Beleidsregels behorende bij de Verordening leerlingenvervoer gemeente Súdwest-Fryslân 2017

Vergelijkbare documenten
Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Boxtel Mei 2013

Tevens worden hierbij de voorgaande Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Nijmegen 2010 (GB ) ingetrokken.

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Beek 2016

Beleidsregels Leerlingenvervoer schooljaar

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten;

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Leeuwarden 2014

Besluit B&W over Beleidsregels Leerlingenvervoer 2019

Beleidsregels leerlingenvervoer Horst aan de Maas. Inleiding

Artikel uit de verordening: 1. Algemeen

BELEIDSREGEL LEERLINGENVERVOER HELMOND Burgemeester en wethouders van Helmond. Collegevoorstel. B e s l u i t

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Heusden 2018

Gemeente Heusden - Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Heusden 2015

BELEIDSREGELS LEERLINGENVERVOER Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam; overwegende dat;

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Zoetermeer 2014

Onderwerp: Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Heusden 2011

Artikel 20 Bekostiging vervoerskosten van gehandicapte leerlingen voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

Beleidsregels verordening leerlingenvervoer Hellevoetsluis 2015

Beleidsregels Leerlingenvervoer Westvoorne 2015

Ten behoeve van de concrete uitvoering van deze Verordening is het wenselijk een aantal concrete uitvoeringszaken in beleidsregels vast te leggen.

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Zaanstad

Gelet op de Verordening leerlingenvervoer gemeente Bergen 2015 (hierna de verordening)

BELEIDSREGELS Leerlingenvervoer

In andere voorkomende situaties wordt als volgt gehandeld:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Korendijk

Beleidsregels leerlingenvervoer Katwijk 2014

Beleidsregels leerlingenvervoer 2015 Gemeente Krimpen aan den IJssel

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Cuijk 2015

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Houten

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Coevorden

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Hattem 2015

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Hattem 2015

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Boxmeer

Nadere regels Verordening leerlingenvervoer Molenwaard 2015

Beleidsregels leerlingenvervoer 2014

Uitvoeringsregels bij Verordening Leerlingenvervoer Gemeente West Maas en Waal 2014

Gemeente De Bilt Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente De Bilt 2016

gelezen het voorstel R van burgemeester en wethouders van 29 april 2014;

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Borger-Odoorn 2016

Gemeente Borger-Odoorn, Beleidsregels leerlingenvervoer 2016

Nadere regels verordening leerlingenvervoer gemeente Giessenlanden 2015

Nadere regels Verordening leerlingenvervoer 2016 gemeente Molenwaard. Het college van Molenwaard besluit vast te stellen de volgende:

Primair zijn er twee criteria die antwoord geven op de vraag of een aanvraag om leerlingenvervoer moet worden toegekend:

Verordening leerlingenvervoer gemeente Groningen 2019

Nadere regels Leerlingenvervoer Molenlanden 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena,

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Verordening leerlingenvervoer gemeente Oosterhout 2014 (verder: Verordening leerlingenvervoer);

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Heerlen

Raadsinformatiebrief

Jaar: 2013 Nummer: 47 Besluit: B&W 14 mei 2013 Gemeenteblad BELEIDSREGEL LEERLINGENVERVOER HELMOND Burgemeester en wethouders van Helmond

Sector : II Nr. : besluit: vast te stellen de volgende: VERORDENING LEERLINGENVERVOER Algemene bepalingen

De raad van de gemeente Nuth;

Verordening leerlingenvervoer gemeente Bergeijk 2016

Burgerservicenummer.. Voor- en achternaam leerling.. Geboortedatum. Is uw kind rolstoelgebruiker: ja: elektrisch inklapbaar normaal nee

gelezen het raadsvoorstel nummer RVO van het college van burgemeester en wethouders van Den Helder van 23 januari 2018;

Aanvraagformulier Leerlingenvervoer

Beleidsregels bij de Verordening leerlingenvervoer gemeente Medemblik 2015 (hierna te noemen de verordening)

