1. Groendaken 1
Grondig vooronderzoek Begin er niet zo maar aan! referentiedocument TV 229 van het WTCB September 2006 2
Grondig vooronderzoek Indeling Types groendaken (def. TV 229 WTCB) Daktuin: groendak met een uitgewerkte intensieve vegetatie Lichte daktuin: groendak bedekt met een eenvoudige intensieve vegetatie Begroend dak: groendak bedekt met een extensieve vegetatie 3
Grondig vooronderzoek 4
Overzichtstabel bron: TV 229 WTCB september 2006 5
Vragen bij renovatie bron: TV 229 WTCB september 2006 6
1,2,3,4-laags? Indeling volgens aantal functionele lagen : 1.Substraat (eventueel op beschermlaag) 2.+ draineerlaag 3.+ waterreservoir 4.+ ondersubstraat vrij van organisch materiaal (gewoon substraat maximaal 300 à 400 mm) verwarrende indeling: één fysieke laag kan meerdere functies vervullen sommige fysieke lagen worden niet geteld (beschermlaag, filtervlies) 7
Vegetatie Bamboe Vlinderstruik Krentenboompje Zevenblad 8
Brandveiligheid Bron: WTCB Contact 4-2011 9
Ontwerp en opbouw Helling eveneens 2% Isolatiedient voldoende drukvast te zijn en idealiter ongevoelig voor vochtopname dit resulteert in cellenglas voor een warm dak en uiteraard XPS voor omgekeerd dak. 10
Ontwerp en opbouw Afdichting: enkele aandachtspunten Volgekleefde plaatsing is aan te raden in functie van het opsporen van lekken. Alle mogelijke maatregelen treffen om beschadiging van het membraan te voorkomen tijdens de plaatsing van het groendak. Enkel gebruik maken van afdichtingen die op zich wortelwerend zijn (EN 13948) en niet rekenen op de mechanische bescherming van de afdichting als wortelwerende laag (PVC-platen, PE-folie, vezelcementplaten, beton ) Aandacht voor homogeniteit van de naden van de afdichting (gelaste bitumineuze afdichting, lassen met warme lucht, gevulkaniseerde lassen, GEEN contactlijm of tape!) 11
TOPLAAG gewone toplaag FLL-richtlijn Twee testen over: 2 jaar: hierbij worden de testen uitgevoerd onder een geconditioneerde atmosfeer onder glas waardoor er vermeden wordt dat de vegetatie in winterrust gaat. Bovendien wordt er hierbij een soort mest gebruikt om de planten sneller te laten groeien (dit natuurlijk zodat de test minder lang duurt) evenals worden de planten besproeid. 4 jaar: onder buitenvoorwaarden, dus komt meer overeen met de werkelijkheid. Hierbij wordt er geen mest noch besproeiing gebruikt. Bij beide testen worden er bovendien andere plantensoorten gebruikt. 12
TOPLAAG gewone toplaag FLL-richtlijn Test over 2 jaar is eveneens onder geconditioneerde voorwaarden waardoor de groeicondities sneller gaan. (met andere woorden de randvoorwaarden worden nagebootst). De EN 13948 is gebaseerd op / afgeleid van de FLL-richtlijn. Met andere woorden de EN 13948 is recenter. 13
Details Compartimenteringter hoogte van de verlaagde isolatie teneinde lekken sneller te detecteren BB geeft er de voorkeur aan om het grind weg te laten zodat risicoplaatsen inspecteerbaar blijven. 14
Details 15
Details Als het grind weg is, kan de opstand 5 tot 8 cm lager 16
Extensief dak geen onderhoud 17
ONDERHOUDSCONTRACT Bij om het even welk dak! 18
Wat met klimop? Afhankelijk van de planten kan men twee soorten agressieve wortelsystemen onderscheiden : bij hun zoektocht naar water en voedingsstoffen kunnen bepaalde planten een zeer dicht (meerdere kilo s per m2) en/of een zeer uitgestrekt (tot 15 m en meer) wortelsysteem ontwikkelen; deze wortels kruipen over de afdichting en zijn vooral agressief ter hoogte van de overlappingen en opstanden. In droge periodes profiteren ze van de geringste opening om onder de afdichting door te dringen op zoek naar een beetje vocht andere planten, zoals bamboe en riet (Miscanthus) ontwikkelen een perforerend of penwortelsysteem. Bron WTCB TV 229 19
Wat met klimop? 20
2. Zonnecellen 21
22
Bouwgebreken voorkomen Mijn dak lekt, wat doe ik? Ik contacteer een aannemer Ik kies voor de goedkoopste oplossing ik overlaag het dak Ik krijg premies ik plaats zonnecellen Ik krijg premies als ik mijn dak isoleer ik plaats zoveel mogelijk isolatie Denk na Doe ik hier wel goed aan? 23
Waartegen moet een dak belast zijn? Permanente belastingen Dit zijn belastingen die voort vloeien uit het eigen gewicht van de constructie Deze zijn dus altijd aanwezig!!!!!!!! Veranderlijke belastingen mensen en materieel Regenwater en sneeuw, windbelastingen, thermische belastingen De gelijk matig verdeelde belasting P e 0 0 α < 15 0 P e = 1 KN/m 2 24
Zonnecellen ja of neen? Gegeven: daken dienen berekend te zijn op minstens de sneeuwbelasting, zijnde 40 kg/m² (hoger indien >200m boven de zeespiegel). EC1 schrijft voor niet-toegankelijke daken ook nog een gebruiksbelasting voor die afneemt naarmate het dakoppervlak groter wordt (S = 0,8 A/100 met A de dakoppervlakte). In de meeste gevallen wordt enkel met de sneeuwlast rekening gehouden. Een zonnepaneel weegt circa 15 à 20 kg, afhankelijk van het type, omgerekend 10 à 13 kg/m². gewichtstoename tot mogelijks 25 à 30% op het dak. 25
Zonnecellen ja of neen? Het bijkomende gewicht van zonnepanelen varieert volgens de situatie Platte daken : light-systemen 10 à 15 kg/m² waarbij deels gerekend wordt met de aërodynamica van het systeem 26
Zonnecellen ja of neen? geballast systeem 15 à 20 kg/m² en meer, afhankelijk van de ligging, geometrie van het gebouw, kan oplopen tot 60 kg/m²! 27
Zonnecellen ja of neen? structuren verankerd aan het gebouw cfr type Segers : licht = 10 kg/m² en minder 1 paneel is circa 10 kg/m² + rekening houden met de tussenafstanden ivm beschaduwing 28
Zonnecellen ja of neen? Het berekenen van de windkrachten en de benodigde ballast is vrij complex en systeemafhankelijk en wordt meestal door de leverancier van de panelen gedaan. Hoe verloopt een stabiliteitsnazicht? 1. Plaatsbezoek en opmeting van de dakstructuur 2. Nazicht van de niet-structurele zaken: voldoende regewaterafvoeren? (1cm/m²) bolroosters op de afvoeren? voldoende spuwers? risico op sneeuwaccumulatie beschaduwing toestand dakbedekking 3. Controleberekening van de structuur, op basis van de huidige normen : Betondaken : meestal geen probleem wel opletten op voldoende spuwers Stalen dakstructuren met steeldeck : steeldeck meestal geen probleem, wel opmeting en nazichtsberekening van de staalstructuur Houten dakstructuren : in het geval van hellende daken in 50 % van de gevallen ok; in het geval van platte daken vaak problematisch omdat er met ballast moet gewerkt worden. 29
DANK U 30