Eindexamen scheikunde havo 2001-II



Vergelijkbare documenten
Correctievoorschrift HAVO. Scheikunde (nieuwe stijl)

Eindexamen scheikunde havo 2001-I

Eindexamen scheikunde havo II

Eindexamen scheikunde havo 2002-II

Eindexamen scheikunde havo 2000-II

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Eindexamen scheikunde havo 2005-I

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2002-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2004-I

Eindexamen scheikunde havo 2002-I

Eindexamen scheikunde havo 2006-I

Eindexamen scheikunde havo 2004-I

Eindexamen scheikunde havo 2005-II

Eindexamen scheikunde havo 2007-II

Eindexamen scheikunde vwo II

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2006-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2004-I

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2003-II

Eindexamen scheikunde havo 2008-I

Eindexamen scheikunde havo 2000-I

Eindexamen scheikunde havo 2003-II

scheikunde havo 2017-I

Correctievoorschrift HAVO en VHBO. Scheikunde

Eindexamen havo scheikunde II

Correctievoorschrift HAVO. Scheikunde (nieuwe stijl)

Eindexamen scheikunde havo 2003-I

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2003-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2001-I

Eindexamen scheikunde havo 2007-I

Eindexamen scheikunde pilot vwo II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2003-I

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2006-II

Eindexamen scheikunde havo I

Correctievoorschrift HAVO. Scheikunde (oude stijl) Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak CV21 Begin

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift HAVO en VHBO. Scheikunde oude stijl

Correctievoorschrift HAVO. Scheikunde (oude stijl)

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2002-I

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2001-I

Eindexamen scheikunde havo I

Correctievoorschrift HAVO en VHBO. Scheikunde oude stijl

scheikunde vwo 2017-II

Oefenopgaven Polymeerchemie

Eindexamen scheikunde vwo I

Correctievoorschrift HAVO. Scheikunde (oude stijl)

Stabilisator voor PVC

Eindexamen scheikunde havo 2004-II

Eindexamen scheikunde pilot vwo II

Eindexamen scheikunde havo I

Eindexamen scheikunde havo II

Eindexamen scheikunde pilot vwo II

Eindexamen havo scheikunde pilot 2013-I

-Cl> 'C C ::::::I. ~ Cl> J: e

Correctievoorschrift VBO-MAVO-D. Scheikunde

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2002-II

Eindexamen scheikunde havo I

Eindexamen havo scheikunde pilot II

Correctievoorschrift VWO. Scheikunde

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018

2oOO. -Cl) "'C > Beroeps. - Correctievoorschrift VBO-MAVO-D. :::- Onderwijs. ..c "'C. ::l. Voorbereidend. Tijdvak 1. Middelbaar ca.

Eindexamen scheikunde havo 2008-II

Correctievoorschrift VWO. Scheikunde 1 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. Scheikunde 1 (nieuwe stijl)

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

IM4--14 ONDERWIJS IN 1 MAV04. Maandag 17 mei, uur. NATUUR- EN SCHEIKUNDE H (Scheikunde) OPEN VRAGEN

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-II

Eindexamen vwo scheikunde pilot I

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2001-II

Correctievoorschrift VWO. Scheikunde

Correctievoorschrift VWO. Scheikunde

Vraag Antwoord Scores. na de pijl 1. + HCl NH 4. O NH OH gevolgd door H + + OH H 2

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2005-I

Het is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.

Correctievoorschrift HAVO. Scheikunde nieuwe stijl. Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak 2

Correctievoorschrift VWO. Scheikunde (oude stijl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Tijdvak 2

Correctievoorschrift HAVO. Scheikunde (nieuwe stijl)

2oOO. -Cl) "'C Gl. 1< Onderwijs. > Beroeps. - Correctievoorschrift VBO-MAVO-C. ::a "'C ::;, Voorbereidend. Onderwijs. Tijdvak 1.

Eindexamen vwo scheikunde I

scheikunde bezem vwo 2016-I

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

Correctievoorschrift HAVO. Scheikunde (nieuwe stijl)

Eindexamen havo scheikunde pilot I

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017

Correctievoorschrift VWO. scheikunde (oude stijl) inzenden scores Voor dit examen hoeft u geen afnamegegevens aan de Citogroep te verstrekken.

