Stichting Pensioenfonds Yara Nederland Reglement 1c 2015 Towers Watson



Vergelijkbare documenten
Reglement 1c. Stichting Pensioenfonds Yara Nederland. Ingangsdatum 1 januari 2017 Vastgesteld in de bestuursvergadering van 19 december 2016

Reglement 1a II. Stichting Pensioenfonds Yara Nederland. Medewerkers geboren vóór 1 januari Versie Correspondentieadres:

Reglement 1c. Stichting Pensioenfonds Yara Nederland. 1 augustus 2014 Gesloten per 1 augustus Correspondentieadres:

Reglement 1c. Stichting Pensioenfonds Yara Nederland. Ingangsdatum 1 januari 2018 Vastgesteld in de bestuursvergadering van 27 februari 2018

Reglement 1a II. Stichting Pensioenfonds Yara Nederland. Medewerkers geboren vóór 1 januari Versie 1 januari Correspondentieadres:

Reglement Aanvullend Arbeidsongeschiktheidspensioen (AAOP) Stichting Pensioenfonds Yara Nederland. 1 januari Correspondentieadres:

Stichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008

Addendum op het pensioenreglement van 1 januari 1988, versie 8

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Reglement Anw-hiaatpensioen

Reglement Anw-hiaatpensioen

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling

Reglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd 2014

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Pensioenreglement van kracht per 1 januari 2016 Stichting Pensioenfonds Atradius Nederland

RANK XEROX (NEDERLAND) B.V. PENSIOENREGLEMENT

PENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 jan 2017 pagina 1 van 47

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

delta lloyd pensioenfonds

PENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 juli 2015 pagina 1 van 47

PER 1 JANUARI 2015 PENSIOENREGLEMENT RICOH NEDERLAND MET INGANG VAN 1 JANUARI 2015 UITGEVOERD DOORAEGON LEVENSVERZEKERING N.V.

Pensioenreglement 2006B Stichting Pensioenfonds Interpolis,

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Pensioenreglement 2006A, Stichting Pensioenfonds Interpolis

PENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. 1 januari 2018

PENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. 1 januari 2015

PENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. 1 januari 2008

Pensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:

Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd Pensioenreglement 2017

PENSIOENREGLEMENT C. Pensioenreglement C van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 januari pagina 1 van 50

Aanvulling 3 op het Pensioenreglement 2011

STICHTING PENSIOENFONDS RICOH NEDERLAND

Bijlage A2 PENSIOENREGLEMENT a.s.r.

Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd. Pensioenreglement (vastgesteld 29 maart 2017)

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Progress. Pensioenreglement 2002

PENSIOENREGLEMENT M I D D E L L O O N. Stichting Pensioenfonds GITP. Nijmegen

Progress. Pensioenreglement 2002

Stichting Pensioenfonds HAL. Pensioenreglement WIA -Excedentpensioen

HAGEMEYER REGELING 2015

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam

Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67)

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedek- kingsbedrijven (Bpf-Bitumen)

REXEL NEDERLAND REGELING 2014

Pensioenbijspaarreglement van Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

PENSIOENREGLEMENT. Gewijzigd per: 1 januari 2014 Goedkeuringsdatum : 17 december 2013 Definitieve versie

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS HAGEMEYER REGELING 2018

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

HAGEMEYER REGELING 2014

PENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. 1 januari 2019

PENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van ExxonMobil OFP per 1 januari 2019 pagina 1 van 51

Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd 2015

Oudedagregelingen. 6b.19 6b.20 6b.21 6b.22 6b.23 6b.24 6b.25 6b.26 6b.27 6b.28 6b.29. 6b.30 6b.31. 6b.32. 6b.33 6b.34 6b.35

PENSIOENREGLEMENT 2017 G.E. ARTESIA B.V. Deze Pensioenregeling wordt uitgevoerd door het OFP GE EUROPEAN PENSION FUND

Nr. 62 Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg. Pensioenreglement van Huntsman Holland B.V.

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Stichting Pensioenfonds Trespa. Brochure Pensioenregeling

RANK XEROX (NEDERLAND) N.V. PENSIOENREGLEMENT

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

P E N S I O E N R E G L E M E N T M I D D E L L O O N. Stichting Pensioenfonds GITP. Nijmegen

VOORBEELDPENSIOENREGLEMENT. Middelloonregeling met vaste werkgeverspremie en met opbouw partnerpensioen. Leeswijzer voorbeeldpensioenreglement

REGLEMENT voor Anw-hiatenpensioen. van. Stichting Pensioenfonds Haskoning. Nijmegen. Reglement ANW-hiatenpensioen, versie januari 2012

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

RANK XEROX (NEDERLAND) N.V. PENSIOENREGLEMENT

Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd 2015

RANK XEROX (NEDERLAND) N.V. PENSIOENREGLEMENT

Inhoudsopgave. Rexel Nederland Regeling

Pensioenreglement van kracht per 1 januari 2018

Pensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

REGLEMENT WAO-HIATENPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Aanvullend reglement

Stichting Pensioenfonds Xerox

Middelloon-pensioenregeling op basis van een uitkeringsovereenkomst met gemaximeerde werkgeverspremie en met opbouw nabestaandenpensioen

PENSIOENREGLEMENT Stichting Pensioenfonds BP. Versie 1.0

Reglement ANW-hiaatverzekering. van. Pensioenfonds Deloitte

Pensioenreglement 2004 Stichting Pensioenfonds Interpolis

PENSIOENREGLEMENT STICHTING PENSIOENFONDS URENCO NEDERLAND. Versie

Werkgever: Metro, en de door de directie aangewezen verbonden. ondernemingen, waarmee de stichting, onder goedkeuring van de

STICHTING PENSIOENFONDS DUPONT NEDERLAND. Pensioenreglement voor de Eindloonregeling

INHOUDSOPGAVE. Bladnummer 2 van 38

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie. Pensioenreglement 2002

Toelichting. Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Pensioenreglement. Stichting Pensioenfonds RBS Nederland

PENSIOENREGLEMENT PER 1 JANUARI

PENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds GE Artesia Bank. Amsterdam

STICHTING PENSIOENFONDS RICOH NEDERLAND PER 1 JANUARI 2015 MET INGANG VAN 1 JANUARI 2015 UITGEVOERD DOOR AEGON LEVENSVERZEKERING N.V.

Prepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland. versie 1 oktober 2014

Bijlagen bij Pensioenreglement 2006

Fondsreglement. Van Stichting Pensioenfonds Sanoma Magazines Nederland. Voor de werknemers van Sanoma Men s Magazines B.V.

