Richtlijn voor bulkleveringen van vloeistoffen met tankwagens



Vergelijkbare documenten
Richtlijn voor bulkleveringen van vloeistoffen met tankwagens

Richtlijn voor bulkleveringen van vloeistoffen met tankwagens

Best Supply Chain Practice voor laden en lossen van verpakte chemicaliën

Richtlijn voor bulkleveringen van vloeistoffen met tankwagens

Handling van IBC s. Opgesteld door de Commissie Milieu & Veiligheid van het Verbond van Handelaren in Chemische Producten (Maart 2012)

Best Supply Chain Practice voor zwembadchemicaliën

CODE VAN GOEDE PRAKTIJK BIJ BULKLEVERINGEN RESPONSIBLE CARE

Behaviour Based Safety bij Distributie

Emballage richtlijn. Opgesteld door de Commissie Milieu & Veiligheid van het Verbond van Handelaren in Chemische Producten (februari 2013)

Best Supply Chain Practice voor het vullen van kunststofverpakkingen met vloeibare brandstoffen

Goede VHCP Praktijk afvullen van vloeibare chemicaliën

Goede VHCP Praktijk afvullen van vloeibare chemicaliën

VYNOVA VGMS VEREISTEN

24 mei Evenementenhal Gorinchem. Rollen en verantwoordelijkheden in de transportketen

Publicatieblad van de Europese Unie L 367/23

Best Supply Chain Practice voor Verpakkingen

Best Supply Chain Practice voor IBC s met gevaarlijke stoffen

Aanleiding. Datum 18 maart 2019 Betreft Werkinstructie inzake het vervoer van onbekende chemicaliën afkomstig van dumpingen of illegale laboratoria

ISOPA PRODUCTBEHEERPROGRAMMA S. Walk the Talk. Ontvangst, lossen en vertrek van vrachtwagens. Herziening

Best Supply Chain Practice voor werken op hoogte

OPGESTELD: HSEW Advisor W. Workum

Best Supply Chain Practice voor afvullen van vloeibare chemicaliën

CTC ALGEMENE TANKREINIGINGSVOORWAARDEN

EVO PGS-15 Checklist

Veilig verladen vloeibare chemicaliën

PROEFEXAMEN BASISCURSUS ALGEMENE GEDEELTE 2019 (open boek) Deel 1

Kerntaak 1: Assisteert bij de ontvangst en opslag van goederen

Best Supply Chain Practice voor omgaan met fluorwaterstofzuur

HSE guidelines september 2012 HOGE DRUK HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Lering trekken uit incidenten. Meldingen eerste 6 maanden 2016 Rail & Wegvervoer

Eind- en toetstermen Chemisch Technisch Operator (CTO)

INHOUDSOPGAVE. Hoofdstuk 1.1 Toepassingsgebied en toepasbaarheid Toepasbaarheid van andere reglementen Toepassing van normen

Eind- en toetstermen Toezichthouder Chemisch Technisch (TCT)

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

Transportveiligheid belicht vanuit de vervoerder en de geadresseerde

... Think safety! Werken met. Hoge druk. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid

Bijlage. Lijst met inbreuken en te innen sommen. inbreuk reglementering te innen som 1 Vervoerdocument en identiteitsbewijs

Hoofdstuk Bijzondere bepalingen

J A A R V E R S L A G. Vervoer van Gevaarlijke Stoffen. Schwartzmans bv Waalwijk

DOSSIER: IBC s voor het vervoer van gevaarlijke stoffen

Doelgroep Beroepschauffeur die in bezit is van minimaal een geldig rijbewijs C en/of D

I 14 I niveau euro of

: Alle medewerkers in de uitvoeringen/ voorbereiding ten behoeve van vervoer milieu gevaarlijke stoffen voor eigen werkzaamheden.

ADR audit Naam onderneming: Adres: Postcode: Plaats: Telefoon: Fax: Ingevuld door: Houtigehage

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Volgens EG-richtlijn 91/155/EEG en NEN/ISO

Geen / verkeerde vrachtbrief 1.600,-- Vrachtbriefinformatie onjuiste volgorde 375,-- Geen / verkeerde gevarenkaart 1.200,--

SafetyPlan bvba tel. +32-(0) Marjoleinstraat 32 fax.+32-(0)

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op

Doseer-installatie voor ijzersuppletie

Kerntaak 1: Ontvangt en slaat goederen op

Regelgeving transport van gevaarlijke stoffen over weg en binnenwater lastig?

Aanvoer goederen zoals grondstoffen, lege emballage, etc. Controle goederen: juist product, juist aantal, kwaliteit etc.

Inhoud. 1. Inleiding

STUDIEGEBIED Bijzondere educatieve noden

... V O O R S C H R I F T E N I N H O U D BEGRIPPEN...2

Stappenplan PGS 15: Richtlijn voor opslag verpakte gevaarlijke stoffen

1. U verricht volgend vervoer van Antwerpen naar Herstal :

We kennen de regels en procedures en volgen die op.

