Voorbeeld NPR6912. Preview. Kathodische bescherming van "onshore" buisleidingen en constructies van metaal. Inhoud. Nederlandse.

Vergelijkbare documenten
Voorbeeld. Preview. Uitwendige bekleding met PE van ondergronds te leggen stalen buizen en hulpstukken. NEN e druk, september 1986

Voorbeeld NËN : ISÖ3903. Preview. Nederlandse. Scheepsbouw en maritieme constructies. Gewone rechthoekige scheepsramen (ISO 3903:1993)

Voorbeeld. norm NEN-ISO Preview

Vervangt NPR 3637:1994. Nederlandse praktijkrichtlijn NPR 3637

Samen met NEN-ISO 68-1:1999 vervangt deze norm NEN 81:1982. Nederlandse norm NEN-ISO 724

In relatie tot het Kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de Jeugzorg

Voorbeeld. Jeugdzorg. Preview. Addendum bij het HKZ-certificatieschema >

Voorbeeld. Preview. Maattoleranties voor de bouw. Begripsomschrijvingen en algemene regels

Justitiële Jeugdinrichtingen

Nederlands Normalisatie-instituut Polakweg 5, Postbus 5810, 2280 HV Rijswijk (ZH), telefoon (070) *, telex 32123, postrekening 25301

Voorschriften Beton VB19 4. Deel D Ongewapend beton Aanvullende bepalingen. concrete 1974 Part D - Non-reinforced concrete. Additional requirements

Low voltage electrical installations - Part 6: Verification. Central Secretariat: rue de Stassart 35, B Brussels

NEN VERKLARINGEN. bevat. het model van de overeenstemmingsverklaring. in het kader van de Laagspanningsrichtlijn

Cliënt - / Patiëntveiligheid

Voorbeeld. Onderdeel Sociaal Cultureel Werk/Welzijn ouderen. Preview. Certificatieschema Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening > Versie 2009

UDC : Scheepsbouw. Toelaatbare afwijkingen bij het afschrijven, het bewerken van materialen en het samenstellen van secties

2.1.3 op/oden: Het langs een verticale lijn omhoog brengen vaneen meetpunt voor het uitzetten van horizontale maten.

NEDERLANDS NORMALISATIE-INSTITUUT

Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN

Nederlandse norm. NEN-EN-ISO 6165 (nl) Grondverzetmachines Basistypen Woordenlijst (ISO 6165:1997)

Veiligheidsmodule. HKZ-certificatieschema Instellingen voor geestelijke gezondheidszorg > Versie 2011

Inleiding. NEN 2887 is eerder als praktijkrichtlijn (NPR 2887) in januari 1986 verschenen. Daarin was het hoofdstuk "Controlemetingen"

Voorbeeld. Preview. Braille. 8-puntsbrailleschrift voor teksttoepassing. Nederlandse NEN Onderwerp en toepassingsgebied.

Voorbeeld. Bureaus Jeugdzorg. Preview. Certificatieschema > Versie Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN

Voorbeeld. Verpleging, Verzorging en Thuiszorg Onderdeel Kraamzorg. Preview. Certificatieschema > Versie 2012

Voorbeeld. Onderdeel Peuterspeelzalen. Preview. Norm > Kinderopvang. Versie 2014

Voorbeeld. Preview. Technische tekeningen NEN-IS Vereenvoudigde tekenwijze van centergaten NEDERLANDSE NORM

Voorbeeld. Preview NEN2017. Hijskranen. Algemene bepalingen. Cranes General directives

3.1 Het schrift dat in samenhang met de symbolen wordt gebruikt, moet voldoen aan de eisen in ISO

Cliënt-/patiëntveiligheid

Voorbeeld. Verpleging, Verzorging en Thuiszorg. Preview. Norm > Onderdeel Kraamzorg. Versie 2015

Eerstelijns gezondheidszorg van het ministerie van Defensie

Voorbeeld. Preview NEDERLANDSE NORM UDC

Voorbeeld. Onderdeel Gastouderbureaus. Preview. Norm > Kinderopvang. Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN

Voorbeeld. Onderdeel Bemiddeling. Preview. Norm > Verpleging, Verzorging en Thuiszorg

Tekeningen in de bouw. Aanduiding van maximaal toelaatbare maatafwijkingen. Inhoud. Inleiding

Voorbeeld NEN-EN 577. Preview. N Nederlands. Aluminium en aluminiumlegeringen. Vloeibaar metaal. Specificaties

Voorbeeld NPR Preview. Aanleg van rioolpersleidingen van ongeplasticeerd PVC. nederlandse praktijkrichtlijn

Vlakglas. 2.1 lichtdoorlatendheid (r): Het quotiënt van de doorgelaten en de opvallende straling.