Correctievoorschrift HAVO. Scheikunde (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. Scheikunde

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2005-I

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo II

_ Correctievoorschrift HAVO en VHBO

Eindexamen scheikunde 1 vwo II

Correctievoorschrift VWO. Scheikunde 1,2 (nieuwe stijl)

Vraag Antwoord Scores

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

Eindexamen scheikunde vwo II

Eindexamen vwo scheikunde pilot II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2005-II

Eindexamen scheikunde pilot havo I

Transcriptie:

Eindexamen scheikunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Energievoorziening in de ruimte et (uiteenvallen van de Pu-38 atomen) levert energie dus het is een exotherm proces. er komt energie vrij aantal protonen: 9 aantal neutronen: 4 symbool: U juiste aantal protonen aantal neutronen: 38 verminderd met het aantal protonen én verminderd met 4 symbool van het element dat past bij het aantal protonen Als niet het symbool, maar de naam van element X is gegeven, dit goed rekenen. 3 8 N + N O 4 O + 4 O + 3 N juiste formules van de stoffen voor en na de pijl en kloppend gemaakt N en O kloppend gemaakt 4 Een juiste berekening leidt tot de uitkomst 5,5 0 5 (g). berekening van het aantal mol 8 N :,8 0 5 (g) delen door de massa van een mol 8 N (60,0 g) berekening van het aantal mol N O 4 dat nodig is: aantal mol 8 N vermenigvuldigen met berekening aantal g N O 4 dat nodig is: aantal mol N O 4 vermenigvuldigen met de massa van een mol N O 4 (9,0 g) en De significantie van de uitkomst van de berekening hier niet beoordelen. Als in de vergelijking bij vraag 3 een andere molverhouding is aangegeven dan : en in een overigens juiste berekening bij vraag 4 deze molverhouding is gebruikt, het antwoord op vraag 4 goed rekenen, tenzij deze andere molverhouding : is. In dit geval voor een overigens juist antwoord punten toekennen. www. - -

Eindexamen scheikunde havo 00-II Schelp 5 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: en een reactievat met doorboorde stop en een overleidbuisje een bekerglas met omgekeerde maatcilinder beide (gedeeltelijk) gevuld met water / een gasmeetspuit Maximumscore 6 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: De massa-afname wordt (per tijdseenheid) steeds kleiner. De grafiek gaat steeds minder steil naar beneden. 7 Een juiste berekening leidt tot de uitkomst,45 0 - of,48 0 - (mol). aflezen van de massa van de schelp (,64 of,65 g) en van de eindmassa (,56 g) berekening van het aantal gram O dat is ontstaan: massa van de schelp verminderen met de eindmassa berekening van het aantal mol O : het aantal gram O delen door de massa van een mol O (44,0 g) 8 Een juiste berekening leidt tot een uitkomst die ligt tussen 9,9 en 93,7 (massaprocent). berekening van het aantal gram ao 3 : aantal mol ao 3 (= aantal mol O van vraag 7) vermenigvuldigen met de massa van een mol ao 3 (00, g) berekening van het massapercentage ao 3 : massa ao 3 delen door de afgelezen totale massa van de schelp en vermenigvuldigen met 0 en Wanneer een onjuist antwoord op vraag 8 het consequente gevolg is van een onjuist antwoord op vraag 7, moet het antwoord op vraag 8 volledig worden goed gerekend. Als bij vraag 7 een scorepunt is afgetrokken voor een rekenfout en/of een fout in de eenheid van de uitkomst en/of een fout in de nauwkeurigheid van de uitkomst, en bij vraag 8 ook een rekenfout en/of een fout in de eenheid van de uitkomst en/of een fout in de nauwkeurigheid van de uitkomst is gemaakt, hiervoor bij vraag 8 geen scorepunt aftrekken. 9 Bianca en esja hebben een te kleine massa-afname gemeten (doordat een deel van het O is opgelost). Ze hebben daardoor een te laag massapercentage berekend. er is een te kleine massa-afname gemeten www. - -

