Verweerder is via de klachtenregeling van de [beroepsorganisatie] aangesloten bij de Stichting Geschilleninstantie Mondzorg.

Vergelijkbare documenten
Verweerder is via de klachtenregeling van [beroepsorganisatie] aangesloten bij Stichting Geschilleninstantie Mondzorg.

Verweerder is via de klachtenregeling van de [beroepsorganisatie] aangesloten bij de Stichting Geschilleninstantie Mondzorg.

2. Het door klaagster verschuldigde griffiegeld heeft de Geschilleninstantie Mondzorg op 22 oktober 2018 ontvangen.

Verweerder is via de klachtenregeling van de [beroepsorganisatie] aangesloten bij Stichting Geschilleninstantie Mondzorg.

2. De Geschilleninstantie Mondzorg ontving het door klager verschuldigde griffiegeld op 6 november 2018.

Verweerster is via de klachtenregeling van [beroepsorganisatie] aangesloten bij Stichting Geschilleninstantie Mondzorg.

2. De Geschilleninstantie Mondzorg ontving het door klager verschuldigde griffiegeld op 18 oktober 2018.

2. Het door klager verschuldigde griffiegeld heeft de Geschilleninstantie Mondzorg op 13 september 2018 ontvangen.

2. De Geschilleninstantie Mondzorg ontving het door klaagster verschuldigde griffiegeld op 3 oktober 2018.

Verweerder is via de klachtenregeling van de [beroepsorganisatie] aangesloten bij Stichting Geschilleninstantie Mondzorg.

A, wonende te B, hierna te noemen klaagster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde echtgenoot C, tegen

zorgaanbieder C, vertegenwoordigd door D en bijgestaan door zijn raadsman, de heer G, hierna te noemen verweerder.

zorgaanbieder C, vertegenwoordigd door D en bijgestaan door zijn raadsman de heer G, hierna te noemen verweerder.

Klaagster heeft bij d.d. 22 november 2018, ingekomen op gelijke datum, het geschil bij de Geschilleninstantie Mondzorg aanhangig gemaakt.

1. Klager heeft bij d.d. 25 januari 2018 het geschil bij de Geschilleninstantie Mondzorg aanhangig gemaakt.

Verweerder is via de klachtenregeling van [beroepsorganisatie] aangesloten bij Stichting Geschilleninstantie Mondzorg.

Geschilleninstantie Mondzorg

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer:

ABN AMRO Bank N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

UITSPRAAK SGIM

Samenvatting. 1. Procedure

de besloten vennootschap Van de Burgwal Financieel Adviesbureau B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Monuta Verzekeringen N.V, gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen: Aangeslotene,

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. Consument, tegen. Arag SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. 1. Procesverloop

Samenvatting. 1. Procedure

2. Het door klaagster verschuldigde griffiegeld heeft de Geschilleninstantie Mondzorg op 11 april 2017 ontvangen.

2. Verweerder heeft op 18 september 2017 een verweerschrift met bijlagen ingediend.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

Rabobank Nederland, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris)

de naamloze vennootschap Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Klaassen & Retz B.V., gevestigd te Heerhugowaard, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris)

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 6 februari 2012.

2. Het door klaagster verschuldigde griffiegeld heeft de Geschilleninstantie Mondzorg op 21 maart 2019 ontvangen.

De Raad van Toezicht te Hilversum van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen NVM U I T S P R A A K

de besloten vennootschap ABN AMRO Hypotheken Groep B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene.

Flavius Assurantiën en Financiën, gevestigd te Nijmegen, hierna te noemen Aangeslotene.

Coöperatieve Rabobank Dommelstreek U.A., gevestigd te Geldrop, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer:

de besloten vennootschap Verbrugge Financieel Advies B.V., gevestigd te Raamsdonksveer, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris)

de besloten vennootschap, De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. 1. Procedure

ANONIEM BINDEND ADVIES

Genworth Financial, gevestigd te Arnhem, hierna te noemen: Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. 1. Procedure

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 22 juli 2014

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris)

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 16 april 2012.

