In de rekeningen van het bisdom Utrecht wordt het Everdinc genoemd in de periode

Vergelijkbare documenten
NEUTENBERG-NOTTEBERG. Generatie I. Generatie II

Het erve Meenderink gelegen aan Zonneweg 1 gelegen aan de rand van het dorp wordt voor het eerst vermeld in 1385.

Boerderijnummer Erfnaam. erve Klein Aalbrink Oudste vermelding ca 1625 Afgebroken. 1939, was gelegen achter Groot Aalbrink. Historie boerderij

Boerderijnummer Oudste vermelding 1379 Huidig adres Herikerweg 15. Historie boerderij

HUNGERINK. Generatie I

Albert Jan Mensink( ) met zijn zoon Jan Willem Mensink( )

Boerderijnummer Oudste vermelding ca 1630 Huidig adres Worsinkweg 6. Historie boerderij

Onderstaande personen zijn vernoemd naar het nog bestaande erve Bussink aan de Dijkerhoekweg; het werd voor het eerst genoemd in 1645.

Voor meer informatie van de boerderij Hoestink zie op onze website onder historisch overzicht per pand: Stokkum boerderijnr. 2.2.

Interieur erve Wolters

De Weldammer boerderij Hoevink, nu ook wel Bello genoemd, gelegen aan Sligsweg 2 in Stokkum wordt voor het eerst vermeld in 1349.

Boerderijnummer Scholte in t Hoff/Heuver Oudste vermelding 1188 ca 1897, lag ca 100 mt ten Z. van Loppink a/d Brinkweg

Oudste vermelding ca , stond op de hoek Kloppertstraat/Korthals Alteslaan

Bouwhuis Groot Kevelham

Boerderijnummer Oudste vermelding 1298 Huidig adres Herikerweg 16. Historie boerderij

Boerderijnummer Erfnaam. erve Seinen-Effink Oudste vermelding 1188 Huidig adres Seinenweg 12. Historie boerderij

Boerderijnummer Erfnaam. erve en herberg de Kemper Oudste vermelding ca 1765 Huidig adres Kemperweg 4. Historie boerderij

1612. Archief kasteel Weldam. Inv.nr. 49. Aankomsttitel voor Unico Ripperda van het erve Oelberinck gelegen in de buurschap Stokkum.

Zie markeboek mei 1663 over een nieuw getimmerte van Hendr Wichman Jr welke afgebroken moet worden; bewoont door Evert in 't Broek.

Stationsweg 4, nu woonhuis

SENKELDAM. Generatie I. Generatie II

Warder in Gevelstenen. De oude huizen van Warder met hun gevelstenen

J.J. Allanstraat 63 van Simon Jacobszn Schoen en zijn zoon Gerrit Simonszn Schoen

LUTTIKHEDDE. Generatie I. Generatie II

Boerderijnummer Erfnaam. erve Huisken-Klompjan Oudste vermelding ca 1600 Huidig adres Herikerweg 31. Historie boerderij

Boerderijnummer Hiddink/restaurant Kopp ren Smorre Oudste vermelding 1395 Huidig adres Holterweg 20

Rijssen, index ref. dopen

Boerderijnummer Erfnaam. erve Klein Aaftink-de Keujer Oudste vermelding ca 1670 Huidig adres Bovenbergweg 4. Historie boerderij

SLIGMAN. Generatie I. Generatie II

MOERWINKEL. Generatie I. Generatie II

Boerderijnummer Luttike Worse-Bekker Oudste vermelding 1395 Huidig adres Worsinkweg 4. Historie boerderij

Gehuwd voor de kerk circa 1490 met Gese Mensynck, overleden na Dg. van Egbert en Jutte Mensynck.

1475. Schattingsregister. Een gewart erve. 2 s., em dach geven to Mey, want syn korn verdorven is, borge Dirick ter Kohorst.

Boerderijnummer Erfnaam. erve Kluppels-Vinkers Oudste vermelding. 16 e eeuw Huidig adres Enterbroekweg 14. Historie boerderij

Boerderijnummer Erfnaam. erve Iemker-Groot Aalbrink Oudste vermelding 1381 Huidig adres Kemperweg 6. Historie boerderij

Oudste vermelding , was gelegen nabij de Scheper aan de Herikerweg

In 1475 bedroeg de aanslag van Roloff van Bevervoorde voor het goed 2 schild, te betalen met 3 golden Rijnse guldens.

