NEETs: jongeren die geen opleiding volgen en niet werken

Vergelijkbare documenten
Werkloosheid Redenen om niet actief te

Titel Belemmerd bij het verkrijgen van werk

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Jongeren op de arbeidsmarkt

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

Tarieven Europa: staffel 1

Statistisch Bulletin. Jaargang

het Nederlandse dse spoor?

Jongeren buiten beeld 2013

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

Werkzaam als zzp er. huishoudensprognose

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

Werkloosheid in : stromen en duren

Verwachte baanvindduren werkloze 45-plussers

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

Tarieven Europa: staffel 1

Statistisch Bulletin. Jaargang

Langdurige werkloosheid in Nederland

Statistisch Bulletin. Jaargang

Bijlage VMBO-GL en TL

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang

Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

Werkloosheid in de Europese Unie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007

Statistisch Bulletin. Jaargang

Arbeidsmarkt allochtonen

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Resultaten E-commerce Onderzoek Caribisch Nederland

Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom

Ouders op de arbeidsmarkt

Werkloosheid. basisonderwijs. Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends. Werkloosheidsduren op basis van de Enquête.

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

Herintreders op de arbeidsmarkt

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van , blz. 534), gewijzigd bij:

Het werkende leven van twintigers

kennis en economie 2013 statistische bijlage

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Buitenlandse vrachtwagens op de Nederlandse wegen

Volumemaatstaven voor het onbenut arbeidspotentieel

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school

Voortijdig schoolverlaten 0c het voortgezet et onderwijs in

Werkloosheid: twee afbakeningen. Stromen en duren. Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking. Wendy Smits Harry Bierings

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

Arbeidsgehandicapten in Nederland

67,3% van de jarigen aan het werk

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Statistisch Bulletin. Jaargang

Autodiefstal Diefstal uit auto Diefstal van motor Fietsendiefstal Inbraak

Pensioenfondsen ndsen en hun deelnemers,

Openbare raadpleging over de coördinatie van de sociale zekerheid in de EU

Aantal ondervonden misdrijven per land en naar type delict (per 100 respondenten); onveiligheidsgevoelens

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

Tabellen bij hoofdstuk 10. Tabel 10.1 Aantal ondervonden misdrijven per land en naar type delict (per 100 respondenten); onveiligheidsgevoelens

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS

Managers zijn de meest tevreden werknemers

Paper. Verbruik duurzaam gecertificeerde cacao door cacaoverwerkende. in Nederland. Publieksrapport. Fleur Gommans. April 2018.

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)

Gewoonlijk verblijvende bevolking (Usual residence population - Urespop) Kees Prins, projectleider Urespop

Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1

De arbeidsmarktintegratie van personen met een handicap in Europa. Barbara Vandeweghe IDEA Consult 12 december 2011

Arbeidsdeelname van paren

Statistisch Bulletin. Jaargang

27 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

Statistisch Bulletin. Jaargang

Europese feestdagen 2019

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Europese feestdagen 2018

Immigranten en werknemers uit de Europese Unie in Nederland

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten

Verhuizingen 0n n van personen tussen Twentse gemeenten, 2007

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Tabel 11.1 Aantal ondervonden misdrijven naar land en delictgroep (per 100 respondenten) en onveiligheidsgevoelens per land, 2004

De arbeidsmarkt in oktober 2013

Kwartaalrapportage 1/08

Toerisme in Caribisch Nederland 2016

De arbeidsmarkt in maart 2016

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie?

De arbeidsmarkt in augustus 2013

Transcriptie:

Statistische Trends NEETs: jongeren die geen opleiding volgen en niet werken Sebastian Alejandro Perez Hendrika Lautenbach April 2018 CBS Statistische Trends, 1

Inhoud 1. Inleiding 3 2. Omvang en ontwikkeling van de groep NEETs 4 3. Achtergrondkenmerken van NEETs 5 4. Binding met de arbeidsmarkt van NEETs 7 5. In- en uitstroom van NEETs van en naar opleiding of werk 8 6. Conclusies 9 Technische toelichting 9 Literatuur 10 StatLine 10 CBS Statistische Trends 2