Nadere regels verordening leerlingenvervoer gemeente Hardinxveld- Giessendam HG 21038/16827

Leerlingenvervoer naar school van school

Aanvraagformulier leerlingenvervoer GRONINGEN

Beleidsregels leerlingenvervoer Goeree-Overflakkee 2016

Aanvraagformulier leerlingenvervoer 2018/2019 GRONINGEN

CVDR. Nr. CVDR74335_3. Verordening Leerlingenvervoer Dantumadiel. Artikel 1 Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder: 12 juni 2018

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Noordwijk 2014

Verordening leerlingenvervoer gemeente Harlingen gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2009

Onderwerp : Beleidsregels leerlingenvervoer Goeree-Overflakkee 2017

Beleidsregels leerlingenvervoer Nijmegen 2016

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 2-11 maart 2014

Aanvraagformulier leerlingenvervoer TEN BOER

Verordening leerlingenvervoer. gemeente Sliedrecht. De raad van de gemeente Sliedrecht, gelezen het voorstel van het college,

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: beleidsregels leerlingenvervoer Heusden 2015

Toelichting op het aanvraagformulier voorziening leerlingenvervoer gemeente Ridderkerk, schooljaar

AANVRAAGFORMULIER LEERLINGENVERVOER GEMEENTE GOIRLE Formulier zo volledig mogelijk invullen en aankruisen wat van toepassing is.

VERORDENING LEERLINGENVERVOER GEMEENTE OOSTSTELLINGWERF 2014

Verordening leerlingenvervoer gemeente Eindhoven 2011

Verordening leerlingenvervoer gemeente Noord-Beveland 2017

- commissie voor de begeleiding: commissie als bedoeld in artikel 40b van de Wet op de expertisecentra;

Aanvraagformulier leerlingenvervoer gemeente Goirle Formulier zo volledig mogelijk invullen en aankruisen wat van toepassing is.

Aanvraagformulier leerlingenvervoer 2018/2019 Ten Boer

Verordening leerlingenvervoer gemeente Voorst 2016

Meest gestelde vragen (en antwoorden)

AANVRAAGFORMULIER LEERLINGENVERVOER GEMEENTE GOIRLE Formulier zo volledig mogelijk invullen en aankruisen wat van toepassing is.

Aanvraagformulier leerlingenvervoer, schooljaar

Verordening leerlingenvervoer

Verordening leerlingenvervoer Gemeente Ten Boer 2014

Verordening Leerlingenvervoer Internationale Taalklas primair onderwijs gemeente Haarlem 2016

Verordening leerlingenvervoer Gemeente De Marne 2015

Brochure Leerlingen vervoer gemeente IJsselstein

2. Het leerlingenvervoer is bekostigd dan wel een tegemoetkoming in de kosten van het vervoer tussen structurele verblijfplaats en school.

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Raalte 2015

Brochure Leerlingen-vervoer gemeente IJsselstein

12 maart 2013 WIZ-INK H. Dijkhuis

Verordening leerlingenvervoer Tynaarlo 2017

BELEIDSREGELS Leerlingenvervoer De Fryske Marren

VERORDENING LEERLINGENVERVOER GEMEENTE BUNNIK 2015

Verordening leerlingenvervoer Gemeente Winsum 2015

Raadsinformatiebrief

Verordening leerlingenvervoer Gemeente Houten

Beleidsregels leerlingenvervoer Gemeente Montfoort 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 mei 2014, BESLUIT:

Transcriptie:

