1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Draadloze bussysteem. Draadloze universele dimmer Best. nr. :

Vergelijkbare documenten
1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Draadloze bussysteem. Draadloze universele snoerdimmer Best. nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Draadloze bussysteem. Draadloze wandcontactdoosadapter voor schakelen Best. nr. :

Draadloze bussysteem Draadloze wandcontactdoosadapter voor dimmen. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. :

Draadloze bussysteem Draadloze universele dimactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr.

Universeel-dimmer 2, Basiselement voor parallelaansluiting 2

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische snoerdimmer Universeel. Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies

Draadloze bussysteem Draadloze besturingseenheid 1-10V enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Funkmanagement Radiografische universeeldimmer voor DIN-rail. Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement DIN-rail dimmer universeel W. Art.-Nr.: UD 1255 REG. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Gloeilampen-dimmer-basiselement met druk-wisselschakelaar

Draadloze bussysteem Draadloze actor mini. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Afbeelding 1: Constructie apparaat. Bedoeld gebruik - Schakelen en dimmen van gloeilampen, HV halogeenlampen en Tronic-trafo's met halogeenlampen.

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. Systeem Universeel led-dimmerbasiselement Komfort

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. Systeem Universeel led-dimmerbasiselement Standard

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. Systeem Universele leddimmer DIN-rail

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement DIN-rail vermogenuitbreider universeel W. Art. nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem Universele led-dimmer. Universele led-dimmer Best. nr.

Systeem Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LED-dimmerbasiselement. LED-dimmerbasiselement. Best. nr.

Draadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor mini. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best. nr. : Bedieningshandleiding

Gevaar voor lichamelijk letsel. Gebruik het apparaat alleen voor aansturen van jaloezieen rolluikmotoren of markiezen. Schakel geen andere lasten.

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. System Universeel led-draaidimmer-basiselement Komfort

Afbeelding 1: Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. DALI Tronic-trafo 105 W. Best.nr. : Bedieningshandleiding

Systeem 2000 Systeem 2000 HLK-relais-basiselement. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best. nr. : Bedieningshandleiding

Vermogensuitbreiding van de in de referentielijst (zie hoofdstuk technische gegevens) genoemde

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. LB-management. Draaidimmer Standaard led

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische stuureenheid 1-10 V, voor DIN-rail. Art.-Nr.

Draadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. System Universeel led-dimmerbasiselement Komfort 2-voudig

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Tronic dimmer. Bedieningshandleiding

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. LB-management. Draaidimmer Universeel led

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Dimmer druk-wissel LV. Best. nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische DIN-rail actor. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Dimmer druk-wissel gloeilamp. SW opbouw dimmer druk-wissel gloeilamp Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. LB Management. Elektronische schakeleenheid 1-kanaals

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Tronic-draaidimmer voor Tronictransformator. Art.-Nr.: 225 TDE Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Draaidimmer LV. Art. nr. : 244 HEX. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Led tastdimmer. Art. nr LEDDE. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Repeater. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Tronic-draaidimmer met soft-klik. Best.nr. : Bedieningsen montagehandleiding

Systeem 2000 Touch-opzetstuk. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. LB-management. Dimmer mini Universeel led

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Dimmer druk-wissel gloeilamp. Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Draaidimmer LV. Best.nr. : Bedieningsen montagehandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Potentiometer 1-10 V

Vermogensuitbreiding van de in de referentielijst (zie hoofdstuk technische gegevens) genoemde

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische zender Universeel, L-leider. Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkkop DIN-rail Art. nr. : FK100REG. Bedieningshandleiding

Draadloze bussysteem Draadloze handzender comfort. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Best.nr. :

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding

Toetselement onder lang indrukken: het licht wordt met minimale lichtsterkte ingeschakeld.

