Energiepremies evaluatie stelsel 201 en2014 Inleidi Deze nota wil statistische elementen en vaststellien aanreiken over de uitvoeri van het premiestelsel dat van kracht was in 201-2014, met de bedoeli er lessen uit te trekken bij de uitwerki van het premiestelsel voor 2016. Voor de context is het belarijk om nog eens aan te halen dat het premiestelsel 2014 ten opzichte van het vorige stelsel aanzienlijk was herzien. Met name het bedrag van de toegekende premies was flink teruggeschroefd omdat de begroti voor de energiepremies na de aanzienlijke budgetoverschrijdi in 201 weer onder controle moest geraken. In 2015 werd het stelsel van in 2014 gewoon verled. De nota frist eerst nog eens de basisprincipes van het energiepremiestelsel op. Dan volgt een stand van zaken in verband met de begrotisuitvoeri van de premies in 2014 en de eerste maanden van 2015. Hier wordt bevestigd dat het systeem sinds 2014 in vlotte budgettaire banen verloopt. Een aantal cijfergegevens met betrekki tot de uitvoeri van het premiestelsel in 201-2014 en enkele belarijke vastgestelde punten komen ook aan bod. Tot slot geeft de nota in de vorm van een tabel het resultaat mee van de raadplegien in juni 2015 bij de partijen die in het bijzonder bij de energiepremies betrokken zijn. Basisprincipes van het huidige energiepremiestelsel Het in 2014 opgezette energiepremiestelsel is een centraal apparaat binnen het energiebeleid en is erop gericht de energieprestatie van de gebouwen structureel te verbeteren. Het spitst zich in de eerste plaats toe op de ondersteuni van een krachtigere energie-efficiëntie van de Brusselse gebouwen en is een van de doeltreffendste middelen om het verbruik te doen verminderen, getuige de projecties die werden gerealiseerd voor de uitwerki van het geïntegreerde Lucht-, Klimaat-, Energieplan. De energiepremies zorgen ook voor ondersteuni in de ontplooii van hernieuwbare energiebronnen. Er kwamen eveneens premies om de keuze voor het aanschaffen van energiezuinige huishoudtoestellen aan te moedigen. Tot slot kwam er een bonussysteem tot stand dat de keuze van duurzame materialen bij het implementeren van energie-efficiënte oplossien moet aanmoedigen. Momenteel bieden de EPB-eisen voor nieuwbouw en renovaties waarvoor een stedenbouwkundige vergunni vereist is voldoende garantie op hoge energieprestaties voor de gebouwen die hieraan gehouden zijn. De EPB-eisen zijn daarentegen niet van toepassi op talrijke renovaties waarvoor geen stedenbouwkundige vergunni nodig is. Het energiepremiestelsel heeft dan ook als roepi de bouwheren aan te moedigen zodat de energieambitie bij renovatiewerkzaamheden waarvoor geen EPB-eisen gelden er geleidelijk aan voor zorgt dat de desbetreffende gebouwen tot prestaties komen die vergelijkbaar zijn met de prestaties van gebouwen die vallen onder de EPB-eisen. Het stelsel richt zich tot alle consumenten: huisgezinnen, overheidssector, privésector (al dan niet handelssector). Nochtans is het niet de hoofdbedoeli van het energiepremiestelsel een basisinstrument bij investerien te zijn, wat budgettaire middelen zou vergen die momenteel buiten het bereik van het energiebeleid liggen. Het betreft een financiële steun die de bouwheer bij werkzaamheden een op energievlak ambitieuzere keuze laat dan mogelijk was als hij niet over de premie beschikte. Door de eigenlijke opzet komt het premiemechanisme ten goede aan hen die reeds van plan waren investerien in hun gebouw te doen, namelijk de eigenaars-bewoners en de eigenaars-verhuurders, de investeerders. Pagina 1