Van de jongeren van 15 tot 25 jaar in Nederland volgde 4 procent in 2017 geen opleiding en was ook niet aan het werk. De internationale term voor deze groep jongeren is NEETs: Not in Employment, Education or Training. Het aandeel NEETs is al tien jaar vrij stabiel en is het laagst van alle landen van de Europese Unie. Bijna 3 op de 10 NEETs zijn werkloos. Ruim 4 op de 10 willen of kunnen niet werken, van wie meer dan de helft vanwege ziekte of arbeids ongeschiktheid. NEETs zijn relatief laagopgeleid: 51 procent heeft (nog) geen start kwalificatie voor de arbeidsmarkt. Gemiddeld volgde een derde van de NEETs in 2017 na drie maanden weer onderwijs of was aan het werk. 1. Inleiding In Nederland volgt het merendeel van de jongeren van 15 tot 25 jaar, ruim 80 procent, een opleiding of cursus. Van degenen die geen onderwijs volgen, heeft bijna 80 procent betaald werk. Daarmee leren of werken dus wel de meeste, maar niet alle jongeren. Deze groep jongeren wordt ook wel met de term NEETs aangeduid, wat staat voor Not in Employment, Education or Training. Het aandeel NEETs wordt op internationaal niveau gebruikt als kwaliteitsindicator voor de overgang tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Volgens de internationale afbakening gaat het om jongeren die tot de werkloze of de nietberoepsbevolking behoren en die in de afgelopen vier weken niet hebben deelgenomen aan een reguliere opleiding of een cursus. Uit eerder onderzoek bleek al dat deze NEETs geen homogene groep vormen (Eurofound, 2012; Sissons en Jones, 2012; MacDonald, 2011). Een deel van de jongeren slaagt er inderdaad niet in om werk te vinden. Daarnaast zijn er jongeren die niet deelnemen aan het onderwijs, in Nederland verplicht voor iedereen tot 18 jaar zolang ze nog niet over een startkwalificatie beschikken, omdat ze bijvoorbeeld kampen met een (chronische) ziekte of handicap of moeten zorgen voor een zieke of gehandicapte naaste (Yates and Payne, 2006; Furlong, 2006). Anderen bevinden zich in een periode tussen twee opleidingen of tussen het afronden van een opleiding en het beginnen met werk. In dit artikel wordt de groep jongeren die geen opleiding volgen en niet werken in Nederland onderzocht. Om hoeveel jongeren gaat het en zijn dat er veel of weinig in vergelijking met andere landen in Europa? Welke jongeren betreft het vooral? In hoeverre onderscheiden ze zich van niet-onderwijsvolgende jongeren die wel betaald werk hebben? Hoe groot is hun binding met de arbeidsmarkt? En hoeveel van hen volgen na drie maanden alsnog een opleiding of zijn aan het werk gegaan? De gegevens in dit artikel zijn grotendeels afkomstig uit de Enquête Beroepsbevolking 2017. Daarnaast zijn er cijfers van Eurostat gebruikt om een vergelijking te maken tussen Nederland en de overige EU-lidstaten. Deze cijfers zijn beschikbaar voor 2016. Zie ook de Technische toelichting. Jongeren in Nederland: leren of werken In Nederland worden jongeren geacht om onderwijs te volgen of te werken. Tussen de 5 en 16 jaar is iedereen leerplichtig en dus bij wet verplicht om naar school te gaan. Jongeren CBS Statistische Trends 3