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Basiselement toerentalregelaar. Best.nr. : Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Funkmanagement Radiografische schakeleenheid. Art.-Nr.: FWL 2200 WW. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. System 3000

Systeem 2000 Trappenhuisverlichtingsautomaat, Basiselement impulsgever. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Afbeelding 1: Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer met druk-wisselschakelaar. Art.-Nr.: 266 GDE Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. Systeem 3000

DALI-potentiometer Tunable White met geïntegreerde netvoeding, DALIpotentiometer. DALI-potentiometer Tunable White met geïntegreerde netvoeding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Draaidimmer. Draaidimmer. Best.nr. : Draaidimmer. Best.nr. :

Systeem 2000 Automatic-schakelaar 2 Standaard. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

Afbeelding 1: Repeater

KNX/EIB Universele dimactor inbouw 210 W. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Lichtmanagement Taststuureenheid. Bedieningshandleiding

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Funkmanagement Funkkop DIN-rail. Bedieningshandleiding

Systeem 2000 Automatic-schakelaar standaard-opzetstuk. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Draadloze bussysteem. Draadloos raamcontact Best. nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische handzender. Bedieningshandleiding

Transcriptie:

Best. nr. : 0809 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële schade mogelijk. Handleiding volledig doorlezen en aanhouden. Gevaar door elektrische schokken. Voordat werkzaamheden aan het apparaat of de last worden uitgevoerd, moeten deze worden vrijgeschakeld. Daarbij moet rekening worden gehouden met alle installatie-automaaten die gevaarlijke spanningen aan het apparaat of de last leveren. Gevaar door elektrische schokken. Apparaat is niet geschikt voor vrijschakelen. Ook bij uitgeschakeld apparaat is de last niet galvanisch van het net gescheiden. Brandgevaar. Bij gebruik met inductieve trafo's iedere trafo overeenkomstig de specificaties van de leverancier aan de primaire zijde zekeren. Uitsluitend veiligheidstransformatoren vlgs. EN 61558-2-6 gebruiken. De radio-overdracht verloopt via een niet exclusieve overdrachtsroute en is daarom niet geschikt voor toepassingen op het gebied van de veiligheidstechniek, zoals bijv. noodstop of noodoproep. Antenne niet inkorten, verlengen of isolatie verwijderen. Apparaat kan beschadigd raken. Deze handleiding is onderdeel van het product en moet door de eindklant worden bewaard. 2 Constructie apparaat Afbeelding 1 (1) Dimmer (2) LED (3) Programmeerknop (4) Antenne 3 Functie Systeeminformatie Het zendvermogen, de ontvangstkarakteristiek en de antenne mogen om wettelijke redenen niet worden veranderd. De reikwijdte van een radiografisch systeem dat bestaat uit zender en ontvanger hangt af van verschillende factoren. 82531852 25.08.2016 1/8

Door de keuze van de best mogelijke montageplaats rekening houdend met de bouwkundige omstandigheden kan de reikwijdte van het systeem worden geoptimaliseerd. Afbeelding 2: Gereduceerde reikwijdte door bouwkundige hindernissen. Voorbeelden voor doordringing van verschillende materialen: Materiaal Doordringing Hout, Gips, Gipsplaat ca. 90 % Baksteen, Spaanplaat ca. 70 % Gewapend beton ca. 30 % Metaal, Metaalrooster ca. 10 % Regen, Sneeuw ca. 1-40 % Bedoeld gebruik - Radiografisch schakelen en dimmen van gloeilampen, TL-lampen, HV-halogeenlampen en tronic- of inductieve trafo's met halogeenlampen - Gebruik met geschikte radiografische zenders, met installatiedrukknoppen of nevenaansluiting 2-draads - Geschikt voor mengbedrijf tot aan het opgegeven totale vermogen (technische gegevens). - Inbouw in verlaagde plafonds en opbouwmontage i Geen menglastbedrijf van Tronic- en inductieve trafo's. i Er kan een combinatie van aanwezigheidsmelder en -bewaking worden ingeleerd. Producteigenschappen - Aansluiting van nevenaansluitingen mogelijk - Inschakelen via lampbesparende softstart - Inschakelhelderheid permanent bewaard - Lichtscenariobedrijf mogelijk - Constantlichtregeling in combinatie met een radiografische aanwezigheidsmelder mogelijk - Nalooptijd van ca. 1 minuut in combinatie met radiografische bewaking - ermogensuitbreiding door vermogenseenheid (zie handleiding vermogenseenheid) - Elektronische kortsluitbeveiliging met permanente afschakeling ten laatste na 7 seconden - Elektronische overtemperatuurbeveiliging - Automatische instelling van het bij de last passende dimprinicipe Belastingssoort Elektrisch gedrag Dimprincipe Gloeilampen Ohms Faseafsnijding HV-halogeenlampen Ohms Faseafsnijding 82531852 25.08.2016 2/8