Beleidsregels behorende bij de verordening leerlingenvervoer gemeente Súdwest-Fryslân Burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân; b e s l u i t e n: vast te stellen de volgende: Beleidsregels behorende bij de Verordening leerlingenvervoer gemeente Súdwest-Fryslân 2017 1. Duur van de toe te kennen vervoersvoorziening Uitgangspunt is dat de gemeente de vergoedingen leerlingenvervoer voor één schooljaar verstrekt aan leerlingen die in het betreffende schooljaar de tienjarige leeftijd bereikt. De periode van één jaar dient er voor om jaarlijks te kunnen bekijken in hoeverre de situatie van de kinderen en hun vervoersmogelijkheden zijn veranderd. Bij de beoordeling worden infrastructurele wijzigingen en waar nodig wijzigingen in de salarisgegevens betrokken. Voor leerlingen tussen vier en tien jaar is het niet noodzakelijk jaarlijks een beschikking af te geven. In dit geval wordt in de beschikking bepaald dat de vervoersvoorziening wordt getroffen tot het schooljaar waarin de leerling de tienjarige leeftijd bereikt. Dit leidt tot de gewenste deregulering voor deze groep ouders. Daar waar sprake is van een te betalen eigen bijdrage zal jaarlijks wel door de gemeente om inkomensgegevens worden gevraagd om de bijdrage te kunnen vaststellen. Ouders zijn overigens verplicht wijzigingen die van invloed zijn op de verstrekte vervoersvoorziening aan de gemeente mede te delen. Van invloed op de vervoersvoorziening zijn onder andere: - wijziging in het woonadres van de leerling, bijvoorbeeld door verhuizing; - verandering van school (bijvoorbeeld van speciaal onderwijs naar voortgezet speciaal onderwijs); - wijziging van het adres van de school; - wijziging van de schooltijden; - verandering van de reistijd, bijvoorbeeld door een wijziging in het openbaar vervoer; - wijziging in de gezinssituatie, in verband met het al dan niet kunnen begeleiden van leerlingen. De verordening hanteert 1 augustus als peildatum voor het toekennen van een vervoersvoorziening (de eerste dag van het schooljaar). Dit betekent dat wanneer een leerling tijdens het schooljaar tien jaar wordt, de aanvraag vervoersvoorziening vanaf dit schooljaar jaarlijks moet worden gedaan. 2. Berekening van de afstand De kortste afstand wordt gemeten via de (auto) routeplanner van ANWB (www.anwb.nl) op het moment van toetsing van de aanvraag. Indien er sprake is van kleine afwijkingen, die van belang zijn voor het afgeven van een beschikking, tussen de door de opgegeven afstand en de door ANWB aangegeven afstand, is het gemiddelde van drie verschillende routeplanners bepalend.

3. Het vaststellen van de reistijd Het vaststellen van de reistijd per openbaar vervoer vindt plaats op basis van de beschikbaar gestelde informatie via 0900-9292, www.9292ov.nl en mobiel.9292ov.nl. Voor het vaststellen van de reistijd per aangepast vervoer, wordt de vervoerder geraadpleegd. 4. Vaststellen van de kosten van openbaar vervoer Het vaststellen van de kosten van openbaar vervoer en de daaraan gerelateerde vergoeding vindt plaats op basis van de beschikbaar gestelde informatie via 0900-9292, www.9292ov.nl en mobiel.9292ov.nl. 5. Kilometervergoeding eigen vervoer De vergoeding voor eigen vervoer wordt in eerste instantie bepaald op basis van de vergoeding waar de leerling recht op zou hebben, indien er geen gebruik wordt gemaakt van het eigen vervoer. Wanneer uit die beoordeling komt, dat er recht is op een vergoeding voor het aangepaste vervoer, dan wordt er een kilometervergoeding verstrekt, die is afgeleid van de Reisregeling binnenland. De gemeente SWF maximeert deze vergoeding echter tot de kosten van het OV. Het genoemde bedrag wordt uitgekeerd voor de kilometers die de leerling aflegt. 6. Buitenschoolse opvang, oppasadres etc; vervoer naar een opvangadres na schooltijd, anders dan het woonadres Het leerlingenvervoer is bedoeld voor het vervoer tussen de woning en de school en vice versa. Een aantal kinderen bezoekt na de school echter nog een andere activiteit, zoals een buitenschoolse opvang, een oppasadres, een medische behandeling, etc. Hiervoor is het leerlingenvervoer niet bedoeld. De gemeente vergoedt dit vervoer niet, omdat dit in veel gevallen leidt tot extra vervoerskosten, en onregelmatigheden in het vervoersplan. De basisregel is, dat het door de gemeente georganiseerde vervoer, plaatsvindt van de woning naar de school en vice versa. In enkele gevallen, waarin het alternatieve uitstapadres op de route ligt en er geen meerkosten aan dit vervoer vast zitten, kan de gemeente de ouders tegemoet komen, door de leerling te laten uitstappen op een ander gewenst adres dan hun huisadres. Hieraan kunnen ouders geen enkel recht ontlenen. Indien het alternatieve uitstapadres door een wijziging in het vervoersplan niet meer op de route ligt of tot een kostenverhoging leidt, zal de leerling op het opstapadres worden afgezet. 7. Ontzeggen van de toegang tot het vervoer door de gemeente Het college kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer ontzeggen indien bij herhaling is gebleken dat de leerling door agressief gedrag of anderszins de orde in de bus verstoort of de veiligheid van de taxi/bus en inzittenden in gevaar brengt. Soms komt het voor dat leerlingen ongewenst gedrag vertonen in het aangepast vervoer. Dat kan tot gevolg hebben dat er gevaar bestaat voor de leerling zelf, zijn medepassagiers en/of de chauffeur. Als blijkt dat een leerling niet zelfstandig met aangepast vervoer kan reizen is in principe de ouder verantwoordelijk voor de begeleiding in het vervoer. Hiervoor dient de gemeente een zitplaats aan te