tussen de 16 en 18 jaar zijn kwalificatie-plichtig, wat betekent dat zij verplicht zijn om voltijds onderwijs te volgen totdat zij een zogenoemde startkwalificatie voor de arbeidsmarkt hebben. Een startkwalificatie is een diploma op (minimaal) havo, vwo of mbo-2 niveau. Uitgangspunt is dat 16- en 17-jarigen een volledig onderwijsprogramma volgen zolang zij nog geen startkwalificatie hebben. Alleen degenen die een beroepsbegeleidende leerweg (bbl) in het mbo volgen, kunnen leren en werken combineren. Gemeenten moeten daarvoor leerwerktrajecten aanbieden aan leerplichtige 16- en 17-jarigen die dat nodig hebben. Iedereen vanaf 18 jaar die kan werken, maar het zonder ondersteuning niet redt om een plaats op de arbeidsmarkt te bemachtigen, valt onder de Participatiewet. Deze wet moet ervoor zorgen dat meer mensen werk vinden, ook mensen met een arbeidsbeperking. Zij moeten zoveel mogelijk aan de slag bij een gewone werkgever. De belangrijkste verplichtingen voor gemeenten op grond van deze wet zijn: het ondersteunen van jongeren bij het zoeken naar werk waarbij er voor 18- tot 27-jarigen bij toekenning van bijstand een plan van aanpak met begeleiding opgesteld wordt. Tot 27 jaar heeft het volgen van onderwijs hierbij voorrang op werk. 2. Omvang en ontwikkeling van de groep NEETs 4 op de 100 jongeren zijn NEETs In 2017 waren er in totaal ruim 2 miljoen jongeren van 15 tot 25 jaar. Het merendeel 81 procent volgt een opleiding. Meer dan de helft van hen heeft naast de studie ook een baan(tje). Zo n 15 procent van de jongeren volgt geen onderwijs en is aan het werk. Vier procent van de jongeren wordt tot de zogenaamde NEETs gerekend: ze volgen geen opleiding of cursus en hebben geen betaald werk. Het gaat om 84 duizend jongeren. Het aandeel NEETs is de afgelopen tien jaar vrij stabiel gebleven en schommelde steeds rond de 5 procent. 2.1 Jongeren in Nederland, 2017 1 682 dzd Onderwijsvolgend 2 088 dzd Jongeren (15 tot 25 jaar) 405 dzd Niet-onderwijsvolgend 979 dzd Met betaald werk 704 dzd Zonder betaald werk 322 dzd Met betaald werk 84 dzd Zonder betaald werk (NEETs) CBS Statistische Trends 4

Aandeel NEETs in Nederland kleinste van EU Het aandeel niet-onderwijsvolgende jongeren zonder werk in Nederland was in 2016 het kleinst van alle landen van de Europese Unie. Ook in Luxemburg, Denemarken, Zweden, Duitsland en Tsjechië was dit percentage betrekkelijk laag. Het grootst was het aandeel NEETs met 20 procent in Italië, gevolgd door Bulgarije, Roemenië, Kroatië, Cyprus, Griekenland en Spanje. Gemiddeld was 11 procent van de jongeren in de Europese Unie een NEET. Dit gemiddelde is al tien jaar vrij constant, al geldt dat niet voor alle afzonderlijke landen. Zo was het aandeel NEETs in 2016 in onder andere Roemenië en Griekenland hoger dan in 2007, terwijl in onder meer Denemarken en België dit aandeel juist lager uitkwam dan tien jaar eerder. Ook waren er verschillen tussen EU-lidstaten wat betreft de samenstelling van de groep NEETs. In bijvoorbeeld Griekenland en Spanje was het aandeel NEETs dat werkloos was groter dan het aandeel dat tot de niet-beroepsbevolking behoorde. In onder meer Italië, Bulgarije, Roemenië en ook Nederland lagen die vehoudingen juist andersom. 2.2 NEETs in landen van de Europese Unie, 2016 Italië Bulgarije Roemenië Kroa ë Cyprus Griekenland Spanje Ierland Slowakije Frankrijk EU-28 Letland Hongarije Verenigd Koninkrijk Portugal Polen Finland België Litouwen Estland Malta Slovenië Oostenrijk Tsjechië Duitsland Zweden Denemarken Luxemburg Nederland Bron: Eurostat. 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 % 3. Achtergrondkenmerken van NEETs Leeftijd en herkomst maken uit voor aandeel NEETs Onder jongeren van 20 tot 25 jaar is het aandeel NEETs met 6 procent drie keer zo hoog als onder de 15- tot 20-jarigen (2 procent). De bestaande leerplicht tot 18 jaar is hier zeker op van invloed (zie kader). Dit houdt de meeste jongeren tot die leeftijd, of in ieder geval tot ze een startkwalificatie hebben, in de schoolbanken. Ook zijn gemeenten verplicht om leer- of werktrajecten aan te bieden aan 16- en 17-jarigen die dit nodig hebben. Maar tevens speelt een rol bij het hogere aandeel NEETs onder de 20- tot 25-jarigen dat veel jongeren in deze leeftijd hun opleiding afronden en het bij sommigen even kan duren voordat ze een baan gevonden hebben. CBS Statistische Trends 5