Het aandeel premies dat deze doelgroepen ten goede komt, wordt eveneens beïnvloed door de omva van de werkzaamheden die ze bereid zijn te laten uitvoeren en de energieambities die ze ten aanzien hiervan koesteren, die dan weer worden beïnvloed door het inkomensniveau van de verbruikers of de budgetten die tot hun beschikki staan (overheden, bedrijven,...). Vanuit sociaal oogpunt werden er corrigerende mechanismes iesteld om te zorgen voor een krachtigere financiële stimulans voor mensen met een lager inkomen of voor instanties waarvan de energie-investerien voornamelijk ten goede zullen komen van bevolkisgroepen met een laag inkomen (OVM, SVK), met name door een onderscheid in het premiebedrag volgens het inkomensniveau van de huisgezinnen of het type van betrokken orgaan en een systeem van groene leni aan 0 %, bovenop de premies om de desbetreffende investerien te financieren. Uitvoeri van de begroti 201, 2014 en eerste maanden 2015 2015 (op 20/07/2015) Aanvankelijke begroti Gerealiseerd vastleggien vereffenien vastleggien vereffenien 201 21.524.000 19.15.000 22.90.915 20.162.819 2014 21.600.000 19.6.000 2.519.51 20.599.852 21.600.000 21.77.000 1 7.555.466 7.089.67 6.545.172.250.564 Totaalbedrag van de aanvaarde dossiers in afwachti van betali In 201 bereikte het voor de premies vastgelegde budget, na transfers van niet-gebruikte begrotisallocaties, nagenoeg 22,5 miljoen euro. Het jaar erna werd, om de schuld van de vorige stelsels aan te zuiveren, een deel van het budget dat was voorbestemd voor de projectoproep Voorbeeldgebouwen uitzonderlijk gebruikt voor de vastleggi en de uitbetali van de energiepremies. Het verschil tussen het aanvankelijke budget en het daadwerkelijk vastgelegde budget werd ievuld door interne herverdelien die de situatie van 201 moesten rechttrekken. Het dient benadrukt te worden dat de vastleggiscijfers voor 2014, die de goedgekeurde kredieten voor het aanvankelijke budget overschrijden, sterk getekend zijn door de overgeërfde schuld uit het stelsel van 201. Op de 2,519 euro die werd vastgelegd, kwam 15,16 euro immers van een overdracht van het stelsel van de jaren ervoor, waarvan 1,91 euro van het stelsel 201. Een overdracht van het ene jaar naar het andere is natuurlijk, maar hier is de orde van grootte uitzonderlijk. Door de hervormi van het eind 201 opgestarte en sinds begin 2014 geldende premiesysteem - verlei voor 2015 - konden de vanaf 2014 aaevraagde bedragen worden gereduceerd. We verwachten dan ook dat het in 2015 vastgelegde budget binnen de perken van de aanvankelijk goedgekeurde begroti blijft. Vaststellien in verband met het gebruik van de premies in 201 en 2014 Samenvatti begrotisjaar 2014 1 = 19.6.000 (opdracht 15) + 1.744.000 (opdracht 22) Pagina 2
Grafiek 1 - % van de geboekte bedragen per premiegroep premiegroep Grafiek 2 - % van het aantal premies per Grafiek - % van de bedragen van de B-premies (Isolatie en Ventilatie) Bemerkien: 94 % van het bedrag van de in 2014 toegekende premies spitst zich rechtstreeks toe op een sterkere energie-efficiëntie van de gebouwen (isolatie, ventilatie, verwarmi, energiezuinige investerien). Binnen deze posten halen de prioritaire investerien ook het leeuwenaandeel naar zich toe (isolatie daken en muren, verwarmi met goede prestaties, isolerende beglazi). 2 % betreft de hernieuwbare energiebronnen; 98 % van de premiedossiers voor werkzaamheden (95 % van de bedragen) betreffen renovaties; Hoewel het slechts over 49 % van de aanvragen gaat, verbruiken de isolatie- en ventilatiepremies 78 % van het budget. De premies voor energiezuinige huishoudtoestellen zijn goed voor 20 % van de premieaanvragen, maar voor een totaalbudget van %. Pagina