bieden. Als de begeleiding niet geleverd wordt en/of het gedrag van de leerling niet verbetert, kan de gemeente besluiten het aangepast vervoer te beëindigen, ook als er een medische oorzaak is voor het gedrag van de leerling. De gemeente wil de verantwoordelijkheid in het vervoer bij de ouders laten. Er kan dus een beroep op de ouders gedaan worden als dat nodig mocht zijn. Als er sprake is van ongewenst gedrag stellen wij daarvan de ouders schriftelijk in kennis. Daarbij bieden wij hen de gelegenheid om hun kind te (laten) begeleiden. Wij stellen daarvoor in overleg een zitplaats in de bus beschikbaar. Verbetert het gedrag niet, dan kan de gemeente besluiten het aangepast vervoer te beëindigen. Over de noodzaak van begeleiding of de inzet van individueel vervoer kan de gemeente zich laten adviseren door een medisch adviseur. De gemeente bespreekt dan met ouders een vervoersvoorziening op basis van openbaar vervoer of eigen vervoer al dan niet met begeleiding, indien dit relevant en gewenst is; een en ander binnen de regelingen van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Súdwest-Fryslân 2017. 8. Medische keuring Wanneer wordt aangegeven dat een leerling gebruik moet maken van aangepast vervoer op grond van een handicap, moeten ter onderbouwing een medische verklaring worden meegestuurd. Wanneer een medische verklaring ontbreekt kan de leerling worden opgeroepen voor een medische keuring. Dit geldt ook wanneer de overgelegde medische verklaring onvoldoende houvast biedt voor een beoordeling van de aanvraag. Het medisch onderzoek wordt uitgevoerd door een door het college aan te wijzen onafhankelijke adviesorganisatie. De kosten van dit externe advies komen voor rekening van de woongemeente van de leerling. De geldigheidsduur van het advies wordt vastgesteld door de adviesorganisatie. 9. Co-ouderschap Co-ouderschap is geen wettelijke term maar wordt in deze beleidsregels als volgt omschreven. Ouders, al dan niet gescheiden, die niet bij elkaar wonen, kunnen afspreken om hun kind(eren) gezamenlijk te (blijven) verzorgen en opvoeden. Er is sprake van coouderschap als zowel de moeder, als de vader in een regelmatige afwisseling de zorg voor het kind of de kinderen hebben. Ouders moeten dit aantonen door een echtscheidingsconvenant. Bij co-ouderschap kan er recht zijn op bekostiging van leerlingenvervoer voor de dagen dat de leerling bij de betreffende ouder verblijft. De beide ouders moeten afzonderlijk een aanvraag indienen voor de dagen dat het kind tijdens weekdagen bij hen verblijft. 10. Verlies/beschadiging VoorElkaarPas Indien leerlingen hun VoorElkaarPas verliezen/beschadigen, zijn alle kosten voor de ouders/verzorger zelf. Dit geldt voor aanschaf van een nieuwe VoorElkaarPas en voor de kosten die gemaakt worden voor het reizen met het openbaar vervoer tijdens verlies/beschadiging van de VoorElkaarPas. 11. Openbaar vervoer met begeleiding. Wanneer er recht bestaat op een vergoeding op basis van de kosten van het openbaar vervoer wordt allereerst bekeken of er (tijdelijke)begeleiding noodzakelijk is. Wanneer dit niet het geval is wordt uitgegaan van de kosten die leerling maakt op de heen- en terugreis.