Voorbeeld. Preview. Straatnaamborden. Street name signs C M 1"7"71 NEDERLANDS CIN I//Z NORMALISATIE-

Nederlandse praktijkrichtlijn. NPR3143 (ni) Tekeningen in de bouw - Symbolen op beheerkaarten van ondergrondse leidingen

Voorbeeld. Gehandicaptenzorg. Preview. Norm > Versie Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN

Norm > Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. Onderdeel Maatschappelijke Hulp- en Dienstverlening

Inleiding. Deze norm is opgesteld om eenheid te scheppen in de namen van standaarden, pasmiddelen en meetinstrumenten.

Deze norm geeft eisen ten aanzien van de uitvoering en kwaliteit van ruwheidsvergelijkingsmonsters.

Universeel stelsel voor aanduiding van de lineïeke massa van garens en dergelijke produkten

Vervangt NEN-EN :2000 Ontw. Nederlandse norm. NEN-EN (en)

Nederlandse norm NEN-EN Afsluiters - Termen en definities - Deel 3: Definitie van basisbegrippen

Twistfactor in het Texstelsel en herleidingstabellen NEDERLANDS NORMALISATIE - INSTITUUT

Voorbeeld. hiv-behandelcentra. Preview. Certificatieschema > Versie Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN

Dit document bevat de vertaling in het Nederlands van de Europese norm EN ISO 13920, augustus 1996.

Voorbeeld. Preview NEN Kalkzandstenen en kalkzandsteenblokken. Calcium-silicate bries and bloes

Vervangt NEN 913:1963; NEN 913:1998 Ontw. Nederlandse norm. NEN 913 (nl) Melk en vloeibare melkproducten - Bepaling van de titreerbare zuurtegraad

Voor de omschrijving van begrippen op het gebied van de binnenriolering, zie NEN 3215.

Voorbeeld. Preview. >-- vei I iìgh$&ds be.p ingen voor r,/,i.,~-.--,. 2 ~4aagsp&ningsinstallaties...I /..-. ,+ r.., Nederlands Normalisatie-instituut

Voorbeeld. Preview NEN Gekalibreerde kortschalmige stalen kettingen voor gebruik in werktuigen met nestenschijven Eisen en beproevingsmethoden

Nederlandse praktijkrichtlijn NPR (nl) Evenementen - Hijs- en heftechniek - Veiligheidsfactoren voor hijs- en hefmiddelen

Staalkabels Parallelconstructies voor algemeen gebruik

Toelichting op. NTA 8007 Brandgedrag van versieringsmaterialen. december 2007

Voorbeeld NEN-EN Preview. buizen en profielen. Deel 3: Ronde staven, toleranties op afmetingen en vorm. Nederlandse.

Norm > Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. Onderdeel Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang

NEDERLANDS NORMALISATIE-INSTITUUT

Voorbeeld. Preview NEN-EN War m gewalste I-profielen met tapsvormige flenzen. Toleranties op vorm en afmetingen. Nederlands

3.2 Drukklassen Gasmeters worden ingedeeld in de drukklassen 0,2, 1 en 8 (maximale werkdruk in bar overdruk).

Vervangt NEN-EN 50182:1994 Ontw. Nederlandse norm. NEN-EN (en)

Voorbeeld. Preview NEN Basis-tolerantieprincipes Omhullende- en onafhankelijkheidsprincipe NEDERLANDSE NORM. Technische tekeningen.

Voorbeeld. Jeugdzorg. Preview. Certificatieschema > Versie Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN

Inhoud. 5 Bepaling van de positie van de instortmof in de betonbuiswand. 5 Bepaling van de onrondheid na het instorten

Voorbeeld. Onderdeel Peuterspeelzalen. Preview. Certificatieschema > Kinderopvang

Nederlandse norm. NEN 3576 (nl) Beglazing van kozijnen, ramen en deuren Functionele eisen

(en; fr) Matten van isolerend materiaal voor elektrotechnische doeleinden (IEC 61111:1992,MOD,IEC 61111:1992/C1:2000,MOD)

NED. MIJ. VOOR NIJVERHEID EN HANDEL KON. INSTITUUT VAN INGENIEURS NEDERLANDS NORMALISATIE-INSTITUUT

3.1.1 Het te behandelen hout moet vrij zijn van verf of andere afwerklagen, vuil, ijs, sneeuw enz.

Transcriptie:

Nederlandse Kathodische bescherming van "onshore" buisleidingen en constructies van metaal NPR12 Cathodic protection on shore pipelines and metal 2e druk, september 17 constructions ICS 23.040.;2.220. Inhoud blz. Inleiding 3 Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This document may only be used on a stand-alone PC. Use in a network is only permitted when a supplementary license agreement for us in a network with NEN has been concluded. 1 2 2.1 2.2 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3. 4.1.2.3.4.4.1.4.2...7..1.1.1.1.2.2.3.4...7 7 7.1 7.2 7.2.1 7.2.2 7.3 7.4 7. 7. Onderwerp en toepassingsgebied Termen, definities en symbolen Termen en definities Symbolen Ontwerpaspecten bij de constructie van objecten Elektrische isolatie Risicobeperking Bekleding Meetpunten Mantelbuizen in samenhang met kathodische bescherming Criterium voor kathodische bescherming Ontwerp en uitvoering kathodische bescherming Gegevens en onderzoek Type kathodische bescherming Kathodische bescherming met galvanische anoden Kathodische bescherming met een uitwendige stroombron Niet-galvanische anoden Gelijkrichters Plaatsing van de anoden Kabelaansluitingen op ondergrondse metalen objecten Kathode- en anodekabels KLIC-meldingen Bedrijfsvoering en controle Het in bedrijf nemen Op effectiviteit: De metaal-elektrolytpotentiaal Op efficiëntie: De beschermstroom(dichtheid) Veranderende omstandigheden Controlefrequentie Controlemetingen Maatregelen naar aanleiding van de controle Meetapparatuur Referentie-elektroden Interferentie Criteria Meetmethode Verschuiving van de metaal-elektrolytpotentiaal Soortelijke weerstand van de bodem Beperking van nadelige interferentie bij ontwerp en aanleg Beperking van nadelige interferentie tijdens bedrijf Controletijdstip Verplichtingen van de eigenaren van kathodisch beschermde objecten 7 7 N Normalisatie-instituut Nederlands 17 Nederlands Normalisatie-instituut Kalfjeslaan 2, Postbus 0, 200 G В Delft, Telefoon (01) 2 0 30, Fax (01) 2 0

Biz. 2 NPR 12:17 Gelijkstroombeïnvloeding (zwerfstromen) 12.1 Locaties en meting van zwerfstroombemvloeding 12.2 Criteria voor zwerfstroombemvloeding 12.3 Maatregelen tegen corrosie door zwerfstromen 13.3.1 Maatregelen door gelijkstroomtractiebedrijven (GTB's) 13.3.2 Drainage 13 Wisselstroombeïnvloeding 13 Bijlage A: Meetmethoden om de beschermingstoestand van kathodisch beschermde ondergrondse objecten vast te stellen 1 A.1 Algemeen 1 A.2 Kritieke waarde sondestroom in verband met corrosie 1 A.3 Getalsmatige/grafische weergave sondestroom 1 A.4 Effectiviteit van een proefdrainage 1 Bijlage B: Het principe om de nadelige invloed van zwerfstromen terug te dringen tot een aanvaarbaar niveau door een drainage 17 B.1 Zwerfstroomdrainage 17 biz.