Spreidi per premietype over "stelseljaren" 2 201-2014 201 2014 Premietype Aantal Bedrag Gemidde ld bedrag Aantal Bedrag Gemidde ld bedrag A1 Energieaudit 75 94.006 1.25 55 90.512 1.646 A2 Haalbaarheidsstudie 15 48.7.222 7 22.980.28 A4 Energieboekhoudi 1 108.815 108.815 7 41.157 5.880 A5 Blowerdoortest 1 17.512 565 28 19.562 699 B1 Dakisolatie 1.25 2.606.18 2.080 2.072 4.08.507 1.971 B10 Passief- / laagenergetisch gebouw 59 1.955.785.149 40 1.410.871 5.272 B2 Isolatie van de muren 822 6.06.581 7.77 1.065.281.891.082 B Vloerisolatie 149 24.00 1.571 64 515.427 1.416 B4 Plaatsi van isolerende beglazi 4.2 6.668.92 1.59.106 1.660.528 55 B5 Groendak 16 22.054 1.78 59 81.485 1.81 B7 Buitenzonneweri 185 59.744 2 250 100.250 401 B8 Gecontroleerde mechanische ventilatie 220 521.722 2.71 252 529.971 2.10 C1 Condensatieketel 2.16.62.906 1.675 2.506 1.719.99 686 C1-B Renovatie van de stookplaats 1 8.19 8.19 4 20.820 5.205 C2 Doorstroomgasboiler 85 167.826 46 1.000 57.084 57 C Thermische regeli 1.419 1.79 24 1.912 40.891 225 C4 Warmtepomp 9 157.228 4.01 127.86.875 D1 Zonneboiler 61 04.888 4.998 9 148.619.811 D2 Fotovoltaïsche zonnepanelen 4.956 989 7 6.240 5.177 D Hernieuwbare energiebronnen 1 69.404 69.404 1 2.060 2.060 E1 Warmtenet 409.006 16.5 14 47.046.789 E2 Installatie voor warmtekrachtkoppeli 12 492.212 41.018 15 19.816 9.21 E4 Verlichtisinstallaties 20 61.058.05 92 0.187 28 E5 Frequentieregelaar 57 12.16 216 6 217.576 6.26 F Energiezuinige huishoudtoestellen 2.209 411.98 186.842 85.26 217 1.52 24.454.496 16.776 16.77.607 Tabel 1 Aantal; totaal- en gemiddelde bedragen per premietype over de stelseljaren 201 en 2014 Opmerkien: de cijfers zijn een momentopname van 15/07/2015. 2 Het "stelseljaar" dat overeenkomt met de investerisdatum (datum van de saldofactuur) wordt gebruikt om het premiebedrag, alsook de technische en de administratieve toekennisvoorwaarden te bepalen. Als we de weerslag van de veranderi van een premiestelsel op een ander willen vergelijken, bijvoorbeeld de verlagi van een bedrag, dan is het "stelseljaar" het referentiejaar. Omwille van de termijnen tussen de datum van de saldofactuur, de indienisdatum en de behandelistermijn volgens de complexiteit of de volledigheid van de aanvraag, evolueren het aantal premies en de totaalbedragen van een stelseljaar en komen ze slechts na een volledig jaar vast te staan. Het gemiddelde premiebedrag is daarentegen vanaf het einde van het stelseljaar nagenoeg stabiel. Pagina 4
Verschil tussen de premiestelsels 201 en 2014: De sterke verlagien van bepaalde premiebedragen hebben het gemiddelde bedrag van de ontvaen premies sterk doen inkrimpen (B2 isolatie van de muren, B4 isolerend glas en C1 condensatieketel). Daardoor kon het budget van het stelsel van 2014 na de moeilijkheden met de stelsels in 2012 en 201 binnen zijn enveloppe blijven; Ondanks de sterke dali van het bedrag van premie C1 (condensatieverwarmi) gi het aantal aanvragen niet naar omlaag. Het aantal premies voor beglazi met goede prestaties liep daarentegen sterk terug. Het aantal aanvragen voor dakisolatie nam met meer dan 50 % toe. Deze premie gebruikt haast 20 % van het budget. In 2014 steeg het aantal aanvragen voor huishoudtoestellen sterk. Het budget is meer dan verdubbeld. Spreidi per premietype over begrotisjaren 201-2014 201 2014 Bedrag Gemidd eld bedrag Aantal Bedrag Gemidde ld bedrag Premietype Aantal A1 Energieaudit 8 91.709 1.105 56 9.591 1.671 A2 Haalbaarheidsstudie 4 6.71 1.678 17 54.269.192 A4 Energieboekhoudi 1 71.96 71.96 5 124.116 24.82 A5 Blowerdoortest 27 15.599 578 2 1.240 576 B1 Dakisolatie 1.456 2.596.962 1.784 1.760.480.114 1.977 B10 Passief- / laagenergetisch gebouw 28 1.58.901 54.961 59 2.670.489 45.26 B2 Muurisolatie 845 5.466.786 6.470 1.124 5.768.2 5.12 B Vloerisolatie 19 28.875 1.28 16 446.817 1.414 B4 Plaatsi van isolerende beglazi 4.575 5.725.241 1.251.779 4.45.868 1.179 B5 Groendak 5 96.725 2.764 47 66.701 1.419 B7 Buitenzonneweri 240 18.82 578 225 80.820 59 B8 Gecontroleerde mechanische ventilatie 200 457.750 2.289 27 496.776 2.096 C1 Condensatieketel 2.652 4.041.129 1.524 2.75 2.609.040 1.099 C1-B Renovatie van de stookplaats - 0 0 2 14.515 7.257 C2 