Naast leeftijd maakt ook herkomst uit voor het aandeel NEETs. Jongeren met een nietwesterse migratieachtergrond zijn beduidend vaker niet-onderwijsvolgend en niet-werkend dan jongeren met een Nederlandse achtergrond: 6 tegen 3,5 procent. Jongeren met een westerse migratieachtergrond zitten hier tussen in. 3.1 Aandeel NEETs naar persoonskenmerken, 2017 Totaal Geslacht Man Vrouw Lee ijd 15 tot 20 jaar 20 tot 25 jaar Herkomst Nederlandse achtergrond Westerse migra eachtergrond Niet-westerse migra eachtergrond 0 1 2 3 4 5 6 % NEET heeft vaker kinderen dan werkende niet-schoolgaande jongere NEETs zijn gemiddeld vaker een minderjarig kind binnen een huishouden dan nietonderwijsvolgende maar wel werkende leeftijdsgenoten (8 tegen 2 procent). Tegelijkertijd hebben ze bijna twee keer zo vaak al één of meerdere kinderen in het huishouden (7 tegen 3 procent). Daarnaast zijn NEETs vaker alleenstaand en maken ze minder dikwijls deel uit van een paar zonder kinderen dan niet-onderwijsvolgende werkende jongeren. Zowel van de NEETs als van de werkende jongeren woont het merendeel rond de 60 procent als een meerderjarig kind binnen het huishouden. Onder de NEETs is het aandeel jongeren met een niet-westerse migratie achtergrond oververtegenwoordigd. Een kwart van hen heeft zo n achtergrond, bij de niet-schoolgaande jongeren met een baan is dat 12 procent. Helft NEETs zonder startkwalificatie NEETs zijn minder vaak hoogopgeleid dan niet-onderwijsvolgenden met werk. Ze hebben beduidend vaker het onderwijs zonder startkwalificatie verlaten. Dit kan overigens met of zonder het behalen van een diploma zijn. Wanneer ze met een diploma van school zijn gegaan, voldoet dat niet aan de eisen die aan een startkwalificatie zijn gesteld. Ruim de helft van de NEETs heeft het onderwijs zonder startkwalificatie verlaten, bij de niet-onderwijsvolgende werkende jongeren is dat 1 op de 5. Schoolverlaters met een startkwalificatie hebben een grotere kans op werk dan voortijdig schoolverlaters (CBS StatLine, 2017). Van de NEETs heeft 38 procent een middelbaar onderwijsniveau en 7 procent een hoog onderwijsniveau. Bij de werkende jongeren is dat respectievelijk 59 en 21 procent. 3.2 Niet-onderwijsvolgenden, 2017 NEETs Werkenden 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 % Voor jdig schoolverlater Geen voor jdig schoolverlater Weet niet/onbekend CBS Statistische Trends 6

4. Binding met de arbeidsmarkt van NEETs Grootste deel NEETs kan of wil niet werken In 2017 behoorde 29 procent van de NEETs tot de zogenaamde werkloze beroepsbevolking. Van alle niet-werkenden is hun binding met de arbeidsmarkt het sterkst: zij zijn op zoek naar werk en kunnen ook per direct aan de slag. Bijna 18 procent van de NEETs heeft weliswaar recent naar werk gezocht, maar kan hiermee niet meteen beginnen, of is wel direct beschikbaar maar heeft niet recent gezocht. De binding met deze arbeidsmarkt van deze groep is geringer dan die van de werklozen. Ruim de helft van de NEETs (52 procent) geeft aan niet recent te hebben gezocht én niet per direct beschikbaar te zijn. Dit zijn degenen met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt. Het grootste deel van hen 43 procent van alle NEETs geeft aan niet te willen of kunnen werken. Het overige deel van de NEETs die niet recent hebben gezocht én niet direct beschikbaar zijn, geeft aan wel te willen werken. 4.1 Binding met de arbeidsmarkt van NEETs, 2017 43% 29% Werkloos Beschikbaar, niet gezocht Gezocht, niet beschikbaar Niet gezocht, niet beschikbaar, wil wel werken Niet gezocht, niet beschikbaar, wil of kan niet werken 12% 9% 7% Ziekte of arbeidsongeschiktheid belangrijkste reden om niet te kunnen werken Meer dan helft van de NEETs die niet willen of kunnen werken, noemt ziekte of arbeidsongeschiktheid als voornaamste reden hiervoor. Dit kunnen bijvoorbeeld jongeren zijn die een tijdje uitvallen vanwege ziekte, maar ook jongeren die door lichamelijke en/of geestelijke belemmeringen voor langere tijd niet in staat zullen zijn om op de arbeidsmarkt te participeren. Nog eens 12 procent geeft aan dat ze vanwege studie of opleiding niet willen werken. Het gaat dan onder meer om jongeren die binnenkort gaan beginnen met een studie, of tussen twee opleidingen inzitten. Voor 6 procent is de zorg voor het gezin en/of het huishouden de belangrijkste reden om niet te willen werken. Bijna 30 procent heeft een andere reden. CBS Statistische Trends 7