Toetsmatrijs Veiligheidsadviseur wegvervoer - Initieel en Verlenging

subklassen compatibiliteitsgroepen ADR 2013 Klasse 1

Amitec. Alltech. Deze inrichtring loost alleen sanitair- en hwa-water.

Toolbox-meeting Gevaarlijke stoffen

GLT-PLUS. Datum : INDEX

PROCESVEILIGHEID - VEILIGSTELLEN

Vervoer van gevaarlijke goederen, "Hazardous Goods" en "Hazardous Articles"

Toetsmatrijs Veiligheidsadviseur Wegvervoer - Initieel en Verlenging

Toetsmatrijs Vakbekwaamheid behandeling gevaarlijke stoffen Initieel en Verlenging

HSE guidelines mei 2012 AARDGASCONDENSAAT HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Richtlijn 02. Datum 1 juni Aantal pagina s 13

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door gas en damp van binnen arbeidsplaatsen

Toetsmatrijs Veiligheidsadviseur Binnenvaart - Initieel en Verlenging

Toetsmatrijs Veiligheidsadviseur wegvervoer - Initieel en Verlenging

J A A R V E R S L A G. Vervoer Gevaarlijke Stoffen. Schwartzmans B.V. Waalwijk

Toetsmatrijs Veiligheidsadviseur Binnenvaart - Initieel en Verlenging

5.5.2 Bijzondere bepalingen van toepassing op gegaste laadeenheden (UN 3359)

HSE guidelines december 2012 STIKSTOF HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Inhoudsopgave. W01-1 Het Nieuwe Rijden, Ecodrive Brandstofreductie Vrachtauto. U01-4 ADR Basis - vervoeren van gevaarlijke stoffen over de weg

Toetsmatrijs Vakbekwaamheid behandeling gevaarlijke stoffen Initieel en Verlenging

: Gevaarlijke stoffen

HSE guidelines december 2012 KWIK HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

HSE guidelines december 2012 WERKVERGUNNINGEN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Vragen gecombineerd weg-/zeevervoer v.v. van verpakte gevaarlijke stoffen.

HSE guidelines december 2014 CAUSTIC SODA HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

BESCHRIJVING PROCEDURE

Transport gevaarlijke stoffen

Workshop Transportveiligheid WELKOM OP DE STOFFENDAG!

Toetsmatrijs. Opgesteld door: CCV

Validatie onderzoek. 22 december ir. R.T.H. van de Laar arbeidshygiënist S.A.H.

HSE guidelines. december 2012 WERKVERGUNNINGEN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

MODEL. LEDIGINGS-/REINIGINGS-CONTRACT Geldig voor de periode van 01/01/2011 tot 31/12/2011

augustus 2009 STIKSTOF VGWM Gezondheid Welzijn Milieu A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

... Think safety! Werken met. Gevaarlijke stoffen. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid

HSE guidelines. december 2014 CAUSTIC SODA HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Hoofdstuk Veiligheidsplichten van de betrokkenen

Toetsmatrijs Vakbekwaamheid Behandeling Gevaarlijke Stoffen Initieel en Verlenging - Extern

Omgaan met gevaarlijke stoffen

1 IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN DE VENNOOTSCHAP / ONDERNEMING.

J A A R V E R S L A G. Veiligheidsadviseur vervoer gevaarlijke stoffen. Schwartzmans B.V. Waalwijk

Het zeker stellen van voldoende VGM-kennis en kunde bij uitzendkrachten

Welkom ATEX: is het explosieveiligheidsdocument nog actueel? ATEX ATEX= Atmosphères Explosibles

Transcriptie:

1 P a g i n a Richtlijn voor bulkleveringen van vloeistoffen met tankwagens Opgesteld door de Commissie Milieu & Veiligheid van het Verbond van Handelaren in Chemische Producten (april 2014) Verbond van Handelaren in Chemische Produkten Postbus 80523 NL-2508 GM Den Haag Tel. 00 31 (0)70 7503100 www.vhcp.nl vhcp@vhcp.nl

2 P a g i n a Inhoudsopgave Inleiding... 3 Definities... 4 Verantwoordelijkheden en taakverdeling van betrokken partijen... 5 Bijlage 1. Controlelijst losinstallatie voor eerste lossing 2. Meldingslijst voor afwijkingen van de losinstallatie 3. Handling van IBC s

3 P a g i n a Inleiding Het doel van deze richtlijn is het wegnemen en/of voorkomen van onveilige situaties door het omschrijven van de werkzaamheden en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen bij het laden en lossen van gevaarlijke stoffen. Als bijlage aan deze richtlijn is een controlelijst gehecht met gerichte controlepunten om de risico s tijdens het laden/lossen van gevaarlijke stoffen zichtbaar te maken en daarmee te beperken en te beheersen. Tevens is een standaardformulier bijgevoegd om onveilige situaties te kunnen rapporteren. Verder is als bijlage aangehecht een omschrijving van standaard koppelingen en een bijlage met een goede praktijk voor wat betreft de handling van IBC s. Disclaimer Deze richtlijn is naar beste kunnen opgesteld door de Commissie Milieu & Veiligheid van het Verbond van Handelaren in Chemische Produkten met als enig doel de leden behulpzaam te zijn bij het veilig lossen van gevaarlijke vloeistoffen. Het VHCP aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid, voortvloeiend uit de toepassing van de richtlijn. De richtlijn treedt uiteraard ook niet in de plaats van de geldende regelgeving op dit terrein (met de daarin vastgelegde verantwoordelijkheden van de diverse betrokkenen).