Wanneer er begeleiding noodzakelijk is wordt uitgegaan van de kosten van de leerling (retour) en wordt voor de begeleider tweemaal retour gerekend. De begeleider brengt het kind s ochtends en gaat daarna weer naar huis. s Middags haalt de begeleider de leerling weer op. In totaal gaat het dan om driemaal retour. Er wordt alleen een vergoeding voor begeleiding verstrekt wanneer er ook daadwerkelijk met begeleiding gereisd wordt in het openbaar vervoer. Dit dient men aan te tonen met een vervoersbewijs/uitdraai VoorElkaarPas. 12. Inzet ouders Het reizen naar en van school en dus ook de begeleiding is primair een taak van de ouders. Als dat niet mogelijk is, dienen zij zelf voor een oplossing te zorgen. Als ouders er zelf niet in slagen de begeleiding te leveren, kunnen zij daarvoor bijvoorbeeld een oppas, buren, familie of vrijwilligers inschakelen. Ouders dienen aan te tonen dat zij er niet in zijn geslaagd om anderen in te schakelen. Als ouders aantonen dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is, dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is, gaan we met elkaar in gesprek om tot een oplossing te komen. In de volgende gevallen leidt begeleiding van de leerling tot een ernstige benadeling van het gezin: - Chronische ziekte/handicap bij een of beide ouders aangetoond met een medische verklaring waardoor begeleiding van de leerling niet mogelijk is; - Alleenstaande ouder met meerdere kinderen die nog niet zelfstandig naar school kunnen en begeleiding door anderen niet mogelijk is; de noodzakelijke begeleiding duurt dagelijks in totaal voor de begeleider langer dan drie uur (maximaal tweemaal per dag woning-school en vice versa). Er kunnen andere omstandigheden zijn die maken dat binnen een gezinssituatie dermate problemen ontstaan door het moeten brengen van een kind naar school, dat leerlingenvervoer een oplossing biedt. De gezinssituatie moet hierbij altijd goed worden onderzocht. Het hebben van betaalde werkzaamheden van één of beide ouders is in ieder geval geen reden om over te gaan tot toekenning van leerlingenvervoer. Het college kan in plaats van aangepast vervoer een vervoersvoorziening in de vorm van begeleid eigen vervoer toekennen. 13. Crisisopvang In de meeste gevallen van crisisopvang gaat het om leerlingen die in een andere gemeenten al een vervoersvoorziening toegewezen hebben gekregen. De leerlingen blijven naar de "eigen" school gaan, die doorgaans niet de dichtstbijzijnde is van het type waarop zij zijn aangewezen. Op grond van bovenstaande zouden gemeenten vervoersaanvragen voor leerlingen uit de crisisopvang kunnen weigeren. Ook de gemeente waaruit de leerling afkomstig is heeft gegronde redenen om een vervoersvoorziening te weigeren. Wanneer namelijk de feitelijke verblijfplaats van de leerling in een andere gemeente is gelegen, hoeft de gemeente van herkomst niet langer een vervoersvoorziening te verstrekken. Het betreft hier een leemte in de wetgeving, waardoor betrokken leerlingen buiten de vervoersregeling komen te vallen. Dit is in alle opzichten een onwenselijke situatie. Hieromtrent heeft de gemeente Súdwest-Fryslân met de gemeenten Achtkarspelen. Dantumadeel, Dongeradeel, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Opsterland, De Fryske Marren, Smallingerland, Tytsjerksteradiel en Weststellingwerf werkafspraken gemaakt.