Doorstroomgasboiler 25 87.841 74 686 272.19 97 C Thermische regeli 1.476 29.155 199 1.691 427.266 25 C4 Warmtepomp 1 112.07.615 44 189.651 4.10 D1 Zonneboiler 66 58.995 5.49 6 429.84 6.816 D2 Fotovoltaïsche zonnepanelen 9 9.57 1.040 6 6.589 1.098 D Hernieuwbare energiebronnen 1 69.404 69.404-0 0 E1 Warmtenet 1 9.006 9.006 2 400.000 200.000 E2 Installatie voor warmtekrachtkoppeli 8 248.449 1.056 16 706.24 44.145 E4 Verlichtisinstallaties 18 45.19 2.511 19 142.427 7.496 E5 Frequentieregelaar 71 2.592 2 70 18.286 261 E6 Verbeteri van de energie-efficiëntie 1 4.518 4.518-0 0 F Energiezuinige huishoudtoestellen 2.911 52.81 180 2.906 62.617 215 G Premie Federatie 1 66.660 66.660-0 0 15168 22.68.800 15528 2.588.272 Tabel 2 Aantal; totaal- en gemiddelde bedragen per premietype over de stelseljaren 201 en 2014 Bemerkien: Bij premies B10 (passief- / laagenergetisch) premies voor voorbeeldfunctie - gaat het over een totaalbedrag van iets meer dan 10 % van het totaalbudget. Pagina 5
Spreidi per type en inkomenscategorie van de rechthebbenden Cat. A - Basisinkomen Cat. B - Gemiddeld inkomen Cat. C - Laag inkomen Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag Huisgezin 5.101 5.001.540 2.757 2.7.441 6.126 6.094.0 Privé 1.024 6.21.299 Doelpubliek 150 2.90.926 70 624.0 14.16.765 2.7.441 6.718.066 Tabel Spreidi van het budget 2014 in functie van de inkomenscategorie. Premies werkzaamheden Premies Bewoner Niet-bewoner huishoudtoestellen Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag Eigenaar 7.560 9.62.466 4.49 10.04.56 1.998 416.204 Beheerder 77 691.514 400 2.260.652 Huurder 99 198.459 6 11.991 908 207.41 10.252.440 12.426.999 62.617 Tabel 4 Spreidi van het budget 2014 in functie van de aard van de premies en die van de aanvrager Bemerkien: Vooral huisgezinnen kunnen van de energiepremies profiteren, met een bedrag van 1,8 miljoen euro in 2014, tegen 6,2 miljoen euro in de privésector buiten de huisgezinnen en,5 miljoen euro in de overheidssector; We stellen vast dat de huisgezinnen met een laag inkomen (categorie C) zowel het grootste deel van de premies als het hoogste bedrag krijgen; Herinneri - DE INKOMENSCATEGORIEËN Standaard behoort elke aanvrager tot de basiscategorie. Om tot een andere categorie te behoren bezorgt de aanvrager alle documenten die noodzakelijk zijn om de inkomsten van het huisgezin te bepalen. alleenstaande persoon samenwonenden of (echt)paar Basiscategorie (standaard voor iedereen) Meer dan 60.000 Meer dan 75.000 Gemiddeldeinkomenscategorie Tussen 0.000 en 60.000 Tussen 45.000 en 75.000 Lage-inkomenscategorie Minder dan 0.000 Minder dan 45.000 Deze inkomensplafonds worden: - vermeerderd met 5.000 als de aanvrager en de eventueel andere personen in de gezinssamenstelli op de datum van de aanvraag minder dan 5 jaar oud is/zijn. - vermeerderd met 5.000 per persoon fiscaal ten laste zoals vermeld op het aanslagbiljet "Personenbelasti en aanvullende belastien" van de dienst Belastien. De OVM's, het Wonifonds, de SVK's of de personen die met deze instellien een huurcontract afsloten, hebben recht op de "lage-inkomenscategorie", net zoals wie een "Brusselse groene leni" krijgt. Pagina 6
De overheidssector krijgt het hoogste gemiddelde bedrag per premie: 6.785 euro/premie. Dit bedrag loopt op tot 6.085 euro/premie voor de privésector buiten de huisgezinnen en tot 988 euro/premie voor de huisgezinnen. Dit laatste cijfer wordt op natuurlijke wijze verklaard doordat huisgezinnen voornamelijk op de schaal van een individuele woni investeren en, in de tweede plaats, doordat een groot aantal "huisgezinpremies" huishoudtoestellen betreffen, wat het gemiddelde premie/huisgezin doet dalen; De eigenaars ontvaen meer dan 85 % van de bedragen. Hieronder krijgen eerst en vooral eigenaars-bewoners premies voor werkzaamheden (7.560 tegen 4.49 niet-bewonende eigenaars), maar deze laatsten - wiens werken ten goede komen van de huurders mogen rekenen op hogere gemiddelde bedragen per premie (2.07 euro/premie tegen 1.28 euro/premie voor de eigenaars-bewoners). De verklari is er waarschijnlijk in gelegen dat, in het bijzonder voor wat de huisvesti aaaat, de niet-bewonende eigenaars werkzaamheden voor verscheidene wonien (collectieve wonien) en niet-individuele eenheden doen; Rechtstreeks krijgen huurders - logischerwijze - eerder weinig premies, maar ze profiteren er uiteraard wel van via de investerien van de niet-bewonende eigenaars. Het aantal "onrechtstreekse rechthebbende huurders" kunnen we jammer genoeg niet becijferen; Verwachte uitzonderi: huurders zijn goed voor een derde van de premies voor huishoudtoestellen (in aantal en bedragen). Spreidi per gemeente Gemeente Totaalbedrag Premiebedrag met RVOHR-bonus Anderlecht 1.495.657 548.604 7% Oudergem 789.141 18.099 2% Sint-Agatha-Berchem 268.5.410 1% Brussel 4.214.020 1.418.271 4% Etterbeek 1.017.665 15.565 1% Evere 468.880 27.225 6% Vorst 1.507.877 409.692 27% Ganshoren 25.11.47 1% Elsene 2.027.60 442.547 22% Jette 822.272 18.78 17% Koekelberg 147.885 44.40 0% Sint-Jans-Molenbeek 970.06 29.22 4% Sint-Gillis 985.504 561.044 57% Sint-Joost-ten-Noode 157.865 154.012 98% Schaarbeek 2.525.917 884.92 5% Ukkel 2.50.904.162 0% Watermaal-Bosvoorde 906.576 0% Sint-Lambrechts-Woluwe 1.2.41 0% Sint-Pieters-Woluwe 1.220.527 1.59 0% 2.588.272 5.0.09 Bedrag RVOHR-bonus: 482.099 Tabel 5 Spreidi van het budget 2014 per gemeente en percentage RVOHR-bonus Bemerkien: De RVOHR-bonus waarbij de inwoners van een dergelijk gebied 10 % extra krijgen, is van toepassi op meer dan 20 % van de aanvragen. De bonus verbruikt daarentegen slechts 2 % van de bedragen. Pagina 7
Resultaat van de raadplegi van de belahebbende partijen De bij de energiepremies betrokken actoren werden geraadpleegd met het oog op de uitwerki van het premieprogramma 2016. Om hun op- en bemerkien over het huidige energiepremiestelsel, alsook hun verwachtien en voorstellen voor het stelsel dat eraan komt te kunnen geven, werden ze uitgenodigd voor een overlegvergaderi of mochten ze een nota indienen. Hieronder de lijst met de geraadpleegde actoren: Feedback Actor Datum Beschrijvi Vergaderi CBBH 15/06/2015 Raadplegisvergaderi op het kabinet met Hughes Kempeneers van de CBBH. Vergaderi FBMD 15/06/2015 Raadplegisvergaderi op het kabinet met François Grévisse van de FBMD. Vergaderi ICEDD 15/06/2015 Raadplegisvergaderi op het kabinet met Julien Simon en Gauthier Keutgen van het ICEDD. Vergaderi SNP 15/06/2015 Raadplegisvergaderi op het kabinet met Olivier Hamal van het "syndicat national des propriétaires". Vergaderi PHP 19/06/2015 Raadplegisvergaderi op het kabinet met Marny Di Pietrantonio en Vincent Szpirer van het Passiefhuis- Platform. Vergaderi 22/06/2015 Raadplegisvergaderi op het kabinet met. Nota 12/06/2015 Voorstel van over de evolutie van de energie- en de renovatiepremies Nota 15/06/2015 Na het verzoek hieromtrent van Jean-Bernard Cuvelier stuurden de Energiehuizen hun evaluatie van de energiepremies door. Nota CGEW 0/06/2015 Na het verzoek hieromtrent van Florence Debrouwer heeft de Coördinatie Gas-Elektriciteit-Water Brussel haar overwegien meegedeeld. Onderstaande tabel geeft een samenvatti van hun vaststellien en voorstellen voor de toekomst. Ze worden voorgesteld in functie van de doelstellien van de energiepremies: Pagina 8