Biz. 3 NPR 12:17 Inleiding De 1e druk NPR 12 - opgesteld in maart 17 - behandelt het ontwerp, de uitvoering en de bedrijfsvoering van kathodische bescherming ten behoeve van ondergrondse metalen objecten. Een herziening van de praktijkrichtlijn heeft geleid tot deze 2e druk van NPR 12. Kathodische bescherming van ondergrondse metalen objecten, als één van de middelen van corrosiebestrijding, is van belang omdat onbeschermde metalen in water of in een vochtige bodem ernstig kunnen worden aangetast als gevolg van: - het ontstaan van elektrochemische cellen door de inhomogeniteit van het metaal en/of de bodem; - de aanwezigheid van zwerfstromen in de bodem door bijvoorbeeld gelijkstroomtractie; - de beïnvloeding door wisselstroom waarbij een hoge stroomdichtheid optreedt. Staal - zelfs roestvast staal - is gevoelig voor corrosie maar óók aluminium, lood en koper kunnen corroderen. Primair heeft het aanbrengen van een doeltreffende bekleding op een ondergronds metalen object de voorkeur (passieve bescherming). Omdat beschadigingen in de bekleding het optreden van (put)corrosie (elektrochemische corrosie) tot gevolg kan hebben, is het additioneel aanbrengen van kathodische bescherming (actieve bescherming) veelal noodzakelijk. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan, zoals in de criteria is aangegeven, worden afgezien van het aanbrengen van een kathodische bescherming. Schade aan andere naburige ondergrondse metalen objecten ten gevolge van nadelige beïnvloeding, kan worden voorkomen door bij de aanleg van de objecten, onderling voldoende afstand aan te houden. Nieuwe inzichten voor het ontwerpen, uitvoeren en in bedrijf hebben van kathodische beschermingsinstallaties waren aanleiding tot verdere aanpassing en wijziging van de praktijkrichtlijn. Allereerst zijn het toepassingsgebied (onshore) en de begripsomschrijvingen voor kathodische bescherming verduidelijkt. Voor de aspecten ter beperking van gevarenrisico's op plaatsen met ontploffingsgevaarzijn verwijzingen opgenomen. Ook voor de kwaliteit van de bekledingen van de metalen objecten wordt verwezen naar overeenkomstige regelgeving. De eisen voor de aanwezigheid van meetpunten voor potentiaal- en/of stroommetingen zijn uitgebreid en bij dit onderdeel zijn tevens aanbevelingen opgenomen voor de onderlinge afstand van de meetpunten. De condities voor kathodische bescherming met betrekking tot het uitzonderlijk gebruik van mantelbuizen voor de doorvoer van buisleidingen, zijn vastgelegd. De criteria voor de plaatsing van anoden in de bodem zijn verbeterd. De kwaliteit van kathode- en anodekabels en de kabelaansluitingen op de objecten is gespecificeerd. De aanbevelingen voor bedrijfsvoering en controle van kathodische bescherming zijn onderverdeeld met methoden voor effectiviteit (meting van de metaal-elektrolytpotentiaal) en efficiëntie (meting van de beschermstroomdichtheid). Ook zijn de voorzieningen beschreven, die getroffen moeten worden om geen gevaar of schade aan andere objecten ten gevolge van kathodische bescherming te veroorzaken en mogelijke kansen op bodemverontreiniging door lekkage van omliggende andere objecten als tanks, leidingen e.d. in belangrijke mate uitsluiten. Gelijkstroombeïnvloeding (tractiebedrijven met railstaven) en wisselstroombeïnvloeding (onder- en bovengrondse hoogspanningsleidingen) zijn compleet nieuwe onderdelen van de richtlijn, evenals de maatregelen om negatieve beïnvloeding van kathodisch beschermde ondergrondse metalen systemen op te heffen en de verplichtingen die de beheerders van de objecten hebben. Bij graaf- en grondwerkzaamheden is de verwijzing naar KLIC (Kabel en Leidingen Informatie Centra) van belang. De praktijkrichtlijn sluit aan bij de Europese normen in ontwikkeling op gebied van kathodische bescherming en vormt een meer gedetailleerde uitwerking. Zij hebben juist voor wat betreft de algemene grondslagen als basis gediend voor de herziening van de praktijkrichtlijn, o.a. voor de condities waaronder kathodische bescherming moet worden toegepast. Mede in verband met de gelijkstroomtractie van de spoorwegen in Nederland is het van belang dat de praktijkrichtlijn in stand wordt gehouden vooral vanwege de problemen met zwerfstromen en de oplossingen hiervoor. Het gestelde in deze praktijkrichtlijn beoogt de technische staat van kathodische bescherming op niveau te houden en de integriteit van ondergrondse metalen objecten - voorzien van kathodische bescherming - te optimaliseren, ervan uitgaande dat degenen die de richtlijn toepassen, bekend zijn met de materie en de nodige deskundigheid bezitten. In de serie Nederlandse praktijkrichtlijnen verschijnen publicaties van informatief karakter, zoals toelichtingen op normen, constructieve mogelijkheden, werkmethoden en fabricagegegevens. Aan deze publicaties mag geen normatieve waarde worden toegekend. Wettelijke voorschriften Milieu en Hinderwet Aspecten t.a.v. Kathodische Bescherming in het kader van de voorschriften van de Overheid zijn vastgelegd in CPR.1 voor LPG, CPR.1 voor К 1,2,3-producten en het Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks van maart 13, gebaseerd op de Wet Milieubeheer en de Wet Bodembescherming (bezit, gebruik en verwijdering van tanks). Art. 2 van het Handboek Hinderwet van 1 mei 12 verbiedt inrichtingen welke daarbuiten gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken, zonder vergunning op te richten, in werking te brengen, in werking te houden, uit te breiden ofte wijzigen. Bij Algemene Maatregel van Bestuur, Koninklijke Besluit van 30 januari 13 (Hinderwet), is aangegeven welke deze inrichtingen zijn. De gemeentelijke of provinciale autoriteiten of de Kroon verlenen de Hinderwetvergunning. Indien er gevaar, hinder of kans op schade bestaat (o.a. bodemverontreiniging, explosies), kunnen de genoemde autoriteiten per voorwaarde verlangen, dat kathodische bescherming wordt toegepast. Deze voorwaarden worden veelal opgesteld volgens hoofdstuk V van het Handboek Hinderwet, samengesteld door de Hinderwet- en Bouwtoezichtvereniging. Mijnwetgeving Installaties waarop de mijnwetten van toepassing zijn, moeten voldoen aan hetgeen wordt gesteld in het Mijnreglement 14, het Mijnreglement Continentaal Plat, alsmede aan de bij deze reglementen behorende nadere regelingen.

