgekeurd materiaal en geschiedt onder de volledige verantwoordelijkheid van de opdrachtgever. Bij tussenopslag op het werk dienen de platen op een vlakke en draagkrachtige ondergrond te worden gestapeld met stophout overeenkomstig de belading. De platen mogen niet rechtstreeks op de grond worden gelegd. Opslag geschiedt onder de volledige verantwoordelijkheid van de opdrachtgever. Hijsen dient met gecertificeerd materiaal te worden uitgevoerd conform de bijbehorende richtlijnen. De platen dienen gelijkmatig en horizontaal gehesen te worden en mogen niet scheuren of worden beschadigd. De platen kunnen worden gehesen aan de doorgaande tralieliggers volgens onderstaande tabel en schema s. Hier is voor de diverse plaatdiktes en plaatlengtes het aantal hijspunten en de aangrijppunten aangegeven. De hijshaken dienen in de hoek tussen een opgaande en neergaande diagonaal te worden aangebracht. De hijskettingen moeten onder een hoek van minimaal 60 staan. (zie detail) Platen langer dan 7500 mm lengte dienen met behulp van (lange) hulpkettingen of een evenaar gehesen te worden. Een evenaar wordt niet door Geelen Beton ter beschikking gesteld. Aantal hijspunten bij verschillende plaatdiktes en plaatlengtes Aangrijppunten op ca. 1/5 van de plaatlengte (zie schetsen) plaatlengte plaatdikte 50 mm / 120 kg/m² 60 mm / 144 kg/m² 70 mm / 168 kgm² 80 mm / 192 kg/m² 90 mm / 215 kg/m² 100 mm / 240 kg/m² L= 4 m1 1152 kg 1382 kg 1613 kg 1843 kg 2074 kg 2304 kg L= 5 m1 1440 kg 1728 kg 2016 kg 2304 kg 2592 kg 2880 kg Links van het grijze gebied minimaal 4 hijspunten In het grijze gebied minimaal 6 hijspunten Rechts van het grijze gebied minimaal 8 hijspunten Plaatbreedte2400 mm / 2,4 m1 1 1 L= 6 m L= 7 m L= 8 m1 1728 kg 2016 kg 2304 kg 2074 kg 2419 kg 2765 kg 2419 kg 2822 kg 3226 kg 2765 kg 3226 kg 3686 kg 3110 kg 3629 kg 4147 kg 3456 kg 4032 kg 4608 kg L= 9 m1 2592 kg 3110 kg 3629 kg 4147 kg 4666 kg 5184 kg L= 10 m1 2880 kg 3456 kg 4032 kg 4608 kg 5184 kg 5760 kg

Zeeg De breedplaten dienen door middel van de montagejukken tussen de ondersteuningen een zeeg te krijgen van 1/400 van de overspanning bij vrij opgelegde vloervelden. Bij doorgaande vloeren kan worden volstaan met 1/600 van de overspanning.bij het afstorten van de vloer is de voorgeschreven vloerdikte ter plaatse van deze zeeg maatgevend (de vloer met de zeeg mee storten).

Bovendien dient er rekening gehouden te worden met een extra zeeg door de zakking van de onderliggende vloerwaarop wordt afgestempeld. Deze extra zeeg dient door de leverancier van de betreffende vloer te worden opgegeven. Tralieliggers doorknippen Bij het bepalen van de maximale jukafstand wordt uitgegaan van een doorgaande tralie over de gehele lengte van de plaat. Indien de tralie wordt onderbroken, bijvoorbeeld vanwege het aanbrengen van leidingen, is de aangegeven jukafstand niet meer te realiseren en dienen er aanvullende maatregelen te worden getroffen in overleg met Geelen Beton. Door het weghalen van een deel van de bovendraad en de diagonalen van de tralieligger kan deze niet meer fungeren als trek- of drukstang bij het storten van de beton op de breedplaat. Het aanbrengen van een losse wapeningsstaaf voor het herstellen van de bovendraadheeft geen zin. Indien een tralieligger moet worden weggeknipt: vóór het knippen van de tralie altijd extra stempel(s) onder de vloer plaatsen. de tralie zo minimaal mogelijk wegknippen (maximaal 300 mm) Leidingen in vloeren Volgens de geldende Criteria 73 dient de vloerenleverancier in Categorie 4 rekening te houden met alle leidingen die in de vloer aanwezig zijn (taak 7). De opdrachtgever heeft de verplichting informatie over alle in te storten leidingen en de sparingen van de installateurs aan Geelen Beton te verstrekken. De informatie dient uiterlijk aanwezig te zijn op het moment dat met de berekeningen van de vloeren wordt begonnen en/of op het moment dat er nog een mogelijkheid is aanpassing van het leidingverloop. Aan de hand van de aangeleverde leidingverloop wordt door de vloerenleverancier beoordeeld of het geplande leidingverloop mogelijk is. Indien leidingen of het samenstel van leidingen voor constructieve problemen in de vloer zorgen, zal het leidingverloop moeten worden gewijzigd. Uitgangspunt is dat door de leverancier van de vloer geen aanvullende berekeningen moeten worden gemaakt en/of dat geen extra wapening moet worden aangebracht die door berekening moet worden aangetoond. De leidingen in een vloer kunnen de minimale vloerdikte bepalen. Gezien de richtlijnen komt het er op neer, dat de dikte van de breedplaatelementen samen met de maat van de grootste leiding of van