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)

Transcriptie:

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland Reglement 1c Correspondentieadres: Stichting Pensioenfonds Yara Nederland Postbus 2 4540 AA SLUISKIL Tel. 0115-474446 Versie 2015.01

Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 Deelnemerschap... 7 Artikel 3 Pensioenaanspraken... 8 Artikel 4 Aanvaarding van pensioenaanspraken... 8 Artikel 5 Grondslag voor de berekening van de pensioenen... 10 Artikel 6 Ouderdomspensioen... 12 Artikel 7 Partnerpensioen... 13 Artikel 8 Wezenpensioen... 14 Artikel 9 Pensioenaanspraken uit hoofde van werken in ploegendienst... 16 Artikel 10 Flexibele keuzemogelijkheden... 17 A Gedeeltelijk in laten gaan van het ouderdomspensioen... 19 B Vervroeging van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen... 20 C Uitruil van partnerpensioen in ouderdomspensioen... 21 D Variatie hoogte ouderdomspensioen... 23 Artikel 11 Voorwaardelijke aanpassing van pensioenen... 25 Artikel 12 Deeltijd dienstverband... 26 Artikel 13 Uitbetaling... 27 Artikel 14 Beëindiging van het deelnemerschap voor de pensioendatum... 27 Artikel 15 Waardeoverdracht... 28 Artikel 16 Echtscheiding of beëindiging van het geregistreerd partnerschap of de gezamenlijke huishouding... 29 Artikel 17 Verevening ouderdomspensioen bij scheiding... 31 1januari 2015

ii Artikel 18 Kosten van de pensioenregeling... 32 Artikel 19 - Algemene bepalingen... 33 Artikel 20 Vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid... 35 Artikel 21 Gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van de deelnemers... 37 Artikel 22 Geen of lager recht op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid... 38 Artikel 23 Plichten van de deelnemer... 39 Artikel 24 Afkoop van kleine pensioenen... 40 Artikel 25 Verbod op vervreemding... 41 Artikel 26 Bijzondere bepalingen... 41 Artikel 27 Glijclausule... 43 Artikel 28 Onvoorziene gevallen en geschillen... 43 Artikel 29 Overgangsbepalingen... 44 Artikel 30 Inwerkingtreding en overgangsbepaling... 47 Bijlage 1 Franchise en Grensbedragen... 49 Bijlage 2 Afkoopfactoren kleine pensioenen... 50 Bijlage 3 Vervroegings-/uitstelfactoren... 55 Bijlage 4 Uitruilvoet per leeftijd... 56 Bijlage 5 Factoren voor Hoog-laag en Laag-Hoog... 57 Bijlage 6 Inhaaltoeslag... 59

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit reglement wordt verstaan onder: Arbeidsongeschiktheidspercentage: Het arbeidsongeschiktheidspercentage dat volgens de WIA of WAO hoort bij de uitkering op grond van die wetten. Bij de vaststelling van dit percentage is in geval van de WAO-uitkering door het UWV rekening gehouden met eventuele neveninkomsten. Beleidsdekkingsgraad: De gemiddelde dekkingsgraad van het pensioenfonds van de 12 maanden voorafgaand aan het moment van vaststelling. Bestuur: Het Bestuur van het pensioenfonds. Deelnemer: De werknemer als bedoeld in artikel 2, lid 1 van dit pensioenreglement. Gepensioneerde: De persoon voor wie het ouderdomspensioen is ingegaan. Geregistreerde partner: de persoon waarmee de (gewezen) deelnemer voor de burgerlijke stand een geregistreerd partnerschap in de zin van artikel 1:80a BW heeft. Gewezen deelnemer: De persoon wiens deelnemerschap op grond van artikel 2, lid 6 is geëindigd en die op grond van dit voormalig deelnemerschap reglementaire aanspraken op pensioen heeft behouden, anders dan als gepensioneerde. Kinderen: - kinderen die tot de (gewezen) deelnemer in familierechtelijke betrekking staan als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek;

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 4 - pleegkinderen en kinderen die tot de echtgenoot of (geregistreerde) partner van de deelnemer in familierechtelijke betrekking staan als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek. - pleegkinderen en kinderen die tot de echtgenoot of (geregistreerde) partner van de deelnemer in familierechtelijke betrekking staan dienen door de (gewezen) deelnemer te worden opgevoed en geheel of nagenoeg geheel door de deelnemer te worden onderhouden. Kinderen dienen voor de pensioendatum aan deze voorwaarden te voldoen. Nabestaande: - indien de (gewezen) deelnemer gehuwd is: de weduwe/ de weduwnaar; - indien de (gewezen) deelnemer voor de burgerlijke stand een geregistreerd partnerschap is aangegaan: de geregistreerde partner; - indien de (gewezen) deelnemer een gezamenlijke huishouding met een partner voert: de partner; - indien de (gewezen) deelnemer gehuwd is geweest of een geregistreerd partnerschap, dan wel een gezamenlijke huishouding heeft gevoerd: de gewezen echtgenoot, de gewezen geregistreerde partner of de gewezen partner. Partner: de ongehuwde persoon die geen geregistreerd partnerschap is aangegaan, die geen verwant in de rechte lijn van de deelnemer is en met wie de ongehuwde (gewezen) deelnemer blijkens een notarieel verleden samenlevingsovereenkomst gedurende tenminste een half jaar een gezamenlijke huishouding voert. Als aanvangsdatum van de gezamenlijke huishouding geldt de aanvangsdatum van de gezamenlijke huishouding die is vermeld in bovengenoemde notariële akte. Pensioendatum: De eerste dag van de maand waarin het ouderdomspensioen ingaat doch uiterlijk op de eerste dag van de volgende maand waarin de AOW gerechtigde leeftijd wordt bereikt.

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 5 Pensioenfonds: Stichting Pensioenfonds Yara Nederland, gevestigd te Sluiskil. Pensioenrichtdatum: De eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de (gewezen) deelnemer de leeftijd van 67 jaar bereikt. Prepensioen Tijdelijke ouderdomspensioenuitkering ingaande op de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer de leeftijd van 61 jaar en 8 maanden bereikt tot de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer de leeftijd van 65 jaar bereikt. UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Verzekeraar: Een verzekeraar die op grond van de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van levensverzekeraar of schadeverzekeraar mag uitoefenen. WAO: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering; zoals deze wet op 1 augustus 1993 luidt, met inachtneming van de daarna aangebrachte wijzigingen, tenzij het pensioenfonds binnen 6 maanden nadat een wijziging van deze wet in het Staatsblad is geplaatst, aan de werkgever ten aanzien daarvan het tegendeel heeft bericht. Werkgever: Yara Sluiskil B.V., Yara Shared Services B.V., Yara Holding Netherlands B.V. en Yara Nederland B.V., statutair gevestigd te Sluiskil en Yara Benelux B.V., Yara Industrial B.V. en Yara Vlaardingen B.V., statutair gevestigd te Vlaardingen en Yara Gas B.V., statutair gevestigd te Rotterdam. Werknemer: De persoon die een arbeidsovereenkomst met de werkgever heeft, met uitzondering van vakantiewerker en stagiair.

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 6 WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen; zoals deze wet op 29 december 2005 luidt, met inachtneming van de daarna aangebrachte wijzigingen, tenzij het pensioenfonds binnen 6 maanden nadat een wijziging van deze wet in het Staatsblad is geplaatst, aan de werkgever ten aanzien daarvan het tegendeel heeft bericht.