Een en ander conform de door de VNG voorgestelde oplossing voor tijdelijk verblijf buiten de gemeente. Bij crisisopvang gelden de volgende regels: Een leerling wordt met spoed uit huis geplaatst en komt in crisisopvang terecht. Of deze leerling gaat na zes weken weer terug naar zijn bestaande woonsituatie of hij gaat ergens anders wonen. Deze zes weken is dus een soort van time out, want hij blijft ook naar "zijn eigen" school gaan. In deze gevallen zijn de eerste zes weken voor rekening van de gemeente waar de leerling vandaan komt (Deze periode wordt niet verlengd met een eventuele vakantieweek of weken). Als al bekend is dat de leerling op het crisisadres blijft wonen ( een verhuizing dus) dan moet er in die gemeente een aanvraag voor leerlingenvervoer worden ingediend. Maar dan moet deze leerling ook naar de voor die gemeente dichtstbijzijnde school gaan. Na deze 6 weken zal er bij de gemeente waar de crisisopvang is gevestigd een nieuwe aanvraag gedaan moeten worden. Deze gemeente zal dan conform de verordening een besluit nemen of er recht is op vervoer. 14. Leerlingen die niet ingeschreven staan Leerlingen die ter observatie of voor gewenning naar een andere school gaan maar nog niet ingeschreven staan op de betreffende school, hebben voor de periode dat zij op deze school ter observatie dan wel gewenning verblijven recht op leerlingenvervoer. 15. Hoogbegaafde leerlingen Hoogbegaafde leerlingen krijgen in beginsel een passend onderwijsaanbod binnen het samenwerkingsverband voor primair onderwijs. Het passend onderwijsaanbod voor een hoogbegaafde leerling kan betekenen dat de dichtstbijzijnde toegankelijke school binnen het samenwerkingsverband voor primair onderwijs verder weg ligt dan de afstandscriteria. In dat geval is de verordening van toepassing. Indien het samenwerkingsverband voor primair onderwijs naar zijn oordeel geen passend onderwijsaanbod kan doen, voorziet het college zo nodig in vervoer van de hoogbegaafde leerling naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school met een passend onderwijsaanbod buiten het samenwerkingsverband voor primair onderwijs. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer er sprake is van een cumulatie van problemen. Het college baseert zich voor een oordeel over de dichtstbijzijnde toegankelijke school in dit verband op het advies van het samenwerkingsverband en zo nodig een (medisch) advies van een externe deskundige. 16. Vervoersvoorziening voor aangepast vervoer naar een andere dan de dichtstbij gelegen toegankelijke cluster 4-school Het college kan met toepassing van de hardheidsclausule van artikel 26 van de verordening in afwijking van de verordening aan de leerling een vervoersvoorziening voor aangepast vervoer naar een andere dan de dichtstbij gelegen toegankelijke cluster 4-school toekennen indien deze school voor de leerling het meest passend is. De vervoersvoorziening wordt niet toegekend dan nadat het college advies heeft ingewonnen bij de betrokken cluster 4-school.

17. Inwerkingtreding en overgangsrecht De beleidsregels treden op 1 januari 2018 in werking, tegelijk met de Verordening leerlingenvervoer gemeente Súdwest-Fryslân 2017. De Beleidsregels behorende bij de Verordening leerlingenvervoer gemeente Súdwest- Fryslân, vastgesteld door burgemeester en wethouders op 6 november 2012 en zoals nadien gewijzigd, worden ingetrokken, met dien verstande dat voornoemde beleidsregels van toepassing blijven op de schooljaren waarvoor de verordening leerlingenvervoer gemeente Súdwest-Fryslân heeft gegolden.