Ontwerp van decreet houdende een premie om de transitie van werkzoekenden naar ondernemerschap te stimuleren

Vergelijkbare documenten
Voorontwerp van decreet houdende een premie om de transitie van werkzoekenden naar ondernemerschap te stimuleren

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1004/1BIS

MEMORIE VAN TOELICHTING

Advies. Transitiepremie van werkzoekenden naar ondernemerschap. Brussel, 2 januari 2018

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van (datum) houdende een premie om de transitie van werkzoekenden naar ondernemerschap te stimuleren;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 december 2017;

over het ontwerp van decreet houdende een premie om de transitie van werkzoekenden naar ondernemerschap te stimuleren

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING

HET VLAAMSE DOELGROEPENBELEID. Toelichting voorontwerp van decreet SERV commissie arbeidsmarkt 9 juli 2015

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1059/2

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

VR DOC.0097/3BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 9 maart

Infoblad - werknemers Hebt u recht op de werkhervattingstoeslag?

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op xxx;

VR DOC.0771/2BIS

VLAAMSE OVERHEID. Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 26 maart 2019;

Infoblad - werknemers Hebt u recht op de werkhervattingstoeslag?

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;

ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING

ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

DECREET. houdende toekenning van een hinderpremie aan kleine ondernemingen die ernstige hinder ondervinden van openbare werken in het Vlaamse Gewest

Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen

De staatshervorming in vogelvlucht: stand van zaken. (West4work 3/11/2015)

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2016;

(B.S ) Uittreksel m.b.t. de doelgroepverminderingen : a) de algemene bepalingen die betrekking hebben op alle bijdrageverminderingen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

1. Welke doelgroepen waren afgelopen vijf jaren afnemers van de dienstencheques? Graag cijfers per doelgroep en jaar.

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van aanwervingsincentives voor langdurig werkzoekenden

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Advies. Activeringsstage. Brussel, 16 januari 2017

Het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid vanaf 1 juli 2016

A D V I E S Nr

houdende de wijziging van artikel 339 van de programmawet (I) van 24 december 2002 Voorlopige versie

VR DOC.0097/4

Advies. Transitiepremie van werkzoekenden naar ondernemerschap. Brussel, 2 januari 2018

VR DOC.0097/1

nr. 508 van GRETE REMEN datum: 13 april 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Project Maak werk van je zaak - Stand van zaken

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0098/1BIS

VR DOC.0408/1BIS

VR DOC.1294/2BIS

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Het Waals doelgroepenbeleid:

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

nr. 631 van DANIËLLE VANWESENBEECK datum: 6 juni 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Springplank naar zelfstandige - Resultaten

Newsletter. Sociale actualiteit van Februari. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Februari. Solutions for Human Resources.

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

nr. 703 van MIRANDA VAN EETVELDE datum: 12 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Activering 50-plussers - Stand van zaken

1. Hoeveel 55-plussers zijn bij VDAB ingeschreven als werkzoekend (nominaal + percentage beroepsbevolking + verloop over laatste tien jaar)?

VR DOC.0343/3

VR DOC.1207/1

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Ik verwijs naar mijn eerdere schriftelijke vraag nr. 177 van 13 december 2016 betreffende de werkgelegenheidsgraad van 55-plussers.

WETSVOORSTEL. Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als voorzien in artikel 78 van de Grondwet. Toepassingsgebied.

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

ONTWERP VAN DECREET. tot wijziging van het decreet van 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid

Advies. Verplicht outplacement - Sanctie. Brussel, 30 oktober 2017

contactpersoon ons kenmerk Brussel Niels Morsink SERV_ _Werkhervattingstoeslag_BR 7 augustus 2017

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

ADVIES. Ontwerpbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende verschillende wijzigingen betreffende tewerkstellingssteun.

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Infoblad - werknemers

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

1392 ( ) Nr november 2017 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Infoblad - werknemers U wil een overeenkomst sluiten met een activiteitencoöperatie als kandidaat-ondernemer?

