DOHAN Semois- en boswandeling De Semois is de rivier bij uitstek van het zuiden van de provincie Luxemburg. De leisteenmassieven waarin de rivier zich diep heeft ingegraven, hebben haar echter verplicht tot het maken van talrijke bochten. Die meanders bepalen in een belangrijke mate het natuurschoon van de vallei. Als deze laatste zich dan ook nog tooit met dichte bossen in veel gevallen bevolkt met loofbomen kun je wel spreken van een groen paradijs. Dohan Dohan is een toeristenplaatsje aan de Semois, iets ten oosten van Bouillon, dus in het zuiden van de provincie Luxemburg. Het kasteel van 1619 is omgebouwd tot hoeve. Er bleef wel een indrukwekkende ingangspoort van over, met in het fronton de wapens van de vroegere eigenaars. Nog iets voor zoetekauwen: Dohan is bekend om zijn lekkere honing. AFSTAND Ongeveer 10,5 km. AARD VAN DE WEG Ongeveer de helft van het parcours krijg je asfalt onder de wandelschoenen, de andere helft veelal onverharde boswegen en -paden, dus voor elk wat wils. In het middenstuk van de wandeling moet je lang en fors klimmen: van circa 250 naar 380 m boven de zeespiegel. Helemaal ongeoefend begin je er liefst niet aan. Bij regenweer zijn rubberlaarzen geen luxe. Het parcours is volkomen ongeschikt voor rolstoelen of kinderwagens. BEWEGWIJZERING Routeaanduidingen naar hartelust: flinke stukken van het te volgen parcours lopen samen met de wit-rode bewegwijzering van de Grote-Routepaden 14 (Bouillon La Roche-en-Ardenne) en Ardennen-Eifel. De weg is bovendien ook nog aangegeven met bordjes die betrekking hebben op plaatselijke wandelingen. In de beschrijving van de te volgen route hebben we telkens aangeduid welke cijfers of wandeltekens belangrijk zijn om het circuit te volgen. PARKEREN Voor de auto moet je een plekje zoeken in de omgeving van het kerkje van Dohan, aan de buitenkant bepaald schilderachtig, en in het interieur sober en helder. TOPOGRAFISCHE KAART NGI 67/1-2. INFORMATIE Maison du Tourisme du Pays de Bouillon, Quai des Saulx 12, 6830 Bouillon, tel. 061 46 52 11, fax 061 46 52 18, e-mail: info@bouillon-tourisme.be, internet: www.bouillon-tourisme.be.
IN DE OMGEVING BOUILLON Château fort (burcht, het belangrijkste voorbeeld van middeleeuwse krijgsarchitectuur in België), musea (Musée ducal, Archéoscope Godefroid de Bouillon), wildpark. HERBEUMONT Kasteelruïne (1268), Graf van de Ridder, Domaine des Épioux (1721 ha woud met kasteel van 1650). Laatste herziening: november 2005
DE WANDELING Punt 1 naar 2 (1,1 km) De wandeling begint tussen het kerkje van Dohan (1) houd het aan je rechterkant en de imposante toegangspoort van het vroegere kasteel, nu een hoeve aan je linkerkant. Loop rechtdoor naar het kruispunt en sla daar rechts de N865 in; je volgt meteen de wit-rode tekens van het Grote-Routepad. Die weg is verboden voor auto s waarom, dat zie je wel verderop maar er zijn geen restricties voor wandelaars en fietsers. Matig klimmend laat je het dorpje, met links en rechts een Ardense gevel, achter je. Overal om je heen glooien weiden, hogerop omzoomd met bossen. Bij de eerstvolgende dwarsweg (links: Dohan-Bas, rechts: Rue de la Germone) blijf je rechtdoor gaan (Grote-Routepad plus andere wandeltekens). Niet veel verder passeer je het verkeersbord met de doorgestreepte plaatsnaam Dohan. Rechts ligt het kleine, ommuurde kerkhof, te midden van de weiden. Voorbij een linkerzijweggetje staat links een wit beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Banneux in een hofje. En voor het overige is de grootste bezienswaardigheid het rustgevende, glooiende land om je heen, gehuld in alle tinten van groen. Voorbij de Chemin du Pré des Moines (2) blijf je