Boerderijnummer Erfnaam. erve Odink-Oonk Oudste vermelding 1381 Huidig adres Seinenweg 2. Historie boerderij

ROELVINK. Generatie I

ZWOFERINK. Generatie I. Generatie II

Boerderijnummer Erfnaam. erve Megelink/Vasters Oudste vermelding 1297 Huidig adres Bovenbergweg 3. Historie boerderij

1651. De tienden van Ikkink in bezit van Van Hoevell op Westerflier zie boek van Hoevell blz 235.

STAMREEKS BELDMAN. Tweede Generatie

I.1 Johan/Jan ten Colhoep, houtskoolbrander/landb. op Kolhoop te Wiene. Kind: 1. Lubbert ten Colhoop (zie II.1).

ZWIERINK. Generatie I. Generatie II

Buurtschap Elsen. Erven, Catersteden en andere opstallen te Elsen

Egbert Henrickinck, landbouwer op Hendertink, geboren circa 1488 te Elsen, overleden circa 1558 te Elsen. Kind: 1. (An)Dreas Henrickinck (zie V.1).

Boerderijnummer Erfnaam. erve Klein Rotman-Kant nheer Oudste vermelding 1609 Huidig adres Enterveenweg 6. Historie boerderij

Boerderijnummer Oudste vermelding ca 1530 Huidig adres Stationsweg 24

Historie boerderij Zeer oude boerderij; reeds genoemd in 1188 in de goederenlijst van de Graaf van Dale als Wennekinc of Wermikinc.

In het vuurstedenregister van 1751 staat vermeld: Gebruiker Sligman Arent. Eigenaar: Heer Surenbergh.

Boerderijnummer Oudste vermelding 1379 Huidig adres Stationsweg 2

Voor meer informatie van de boerderij Klumpers zie op onze website onder historisch overzicht per pand: Buitengebied boerderijnr. 1.3.

zie ook inv. archief Burgerweeshuis nrs 462 t/m 468 over meerdere verkopen van het erve.

DIJKINK. Generatie I. Generatie II

WIEMERINK TAK A. Generatie I. Generatie II

LE(E)TINK - KLEIN LEETINK. A. Leetink in Stokkum. Generatie I

Verpondingsregister. Wessels 6 mudde landes, als tom dele gebouwet, dan gar weinig.

D37, Scheiweg 2. Geplaatst in de Heise Krant februari 2015, gewijzigd

Oudste vermelding 1188 Afgebroken in 1975; was gelegen a/d Stokkumerweg schuin voor erve Kooyers/Pinkert

Inschrijving in het Doopboek van de Broederkerk (Broerkerk) te Kampen op 2 februari 1729 van Gretien, dochter van Dirk Harms en Claasien Jans

Notariële Akten na Overlijden Klaas Breedijk (172 )

DE OUDSTE GENERATIES VAN HET KAMPER REGENTENGESLACHT VAN INGEN


Rijssen, index ref. trouwen

Historie boerderij Het is het stamhuis van de vele Markelose Klumpers'en en zal omstreeks de eerste helft der 16e eeuw zijn gesticht.

VENNEBEKKEN. Generatie I. Generatie II. Generatie III

ca 1808 was gelegen a/d Seinenweg

Boerderijnummer Peters/Langenicking Oudste vermelding 1379 Huidig adres Petersweg 1

Verpondingsregister. 9 mudde landes, 3 dachwerck, noch ein mudde landes woeste.

KRIJGSMAN. Generatie I. Generatie II. Generatie III

BOMANS. Generatie I. Generatie II. Generatie III

Gerardus BESSELING Anna, Mactiae CRAMER (KRAEMETS) Joannis CRAMER (CREMER) Mariae HOEVEN Hendrick BESSELING Annitje BESSELING

Cornelis van Huijk(Huik) ( )

OLIJDAM - OLIEDAM. Generatie I. Generatie II

Written by Yvonne Roeling Wednesday, 31 December :00 - Last Updated Tuesday, 06 January :24

Het werd in 1475 reeds genoemd in het schattingsregister: 2 s., bet. 3 golden r.g.

In 1475 wordt het maximale belastingtarief betaald: Luding 2 s., bet. 3 golden r.g.

Rijssen, index ref. trouwen

De Uffelter familie Odie

MEULENKOLK. Generatie I. Generatie II

E70, Goordonksedijk 4

Boerderijnummer Oudste vermelding 1367 Huidig adres Bolinkweg 7

D27, thans Driehuizen 4-4a

Oma Spillner en een dubbelhuwelijk in Schoonhoven

Historie boerderij Volgens de oudste vermelding (Reg.en Rek.van het Bisdom Utrecht) wordt het erve Boeldinc genoemd, RRII 783.