ANONIEM BINDEND ADVIES

K MAKELAARSKANTOOR O.G. B.V.,kantoorhoudende te G, beklaagde,

2017/G5/HAZ 1. Geschillencommissie Huisartsenzorg Zuid-Nederland. Referentie:G5 UITSPRAAK. Inzake

Jubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 18 juni 2012

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

de naamloze vennootschap Interbank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

ANONIEM BINDEND ADVIES

Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris)

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 15 mei 2015

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mevrouw mr. A.C.

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Beslissing in de zaak onder nummer C van:

DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENI- GING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Taxatie. Onzorgvuldige werkwijze. Opvragen schone grondverklaring en asbestinventarisatie.

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. A. de Vette, secretaris)

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 11 november 2009

Samenvatting. 1. Procedure

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 5 november 2015 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. F.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.LA. van Emden, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris)

Onvoldoende belangenbehartiging. Onzorgvuldig optreden. Slechte bereikbaarheid.

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

Samenvatting. 1. Procedure

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 22 juli 2013

: ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen de Bank

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 12 maart 2012.

Transcriptie:

UITSPRAAK SGIM 2018-014 Van De Geschilleninstantie Mondzorg ex artikel 3 Reglement Geschilleninstantie Mondzorg d.d. 1 januari 2017, hierna te noemen het Reglement, van de Stichting Geschilleninstantie Mondzorg. Inzake De geschilprocedure van de heer A, wonende te B, hierna te noemen 'klager', tegen zorgaanbieder de heer C, gepensioneerd tandarts te D, hierna te noemen 'verweerder'. Verweerder is via de klachtenregeling van de [beroepsorganisatie] aangesloten bij de Stichting Geschilleninstantie Mondzorg. Verloop van de procedure 1. Klager heeft het geschil bij de Geschilleninstantie Mondzorg aanhangig gemaakt door het indienen van een op 14 maart 2018 ondertekend geschilformulier. De Geschilleninstantie Mondzorg heeft dit geschilformulier op 15 maart 2018 ontvangen. Klager heeft per e-mails van 2 juni 2018 aan de Geschilleninstantie Mondzorg aanvullende informatie gestuurd. 2. De Geschilleninstantie Mondzorg heeft het door klager verschuldigde griffiegeld op 15 maart 2018 ontvangen. 3. De Geschilleninstantie Mondzorg heeft verweerder op 22 maart 2018, 19 april 2018 en 7 juni 2018 schriftelijk verzocht een verweerschrift in te dienen. Verweerder heeft per e-mail van 22 juli 2018 gehoor gegeven aan dit verzoek. 4. Partijen zijn bij brief van 17 juli 2018 uitgenodigd voor een hoorzitting op 10 augustus 2018. 5. Klager heeft bij e-mail van 22 april 2018 aan de Geschilleninstantie Mondzorg verzocht om de hoorzitting in mei, september of december te laten plaatsvinden, omdat hij de overige periodes in B verblijft. De Geschilleninstantie Mondzorg heeft vanwege de in het Reglement opgenomen termijnen niet aan dit verzoek kunnen voldoen. 6. De hoorzitting heeft plaatsgevonden op 10 augustus 2018 te Bunnik. Klager is niet ter zitting verschenen. Verweerder is ter zitting verschenen 1