VR DOC.0987/2BIS

VR DOC.0827/2

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 17 TRICIES

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

MEMORIE VAN TOELICHTING

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten

1 Gegevens van het advies. 1.1 Gegevens van de regelgeving. 1.2 Gegevens van de aanvrager. 2 Titel en fase

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Tewerkstellingssteun in het Brussels Gewest: 255 miljoen euro voor de Brusselaars

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 9 juli

INHOUD INHOUD. JURIDISCHE ACTUA mei 2016

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

VR DOC.0456/2BIS

Transcriptie:

Ontwerp van decreet houdende een premie om de transitie van werkzoekenden naar ondernemerschap te stimuleren MEMORIE VAN TOELICHTING A. Algemene toelichting 1. Bevoegdheidsoverdracht n.a.v. de zesde staatshervorming De bijzondere wet van 6 januari 2014 betreffende de Zesde Staatshervorming geeft een bevoegdheidsoverdracht aan de gewesten voor het doelgroepenbeleid. Art 22 paragraaf 7 van de bijzondere wet van 6 januari 2014 bepaalt dat de regio s de volledige bevoegdheid krijgen over diverse lastenverlagingen voor de werkgever voor welbepaalde doelgroepen en ook over bepaalde premies aan werklozen die het werk hervatten of die een beroepsopleiding volgen. De bijzondere wet verwijst naar de werkhervattingstoeslag 55+. De werkhervattingstoeslag 55+ is een maandelijkse forfaitaire premie voor oudere werklozen vanaf 55 jaar, die opnieuw het werk hervatten als loontrekkende, zelfstandige of ambtenaar. Deze premie wordt uitgevoerd door de RVA en de uitbetalingsinstellingen. Sinds 1 januari 2015 financiert Vlaanderen deze premie. De rechtsgrond van de werkhervattingstoeslag 55+ is de Besluitwet van 1944. Deze geeft een ruime delegatiebevoegdheid aan de federale regering. Het uitvoeringsbesluit is het artikel 129bis tot 129quater van het Werkloosheidsbesluit van 1991, dat alle modaliteiten van het stelsel regelt. 2. Situering Vlaanderen formuleert de ambitie om in 2020 een globale werkzaamheidsgraad van 76% (20-64-jarigen) te realiseren. Daartoe zetten we diverse instrumenten in op het vlak van activering van werkzoekenden, competentieversterking van werkzoekenden en werknemers, en het langer aan het werk houden van werknemers. Het Vlaams regeerakkoord benadrukt de noodzaak om in te zetten op ondernemerschap. Bij werkhervatting na een periode van werkloosheid komt meestal eerst de scope van een transitie naar loontrekkende arbeid in het vizier en vergeet men het alternatief van werkhervatting via ondernemerschap. Het toeleiden van werkzoekenden naar ondernemerschap is echter een win-winsituatie: het doet werkzoekenden uitstromen uit de werkloosheid en maakt het mogelijk dat zij zelf op termijn weer nieuwe medewerkers aanwerven. Die uitstroom van werkloosheid naar ondernemerschap blijft tot op vandaag echter zeer beperkt. Het aandeel van werklozen (NWWZ) dat uitstroomt naar werk en daarbij kiest voor een zelfstandige baan schommelt tussen de 2 à 3 % van alle instromers. Er is daarentegen wel een groot potentieel aan werkzoekenden met ondernemerschapsambities: uit cijfers van VDAB blijkt dat 11.806 werkzoekenden 1