gewoon rechtdoor de hoofdweg, tevens Grote-Routepad, volgen. Punt 2 naar 3 (1,1 km) Links welven de beboste heuvels op, die de loop van de Semois markeren. Een boom, rechts van de weg, is behangen met allerlei wandelaanduidingen en een oud bordje Les Longs Champs (de lange velden). Waar de weg rechts afbuigt, leidt hij licht dalend langs een strook bos tussen jou en de Semois, en rechts een begroeide, steile rotswand, een staalkaart van onder meer mossen en varens. Ongeveer bij kilometerpaaltje 5 krijg je, links in de diepte, een glimp van de Semois te zien, in doorkijkje dan wel. De weg versmalt en is rechts een eind omzoomd met zware stenen, stukken rots verplakt in stevig gaasdraad. Op die plek had een aantal jaren geleden een grondverschuiving (3) plaats. Dat is dan de reden waarom het autoverkeer slechts in één richting toegestaan is (hoewel een rechthoekig verkeersbord met twee pijlen het probleem in feite al opgelost heeft, nu ja ) Punt 3 naar 4 (1,6 km) Voorbij de versmalling krijg je links de Semois te zien vanuit een goede hoek. Er staat een zeshoekig bordje Le Saty (230 m alt. du gué = de doorwaadbare plaats in de Semois op 230 m boven het zeeniveau). In de bocht gaan het Grote-Routepad (en nog een aantal andere wandelpaden) linksaf, op weg naar Bouillon, maar jij blijft de licht stijgende grote weg volgen, gemerkt met een rood rechthoekig bordje met het zwarte cijfer 54. Aan je linkerhand ligt het charmante valleitje van de Ruisseau de Hideux, dat soms helemaal schuilgaat onder het vele groen. Ongeveer 800 m voorbij de bocht van zojuist blinkt links de vijver van de Moulin Hideux. Daar draaiden vroeger twee watermolens: de ene maalde graan, de andere schors (voor de leerlooierijen). De mensen noemden ze, in het Waals, li deux moulins. Dat is dan vervormd tot l hideux moulin en uiteindelijk tot Moulin Hideux (4), de naam van het huidige, peperdure hotel-restaurant op die plek. Punt 4 naar 5 (2 km) Net voor de vijver komt het Grote-Routepad er weer van links aan en dus ga je vanaf hier weer de wit-rode bewegwijzering volgen (plus nog andere wandeltekens, maar laten we het eenvoudig houden).
Precies bij de hoofdingang van het genoemde hotel-restaurant moet je rechtsaf de asfaltweg verlaten en sla je een fors stijgende, onverharde bosweg in. Je laat je hier, zoals gezegd, leiden door de wit-rode verfstreepjes van het Grote-Routepad 14, dat Bouillon met La Roche-en- Ardenne verbindt. De weg leidt vooralsnog door een allerprachtigst loofbos met onder andere eik, beuk en berk. Maar je moet lang en steil klimmen, tot in een sparrenbos. Een lastig stuk van de wandeling, maar als je je eigen tempo volgt, raak je niet door je adem heen. In het sparrenbos loop je heel even ongeveer vlak. Langs nieuwe sparrenaanplant moet je alweer wat bergop naar het volgende stuk van het sparrenbestand. Uiteindelijk kom je uit op een asfaltweg. Steek die over (Grote-Routepad plus andere tekens). Je mag hier wat afdalen, maar juich niet te vroeg, want de bosweg schiet alweer de hoogte in, tussen sparrenaanplant en lorken. Ongeveer een halve kilometer verderop kom je nogmaals uit op een geasfalteerde dwarsweg. Sla hem links in, maar kies bij een Y-splitsing, iets verderop, de linkerweg en volg dus de pijlen Auby 5 km, Les Hayons 1 km en Fays-les-Veneurs 10 km. Je volgt hier, zoals je verder zult ontdekken, de Rue de Sermounô, die afdaalt door een glooiend graslandschap. Iets voorbij kilometerpaaltje 9 bereik je een bakstenen pomphuisje (5). Punt 5 naar 6 (2,1 km) Sla de eerstvolgende rechterzijweg in Grote-Routepad en andere wandeltekens afdalend tussen een weide (met ervoor een geweldige eik) en een houtkant. De