Aan de Goorseweg 24 staat een pand met daarop de naam Hulsbeke. Eerder werd het goed De Heest genoemd. De oudste vermelding met die naam is van 1329.

den 18de [oktober 1795] is geboren en den 25 gedoopt Hendrik zoon van Daniel Appelo en Nelligje van Raalte getuige Hilligje Appelo.

In 1601 behoort het met zijn 10 mudde landes en 3 mudde woeste en 2 dachwerck hooiland tot de grootste boerderijen en men had 4 paarden.


Café Kerkemeijer te Rekken

HEILERSIG. Generatie I. Generatie II. Generatie III

D88, Voorhei 3. Geplaatst in de Heise Krant augustus 2015, gewijzigd

1602. Verpondingsregister. 10 mudde landes, darvan niet mehr als 6½ mudde gebruicket weren.

Boerderijnummer Erve Groot Wilbers-Lammers Oudste vermelding 1475 Huidig adres Herikerweg 12. Historie boerderij

LEFERINK. Generatie I. Generatie II

STOELHORST. Generatie I. Generatie II

D67, Hintelstraat 12

Hieronder eerst een niet in te passen fragmentgenealogie van 2 twee generaties van bewoners van Groot Kevelham in de tweede helft der 17 e eeuw:

Transcriptie:

Boerderijnummer 5.2.500 Erfnaam erve Eeftink Oudste vermelding 1297 Huidig adres Kemperweg 17 Historie boerderij Op 4-6-1297 komt de naam Everdinc reeds voor in het archief van het Huis Almelo en het heeft betrekking op een testament: Egbertus, Heer van Almelo, vermaakt hierbij o.a. aan zijn tweede echtgenote het vierde gedeelte van de grove en smalle tienden van Everdinck. In de rekeningen van het bisdom Utrecht wordt het Everdinc genoemd in de periode 1325-1336. In het archief Albergen wordt melding gemaakt van deze tienden op 21-10-1455, 8-11-1455, 24-4-1466, 11-7- 1468 en 24-1-1475. 8-11-1455. Roloff van Bevervorde, ambtman van Twente, verkoopt aan het convent van Albergen de halve tienden over o.a. het erve Everding in het gericht Rijssen. 27-10-1348: Proosdes en convent van de abdij Vreden verklaren dat zij aan Johannes de Wissche een aantal abdijgoederen hebben afgestaan w.o. het Everdinc gelegen in de buurtschap Elsen in het kerspel Risnen. De abdij te Vreden heeft er een aantal andere erven en bezittingen voor terug gekregen gelegen in het kerspel Silvolden. (Oorspronkelijk charter met zegels in het archief Salm-Salm te Anholt). Vroeger Eveking of Everdinc geheten mitten luden ende mit hoeren toebehoeren gelegen in den kirspel van Rijsen; tot Stichts leen. 1379-1382. Beleend door Godert van Heker. 25-2-1403. Idem door Reynalt van Covorden, zoon van heer Reynalt, na opdracht door zijn tante Lijsbet van Ghoer. 16-9-1407. Idem door Wolter van Covorden, zoon van heer Reynalt. 25-5-1416. Idem door Egbert van Langen na de dood van Lyssbet van Ghoir. 12-11-1463. Blijkens een "moetzoen" (een arbitrale uitspraak over een erfdelingskwestie) is de fam. van Coeverden van 't Wegdam eigenaar. De nakinderen van Reinolt van Coeverden verkrijgen o.a. het erve Everdynck. 1475. Schattingsregister. 2 s., bet. 3 golden r.g. Op de holting gehouden op 29-7-1554 brengen de gezworenen o.m. naar voren dat bij Evertink op 't Loo "Reynt van Coverden wat heft angeslaegen". Vermelding markeboek Elsen 14-8-1609 en 9-6-1619 het volgewaarde Evertinck. Op 8-6-1708 Jan Evertink en 20-9-1714 Jan Eeftink. 1601/1602. Verpondingsregister. 5½ mudde landes, gifft den 4 gast. 1604. De tienden (Albergen) brachten op 9 mud rogge en 9 mud boekweit van ieder der volgende erven: Everdinck, Boesinges, Loynck, Tevenbrinck, Toynck, Bloemelinck, Evynck en Megelinck. Dit zaad werd na Deventer gereden.

