Tarieventabel bij Verordening maatschappelijke ondersteuning De Wolden 2017: bij artikel 11 en 12 over Pgb en Eigen Bijdragen Artikel 1. Hoogte PGB 1. De hoogte van een PGB: a. Wordt, als het gaat om begeleiding, respijtzorg of thuishulp in combinatie met begeleiding en/of respijtzorg, bepaald aan de hand van een door de cliënt opgesteld budgetplan over hoe hij het PGB gaat besteden; b. Is toereikend om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering, en c. Bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate voorziening in natura. 2. De hoogte van een PGB voor: a. een hulpmiddel of woningaanpassing wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de voorziening die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt. Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering; b. hulp bij het voeren van een gestructureerd huishouden door een particuliere hulp bedraagt : i. voor thuishulp basis 13,45 ; ii. voor thuishulp plus of thuishulp extra 19,15 ; c. Hulp bij het voeren van een gestructureerd huishouden door een professionele organisatie wordt bepaald op basis van het laagste tarief voor huishoudelijke hulp in natura door een daartoe bij een door de gemeente gecontracteerde instelling en bedraagt: i. voor thuishulp basis 19,28 in 2016 en voor 2017 22,84 ; ii. voor thuishulp plus 22,13 in 2016 en 25,37 in 2017; iii. voor thuishulp extra 27,50 in 2016 en 30,83 in 2017; d. individuele begeleiding door een niet daartoe opgeleid persoon die mantelzorger is of afkomstig is uit het sociale netwerk van de cliënt bedraagt maximaal 17,00. e. Individuele begeleiding door een professionele organisatie begeleiding (niet zijnde ZZP-er) bedraagt maximaal 30,46. f. Begeleiding groep of dagbesteding bedraagt maximaal 37,66 per dagdeel; g. Kortdurend verblijf- en respijtzorg bedragen maximaal 85,85 per 24 uur; h. Vervoer van en naar de dagbesteding bedraagt: i. voor vervoer 6,16 per dag in 2016 en 6,25 per dag in 2017; ii. voor rolstoelvervoer 16,32 per dag in 2016 en 16,57 per dag in 2017; i. Individuele taxikosten en individuele rolstoeltaxikosten wordt voor maximaal 2000 km toegekend en bedraagt: i. voor taxikosten 1,95 per kilometer; ii. voor rolstoelvervoer 2,87 per kilometer; Pagina 1 van 6
j. Een autoaanpassing wordt bepaald op basis van het programma van eisen voor de aanpassing en de laagste kostprijs voor een vergelijkbare aanpassing in natura gebaseerd op minstens twee goedgekeurde offertes voor de goedkoopst adequate autoaanpassingen; k. Verhuiskosten worden bepaald op basis van: i. de omvang van de verhuizing; ii. iii. de keuze van de cliënt om al dan niet gebruik te maken van een erkende verhuizer, en de laagste kostprijs van een verhuizing in natura opgenomen in het door de gemeente gesloten contract met een verhuizer; l. woningsanering bedraagt: i. voor vloerbedekking maximaal 19,25 per m2 (incl. BTW, legkosten en ondertapijt); ii. voor overgordijnen maximaal 13,50 voor vitrage maximaal 7,25 per meter (incl. maak- en bevestigingskosten); iii. volgens de volgende afschrijvingstabel: 100% van de maximale vergoeding als huidige stoffering niet ouder dan één jaar; 75% van de maximale vergoeding als huidige stoffering tussen één en drie jaar oud is; 50% van de maximale vergoeding als huidige stoffering tussen drie en vijf jaar oud is; 25% van de maximale vergoeding als huidige stoffering tussen vijf en zeven jaar oud is; Geen vergoeding als huidige stoffering ouder is dan zeven jaar; iv. vloertegels maximaal 30,00 per m2 (excl. BTW, lijm en aanbrengkosten); v. vloertegels antislip maximaal 35,00 per m2 (excl. BTW, lijm en aanbrengkosten); vi. wandtegels maximaal 15,00 per m2 (excl. BTW, lijm en aanbrengkosten); m. aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel wordt bepaald op basis van het laagste tarief voor een sportrolstoel in natura gebaseerd op minstens twee goedgekeurde offertes voor een goedkoopst adequate voorziening, rekening houdend met alternatieve financieringsmogelijkheden door of namens cliënt zoals fondswerving. Artikel 2. Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen of PGB s 1. De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de bijdrage in de kosten zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.8, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. 2. De bijdrage in de kosten kan nooit meer bedragen dan de kostprijs van de voorziening. 