Het geschil Het geschil gaat over het volgende. Klacht 1: brug rechtsonder Klager verwijt verweerder dat hij bij het plaatsen van een brug rechtsonder in klagers mond niet heeft gehandeld als van een redelijk bekwaam en redelijk handelend tandarts in redelijkheid kan worden verwacht. Klager voert hiertoe zakelijk weergegeven het volgende aan. Verweerder heeft in december 2015 rechtsonder een brug geplaatst in klagers mond. Binnen drie weken ervoer klager dat deze brug tijdens het eten aanzienlijk bewoog, waarbij een hevige pijn aan de achterkant van de brug ontstond. Deze pijn duurde enkele dagen. Op enig moment voelde klager een hard voorwerp in zijn mond, wat een wit staafje bleek. Hierna verminderde de pijn aan de achterkant van de brug, maar werd de pijn aan de voorkant van de brug heviger. Klager heeft in mei 2016 een afspraak gemaakt met verweerder. Verweerder heeft toen twee foto's gemaakt, waarop niets was te zien. Verweerder heeft toen ook een gaatje gemaakt in de kaak om antwoord te kunnen geven op de vragen of de wortel nog aanwezig was en, zo ja, of die wortel in goede staat verkeerde. Verweerder beantwoordde beide vragen bevestigend. Verweerder heeft toen niets aan de (pijn)klachten van verweerder gedaan. Klager wilde in april 2017 weer een afspraak maken bij verweerder, omdat de pijn heviger werd en klager bij het tandenpoetsen bloed zag. Ook ervoer klager dat de brug aan de voorkant bewoog. De assistente van verweerder berichtte klager toen dat verweerder per maart 2017 was gepensioneerd. De assistente verwees klager door naar verweerders praktijkopvolger. Deze praktijkopvolger maakte röntgenfoto's. Op die röntgenfoto's was niets te zien. De praktijkopvolger verwees klager daarop naar een endodontoloog, waar klager na drie weken op consult kon komen. Deze endodontoloog maakte een foto en kon de brug zonder moeite verwijderen omdat die brug los zat. De endodontoloog stelde vast dat klagers kaak ontstoken was, waarop hij klager voor behandeling verwees naar verweerders praktijkopvolger. De praktijkopvolger verwijderde de brug, maakte de kaak schoon en schreef een gel en mondspoelmiddel voor om de kaak te laten genezen. De praktijkopvolger stelde enkele dagen later vast dat de kaak voldoende genezen was om de brug terug te plaatsen. De praktijkopvolger heeft in mei 2018 onderzoek gedaan naar deze problematiek. Zijn conclusie was dat de tanden die de vrij eindigende brug dragen, moeten worden beschermd door het extra element (distale dummy) te verwijderen, omdat dit extra element de tand bedreigt. Klacht 2: brug linksboven Klager verwijt verweerder dat hij bij het plaatsen van een brug linksboven in klagers mond niet heeft gehandeld als van een redelijk bekwaam en redelijk handelend tandarts in redelijkheid kan worden verwacht. Klager voert hiertoe zakelijk weergegeven het volgende aan. Verweerder heeft 27 jaar geleden linksboven in klagers mond een brug geplaatst. Toen de stomp waarop deze brug was geplaatst, afbrak, moest die brug worden vervangen. Verweerder heeft voor het plaatsen van de nieuwe, vervangende brug een stomp gecreëerd door twee perfect functionerende kronen te verwijderen uit klagers mond. In mei 2017 brak een stuk van deze nieuwe brug af tijdens het nuttigen van de lunch. Hierdoor ontstond een scherpe rand. Klager wist dat verweerder op dat moment met pensioen was. Klager e-mailde daarom verweerders praktijkopvolger, met verweerder in cc, voor een afspraak. De praktijkopvolger heeft daarop de volgende dag de scherpe rand weggepolijst. 2