Alle rogge en boekweit uit 1604 werden op 2 April verkocht aan een Fries, te weten schipper Joucke van Harlingen. In twee reizen werd alles opgehaald en geleverd. Leenregister van de proosdij van St. Lebuinus te Deventer betreffende het erve en goed Borcherding. 23-12-1631. Lubbert Borchering verkrijgt approbatie van zijn testamentaire disposities ten behoeve van zijn zoon Gerrit Lubbertzen en zijn twee voordochters Geese, vrouw van Arent Jacobssen, en Elsse, de vrouw van Arent Avertinck. 23-6-1625. Betreffende de halve Dembergersmathe. Lubbert Borcherinck en zijn vrouw Marritie van Enter geven het goed in pandschap aan Arent Evertinck en zijn vrouw Elsken te Elssen voor 100 daalders. 8-6-1637. Arent Evertzen en zijn vrouw Elsken te Elsen verkrijgen uitstel. 2-12-1626. Betreffende den Hambarch. Lubbert Alberts Borcherinck geeft, ter delging van zijn buurschulden, het goed in pandschap aan zijn schoonzoon Arent Evertinck en zijn vrouw Elsken voor 80 goudguldens. 8-6-1637. Arent Evertzen en zijn vrouw Elsken te Elssen verkrijgen uitstel. In 1682 en in 1751 is de Heer van Odink eig. 1683. Everdinck geeft thiende groff en smal daer onder behooren Everdincks kamp vier mudde gesaeis, uytgesondert een mudde naest 't huys sijnde thiendtvrij. Den Diepen Dael bij Henderincks lant. 't Cruis Loo bij langes den Karck wech. De Lee Tellige tussen Oincks lant. 't Kempken bij den Diepen Dael, tussen de belten. 't Wilgerincks stuckien tegens Wilgerincks huys. 't Hoeck Stucke aen beide sijden van de wech. Een stuck op de Hacht bij Megelincks lant. 't Kael lant bij Nijsincks lant. Circa 1720. Akte waarbij Jan Evertink (Jan geb. 1682 òf zijn vader) klaagt bij de Gedeputeerde Staten van Overijssel over problemen met het afstaan van de tienden, welke gepacht zijn door ene Carel Hendrik Janssen. 15-10-1730. Jan Schelfman gehuwd met Elsken Evertink maakt testamentair tot universeel erfgenaam Lucas Evertinck. RAO. 54.2 Processtukken van het archief der stad Goor. Inv.nr. 129. 1739-1745. Proces tussen Cecilia Catharina van Keppel, Coenraad Wilhelm Mulert en de heer Cornelis Jacob Mahony, heer van Borculo, etc. tegen Wilhelm Hulsken, secretaris van de Landdrost van Twenthe en richter van Enschede, inzake vordering tot het doen van rekening, bewijs en reliqua van de administratie en ontvangst van enige "Stoevelaarsse" goederen, w.o. het erve Eeftink in Elssen. In 1750 laat Geesken Hendriksen Dekkers, die in 1748 als kostgangster wordt genoemd, haar testament opmaken; zij laat al haar goederen na aan haar neef Giel Derksen Evertink. 15-5-1751. Gecompareerd Lucas Eeftink uit Elssen i.v.m. een schuld van 600 car. gld aan zijn broer Jan Eeftink. In 1751 laten de ongehuwde broers Luicas (geb. 1681) en Jan Evertink (geb. 1682), beyden bij seer goeden verstande, hun testament opmaken; zij testeren op langstlevende. Na hun dood komen hun goederen toe aan hun neef Jan Heegeman en huisvrouwe Jenneken Wolters, die dan ook op Eeftink komen wonen.