Biz. 4 NPR 12:17 In de voornoemde wetten zijn met betrekking tot kathodische bescherming onder meer de volgende hoofdstukken van belang: a. elektrische installaties en elektrisch materieel, Hfdstk. VI; b. pijpleidingen ten behoeve van het winnen van delfstoffen, Hfdstk. VII I-A; с werkzaamheden onder water of onder druk, Hfdstk. IX-A; d. voorkomen van het veroorzaken van gevaar, schade of hinder door inrichtingen, Hfdstk. XX. P-bladen Publicatieblad P 12 "Gevarenzone-indeling met betrekking tot gasontploffingsgevaar" van het Directoraat- Generaal van de Arbeid (Ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid). Titels van normen: Normen waarnaar ter informatie is verwezen NEN :1 NEN 1:14 NPR 2727: NPR 270:11 NEN 3140:11 NEN 30:12 NEN 31:14 NEN 32 NEN 773: NEN-EN 12473 NEN-EN 12474 NEN-EN 124 NEN-EN 124 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties Veiligheidseisen voor stalen gastransportleidingen met een ontwerpdruk hoger dan 1 bar en lager dan of gelijk aan 1 bar Richtlijnen voor de kathodische bescherming van stalen constructies buitengaats (inclusief pijpleidingen) Wederzijdse beïnvloeding van buisleidingen en hoogspanningsverbindingen Laagspanningsinstallaties. Bepalingen voor veilige werkzaamheden, inspectie en onderhoud Eisen voor stalen transportleidingsystemen Aanvullende eisen voor stalen leidingen in kruisingen met waterstaatswerken Aanvullende eisen voor niet-stalen leidingen in kruisingen met waterstaatswerken Bodem. Bepaling van de soortelijke weerstand met behulp van geoelektrische metingen Algemene grondslagen voor de kathodische bescherming in zeewater Kathodische bescherming van buitengaats gelegde leidingen Kathodische bescherming van vaste buitengaatse constructies van staal Inwendige kathodische bescherming van metalen constructies. Algemene grondslagen. Overige normen NEN 330:11 NEN 34:17 NEN 02:1 NEN 0:13 NEN 07:17 NEN 0: NEN :13 NEN-EN 120 NEN-EN 0014:17 NEN-EN 0122-2 NEN-EN 014 ISO 044:1 BS 731-1:11 DIN 710:13 Stalen tanks voor de ondergrondse opslag van brandbare, niet-giftige en/of niet walgingwekkende vloeistoffen Veiligheidsbepalingen voor hoogen laagspanningsinstallaties in ruimten met gasontploffingsgevaar Uitwendige bekleding met polyetheen van ondergronds te leggen stalen buizen en hulpstukken Uitwendige epoxy-bekledingen van ondergronds te leggen stalen buizen en hulpstukken Pijpwikkelbanden. Type A: (Asfalt)bitumenbanden Pijpwikkelbanden. Type C: Kunststof banden. Uitwendige bekleding met (asfalt)bitumen van ondergronds te leggen stalen buizen en hulpstukken Kathodische bescherming. Uitwendige organische bekleding voor de bescherming tegen corrosie van in de bodem of in het water gelegde stalen leidingen die samen met kathodische bescherming worden gebruikt, Wikkelbanden en krimpbare materialen Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen. Algemene bepalingen Railtoepassingen. Vaste opstellingen. Deel 2: Beschermende maatregelen tegen de effecten van zwerfstromen veroorzaakt door gelijkstroomtractiesystemen Electrische installaties voor plaatsen waar gasontploffingsgevaar kan heersen (niet in mijnen) Corrosion of metals and alloys. Vocabulary Cathodic protection. Code of practice for land and marine applications Schutz gegen Korrosion durch Streuströme aus Gleichstromanlagen. Literatuur [1] Handbuch des Kathodischen Korrosionsschutzes, door Baeckmann, Prinz en Schwenk, uitgave Verlag Chemie GmbH Weinheim, [2] Cathodic Protection, door J.H. Morgan, uitgave Leonard Hill (Book) Ltd. London, 171 [3] Control of pipeline corrosion, door A.W. Peabody, uitgave NACE, Houston, 17 [4] Kathodische Bescherming, uitgave Nederlands Corrosiecentrum, Bilthoven, 11 [] Rohrkorrosion und Kathodischer Schütz. Ein Handbuch für die Praxis, door M.E. Parker, uitgave Vulkan Verlag Dr. W. Classen, Essen, 13.