interesse tonen voor een zelfstandige activiteit via aanduiding in het werkzoekendedossier. Bijna 21 % van dit aantal zijn 45-plussers. Bovenstaande elementen zetten ons ertoe aan om de werkhervattingstoeslag te heroriënteren naar een adequate premie die de transitie van werkloosheid naar ondernemerschap bevordert. Gebrek aan kapitaal en financiële middelen zijn één van de grote drempels voor ondernemerschap. Het voorzien van een zekere vorm van financiële zekerheid en veiligheid kan personen met een ondernemersidee overtuigen om de stap naar zelfstandige arbeid te zetten. Een transitiepremie voor zelfstandigen kan daarmee de brug slaan tussen werkloosheid en ondernemerschap, door een ondersteunende premie te voorzien gedurende een bepaalde periode terwijl een eigen zaak wordt opgestart. Zonder de beperking van het financieel risico durven personen met een ondernemersambitie het soms niet aan om de stap naar ondernemer te zetten. Zo geven we een hernieuwde invulling aan het begrip werkhervatting door werkzoekenden die het liefst hun eigen job vormgeven, de kans te geven om te starten met een eigen zaak. 3. Inhoud van het decreet Het voorliggend decreet voert een nieuwe premie in voor het stimuleren van de transitie van werkzoekenden naar ondernemerschap en bouwt de huidige werkhervattingstoeslag af. 1. Het ontwerpdecreet machtigt de Vlaamse regering om de modaliteiten uit te werken van een nieuwe premie voor het stimuleren van de transitie van werkzoekenden naar ondernemerschap (transitiepremie genoemd). 2. Het huidige stelsel werkhervattingstoeslag wordt stopgezet. Vanaf datum van inwerkingtrede van de regelgeving is er geen nieuwe instroom in het huidige stelsel meer mogelijk. 3. De lopende werkhervattingstoeslagen kunnen voortgezet worden onder de toegestane voorwaarden en voor de toegestane periode. Voorwaarde is dat de begunstigden de premie kregen of hebben aangevraagd vóór de datum van inwerkingstrede van deze regelgeving. Deze dossiers doven op termijn uit. In het decreet leggen we de grote lijnen vast van deze nieuwe premie: Het betreft een maandelijkse transitiepremie voor ondernemers, die kan toegekend worden aan de werkzoekende, die zich in het Vlaamse Gewest vestigt als zelfstandige in hoofdberoep na een voorbereidend prestarterstraject met succes te hebben beëindigd. De Vlaamse regering bepaalt verder de leeftijd, wat verstaan wordt onder werkzoekende of daarmee gelijkgesteld, wat verstaan wordt onder een voorbereidend prestarterstraject en de attestering ervan en alle andere modaliteiten van de premie (het bedrag van de transitiepremie, de periode van toekenning, etc) 2