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 7 Artikel 2 Deelnemerschap 1. Alle werknemers, die de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt en die: a. vanaf 1 januari 2008 in dienst van de werkgever zijn gekomen; of b. op 31 december 2005 reeds in dienst waren van de werkgever èn i. onder de oude middelloonregeling 1B vielen of ii. onder de oude eindloonregeling vielen, maar geboren zijn op of na 1 januari 1950, zullen als deelnemer in de pensioenregeling worden opgenomen, met dien verstande dat deelname c.q. opname in deze regeling voor werknemers met een dienstbetrekking vanaf 1 augustus 2014 niet meer mogelijk is. 2. Uitgezonderd zijn de werknemers die reeds op 31 december 2005 in dienst waren van de werkgever én die geboren zijn vóór 1 januari 1950 én die onder de eindloonregeling vielen. Voor deze werknemers geldt het bepaalde in pensioenreglement 1a II. 3. Opname in de pensioenregeling vindt plaats op de eerste dag van de maand, waarin de werknemer aan de gestelde voorwaarden voldoet. 4. Aan elke deelnemer zal een exemplaar van dit reglement en van eventueel daarin aangebrachte wijzigingen ter beschikking worden gesteld. 5. De deelnemer ontvangt van het pensioenfonds een schriftelijke opgave van de door de deelnemer opgebouwde pensioenaanspraken. Na elke wijziging van de pensioenbedragen en in ieder geval eenmaal per jaar ontvangt de deelnemer een nieuwe opgave. Op verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer verstrekt het pensioenfonds binnen drie maanden een opgave van de opgebouwde aanspraken. Het pensioenfonds brengt hier geen kosten voor in rekening. Jaarlijks verstrekt het pensioenfonds ten behoeve van de deelnemer eenmalig de aan het betreffende jaar, dan wel, indien de opgave na afloop van het jaar wordt verstrekt, aan het voorafgaande jaar, toe te rekenen waarde-aangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 8 de daarop berustende bepalingen. Het eerste jaar waarover de waarde van pensioenaangroei wordt verstrekt is 2004. Op verzoek van de (gewezen) deelnemer verstrekt het pensioenfonds eenmalig tevens een opgave van de over de jaren 1994 tot en met 2000 toe te rekenen waarde-aangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen. 6. Het deelnemerschap eindigt: a. door het ingaan van het volledige ouderdomspensioen op de pensioendatum als bedoeld in artikel 1; b. door het overlijden van de deelnemer; c. door beëindiging van de dienstbetrekking met de werkgever voor de pensioendatum, tenzij (gedeeltelijk) vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid is verleend voorafgaand aan beëindiging van de arbeidsovereenkomst. 7. Gedurende het deelnemerschap maken de bepalingen van dit reglement deel uit van de arbeidsovereenkomst van de werknemer met de werkgever. Artikel 3 Pensioenaanspraken Aan de deelnemers worden pensioenaanspraken toegekend onder de voorwaarden in dit reglement omschreven. Deze pensioenaanspraken zijn gebaseerd op een uitkeringsovereenkomst en omvatten: - ouderdomspensioen voor alle deelnemers; - partnerpensioen voor alle deelnemers - wezenpensioen voor alle deelnemers. Artikel 4 Aanvaarding van pensioenaanspraken 1. Indien het overlijden van de werknemer een gevolg is van of bevorderd is door klachten, aandoeningen, ziektes of gebreken, die reeds bestonden voor of bij aanvang van de toekenning van pensioenaanspraken en waardoor de werknemer bij aanvang van de toekenning reeds (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt was, geldt het bepaalde in de volgende volzin. De aanspraak op het

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 9 partnerpensioen en wezenpensioen is gelijk aan het bedrag, gebaseerd op de afkoopwaarde van de pensioenaanspraken voorafgaand aan de datum van overlijden met een maximum van de aanspraken op partnerpensioen en wezenpensioen. Het bepaalde in de vorige volzin is van toepassing tenzij de partner en/of kinderen van de werknemer kunnen aantonen dat het overlijden geen direct of indirect gevolg is van de in dit lid genoemde klachten, aandoeningen, ziektes of gebreken. 2. Indien de werknemer bij aanvang van toekenning van pensioenaanspraken geheel arbeidsongeschikt is, bestaat er geen recht op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid met betrekking tot ouderdomspensioen, prepensioen, partnerpensioen en wezenpensioen. Indien de werknemer bij aanvang van toekenning van pensioenaanspraken gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, bestaat slechts recht op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid met betrekking tot ouderdomspensioen, prepensioen, partnerpensioen en wezenpensioen voor het gedeelte waarvoor de werknemer niet arbeidsongeschikt is. Het bepaalde in de vorige volzin is van toepassing tenzij arbeidsongeschiktheid een gevolg is van of bevorderd is door voor of bij aanvang van de toekenning van pensioenaanspraken aanwezige klachten, aandoeningen, ziektes of gebreken waardoor de werknemer bij aanvang van de toekenning van pensioenaanspraken reeds arbeidsongeschikt was. 3. Het bepaalde in lid 2 is niet van toepassing met ingang van de datum waarop de werknemer gedurende een periode van vier weken aaneengesloten zijn werkzaamheden volledig heeft hervat. Alsdan geldt het bepaalde in lid 4 en 5. 4. Voor de bepalingen in dit artikel geldt, dat een werknemer geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is indien de werknemer: - volledig (80% of meer) of gedeeltelijk (35%-80%) arbeidsongeschikt is in de zin van de WIA, dan wel - (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is in de zin van, dan wel recht heeft op een (gedeeltelijke) uitkering krachtens de WAO, de Wet op de

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 10 arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, dan wel - recht heeft op (gedeeltelijke) loondoorbetaling krachtens het Burgerlijk Wetboek of op een (gedeeltelijke) uitkering krachtens de ZW, en dat onder arbeidsongeschiktheid wordt verstaan: ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid, die geacht wordt aanwezig te zijn indien en zolang de werknemer recht heeft op een uitkering krachtens de WIA dan wel de WAO alsmede gedurende de wachttijd voorafgaand aan de uitkering, een en ander als vastgesteld door het UWV. 5. Verhogingen van het pensioengevend salaris worden binnen drie maanden na de datum van verhoging gemeld aan het pensioenfonds. Verhogingen die ná drie maanden na de verhoging worden gemeld worden door het pensioenfonds geweigerd, tenzij het pensioenfonds meedeelt de verhoging van het risico te hebben geaccepteerd. Reglementaire, tijdig en correct gemelde salarisverhogingen worden, met inachtneming van de hierna volgende volzin zonder wijziging ten aanzien van de dekking geaccepteerd. Voor de deelnemer die arbeidsongeschikt is, wordt het overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico geaccepteerd op basis van een maximale salarisverhoging ter grootte van de CAO loonindexcijfer van Yara Sluiskil B.V. tot een maximum van 100.000,- (2015) Daarbij geldt dat deze verhoging alleen wordt aanvaard voor het gedeelte waarvoor het arbeidsongeschiktheidsrisico niet is ingegaan. Artikel 5 Grondslag voor de berekening van de pensioenen 1. Bij de berekening van de pensioenen wordt uitgegaan van: - de dienstjaren van de deelnemer; - de pensioengrondslag van de deelnemer. 2. De voor de pensioenberekening van het ouderdoms- en partnerpensioen in aanmerking te nemen dienstjaren zijn de jaren in dienst van de werkgever doorgebracht tussen de eerste dag van de maand waarin het deelnemerschap voor de deelnemer is aangevangen en de pensioendatum.

