Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2015 / Datum van uitspraak 02 november 2015 Rolnummer op JGR 2015/AB/515 Arbeidshof te Brussel elfde kamer Arrest
Arbeidshof te Brussel 2015/AB/515 p. 2 COLLECTIEVE SCHULDENREGELING - vorderingen collectieve schuldenregeling Tegensprekelijk arrest ten aanzien van appellante, de heer H. en de schuldbemiddelaar en bij verstek ten aanzien van de schuldeisers; definitief K. V., Appellante, vertegenwoordigd door mr. SCHOENSETTERS Wendy, advocaat te 3300 TIENEN, Ooievaartstraat 11 tegen 1.COFIDIS NV, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 7500 TOURNAI, rue du Glategnies 4, 2.PSA FINANCE BENELUX, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 1180 BRUSSEL, Sterstraat 99, 3.R. L., schuldeiser, wonende te 2800 MECHELEN, Leemstraat 25, 4.T. J., schuldeiser, wonende te 2800 MECHELEN, Leemstraat 25, 5.ENI GAS & POWER NV, schuldeiser, p/a INTRUM NV, 9000 GENT, Martelaarslaan 53, 6.RZ TIENEN, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 3300 TIENEN, Kliniekstraat 45, 7.DE WATERGROEP, schuldeiser, p/a Gerechtsdeurwaarder MODERO, 2018 ANTWERPEN, Mechelsesteenweg 203, 8.DKV BELGIUM NV, schuldeiser, p/a Mr. VAN LEEMPUTTEN, 2600 BERCHEM (ANTWERPEN), Marie-Josélaan 90, 9.AGENTSCHAP VLAAMSE BELASTINGDIENST, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 9300 AALST, Vaartstraat 16, 10.LANDELIJKE KINDEROPVANG, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 3018 WIJGMAAL (BT.), Remylaan 4B,
Arbeidshof te Brussel 2015/AB/515 p. 3 11.DELA, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 2000 ANTWERPEN, Noorderplaats 5 bus 2, 12.ALLIANZ BELGIUM NV, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 1000 BRUSSEL, Lakensestraat 35, 13.PZ TIENEN - HOEGAARDEN ONMIDDELLIJKE INNINGEN, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 3300 TIENEN, Gilainstraat 109, 14.LKO-LMC MEDISCH LABO, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 3800 SINT-TRUIDEN, Schurhovenveld 3143, 15.ELEKTRABEL CS NV, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 1000 BRUSSEL, Simon Bolivarlaan 34, 16.OOIEVAARSNEST VZW, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 3300 TIENEN, Veldbornstraat 16, 17.BASE COMPANY NV, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 1200 BRUSSEL, Neerveldstraat 105, 18.ONAFHANKELIJK ZIEKENFONDS BRUGGE, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 8200 SINT-ANDRIES, Gistelsesteenweg 294 bus 1, 19.STAD TIENEN, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 3300 TIENEN, Grote Markt 27, 20.ACV LEUVEN, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 3010 KESSEL-LO, Martelarenlaan 8, 21.SCHOOLBESTUUR SINT-PAULUS VZW, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 3300 TIENEN, Waaibergstraat 5, 22.FIDUCRE NV (SANTANDER), schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 1140 BRUSSEL, H. Matisselaan 16, 23.EOS AREMAS BELGIUM NV (KBC), schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 1000 BRUSSEL, Ravensteinstraat 60/28,
Arbeidshof te Brussel 2015/AB/515 p. 4 24.OCMW HOEGAARDEN, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 3320 HOEGAARDEN, Gemeenteplein 1, 25.LIBERALE MUTUALITEIT BRABANT, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 1030 BRUSSEL, Koninginneplein 51-52, 26.FIDUCRE NV (RECORD CREDIT SERVICES), schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 1140 BRUSSEL, H. Matisselaan 16, 27.VIGO NV, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 9230 WETTEREN, Biezeweg 13, 28.MEDICAL CREDIT MANAGEMENT (AML), schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 9050 GENTBRUGGE, Bellevue 3, 29.TELENET NV, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 2800 MECHELEN, Liersesteenweg 4, 30. MOBISTAR NV, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te 1140 BRUSSEL, Bourgetlaan 3, 31.CREDIFIXX INCASSOSERVICES BV, schuldeiser, met maatschappelijke zetel te Flemingstraat 1, 2316 XC LEIDEN (NEDERLAND), Schuldeisers nr. 1 tot en met nr. 31 niet verschenen noch vertegenwoordigd mede inzake H. K., Vrijwillig tussenkomende partij In persoon verschenen In aanwezigheid van DEWIL Johan, schuldbemiddelaar, wonende te 3300 TIENEN, Veemarkt 2, In persoon verschenen ***