4 P a g i n a Definities Transportbedrijf De vervoerder die feitelijk de vloeistoffen over de weg vervoert (ook eventuele charters of opvolgend vervoerder). Chauffeur De persoon die feitelijk het vervoer uitvoert. Operator De persoon die in dienst van het bedrijf op de laad- of losplaats de laad- en loshandelingen uitvoert. Surveyor In de wereld van vloeibare chemicaliën gangbare benaming voor een persoon werkzaam voor een laboratorium die gespecialiseerd is in het nemen van monsters. Near-miss Een onveilige situatie of handeling die onder iets andere omstandigheden had kunnen leiden tot een ernstig ongeval of incident.

5 P a g i n a Verantwoordelijkheden en taakverdeling van betrokken partijen 1 Managementverantwoordelijkheden laad- en losplaats. Kennis en kunde van de operators Het management van de laad- en losplaats moet er voor zorgdragen, dat het laden en lossen van gevaarlijke stoffen wordt uitgevoerd door bekwaam en goed opgeleid personeel, in het bijzonder voor wat betreft het omgaan met gevaarlijke stoffen. Laad- en losplaatsinstructies Het management van de laad- en losplaats moet er voor zorgdragen, dat voor het terrein geldende eisen en voorschriften tevoren bekend zijn bij het transportbedrijf. Tevens dient de chauffeur, wanneer deze zich bij de locatie meldt, in kennis te worden gesteld van de veiligheids- en noodprocedures. Het management moet veilig werken bevorderen, in het bijzonder bij het werken met vloeistoffen, die risico s met zich meebrengen. Verder dienen de laad- en loshandelingen altijd onder supervisie te worden uitgevoerd. Werken op hoogte Het management van de laad- en losplaats moet zorgdragen voor condities die veilig werken op hoogte mogelijk maken (inclusief de mogelijkheid om op een veilige manier de bovenzijde van de tankwagen te betreden). Productkwaliteit Bij voorkeur vindt productacceptatie plaats op basis van een door de leverancier meegeleverd analysecertificaat. Het nemen van monsters uit tankauto s moet zo mogelijk worden voorkomen. Indien het nemen van een monster toch noodzakelijk is, draagt het management van de losplaats hiervoor verantwoordelijkheid. Het management zorgt ervoor, dat de monsters worden genomen door gekwalificeerd personeel of dat de monstername wordt uitbesteed aan een surveyor. Voor het nemen van monsters dienen de juiste voorschriften te worden gevolgd en de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen genomen te worden. Maatregelen bij een calamiteit De noodzakelijke veiligheidsuitrusting moet beschikbaar zijn op de laad- en loslocatie. Hiermee worden onder andere de volgende zaken bedoeld: brandblussers, oog- en nooddouche, eerste hulp middelen, vluchtwegen, absorptiematerialen, etc. 1 Dit hoofdstuk is gebaseerd op de onder auspiciën van CEFIC; ECTA en EPCA ontwikkelde richtlijn voor veilig laden en lossen: Behaviour Based Safety, Guidelines fot the Safe Unloading and loading of Road Freight Vehicles.

6 P a g i n a Near miss en incidenten melding Het management van de laad- en losplaats dient een procedure geïmplementeerd te hebben, die de werkwijze vaststelt om ongelukken, bijna ongelukken en onveilige situaties te melden en te registreren. Statische elektriciteit en aarding Statische elektriciteit kan opgewekt worden door diverse oorzaken. De meest bekende zijn wrijving, stroming van vloeistoffen in leidingen, het uitstromen van vloeistoffen. Deze oplading moet voorkomen worden bij het werken met vloeistoffen met een vlampunt lager dan 60 C o. In ieder geval moet de installatie voorzien zijn een aardmogelijkheid. Bij voorkeur met een aardcontrole, is deze er niet dan moet de controle op aarding procedureel geregeld zijn. Splashfilling moet voorkomen worden door gebruik te maken van een dippijp. Stroomsnelheden in leidingen moeten beperkt worden. Naast de apparatuur kan ook de medewerker statisch geladen zijn. Hier moeten ook maatregelen voor getroffen worden, door gebruik te maken van speciaal schoeisel en kleding. Managementverantwoordelijkheden transportbedrijf Equipment Het management van het transportbedrijf dient er voor te zorgen, dat het vervoermiddel, inclusief de uitrusting waarmee het transport wordt uitgevoerd, geschikt is voor de stof die vervoerd moet worden en voldoet aan alle wettelijke eisen. Kennis en kunde van de chauffeurs Het management van het transportbedrijf dient er voor te zorgen, dat de chauffeurs die worden ingezet voor het uitvoeren van het transport voldoende gekwalificeerd zijn. Tevens dient de chauffeur in het bezit te zijn van alle wettelijk vereiste diploma s en certificaten. Bij internationale transporten dienen de chauffeurs in staat te zijn om te communiceren in de plaatselijk gesproken taal dan wel in het Engels, Frans of Duits. Laad- en losplaatsinstructies Het management van het transportbedrijf moet er voor zorgdragen, dat de chauffeurs die worden ingezet voor het uitvoeren van het transport de voor het terrein waar de laad en/of loshandelingen uitgevoerd worden, geldende eisen en voorschriften opvolgen.