Doelstelli kabinet Actor Vaststelli Voorstelli van de actoren Zich vergewissen dat het geld 1 Energieefficiëntie van de premies wordt gebruikt voor het meeste CO2-winst thermische zonnepanelen) 1 Energieefficiëntie 1 Energieefficiëntie Noord Centrum Montgomery CGEW 2 Doelgroep FBMD, SNP 2 Doelgroep SNP 2 Doelgroep Noord 2 Doelgroep Zuid Instabiliteit van het stelsel zet niet aan tot het ondernemen van werkzaamheden De verschillende medebewoners van een mede-eigendom moeten worden bewust gemaakt omtrent hun reële verbruik. Bepaalde bevolkisgroepen wensen geen leni. Meer premies toekennen aan eenvoudigere technieken (bijvoorbeeld dakisolatie in plaats van Voorstel: - Centrum - Zorgen voor een premiestelsel over meerdere jaren () - Montgomery: 2 jaar Prioriteit moet gaan naar een verminderd energieverbruik door de renovatie van de bestaande gebouwen (isolatie van de huizen en prestaties van de ketels) met een erg slechte energieprestatie. Premies toekennen voor de installatie van individuele meters in een mede-eigendom waar er geen zijn. De BGL toegankelijk maken voor verenigien van mede-eigenaars. Prefinancieri mogelijk maken (zonder een leni te hoeven aaaan - zoals de BGL) Het de VME's vergemakkelijken de nodige stappen te ondernemen 2 Doelgroep ICEDD Derde-partij-investeri in de hand werken 2 Doelgroep ICEDD Uitbreiden van de rechthebbenden op lenien aan een preferentiële rentevoet 2 Doelgroep Levensnoodzakelijk om een voorschot te krijgen om de werkzaamheden te betalen Uitbreiden van de werkzaamheden die in aanmerki komen voor lenien aan een preferentiële rentevoet 2 Doelgroep De leenbare sommen verhogen FBMD 2 Doelgroep Het risico geen premie te krijgen remt de kandidaten af om te investeren Voorzien in de premiebelofte voor bedragen lager dan 0k. 2 Doelgroep SNP Voorzien in energiepremies die slechts in aanmerki zouden komen als het huurbedrag onder een bepaalde drempel ligt (huurprijsrooster). 2 Doelgroep Noord 2 Doelgroep Noord 2 Doelgroep 2 Doelgroep FBMD 2 Doelgroep FBMD De eigenaars mogen de premies niet aanwenden om de waarde van hun goed en hun huur te verhogen. De eigenaars mogen de premies niet aanwenden om de waarde van hun goed en hun huur te verhogen. De overeenkomsten met de SVK's duren niet la genoeg. In bepaalde gevallen is centrale verwarmi geen oplossi. Bovendien kan een huurder een convector kopen. Categorie C (die volgens een snelle berekeni van Noord 80 % van de huisgezinnen Bij een eigenaar-verhuurder een huurcontract als voorwaarde stellen voor de toekenni van de premie, zonder verhogi van de huur. Zich ervan vergewissen dat er voor de eigenaarsverhuurders een huurcontract met een voldoende lae duur bestaat De verplichte duur voor het verhuren van gerenoveerde gebouwen aan SVK's optrekken tot 9 jaar (zoals renovatiepremie) Voorzien in een premie voor energiezuinige convectors. Het bedrag van de premies in de C-categorieën (voor de huisgezinnen) verhogen. Pagina 9
2 Doelgroep Noord 2 Doelgroep FBMD Zuid 2 Doelgroep Noord 2 Doelgroep Centrum 2 Doelgroep 2 Doelgroep Centrum 2 Doelgroep West West Centrum Centrum Montgomery Zuid vertegenwoordigt) krijgt geen 80 % van het bedrag van de premies. Categorie C (die volgens een snelle berekeni van Noord 80 % van de huisgezinnen vertegenwoordigt) krijgt geen 80 % van het bedrag van de premies. De bestaansonzekere bevolkisgroepen hebben niet de mogelijkheid om te investeren; hier en daar is men evenwel bereid om de werken zelf te doen. Lage inkomens profiteren onvoldoende van de premies Lage inkomens profiteren onvoldoende van de premies Categorie C (die volgens een snelle berekeni van Noord 80 % van de huisgezinnen vertegenwoordigt) krijgt geen 80 % van het bedrag van de premies. Lage inkomens profiteren onvoldoende van de premies Lage inkomens profiteren onvoldoende van de premies De huisgezinnen evolueren al eens sneller dan het aanslagbiljet. Een nieuwe categorie in het leven roepen (zeer zwak - D) voor inkomens (bijv.:< 15.000). De bedragen van de premies zouden dan indicatief worden en er niet alleen zijn om de meerkosten te dekken. Voorstel: - FBMD: begeleide zelfrenovatie - Een sociaaleconomiebedrijf helpt de aanvrager met het installeren van het isolerende materiaal en staat garant voor de goede uitvoeri - Zuid: ondersteuni bij zelf-bouwen (voorwaarde hierbij is een controle door een begeleider -, Stadswinkel, NW, ) Voorstel: - elektropremie voor een nieuwe categorie D (zeer laag inkomen) - RVOHR-bonus vervaen door bonus voor categorie D. - Geld vastzetten per inkomenscategorie. => geen stopzetti voor het einde van het jaar. Een maximale-inkomensgrens vastleggen op het verkrijgen van premies Categorie A afschaffen De bonus RVOHR-bonus verhogen Geen RVOHR-bonus aan aanvragers in categorie A geven De gezinssamenstelli en het aanslagbiljet niet meer aan de aanvrager vragen, maar LB de mogelijkheid geven er automatisch toega toe te krijgen. Een beter systeem dan het aanslagbiljet vinden om de juiste gezinssamenstelli en de inkomsten van het gezin op het ogenblik van de indieni van het dossier te krijgen. Administratieve last verminderen: geen foto meer Administratieve last verminderen: geen formulier meer laten invullen door de aannemer De aanvragers een ontvastbewijs toesturen. De formulieren veranderen en ze naar de aard van de aanvrager opmaken (huurder, eigenaarverhuurder / bewoner, mede-eigenaar, ) Een dossier per bouwplaats en niet per premie indienen. Of toch minstens slechts een keer de bijlagen bij de formulieren indienen. Pagina 10
FBMD SNP 4 Leesbaarheid Noord 4 Leesbaarheid Centrum 4 Leesbaarheid CGEW 4 Leesbaarheid Zuid Montgomery 5 Harmonisatie 5 Harmonisatie 5 Harmonisatie FBMD 5 Harmonisatie 5 Harmonisatie Centrum 5 Harmonisatie CGEW 5 Harmonisatie Zuid 5 Harmonisatie Zuid Momenteel hoort een gebouw van meer dan 10 jaar oud tot de categorie "Renovatie" Om de uitgevoerde werkzaamheden te kunnen bepalen moet de factuur gedetailleerd zijn. Als bij de indieni van een aanvraag per e-mail het bijgevoegde document te zwaar is, gaan de bijlagen verloren De goede uitvoeri van de werkzaamheden nagaan Onbegrip inzake de verschillen in toegasniveaus tussen renovatie- en energiepremies Bij de energiepremies is er een vermeerderi als het huisgezin een (echt)paar is. Niet bij energiepremies De doelgroepen van de FBMD hebben nood aan een nagenoeg volledige financieri van hun REG-investeri. Enkel eigenaars-bewoners hebben toega tot de renovatiepremie. De huisgezinnen hebben nood aan gedecentraliseerde structuren dichtbij huis De termijn herzien en gelijkschakelen met de termijn van de renovatiepremie: 15 jaar. Gebruik van een gedetailleerd prijsbestek dat als referentie voor de facturen kan dienen Erin voorzien om dossiers online te kunnen bijvoegen Voorzien in controlebezoeken Voorzien in een globaal programma (zoals in Vlaanderen) met middellaetermijnverplichtien (alle daken geïsoleerd tegen 2020) en stimuli, premies om dit te bereiken. Een specifieke begeleidi voor kwetsbare bevolkisgroepen op poten zetten om ze tot investerien aan te zetten: bepaalde REGinvesterien (dakisolatie,...) zijn rendabel, maar gebeuren door gebrek aan kennis niet door kwetsbare bevolkisgroepen. Specifieke diensten voor de vulgarisatie, typeprijsbestekken, aannemerslijsten,... Specifieke begeleidi voor huisgezinnen behouden (OCMW, sociale werkers) en de opleidi van sociale werkers door FBMD. Gebrek aan hulpmiddelen/tabel met alle premies samen Uniformiteit inkomenscategorie met renovatieen energiepremies De vermeerderi voor (echt)paren weglaten De energiepremies volstaan niet en moeten worden aaevuld door andere mechanismes (bijv. renovatiepremie). Toega geven tot de renovatiepremie aan iedere aanvrager, van welke aard ook. Opdracht gewestelijk : toegaspoort tot energiepremies en een bevoorrechte band tussen deze entiteit en LB creëren. Betreurt het verdwijnen van de bijkantoren van het. Band tussen cumuleerbare premies (energie - renovatie): automatische koppeli van de cumuleerbare premies Harmonisatie van de technische premiecriteria (tussen energie- en renovatiepremie - voorbeeld isolatie van de muren) Pagina 11