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 11 Voor de toepassing van de pensioenberekening in dit lid dienen onder dienstjaren mede te worden verstaan: - de periode waarin de gewezen deelnemer in aansluiting op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met de werkgever door arbeidsongeschiktheid recht heeft op volledige premievrije continuering van de pensioenopbouw; - de extra dienstjaren die het gevolg zijn van de waardeoverdracht van bij een vorige werkgever opgebouwde pensioenen. Het aantal dienstjaren wordt bepaald in jaren en volle maanden; een gedeelte van een maand wordt verwaarloosd. 3. De pensioengrondslag is een bedrag gelijk aan het jaarsalaris van de deelnemer, verminderd met een franchise. De jaarlijkse vaststelling van de pensioengrondslag vindt plaats per 1 januari, waarbij het dan geldende jaarsalaris in aanmerking wordt genomen. Bij de berekening van het partnerpensioen en de vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid wordt ten hoogste een pensioengrondslag in aanmerking genomen, die gebaseerd is op een jaarsalaris (inclusief ploegentoeslag) van 100.000,- (2015) en de franchise bij aanvang van de overeenkomst met de verzekeraar op grond waarvan de verzekering ter dekking van het pensioen worden gesloten. Zowel het in dit lid genoemde maximering van het jaarsalaris als de franchise worden jaarlijks aangepast. 4. Onder jaarsalaris bij een full time dienstverband wordt verstaan de som van de volgende bestanddelen voor zover deze tot het regelmatig genoten loon behoren: - 12 maal het bedrag dat tussen de werkgever en de deelnemer als maandsalaris is overeengekomen; - de 13de maand; - de vakantietoeslag; - de eventuele toeslag die het gevolg is van indeling in een lagere

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 12 salarisschaal vanwege bedrijfsomstandigheden of het opheffen van functies; - de eventuele tonpremiegarantie; - de eventuele studietoeslag; - de eventuele orbatoeslag. De ploegentoeslag en de daarover berekende vakantietoeslag en 13 de maand worden voor de bepaling van het jaarsalaris niet in aanmerking genomen. Het jaarsalaris vermeerderd met de ploegentoeslag mag gezamenlijk niet meer bedragen dan 100.000,- (2015). In geval van bovenmatigheid wordt het jaarsalaris verminderd. 5. Het bestuur van het pensioenfonds stelt jaarlijks per 1 januari de franchise vast. De franchise wordt normaal afgerond op een veelvoud van 1,00. De franchises worden vermeld in bijlage 1. Per bedraagt de franchise 11.005, -. Deze franchise geldt uitsluitend voor het kalenderjaar 2015. 6. In geval van verlaging van de pensioengrondslag van een deelnemer worden de op grond van deze pensioenregeling tot het tijdstip van de verlaging reeds opgebouwde pensioenaanspraken niet aangetast. Artikel 6 Ouderdomspensioen 1. Het ouderdomspensioen gaat in op de pensioenrichtdatum van de deelnemer of gewezen deelnemer en wordt aan de gepensioneerde uitgekeerd tot de eerste dag van de maand volgend op diens overlijden. 2. Zolang het deelnemerschap voortduurt, wordt het ouderdomspensioen opgebouwd door jaarlijks de in dat jaar geldende pensioengrondslag te vermenigvuldigen met het volgens lid 3 vastgestelde pensioenpercentage. 3. Met ingang van bedraagt het pensioenpercentage per dienstjaar

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 13 voor het gedeelte van het jaarsalaris: - tot grensbedrag I 1,75% - van grensbedrag I tot grensbedrag II 1,65% De grensbedragen worden vermeld in bijlage 1. 4. Grensbedrag I wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan de ontwikkeling van het CAO-loonindexcijfer van Yara Sluiskil B.V. met dien verstande dat dit grensbedrag nimmer meer kan bedragen dan grensbedrag II. Grensbedrag II wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het bedrag zoals opgenomen in artikel 18ga Wet op de loonbelasting 1964. Artikel 7 Partnerpensioen 1. Het partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer of de gewezen deelnemer overlijdt en wordt aan de nabestaande uitgekeerd tot de eerste dag van de maand volgend op diens overlijden. 2. Het jaarlijkse partnerpensioen bedraagt 70% van het volgens artikel 6 berekende ouderdomspensioen. a. In geval van overlijden van de deelnemer vóór de pensioenrichtdatum bedraagt het partnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen, dat de deelnemer verkregen zou hebben als de deelnemer tot de pensioenrichtdatum in dienst van de werkgever had kunnen blijven, en de pensioengrondslag was blijven gelden die het laatst voor de deelnemer van kracht was. Hierbij wordt uitgegaan van de pensioengrondslag welke de hoogste pensioenaanspraken geeft, namelijk: - de pensioengrondslag zoals deze volgens het bepaalde in artikel 5 op 1 januari voorafgaande aan het overlijden was vastgesteld; of - de pensioengrondslag welke, in afwijking van het daaromtrent in artikel 5 bepaalde, uitgaande van het salaris van de deelnemer en de franchise op het moment van overlijden, voor de deelnemer van kracht was.

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 14 b. In geval van overlijden van de gewezen deelnemer bedraagt het partnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen dat is vastgesteld op grond van artikel 14. c. In geval van overlijden van de gepensioneerde bedraagt het partnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen dat aan de gepensioneerde werd uitgekeerd. 3. Het volgens lid 2 berekende partnerpensioen wordt verminderd met het pensioen waarop een voorgaande echtgenoot of partner van de deelnemer ingevolge het bepaalde bij artikel 'Echtscheiding of beëindiging van het geregistreerd partnerschap of de gezamenlijke huishouding' aanspraak heeft verkregen. 4. De deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde verkrijgt geen aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van de echtgenoot of partner met wie de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde huwt, een geregistreerd partnerschap aangaat of een gezamenlijke huishouding gaat voeren op of na de pensioendatum. 5. De aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van de echtgeno(o)t(e) dan wel de partner van een (gewezen) deelnemer of gepensioneerde kan zonder schriftelijke toestemming van die echtgeno(o)t(e) dan wel partner niet bij overeenkomst tussen de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde en het pensioenfonds of de werkgever worden verminderd, anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de Pensioenwet. 6. Het opnemen van onbetaald verlof tot een maximum van 18 maanden door de deelnemer tijdens de deelneming is niet van invloed op de dekking uit hoofde van het partnerpensioen. Artikel 8 Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer of de gewezen deelnemer overlijdt en wordt aan elk van de kinderen