De premie wordt betaald op het moment van overgang naar een zelfstandigestatuut en kan niet gecumuleerd worden met een uitkering in het kader van de werkloosheidsverzekering, ziekte- of invaliditeitsverzekering of met een aanvullende vergoeding in het kader van het stelsel voor werkloosheid met bedrijfstoeslag (het vroegere conventioneel brugpensioen). Ook mogelijke cumul met andere steunmaatregelen voor werkzoekenden die zich vestigen als zelfstandigen zal verder worden onderzocht en bepaald worden door de Vlaamse Regering. We maken de nieuwe transitiepremie afhankelijk van het succesvol doorlopen van een voorbereidend prestarterstraject. Deze trajecten werken in op de voorbereiding van werklozen als zelfstandige. Tijdens het traject kan men de werkloosheidsuitkering combineren met de voorbereiding van de eigen zaak. We positioneren de transitiepremie dus als een vervolg op een succesvol prestarterstraject, op het moment dat de werkzoekende zich inschrijft als zelfstandige in hoofdberoep. Door de premie in te zetten op dit kantelmoment verlagen we de financiële drempel en onzekerheid voor werkzoekenden die ondernemerschapsambities hebben, en verhogen we de kans dat de stap naar ondernemerschap daadwerkelijk wordt gezet. De aansluiting op de prestarterstrajecten betekent bovendien dat de premie niet zonder meer wordt toegekend, maar dat doorheen het traject wordt toegekeken op het engagement van de betrokkene en de haalbaarheid van het ondernemingsplan. Op deze manier besteden we de middelen zo doelmatig mogelijk. 4. Advies SERV en de Raad van State 4.1 Advies SERV De SERV bracht haar advies uit op 7 augustus 2017. De sociale partners zijn de piste van het ondernemerschap genegen, evenals de heroriëntering richting werk-zorgtrajecten. Daarnaast herhalen zij een aantal eerder geformuleerde mogelijke (bijkomende) scenario s waaronder een aangepaste werkhervattingstoeslag 55+ met focus op lage lonen, en een heroriëntering naar langdurig zieken en langdurig werkzoekenden. De sociale partners kwamen hieromtrent niet tot een consensusadvies. Het merendeel van de sociale partners waardeert dat de premie geleidelijk wordt uitgedoofd en er niet wordt ingebroken in verworven rechten. Ze stellen vragen met betrekking tot de modaliteiten van de transitiepremie. Deze worden echter bij uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering geregeld en niet in dit decreet. De vraag naar afstemming met federale maatregelen, waaronder Springplank voor zelfstandigen wordt niet decretaal meegenomen, maar wordt wel in uitvoering van het decreet opgenomen. Het merendeel van de sociale partners vraagt naar welke fiscale en parafiscale behandeling van toepassing zal zijn op de transitiepremie, gezien de huidige werkhervattingstoeslag beschouwd wordt als een werkloosheidsuitkering. Vlaanderen is niet bevoegd om de transitiepremie fiscaal als vervangingsinkomen in aanmerking te laten komen. Dit is federale materie. 3

4.2 Advies Raad van state De Raad van State bracht zijn advies uit op 28 september 2017 onder nr. 62.059/1. De Raad van State formuleerde een beperkt aantal bemerkingen. Hieronder volgt een overzicht van deze bemerkingen, alsook een reactie hierop. M.b.t. de bevoegdheid De ontworpen regelgeving inzake de transitiepremie komt in de plaats van de vroegere regeling betreffende de werkhervattingstoeslagen, en behoort dus tot de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest. Aanpassingen waren bijgevolg niet noodzakelijk. M.b.t. de vormvereisten Geen opmerkingen Onderzoek van de tekst Algemene opmerkingen Op de vraag hoe de ontworpen regeling zich verhoudt tot de Europese staatssteunreglementering, heeft de gemachtigde voorgesteld om het hiernavolgende artikel toe te voegen aan het ontwerp, als een nieuw artikel 2, en om de huidige artikelen 2 tot 11 te vernummeren: Art. 2. Dit decreet valt onder de toepassing van de verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de minimissteun en de latere wijzigingen ervan. De door de gemachtigde voorgestelde bepaling houdt een waarborg in dat bij de uitvoering van het aan te nemen decreet door de Vlaamse Regering de Europese regelgeving inzake staatssteun wordt nageleefd. Er kan dan ook worden ingestemd met de voorgestelde toevoeging aan het ontwerp. Bovenstaand artikel werd toegevoegd en de bestaande artikelen werden vernummerd. Artikelsgewijs Artikel 4 Het verdient aanbeveling om artikel 4 van het ontwerp op een meer bevoegdheidsconforme wijze te formuleren als volgt: De transitiepremie voor ondernemers wordt slechts toegekend op voorwaarde dat voor dezelfde maand noch een uitkering in het kader van de werkloosheidsverzekering of de ziekte- en invaliditeitsverzekering, noch een aanvullende vergoeding in het kader van het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt toegekend. Artikel 4 werd aangepast. 4

