Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DJB/JHV november 2002

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Colleges van burgemeester en wethouders van de Nederlandse gemeenten i.a.a. de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Informatiebrochure. Wet op de jeugdzorg. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 mei Antwoord op Kamervragen. Geachte voorzitter,

Zorg voor jeugdigen in Nederland

Toespraak. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Directie Voorlichting en Communicatie. Doorkiesnummer (070) Fax (070)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 november 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Centrale helpdesk voor gemeenten. Samenwerken voor de jeugd

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Opvoed- en opgroeiondersteuning de rol van de gemeente in het licht van de Wet op de jeugdzorg

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Vereniging Gehandicapten Nederland T.a.v. de heer drs. H.G. Ouwerkerk Postbus AK UTRECHT. Indicatiestelling licht verstandelijk gehandicapten

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 24 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

statenstukken Provinciale Staten Vragen van het statenlid Peter van Dijk (PVV) ingevolge artikel 44 reglement van orde AANHANGSEL

Nieuwe afbakening verzorging kinderen

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 november 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over overgangsproblemen tussen zorgdomeinen (2015Z19261).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

informatiebrochure Wet op de jeugdzorg

Zorg voor kinderen met een intensieve zorgvraag

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over de aanpak van pgb-fraude (persoonsgebonden budget) (2013Z07932).

Agendapunt 2. Twee punten bij mededelingen en actualiteit:

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Kooiman (SP) over de stand van zaken in de jeugdhulp (2016Z10761).

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Algemene Rekenkamer. Ontwerp Besluit Jeugdwet; overleg op grond van artikel 96 Comptabiliteitswet Geachte heer Van Rijn,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 augustus 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 november 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Datum 20 oktober 2015 Betreft Commissiebrief Tweede Kamer inzake PGB in de Zorgverzekeringswet in verhouding tot de Wet marktordening gezondheidszorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 19 december 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

de jeugd is onze toekomst

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 juni 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Derde voortgangsrapportage Programma Veilig Thuis de basis op orde

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 december 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

7 Het zorgaanbod jeugdzorg Inleiding Provinciale jeugdzorg (voormalige jeugdhulpverlening) 135

Kinderen moeten gezond, veilig en met plezier kunnen opgroeien. Het liefst in een gezin. SAMEN ZORGEN VOOR DE JEUGD OP BONAIRE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Medisch specialist ziekenhuis

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 september 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 augustus 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 juni 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 juini 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota

Beter samenwerken. Minder regeldruk, meer tijd voor jeugdzorg

Onderwerp Vragen ex artikel 39 van het Reglement van Orde betreffende zorginstellingen.

VNG: Referentiemodellen Gegevensuitwisseling Jeugddomein. Concept, 30 september 2014.

Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Kamervragen 19 februari 2008

BESLUITEN. B&W-nr.: d.d

.., Algemene Rekenkamer. Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus Ei DEN HAAG. Geachte mevrouw Schippers,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 mei 2018 Betreft Oplossingen voor de zorgval

Datum 26 juni 2017 Betreft Advies Overige zorg voor cliënten met ADL assistentie en een zeer zware zorgvraag

Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 juni 2018 Betreft Kamerbrief Beleidsinformatie Jeugd

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 april 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

: 29 april Datum raadsvergadering : SMD/04/21. Nummer. : Nota Jeugdbeleid. Onderwerp. Aan de gemeenteraad, Voorstel

Datum 12 maart 2012 Onderwerp antwoorden op de vragen van lid Kooiman (SP) over de financiering van Multi Systeem Therapie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 4 april 2012 Betreft Wmo. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 juni 2016 Betreft nader standpunt health checks

Datum 26 maart 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Mijn grootste fout is dat ik hulp heb gezocht voor mijn kind

Modules Jeugdzorg. 10 Voor Toekomst. Centra voor Wonen, Zorg en Welzijn Noord Kwinkenplein 10-A, 9712 GZ Groningen Tel , Fax.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 december 2010 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Jeugdhulpverlening Informatie voor ouders/verzorgers

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Advies conceptwetsvoorstel Jeugd. Geachte,

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 16 augustus 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Kooiman over het bericht dat de Raad voor de Kinderbescherming 130 tijdelijke mensen aanneemt.