de combinatie van elkaar kruisende leidingen en de benodigde dekking boven deze leiding(-en) de minimaal toe te passen vloerdikte bepalen. Dit kan meer zijn dan theoretisch constructief is bepaald. Richtlijnen met betrekking het ontwerp van leidingverloop 1. maximale dikte leiding-(pakket) = vloerdikte breedplaatdikte 70 mm. 2. boven leidingen minimaal 60 mm beton of minimaal 40 mm beton met een wapeningsnet. 3. indien het kruisen van leidingen niet kan worden voorkomen, plaats de leidingen evenwijdig aan de tralieliggers in het bovenste deel van de vloer met in acht name van punt 2 en leidingen loodrecht op de tralieliggers in het onderste deel van de vloer. 4. leidingen en bundels dikker dan 50x50 mm dienen door de aannemer/installateur ter beoordeling aangeven te worden op de legplantekening. 5. maximum leidingbreedte en bundelbreedte 250 mm. 6. tussen leidingen minimaal de vloerdikte vrijhouden. 7. naast opleggingen een leidingvrije zone van minimaal 1/10 van de dagmaat met een minimum van 500 mm aanhouden. (zie ook *) 8. leidingen zo snel mogelijk schuin wegleiden van schachten en trapgaten. 9. versterkte stroken en ravelingen vrijhouden van leidingen. 10. elektra leidingen bij voorkeur direct op de breedplaat aanbrengen. 11. voor het wegknippen van tralieliggers zie richtlijnen tralieliggers doorknippen

12. met name (geïsoleerde) mechanische ventilatie kanalen en leidingen voor riolering dienen vastgezet te worden tegen opdrijven tijdens het storten. 13. voor aanvullend advies dient contact opgenomen worden met Geelen Beton. * vanwege bijzondere constructies en/of zware belastingen op de vloer kunnen afwijkingen mogelijk zijn. een en ander volgens opgave van de leverancier Zie ter verduidelijking ook onderstaande plattegrond. Aanbrengen druklaag De in het werk te storten beton moet gelijkmatig worden aangebracht, zodat opeenhoping van de betonmortel wordt voorkomen.

Onderstempeling Als een project bestaat uit meerdere breedplaatvloeren boven elkaar dient de onderstempeling over een aantal lagen doorgezet te worden. In principe geldt bij boven elkaar gelegen vloeren van ongeveer gelijke dikte en maximaal 300mm dat de af te storten vloer door minimaal 2 onderliggende vloeren gedragen moet worden. Het aantal benodigde onderliggende vloeren is afhankelijk van de tijd tussen de stort van de diverse vloeren en van de weersomstandigheden in de verstreken periode. Deze factoren bepalen de sterkteontwikkeling, betonkwaliteit en draagkracht, van de vloeren op het moment van storten. Het tijdstip van het verwijderen van de onderstempeling en het herstempelen wordt bepaald door de sterkteontwikkeling van de beton. De stempels mogen pas volledig worden verwijderd als de eindsterkte is bereikt en geen bovenliggende vloer meer hoeft door te dragen op de betreffende vloer. Herstempelen Voordat een bovenliggende vloer wordt afgestempeld dient de onderliggende vloer ontlast te worden door het losdraaien van de onderstempeling. Op het moment dat de stempels los komen van de vloer dienen deze weer en slag aangedraaid te worden. Dit noemt men het schrikken van de vloer. Hierdoor kan deze vloer zijn eigen gewicht en andere belasting gedeeltelijk gaan dragen. De vloer dient de benodigde sterkte te hebben alvorens dit mag worden gedaan ( 14 N/mm²). In deze fase kunnen randstempels en hulpstempels ook worden verwijderd. Bij een korte stort cyclus en/of bij slechte verhardingsomstandigheden dient de sterkteontwikkeling door middel van berekeningen, drukproeven en/of toepassing van hulpmiddelen,speciale betonsamenstelling, etc. in overleg met derden bepaald te worden.