Artikelen 8 en 9 Uit de bepalingen in artikel 8 en 9 dient te worden afgeleid dat personen die op grond van de huidige regelgeving vóór de inwerkingtreding van het decreet een werkhervattingstoeslag hebben aangevraagd doch deze nog niet genieten de dag voor de inwerkingtreding van het decreet, geen recht meer hebben op een dergelijke toeslag. Vraag is of dit overeenstemt met de bedoeling van de steller van het ontwerp, en of niet ook voor deze categorie van personen in een overgangsregeling moet worden voorzien. In elk geval zal het ontbreken van een overgangsregeling voor deze categorie van personen in overeenstemming moeten kunnen worden geacht met het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel, wat impliceert dat voor het verschil in behandeling dat er uit voortvloeit een redelijke verantwoording voorhanden is. Artikel 9 werd aangepast zodat personen die de werkhervattingstoeslag aanvragen en voldoen aan alle toekenningsvoorwaarden, zoals bepaald in uitvoering van de besluitwet van 28 december 1944, vóór de inwerkingtreding van het decreet, nog recht hebben op de toeslag. Een overgangsregeling werd derhalve voorzien. Slotopmerking Ter wille van de rechtszekerheid is het raadzaam om de regeling met betrekking tot de werkhervattingstoeslag, zoals opgenomen in de besluitwet van 28 december 1944 en het koninklijk besluit van 25 november 1991, uitdrukkelijk op te heffen. Met het oog hierop kan een bepaling worden toegevoegd aan het ontwerp. Een bepaling hieromtrent werd opgenomen (artikel 12 en 13). Deze artikelen zullen pas op een latere datum in werking treden dan de overige artikelen, namelijk op het moment dat er geen begunstigden van de overgangsregeling meer zijn. In artikel 14 wordt daarom bepaald dat de datum van inwerkingstrede voor iedere bepaling door de Vlaamse Regering wordt vastgesteld. B. Toelichting bij de artikelen. Voorafgaande opmerking In het voorontwerp van decreet werd de term gehanteerd voorbereidend ondernemerschapstraject. Deze term is echter juridisch verankerd in de wetgeving van de Syntra 1, waar de ondernemerschapstrajecten de overkoepelende term is voor de opleidingen die de Syntra aanbieden. Om onduidelijkheid en verwarring te voorkomen met Syntra ondernemerschapstrajecten werd in het ontwerp van decreet de term voorbereidend ondernemerschapstraject vervangen door prestarterstraject. 1 Art. 26, 1, 2 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming Syntra Vlaanderen vermeldt de ondernemerschapstrajecten bij het aanbod van trajecten. In art. 31 1 van hetzelfde decreet wordt het ondernemerschapstraject als volgt gedefinieerd : 1. Het ondernemerschapstraject, vermeld in artikel 26, 1, 2, is een door het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen gescreend traject, dat afgestemd is op een sectoraal beroepscompetentieprofiel, een generiek ondernemersprofiel of regelgeving. Het omvat competentieversterkende acties en activiteiten die naar zelfstandig ondernemerschap leiden, waarin een uitstroom als kmo-medewerker mogelijk is. Voor de dienstverlenende intellectuele beroepen, waarvan het zelfstandig ondernemerschap niet door een opleiding in een centrum kan worden verworven, leiden de competentieversterkende acties en activiteiten, vermeld in het eerste lid, uitsluitend naar een uitstroom als kmomedewerker. 5