In maart 1754 wordt er een akte opgemaakt waarbij Jan Eeftink verklaart 36 gulden te goed te hebben wegens verdiend loon van zijn overleden broer Lucas. In 1761 wordt er een maagscheiding opgemaakt na het overlijden van Jenneken Wolters; weduwnaar Jan Hegeman zal hertrouwen met Jenneken Hiddink. De 2 nagelaten kinderen zijn Hendrik en Arent. Zij krijgen ieder voor moederlijke goed f 200,-, een goede koe, een kiste en een bruidegomskleet. Als onderpand hiervoor geldt een stukke land, het Lentferink Lant genaamt, groot 6 schepel. Op 9-11-1762 koopt Jan Eeftink en vrouw Jenneken Hiddink voor f 3600,- van de Weled Gestr. Heere Mahonij tot Boekelo in opdracht van baron Mulert de plaatse Eeftink. 12-11-1762. Gecompareerd Jan Eeftink en Jenneken Hiddink wonende op het erve en goed Eeftink, i.v.m. een schuld van 3000 car. gld met als onderpand het Eeftink zoals zij dat aangeerft hadden van hun ooms Lucas en Jan Eeftink. 3-5-1763. Jan Eeftink en Jenneken Hiddink verkopen land in het Elsenerbroek.- In 1767 lenen Jan Eeftink en Jenneken Hiddink f 2000,- van den Weled. Gestr. Heer Mr. Hendrik Krans, Burgemeester der stad Zwolle met als onderpand hun eygen toebehorende erve en goed Eeftink, bestaande in huis, hoff nevens enkele stukken land. In 1770 blijken Jan Eeftink en zijn vrouw Jenneken Hiddink beiden kort na elkaar te zijn overleden. De nagelaten kinderen zijn Hendrik en Arend uit het 1e huwelijk en Jenneken, Janna en Gerrit Hendrik uit het 2e huwelijk. De oudste zoon Hendrik, die enkele maanden later zal trouwen, neemt de gehele bouwerij over. Hij dient aan zijn broer Arend, buiten hetgeen hem in 1761 was toegezegd, te betalen f 25,-; eveneens zal hij aan de kinderen uit het 2e bedde ieder een bedrag van f 25,- geven. Bovendien krijgen de laatste 3 kinderen voor moederlijke goed ieder nog een bedrag van f 75,-. Ook krijgen zij allen nog een goede bequame of nieuwe kleerkiste, een koe en de meisjes een beddinge met toebehoor, 10 ellen wit smaldoek, 5 ellen breeddoek en een bruitskleed. Tot zekerheid gelden 2 stukken land de Leetelge en de Aaftink Kamp. In 1779 lenen Hendrik Eeftink en vrouw Grietjen Kloeken f 2000,- van de Dijaconij van de Mennoniten gemeente te Endscheide met als onderpand het erve en goed Eeftink en enkele stukken land: den Kamp genaamd, gelegen aan de Kerkweg groot 2 mudde gesaay en tiendbaar, een stuk saailand ook aan de Kerkweg en tiendbaar groot 10 schepel gesaai, een perceel saailand den Diependal genaamt en tiendbaar groot 20 schepel gesaay, een hooiland den Grashof genaamt, groot 4 dagwerk gelegen bij het huis, de halve Kouvers Mate groot voor de halfscheid 6 dagwerken, een stuk land in den Elsener Esch tussen de landen van Wessel Lentfers en Derk Aalbrink schietende aan Wilgerinks weg, tiendbaar en een half mudde land het Roessink Stukke genaamd. Op 3-5-1804 laten Hendrik Eeftink en Grietjen Kloeken hun testament opmaken. Zij testeren op langstlevende. Universeel erfgenaam is hun oudste zoon Jan in al de roerende en onroerende goederen. Hij dient aan zijn andere broers en zusters, te weten Jenneken, Jannes, Hendriena, Hendrik, Gerhardina en Jan, uit te keren ieder een bedrag van f 25,-. In 1805 koopt Egbert Kosters te Almelo voor f 1610,- bij publique verkopinge te Delden van de Commissie der Tienden van de Domeinen de tienden gaande uit het erve Everdink. Op 30-9-1808 wordt er een huwelijkscontract opgemaakt tussen Jan Eeftink en Jenneken Klein Letink. In 1811 bestaat de veestapel uit een merrie, een merrie veulen, 26 gesneden rammen, 20 ooyen, 4 koeyen, 1 vaars en 2 kalveren. 1811-1821 huisnr 321. In 1835 is Jan Eeftink eig. In 1842 koopt Hendrik Eeftink voor f 1110,- de Everdinks tiende welke voordien behoorde aan mevr. Julia Catharina Coster, echtgenote van Hendrik ten Cate. 1842.