5 Harmonisatie Zuid 5 Harmonisatie Zuid 5 Harmonisatie 6 Opportuniteite n 6 Opportuniteite n 7 Aandachtspunt en LB 7 Aandachtspunt en LB 7 Aandachtspunt en LB 7 Aandachtspunt en LB 7 Aandachtspunt en LB WEST Centrum Zoniën CBBH, ICEDD ICEDD PHP 8 Overige CBBH 8 Overige Noord Sommige premies worden toegekend terwijl de werkzaamheden stedenbouwkundig in overtredi zijn. Het bedrag van de premie voor superisolerende beglazi ligt te laag ten opzichte van de kostprijs van de beglazi De voorbeeldgebouwen en de premies zijn een onontbeerlijke stimulans voor de transitie van de Brusselse aannemien naar duurzaam bouwen De premies zetten niet voldoende aan tot het gebruik van natuurlijke materialen. Het is belarijk om globaal na te denken over de renovatie van zijn gebouw. De premies moeten aanzetten tot realisaties die tot voorbeeld strekken, zodat het BHG een voortrekker kan zijn. Dat was het geval met de op de passiefstandaard geïnspireerde EPB-standaard 2015. Nu is het zaak een gelijkaardige benaderi voor renovaties voor te stellen. Sociale dumpi van ondernemien die sociaal of fiscaal niet in orde zijn. Harmonisatie van de indieniswijzen + invoeren van andere, modernere mogelijkheden (online). Het premiebeheer centraliseren bij een enkele gewestelijke administratie. Voor bepaalde types van gebouwen de twee stelsels laten samensmelten. Een stedenbouwkundige controle van de gemeente gelijkaardig aan die van de renovatiepremies invoeren Voorstel: - West, Centrum: het premiebedrag verhogen Voorstel: - CBBH: absoluut noodzakelijk om de premies te behouden - ICEDD: premies voor voorbeeldfunctie behouden (natuurlijke isolatie, ) - ICEDD: de huidige technische voorwaarden niet vereenvoudigen. - ICEDD: de verspreidi van de technische expertise versterken/bestendigen (opleidien, begeleidi). De bonus voor natuurlijke bouwmaterialen voor de posten waar het mogelijk is behouden en verhogen Voorstel: - De toekenni van de premies koppelen aan de voorwaarde van een voorafgaande energieaudit van het gebouw - Streven naar gegroepeerde premies om een globale visie op de energierenovatie in de hand te werken. - Idee van investerisondersteuni gebaseerd op het Duitse model (KfW): subsidie voor de studie; leni aan preferentiële rentevoet; nazicht van de eisen na de werkzaamheden. Het renovatiepaspoort: geen premies meer voor eenmalige irepen, maar wel voor globale renovaties in een of meerdere fasen, op voorwaarde dat een zekere energie-eis wordt gehaald. Behoud van de premies voor de zware (nagenoeg passief-)renovaties. De lage-energiepremie moet aantrekkelijk zijn. Nagaan of de ondernemien een goed kwaliteitsniveau halen en geen fiscale of sociale schulden hebben. Raadplegi van de energieactoren en rekeni houden met hun bijdrage: bijvoorbeeld zorgen voor een sturigevend orgaan Pagina 12
8 Overige ICEDD 8 Overige ICEDD 8 Overige ICEDD 8 Overige 8 Overige Bijkomende kosten voor ventilatie zijn aanzienlijk Nieuwgebouwde wanden komen niet in aanmerki voor premies want ze zijn onderworpen aan de EPB. Het bestaande laten functioneren (bijvoorbeeld de reguleri van de bestaande systemen optimaliseren) Voor warmteproducerende hernieuwbareenergiesystemen, zorgen voor een systeem van "groenewarmtecertificaten", net als voor elektriciteit. Daardoor zou men kunnen nagaan of het systeem werkt zoals het hoort. Thermische zonnepanelen: isolatie van de boiler mag er niet toe leiden dat standaardboilers op de markt niet in aanmerki komen. De ventilatiepremie optrekken Het heropbouwen van wanden opnieuw invoeren (zelfs als er een toename van de nuttige oppervlakte is) Pagina 1