7 P a g i n a Near miss en incidenten melding Het management van het transportbedrijf dient een procedure geïmplementeerd te hebben, die de werkwijze vaststelt om ongelukken, bijna ongelukken en onveilige situaties te melden en te registreren. Operationele taken en verantwoordelijkheden Het laden en lossen wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking tussen chauffeur en operator. Beiden moeten goed op de hoogte zijn van hun persoonlijke en gezamenlijke verantwoordelijkheden. Bij gezamenlijke verantwoordelijkheden van operator en chauffeur geldt dezelfde tekst. Operator Transport equipment Om de lossing goed en veilig uit te kunnen voeren dient de operator zich vooraf te vergewissen of het gebruikte voertuig, inclusief de uitrusting aan alle op de laaden losplaats geldende eisen voldoet. Instructies van de laad en losplaats Operators dienen zich altijd te houden aan de geldende instructies en hebben een voorbeeldfunctie ten opzichte van chauffeurs. Operators begeleiden de hele lossing, tenzij de procedure op de losplaats een andere werkwijze voorschrijft. Rijden op het terrein en parkeren Operators controleren of chauffeurs zich houden aan de op het terrein en laad/losplaats geldende verkeersregels. Overtredingen worden onmiddellijk gemeld aan het management. Persoonlijke beschermingsmiddelen Operators dragen de ter plaatse benodigde voorgeschreven persoonlijke Chauffeur De chauffeur dient zich er van te vergewissen dat het voertuig en de benodigde hulpmiddelen geschikt zijn om de lossing uit te voeren. Tevens dient het materieel te voldoen aan alle op de laaden losplaats geldende eisen. De chauffeur meldt zich bij de verantwoordelijke persoon op de losplaats en vraagt om instructies. Deze instructies kunnen bestaan uit een calamiteitenprocedure, omschrijving van verplichte persoonlijke beschermingsmiddelen, routebeschrijving naar de loslocatie, informatie betreffende rookverbod, snelheidsbeperking, gebruik van mobiele telefoon, etc. De chauffeur dient gedurende de gehele lossing bij zijn voertuig te blijven en de lossing te monitoren, tenzij de voorschriften op de losplaats een andere werkwijze voorschrijven. Chauffeurs rijden naar de losplaats en parkeren volgens de daar geldende instructies. Chauffeurs nemen dusdanige voorzorgsmaatregelen dat het voertuig zich niet kan verplaatsen tijdens het laden/lossen. Chauffeurs dragen de ter plaatse benodigde voorgeschreven persoonlijke

8 P a g i n a beschermingsmiddelen (PBM) en zien er op toe op dat de chauffeurs hun PBM s dragen. Tot de standaard PBM kunnen behoren: - Gesloten veiligheidsbril - Chemisch bestendige - kleding - veiligheidsschoenen - handschoenen Voorbereid zijn op calamiteiten Voordat de lossing wordt gestart, toont de operator aan de chauffeur de plaats en werking van veiligheids hulpmiddelen. Bijvoorbeeld: brandblusser, oog- en nooddouche, eerste hulpmiddelen, etc. Documentatie, markering en etikettering Tenzij de losprocedure een andere werkwijze voorschrijft, controleert de operator of alle gegevens op de vrachtdocumenten in overeenstemming zijn met de geladen goederen. Markering en etikettering dienen in overeenstemming te zijn met de wettelijke eisen. Operators ondertekenen alle relevante documenten, waarmee de lossing kan worden gestart en nadien ter bevestiging dat de lossing naar tevredenheid is uitgevoerd. Eventuele opmerkingen dienen op de vrachtbrief te worden vermeld. Monsters Wanneer in de leveringscondities is overeen gekomen, dat er een monster wordt meegeleverd, neemt de operator het monster van de chauffeur in ontvangst. Het nemen van een monster rechtstreeks beschermingsmiddelen (PBM). Tot de standaard PBM kunnen behoren: - Gesloten veiligheidsbril - Chemisch bestendige - kleding - veiligheidsschoenen - handschoenen Voordat de lossing wordt gestart, stelt de chauffeur zich op de hoogte van de plaats en werking van veiligheidshulpmiddelen. Bijvoorbeeld: brandblusser, oog- en nooddouche, eerste hulpmiddelen, vluchtroutes, absorptiematerialen, etc. Tenzij de losprocedure een andere werkwijze voorschrijft, overhandigt de chauffeur alle relevante documenten aan de operator. Dit kunnen o.a. de volgende documenten zijn: Vrachtbrief (vervoersdocument), weegbrief, analysecertificaat, reinigingscertificaat, gevarenkaart enz. De chauffeur vergewist zich ervan, dat gegevens zoals aankomsttijd, volumes en gewichten op de relevante documenten correct zijn vermeld. Douane en andere documenten moeten zijn ingevuld conform relevante werkinstructies. Afwijkingen dienen door de chauffeur onmiddellijk te worden gemeld en op de transportdocumenten te worden vermeld. De chauffeur is er voor verantwoordelijk, dat zijn voertuig op de juiste wijze en conform ADR is geëtiketteerd en gemarkeerd. Monsters dienen goed en veilig verpakt en op de juiste manier gemarkeerd te zijn en indien van toepassing in overeenstemming met de wettelijke eisen. Wanneer de leverancier het monster meelevert, dient