Notariele akte waarbij verklaart wordt dat het testament van Hendrik Eeftink/Grietjen Kloeken, gemaakt in 1804, ten uitvoer is gebracht. De kinderen hebben ieder een bedrag van f 25.- ontvangen. 1846. Memorie van aangifte na ovl. Jannes Eeftink. In 1870 koopt Hendrik Eeftink voor f 30,- een perceel heidegrond van Hendrik Jan Scheperboer uit Bathmen. Het erve Eeftink (vroeger ook Everdinc) is een zeer oude boerderij die al in 1297 wordt genoemd in de archieven van het Huis Almelo. In 1348 ging het eigendom over van de abdij Vreden naar Johannes de Wissche en van 1379 tot 1382 werd het goed beleend door Godert van Heker(en). Van 1403 tot zeker 1554 was de familie van Coeverden van het Wegdam de eigenaar. De tienden van het erf kwamen meerdere eeuwen toe aan het convent van Albergen. In 1682 was het erf eigendom van de Heer van Odink, evenals in 1751. Jan Eeftink en zijn echtgenote Jenneken Hiddink kochten in 1762 de plaats Eeftink voor 3600 gulden van de Heer Mahonij tot Boekelo in opdracht van baron Boerderij Eeftink in 2008 Mulert. Er werd geld geleend: in 1672 was de schuld 3000 gulden, waarop grond in het Elsenerbroek werd verkocht. In 1767 werd nog weer 2000 gulden geleend van de burgemeester van de stad Zwolle. Ook de opvolgers leenden in 1779 nog eens 2000 gulden (van de diaconie der Mennoniten in Enschede). In 1770 blijken Jan Eeftink en zijn vrouw Jenneken Hiddink beiden kort na elkaar te zijn overleden. De nagelaten kinderen zijn Hendrik en Arend uit het 1e huwelijk en Jenneken, Janna en Gerrit Hendrik uit het 2e huwelijk. De oudste zoon Hendrik, die enkele maanden later zal trouwen, neemt de gehele bouwerij over. Hij dient aan zijn broer Arend, buiten hetgeen hem in 1761 was toegezegd, te betalen f 25,-; eveneens zal hij aan de kinderen uit het 2e bedde ieder een bedrag van f 25,- geven. Bovendien krijgen de laatste 3 kinderen voor moederlijke goed ieder nog een bedrag van f 75,-. Ook krijgen zij allen nog een goede bequame of nieuwe kleerkiste, een koe en de meisjes een beddinge met toebehoor, 10 ellen wit smaldoek, 5 ellen breeddoek en een bruitskleed. Tot zekerheid gelden 2 stukken land de Leetelge en de Aaftink Kamp. In 1811 bestond de ruime veestapel uit een merrie, een merrieveulen, 26 gesneden rammen, 20 ooien, 4 koeien, 1 vaars en 2 kalveren. In 1835 was de boerderij eigendom van Jan Eeftink. Vervolgens werd Hendrik Eeftink de eigenaar, opgevolgd door schoonzoon Hendrik Jan Zendman. Daarna werd de boerderij beheerd door twee generaties Vinkers en vervolgens, voor de verhuizing (ca. 1971) naar Nieuw Eeftink (pand B26), door Gerrit Wessels. De gebouwen moeten omstreeks 1830 zeer aanzienlijk geweest zijn gezien de toenmalige huurwaarde van 25 gulden. Een toewijzing bij de markedeling ter grootte van 18 ha, voor ruim 60% bestaande uit heidevelden, vergrootte de bedrijfsomvang tot 30 ha. Tegen eind 19e eeuw werd er 6 ha heide aangekocht van de dominees Dikkers en Hattink in Tubbergen. Vervolgens bleef het lang rustig op het gebied van aan- c.q. verkopen van grond. Tot de jaren 40 van de vorige eeuw toen er 8 ha heide werd verkocht. Diverse kleine mutaties brachten de bedrijfsomvang in de jaren 60 op ongeveer 27 ha. Het grote voorhuis van Eeftink dateert van het jaar 1900. De buurtschap aan de huidige Kemperweg heette vroeger het Loo. Hendrik Jan Vinkers (*1911) brengt de mest op het land in 1948 Omstreeks 1971 vertrok de familie Vinkers-Wessels naar