Tronic-trafo's met halogeenlampen Dimbare inductieve trafo's met halogeenlampen Capacitief Inductief Faseafsnijding Faseaansnijding i i Flakkeren van de aangesloten lichtbron door onderschrijden van de minimale last of door rondstuurimpulsen van het elektriciteitsbedrijf mogelijk. Dit zijn geen gebreken van het apparaat. Kortstondig flikkeren bij lasherkenning van ohmse lasten. Tijdens de lastherkenning is bediening niet mogelijk. 4 Bediening Bediening met radiografische zender Om de dimmer te kunnen bedienen, moet een radiografische zender zijn ingeleerd. i Handleiding van de radiografische zender aanhouden. Bediening via nevenaansluiting 2-draads of installatiedrukknop Licht schakelen i Het licht wordt met de opgeslagen inschakelhelderheid ingeschakeld (zie hoofdstuk 5.2. Inbedrijfname) of uitgeschakeld. Nevenaansluiting 2-draads: o Toets boven of onder kort indrukken. Installatiedrukknop: o Drukknop kort indrukken. Licht met minimale helderheid inschakelen Nevenaansluiting 2-draads: o Drukknop onder lang indrukken Installatiedrukknop: o Drukknop lang indrukken. Helderheid instellen Licht is ingeschakeld. Nevenaansluiting 2-draads: o Knop boven langer dan 0,5 s indrukken. Licht wordt helderder tot maximale helderheid. o Knop onder langer dan 0,5 s indrukken. Licht wordt donkerder tot minimale helderheid. Installatiedrukknop: i Bij iedere bediening wisselt de dimrichting. o Knop ingedrukt houden, tot de gewenste helderheid is bereikt. i Zolang de knop ingedrukt wordt, verandert de helderheid. Wanneer de maximale helderheid is bereik, keert de procedure om en verandert de helderheid tot de minimale helderheid enz. 82531852 25.08.2016 3/8

5 Informatie voor elektromonteurs 5.1 Montage en elektrische aansluiting GEVAAR! Elektrische schok bij aanraken van onderdelen die onder spanning staan. Elektrische schokken kunnen dodelijk letsel tot gevolg hebben. Voordat werkzaamheden aan het apparaat of de last worden uitgevoerd, moeten alle bijbehorende installatie-automaaten worden vrijgeschakeld. Spanningvoerende delen in de omgeving afdekken! Dimmer aansluiten en monteren Minimaal 0,5 meter afstand tot metalen oppervlakken en elektrische apparaten, bijv. magnetrons, hifi- en TV-installaties, voorschakelapparaten of transformatoren aanhouden. Minimaal 1 meter afstand tussen zender en ontvanger aanhouden, om oversturing van de ontvanger te voorkomen. Afbeelding 3: Aansluitschema dimmer 82531852 25.08.2016 4/8