9 P a g i n a uit de tankwagen of tankcontainer dient te worden voorkomen. Als de monstername rechtstreeks uit de tank toch noodzakelijk is, dient dit te worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Het nemen van monsters dient te worden uitgevoerd met inachtneming van de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Aarding bij het monsteren van vloeistoffen met een vlampunt lager dan 60 C. Werken op hoogte Operators volgen de op de losplaats geldende procedures voor het werken op hoogte. Tankcapaciteit Tenzij de losprocedure een andere werkwijze voorschrijft, controleert de operator of de opslagtank voldoende capaciteit en ruimte heeft om de aangeleverde hoeveelheid product te kunnen lossen. Tank onder overdruk Voor aankoppelen controleert de operator altijd of de tankwagen een overdruk heeft voordat afsluiters of kleppen worden geopend. Slangen en andere uitrusting De operator controleert of de uitrusting van de Losplaats en/of voertuig, zoals losslangen, damp retourleiding, stikstof/drukleiding, koppelingen, pakkingen in goede conditie zijn en geschikt zijn om het product goed en veilig te kunnen lossen. De operator controleert visueel uitwendig en inwendig of de losuitrusting schoon is. Het gebruik van twee of meer slangen dient te worden voorkomen. Aansluitingen Alle aansluitingen op de losplaats dienen duidelijk gemarkeerd te zijn. Bij vloeistoffen met een vlampunt lager dan 60 C moet aarding aangesloten de chauffeur er voor te zorgen dat het monster op een veilige manier is opgeslagen en wordt overhandigd op de losplaats. Chauffeurs moeten indien nodig assistentie verlenen bij het nemen van monsters rechtstreeks uit de tankwagen. Wanneer de chauffeur zich boven op de tankwagen bevindt, dient hij gebruik te maken van een loopbordes op de locatie of van de handrail van zijn voertuig. Voor de lossing controleert de chauffeur samen met de operator of de aangeleverde hoeveelheid product kan worden gelost in de opslagtank. De chauffeur controleert altijd of de tankwagen een overdruk heeft voordat deze wordt aangesloten en geopend. De chauffeur controleert of de uitrusting van de losplaats en/of voertuig, zoals losslangen, damp retourleiding, stikstof/drukleiding, koppelingen, pakkingen in goede conditie zijn en geschikt zijn om het product goed en veilig te kunnen lossen. De chauffeur controleert visueel uitwendig en inwendig of de losuitrusting schoon is. Het gebruik van twee of meer slangen dient te worden voorkomen. De chauffeur dient bekend te zijn met zijn tankwagen. Bij vloeistoffen met een vlampunt lager dan 60 C moet aarding aangesloten