4.2 Belangrijkste reden van NEETs om niet te willen of kunnen werken, 2017 29% Ziekte of arbeidsongeschiktheid Studie of een opleiding Zorg voor gezin en/of huishouden Andere reden 53% 6% 12% 5. In- en uitstroom van NEETs van en naar opleiding of werk Betrekkelijk grote dynamiek binnen NEETs Schema 5.1 toont dat in 2017 gemiddeld een derde van de NEETs drie maanden later is uitgestroomd: 11 duizend volgen dan een opleiding of cursus en 14 duizend hebben betaald werk 1). Andersom is ook te zien hoeveel jongeren er vanuit het onderwijs of werk instromen in de groep NEETs. Bij onderwijs is de uitstroom naar NEET met 16 duizend jongeren groter dan de instroom vanuit NEET, bij betaald werk is dat andersom. Van de jongeren met betaald werk zijn er gemiddeld 11 duizend na drie maanden een NEET. Zo n 47 duizend jongeren zitten in 2017 langer dan drie maanden aaneen in een situatie waarin zij geen onderwijs volgen en ook geen betaald werk hebben. 5.1 Stromen van 15- tot 25-jarigen, per kwartaal, 2017 (seizoensgecorrigeerd) Verandering t.o.v. drie maanden eerder Onderwijs (eventueel samen met werk) Alleen betaald werk 16 duizend beëindigen opleiding 11 duizend starten met opleiding 11 duizend stoppen met betaald werk 14 duizend starten met betaald werk NEETs 1) Personen kunnen vanuit de situatie dat zij tot de NEETs behoren zowel uitstromen naar een opleiding als naar werk. Dat geldt ook voor de instroom. In het geval dat 15- tot 25-jarigen in zowel een opleiding als in werk instromen of naar beide situaties uitstromen, worden ze om dubbeltellingen te voorkomen alleen bij de groep Onderwijs (eventueel samen met werk) meegeteld. CBS Statistische Trends 8