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 januari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

WELKOM Informatiebijeenkomst wetsvoorstel jeugd

Naar integrale jeugdzorg

ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 22 december 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Dik-Faber (CU) over jong ouderschap (2017Z00272).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 maart 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Zr, 2-L)C4.A.8 GESCAND OP 1 4 SEP Gemeente Wormerland

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 6 juni 2019 Betreft Maatwerk in de Wlz-zorg thuis

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DMO/SS sep. 08

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 mei 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Transitie Autoriteit Jeugd. Eerste rapportage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Transcriptie:

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag 11 november 2002 Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Verbeteringen werking jeugdzorg i.r.t. Wet op de jeugdzorg 1. Aanleiding In mijn brief van 20 augustus jl., kenmerk DJB/JHV-2308514, naar aanleiding van het gezinsdrama in Roermond, heb ik aangekondigd acties te ondernemen die bijdragen aan een betere werking van de jeugdzorg. Ik zou u voor het einde van dit jaar over de voortgang informeren. Inmiddels kan ik u melden dat met betrokken partijen goede afspraken zijn gemaakt. Die afspraken dragen bij aan een heldere verantwoordelijkheidsverdeling in de jeugdzorg en een sluitende jeugdketen. In deze brief informeer ik u hierover, mede namens de minister van Justitie. 2. Een betere werking van de jeugdzorg De afgelopen twee maanden heb ik samen met de minister van Justitie overleg gevoerd met onder andere het Interprovinciaal overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Maatschappelijke ondernemersgroep (MOGroep) over verbeteringen in de werking van de jeugdzorg. Gezamenlijk hebben wij verkend welke lacunes er in de keten van jeugdzorg zijn en hoe we tot een meer sluitende aanpak kunnen komen. Voor zover één en ander regeling behoeft in de Wet op de jeugdzorg zal dat worden vastgelegd in een nota van wijziging die uw Kamer zo spoedig mogelijk wordt toegezonden. In dit kader is ook een gezamenlijk onderzoek van de Inspectie voor de gezondheidszorg, de Inspectie voor de jeugdhulpverlening en jeugdbescherming en de Onderwijsinspectie gestart naar de kwaliteit van het functioneren van de keten van voorzieningen voor jeugd en gezin. De eerste uitkomsten van dit onderzoek worden in het voorjaar van 2003 verwacht. In het overleg met partijen is bevestigd dat het bureau jeugdzorg het coördinatiepunt is voor ernstige opvoed- en opgroeiproblemen. Het bureau jeugdzorg heeft volgens het wetsvoorstel Wet op de jeugdzorg reeds een bewakende taak als jeugdzorg op indicatie van het bureau jeugdzorg wordt aangeboden. Deze taak wordt uitgebreid. Het bureau jeugdzorg krijgt ook Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Telefoon (070) 340 79 11 Fax (070) 340 78 34 Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG Correspondentie uitsluitend richten aan het postadres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief. Internetadres: www.minvws.nl