10 P a g i n a worden. Tenzij de losprocedure een andere werkwijze voorschrijft is de chauffeur verantwoordelijk voor het aansluiten van de losslangen op de tankwagen, de operator voor het aansluiten op het lospunt. Bij het aan of afkoppelen van slangen is een duidelijke communicatie en een effectieve samenwerking van belang om fouten te voorkomen. Toestemming om te lossen De operator geeft expliciet toestemming aan de chauffeur om het losproces te starten. De operator voert de benodigde handelingen aan de opslaginstallatie uit, Loskoppelen De operator controleert, voordat de losslangen worden losgekoppeld, of alle afsluiters gesloten zijn en of de losslangen productvrij en drukvrij zijn. De operator ziet er op toe dat het reinigen van eventuele verontreinigde koppelingen gecontroleerd uitgevoerd wordt en dat het spoelen van losslangen niet zonder zijn toestemming gebeurt Vertrek De operator ruimt de losplaats op en controleert of de chauffeur alle materiaal heeft meegenomen. De operator ziet er op toe dat kenmerking en etikettering van de tankwagen niet wordt verwijderd Melden van onveilige situaties, Near misses Operators zijn verplicht om alle problemen bij het lossen, onveilige situaties, bijnaongelukken en ongelukken te melden volgens de afgesproken procedure worden. Tenzij de losprocedure een andere werkwijze voorschrijft is de chauffeur verantwoordelijk voor het aansluiten van de losslangen op de tankwagen, de operator voor het aansluiten op het lospunt. Bij het aan of afkoppelen van slangen is een duidelijke communicatie en een effectieve samenwerking van belang om fouten te voorkomen. De chauffeur mag het losproces pas starten, nadat de operator hier expliciet toestemming voor heeft gegeven. Bedoeld wordt: het openen van afsluiters en/of het inschakelen van een pomp. De chauffeur zorgt voordat de losslangen worden losgekoppeld, dat alle afsluiters gesloten zijn en de losslangen productvrij en drukvrij zijn. De chauffeur koppelt de losslangen lekvrij af. Eventuele koppelingen die verontreinigd zijn met chemicaliën moet worden gereinigd. Slangen spoelen alleen met toestemming van de operator Voordat de chauffeur vertrekt, controleert deze of alle slangen losgekoppeld van een blinddop zijn voorzien, alle mangaten en deksels zijn gesloten en de aardkabel is losgekoppeld. Tevens dient gereedschap te zijn opgeruimd. Kenmerking en etikettering van de tankwagen mag niet worden verwijderd Chauffeurs zijn verplicht om alle problemen bij het lossen, onveilige situaties, bijna ongelukken en ongelukken te melden volgens de afgesproken procedure

11 P a g i n a NB In de meeste gevallen wordt bij het laden en lossen van bulkleveringen gebruik gemaakt van een pomp. In uitzonderlijke gevallen kan er gelost worden met overdruk op de tank. Dit brengt extra risico s met zich mee die hieronder apart omschreven zijn. Lossen onder overdruk In voorkomende gevallen worden tankwagens gelost door gebruik te maken van overdruk (stikstof of lucht). Hierbij moeten i.v.m. extra optredende risico s de volgende zaken in acht worden genomen: - De tankauto dient geschikt te zijn om met overdruk gelost te worden (controle via het keuringsdocument) en voorzien te zijn van de nodige aansluitingen en beveiligingen - Door de druk ontstaan er op de wand van de tankwagen grote krachten. Deze krachten komen ook op het mangatdeksel (bij een diameter van 30 cm meer dan 1000 kg) - Een lekkage bij een tank onder overdruk zal door de overdruk een grotere verspreiding kennen en nagenoeg niet te stoppen zijn. Lekkage wordt pas minder als de druk van de tankwagen af is. Bij vloeistoffen met een vlampunt lager dan 60 C is het gebruik van perslucht verboden. Er moet dan gebruikt worden gemaakt van stikstof of verarmde lucht (< 7% zuurstof). Bij een incident moet de druktoevoer onmiddellijk gestopt kunnen worden. Aflaten van druk Het is niet verboden om met een tankwagen onder overdruk de losplaats te verlaten. - Het aflaten van druk mag alleen met toestemming van de ontvanger - Het aflaten van druk mag nooit via het mangat, maar alleen via daarvoor boven het vloeistofniveau aangebrachte uitloop met afsluiter - Het aflaten van druk na het lossen van schadelijke en/of corrosieve producten kan alleen via een voor dit doel ontworpen installatie - Het aflaten van stikstof geeft kans op verstikking en kan alleen op voldoende geventileerde plaatsen. - Bij het lossen van stikstof moet een etiket gelost met stikstof worden aangebracht op het mangatdeksel en de afsluiter. Het aflaten van druk gaat gepaard met geluidsoverlast, hier moet rekening mee worden gehouden

12 P a g i n a Bijlage I Controlelijst losinstallatie voor eerste lossing Opgesteld door de Commissie Milieu & Veiligheid van het Verbond van Handelaren in Chemische Producten (april 2014) Verbond van Handelaren in Chemische Produkten Postbus 80523 NL-2508 GM Den Haag Tel. 00 31 (0)70 7503100 www.vhcp.nl vhcp@vhcp.nl

13 P a g i n a Controlelijst losinstallatie voor eerste lossing Bijlage I bij de richtlijn voor bulkleveringen van vloeistoffen met tankwagens Gegevens Ontvanger Naam Adres Telefoon Openingsuren Contactpersoon Product informatie (per product een checklist invullen) Product Naam UN ADR klasse Installatie Opstelling Boven Ondergronds Binnen Buiten Inhoud Opslag tank m 3 Inhoud vermeld Op tank Ja Nee Op aankoppeling Ja Nee Productnaam vermeld Op tank Ja Nee Op aankoppeling Ja Nee Materiaal te specificeren Tank Leidingen Afsluiters Aankoppeling RVS RVS RVS Staal Staal Staal PVC PVC PVC PVC PE PE PE PE Anders Anders Anders RVS Staal Anders Vulleiding Diameter : Onder vulling. Boven vulling Lengte : m Overvulbeveiliging Ja Nee Niveausignalering Ja Nee Afstand van het lospunt tot de tankwagen Niveauverschil hoogste punt vulleiding tot begane grond m cm