Biz. NPR 12:17 1 Onderwerp en toepassingsgebied Deze praktijkrichtlijn geeft aanwijzingen voor het ontwerp, de uitvoering en de bedrijfsvoering van "onshore" kathodische bescherming van metalen objecten zoals buisleidingen, (opslag)tanks, damwanden, steigers, staalconstructies, enz. gelegd resp. geplaatst in de grond en/of in het water. Voor de preventie van corrosie van ondergrondse metalen objecten is toepassing van kathodische bescherming gebruikelijk indien aan één of meer van de volgende voorwaarden wordt voldaan: - de soortelijke weerstand van het milieu/bodem kleiner is dan 0 Qm; - de zuurgraad van het milieu/bodem hoog is (ph < ); - het bestaan van contacten tussen ongelijksoortige metalen, die daardoor galvanische corrosie kunnen veroorzaken; - het milieu anaëroob is. OPMERKINGEN 1. Er moet rekening mee worden gehouden dat de omstandigheden in de loop van de tijd kunnen veranderen en kathodische bescherming altijd een onderdeel van het ontwerp blijft vormen. 2. Er kunnen andere dan voornoemde factoren zijn, die de toepassing van kathodische bescherming wenselijk of noodzakelijk maken. en zijn o.a. de aanwezigheid van zwerfstromen, een hoger risiconiveau door de ligging van het object en/of daarin aanwezige gevaarlijke stoffen. 3. De praktijkrichtlijn is niet bedoeld voor de kathodische bescherming van wapeningsstaal in bovengrondse betonconstructies. 4. Aanwijzingen voor de kathodische bescherming van offshore installaties zijn vastgelegd in NPR 2727 en in NEN-EN 12473, NEN-EN 12474, NEN-EN 124, NEN-EN 124. Het verdient aanbeveling om de bedrijfsvoering van kathodische bescherming af te stemmen op kwaliteits- en beheersystemen met inbegrip van veiligheid, doelmatigheid en milieu. 2 Termen, definities en symbolen 2.1 Termen en definities 2.1.1 aan-potentiaal: De metaal-elektrolytpotentiaal van een object dat kathodisch wordt beschermd, gemeten terwijl de beschermstroom is ingeschakeld. 2.1.2 anodebed: Een samenstel van anoden. 2.1.3 anodische plaats: Een plaats aan het oppervlak van een metaal, waar door stroomuittreding corrosie optreedt. 2.1.4 beschermingspotentiaal: De metaal-elektrolytpotentiaal, waarbij corrosie van een metalen object wordt voorkomen door toepassing van een beschermstroom. 2.1. beschermstroom: De door een galvanische anode of uitwendige stroombron aan het te beschermen metalen object afgegeven stroom. 2.1. beschermstroomdichtheid: De stroom per oppervlakte-eenheid nodig om een metalen object tegen corrosie te beschermen. 2.1.7 drainage: Een elektrische verbinding tussen een beschermd metalen object en een elektrisch tractiesysteem voor het afvoeren van zwerfstromen van het beïnvloede object en voorzien van componenten zoals weerstand(en) en diode(n). 2.1. elektrolyt: Een vloeistof of een vloeistofcomponent van samengesteld materiaal, zoals grond, waar een elektrische stroom door kan vloeien. 2.1. galvanische anode: Een anode, die een metalen object door galvanische werking beschermt. Ook wel opofferingsanode genoemd. 2.1. interferentie: De invloed, al of niet nadelig, van een kathodisch beschermingssysteem op een ander metalen object. 2.1. kathodische bescherming: Een methode om corrosie van een metalen object tegen te gaan door dit tot kathode van een elektrochemische cel te maken. 2.1.12 KB-rustpotentiaal: Het verschil in spanning tussen een metalen object en een referentie-elektrode in contact met een elektrolyt bij toepassing van een constante beschermstroom, zonder invloed van externe elektrische stromen. 2.1.13 metaal-elektrolytpotentiaal (MEP): Het verschil in spanning tussen een metalen object in een elektrolyt en een referentie-elektrode in contact met die elektrolyt. 2.1.14 niet-galvanische anode: Een elektrode, die stroom van een uitwendige bron via een elektrolyt aan het te beschermen object afgeeft. 2.1.1 polarisatie: De verandering van een metaal-elektrolytpotentiaal door de stroomdoorgang van of naar de elektrolyt. 2.1.1 potentiaalgradiënt: Het potentiaalverschil tussen twee gelijke referentie-elektroden die op enige afstand van elkaar zijn geplaatst. 2.1.17 referentie-elektrode: Een elektrode waarvan de potentiaal constant blijft, bruikbaar voor het meten van de metaal-elektrolytpotentiaal. 2.1.1 rust(natuurlijke)potentiaal: De metaal-elektrolytpotentiaal zonder de invloed van kathodische bescherming en/of andere externe elektrische stromen. 2.1.1 soortelijke weerstand: Het product van de elektrische weerstand en de oppervlakte van de doorsnede van een elektrolyt gedeeld door de lengte. 2.1.20 uit-potentiaal: De metaal-elektrolytpotentiaal van een object dat kathodisch wordt beschermd, gemeten nadat de beschermstroom is uitgeschakeld. 2.1.21 vereffeningsstroom: De stroom tussen veranderende polarisatiegebieden na het uitschakelen van de beschermstroom. 2.1.22 zwerfstroombeïnvloeding: De invloed van elektrische stroom (anders dan van een kathodisch beschermingssysteem) op metalen objecten. 2.2 Symbolen Symbool ph \u / \j \p Naam zuurgraad elektrische spanning elektrische stroom stroomdichtheid soortelijke weerstand Eenheid - V A ma/m 2 Qm