2 een bewakende taak als (nog) geen indicatie is gesteld voor jeugdzorg maar wel is vastgesteld dat er sprake is van dreiging van ernstige opvoed- en opgroeiproblemen. Daarnaast moet het bureau jeugdzorg outreachend gaan werken. Bij signalen van ernstige opvoeden opgroeiproblemen moet het bureau jeugdzorg het gezin actief benaderen en motiveren om van de noodzakelijke zorg gebruik te maken. Het wetsvoorstel Wet op de jeugdzorg zal hierop aangescherpt worden. Van belang in dit verband is dat de signaleringsfunctie van problemen moet worden versterkt en dat tijdig wordt doorverwezen naar het bureau jeugdzorg. Het lokale jeugdbeleid heeft hierin een belangrijke verantwoordelijkheid. Op lokaal niveau dienen rond jeugdigen netwerken te ontstaan die aansluiten op de vindplaatsen, zoals het consultatiebureau en de school. Gemeenten zijn hiervoor verantwoordelijk. Het bureau jeugdzorg neemt aan deze netwerken deel. Binnen en buiten deze netwerken is het bureau beschikbaar voor consultatie en advies aan beroepskrachten. Deze taak van het bureau jeugdzorg is reeds in het wetsvoorstel Wet op de jeugdzorg neergelegd. Verder is vastgesteld dat er meer behoefte is aan feitelijke begeleiding (coaching) van probleemgezinnen. Soms is er sprake van meervoudige problemen en zijn verschillende hulpverlenende instanties bij het gezin betrokken. Er moet dan een begeleider zijn die het gezin ondersteunt en ervoor zorgt dat de hulpverlening in samenhang wordt aangeboden. Gezinscoaching moet worden aangeboden door lokale voorzieningen of een zorgaanbieder en in beginsel niet door het bureau jeugdzorg. Per gezin moet worden bekeken wie deze taak op zich zal nemen. Daarin heeft het gezin een belangrijke stem. Hiervoor is aangegeven welke verbeteringen worden aangebracht in de keten als sprake is van ernstige problematiek. Voor zover (nog) geen sprake is van ernstige problematiek moeten in aanvulling hierop nog wel de gemeentelijke taken op het terrein van gezins- en opvoedingsondersteuning verder verduidelijkt worden. Het gaat hier in de kern om de afbakening tussen de jeugdzorg waarop aanspraak bestaat op grond van de Wet op de jeugdzorg en de hulp en ondersteuning zoals de lokale voorzieningen die kunnen bieden. Het lokale jeugdbeleid heeft de laatste jaren een impuls gekregen. Dit beleid wordt echter ook zeer divers ingevuld en verschilt van intensiteit. Verhelderd moet worden hoe gemeenten hieraan vormgeven, voor welke basisfuncties zij minimaal verantwoordelijkheid dragen en waarop zij aanspreekbaar zijn. Daarbij zal ook de coördinerende en bewakende functie op lokaal niveau verder moeten worden aangescherpt. Dit wordt de komende zes maanden verder uitgewerkt en ik zal u voor de zomer over de uitkomsten informeren. In het navolgende ga ik op de hierboven geschetste aspecten nader in. Ook zal ik ingaan op de plaats van de jeugdreclassering in de keten van de jeugdzorg en de acties om de informatieoverdracht tussen instanties te verbeteren. 3. Gezinscoach als directe ondersteuner van gezinnen met meervoudige problematiek Uit het Inspectierapport naar aanleiding van de brand in Roermond kwam scherp het belang naar voren dat hulpverlening aan gezinnen met meervoudige problematiek in samenhang wordt aangeboden. Een gezinscoach zou deze rol moeten vervullen, met als doel dat deze gezinnen weer greep op hun eigen problemen krijgen. De verantwoordelijkheid dát een gezin gezinscoaching krijgt is niet eenduidig belegd. Hierover zijn de volgende afspraken gemaakt:

3 als naast gezinsproblematiek tevens sprake is van (dreigende) ernstige opgroei- en opvoedproblematiek dan ligt deze verantwoordelijkheid bij het bureau jeugdzorg. Gezinscoaching vindt dan op indicatie plaats. In alle andere situaties ligt deze verantwoordelijkheid bij de eerste lijnszorg. Op dit moment is er op lokaal niveau nog geen instantie die er verantwoordelijk voor is dat in deze situaties de noodzakelijke gezinsondersteuning wordt geboden. De coördinerende en bewakende functie vanuit de gemeentelijke verantwoordelijkheid zal derhalve moeten worden aangescherpt. Ik zal u voor de zomer hierover informeren. Gezinscoach-activiteiten worden door verschillende organisaties aangeboden (bijvoorbeeld door het Leger des Heils, maar ook vanuit de thuiszorg, het algemeen maatschappelijk werk en de jeugdhulpverlening). Het gezin dient keus te hebben in de hulpverlener die als coach optreedt. Het bureau jeugdzorg is in het wetsvoorstel gepositioneerd als toegang tot zorg en niet als aanbieder. Het is dan ook niet de bedoeling dat het bureau jeugdzorg zelf gezinscoach-activiteiten uitvoert. De situatie kan zich echter voordoen dat de aanbieders nog niet in een voldoende aanbod kunnen voorzien. In deze gevallen mag het bureau jeugdzorg wel zelf gezinscoach-activiteiten uitvoeren, om te voorkomen dat er een gat valt in de keten. Deze activiteit moet worden afgebouwd als de aanbieders een voldoende aanbod hebben ontwikkeld. De hierboven geschetste lijn is ook van toepassing op de gezinsvoogd die gezinscoach-activiteiten uitvoert. Ook in deze gevallen moet worden toegewerkt naar de situatie dat de intensieve gezinscoach-activiteiten door de voorliggende voorzieningen of het geïndiceerde zorgaanbod worden aangeboden. 4. Noodzaak van meer drang in de vrijwillige hulpverlening Veel jeugdigen en hun ouders zetten zelf de stap naar de hulpverlening als zij hun problemen niet meer kunnen overzien. Het komt echter ook voor dat zij hun eigen problemen niet (h)erkennen of deze negeren. Het is ongewenst als zij in deze gevallen geen hulp krijgen. Daarom zal in het wetsvoorstel Wet op de jeugdzorg komen te staan dat het bureau jeugdzorg de taak krijgt om bij signalen van derden actief op te treden en contact op te nemen met het gezin, om ouders en jeugdigen te motiveren tot het aanvaarden van hulp. Dit is een belangrijke verbetering ten opzichte van de huidige situatie. Mijn inschatting is bovendien dat met de inzet van de gezinscoach, en als opvoedingsondersteuning met de nodige drang en daadkracht wordt aangeboden, afwachtende ouders inzicht krijgen in de situatie en bewust gaan kiezen voor hulp. Dit vereist in voorkomende gevallen een slagvaardige aanpak van de jeugdhulpverlening. Als ouders ondanks deze aanpak hulp niet of onvoldoende aanvaarden en de belangen van een jeugdige ernstig worden geschaad zal onderzocht moeten worden of een kinderbeschermingsmaatregel nodig is. Het bureau jeugdzorg is op grond van het wetsvoorstel Wet op de jeugdzorg verplicht om in deze gevallen de Raad voor de Kinderbescherming in te schakelen. 5. Acties om de informatieoverdracht tussen instanties te verbeteren Uit het Inspectierapport Roermond bleek dat de samenwerking tussen verschillende organisaties in de keten wordt bemoeilijk als geen goede informatieoverdracht plaatsvindt. In mijn brief van 20 augustus jl. heb ik aangegeven dat ik zal nagaan of er juridische belemmeringen zijn om tot een goede informatieoverdracht te kunnen komen. Bij het uitwisselen van infor-

