FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012



Vergelijkbare documenten
Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Achtkarspelen 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Achtkarspelen 2015, versie 2

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heeze-Leende 2016

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2016

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT)

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delfzijl Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalten 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leeuwarden 2013

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2012

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leeuwarden 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast;

gelet op artikel van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Rozendaal Vastgesteld bij besluit van Burgemeester en Wethouders d.d.

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum 2012

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2016 gemeente Geertruidenberg

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Toelichting. Artikel 2

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2013

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

gelet op de artikelen 8, 11, 12, 13, 16, 17 en 21 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015, Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk > 2011

Financieel Besluit maatschappelijk ondersteuning Zuidhorn 2015 (gewijzigd)

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Nadere regels Maatschappelijke Ondersteuning Diemen Versie januari 2019

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Eersel 2018

Financieel Besluit Jeugdhulp en Maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerde 2019

Financieel besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Leek september. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

Besluit maatschappelijke ondersteuning. gemeente Nunspeet 2010

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011,

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE IJSSELSTEIN 2017

Financieel besluit maatschappelijk ondersteuning Leek september Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

Besluit individuele voorzieningen. Gemeente Tiel Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo

Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Veldhoven 2015

Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget... 2 Artikel 2.1 Regels rond verstrekking en verantwoording... 2

Financieel besluit Wmo gemeente Heerde 2016

besluiten vast te stellen het volgende BESLUIT MAATSCHAPPELIJK ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2015

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011

Behoort bij agendapunt 7 van de vergadering van de raadscommissie Burger d.d. 29 november 2011

Gemeente Nijkerk - Regeling maatschappelijke ondersteuning Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk;

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren 2012;

Financieel Besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Grootegast 2015

Regeling maatschappelijke ondersteuning Wmo 2016

Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Loon op Zand 2011

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING RHENEN 2013

Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Slochteren.

Financieel Besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Grootegast 2015

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Waddinxveen 2016

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Beemster 2013,

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten 2011

Gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldambt 2017; Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldambt 2018

Artikel 1. Begripsbepalingen

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011;

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint Anthonis 2011

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

a. op grond van aanwijzingen het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget;

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Heerhugowaard 2014

BESLUIT WMO GEMEENTE WERKENDAM

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007

Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning Losser 2018

Besluit voorzieningen Wmo gemeente Veere Vastgesteld in de collegevergadering van 17 december 2013

Dit elektronisch gemeenteblad is een officiële uitgave van het college van de gemeente Reusel-De Mierden.

Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening... 5

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint- Oedenrode 2015, versie 2 30 juni 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland;

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest januari 2013

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING OPSTERLAND 2013

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017.

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007

Transcriptie:

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

Hoofdstuk 1. Eigen bijdrage en eigen aandeel in de kosten Artikel 1. Hoogte eigen bijdrage en eigen aandeel Lid 1. Bij het verstrekken van een voorziening wordt op grond van artikel 22 van de Verordening, een eigen bijdrage of een eigen aandeel in rekening gebracht met uitzondering van het bepaalde in lid 6 en 7 van dit artikel. De eigen bijdrage wordt op grond van artikel 16 Wmo vastgesteld en geïnd door het CAK (Centraal Administratie Kantoor). De gemeente heeft het CAK gemandateerd voor het opleggen en innen van het eigen aandeel. lid 2. Het bedrag dat ongehuwde personen jonger dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt 18,00 per vier weken, met dien verstande dat indien het inkomen meer bedraagt dan 22.905 het bedrag van 18,00 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en 22.905 Lid 3. Het bedrag dat ongehuwde personen van 65 jaar of ouder dienen te betalen bedraagt 18,00 per vier weken, met dien verstande dat indien het inkomen meer bedraagt dan 16.007 het bedrag van 18,00 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en 16.007. Lid 4. Het bedrag dat gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar of beiden jonger zijn dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt 25,80 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan 28.306 het bedrag van 25,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en 28.306 Lid 5. Het bedrag dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen bedraagt 25,80 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan 22.319 het bedrag van 25,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en 22.319. Lid 6. In afwijking van artikel 22 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning geldt dat geen eigen bijdrage of eigen aandeel is verschuldigd of wordt gehanteerd voor: a. een rolstoel; b. een algemene voorziening; c. een verhuiskostenvergoeding; d. personen tot 18 jaar aan wie maatschappelijke ondersteuning is verleend. Lid 7. De gebruiker van de voorziening collectief vraagafhankelijk vervoer, zoals bedoeld in artikel 15 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Achtkarspelen 2012 betaalt een tarief per kilometer. De hoogte van dit tarief is afgestemd op de gemiddelde kosten van het openbaar vervoer. De gebruiker betaalt dit tarief aan de vervoerder. 2