Biz. NPR 12:17 3 Ontwerpaspecten bij de constructie van objecten 3.1 Elektrische isolatie Het te beschermen ondergrondse metalen object moet elektrisch worden gescheiden van niet in de bescherming opte nemen elektrische geleiders. Elektrische scheiding van bijvoorbeeld metalen buisleidingen of (opslag)tanks met aansluitende leidingen, mantelbuizen, buisondersteuningen, aardingen, constructies van gewapend beton, bovengrondse constructies, enz., afgestemd op het transport- of opslagmedium, kan worden verkregen door het inbouwen van isolatiestukken zoals flenzen, koppelingen, pijpstukken, afstandhouders, enz. Bij het elektrisch scheiden van ondergrondse objecten met bovengrondse installaties moeten de isolatiestukken bovengronds worden geplaatst. Isolatiestukken zijn o.a. benodigd bij: - aansluitingen op metalen transport- en distributieleidingen; - verbindingen van twee verschillende metalen waar galvanische corrosie kan optreden; - mantelbuizen, doorvoeringen in gewapend beton of in andere elektrisch geleidende constructies (afstandhouders). 3.2 Risicobeperking Op plaatsen waar een ontplofbaar gasmengsel kan voorkomen, moeten maatregelen worden genomen die vonkvorming door onbedoelde overbrugging van elektrisch gescheiden circuits uitsluit door o.a. gebruik te maken van explosieveilige elektrische apparatuur en vonkarm gereedschap. Tevens moet zorg worden gedragen voor een veilige afvoer van mogelijke optredende elektrische ladingen. De bepaling van de plaatsen met een gevarenrisico door de aanwezigheid van een brandbare stof waarbij onder de betreffende omstandigheden een zekere hoeveelheid zou kunnen vrijkomen, moet worden uitgevoerd aan de hand van publicatieblad P 12. Feitelijke risicobeperking moet overigens volgen uit: - het ontwerp en de uitvoering/opbouw van het te beschermen object, - de omvang van de kwaliteitszorg en de inspectie bij aanleg, - het beheer en de onderhoudsprocedures, vastgelegd in vigerende regelgeving. Zie hiertoe NEN 1, NPR 270, NEN 30, NEN 31 en NEN 32. 3.3 Bekleding Optimale bescherming tegen uitwendige corrosie van metalen objecten kan worden verkregen doortoepassing van voor het doel geschikte bekledingen (passieve bescherming) en kathodische bescherming (actieve bescherming) inclusief een beheerste afvoer van zwerfstromen. Het materiaal van de bekledingen moet inert zijn, goede mechanische eigenschappen bezitten, goed hechten aan een metalen ondergrond, voldoende elektrisch isoleren en weerstand bieden tegen onthechting rondom bekledingsbeschadigingen om indringing van water tussen bekleding en metalen object te voorkomen. Kathodisch beschermde objecten die zich in eikaars directe nabijheid bevinden en waarvan de bekledingen sterk in kwaliteit uiteenlopen, vragen om speciale aandacht (zie 7.3). Voor de materiaal- en systeemeisen van corrosiewerende bekledingen wordt naar NEN 30 verwezen. 3.4 Meetpunten De aanwezigheid van meetpunten voor spannings- en/of stroommetingen is een voorwaarde om de werking van de kathodische bescherming te kunnen beoordelen. In het bijzonder bij buisleidingsystemen kunnen de meetpunten worden geplaatst in/bij: - kruisingen met andere metalen objecten; - dijk- en waterwegkruisingen; - mantelbuizen (indien vereist); - isolatiestukken; - galvanische anoden; - zwerfstroomgebieden; - plaatsen waar wisselstroombeïnvloeding optreedt. Bij buisleidingsystemen met kathodische bescherming moeten de meetpunten over het leidingtracé worden verdeeld in onderlinge afstanden van maximaal 00 m in stedelijke gebieden en van maximaal 2000 m in buitenstedelijke gebieden. 3. Mantelbuizen in samenhang met kathodische bescherming De toepassing van mantelbuizen in buisleidingsystemen moet worden vermeden. Bij onvermijdelijke toepassing zijn mantelbuizen te onderscheiden in: - Elektrisch isolerende mantelbuizen van kunststof of metaal met uitwendige bekleding waarbij kathodische bescherming op de mediumvoerende buis binnen de mantelbuis niet werkt. Aanvullende maatregelen moeten worden genomen om de mediumvoerende buis binnen de mantelbuis te beschermen door bijvoorbeeld magnesiumlintanoden in de mantelbuis aan te brengen of bij een beklede metalen mantelbuis door aarding met een blank stuk metaal. - Elektrisch niet-isolerende mantelbuizen van bijvoorbeeld staal zonder bekleding die elektrisch zijn gescheiden van de mediumvoerende buis om een goede werking van de kathodische bescherming binnen de mantelbuis te waarborgen. Hierbij zijn geen aanvullende maatregelen noodzakelijk. - Elektrisch tijdelijk isolerende mantelbuizen van bijvoorbeeld beton waarbij kathodische bescherming binnen de mantelbuis niet werkt, zolang de beschermstroom niet door het beton kan vloeien doordat penetratie van een elektrolyt in het beton niet optreedt. Aanvullende maatregelen moeten worden genomen om de mediumvoerende buis binnen de mantelbuis te beschermen door bijvoorbeeld magnesiumlintanoden in de mantelbuis aan te brengen. 4 Criterium voor kathodische bescherming Als enig criterium voor het bepalen van het effect van kathodische bescherming geldt uitsluitend de metaalelektrolytpotentiaal. Effectieve bescherming wordt bereikt als op het grensvlak van het metalen object en de aanliggende grond (fasegrens metaal/e lekt rolyt) de metaal-elektrolytpotentiaal gelijk is aan of negatiever is dan de waarde van de bovengrens vermeld in tabel 1. In tabel 1 zijn voor andere materialen dan alleen ongelegeerd en laaggelegeerd staal eveneens de bovengrenzen van de metaal-elektrolytpotentialen aangegeven.