Afbeelding 4: Aansluitschema dimmer met nevenaansluiting 2-draads (5) Nevenaansluiting 2-draads Afbeelding 5: Aansluitschema dimmer met installatiedrukknop (6) Installatiedrukknop i Verlichte installatiedrukknoppen moeten over een afzonderlijke N-klem beschikken. o Dimmer conform bijbehorende aansluitschema (afbeelding 3), (afbeelding 4) of (afbeelding 5) aansluiten. o Wanneer meerdere installatieautomaten gevaarlijke spanningen aan het apparaat of de last leveren, de installatieautomaten koppelen of met een waarschuwing zodanig beletteren, dat vrijschakelen is gewaarborgd. o Antenne zo mogelijk vrij gestrekt installeren. i Kabelaanbeveling voor effectieve trekontlasting: H05VV-F 3G 1,5 o Netspanning inschakelen De dimmer schakelt het bij de last passende dimprincipe in. i Door kort indrukken van de programmeerknop (3), ca. 1 seconde, kan de last worden in- of uitgeschakeld. 82531852 25.08.2016 5/8

5.2 Inbedrijfname i Handleiding van de radiografische zender aanhouden. GEVAAR! Elektrische schok bij aanraken van onderdelen die onder spanning staan. Elektrische schokken kunnen dodelijk letsel tot gevolg hebben. Voordat werkzaamheden aan het apparaat worden uitgevoerd, moeten spanningvoerende delen in de omgeving worden afgedekt! Radiografische zender inleren i Wanneer alle geheugenplaatsen zijn bezet, dan moet eerst een al ingeleerde radiografische zender worden gewist. Daarvoor alle ingeleerde kanalen en lichtscenario's van de radiografische zender afzonderlijk wissen. De afstand tussen ontvanger en radiografische zender is 0,5 tot 5 m. De last is uitgeschakeld. o De programmeerknop ca. 4 seconden indrukken. De LED knippert. Het apparaat bevindt zich gedurende ca. 1 minuut in de programmeermodus. o Leertelegram aan radiografische zender activeren (zie handleiding radiografische zender). De LED brandt. De radiografische zender is ingeleerd. o Programmeertoets kort indrukken. Last schakelt in. Apparaat staat in de bedrijfsstand. i De programmeermodus wordt na ca. 1 minuut automatisch verlaten. i Lichtscenariotoetsen afzonderlijk inleren. i Bij het inleren van een radiografische zender worden aanwezige alles-aan- en alles-uittoetsen automatische meegeleerd. Inschakelhelderheid opslaan Een ingestelde helderheidswaarde kan in de dimmer als inschakelhelderheid worden opgeslagen. i In de uitleveringstoestand is als inschakelhelderheid de maximale helderheid ingesteld. o Licht op de gewenste helderheid instellen. o De programmeerknop langer dan 4 seconden indrukken. De inschakelhelderheid wordt opgeslagen. Ter bevestiging wordt de verlichting kort uit- en weer ingeschakeld. i De opgeslagen inschakelhelderheid blijft bij uitval van de netspanning behouden. Radiografische zenders afzonderlijk wissen o De te wissen radiografische zender opnieuw inleren (zie radiografische zender inleren). De LED knippert snel. De radiografische zender is gewist. i Wanneer meerdere kanalen of lichtscenario's van een radiografische zender zijn ingeleerd, dan moeten deze afzonderlijk worden gewist. Alle radiografische zenders wissen De last is uitgeschakeld. o De programmeerknop ca. 20 seconden indrukken. Na ca. 4 seconden knippert de LED. Na ca. 20 seconden flitst de LED. o Gedurende de volgende 6 seconden de programmeerknop loslaten en nogmaals gedurende 1 s indrukken. De LED brandt. De radiografische zender wordt gewist. 82531852 25.08.2016 6/8