hun nieuwe ruilverkavelingsboerderij in het Elsenerveld (pand B26). De familie Neihof afkomstig van Schöppert (pand C27) werd toen de eigenaar en bewoner. De familie Neihof-Veneman ging het voorhuis bewonen, terwijl in het verbouwde achterhuis dochter Jenny met haar echtgenoot Jan Hoek hun intrek namen. Bewoners: De vroegstbekende bewoner was de omstreeks 1595 geboren Arend Everdink ( ca. 1658) die ca. 1622 getrouwd was met Elsken Borgerink. Van hen zijn 6 kinderen bekend. Dochter Geseken trouwde in 1664 met Lambert Jansen Mekenkam uit Ypelo en verkreeg in 1667 het burgerschap van de stad Rijssen; het paar kreeg op Eeftink nog de dochter Berentien (*1664). Zoon Henrik trouwde in 1652 met Maria Jansen Letink. Maria trouwde in 1653 met Hendrik Gerijsen Effink op Effink (pand D16). Gerijt ( ca. 1680) trouwde in 1657 met Gertien Tonissen Letink op Groot Leetink (pand C93) en in 1668 met Altien Jansen Hegeman, afkomstig van Hegeman (pand C28). Derk trouwde in 1660 met Altien Derksen Tioink op Tjoonk (pand C21). Oudste zoon Gerijt werd de opvolger. Verder woonde op Eeftink nog een Reint Everdink; deze zou in 1645 trouwen met Gertien Jansen toe Westerholt uit Klein Dochteren. Gerijt Everdink (*ca. 1624) trouwde in 1645 met Stintien Jansen uit Ypelo. Zij kregen 6 kinderen. Zoon Johan (*1646) overleed op jeugdige leeftijd, Arent werd geboren in 1648, Jenne in 1651, Mette in 1654 en jongste dochter Geseken in 1658. Eefse (ca. 1656) werd de opvolgster. Eefse Everdink (ca. 1656) trouwde omstreeks 1679 met Jan Schelfman (later Everdink genoemd) die waarschijnlijk uit Diepenheim afkomstig was. Dit paar kreeg kreeg 5 kinderen. Oudste zoon Lucas (1681-ca. 1753) werd universeel erfgenaam, maar bleef ongehuwd, evenals zijn broer Jan (1682-na 1753), die ook op Eeftink bleef wonen. De zoon Dirck (*1685) vertrok naar Noord-Brabant en trouwde daar 2 keer (in Ginniken en Breda). Zijn zoon Giel werd later nog knecht op Eeftink. Van zijn andere zoon Gerardus zijn nu nog nazaten met de naam Van Everdink. De oudste dochter van Jan Schelfman (Everdink) en Eefse, Stijne werd geboren in 1690. Haar zuster Hendrine (Dijne, ca. 1743) trouwde in 1730 met Lucas Jansen Aaftink op Klein Aaftink (pand C31). Toen in 1751 de broers Lucas en Jan Everdink hun testament lieten opmaken testeerden ze op de langstlevende. Na hun dood kwamen hun goederen toe aan hun achterneef Jan Hegeman (*1711) die in 1744 getrouwd was met Jenneken Wolters (*1719) van Wolters (pand C85) en op Warmelo (Hericke nr. 89) boerde. Dit paar kwam in dat jaar ook op Eeftink wonen. Jan Hegeman (later Eeftink) was geboren op de boerderij Hegeman (pand C28). Het paar kreeg 6 kinderen. Omstreeks 1759 overleed Jenneken waarna Jan in 1761 hertrouwde met Jenneken Hiddink, dochter van Garrit Hiddink op de boerderij Hiddink (Marckelo nr. 2). Ook uit het tweede huwelijk van Jan Hegeman (Eeftink) werden weer 6 kinderen geboren. Van de kinderen uit het eerste huwelijk overleden er 4 op zeer jeugdige leeftijd. De zoon Arent (*1757) trouwde in 1783 met de weduwe Jenneken Reef op Klein Letink (pand C92). De zoon Hendrik (ca.*1749) werd de latere opvolger. Van de kinderen uit het tweede huwelijk van Jan Hegeman overleden ook 3 kinderen toen ze nog klein waren. Dochter Jenneken (1762-ca. 1791) trouwde in 1784 met Gerrit Gerritsen Hendertink en werd boerin op Huiskes in Herike (Hericke nr. 133). Janna (1764-1835) trouwde in 1800 met Berent Arent Ribbers (pand D34). De jongste zoon Gerrit Hendrik werd geboren in 1769. Hendrik Eeftink (ca. 1749-1816) trouwde in 1770 met Grietjen Kloeken (ca. 1747-1817) zoon van Jan Kloeken in de Dijkerhoek (Marckelo nr. 75). Uit het huwelijk werden 9 kinderen geboren waarvan er 2 op jeugdige leeftijd overleden. Oudste dochter Jenneken (1771-1837) trouwde in 1800 met Teunis Broekman afkomstig van Groot Schrievers; ze woonden eerst op Klein Bloemers (pand D30) en vanaf ca. 1815 in een nieuwgestichte woning ernaast (pand D31). Zoon Jannes (1774-1846) bleef ongehuwd. Hendrine (1775-1848) trouwde in 1797 met Jan Hendriksen ten Zende van Klein Zendink (pand C62), woonde eerst op Wilgerink (pand D3) om in 1801 naar Timmerjan in Herike (Hericke nr. 127) te verhuizen. Gerridine (1780-1852) trouwde in 1808 met Arent Peterman in Stokkum. Hendrik (1783-1856) trouwde in 1816 met Willemina Tjoonk op de boerderij Tjoonk (pand C21). Jongste zoon Jan (1788-1845) trouwde in 1816 met Jenneken Wolters op Meyers (pand C23). Ook de oudste zoon heette Jan (*1772) en hij werd de opvolger. Jan Eeftink (1772-1857) trouwde in 1808 met Jenneken Klein Letink (1784-1815) van Klein Letink (pand C92). Ze kregen 3 kinderen. In 1815 kort na de geboorte van het derde kind overleed Jenneken. Twee kinderen overleden jong en de zoon Hendrik (*1809) werd de latere opvolger. In 1816 hertrouwde Jan Eeftink met Hendrike Kloeken of Hiddink (1788-1869) afkomstig van Hiddink (Marckelo nr. 2). Uit dit tweede huwelijk