Eindexamen scheikunde havo 00-II 0 Door de hogere concentratie van het zoutzuur is bij het tweede experiment de reactiesnelheid hoger, dus de massa op t = 4 minuten is kleiner dan, gram. bij het tweede experiment is de reactiesnelheid hoger (doordat de concentratie van het zoutzuur hoger is) Een antwoord als: Door het kleinere volume van het zoutzuur kan bij het tweede experiment minder koolstofdioxide oplossen, dus de massa op t = 4 minuten is kleiner dan, gram. goed rekenen. DRI pellets Fe Indien de formule Fe + of Fe 3+ is gegeven Indien de formule FeO of Fe O 3 is gegeven het smeltpunt van ijzer is 8 K / 538 (er ontstaat vloeibaar ijzer, dus) de temperatuur in de hoogoven is minimaal het smeltpunt van ijzer (dus minimaal 8 K / 538 ) Indien als antwoord alleen De temperatuur in de hoogoven is minimaal 8 K / 538. is gegeven 0 3 Fe O 3 + 3 O Fe + 3 O Fe O 3 voor de pijl en Fe na de pijl O voor de pijl en O na de pijl Indien een van de volgende vergelijkingen is gegeven: Fe O 3 + 3 O Fe + + 3 O Fe O 3 + 3 O Fe 3+ + 3 O 4 Een voorbeeld van een juist antwoord is: DRI-pellets zijn poreus waardoor ze een groter oppervlak hebben (dan een even zwaar bolletje ijzer dat op de traditionele manier is gemaakt). (Daardoor reageren ze sneller met zuurstof). DRI-pellets zijn poreus DRI-pellets hebben een groter oppervlak (en reageren daardoor sneller met zuurstof) 5 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: Water is (volgens tabel 48 uit BINAS) een te zwakke oxidator (om met ijzer te reageren). IJzer is (volgens tabel 48 uit BINAS) een te zwakke reductor (om met water te reageren). Een antwoord als: Water staat in tabel 48 van BINAS lager dan ijzer. goed rekenen. www. - 3 -

Eindexamen scheikunde havo 00-II 6 + O O voor de pijl en O na de pijl O voor de pijl en juiste coëfficiënten Indien de vergelijking + O O is gegeven Maximumscore 7 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: Er kan een explosie ontstaan, omdat waterstof wordt gevormd. IJzer reageert (weer) met water, waarbij waterstof ontstaat. Er kan waterstof ontstaan. Er kan een explosie ontstaan. Indien een antwoord is gegeven als een van de volgende: Dan reageert ook de rest van het ijzer IJzer reageert met water Water kan ontleden 0 Maagzuur 8 3 0 - (mol L - ) Indien een overigens juist antwoord in meer dan significant cijfer is gegeven Indien een onjuist antwoord in significant cijfer is gegeven 9 Mg(O) + + Mg + + O Mg(O) voor de pijl en Mg + na de pijl + voor de pijl en O na de pijl Indien een van de volgende vergelijkingen is gegeven: Mg(O) + l Mgl + O Mg(O) + + Mg + + O + O - 0 Een juiste berekening leidt tot de uitkomst 6,86 (mmol) en de conclusie dat pepsine niet minder actief wordt. berekening van het aantal mmol magnesiumhydroxide: 00 (mg) delen door de massa van een mmol Mg(O) (58,33 mg) berekening van het aantal mmol + : aantal mmol magnesiumhydroxide vermenigvuldigen met en De significantie van de uitkomst van de berekening dient hier niet beoordeeld te worden. Als in de vergelijking bij vraag 9 een andere molverhouding is aangegeven dan : en in een overigens juiste berekening bij vraag 0 deze molverhouding is gebruikt, het antwoord op vraag 0 goed rekenen, tenzij deze andere molverhouding : is. In dit geval voor een overigens juist antwoord punten toekennen. www. - 4 -