14 P a g i n a Aankoppeling (zie bijlage IV) KNZ Elaflex Guillemin Rosita Anders Aankoppeling diameter Vermelding identificatieplaat Ontluchting Koppeling type Diameter Afstand tot aansluitpunt (>15 m m) Ontluchting naar buiten Ja Nee Voorzien van gaswasser Ja Nee Voorzien van dampretour Ja Nee Koppeling type Diameter Voorzien van aardpunt Ja Nee Waterslang met voldoende lengte aanwezig: Ja Nee Mogelijkheid tot het spoelen van losslangen Ja Nee Is er een werkende nooddouche in onmiddellijke Ja Nee omgeving Afstand nooddouche tot lospunt m Is er een werkende oogdouche in onmiddellijke omgeving Ja Nee Afstand oogdouche tot lospunt.m Is er een blusvoorziening in onmiddellijke omgeving Ja Nee aanwezig? Indien van toepassing, welke: Is de opslagtank in secundaire opvangbak geplaatst? Ja Nee Zijn noodvoorzieningen middels pictogrammen duidelijk aangegeven (roken/ mobiele telefoon, etc.)? Ja Nee

15 P a g i n a Bijlage II Meldingslijst voor afwijkingen van de losinstallatie Opgesteld door de Commissie Milieu & Veiligheid van het Verbond van Handelaren in Chemische Producten (april 2014) Verbond van Handelaren in Chemische Produkten Postbus 80523 NL-2508 GM Den Haag Tel. 00 31 (0)70 7503100 www.vhcp.nl vhcp@vhcp.nl

16 P a g i n a Meldingslijst voor afwijkingen van de losinstallatie (door de chauffeur) Bijlage bij richtlijn voor bulkleveringen van vloeistoffen met tankwagens Geachte chauffeur, In het kader van Responsible care hechten wij veel waarde aan uw veiligheid gedurende het lossen van chemicaliën. U speelt een grote rol in dit proces. Wij verzoeken u daarom onderstaand formulier in te vullen indien u onveilige situaties tegenkomt of als u een nearmiss situatie wilt rapporteren. Het doel van dit formulier is om samen met de klant aan verbetering van deze situatie te werken. Gegevens Klantnaam Los adres Productnaam Naam chauffeur Combinatie (opl./motorw./aanh.) Datum lossing Voorbereiding van het lossen Het nemen van een monster vindt veilig plaats. ja Nee. Aarding aanwezig (bij vloeistof met vlampunt < 60 C) ja Nee Controlemogelijkheid van de aarding ja Nee Op de hoogte gesteld van veiligheids-/noodprocedures. ja Nee Lossen Lospunt is goed bereikbaar. ja Nee Peilaanduiding op landtanks is aanwezig. ja Nee Alarmmelding hoog niveau. ja Nee Productaanduiding op landtank en aansluiting. ja Nee Zicht op lospunt/ ontvangende tank. ja Nee Vloeistofdichte voorzieningen bij tankwagen. ja Nee Oog- en nooddouche nabij lospunt. ja Nee De benodigde lengte van de losslangen is <8 m. ja Nee Hulp bij het aansluiten van de tankwagen op de installatie. ja Nee Toezicht bij lossen. ja Nee Het site personeel houdt zich aan de voorschriften. ja Nee Na het lossen Het leegmaken van de slang is goed mogelijk. ja Nee Hulp bij het loskoppelen van tankwagen van de installatie ja Nee Assistentie in het geval van problemen. ja Nee

17 P a g i n a Aanvullende opmerkingen: Ondertekening door chauffeur: Naam :.. Handtekening.. Datum :.

18 P a g i n a Bijlage III Handling van IBC s Opgesteld door de Commissie Milieu & Veiligheid van het Verbond van Handelaren in Chemische Producten (april 2014) Verbond van Handelaren in Chemische Produkten Postbus 80523 NL-2508 GM Den Haag Tel. 00 31 (0)70 7503100 www.vhcp.nl vhcp@vhcp.nl

19 P a g i n a Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Definities 3 Werkzaamheden met IBC s 3.1 Algemeen 3.2 Vullen van IBC s en andere emballage vanuit een tankwagen 3.2.1 Installatie 3.2.2 Taakverdeling 3.2.3 Stoffen 3.3 Ledigen van IBC s vanaf een stukgoedwagen