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 15 van de deelnemer of de gewezen deelnemer uitgekeerd tot de eerste dag van de maand volgend op de 21ste verjaardag van het kind, dan wel tot de eerste dag van de maand volgend op de overlijdensdatum van het kind, zo deze dag eerder valt. 2. Het wezenpensioen zal voorts worden uitgekeerd met ingang van de eerste dag van de maand, waarin een kind arbeidsongeschikt of studerend is in de zin van de Algemene Kinderbijslagwet, doch niet eerder dan met ingang van de eerste dag van de maand, waarin de deelnemer of de gewezen deelnemer overlijdt noch ook eerder dan met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de 21ste verjaardag van het kind. De uitkering wordt voortgezet tot de eerste dag van de maand volgend op de 27ste verjaardag van het kind, dan wel tot de eerste dag van de maand volgend op de datum, waarop het kind voordien overlijdt of ophoudt arbeidsongeschikt te zijn of te studeren. 3. Het jaarlijkse wezenpensioen bedraagt voor ieder kind 20% van de wezenpensioengrondslag. De wezenpensioengrondslag is gelijk aan 70% van het ouderdomspensioen. In geval van overlijden van de deelnemer voor de pensioendatum bedraagt de wezenpensioengrondslag 70% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer verkregen zou hebben, als de deelnemer tot de pensioenrichtdatum in dienst van de werkgever had kunnen blijven en voor de deelnemer de pensioengrondslag was blijven gelden die het laatst voor de deelnemer van kracht was. Hierbij wordt uitgegaan van de pensioengrondslag welke de hoogste pensioenaanspraken geeft, namelijk - de pensioengrondslag zoals deze volgens het bepaalde in artikel 5 op 1 januari voorafgaande aan het overlijden was vastgesteld of - de pensioengrondslag welke, in afwijking van het daaromtrent in artikel 5 bepaalde, uitgaande van het salaris van de deelnemer en de franchise op het moment van overlijden, voor de deelnemer van kracht was. Het wezenpensioen wordt verdubbeld indien de deelnemer of gewezen deelnemer overlijdt zonder een pensioengerechtigde weduwe, weduwnaar of partner na te laten of indien de pensioengerechtigde weduwe, weduwnaar of

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 16 partner overlijdt. Indien: - het huwelijk van een gewezen deelnemer na de beëindiging van het deelnemerschap is ontbonden door echtscheiding; - het huwelijk van een gewezen deelnemer na de beëindiging van het deelnemerschap is ontbonden na scheiding van tafel en bed; - het geregistreerd partnerschap of de gezamenlijke huishouding is beëindigd, en de gewezen echtgenoot of partner aanspraak heeft op partnerpensioen, is het overlijden van de gewezen echtgenoot of partner bepalend voor het ingaan van de verdubbeling. Artikel 9 Pensioenaanspraken uit hoofde van werken in ploegendienst 1. Voor deelnemers werkzaam in ploegendienst, worden de pensioenaanspraken als omschreven in de artikelen 6, 7 en 8 nog verhoogd met extra pensioenaanspraken. 2. Onder ploegentoeslag in enig jaar wordt in dit reglement verstaan het per 1 januari van het betreffende jaar of bij aanvang van de ploegendienst in de loop van het betreffende jaar geldende ploegentoeslag. 3. Voor elk jaar of gedeelte van het jaar waarin een deelnemer ploegentoeslag ontvangt, wordt ouderdomspensioen, partner- en wezenpensioen opgebouwd. 4. De in een dienstjaar te verwerven aanspraak op jaarlijks ouderdomspensioen bedraagt 1,75% van de in dat jaar geldende ploegentoeslag. Het ouderdoms-, partner- en wezenpensioen over ploegentoeslag wordt voor de verdere toepassing van dit pensioenreglement gelijkgesteld met ouderdoms-, partner- en wezenpensioen ingevolge artikel 6, 7 en 8. De vaststelling van de ploegentoeslag is vastgelegd in de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de deelnemer.

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 17 5. Bij de vaststelling van de bijdrage van de deelnemer, als bedoeld in artikel 18, zal de ploegentoeslag tevens in aanmerking worden genomen. 6. Deelnemers, die werkzaam zijn of zijn geweest in ploegendienst behouden aanspraak op het, tot de datum van uitdiensttreding dan wel tot de datum van beëindiging van de ploegendienst opgebouwde ploegentoeslagpensioen. De overige bepalingen van het reglement zijn van overeenkomstig toepassing op de aanspraken voortvloeiende uit dit artikel. 7. Deelnemers in dienst van de werkgever van 55 jaar en ouder die de ploegendienst verlaten anders dan door gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid behouden hun opbouw ploegentoeslag, rekening houdend met de staffeling conform artikel 21 lid 3. Artikel 10 Flexibele keuzemogelijkheden 1. De volgende flexibele mogelijkheden zijn er: a. Gedeeltelijk in laten gaan van het ouderdomspensioen; b. Vervroeging van de ingangsdatum van het volledige ouderdomspensioen; c. Uitruil van partnerpensioen in ouderdomspensioen; d. Variatie hoogte ouderdomspensioen. De afhandeling van de diverse door de deelnemer gekozen mogelijkheden zal plaatsvinden conform bovenstaande volgorde. 2. Indien een ouderdomspensioen wordt aangepast als gevolg van het gedeeltelijk in laten gaan of het vervroegen van het ouderdomspensioen, wordt het te verevenen deel van het ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 17, op overeenkomstige wijze aangepast. Ingeval de ingangsdatum van het ouderdomspensioen door toepassing van genoemde flexibele mogelijkheden eerder ligt dan de pensioenrichtdatum, dan zal de ingangsdatum van het verevenings ouderdomspensioen ten behoeve van de gewezen echtgeno(o)t(e) of gewezen geregistreerde partner op overeenkomstige wijze worden aangepast. De overige flexibele mogelijkheden, te weten uitruil van partnerpensioen in ouderdomspensioen en variatie hoogte ouderdomspensioen, zijn niet mogelijk voor het verevende ouderdomspensioen ten behoeve van de gewezen

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 18 echtgeno(o)t(e) of gewezen geregistreerde partner.

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 19 A Gedeeltelijk in laten gaan van het ouderdomspensioen 3. De deelnemer kan een deel van het ouderdomspensioen tot uitkering laten komen (deeltijdpensioen). Het tijdstip van ingang van het deeltijdpensioen ligt op zijn vroegst op de eerste dag van de maand van de 60-ste verjaardag van de deelnemer doch niet later dan de eerste dag van de maand van de 66-ste verjaardag van de deelnemer. Het percentage waarmee de deelnemer met deeltijdpensioen kan gaan bedraagt naar keuze van de deelnemer: 20%, 33,33%, 40% of 50%. 4. De deelnemer kan één keer per jaar (waarbij minimaal 12 maanden tussen de keuzemomenten liggen) op 1 januari zijn deeltijdpercentage ophogen. Een verzoek hiervoor dient uiterlijk een half jaar vóór wijzigingsmoment ingediend te worden. Een eenmaal gemaakte keuze kan niet door de deelnemer of werkgever worden herroepen. Het percentage deeltijdpensioen tezamen met het percentage resterende deeltijd dienstverband mag niet meer bedragen dan het percentage normale dienstverband (te weten 100%). 5. De deelnemer die zijn ouderdomspensioen gedeeltelijk wil laten ingaan dient ervoor te zorgen dat het schriftelijk verzoek hiertoe een half jaar vóór, doch uiterlijk op de pensioendatum door het pensioenfonds is ontvangen. In dit verzoek dient te worden aangegeven hoe groot de vermindering van de arbeidsduur is en welk percentage (20%, 33,33%, 40% of 50%) van het pensioen bij deeltijdpensioen tot uitkering zal komen. 6. De echtgenoot of partner van de deelnemer dient het in lid 3 genoemde verzoek tot gedeeltelijk laten ingaan van het ouderdomspensioen van de deelnemer mede te ondertekenen, als gevolg van verlaging van het partnerpensioen door gebruikmaking van het recht op deeltijdpensioen. 7. Het deeltijdpensioen zal worden vastgesteld op basis van de actuariële vervroegingsfactoren, zoals vastgesteld door het pensioenfonds (zie bijlage 3). 8. Geen recht op gedeeltelijk eerder laten ingaan van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen heeft de deelnemer met wie geen dienstverband bestaat en voor wie de pensioenopbouw wordt voortgezet op grond van artikel 20

