Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 6 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 BESCHRIJVING PROCEDURE 3.1 Schriftelijke toestemming 3.2 Bepalen beschermingsaspecten en controlemetingen 3.3 Beheer van radioactieve bron of ioniserende straling uitzendend toestel 3.4 Vrijgeven werkzaamheden, veiligstelling en uitvoering controlemetingen 3.5 Toepassingen 3.6 Uitvoering werkzaamheden 3.7 Toezicht op activiteiten 3.8 Rapporteren afwijkingen 3.9 Transport van en naar NAM locatie 3.10 Opslag op NAM locatie 3.11 Regeling beveiliging radioactieve stoffen 4 REFERENTIE BIJLAGE 2 CONTROLELIJST BIJ UITVOERING VAN HANDELINGEN NAAM & HANDTEKENING DATUM OPGESTELD: HSEW Advisor W. Workum GECONTROLEERD: Area Coordinator GOEDGEKEURD: Execution Manager Peter van der Ree WIJZIGING: 6-01-2014 update CMS Paragraaf met toelichting op eisen toegevoegd Eis dat per bron 2 werkers aanwezig zijn vervallen Vergunninghouder is bij transport verantwoordelijk voor vereiste vergunningen en vereiste wettelijke meldingen Opslagvoorschrift gewijzigd Opslag mag alleen voor opslag radio-actieve stoffen worden gebruikt Vergunninghouder is verantwoordelijk om aan de regels van de regeling beveiliging radio-actieve stoffen te voldoen
Werkinstructie : HSEW Blz. : 2 van 6 1 SCOPE Voorkomen dat Personeel, dat betrokken is bij handelingen waarbij gebruik wordt gemaakt van radioactieve bronnen of ioniserende straling uitzendende toestellen (bijvoorbeeld NDO, logging en debietof niveaumeting) wordt blootgesteld aan radioactieve straling. Hieronder wordt verstaan uitvoerend en begeleidend personeel van de broneigenaar / vergunninghouder (aannemer) en NAM personeel, dat belast is met supervisie en/of organisatie van de werkzaamheden. 2 Doel Het beschrijven van de specifieke voorwaarden voor uitvoering van handelingen met gesloten bronnen en straling uitzendende toestellen (bijv. Röntgentoestellen) op NAM locaties. Deze werkinstructie is niet van toepassing op NORM/LSA. 3 beschrijving PROCEDURE 3.1 Schriftelijke toestemming Voor het gebruik van radioactieve bronnen of ioniserende straling uitzendende toestellen op NAM locatie, moet door de Algemeen Coördinerend Stralingsdeskundige (ACSD) van de NAM een Schriftelijke Interne Toestemmingen worden gegeven 3.2 Bepalen beschermingsaspecten en controlemetingen De Coördinerend Stralingsdeskundige (CSD) van de NAM adviseert omtrent stralingsbeschermingsaspecten en stuurt de controlemetingen aan. 3.3 Beheer van radioactieve bron of ioniserende straling uitzendend toestel De vergunninghouder in het kader van de Kernenergiewet is verantwoordelijk voor het in goede staat verkeren van de bron of het toestel; beschikbaar hebben van de juiste vergunningen en veiligheidsvoorzieningen. Tevens is hij verantwoordelijk voor het voldoen aan de (wettelijke) voorschriften, het beschikken over en naleven van de noodzakelijke werkvergunningen en het gebruik van de bron of het toestel. Onder vergunninghouder in het kader van de Kernenergiewet wordt verstaan; de contractor die handelingen met radioactieve bronnen of ioniserende straling uitzendende toestellen uitvoert en daarvoor een geldige vergunning ikv de Kernenergiewet heeft, dan wel de handeling heeft gemeld. Deze contractor wordt in deze werkinstructie aangeduid als vergunninghouder 3.4 Vrijgeven werkzaamheden, veiligstelling en uitvoering controlemetingen De Locatie Verantwoordelijke Persoon van de NAM is verantwoordelijk voor het ondertekenen van de werkvergunning, het veiligstellen van de werkplek en het laten uitvoeren van controlemetingen op aanwijzing van de CSD