Arbeidshof te Brussel 2015/AB/515 p. 5 * Na beraad, spreekt het arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest uit: Gelet op de stukken van rechtspleging, inzonderheid: - het voor eensluidend verklaard afschrift van het bestreden vonnis, uitgesproken op 06-05-2015 door de arbeidsrechtbank Leuven, 6e kamer (A.R. 14/31/B), - het verzoekschrift tot hoger beroep, ontvangen ter griffie van dit hof op 1 juni 2015, - de voorgelegde stukken. *** * De partijen hebben hun middelen en conclusies uiteengezet tijdens de openbare terechtzitting van 19 oktober 2015, waarna de debatten werden gesloten, de zaak in beraad werd genomen en voor uitspraak werd gesteld op heden. I. FEITEN EN RECHTSPLEGING. *** * 1. De heer K. H. en mevrouw K. V. werden op 24 januari 2014 toegelaten tot de collectieve schuldenregeling en mr. J. Dewil werd als schuldbemiddelaar aangesteld. 2. Op 24 december 2014 legde de schuldbemiddelaar een ontwerp van minnelijke aanzuiveringregeling voor aan de schuldeisers. 3. Op 25 februari 2015 legde de schuldbemiddelaar zijn ontwerp ter homologatie voor aan de arbeidsrechtbank te Leuven wat betreft de heer H., maar ten aanzien van mevrouw K. lichtte hij toe dat ze verhuisd was naar Duitsland en dat ze omwille van haar familiale moeilijkheden niets meer met de schuldbemiddeling wenste te maken te hebben, wat kon aanzien worden als een afstand van geding. Mevrouw K. verscheen niet voor de eerste rechter; wel werd zij samen met de heer H., de schuldeisers en de schuldbemiddelaar regelmatig opgeroepen. 4. Bij vonnis van 6 mei 2015 stelde de arbeidsrechtbank te Leuven het einde van de collectieve schuldenregeling ten aanzien van mevrouw K. vast alsook het verder lopen van de procedure ten aanzien van de heer H. ; zodoende werd de zaak naar de bijzondere rol verwezen om de schuldbemiddelaar toe te laten een aangepast plan op te maken.
Arbeidshof te Brussel 2015/AB/515 p. 6 5. Bij verzoekschrift tot hoger beroep van 29 mei 2015, ontvangen ter griffie van het arbeidshof te Brussel op 1 juni 2015, tekende mevrouw K. hoger beroep aan tegen de ten aanzien van haar aanvaarde afstand van de collectieve schuldenregeling en ze vroeg ook voor haar de verderzetting van de procedure. Ze richtte dit beroep tegen de schuldeisers in aanwezigheid van de schuldbemiddelaar, maar ze betrok de heer H. hierin niet. 6. Op 14 september 2015 legde de heer H. een verzoekschrift tot vrijwillige tussenkomst neer. II. BEOORDELING. 7. Artikel 1053 Ger. W. bepaalt dat, wanneer het geschil onsplitsbaar is, het hoger beroep moet gericht worden tegen alle partijen wier belang in strijd is met dat van de eiser in hoger beroep. Deze moet bovendien de andere niet in beroep komende, niet in beroep gedagvaarde of niet opgeroepen partijen binnen de gewone termijnen van hoger beroep en ten laatste voor de sluiting van de debatten in de zaak betrekken. Bij niet inachtneming van de in dit artikel gestelde regels wordt het hoger beroep niet toegelaten. Deze bepalingen zijn van openbare orde. (Cass. 16 januari 1976, A.C. 1975-76, 577) 8. Een betwisting in het kader van een collectieve schuldenregeling maakt een onsplitsbaar geschil uit in de zin van artikel 31 Ger. W. Het hoger beroep moet bijgevolg worden gericht tegen alle partijen wier belang in strijd is met dat van de appellant. Deze partijen moeten binnen de gewone termijn van hoger beroep in de zaak worden betrokken zoals vereist door artikel 1053 tweede lid Ger. W. (Antwerpen 18 februari 2003, P&B 2007, 164 met noot E. BREWAEYS). 