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 20 (Vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid). 9. Indien de deelnemer een premievrij prepensioen heeft staan op basis van artikel 29 lid 1, dan zal het premievrije prepensioen ingaan naar rato van het percentage van deeltijdpensioen. B Vervroeging van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen 10. De deelnemer heeft het recht te kiezen voor vervroeging van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen, mits wordt voldaan aan de in de volgende leden van dit artikel vermelde voorwaarden. Dit geldt alleen voor het nog niet ingegane gedeeltelijke ouderdomspensioen (deeltijdpensioen) als bedoeld in sub A van artikel 10. 11. De deelnemer heeft het recht het ouderdomspensioen één of meer kalendermaanden doch op zijn vroegst op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer de leeftijd van 60 jaar bereikt, in te laten gaan. Voorwaarde daarvoor is dat het deelnemerschap in de in dit pensioenreglement opgenomen pensioenregeling eindigt in verband met het feit dat het dienstverband van de deelnemer bij de werkgever eindigt. 12. In geval van vervroeging van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen wordt het jaarlijkse bedrag aan ouderdomspensioen verlaagd op grond van een bij bestuursbesluit vast te stellen voor mannen en vrouwen gelijke vervroegingsfactor. Dit bestuursbesluit wordt genomen met inachtneming van de vervroegingsfactoren, zoals opgenomen in bijlage 3. De vervroegingsfactoren gelden per. Jaarlijks bekijkt het bestuur in hoeverre deze factoren nog correct zijn en stelt deze (eventueel opnieuw) vast. 13. Geen recht op vervroeging van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen heeft de deelnemer met wie geen dienstverband bestaat en voor wie de pensioenopbouw wordt voortgezet op grond van artikel 20 (Vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid). 14. Het verzoek ten aanzien van de vervroeging van de ingangsdatum van het

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 21 ouderdomspensioen moet zes maanden vóór de beoogde ingangsdatum van het ouderdomspensioen op een door het bestuur aan te geven wijze, bij het pensioenfonds worden ingediend. C Uitruil van partnerpensioen in ouderdomspensioen 15. De (gewezen) deelnemer met een aanspraak op partnerpensioen kan die aanspraak, voor zover opgebouwd in a. pensioenreglement 1a I vanaf 1 januari 2002 of b. het voorheen geldende pensioenreglement 1B en niet premievrij gesteld op grond van artikel 20, op de pensioendatum waarop het ouderdomspensioen volledig ingaat, uitruilen voor een aanspraak op hoger ouderdomspensioen. De (gewezen) deelnemer heeft hierbij de keuze om 100%, 75%, 50%, 25% of 0% van de bovengenoemde aanspraak op partnerpensioen uit te ruilen. Het bijzonder partnerpensioen als bedoeld in artikel 16 Echtscheiding of beëindiging van het geregistreerd partnerschap of van de gezamenlijke huishouding kan niet worden uitgeruild. 16. Indien de (gewezen) deelnemer besluit (een deel van) zijn aanspraak op partnerpensioen uit te ruilen, vervalt (dit deel van) zijn aanspraak op partnerpensioen. 17. Uitruil van (een deel van) de aanspraak op partnerpensioen heeft geen invloed op de hoogte van het wezenpensioen. 18. a. Op de verhogingen van de aanspraak op partnerpensioen als gevolg van salarisverhogingen na 1 januari 2002 is het uitruilrecht eveneens van toepassing. b. Op verhogingen van de premievrije aanspraak op partnerpensioen uit hoofde van artikel 11 is het uitruilrecht slechts van toepassing voor zover op de premievrije aanspraak op partnerpensioen het uitruilrecht reeds van toepassing is.

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 22 19. De bepalingen van het ouderdomspensioen zoals omschreven in artikel 6 zijn van overeenkomstige toepassing op de verhoging van het ouderdomspensioen. 20. De (gewezen) deelnemer die zijn aanspraak op partnerpensioen wenst uit te ruilen voor een aanspraak op hoger ouderdomspensioen dient ervoor te zorgen dat het schriftelijk verzoek hiertoe een half jaar vóór, doch uiterlijk op de pensioendatum door het pensioenfonds is ontvangen. 21. De keuze voor uitruil is onherroepelijk en kan slechts éénmalig gedaan worden. 22. De echtgenoot of partner van de (gewezen) deelnemer dient het verzoek tot uitruil van de (gewezen) deelnemer mede te ondertekenen. 23. De aanspraak op partnerpensioen zal op de pensioendatum tegen de in lid 19 genoemde ruilvoet worden omgezet in een verhoging van de aanspraak op ouderdomspensioen. 24. De ruilvoet per leeftijd voor uitruil voor een hoger ouderdomspensioen is opgenomen in de in bijlage 4 weergegeven tabel. De ruilvoet is onder meer gebaseerd op de Prognosetafel AG2014en de verhouding man / vrouw conform het deelnemersbestand per 31-12-2013. 25. De ruilvoet geldt per. Jaarlijks bekijkt het bestuur in hoeverre de ruilvoet nog correct is en stelt deze (eventueel opnieuw) vast. De ruilvoet is van toepassing op de deelnemers die gedurende deze periode met pensioen gaan dan wel uit dienst treden en vervolgens binnen deze periode met pensioen gaan. Na het einde van voornoemde periode geldt voor de (gewezen) deelnemers die daarna met pensioen gaan en wensen uit te ruilen de nieuwe door het pensioenfonds vast te stellen ruilvoet.

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 23 26. Het pensioenfonds heeft het recht de in lid 19 genoemde ruilvoet tussentijds te wijzigen indien: - de herziening geschiedt op grond van een aanwijzing daartoe in wettelijke regelingen of bepalingen; - de herziening verband houdt met het van kracht worden of het van kracht zijn van een wettelijke regeling of een wijziging van een wettelijke regeling. 27. Ten aanzien van de (gewezen) deelnemer die deelnam aan het voorheen geldende pensioenregeling 1B geldt dat de in de leden 10 en 13 genoemde datum van 1 januari 2002 niet van toepassing is. Voor deze (gewezen) deelnemers geldt dat de gehele aanspraak op partnerpensioen in aanmerking voor uitruil komt. 28. Het door in lid 10 bedoelde uitruil ontstane verlies aan partnerpensioen kan niet worden gecompenseerd. D Variatie hoogte ouderdomspensioen 29. De deelnemer heeft uitsluitend in geval van volledige pensionering het recht de hoogte van het ouderdomspensioen te laten variëren, mits wordt voldaan aan de in de volgende leden van dit artikel vermelde voorwaarden. 30. De hoogte van het ouderdomspensioen kan na ingang variëren mits de laagste uitkering niet minder bedraagt dan 75% van de hoogste uitkering, met uitzondering van het hierna in lid 31 bepaalde omtrent compensatie AOW. De mate van variatie zal uiterlijk op de ingangsdatum van het volledige ouderdomspensioen door het pensioenfonds worden vastgesteld. Het verevende ouderdomspensioen zal worden meegenomen bij de bepaling van bovenstaande bandbreedte. 31. Het hoogste/laagste ouderdomspensioen wordt gedurende een aaneengesloten periode van 5 jaar, 10 jaar of de periode van pensioendatum tot het bereiken van