Werkinstructie : HSEW Blz. : 3 van 6 3.5 Toepassingen Handelingen met meldings- en vergunningplichtige bronnen van ioniserende straling, die op NAM locaties verricht kunnen worden, zijn onder meer: 1. Ingekapselde bronnen voor: a. Meet- en regeltechniek (debietmeting, niveaumeting) b. Ijking, training en instructie c. Niet destructief onderzoek (NDO) d. Logging 2. Toestellen voor: a. Analyse en onderzoek (bijv. XRF) b. Niet destructief onderzoek (NDO) c. Logging Aan handelingen met bronnen beneden de vrijstellingsgrenzen van het Besluit stralingsbescherming (zoals testbronnen in meetkoffers) worden geen nadere eisen gesteld. Handelingen met meldings- en vergunningsplichtige bronnen mogen alleen verricht worden indien: 1. Daar een geregistreerde melding voor is gedaan cq. Een geldige vergunning is verleend. 2. Voor de betreffende toepassing een Schriftelijke Interne Toestemming is verleend. 3. De handelingen uitgevoerd worden in overeenstemming met aal vergunningseisen en regelgeving 3.6 Uitvoering werkzaamheden Naast de algemene NAM regels, zoals het toepassen van werkvergunningen en het voor en na de werkzaamheden melden bij de beheerder van de locatie, zijn er voor werkzaamheden met ioniserende stralingsbronnen (volgens het Besluit stralingsbescherming gedefinieerd als handelingen) specifieke aandachtspunten. De te gebruiken radioactieve bron of toestel dient te vallen onder een Schriftelijke Interne Toestemming voor gesloten stralingsbronnen en/of ioniserende straling uitzendende toestellen. Daarnaast zijn de volgende aandachtspunten van belang: 1. Handelingen dienen te worden uitgevoerd door of onder toezicht van een stralingsdeskundige (minimaal niveau 5A deskundigheid) In de geldende vergunning inzake de Kernenergiewet, de relevante (NAM of contractor) werkinstructies en Schriftelijke Interne Toestemmingen, kunnen aanvullende deskundigheidseisen zijn gesteld.per bron zijn tenminste 2 werkers aanwezig/beschikbaar. Opmerking: Het kan voorkomen dat men gelijktijdig met meerdere bronnen werkt. Het is dan mogelijk om met minder werknemers per bron te werken. In dit geval zijn de aanvullende veiligheidsinstructies van toepassing (zie bijlage 1). 2. Deugdelijke afzetting (geel/zwart) met waarschuwingsborden op voldoende afstand plaatsen. Het dosisequivalenttempo aan de afzetting mag maximaal 10 µsv/hr bedragen. Indien redelijkerwijs te verwachten is dat de daadwerkelijke stralingstijd (belichtingstijd) meer is dan 2 uur/etmaal, dient de afzetting zodanig te worden geplaatst, dat het dosisequivalenttempo maximaal 2,5 µsv/hr. bedraagt aan de afzetting. 3. De blootgesteld werker dient in het bezit te zijn van een geschikte, gekalibreerde en goed werkende dosistempometer. 4. Het dosisequivalenttempo (stralingsniveau) aan de afzetting dient regelmatig te worden gecontroleerd. 3.7 Toezicht op activiteiten Handelingen worden steekproefsgewijs door SBD-geautoriseerde NAM-deskundigen van de Asset gecontroleerd. Een checklijst met aandachtspunten is opgenomen als bijlage 2. De bevindingen worden gerapporteerd aan de CSD van de Asset.