3. De berekenmethode voor de kostprijs van de verschillende soorten voorzieningen zijn beschreven in bijlage I. 4. De bijdrage wordt opgelegd en geïnd door het CAK. 5. In afwijking van lid 1, 2, 3 en 4 wordt de bijdrage voor het collectief vervoer jaarlijks vastgesteld door de gezamenlijke opdrachtgevers in vervoersovereenkomst in het kader van de gezamenlijke aanbesteding van kleinschalig openbaar vervoer en doelgroepenvervoer in Zuidwest-Drenthe. De hoogte van de bijdrage per rit wordt vastgesteld en geïnd door de vervoerder. Artikel 3. Verantwoording PGB voor diensten 1. Het PGB wordt beheerd door de SVB. De budgethouder dient zich te houden aan de regels die de SVB stelt. 2. Uit het PGB voor diensten mag wel betaald worden: a. de maximale tarieven zoals die bepaald zijn in artikel 2 of een vast maandloon op basis van deze tarieven; b. b. reiskosten hulpverlener op basis van woon-werkverkeer (max. 0,19 per km); Pagina 2 van 6
c. vervanging hulpverlener bij ziekte/vakantie van hulpverlener; d. feestdagenuitkering tot een maximum van 272,00 bruto (één keer per jaar). 3. Uit het PGB voor diensten mag niet betaald worden: a. bijdrage CAK; b. fietsvergoeding; c. bloemetje/cadeau hulpverlener bij ziekte of verjaardagen; d. schoonmaakmiddelen; e. loon aan mensen die gebruikelijke zorg leveren; f. kledingvergoeding hulpverlener; g. uurloon zorgverlener die gemaakt zijn voor/na de indicatieperiode; h. bemiddelingskosten; i. kosten voor belangbehartigers of tussenpersonen; j. administratiekosten zoals kosten voor acceptgiro's; k. eenmalige uitkering; l. verantwoordingsvrij bedrag zoals dat onder de AWBZ gehanteerd werd. 4. Het college stelt vast of de budgethouder het PGB voor diensten aan de onder het tweede lid genoemde heeft besteed en vordert het niet daaraan besteedde budget geheel of gedeeltelijk terug. Artikel 4. Verantwoording PGB voor overige voorzieningen 1. Het PGB wordt beheerd door de SVB. De budgethouder dient zich te houden aan de regels die de SVB stelt. 2. Een PGB voor voorzieningen mag wel worden besteed aan: a. Een voorziening waarmee de in de beschikking gestelde doelen worden behaald; b. De bij de voorziening passende onderhoud- en reparatiekosten; c. Wettelijk verplichte verzekeringen. 3. Uit een PGB voor voorzieningen mag niet worden betaald: a. Bijdrage CAK; b. Andere zaken waardoor de gestelde doelen niet worden behaald. 4. Het college stelt vast of de budgethouder het PGB voor een voorziening aan de onder het tweede lid genoemde heeft besteed en vordert het niet daaraan bestede budget geheel of gedeeltelijk terug. Artikel 5. Terugbetaling waardestijging bij woningaanpassing 1. De waardestijging van een woning door toegekende woonvoorziening wordt bij verkoop van de woning bepaald door een dubbele taxatie door een onafhankelijke taxateur. 2. De kosten van de taxatie zijn voor het college. 3. De hoogte van de waardestijging wordt bepaald door het verschil tussen de waarde van de woning met de gerealiseerde woonvoorziening en de waarde van de woning als ware de woonvoorziening niet gerealiseerd. Artikel 6. Overgangsrecht 1. Aanvragen die zijn ingediend onder het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente De Wolden 2015 en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze Verordening maatschappelijke ondersteuning 2017, worden afgehandeld krachtens het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente De Wolden 2015. 2. Voorzieningen in de vorm van een financiële tegemoetkoming op jaar- of declaratiebasis die toegekend zijn met toepassing van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente De Wolden 2013 of een eerder besluit lopen door tot einde van de indicatie. Pagina 3 van 6
3. Tarieven van 2017 gelden ook voor 2018, tenzij er eerder een wijzigingsbesluit volgt. Aanvullende Bijlage I: maatwerkvoorzieningen en Eigen Bijdragen 1. De hoogte van de bijdrage in de kosten voor Wmo voorzieningen is afhankelijk van a. Het inkomen, de leeftijd en de gezinssituatie van belanghebbende; b. Reeds aanwezige Wmo- voorzieningen bij belanghebbende; c. De kostprijs van de voorziening. Ad a. en b.: De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage in de kosten zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in artikel 12 en 12a van de Verordening en zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In hoofdstuk 5.1 van de Nadere Regels maatschappelijke ondersteuning 2017 wordt deze systematiek toegelicht. Ad c. De vast te stellen eigen bijdrage in de kosten mag nooit meer zijn dan de kostprijs van de voorziening. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen kosten voor de voorziening zelf en, indien van toepassing, de bijbehorende onderhoudskosten. Ad c. De vast te stellen bijdrage in de kosten mag nooit meer zijn dan de kostprijs van de voorziening. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen kosten voor de voorziening zelf en, indien van toepassing, de bijbehorende onderhoudskosten. 2. In deze aanvullende bijlage de uitwerking van de kostprijs voor de verschillende voorzieningen. De kostprijs is als het ware de bruto bijdrage die gevraagd wordt. De netto bijdrage is afhankelijk van het onder a. en b. genoemde en wordt door het CAK vastgesteld. Zie voor meer informatie www.hetcak.nl. Hulp bij het voeren van een gestructureerd huishouden Verstrekkingsvorm Aantal periodes van per periode 2016 2017 4 weken ZIN thuishulp BASIS variërend van 22,84 ZIN thuishulp PLUS 19,28-25,37 24,16 ZIN thuishulp EXTRA 30,83 PGB HH1 of thuishulp BASIS door 13,45 13,45 PGB Doorlopend variabel * particuliere hulp PGB HH2 of thuishulp PLUS of 19,15 19,15 PGB Doorlopend variabel * EXTRA door particuliere hulp PGB HH1 of thuishulp BASIS 19,28 22,84 PGB Doorlopend variabel * door professioneel organisatie PGB HH2 of thuishulp PLUS door professionele organisatie 22,13 25,37 PGB Doorlopend Variabel* Pagina 4 van 6
PGB thuishulp EXTRA door professionele organisatie * periodeprijs = toegekend aantal uren per week x de kostprijs x 4(weken) 27,50 30,83 Begeleiding en respijtzorg Indivuele begeleiding Begeleiding Groep Respijtzorg / kortdurend verblijf Vervoer PGB individuele begeleiding sociaal netwerk PGB individuele begeleiding professioneel Vastgestelde kostprijs per voorziening incl. btw 2016 Per uur: 44,55 (basis) 77,58 (plus) 98,87 (speciaal) Per dagdeel: 28,83 (licht) 36,61 (midden) 51,79 (zwaar) Per 24 uur: 162,41 6,16 16,32 Max. 17,00 Max. 30,46 PGB Begeleiding groep Max. 37,66 per dagdeel PGB Respijtzorg / kortdurend verblijf PGB Vervoer 85,85 per 24 uur 6,16 16,32 Vastgestelde kostprijs per voorziening incl. btw 2017 Per uur: 45,24 (basis) 78,77 (plus) 100,39 (speciaal) Per dagdeel: 29,27 (licht) 37,17 (midden) 52,59 (zwaar) Per 24 uur: 164,91 6,25 16,57 Max. 17,00 Max. 30,46 Max. 37,66 per dagdeel 85,85 per 24 uur 6,25 16,57 Verstrekkingsvorm Aantal periodes van 4 weken per periode PGB Doorlopend variabel * PGB Doorlopend variabel * PGB Doorlopend Variabel* PGB Doorlopend variabel * PGB Doorlopend Variabel* * periodeprijs = toegekend aantal uren of dagdelen per week x de kostprijs x 4 (weken) Pagina 5 van 6
De kosten bij volgen de prijsafspraken die vastgelegd zijn in de raamovereenkomsten met de zorgaanbieders. Deze prijzen kunnen op basis van deze overeenkomsten jaarlijks geïndexeerd worden. 1. Overige voorzieningen De kostprijs van de overige voorzieningen wordt bepaald aan de hand van de bijbehorende offerte of vastgelegde prijsafspraken. De kostprijs wordt gesplitst in een deel voor de voorziening zelf en een deel voor het onderhoud van de voorziening. Ook wordt er onderscheid gemaakt naar voorzieningen die nieuw geleverd worden en voorzieningen die uit depot geleverd worden (herverstrekking). 2. Berekening kostprijs voorziening zelf Voorzieningen in natura of PGB Bij de berekening van de kostprijs wordt rekening gehouden met de economische afschrijvingstermijn. Gedurende deze termijn wordt een bijdrage in de kosten gevraagd. De minimum kostprijs per periode is 5,00. Het aantal perioden wordt, indien van toepassing, hierop aangepast. De bijdrage wordt gevraagd per periode van 4 weken zolang de voorziening in gebruik is of tot het maximaal aantal periodes is bereikt. 3. Berekening kostprijs onderhoud De kostprijs van het onderhoud wordt bepaald aan de hand van de bij de voorziening behorende offerte of vastgelegde prijsafspraken. Een bijdrage in de kosten voor onderhoud wordt gevraagd zolang de voorziening in gebruik is. 4. Berekening kostprijs voorzieningen uit depot Voor voorzieningen die geleverd worden uit depot wordt rekening gehouden met de oorspronkelijke aanschafwaarde en de leeftijd van de voorziening. 5. Berekening kostprijs woningaanpassingen Bij het bepalen van de kostprijs van woningaanpassingen wordt rekening gehouden met de afschrijvingstermijnen zoals deze door de huurcommissie gehanteerd worden in het Beleid huurverhoging na woningverbetering. Pagina 6 van 6