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 24 de AOW-leeftijd (overbruggingsperiode) vanaf de pensioendatum uitgekeerd. Na afloop van de in de vorige volzin bedoelde periode, vindt uitkering van het laagste/hoogste ouderdomspensioen plaats. Het ouderdomspensioen wordt uitgekeerd tot en met de maand, waarin de gepensioneerde overlijdt. In aanvulling op het voorgaande bestaat tevens de mogelijkheid om een deel van het ouderdomspensioen uit te ruilen voor een tijdelijke uitkering voor de periode voorafgaand aan het bereiken van de AOW gerechtigde leeftijd. Deze tijdelijke uitkering is maximaal gelijk aan twee maal de voor die jaren geldende uitkeringen voor gehuwde personen zonder toeslag, zoals omschreven in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, en vijfde lid, van de Algemene Ouderdomswet, vermeerderd met de vakantietoeslag (compensatie AOW). 32. De variatie in de hoogte van het ouderdomspensioen vindt plaats op grond van de in bijlage 5 bij dit pensioenreglement opgenomen voorbeeldfactoren. De factoren zijn van toepassing gedurende de in de bijlage aangegeven mogelijke periodes. 33. De variatie in de hoogte van het ouderdomspensioen heeft geen invloed op de hoogte van het partner- en wezenpensioen. 34. Het verzoek ten aanzien van de variatie van de hoogte van het ouderdomspensioen en de periode van de variatie van de hoogte van het ouderdomspensioen moet op een door het pensioenfonds aan te geven wijze en tussen de zes en drie maanden vóór de ingangsdatum van het ouderdomspensioen bij het pensioenfonds worden ingediend.

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 25 Artikel 11 Voorwaardelijke aanpassing van pensioenen 1. Op de pensioenrechten en pensioenaanspraken van de in lid 5 genoemde pensioen- en aanspraakgerechtigden wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal de door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde stijging van de consumentenprijsindex alle huishoudens. Hierbij wordt uitgegaan van de eerst gepubliceerde per ultimo oktober van het voorafgaande jaar. 2. Op de pensioenaanspraken van de deelnemers wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal de ontwikkeling van het CAO-loonindexcijfer van Yara Sluiskil B.V.. Hierbij wordt uitgegaan van de ontwikkeling van het CAO-loonindexcijfer over het voorgaande jaar. 3. Het Bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Indien de stijging van de consumentenprijsindex alle huishoudens in enig jaar boven de 5% ligt, beslist het Bestuur over de hoogte van de in lid 1 en lid 2 omschreven toeslagverlening na overleg met de werkgever. 4. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen bestemmingsreserve of depot gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt gefinancierd uit het beleggingsrendement. 5. De in lid 1 bedoelde jaarlijkse toeslag wordt verleend op de volgende pensioenrechten en pensioenaanspraken: - de ingegane pensioenrechten van gepensioneerden, waaronder ook een ingegaan deeltijdpensioen en de ingegane pensioenrechten van nabestaanden en wezen; - de nog niet ingegane aanspraken op partnerpensioen bij overlijden na de pensioendatum en wezenpensioenen behorende bij reeds ingegane ouderdomspensioenen; - de op basis van artikel 14 vastgestelde premievrije tijdsevenredige pensioenen die niet op basis van artikel 15 zijn overgedragen aan een andere pensioenuitvoerder; - de op basis van artikel 20 vastgestelde premievrijgestelde

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 26 pensioenaanspraken. 6. Aan de groep (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en de bijzondere partners zoals omschreven in bijlage 6 bij dit pensioenreglement kan gedurende een periode van 10 jaar, ingaande op 1 januari 2007, inhaaltoeslag worden toegekend. Deze inhaaltoeslag kan uitsluitend worden toegekend ter compensatie van het feit dat in het verleden over de in bijlage 6 gespecificeerde jaren geen of onvolledige toeslagen aan deze groep deelnemers zijn toegekend. De inhaaltoeslag mag, tezamen met de reeds toegekende toeslag, niet hoger zijn dan de toeslag zoals deze toegekend had kunnen worden in het jaar waarop de inhaaltoeslag betrekking heeft. De hoogte van de maximale inhaaltoeslag in enig jaar is eveneens vastgelegd in bijlage 6. Artikel 12 Deeltijd dienstverband 1. Indien de tussen de deelnemer en de werkgever overeengekomen arbeidsduur minder bedraagt dan de normale arbeidsduur, wordt ten aanzien van aanspraken, met uitzondering van die als omschreven in artikel 8, gehandeld als aangegeven in dit artikel. 2. Bij het van toepassing worden van het deeltijd dienstverband en bij iedere wijziging in de overeengekomen arbeidsduur of normale arbeidsduur wordt voor de betrokken deelnemer een deeltijdfactor vastgesteld. 3. De deeltijdfactor is gelijk aan het aantal overeengekomen arbeidsuren, zoals vastgelegd in de geldende CAO c.q. rechtspositieregeling van de werkgever, gedeeld door het normale aantal arbeidsuren per week. Overuren beïnvloeden de deeltijdfactor niet. 4. De deeltijdfactor wordt toegepast op de dienstjaren, vastgesteld conform artikel 5. Door toepassing van de deeltijdfactor op ieder dienstjaar, wordt een herleid aantal dienstjaren bepaald. Voor de vaststelling van het aantal nog te vervullen (herleide) dienstjaren wordt de laatstgeldende deeltijdfactor geacht tot de pensioendatum gelijk te zijn gebleven.

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 27 5. De deeltijdfactor wordt eveneens toegepast op de door de deelnemer verschuldigde bijdrage als omschreven in artikel 18 'Kosten van de pensioenregeling'. 6. Indien een deelnemer gebruik maakt van het wettelijk recht op ouderschapsverlof zijn de hierboven genoemde leden van toepassing en zal voor de berekening van de pensioenen, ook die als omschreven in artikel 8, worden uitgegaan van de verkorte arbeidsduur Artikel 13 Uitbetaling De pensioenen van pre-, ouderdoms-, partner- en wezenpensioen zullen door de verzekeraar voor en namens het pensioenfonds in maandelijkse termijnen bij nabetaling worden uitgekeerd. Het pensioenfonds zal op de uitkering de wettelijk voorgeschreven inhoudingen (laten) verrichten. Artikel 14 Beëindiging van het deelnemerschap voor de pensioendatum 1. Indien de deelneming voor de pensioendatum wordt beëindigd anders dan door overlijden van de deelnemer, geldt het in dit artikel bepaalde. 2. De vrijstellingsregeling bij arbeidsongeschiktheid komt te vervallen bij beëindiging van het deelnemerschap. De beëindiging van de arbeidsovereenkomst is niet van invloed op een verleende vrijstelling ter zake van reeds ingetreden arbeidsongeschiktheid. Een wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt uitsluitend in aanmerking genomen voor zover deze wijziging leidt tot indeling in een lagere arbeidsongeschiktheidsklasse. 3. Voor de gewezen deelnemer wordt een premievrij tijdsevenredig ouderdoms-, partnerpensioen en wezenpensioen vastgesteld, op voet van de tot het moment van beëindiging van het deelnemerschap en op grond van het pensioenreglement opgebouwde pensioenaanspraken.