Een paar maanden later brak wederom een stuk van deze brug af. Hierdoor ontstonden twee scherpe randen. Klager verbleef op dat moment in B, maar plande een consult bij de praktijkopvolger voor het moment dat hij weer in Nederland zou zijn. De praktijkopvolger polijstte ook deze scherpe randen weg. Klager heeft de praktijkopvolger verzocht de brug te evalueren. De uitkomst van die evaluatie was dat 50% van het kauwvlak resteert. Vervanging van de brug zou risicovol zijn, vanwege het risico op afbreken van de stompen. Klager heeft over het voorgaande contact gehad met verweerder. Uit zijn reactie leidt klager af dat bij de vervanging van de nieuwe brug door een soortgelijke brug, soortgelijke problemen zouden zijn te verwachten. Klager vindt daarom dat verweerder destijds een andere oplossing had moeten kiezen dan de litigieuze oplossing, althans dat hij klager voorafgaand aan het plaatsen van de nieuwe brug op de risico's van deze oplossing had moeten wijzen. Klager had dan niet gekozen voor deze oplossing, omdat deze brug slechts twee jaar heeft gefunctioneerd en hem in deze situatie heeft gebracht. De praktijkopvolger heeft in mei 2018 onderzoek gedaan naar deze problematiek. Zijn conclusie was dat de brug moet worden losgemaakt van de twee tanden waarop de brug is vastgemaakt, omdat de brug deze twee tanden zou bedreigen. Vordering Klager vordert een totaalbedrag van 6.013, 88 euro, dat bestaat uit de volgende schadeposten. Vordering 1: brug rechtsonder - 111, 51 euro voor (onderzoeks)kosten verweerder; - 35, 50 euro voor kosten praktijkopvolger; - 96, 81 euro voor kosten endodontoloog; - 1.430, 75 euro voor kosten van de nieuwe brug; - 253, 24 euro voor aanvullende kosten voor de brug; - 27, 63 voor het moeizaam verwijderen van brugdelen. Vordering 2: brug linksboven - 31, 20 euro voor kosten praktijkopvolger; - 2.255, 67 euro voor kosten verweerder plaatsen brug; - 1.300 euro voor kosten praktijkopvolger (terugplaatsen kronen); - 55, 26 euro (twee keer 27, 63) voor moeizaam verwijderen van brugdelen; - 350 euro voor tijdelijk flexibel plaatje; - 66, 31 euro voor kaakoverzichtfoto. Het verweer Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. De Geschilleninstantie Mondzorg treft in de door klager overgelegde stukken in het dossier voorts een (ongedateerde) brief van verweerder aan klager aan, waarop verweerder op de klachten reageert. Het verweer luidt zakelijke weergegeven als volgt. Verweerder heeft begin jaren 90 vier bruggen bij klager geplaatst. Klager is in de periode 2006-2015 niet bij verweerder in de praktijk geweest. Bij controle in 2015 bleken de bruggen rechtsonder en linksboven verloren. Beide bruggen zijn in het najaar van 2015 vervangen. Het is in een situatie als deze belangrijk het gebit regelmatig te laten controleren. Bovendien zijn subtiele veranderingen als occlusie en articulatie (door gewenning) soms moeilijk op te merken. 3