Artikel 2. Periode waarover een eigen bijdrage of eigen aandeel is verschuldigd Lid 1. De eigen bijdrage voor Hulp bij het Huishouden is verschuldigd zolang van de voorzieningen gebruik wordt gemaakt. Lid 2. De eigen bijdrage voor een voorziening verstrekt in bruikleen, waarbij de gemeente de voorziening huurt, is verschuldigd zolang van de voorziening gebruik wordt gemaakt. Lid 3. Bij het verstrekken van een individuele voorziening, met uitzondering van lid 1 en lid 2, wordt over een periode van 39 perioden een eigen bijdrage of eigen aandeel gevraagd. Lid 4. Indien de voorziening bestaat uit het verschaffen in eigendom van een roerende zaak dan wel een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning die in eigendom is van de aanvrager, kan gedurende maximaal 39 perioden van vier weken een eigen bijdrage in rekening worden gebracht dan wel bij de vaststelling van de hoogte van de financiële tegemoetkoming gedurende maximaal die periode een met toepassing van de daarvoor geldende regels berekende bedrag in mindering worden gebracht. Artikel 3. De kostprijs van een voorziening Lid 1. De eigen bijdrage en het eigen aandeel kunnen niet meer bedragen dan de kostprijs van een voorziening. Lid 2. Een jaar bestaat uit 13 perioden van 4 weken. Lid 3. De kostprijs Hulp bij het Huishouden in natura is het product van het aantal uren geleverde hulp en het betreffende uurtarief. Lid 4. De kostprijs Hulp bij het Huishouden in de vorm van een persoonsgebonden budget is het product van het aantal uren geïndiceerde hulp en het betreffende uurtarief. Lid 5. De kostprijs van een woonvoorziening of vervoershulpmiddel wordt afgeleid van een vastgesteld normbedrag, een goedgekeurde offerte, dan wel de overeengekomen (huur) prijs van de voorziening met de gecontracteerde leverancier. Lid 6. Bij verstrekking van vervoershulpmiddelen of roerende woonvoorzieningen vanuit een depot wordt de kostprijs bepaald door de eenheidsprijs van het kernassortiment, ongeacht of de voorziening daadwerkelijk uit het kernassortiment afkomstig is en de beheertarieven. 3