werden weer 3 kinderen geboren. Het dochtertje Janna (1827-1828) werd nog geen jaar oud. Jan (1824-1846) stierf op 21 jarige leeftijd en Gerrit (1829-1845) werd slechts 15 jaar. Hendrik Eeftink (1809-1886) trouwde in 1854 met Janna Mensink (1826-1903) van Harremensink (pand D36). Het paar kreeg eerst een levenloos kind en daarna nog 3 dochters. Dochter Aaltjen (1860-1929) trouwde in 1884 met Hendrik Jan Kremers in Diepenheim. Jenneken (1866-1913) trouwde in 1888 met de broer van haar zwager Hendrik Zendman en werd boerin op Bonten in Herike (Huisken, Hericke nr. 189). Oudste dochter Johanna Hendrika (*1858) werd de opvolgster. Johanna Hendrika Eeftink (1858-1926) trouwde in 1881 met Hendrik Jan Zendman (1858-1936) van Seinen (pand D16). Dit paar kreeg 4 dochters. Dochter Gezina (1884-1954) trouwde in 1908 met Gerrit Hendrik Hoevink en werd boerin op de Koopman (pand D29). Hermina (Mina, 1887-1982) trouwde in 1910 met Gerrit Jan Vinkers van Vinkert (pand E7); ze woonden eerst in Rectum, voordat ze gingen boeren op de Schoolte in Herike. Jenneken (1891-1986) trouwde in 1915 met Jan Krebbers van de Bekker (Hericke nr. 151) en ging wonen op de Jager in Herike (Hericke nr. 85). Oudste dochter Johanna werd de opvolgster. Johanna Zendman (*1882) en Albert Jan Vinkers (*1877) Johanna Zendman (1882-1942) trouwde in 1904 met Albert Jan Vinkers (1877-1960), afkomstig van Vinkert (pand E7). Zij kregen 4 kinderen. Oudste dochter Hendrika Gerritdina (1905-1993) trouwde in 1926 met Hendrik Jan Meengs en werd zo boerin op de Weerd in Stokkum. Zoon Hendrik Jan (1906-1908) werd nog geen 2 jaar. Hendrina Johanna (1909-1993) trouwde in 1930 met de broer van haar zwager, Jan Harmen Meengs; zij stichtten de Kleine Weerd in Stokkum. De jongste zoon (weer) Hendrik Jan werd de opvolger. Hendrik Jan Vinkers (1911-1979) trouwde in 1937 met Geertruida Hargeerds (1914-1938) van Hargeerds uit Stokkum (Stockum nr. 28). In 1938 werd hun dochter Johanna Frederika geboren maar helaas overleed de moeder bij de bevalling. Hendrik Jan Vinkers hertrouwde toen in 1949 met Aaltje Nijland (1914-2004) uit Holten. Uit dit tweede huwelijk werden geen kinderen geboren. De dochter Johanna Fredrika werd dus de opvolgster. Johanna Frederika (Hanneke) Vinkers (*1938) trouwde in 1960 met Gerrit Wessels (1934-2009) afkomstig uit de buurtschap Ypelo in Wierden. Gerrit was naast boer ook raadslid en wethouder in Markelo. Hanneke en Gerrit kregen 3 kinderen: Anja (*1961), Ineke (*1962) en Erik (*1966). In het kader van de ruilverkaveling Holten-Markelo bouwde de familie Vinkers-Wessels een nieuwe boerderij in het Elsenerveld (pand B26). Omstreeks 1971 vertrokken zij van het oude Eeftink. De boerderij Eeftink werd hierna, in 1972, betrokken door de familie Neihof van de boerderij Schöppert (pand C27). Gerrit Hendrik Neihof (*1930) was in 1951 getrouwd met Jenneken Veneman (*1933). Hun zoon Jan (*1952) trouwde in 1976 met Hendrika Gerritdina Vinkers (*1905), Hendrik Jan Vinkers (*1911) en Hendrina Dinie Stokreef in Diepenheim. Gerda (*1955) trouwde in 1981 met Johanna Vinkers (*1909) Jan Landeweer van de Kiefte en ging in Markelo-dorp wonen. De jongste dochter Jenny (*1959) werd de opvolgster. Jenny (*1959) trouwde in 1982 met de melkwagenchauffeur Johannes C.J. Hoek (*1957) uit Goor. Ze hebben 2 kinderen: Dorien (*1985) die samenwoont en Thijs (*1987).