20 P a g i n a 1 Inleiding Het werken met gevaarlijke vloeistoffen in combinatie met IBC s kan de nodige risico s opleveren. Deze aanvulling, op de richtlijn voor bulkleveringen van vloeistoffen met tankwagens, is opgesteld om als hulpmiddel te dienen bij de veilige handling (vullen en ledigen) van IBC s Deze bijlage is in eerste instantie opgesteld voor het werken met gevaarlijke stoffen. Bij zgn. ongevaarlijke stoffen moet echter wel de nodige voorzichtigheid worden betracht. Disclaimer Deze bijlage is naar beste kunnen opgesteld door de Commissie Milieu & Veiligheid van het Verbond van Handelaren in Chemische Producten met als enig doel de leden behulpzaam te zijn bij het veilig lossen van gevaarlijke vloeistoffen. Het VHCP aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid, voortvloeiend uit de toepassing van de richtlijn. De richtlijn treedt uiteraard ook niet in de plaats van de geldende regelgeving op dit terrein (incl. de daarin vastgelegde verantwoordelijkheden van de diverse betrokkenen).

21 P a g i n a 2 Definities Transportbedrijf De vervoerder die feitelijk de lading over de weg vervoert (ook eventuele charters of opvolgend vervoerder). Chauffeur De persoon die feitelijk het vervoer uitvoert. Operator De persoon die in dienst van het bedrijf op de laad- of losplaats de laad- en loshandelingen uitvoert. Near-Miss Een onveilige situatie of handeling die onder iets andere omstandigheden had kunnen leiden tot een ernstig ongeval of incident IBC Voor deze richtlijn is het volgende deel uit de definitie van het ADR van toepassing Intermediate Bulk Container Een stijve verpakking die a. Een inhoud heeft van ten hoogste 3 m³ voor vloeistoffen van de verpakkingsgroepen II en III b. ontworpen is voor de behandeling met mechanische hulpmiddelen c. de belastingen bij de behandeling en het vervoer kan doorstaan zoals deze door beproevingen zijn vastgesteld

22 P a g i n a 3 Werkzaamheden met IBC s 3.1 Algemeen Een IBC is ontworpen voor het vervoeren van vloeistoffen met stukgoedauto in genoemde hoeveelheden in de definities. De praktijk is dat IBC s van vloeistoffen meestal een inhoud hebben van ca.1 m³. IBC s die in gebruik genomen zijn voor gevaarlijke stoffen moeten volgens regelgeving voorzien zijn van een geldig keurmerk met een datum 3.2 Vullen van IBC s en andere emballage vanuit een tankwagen 3.2.1 Installatie Het vullen van IBC s en andere emballage met (gevaarlijke) vloeistoffen is aan regels gebonden en kan leiden tot risicovolle situaties. In het algemeen kan gesteld worden dat het lossen van bulk in emballage alleen met behulp van een veilig werkende installatie bediend door deskundig personeel mag gebeuren. De veilige werking van de installatie is afhankelijk van diverse aspecten en wordt bepaald in de risico inventarisatie en evaluatie die moet zijn opgesteld door een deskundige van de ontvanger van de producten. De risico inventarisatie en evaluatie kan ter beoordeling vooraf voorgelegd worden aan de leverancier van de producten, maar blijft een verantwoordelijkheid van de ontvanger. Bij onveilige installaties en of onveilige situaties mag de leverancier of chauffeur weigeren de gevaarlijke stof te lossen of de lossing stoppen. Aspecten die van belang zijn Wat is de aard van de stof brandbaar corrosief giftg milieugevaarlijk Op welke wijze wordt er gelost Pompen Druklucht of stikstof Vrije val (graviatie) Met welke frequentie wordt er gelost Dagelijks Wekelijks Enz Omstandigheden waar de losplaats zich bevindt Binnen

23 P a g i n a Buiten Daarnaast moet het bij de afnemer in de milieuvergunning opgenomen zijn. 3.2.2 Taakverdeling Aan de tabel in hoofdstuk 3.3 van de richtlijn bulkleveringen kan onderstaande vak toegevoegd worden. De taakverdeling als genoemd in hoofdstuk 3 blijft volledig van toepassing Operator Chauffeur Afvullen IBC De operator bedient de afvulinstallatie De chauffeur bedient uitsluitend afsluiters aan de tankwagen. Dit betekent eenmalig openen voor de hele lading. 3.2.3 Stoffen Er moet onderscheid gemaakt worden tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke stoffen Gevaarlijke stoffen zijn weer verder onder te verdelen in de klassen volgens het ADR Bij stoffen met een vlampunt lager dan 60 C moet een mogelijkheid aanwezig zijn om een aardverbinding te maken. Niet gevaarlijke stoffen in de zin van de wetgeving wil niet zeggen dat er geen risico s aan verbonden zijn. Neem bijvoorbeeld warme vloeistoffen of vloeistoffen die bij aanraking met andere stoffen een reactie kunnen veroorzaken. 3.3 Ledigen van IBC s vanaf een stukgoedwagen Het is volgens het ADR 8.3.3 verboden om tijdens het transport verpakkingen te openen. Het transport loopt van laden tot en met het lossen. IBC s moeten gesloten van de vervoerseenheid afgehaald worden en kunnen vervolgens door de afnemer leeg gemaakt worden.