Hoofdstuk 2. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Artikel 4. Algemene bepalingen bij een persoonsgebonden budget Lid 1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager. Lid 2. Verstrekking van een persoongebonden budget bij woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelvoorzieningen wordt toereikend geacht voor een periode van 5 jaar en is bedoeld als tegemoetkoming in aanschaf, onderhoud, reparatie en verzekering. Lid 4. Na afloop van de gebruiksduur wordt pas dan een nieuw persoonsgebonden budget dan wel een voorziening in natura verstrekt als de technische levensduur van het hulpmiddel is verstreken. Lid 5. Bij gebruikmaking van het hulpmiddel langer dan de gebruiksduur, blijft het college een persoonsgebonden budget voor onderhoud en reparatie en eventueel verzekering verstrekken. De belanghebbende is verplicht in dat geval het onderhouds- en servicecontract en ingeval van een elektrische rolstoel of scootmobiel, de verzekering te verlengen. Lid 6. Het persoonsgebonden budget wordt aan de budgethouder of diens wettelijke vertegenwoordiger als volgt uitgekeerd: a. periodieke kosten van diensten of voorzieningen worden maandelijks achteraf uitgekeerd; b. één keer voor de aanschaf van een voorziening inclusief de kosten voor onderhoud, reparatie en eventueel verzekering; c. in jaarlijkse termijnen voor onderhoud en reparatie van een voorziening. Artikel 5. Overwegende bezwaren Overwegende bezwaren om niet tot verstrekking van een persoongebonden budget over te gaan, zoals bedoeld in artikel 19 van de verordening zijn: a. het is op grond van aanwijzingen tijdens onderzoek duidelijk geworden dat er ernstige vermoedens bestaan dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget; b. de gevraagde voorziening eerder in de vorm van een persoonsgebonden budget is verstrekt en waarvan de technische levensduur niet is verstreken; c. wanneer uit onderzoek duidelijk is geworden dat er sprake is van een progressief ziektebeeld of wanneer het een kind in de groei betreft; d. collectief vraagafhankelijk vervoer. 4

Hoofdstuk 3 Resultaat: het kunnen voeren van een huishouden Artikel 6 Hoogte van het persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden Het bedrag dat per uur wordt vergoed bedraagt voor: a. hulp bij het huishouden door een niet daartoe opgeleid persoon die niet werkzaam is voor een instelling: 13,68 per uur; b. hulp bij het huishouden waarbij de kassiers en bemiddelingsfunctie wordt ingekocht: 15,89 per uur; c. voor hulp bij het huishouden, waarvoor bijzondere deskundigheden zijn vereist, door een persoon die daarvoor is opgeleid: 20,19 per uur. d. wanneer belanghebbende ervoor kiest om hulp bij het huishouden in te kopen via een zorgaanbieder, wordt het uurtarief vastgesteld op het gemiddelde uurtarief dat de gemeente betaalt aan de gecontracteerde aanbieders van zorg in natura. Artikel 7. Omvang hulp bij het huishouden Het aantal uren en minuten huishoudelijke hulp wordt vastgesteld aan de hand van de noodzakelijk te verrichten werkzaamheden op basis van een gestelde indicatie. Artikel 8. Verantwoording besteding persoongebonden budget hulp bij het huishouden a. Steeksproefsgewijs vindt controle van het persoonsgebonden budget plaats. b. Wanneer belanghebbende is opgenomen in de steekproef ontvangt hij of zij een verantwoordingsformulier. c. De belanghebbende dient een schriftelijke overeenkomst af te sluiten met de door hem of haar ingeschakelde zorgverleners. d. Betalingen aan de zorgverleners mogen uitsluitend via de bank. e. Belanghebbende houdt urenbriefjes bij. f. Het volledige persoonsgebonden budget dient verantwoord te worden, er is geen sprake van een verantwoordingsvrij bestedingsbedrag. 5