Bestelformulier Stuur naar: NEN Standards Products & Services t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 214 200 WB Delft NEN Standards Products & Services Postbus 0 200 GB Delft Vlinderweg 223 AX Delft Ja, ik bestel ex. NPR 12:17 nl Kathodische bescherming van "onshore" buisleidingen en constructies van metaal 32.2 T (01) 2 0 30 F (01) 2 0 271 www.nen.nl/normshop Wilt u deze norm in PDF-formaat? Deze bestelt u eenvoudig via www.nen.nl/normshop Gratis e-mailnieuwsbrieven Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van normen, normalisatie en regelgeving? Neem dan een gratis abonnement op een van onze e-mailnieuwsbrieven. www.nen.nl/nieuwsbrieven Gegevens Bedrijf / Instelling T.a.v. O M O V E-mail Klantnummer NEN Uw ordernummer BTW nummer Postbus / Adres Postcode Plaats Telefoon Fax Factuuradres (indien dit afwijkt van bovenstaand adres) Postbus / Adres Postcode Plaats Datum Handtekening Retourneren Fax: 01 2 0 271 E-mail: klantenservice@nen.nl Post: NEN Standards Products & Services, t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 214, 200 WB Delft (geen postzegel nodig). Voorwaarden De prijzen zijn geldig tot 31 december 201, tenzij anders aangegeven. Alle prijzen zijn excl. btw, verzend- en handelingskosten en onder voorbehoud bij o.m. ISO- en IEC-normen. Bestelt u via de normshop een pdf, dan betaalt u geen handeling en verzendkosten. Meer informatie: telefoon 01 2 0 31, dagelijks van.30 tot 17.00 uur. Wijzigingen en typefouten in teksten en prijsinformatie voorbehouden. U kunt onze algemene voorwaarden terugvinden op: www.nen.nl/leveringsvoorwaarden. LEREN, WERKEN EN GROEIEN MET NEN preview - 201