De LED knippert snel. Alle radiografische zenders zijn gewist. 6 Bijlage 6.1 Technische gegevens Nominale spanning AC 230 V ~ Netfrequentie 50 / 60 Hz Omgevingstemperatuur 0... +55 C Beschermingsgraad IP 20 Aansluitvermogen bij 35 C i Vermogensspecificaties inclusief trafoverliesvermogen. i Inductieve trafo's met minimaal 85% nom. belasting gebruiken. i Bij ohms-inductieve mengbelasting maximaal 50% aandeel ohmse last. Anders kan verkeerd inmeten van de dimmer ontstaan. Gloeilampen 50... 315 W HV-halogeenlampen 50... 315 W Elektronische trafo's 50... 315 W Inductieve trafo's 50... 315 VA ohms-inductief 50... 315 VA ohms-capacitief 50... 315 W Capacitief-inductief Niet toegestaan Vermogensreductie per 5 C overschrijding van 35 C -10 % Aansluiting massief max. 4 mm² soepel met adereindhuls max. 1,5 mm² soepel max. 2,5 mm² Extra vermogen zie handleidng Extra vermogen Afmeting L B H 187 28 28 mm Aantal nevenaansluitingen Onbegrensd Totale lengte lastkabel max. 100 m Totale lengte kabel nevenaansluiting max. 100 m Radiofrequentie 433,05 MHz... 434,79 MHz Ontvangercategorie 2 Inleerbare radiozender max. 30 De symbolen van de dimmer-lastmarkering geven bij dimmers het aansluitbare lasttype resp. het elektrische gedrag van een last aan: R = ohms, L = inductief, C = capacitief 6.2 Hulp bij problemen Dimmer schakelt last kort uit en weer in. Oorzaak: kortsluitbeveiliging geactiveerd, maar ondertussen is geen storing meer aanwezig. Dimmer schakelt last uit en laat zich niet weer inschakelen. Oorzaak 1: elektronische kortsluitbeveiliging aangesproken. Kortsluiting verhelpen. i De elektronische kortsluitbeveiliging berust niet op principe van een conventionele zekering, geen galvanische scheiding van het belastingstroomcircuit. Oorzaak 2: overtemperatuurbeveiliging heeft aangesproken. Dimmer van netspanning losmaken, daarbij behorende installatieautomaaten uitschakelen. Dimmer minstens 15 minuten laten afkoelen. Inbouwsituatie controleren. Aangesloten last verlagen. Installatie-automaaten en dimmer weer inschakelen. 82531852 25.08.2016 7/8

Dimmer reageert niet of slechts af en toe. Oorzaak 1: batterij in de zender is leeg. Batterij vervangen. Oorzaak 2: radiografisch bereik is overschreden. Bouwkundige hindernissen reduceren het bereik. Inbouwsituatie controleren. Installatie antenne controleren Dimmer schakelt last uit en kan pas na enige tijd weer worden ingeschakeld. Toepassen van een radio-repeater. 6.3 Conformiteit Hiermee verklaart Gira Giersiepen GmbH & Co. KG dat het draadloze installatietype Best. nr. 0809 00 voldoet aan richtlijn 2014/53/EU. Het volledige artikelnummer vindt u op het apparaat. De volledige tekst van de EU-Verklaring van overeenstemming is op het volgende internetadres beschikbaar: www.gira.de/konformitaet 6.4 Garantie De wettelijk vereiste garantie wordt uitgevoerd via de vakhandel. Een gebrekkig apparaat kunt u met een omschrijving van de fout aan de betreffende verkoper ((elektrotechnische) vakhandel/installatiebedrijf) overhandigen of portvrij opsturen. Deze stuurt het apparaat door naar het Gira Service Center. Gira Giersiepen GmbH & Co. KG Elektro-Installations- Systeme Industriegebiet Mermbach Dahlienstraße 42477 Radevormwald Postfach 12 20 42461 Radevormwald Deutschland Tel +49(0)21 95-602-0 Fax +49(0)21 95-602-191 www.gira.de info@gira.de 82531852 25.08.2016 8/8