4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij.

Vergelijkbare documenten
Kleinschalige chloorproductie (ce)

Reacties en stroom 1

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Elektronenoverdracht (1)

Rekenen aan reacties (de mol)

Heavy metal. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-II

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

SE voorbeeldtoets 5HAVO antwoordmodel

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.

Eindexamen scheikunde havo 2004-II

Redoxreacties. Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu I - -

Examen VWO. scheikunde 1,2. tijdvak 1 dinsdag 26 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.

Eindexamen scheikunde havo 2005-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2003-II

Examen HAVO. scheikunde. tijdvak 1 dinsdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO,

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde

Examen VWO. scheikunde 1,2. tijdvak 1 vrijdag 23 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

Examen VWO. Scheikunde (oude stijl)

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I SCHEIKUNDE HAVO

Eindexamen scheikunde havo 2004-I

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN

6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14

Oefenopgaven REDOX vwo

Het is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.

1) Stoffen, moleculen en atomen

Het smelten van tin is géén reactie.

Eindexamen vwo scheikunde pilot I

Examen HAVO. Scheikunde (nieuwe stijl)

5 Formules en reactievergelijkingen

Oefen-SE SE4 Havo 5. Micro-organismen

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Examen VWO. Scheikunde (oude stijl)

EXAMEN VWO SCHEIKUNDE 1980, TWEEDE TIJDVAK, opgaven

Eindexamen scheikunde havo 2002-I

Examen VWO. Scheikunde (oude stijl)

Hieronder zie je een schema van een eenvoudige chemische cel met koper/zink elektroden. Bestudeer dit schema met aandacht:

Eindexamen havo scheikunde pilot I

Examen VWO. scheikunde. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Rekenen aan reacties 3. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

Eindexamen havo scheikunde pilot II

inbreng en heeft als gevolg minder scaling (kalkafzetting in de vorm van calciumcarbonaat).

Eindexamen scheikunde havo 2007-II

IM4--14 ONDERWIJS IN 1 MAV04. Maandag 17 mei, uur. NATUUR- EN SCHEIKUNDE H (Scheikunde) OPEN VRAGEN

-Q) e::::s. .c e ~.- Q)

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Inleiding in de RedOx chemie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010

Examen HAVO en VHBO. Scheikunde

Eindexamen scheikunde havo 2002-II

Rekenen aan reacties. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

Hoofdstuk 17 Redoxreacties

5-1 Moleculen en atomen

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.

Isomeren van C4H8O2. EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1997, TWEEDE TIJDVAK, opgaven

Opdracht 1 In deze opdracht doe je experiment 1, je kunt deze vinden op de website op de pagina Practicum.

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Stoffen en Reacties 2

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden

SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE

scheikunde vwo 2017-II

H5sk-h11. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Eindexamen scheikunde havo II

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Examen scheikunde HAVO tijdvak uitwerkingen

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

Examen HAVO. scheikunde (pilot) tijdvak 1 dinsdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Examen HAVO. Scheikunde (oude stijl)

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 20 mei uur

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

scheikunde vwo 2019-II

EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1983 EERSTE TIJDVAK opgaven

3. Leid uit de formules van water, zwaveldioxide en zwavelzuur af welke stof uit de lucht hier bedoeld wordt..

Examen VWO. scheikunde (pilot) tijdvak 1 dinsdag 29 mei uur

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde

2 e Internationale Chemieolympiade, Katowice 1969, Polen

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 15 Elektrochemie bladzijde 1

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016

Eindexamen scheikunde havo 2008-II

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

Transcriptie:

Test Scheikunde Havo 5 Periode 1 Geef voor de volgende redoxreacties de halfreacties: a Mg + S MgS b Na + Cl NaCl c Zn + O ZnO Geef de halfreacties en de reactievergelijking voor de volgende redoxreacties: a zink + opgelost kopersulfaat b koper + opgelost zilvernitraat c zink + opgelost loodnitraat. Geef aan of er in de volgende gevallen een reactie zal plaatsvinden. Geef, indien er een reactie is, ook de reactievergelijking. (Let op: Zowel redox als neerslagreacties kunnen plaatsvinden!) a. In een bak met zilvernitraatoplossing wordt een koperen staaf neergezet. b. In een bak met aangezuurde goudnitraatoplossing wordt een platina staaf gezet. c. In een bak met joodoplossing wordt een stuk lood gelegd. d. Een oplossing van ijzer(ii)chloride wordt gemengd met een oplossing van natriumsulfaat 4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij. a. Geef de reactie die optreed bij de negatieve elektrode. b. Geef de reactie die optreed bij de positieve elektrode. c. De stof die bij de positieve elektrode is ontstaan, zal mogelijk ook nog een keer kunnen reageren met 1 van de andere aanwezige stoffen. Geef hiervan de reactievergelijking. d. Beschrijf wat je ziet gebeuren bij de twee elektroden.