Artikel 1 Dit artikel bepaalt het territoriaal aanknopingspunt. Het decreet betreft een gewestbevoegdheid, dit overeenkomstig artikel 6, 1, IX, 7, c van de BWHI. De nieuwe transitiepremie wordt toegekend op basis van plaats van tewerkstelling in het Vlaamse Gewest. De werkhervattingstoeslag (die uitdooft) wordt eveneens toegekend op basis van de plaats van de werkhervatting (tewerkstelling) in het Vlaamse gewest. Artikel 2 Dit artikel bepaalt dat de transitiepremie staatssteun is en valt onder de Europese de-minimis regelgeving. Artikel 3 Dit artikel bepaalt de aard van de maatregel en het toepassingsgebied. Het gaat om een maandelijkse transitiepremie voor ondernemers die vanuit de werkloosheid het werk hervatten en die zich daarbij in het Vlaamse Gewest vestigen als zelfstandige in hoofdberoep nadat ze een voorbereidend prestarterstraject met succes hebben beëindigd. Artikel 4 Dit artikel machtigt de Vlaamse Regering om de concrete modaliteiten van de nieuwe premie te bepalen. Het gaat over 1 het bedrag van de transitiepremie voor ondernemers, de leeftijd van de begunstigde, de periode van toekenning en de overige modaliteiten ervan, 2 wat verstaan wordt onder werkzoekende of daarmee gelijkgesteld, 3 wat verstaan wordt onder een voorbereidend prestarterstraject en de criteria/attestering die worden opgelegd om te bepalen wat een succesvolle afronding van zulk traject betekent en 4 met welke steunmaatregelen van de Vlaamse Overheid voor werkzoekenden die zich in het Vlaamse Gewest vestigen als zelfstandige in hoofdberoep, de transitiepremie voor ondernemers niet mag gecumuleerd worden. Artikel 5 Dit artikel definieert de cumulatievoorwaarden met andere inkomsten. De premie kan niet gecumuleerd worden d.w.z. voor de dezelfde maand dat de premie wordt toegekend mag er geen cumul zijn met een uitkering in het kader van de werkloosheidsverzekering of de ziekteof invaliditeitsverzekering noch mag de begunstigde van de premie een aanvullende vergoeding ontvangen in het kader van het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag. Artikelen 6, 7 en 8 Deze artikelen geven een rechtsgrond aan de toepassing van het sociaalrechtelijk toezicht op de nieuwe transitiepremie en op de (uitdoof van) werkhervattingtoeslag. Artikel 8 neemt strafbepalingen op ten einde te kunnen optreden bij overtredingen (bv. foutieve informatie of andere) en als preventie tegen mogelijk misbruik. 6

Artikel 9 en 10 Deze artikelen bepalen de opheffingsbepalingen in bestaande wetgeving. Artikel 9 bepaalt dat er geen nieuwe instroom in het huidige stelsel van werkhervattingstoeslag meer mogelijk is vanaf de datum van inwerkingtreding van dit decreet. Nieuwe aanvragen voor de toekenning van een werkhervattingstoeslag worden vanaf datum van inwerkingtreding geweigerd. Artikel 10 regelt de overgangsbepalingen. De werkhervatters die een werkhervattingstoeslag genieten of hebben aangevraagd en daarbij voldoen aan alle toekenningsvoorwaarden, zoals bepaald in uitvoering van de besluitwet van 28 december 1944, vóór de inwerkingtreding van dit decreet (de lopende dossiers genoemd), behouden dit recht voor de toegestane voorwaarden en voor de toegestane periode. Wijzigt er iets aan de voorwaarden dan stopt de uitkering. De toegestane periode voor premies van onbepaalde duur (de overgrote meerderheid van de premies) kan in principe duren tot aan de pensioen leeftijd. De werkhervattingstoeslag dooft met ander woorden langzaam uit. Artikel 11 Dit artikel bepaalt de verjaringstermijn voor rechtsvorderingen. Artikel 12 en 13 De artikelen 12 en 13 heffen de regeling op betreffende de werkhervattingstoeslag zoals opgenomen in de besluitwet van 28 december 1944 en het werkloosheidsbesluit; de inwerkingtreding van deze opheffing kan pas gebeuren op het moment dat er geen begunstigden van de overgangsregeling meer zijn. Artikel 14 Dit artikel bepaalt dat de datum van inwerkingstrede voor iedere bepaling door de Vlaamse Regering wordt vastgesteld. De artikelen 12 en 13 zullen pas op een latere datum in werking treden dan overige artikelen, namelijk op het moment dat er geen begunstigden van de overgangsregeling meer zijn. 7

De minister-president van de Vlaamse Regering, Geert BOURGEOIS De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, Philippe MUYTERS 8