Als bij klager regelmatig periodiek onderzoek had plaatsgevonden, was er gerede kans dat (een deel van) zijn problemen niet waren opgetreden. Klacht 1: brug rechtsonder De begin jaren 90 geplaatste brug is in 2002 en 2006 al eens losgekomen. Beide keren is de brug opnieuw vastgezet. In het najaar van 2015 is deze brug vervangen en is een wortelkanaalbehandeling uitgevoerd op element 44. De nieuwe brug bestaat uit twee gegoten opbouwen op elementen 43 en 44: kronen op elementen 43 en 44 en een kleine zwevende dummy 45. Hierbij bestond een risico op het loslaten van de brug, maar het alternatief was een uitneembare voorziening (plaatje met of zonder metaal). Implantaten konden niet worden geplaatst, omdat klagers rechter onderkaak is gekrompen. Toen klager in september 2016 met klachten kwam, is onderzoek gedaan door middel van een röntgenfoto en exploratie om de wortelpunten te controleren en fracturen uit te sluiten. Alles bleek in goede staat. Een endodontoloog kwam in het najaar 2017 tot dezelfde conclusie, waarbij hij klager beter onderhoud adviseerde. Bij ditzelfde onderzoek in september 2016 bleek het composietschildje/facet van element 31 verdwenen. Een nieuw schildje is toen vervaardigd. Dit kan het door klager in zijn mond gevonden witte staafje verklaren, nu vorm en kleur van het composietschildje gelijk zijn aan klagers beschrijving van het staafje. Klagers pijnscheut is toe te schrijven aan de wortelkanaalbehandeling die hij kort daarvoor onderging op de 44. Klacht 2: brug linksboven Klagers linkerbovenhoektand moest worden verwijderd. Er is toen een zesdelige brug vervaardigd. Er zijn kronen geplaatst op elementen 21, 22 en 26. De 23, 24 en 25 zijn dummies. In het najaar van 2017 heeft zich tijdens het nuttigen van de maaltijd aan het achterste gedeelte van de brug, aan de kant van de tong een porseleinbreuk voorgedaan. Deze breuk is door verweerder opgelost door te polijsten. Verweerders praktijkopvolger adviseerde klager niets aan de brug te veranderen en raadde vervanging af. Bij een nieuwe, redelijk grote prothetische constructies als deze zesdelige brug kan door de dynamiek van de optredende krachten, die eigen zijn aan het kauwapparaat, een en ander veranderen in de mondholte. Het is in dat licht ook mogelijk dat een occlusie lokaal subtiel verandert en zorgt voor een minder optimale articulatie, waardoor krachten functioneel te groot kunnen worden en daarmee schade kunnen aanrichten. Verder is het bij een dergelijke constructie mogelijk dat parafuncties een rol spelen, waardoor deze aan grote krachten onderhevig is. Verweerder heeft ter zitting verklaard dat klager zich in 2017 met de loszittende brug rechtsonder waarop klacht 1 ziet heeft gemeld bij zijn praktijkopvolger. De praktijkopvolger vreesde toen een barst in de achterste pijler. Klager is daarop doorverwezen naar de endodontoloog. In de weken tussen die doorverwijzing en het bezoek aan de endodontoloog heeft klager meerdere weken rondgelopen met een losse brug, waardoor zich onder de brug vuil en eten kon ophopen. Daardoor heeft bij klager de ontsteking kunnen ontstaan. Door de pijn van die ontsteking ligt het in de rede dat klager met de andere kant van zijn gebit heeft gekauwd, ten gevolge waarvan tijdens het nuttigen van de maaltijd zich een porseleinbreuk heeft kunnen voordoen. 4