5. Aluminium is een metaal wat nog maar een jaar of 100 wordt gebruikt. Dit heeft er vooral mee te maken dat het productieproces voor het maken van aluminium nogal ingewikkeld is. Het aluminiumerts bevat veel aluminiumoxide. Dit wordt gesmolten en als vloeibaar zout in een bak gegoten. In deze bak hangen een grote platinum-elektrode en een aluminium-elektrode. Door middel van elektrolyse wordt het aluminiumoxide omgezet naar aluminium en een andere stof. De platinum-elektrode is aangesloten op de positieve kant van een spanningsbron. De aluminium-elektrode is aangesloten op de negatieve kant van een spanningsbron. 4 a. Teken deze situatie, en geef aan welke stoffen er waar aanwezig zijn. b. Geef de reactie die plaatsvindt bij de negatieve elektrode. c. Geef de reactie die plaatsvindt bij de positieve elektrode. Bij dit proces loopt er een stroom die 10,0 mol elektronen per seconde naar de negatieve elektrode stuurt. d. Hoeveel gram aluminium wordt er per seconde gevormd? 6. Een goedkope batterij bestaat uit een koolstof elektrode, een zinken elektrode en daar tussenin een mengsel van water, en aangezuurd mangaanoxide. a. Geef de halfreactie van de oxidator b. Geef de halfreactie van de reductor c. Wat is de positieve elektrode? d. Als dit type batterij ergens een tijd lang ligt, dan kan deze gaan lekken. Wat is een gevaarlijkere batterij om op te ruimen? Een oude of een nieuwe? Leg ook uit waarom.

7. Groene diesel (opgave uit examen HAVO 005-II scheikunde) Bij ECN (Energieonderzoek Centrum Nederland) in Petten is men in staat om dieselolie te maken uit snippers wilgenhout. Om deze zogenoemde groene diesel te kunnen maken moet het wilgenhout eerst worden omgezet in voornamelijk koolstofmono-oxide en waterstof. In het laboratorium van ECN staat een proefopstelling voor de productie van koolstofmono-oxide en waterstof. In onderstaand blokschema is deze opstelling vereenvoudigd weergegeven: De houtsnippers bestaan voornamelijk uit het polysacharide cellulose (zie Binas-tabel 67 A). In ruimte 1 worden de houtsnippers bij een temperatuur van 850 C met zuurstof omgezet tot koolstofmono-oxide en waterstof. Hierbij ontstaan verontreinigingen zoals ammoniak (NH), teer, roet en as. Teer is een verzamelnaam voor organische verbindingen met kookpunten tussen de 80 C en 50 C. Om maximale hoeveelheden koolstofmono-oxide en waterstof te krijgen, moet in ruimte 1 precies de juiste hoeveelheid zuurstof worden toegevoerd. Wanneer te veel zuurstof wordt toegevoerd ontstaat minder waterstof, wanneer te weinig zuurstof wordt toegevoerd ontstaat minder koolstofmono-oxide. a. Leg uit hoe het komt dat bij een teveel aan zuurstof minder waterstof ontstaat en bij een tekort aan zuurstof minder koolstofmono-oxide ontstaat. b. Leg uit of ammoniak kan ontstaan door ontleding van cellulose. Ruimte bevat een stoffilter. Een stoffilter is een filter dat vaste stoffen tegenhoudt en gassen doorlaat. Met behulp van zo n stoffilter worden in ruimte het roet en de as verwijderd. c. Welke temperatuur moet het stoffilter in ruimte minimaal hebben om de gewenste scheiding te laten plaatsvinden? Geef een verklaring voor je antwoord. In ruimte wordt het teer gescheiden van koolstofmono-oxide, waterstof en ammoniak. Hierbij wordt het teer met behulp van een oplosmiddel uit het gasmengsel gehaald. In ruimte 4 wordt dat oplosmiddel van het teer gescheiden. Het oplosmiddel wordt opnieuw gebruikt. d. Van welke scheidingsmethode wordt gebruik gemaakt in ruimte en van welke scheidingsmethode in ruimte 4? Noteer je antwoord als volgt: in ruimte : in ruimte 4:

8. H S-verwijdering (opgave uit examen HAVO 004-II scheikunde) Waterstofsulfide (H S) is een milieuvervuilend gas dat bij verschillende industriële chemische processen vrijkomt. In het laboratorium is een methode ontwikkeld om waterstofsulfide uit een gasmengsel te verwijderen. Hierbij wordt het gasmengsel door een joodoplossing geleid. Bij de reactie die optreedt, ontstaat vast zwavel. H S + I S + H + + I (reactie 1) a. Geef de naam van een scheidingsmethode die geschikt is om de gevormde zwavel te verwijderen. De oplossing van waterstofjodide die overblijft na het verwijderen van zwavel, wordt geëlektrolyseerd. De vergelijking van de totale redoxreactie die hierbij plaatsvindt, is: H + + I H + I (reactie ) De joodoplossing die bij reactie is ontstaan, wordt opnieuw gebruikt om waterstofsulfide uit hetgasmengsel te verwijderen. De zwavel die na reactie 1 afgescheiden is en het waterstofgas dat in reactie gevormd is, kunnen nuttig gebruikt worden. Van het hierboven beschreven proces waarbij waterstofsulfide uit een gasmengsel wordt verwijderd, kan een blokschema getekend worden. In dit schema moeten drie blokken worden opgenomen: twee reactoren en één scheidingsruimte. Elk blok moet één van de volgende aanduidingen bevatten: reactor 1; reactor ; scheidingsruimte. De stofstromen moeten met pijlen worden aangegeven. De volgende stoffen en mengsels moeten met behulp van de cijfers 1 t/m 6 bij de pijlen worden weergegeven: 1: gasmengsel met H S : gasmengsel zonder H S : oplossing van HI 4: oplossing van I 5: waterstof 6: zwavel 6 b. Teken een blokschema van het hierboven beschreven proces waarmee waterstofsulfide uit een gasmengsel verwijderd wordt. Vermeld in elk blok de juiste aanduiding en vermeld de stoffen en mengsels bij de juiste pijlen.

9. Uit zout in zoutlagen in de aarde wordt pekel (in water opgelost NaCl) gewonnen door water in de zoutlaag te pompen en de dan gevormde pekel weer op te pompen. Uit de pekel kunnen door middel van elektrolyse nuttige producten worden gewonnen. Een manier waarop dat gebeurt is met behulp van elektrolyse waarbij de negatieve elektrode bestaat uit kwik (Hg). Er ontstaat dan natriumamalgaam NaHg door de volgende halfreactie: Na + + Hg + e - NaHg Door het gevormde natriumamalgaam in water te brengen wordt hieruit natronloog gemaakt. Daarbij ontstaat ook waterstofgas. Bij de elektrolyse ontstaat natuurlijk niet alleen natriumamalgaam, maar er ontstaat nog een ander in de chemie zeer bruikbaar product. () (1) () elektrolyse pekel NaHg water afgewerkte pekel natronloog a Welk product moet er staan bij (1)? b Welke stof moet er staan bij ()? c Welke stof moet er staan bij ()? d Geef de reactievergelijking van de reactie in het rechter vat in de figuur. De pekel die in de elektrolyseruimte wordt geleid bevat 10,0 massaprocent NaCl en heeft een dichtheid van 1,10.10 kg.m -. Het volume van een mol waterstofgas is onder de heersende omstandigheden 4,0 liter per mol. Je mag aannemen dat de pekel bij de elektrolyse voor 90,0 procent wordt omgezet in de reactieproducten en dat de omzetting van natriumamalgaam in de producten volledig is. 5 5 e Laat met een berekening zien hoeveel kilogram NaCl bij de elektrolyse wordt omgezet in product (1) en natriumamalgaam als er 1,00 m pekel wordt verwerkt. f Laat met een berekening zien hoeveel m waterstofgas wordt gewonnen uit 1,00 m pekel.