brede weg daalt het vooral met sparren bevolkte bos in, maar hij is deels omzoomd met loofhout. Iets meer dan een halve kilometer ver op die weg kies je, bij een duidelijke Y-vormige splitsing, de linkerweg. Het devies luidt nu: steeds op de hoofdweg blijven, die gemerkt is als Grote- Routepad (ook nog andere tekens) en die de loop van het riviertje de Ruisseau des Gorges zeer getrouw volgt. Trek je dus van alle overige (zij)wegen maar niets aan. Aanvankelijk kabbelt het genoemde riviertje, dat zijn water naar de Semois voert, aan je linkerkant, maar het gaat al vrij spoedig onder de weg door en vloeit dan aan je rechterkant. Het is evenwel een grillig riviertje en het kruipt uiteindelijk nogmaals onder de weg door. Je blijft voortdurend afdalen een zalig gevoel na de steilten vanaf de Moulin Hideux verderop door een opmerkelijk loofbos met eiken, beuken en ook esdoorns. Maar de sparren zijn toch nooit ver weg. Buiten het bos kom je uit voor een weide, met erachter de Semois (6). Punt 6 naar 1 (2,6 km) Sla de dwarsweg rechts in (Grote-Routepad en andere andelaanduidingen). Weldra passeer je enkele privé-bouwsels, maar dat is klein bier met wat je nog te zien zult krijgen. Langs die weg loop het Grote-Routepad, zeer steil stijgend, naar rechts van je weg, naar een uitkijkpunt. Blijf gewoon rechtdoor gaan. Aan de linkerkant komt de Semois dicht bij je weg lopen. In de rivier liggen twee relatief grote eilandjes, de Îles de la Bergerie, en op een ervan staat waarachtig een overdekte picknickplek. Vervolgens stijgt de brede weg nog een poos, buigt dan wat weg van de Semois en is, na een rechterbocht, bij bewoning geasfalteerd. Voor je strekt zich een schilderachtig stuk van de Semoisvallei uit, met aan de andere oever begroeide rotspartijen. Maar op de oever die je volgt, loop je langs een aantal caravans-onder-een-afdakje, gevolgd door vakantiehuisjes achter hagen bij soms kitscherige tuintjes, allemaal zo petieterig te midden van een zo groots natuurschoon. Verderop staan de vakantiehuisjes gelukkig rechts van de weg, zonder het uitzicht over de weiderijke Semoisvallei tenminste hier niet te schenden. Maar dat mooie liedje blijft natuurlijk niet duren, wat had je wel verwacht?
Men zal zich natuurlijk wel verdedigen met te zeggen dat het hier een verworven (versteende) toestand betreft en dat het onmenselijk zou zijn de vaak bejaarde eigenaars van de caravans en de vakantiehuisjes zomaar weg te jagen. Een menselijke tussenoplossing kon zijn, dat de optrekjes niet erfbaar zouden zijn en dat men, telkens wanneer de oorspronkelijke eigenaars er niet meer terugkeren, het stuk grond waarop het optrekje staat, zou onteigenen voor algemeen nut. Maar terug naar de route nu. Net voor een bocht duikt links voor je het kerktorentje van Dohan op en in de bocht staat de vroegere watermolen, omgebouwd tot een vrij groot en fraai pand. De weg nadert nu meer en meer de Semois of is het andersom? maar de rivier zinkt steeds dieper weg, want je moet klimmend het dorp in, langs merkwaardige leisteenrotsen, geplooid en verwrongen en vaak duidelijk gelaagd: één meter rots is in feite het kleiachtige bezinksel dat zich ooit, over een tijdspanne van pakweg een miljoen jaar, verzamelde op de bodem van een nu al lang verdwenen zee. Je komt uit bij het centrum van het kleine dorp en langs het obligate monument voor de oorlogsslachtoffers loop je naar het kerkje met zijn witte voorgevel met geel-stenen omlijstingen en hoekkettingen. In de voorgevel prijkt het beeld van de patroonheilige. Op de plek waar ze begon, tussen het kerkje van Dohan (1) en de kasteelpoort, eindigt de vrij lange en redelijk zware wandeling.