6. Conclusies In 2017 was het aandeel jongeren dat niet naar school ging en ook geen werk had in Nederland met 4 procent in vergelijking met andere landen van de Europese Unie beperkt. Daarbij is dit aandeel van deze zogenoemde NEETs (Not in Employment, Education or Training) al jaren vrij constant. In totaal ging het in 2017 om bijna 84 duizend jongeren. Uit in- en uitstroomcijfers blijkt dat een derde minder dan drie maanden aaneen tot de NEETs behoort. Dit betekent dat zo n 47 duizend 15- tot 25-jarigen langer dan drie maanden aaneen in een situatie zitten waarin zij geen onderwijs volgen en ook geen betaald werk hebben. De groep NEETs is divers. Van hen bestaat 29 procent uit werklozen. Daarnaast heeft 18 procent wel recent naar werk gezocht maar geeft aan niet direct te kunnen beginnen, of is wel direct beschikbaar maar heeft niet recent gezocht. Ruim de helft van alle NEETS meldt echter niet recent naar werk te hebben gezocht én niet direct te kunnen beginnen. De grootste groep onder hen zegt niet te willen of kunnen werken, meestal vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid. Dit betreft 23 procent van alle NEETs. Verder loopt ook het opleidingsniveau van de NEETs uiteen. Terwijl meer dan de helft niet over een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt beschikt, heeft 38 procent een middelbaar onderwijsniveau en 7 procent een hoog onderwijsniveau. Omdat de groep NEETs gemêleerd is, zou het interessant zijn om de NEETs langer te kunnen volgen dan één jaar. Dit zou meer zicht geven op de omvang van de groep voor wie de NEETs situatie echt hardnekkig is. Daarnaast zou verdiepend onderzoek met behulp van bijvoorbeeld registerdata of gegevens over langdurige aandoeningen licht kunnen werpen op specifieke groepen NEETs, zoals de redenen waarom ze niet deel kunnen nemen aan onderwijs of de arbeidsmarkt. Technische toelichting De gegevens in dit artikel zijn grotendeels afkomstig uit de Enquête Beroepsbevolking (EBB) van het jaar 2017. De EBB is een enquête onder particuliere huishoudens. Dit betekent dat er in dit artikel alleen is gekeken naar personen die in particuliere huishoudens wonen, en niet in een instelling. De EBB is tevens een roterend panelonderzoek waarin in vijf opeenvolgende kwartalen informatie wordt verzameld over de relatie tussen mens en arbeidsmarkt. Hierdoor kunnen op basis van de EBB naast standcijfers ook stroomcijfers worden samengesteld. Stand- en stroomcijfers kennen hun eigen weging, waardoor de totalen van elkaar kunnen afwijken. De resultaten die op basis van de stroomcijfers zijn berekend, wijken hierdoor iets af van de andere resultaten in dit artikel. De respondenten in de EBB worden om de drie maanden benaderd. Hierdoor wordt er eens in de drie maanden vastgesteld wat de situatie is met betrekking tot bijvoorbeeld het volgen CBS Statistische Trends 9

van een opleiding en het al dan niet hebben van betaald werk. Veranderingen die tussen die twee metingen hebben plaatsgevonden, worden niet vastgelegd. Dit betekent onder meer dat wanneer een respondent op zowel het eerste en het tweede meetmoment NEET is, dan niet bekend is of deze respondent in de tussentijd aan het werk is geweest of een opleiding heeft gevolgd. De gegevens voor de internationale vergelijking in dit artikel zijn afkomstig van Eurostat. Literatuur Eurofound (2012). NEETs Young people not in employment, education or training: Characteristics, costs and policy responses in Europe. Publications Office of the European Union, Luxembourg. https://www.eurofound.europa.eu/sites/default/files/ef_files/pubdocs/2012/54/en/1/ EF1254EN.pdf Furlong, A. (2006). Not a Very NEET Solution. Work, Employment and Society, 20, 3. Yates, S., en M. Payne (2006). Not so NEET? A critique of the use of NEET in setting targets for interventions with young people. Journal of Youth Studies, 9:3, pp.329 344. MacDonald, R. (2011). Youth transitions, unemployment and underemployment: Plus ça change, plus c est la même chose. Journal of Sociology 47(4): 427 444. http://tees.openrepository.com/tees/bitstream/10149/192735/2/192735.pdf Sissons, P. en K. Jones (2012). Lost in transition? The changing labour market and young people not in employment, education or training. The Work Foundation, London. http://adapt.it/adapt-indice-a-z/wp-content/uploads/2014/06/wf_lost_in_transition_2012.pdf StatLine CBS StatLine (2017). VSV; loopbaanontwikkeling na schoolverlaten, kerncijfers https://opendata.cbs.nl/statline/#/cbs/nl/dataset/83610ned CBS Statistische Trends 10

Verklaring van tekens Niets (blanco) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen. Het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim * Voorlopige cijfers ** Nader voorlopige cijfers 2017 2018 2017 tot en met 2018 2017/2018 Het gemiddelde over de jaren 2017 tot en met 2018 2017/ 18 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2017 en eindigend in 2018 2015/ 16 2017/ 18 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2015/ 16 tot en met 2017/ 18 In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen. Colofon Uitgever Centraal Bureau voor de Statistiek Henri Faasdreef 312, 2492 JP Den Haag www.cbs.nl Prepress CCN Creatie en visualisatie, Den Haag Ontwerp Edenspiekermann Inlichtingen Tel. 088 570 7070 Via contactformulier: www.cbs.nl/infoservice Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen/Bonaire, 2018. Verveelvoudigen is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld. CBS Statistische Trends 11