4 matie tussen de verschillende voorzieningen die bij de jeugdzorg betrokken zijn moeten wettelijke regels in acht worden genomen. Deze regels maken overdracht van informatie echter niet onmogelijk. Er zijn en worden verschillende acties ondernomen om hier bekendheid aan te geven: Voor de organisaties uit de keten bij criminaliteitspreventie is de Handreiking voor gemeenten over privacyaspecten bij criminaliteitspreventie (mei 2002) uitgegeven door de Ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De handreiking is ook bruikbaar voor de jeugdzorg en is via de Nieuwsbrief Jeugdzorg, nummer 3 van oktober 2002, breed onder de aandacht gebracht. Het Ministerie van Justitie zal in het kader van de aanpak van jeugdcriminaliteit partijen voor de gewenste informatieoverdracht gaan ondersteunen. In dit verband zal een helpdesk worden ingericht. Dit voornemen is opgenomen in het actieplan Aanpak Jeugdcriminaliteit dat voor het eind van dit jaar aan uw Kamer wordt aangeboden. Het NIZW heeft het boek Samenwerking en beroepsgeheim (voorjaar 2002), uitgegeven. Hierin wordt beschreven onder welke voorwaarden gegevens mogen worden uitgewisseld als de cliënt daarvoor geen toestemming geeft. In aanvulling daarop zal in overleg met de minister van Justitie, de andere overheden en het veld worden bezien hoe verder in de behoefte van de hulpverleners en andere betrokkenen kan worden voorzien. 6. De plaats van de jeugdreclassering in de keten van de jeugdzorg Met het wetsvoorstel Wet op de jeugdzorg wordt de jeugdreclassering ondergebracht in het bureau jeugdzorg. Daarmee wordt een meerwaarde voor de jongere bereikt omdat vanuit het bureau jeugdzorg ook de juiste jeugdzorg kan worden ingeschakeld en via de jeugdreclassering aansluiting wordt gelegd met de jeugdstrafrechtketen. Voorts kan vanuit het bureau jeugdzorg de relatie worden gelegd met de voorliggende voorzieningen rondom de jeugdige en het gezin. Daarmee zijn meer garanties voor eenheid in de jeugdketen, hetgeen een belangrijke doelstelling is van het wetsvoorstel. De positionering van de jeugdreclassering binnen het bureau jeugdzorg is nog eens kritisch bezien vanuit de gedachte dat voor een effectieve, krachtige aanpak van risico-jongeren een hecht aaneengesloten jeugdstrafrechtsketen noodzakelijk is. Vanuit dit perspectief zal de jeugdreclassering als herkenbare organisatorische eenheid binnen het bureau jeugdzorg vormkrijgen en zal de wijze van financiering hierop worden afgestemd. Het wetsvoorstel Wet op de jeugdzorg wordt in deze richting aangepast. 7. Verduidelijking gemeentelijk jeugdbeleid Het algemeen en preventief jeugdbeleid is een eerste en belangrijke schakel in de keten van jeugdzorg. Met dit jeugdbeleid kan worden voorkomen dat problemen verergeren en dat zwaardere zorg noodzakelijk is. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het lokale jeugdbeleid. Op lokaal niveau zijn diverse vormen van hulp en ondersteuning ontwikkeld, zoals het (school)maatschappelijk werk, jeugd informatiepunten (JIP s), zorgstructuren rond het onderwijs en projecten opvoedings- en gezinsondersteuning. Het lokale jeugdbeleid heeft de laatste jaren, mede onder invloed van de Bans-afspraken, een vlucht genomen. Tegelijkertijd kan worden geconstateerd dat dit beleid zeer divers wordt ingevuld en een verschillende mate van intensiteit kent. Daarbij is ook de vraag aan de orde of de voorzieningen op lokaal

5 niveau voldoende op elkaar aansluiten en in samenhang worden aangeboden. Verduidelijking van het gemeentelijk jeugdbeleid is daarom gewenst. Ik heb met VNG en IPO afgesproken om binnen een half jaar met voorstellen te komen, waarin wordt aangegeven: welke taken minimaal op lokaal niveau geboden moeten worden om zeker te stellen dat iedereen met opgroei- en opvoedproblemen die hulp en ondersteuning nodig heeft, dat ook kan krijgen; op welke wijze deze taken gewaarborgd kunnen worden in het algemene voorzieningenniveau. Ik zal u voor de zomer van het volgende jaar hierover informeren. 8. Ten slotte Hiervoor heb ik aangegeven welke verbeteringen in de werking van de jeugdzorg worden aangebracht. Een deel van deze verbeteringen leidt tot aanscherping van het voorliggende wetsvoorstel Wet op de jeugdzorg. De nota van wijziging krijgt u zo snel mogelijk toegestuurd. Ik heb er vertrouwen in dat deze aanpassingen bijdragen aan een sluitende keten van jeugdzorg en dat hulpverlening aan gezinnen wordt verbeterd. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, drs. Clémence Ross-van Dorp