Werkinstructie : HSEW Blz. : 4 van 6 3.8 Rapporteren afwijkingen De werker dient alle onregelmatigheden of incidenten op het gebied van de stralingsbescherming zo spoedig mogelijk te rapporteren aan de beheerder van de locatie en via hem aan de CSD. De handelingen dienen direct te worden gestopt nadat de situatie is veiliggesteld.; Contractors behoren daarnaast de eigen bedrijfsvoorschriften te worden gevolgd. Buiten kantoortijd dienen onregelmatigheden of incidenten door de beheerder van de locatie te worden gemeld aan de VGWM geconsigneerde. 3.9 Transport van en naar NAM locatie Transport van radioactieve bronnen en toestellen dient altijd plaats te vinden onder verantwoording van de vergunninghouder. De verpakking, de markering en het transport van radioactieve bronnen / containers dient in overeenstemming te zijn met de voorschriften gesteld in: ADR (wegtransport) IMDG code (zeetransport) De vergunninghouder is er voor verantwoordelijk, dat elke radioactieve bron, bestemd voor verzending naar een NAM locatie, wordt verzonden conform de geldende ADR/IMDG regelgeving. Tevens is de vergunninghouder er voor verantwoordelijk dat vereiste transportvergunningen aanwezig zijn, en/of de wettelijk vereiste meldingen zijn gedaan Ook voor interfield en retour transporten dient de vergunninghouder zorg te dragen voor de vereiste DGD formulieren. De Stralingsbeschermingsdienst heeft hier vanuit de bredere taakstelling een controlerende taak
Werkinstructie : HSEW Blz. : 5 van 6 3.10 Opslag op NAM locatie Opslag van bronnen is alleen toegestaan indien hiervoor een KEW vergunning beschikbaar is, of indien van toepassing een melding is gedaan. De onderhavige vergunningvoorschriften dienen te worden nageleefd. Opslag van bronnen is alleen toegestaan, voor zover het een periode betreft, welke een duidelijk verband heeft met de uit te voeren stralingstoepassing. De opslag van radioactieve bronnen dient aan alle (vergunnings-) eisen met betrekking tot de opslag van bronnen te voldoen: Dosistempo op 10 cm van de afzetting rondom de gebruikte opslagfaciliteit < 1 µsv/hr. De opslag dient te vallen onder een verstrekte Schriftelijke Interne Toestemming voor gesloten stralingsbronnen en/of ioniserende straling uitzendende toestellen. De plaats dient aangegeven te zijn op het brandbestrijdingsplan De buitenzijde van de transportcontainer en/of de afzetting rondom de opslagfaciliteit dient te zijn voorzien van een duidelijk leesbare aanduiding die kenmerkend is voor de inhoud en de daaraan verbonden gevaren. De bronhouder/transportcontainer moeten zijn afgesloten. De sleutel blijft onder beheer van de vergunninghouder. Voor het tijdelijk opslaan in afwachting van transport dient de bron- eigenaar duidelijke instructies en informatie te verstrekken aan de beheerder. 3.11 De opslagplaats voor radioactieve stoffen mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt.regeling beveiliging radioactieve stoffen De vergunninghouder is ervoor verantwoordelijk dat aan de regels zoals gesteld in de Regeling beveiliging radioactieve stoffen wordt voldaan 4 referentie EPE.RADIATION.WI.01.06 EP200905248047 toestellen Werkinstructie: Handelingen met gesloten bronnen en straling uitzendende
Werkinstructie : HSEW Blz. : 6 van 6 Bijlage 2 Controlelijst bij uitvoering van handelingen Deze controlelijst dient te worden opgestuurd naar de CSD van de asset. Werkvergunning ingevuld en ondertekend? Ja Neen Opmerkingen Veiligheidsinstructies aanwezig en bekend? Is afzetting juist aangebracht? Is het dosistempo aan de afzetting tijdens het maken van een foto gemeten? Waarde registreren in kolom pmerkingen Twee werkers per bron? Indien 1 werker per bron, is er een checklijst (Bijlage 1) Is de Dosistempomonitor binnen de vastgestelde termijnen gekalibreerd en is de goede werking vastgesteld? Worden de persoonlijke controlemiddelen gedragen.( Bijv. badge en pendosismeter)? Controle uitgevoerd door: Naam : Afdeling : Datum : Handtekening :