De beoordeling Bevoegdheid Geschilleninstantie Mondzorg De Geschilleninstantie Mondzorg is op grond van artikel 3 Reglement bevoegd om uitspraak te doen over een geschil dat is ingediend tegen een zorgaanbieder die bij de Geschilleninstantie Mondzorg is aangesloten. Zorgaanbieders die aangesloten zijn bij de klachtenregeling van de ANT, KNMT, NVM of ONT zijn tevens aangesloten bij de Stichting Geschilleninstantie Mondzorg en vallen derhalve onder de werkingssfeer van het Reglement (artikel 2 Reglement). De Geschilleninstantie Mondzorg stelt vast dat verweerder via de klachtenregeling van de [beroepsorganisatie] is aangesloten bij de Stichting Geschilleninstantie Mondzorg. De Geschilleninstantie Mondzorg acht zich dan ook bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in het Reglement uitspraak te doen over de het geschil. Ontvankelijkheid De Geschillencommissie Mondzorg overweegt dat het geschil betrekking heeft op ongenoegen als bedoeld in artikel 1 van het Reglement. Klager heeft dit ongenoegen als klacht eerst voorgelegd aan verweerder. Partijen zijn ondanks tussenkomst van de klachtenfunctionaris van de [beroepsorganisatie] niet tot een oplossing gekomen. Klager heeft het griffiegeld binnen de daarvoor gestelde termijn voldaan. De Geschilleninstantie Mondzorg verklaart klager ontvankelijk. Inhoudelijke beoordeling De Geschilleninstantie Mondzorg stelt voorop dat een tandarts jegens een patiënt geen resultaatsverplichting heeft maar een inspanningsverplichting. Dit betekent dat een tandarts jegens zijn patiënt niet verplicht is een bepaald resultaat tot stand te brengen, maar wel verplicht is zich een bepaalde inspanning te getroosten, te weten de inspanning die men in redelijkheid kan verwachten van een redelijk bekwaam en redelijk handelend tandarts. De Geschilleninstantie Mondzorg is van oordeel dat verweerder jegens klager heeft voldaan aan deze inspanningsverplichting, en overweegt daartoe het volgende. Klacht 1: brug rechtsonder Klager was bekend, althans kon bekend zijn, met de risico's die zijn verbonden aan de gekozen vervanging van de vrij-eindigende brug (ook wel cantilever-brug genoemd) door een brug van hetzelfde type. Deze brug is namelijk bij klager geplaatst ter vervanging van een soortgelijke brug, die al twee keer eerder is losgekomen en toen door verweerder is vastgezet. De Geschilleninstantie Mondzorg leidt uit het dossier af dat de in het najaar van 2015 geplaatste brug enkele weken na plaatsing zou zijn losgeraakt, terwijl klager zich niet eerder dan in september 2016 met dit probleem tot verweerder heeft gewend. Naar het oordeel van de Geschilleninstantie Mondzorg bestaat een causaal verband tussen deze keuze van klager om tot september 2016 te wachten en het feit dat zich in zijn mond een ontsteking heeft gevormd, die vervolgens eerst tot rust moest worden gebracht voordat de brug weer kon worden vastgezet. Klagers (pijn)klachten kunnen dus redelijkerwijs niet worden toegerekend aan enig handelen van verweerder. Klacht 2: brug linksboven Klager constateerde in december 2015, drie weken na het plaatsen, dat de brug rechtsonder bewoog. Vervolgens heeft hij zich eerst in september 2016 tot verweerder gewend om naar deze brug te laten kijken. In 2017 heeft hij verweerders praktijkopvolger naar de brug laten kijken, die hem naar de endodontoloog verwees. De brug is in april 2017 opnieuw vastgezet. 5

Gedurende deze periode heeft klager (pijn)klachten gehad aan de brug rechtsonder. De Geschilleninstantie Mondzorg acht het aannemelijk dat klager overwegend aan de linkerkant is gaan kauwen om de (pijn)klachten aan de brug rechtsonder te vermijden c.q. te ontlasten. De Geschilleninstantie Mondzorg acht het verder aannemelijk dat door dit veranderend kauwpatroon in combinatie met de kwetsbaarheid van de constructie linksboven in de mond zich een breuk in het porselein heeft kunnen voordoen in die constructie. De Geschilleninstantie Mondzorg heeft over klacht 1 geoordeeld dat een causaal verband bestaat tussen klagers keuze tot september 2016 te wachten om zich tot verweerder te wenden met de loszittende brug rechtsonder en zijn (pijn)klachten aan die brug. Gelet op het voorgaande bestaat tussen die keuze en de breuk in het porselein in de brug linksboven eveneens een causaal verband. Die porseleinbreuk kan dus redelijkerwijs niet worden toegerekend aan enig handelen van verweerder. Gelet op het voorgaande is de Geschilleninstantie Mondzorg van oordeel dat verweerder heeft gehandeld als in redelijkheid kan worden verwacht van een redelijk bekwaam en redelijk handelend tandarts, en aldus geen sprake is van een toerekenbare tekortkoming van verweerder in zijn inspanningsverplichting jegens klager. De Geschilleninstantie Mondzorg is daarom van oordeel dat klagers beide klachten ongegrond zijn, en dat zijn verzoek om schadevergoeding dus geheel moet worden afgewezen. Uitspraak De Geschilleninstantie Mondzorg oordeelt dat: - de klachten ongegrond zijn; - de door klager gevorderde schadevergoeding geheel wordt afgewezen. Aldus uitgebracht door: Geschilleninstantie Mondzorg 10 augustus 2018 6