Hoofdstuk 4 Resultaat: het normaal gebruik kunnen maken van een woning Artikel 9. Hoogte verhuiskostenvergoeding De hoogte van de verhuiskostenvergoeding bedoeld in artikel 10 lid 4 van de Verordening bedraagt 3.276,60 Artikel 10 Hoogte persoonsgebonden budget 1. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor aanschaf van een woonvoorziening is gelijk aan de kostprijs van de goedkoopst compenserende voorziening. 2. De goedkoopst compenserende voorziening blijkt uit een door het college goedgekeurde kostenbegroting, of uit een door de gemeente met een gecontracteerde leverancier afgesloten overeenkomst. 3. Indien een persoonsgebonden budget voor aanschaf van een voorziening wordt verstrekt, kan zo nodig ook een persoonsgebonden budget voor instandhoudingskosten worden toegekend. 4. Het persoonsgebonden budget voor instandhoudingskosten wordt jaarlijks betaald gedurende de technische levensduur van de voorziening. Artikel 11. Hoogte tegemoetkoming bij bouwkundige woonvoorzieningen De hoogte van het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming voor bouwkundig woonvoorzieningen wordt vastgesteld door het calculatieprogramma SCIO CalPro + of aan de hand van een door het college goedgekeurde offerte en het berekende eigen bijdrage of eigen aandeel. In geval van een offerte mogen de volgende kosten worden meegenomen: a. De aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening; b. De risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de Risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991; c. Het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal de ingrijpender woningaanpassingen. d. De kosten voor het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is, tot een maximum van 2% van de aanneemsom; e. De leges voorzover deze betrekking hebben op het treffen van de voorziening; f. De verschuldigde en niet verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting; g. Renteverlies, in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen; e. De prijs van bouwrijpe grond, indien noodzakelijk als niet binnen de oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden, volgens de tabel in artikel 5.4; h. De door burgemeester en wethouders (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn; i. De kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing; j. De kosten van aansluiting op een openbare nutsvoorziening; k. Administratiekosten van de verhuurder als daarover schriftelijk afspraken zijn gemaakt. 6

Artikel 12 Gereedmelding Na voltooiing van de werkzaamheden in het kader van de woningaanpassing, maar uiterlijk binnen 40 weken na het verlenen van toestemming voor het aanpassen van de woning, verklaart de woningeigenaar aan het college dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid. De ze gereedmelding is tevens een verzoek om vaststelling en uitbetaling van de financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget. 7

Hoofdstuk 5 Resultaat: het zich kunnen verplaatsen in en om de woning Artikel 12 Verplichtingen De belanghebbende is verplicht om gedurende de gebruiksduur de aangeschafte voorziening voldoende te laten onderhouden en, voor zover van toepassing, toereikend te verzekeren. In geval van een scootmobiel of een elektrische rolstoel is het verplicht om minimaal een aansprakelijkheidsverzekering (WA) af te sluiten gedurende de gebruiksduur van het middel. Artikel 13 Hoogte persoonsgebonden budget 1. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor aanschaf van een vervoershulpmiddel is gelijk aan de kostprijs van de goedkoopst compenserende voorziening. 2. De goedkoopst compenserende voorziening blijkt uit een door het college goedgekeurde kostenbegroting, of uit een door de gemeente met een gecontracteerde leverancier afgesloten overeenkomst. 3. Indien een persoonsgebonden budget voor aanschaf van een voorziening wordt verstrekt, kan zo nodig ook een persoonsgebonden budget voor onderhoud, service en verzekering worden toegekend. 4. Het persoonsgebonden budget voor onderhoud, service en verzekering wordt jaarlijks betaald gedurende de technische levensduur van de voorziening. 8

Hoofdstuk 6 Resultaat: het zich lokaal kunnen verplaatsen per vervoermiddel Artikel 14. Hoogte persoonsgebonden budget 1. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor aanschaf van een woonvoorziening is gelijk aan de kostprijs van de goedkoopst compenserende voorziening. 2. De goedkoopst compenserende voorziening blijkt uit een door het college goedgekeurde kostenbegroting, of uit een door de gemeente met een gecontracteerde leverancier afgesloten overeenkomst. 3. Indien een persoonsgebonden budget voor aanschaf van een voorziening wordt verstrekt, kan zo nodig ook een persoonsgebonden budget voor instandhoudingskosten worden toegekend. 4. Het persoonsgebonden budget voor instandhoudingskosten wordt jaarlijks betaald gedurende de technische levensduur van de voorziening. 9

Hoofdstuk 7 Slotbepaling Artikel 15. Inwerkingtreding Dit besluit is vastgesteld in de vergaderding van burgemeester en wethouders van Achtkarspelen van..en treedt in werking met ingang van 1 augustus 2012. Artikel 16. Citeertitel Dit besluit kan worden aangehaald als "Besluit maatschappelijke ondersteuning Achtkarspelen 2012". 10