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 28 4. De gewezen deelnemer ontvangt een schriftelijke opgave ter zake van de pensioenen waarop de gewezen deelnemer aanspraak behoudt. Artikel 15 Waardeoverdracht 1. De deelnemer die vóór de indiensttreding bij de werkgever heeft deelgenomen in de pensioenregeling van een vorige werkgever bij wie de dienstbetrekking na 8 juli 1994 is beëindigd en die op basis daarvan premievrije pensioenaanspraken heeft opgebouwd bij een pensioenfonds of verzekeraar in de zin van de Pensioenwet, heeft het recht de overdrachtswaarde van die pensioenaanspraken door middel van waardeoverdracht over te laten dragen aan het pensioenfonds. De waardeoverdracht vindt plaats, mits wordt voldaan aan alle bepalingen terzake van waardeoverdracht in de Pensioenwet en de daarop gebaseerde regelgeving. 2. Het pensioenfonds is tevens bereid medewerking te verlenen aan een waardeoverdracht van pensioenaanspraken van de deelnemer die vóór de indiensttreding bij de werkgever heeft deelgenomen in de pensioenregeling van een vorige werkgever bij wie de dienstbetrekking op of na 1 januari 1980 is beëindigd en die op basis daarvan premievrije pensioenaanspraken heeft opgebouwd bij een pensioenfonds of verzekeraar in de zin van de Pensioenwet. 3. Het in lid 1 omschreven recht op waardeoverdracht geldt alleen indien de deelnemer binnen zes maanden na opname in de pensioenregeling een verzoek daartoe bij het pensioenfonds indient. 4. Het pensioenfonds zal de in lid 1 en lid 2 bedoelde overdrachtswaarde omzetten in pensioenaanspraken als bedoeld in dit pensioenreglement en conform de bepalingen terzake van waardeoverdracht in de Pensioenwet en de daarop gebaseerde regelgeving. 5. Bij beëindiging van het deelnemerschap als bedoeld in artikel 18 heeft de gewezen deelnemer die na 1 januari 1980 heeft deelgenomen in de pensioenregeling van de werkgever en in dienst treedt bij een nieuwe werkgever,

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 29 het recht de overdrachtswaarde van de aldaar bedoelde premievrije pensioenaanspraken over te laten dragen aan een door de Pensioenwet toegelaten pensioenfonds of verzekeraar, die de pensioenregeling uitvoert van de nieuwe werkgever. De waardeoverdracht vindt plaats, mits wordt voldaan aan alle bepalingen ter zake van waardeoverdracht in de Pensioenwet en de daarop gebaseerde regelgeving. 6. In geval van waardeoverdracht als bedoeld in lid 5 vervallen alle aanspraken van de gewezen deelnemer ten overstaan van het pensioenfonds. 7. De verplichting van het pensioenfonds om mee te werken met de waardeoverdracht als bedoeld in lid 1 geldt niet zolang sprake is van een in artikel 72 van de Pensioenwet genoemde situatie. Indien de in de vorige volzin bedoelde situatie(s) niet meer van toepassing is (zijn), informeert het pensioenfonds de (gewezen) deelnemer over de mogelijkheid alsnog de waardeoverdracht te realiseren. Artikel 16 Echtscheiding of beëindiging van het geregistreerd partnerschap of de gezamenlijke huishouding 1. Indien het huwelijk van een deelnemer wordt beëindigd door echtscheiding of ontbinding na scheiding van tafel en bed, dan wel indien het geregistreerd partnerschap wordt beëindigd, verkrijgt de gewezen echtgenoot of geregistreerde partner aanspraak op het gedeelte van het partnerpensioen, waarop de deelnemer aanspraak zou hebben behouden indien op het tijdstip van de huwelijksontbinding dan wel beëindiging van het geregistreerd partnerschap het deelnemerschap zou zijn beëindigd anders dan door het bereiken van de pensioendatum of het overlijden van de deelnemer. 2. Indien het huwelijk van een gewezen deelnemer op de hiervoor omschreven wijze wordt beëindigd, dan wel indien het geregistreerd partnerschap wordt beëindigd verkrijgt de gewezen echtgenoot of gewezen geregistreerde partner de aanspraak op partnerpensioen die de gewezen deelnemer bij beëindiging van het deelnemerschap heeft behouden.

Stichting Pensioenfonds Yara Nederland PR 1C 2015, zoals gesloten per 1 augustus 2014 30 3. Indien na de pensioendatum het huwelijk van een gewezen deelnemer op de in lid 1 omschreven wijze wordt beëindigd, dan wel indien na de pensioendatum het geregistreerd partnerschap wordt beëindigd verkrijgt de gewezen echtgenoot of gewezen geregistreerde partner de aanspraak op partnerpensioen die de gewezen deelnemer vanaf de pensioendatum heeft behouden. 4. Het bepaalde in de voorgaande leden vindt geen toepassing, indien de (gewezen) deelnemer en diens gewezen echtgenoot bij huwelijkse voorwaarden of bij een echtscheidingsconvenant anders zijn overeengekomen, dan wel indien de (gewezen) deelnemer en diens gewezen geregistreerde partner bij voorwaarden van partnerschap of bij een overeenkomst met het oog op beëindiging van het partnerschap anders zijn overeengekomen. Aan de overeenkomst moet een verklaring van het pensioenfonds zijn gehecht, waarin deze verklaart dat zij bereid is een uit de afwijking voortvloeiend pensioenrisico te dekken. 5. Indien de gezamenlijke huishouding anders dan door overlijden van de deelnemer wordt beëindigd, is de hierboven beschreven regeling betreffende echtscheiding van overeenkomstige toepassing. Voor echtgenoot/geregistreerde partner dient dan gelezen te worden: partner. Het bepaalde in de vorige alinea vindt geen toepassing, indien de (gewezen) deelnemer en diens gewezen partner bij overeenkomst met het oog op beëindiging van de gezamenlijke huishouding anders zijn overeengekomen. Aan de overeenkomst moet een verklaring van het pensioenfonds zijn gehecht, waarin deze verklaart dat zij bereid is een uit de afwijking voortvloeiend pensioenrisico te dekken. 6. Als einddatum van de gezamenlijke huishouding geldt de in een aan het pensioenfonds gerichte schriftelijke verklaring van de deelnemer en diens partner opgenomen datum van beëindiging van de gezamenlijke huishouding. 7. De gewezen echtgenoot of gewezen (geregistreerde) partner ontvangt een schriftelijke opgave ter zake van het bijzonder partnerpensioen waarop de