Eindexamen scheikunde havo 00-II Ammoniak N + 3 N 3 N en voor de pijl en N 3 na de pijl en Als in plaats van de pijl een evenwichtsteken is gegeven, dit goed rekenen. Als in de vergelijking Fe is opgenomen, hiervoor punt aftrekken. formule: NO 3 naam : salpeterzuur Indien bij de formule van een ander zuur de juiste naam van dat zuur is gegeven 3 Waterstof staat elektronen af / is een reductor en reageert dus aan de positieve elektrode. waterstof staat elektronen af / waterstof is een reductor 4 N + 6 + + 6 e - N 3 e - voor de pijl Maximumscore 5 Bij hoge temperatuur ontleedt het ammoniak (gedeeltelijk) (zodat de opbrengst lager is). Maximumscore 6 Bij hoge temperatuur is de reactiesnelheid groter. Een antwoord als: De insteltijd van het evenwicht is korter. goed rekenen. Kunststofverpakkingen 7 keten van 6 -atomen met enkelvoudige bindingen rest van de atomen juist weergegeven uiteinden weergegeven met of of www. - 5 -

Eindexamen scheikunde havo 00-II 8 De moleculen van polypropeen bestaan uit (lange) ketens / hebben geen dwarsverbindingen, dus polypropeen is een thermoplast. de moleculen van polypropeen bestaan uit (lange) ketens / hebben geen dwarsverbindingen Een antwoord als: Polypropeen is een thermoplast, want de stof kan gerecycled (gesmolten) worden. goed rekenen. 9 Voorbeelden van juiste argumenten voor verbranding zijn: Er komt energie bij vrij (die nuttig gebruikt kan worden). Kunststoffen hoeven niet gescheiden te worden ingezameld. Voorbeelden van juiste argumenten voor recycling zijn: ergebruik bespaart grondstoffen / energie. Er ontstaan geen verbrandingsproducten die nadelig zijn voor het milieu. per juist argument bij het gegeven standpunt 30 of 5 5 juist symbool juist nummer Maximumscore 4 3 3-hydroxybutaanzuur butaan als stamnaam zuur als achtervoegsel hydroxy als voorvoegsel 3 als plaatsaanduiding Indien de naam 3-hydroxypropaancarbonzuur of 3-butanolzuur is gegeven Indien de naam -carboxy--propanol is gegeven 3 et antwoord 3-hydroxy--butaanzuur goed rekenen. www. - 6 -

Eindexamen scheikunde havo 00-II 3 O O de estergroep in de formule na de pijl juist weergegeven rest van de formule na de pijl juist weergegeven de coëfficiënt en de formule voor de pijl en O na de pijl juist weergegeven Indien in een overigens juist antwoord de structuurformule van het isomere anhydride of de isomere ether is gegeven en O O O Als voor de pijl geen coëfficiënt is gegeven, maar tweemaal dezelfde structuurformule is getekend, dit goed rekenen. Als in plaats van de pijl een evenwichtsteken is gegeven, dit goed rekenen. O O + O O Snijbloemenvoedsel 33 een zout is opgebouwd uit ionen in een oplossing kunnen de ionen vrij bewegen (en daardoor elektrische stroom geleiden) en / of in de vaste vorm kunnen de ionen niet vrij bewegen (en daardoor de elektrische stroom niet geleiden) Maximumscore 34 koolstof Maximumscore 35 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: De zwarte stof is (vermoedelijk) koolstof. Bij ontleding / verhitting van organische stoffen ontstaat meestal koolstof / zwarte stof. 36 Uit tabel 45A blijkt dat sulfaat de enige daar genoemde ionsoort is die met koperionen geen neerslag geeft en met bariumionen en zilverionen wel een neerslag kan geven. noemen van sulfaationen sulfaationen slaan niet neer met koperionen sulfaationen kunnen een neerslag geven met bariumionen en met zilverionen Als in het antwoord bijvoorbeeld de term koper wordt gebruikt in plaats van de term koperionen, hiervoor geen punt aftrekken. 37 l - l + e - l - voor de pijl en l na de pijl e - na de pijl en juiste coëfficiënten Indien de volgende vergelijking is gegeven: l + e - l - 38 kleur voor de reactie: blauw kleur na de reactie: rood / oranje www. - 7 -