9. Vanaf de aanduiding van de schuldbemiddelaar wordt de procedure in verband met de collectieve schuldenregeling van contradictoire aard, wat meebrengt dat alle betrokkenen, waaronder de medeschuldenaar, de schuldbemiddelaar, de schuldeisers in de procedure moeten worden betrokken, omdat de diverse incidenten in het raam van de contradictoire fase van de collectieve schuldenregeling onsplitsbaar van aard zijn in de zin van artikel 31 Ger. W. (S. VOET, Hoger beroep tegen een herroepingsbeslissing inzake collectieve schuldenregeling: Maar vergeet ook de schuldeisers niet! noot onder Gent, 27 september 2005, RW 2006-07, 606 e.v., meer bepaald p. 610) 10. De sanctie tegen het miskennen van de art 31 en 1053 Ger. W. is de nietontvankelijkheid (S. MOSSELMANS, noot onder Cass. 18 november 2002), P&B 2002, (140), p. 141, nr. 2). Deze sanctie is een bindmiddel om de eenheid van het geding, ook bij de aanwending van een rechtsmiddel, te vrijwaren. (B. VAN DEN BERGH, De
Arbeidshof te Brussel 2015/AB/515 p. 7 relatieve werking van het hoger beroep in een onsplitsbaar geschil, noot onder Cass. 26 september 2014, RW 2014-15, 1345) 11. In overweging B.6 van zijn arrest van 16 januari 2014 achtte het Grondwettelijk Hof deze ontvankelijkheidsvoorwaarde m.b.t. het instellen van een rechtsmiddel niet van die aard dat ze het recht op een eerlijk proces op zodanige wijze zou beperken dat de kern ervan wordt aangetast. Deze bepalingen werden dan ook niet onevenredig geacht zodat ze tot ongelijkheid zouden kunnen leiden. De verplichting om de niet in beroep komende of niet in beroep gedagvaarde partijen wier belang niet in strijd is met dat van de eiser in hoger beroep, binnen de wettelijke termijn van hoger beroep in de zaak te betrekken, wordt volgens het Grondwettelijk Hof verantwoord vanuit een bekommernis van vereenvoudiging van de procedureregels. (GrH 16 januari 2014, nr 4/2011, B.7.3) 12. Hieruit volgt dat de procespartij binnen de beroepstermijn formeel duidelijk moet aangeven wie in de beroepsprocedure betrokken moet worden. Doet zij dat niet, dan valt de hakbijl. (in die zin uitdrukkelijk de commentaar op bovenvermeld arrest van E. BREWAEYS, Collectieve schuldenregeling: onsplitsbaarheid kan kwalijke gevolgen hebben Juristenkrant, 26 februari 2014, 2) 13. De regels in verband met de relatieve nietigheid van een verzoekschrift tot hoger beroep, afgeleid uit art. 1057 juncto art. 861 en 864 Ger. W. doen aan deze ontvankelijkheid ingevolge artikel 1053 Ger. W. geen afbreuk. Deze regels betreffen de verplichte vermeldingen in verband met de op te roepen verweerders in hoger beroep. De beoordeling van de onontvankelijkheid van een hoger beroep geeft dan ook geen aanleiding tot beoordeling van belangenschade. (vgl. Cass. 29 juni 2006, Arr. Cass. 2006, 1520) 14. De vrijwillige tussenkomst van de heer H. buiten de beroepstermijn, met name op 14 september 2015 (kennisgeving vonnis 12 mei 2015) doet dan ook niets af aan de onontvankelijkheid van het hoger beroep. OM DEZE REDENEN, HET ARBEIDSHOF, Gelet op de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid op artikel 24, Recht doende op tegenspraak ten aanzien van appellante, de heer H. schuldbemiddelaar en bij verstek ten aanzien van de schuldeisers; en de Verklaart het hoger beroep onontvankelijk.
Arbeidshof te Brussel 2015/AB/515 p. 8 Aldus gewezen en ondertekend door de elfde kamer van het Arbeidshof te Brussel, samengesteld uit: Lieven LENAERTS, bijgestaan door : Dirk VAN DEN BROECKE, Kamervoorzitter, griffier. Dirk VAN DEN BROECKE, Lieven LENAERTS. en uitgesproken op de openbare terechtzitting van maandag 2 november 2015: Lieven LENAERTS bijgestaan door Dirk VAN DEN BROECKE, Kamervoorzitter, griffier. Dirk VAN DEN BROECKE, Lieven LENAERTS.