Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO



Vergelijkbare documenten
Gas 310 ECO PRO - Gas 610 ECO PRO

Nederland nl. Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding. Staande hoog rendement gasketel Gas 310 ECO PRO - Gas 610 ECO PRO

Product-Data-Blad. Avanta CW6. De compacte ketel met grootse prestaties

Quinta Pro 45/65/90/115

Product-Data-Blad. Compacte hoog-rendementsketel voor optimale inzetbaarheid

GAS ECO PRO De grote ketel die nergens te groot voor is.

De professionele standaard voor kwaliteit, flexibiliteit en comfort

Gas 310 ECO PRO - Gas 610 ECO PRO

Het cascadesysteem. in één compact toestel

Open toestel zonder trekonderbreker, lucht uit opstellingsruimte, rookgasafvoer bovendaks,

Calenta 15s - 25s - 28c - 35s - 40c

Tzerra M 24c CW3-28c CW4

Product-Data-Blad. Quinta 45/65/85/115. Krachtig en compact met een enorm vermogen

Avanta 24c - 28c - 35c

Product-Data-Blad. Calenta 25L CW6. Altijd direct warm water beschikbaar dankzij de gelaagde 'vatencassette'

Tzerra M 24c CW3 Tzerra M 28c CW4 Tzerra M 39c CW5

Nederland. Elektriciteitproducerende hoog rendement gaswandketels. evita 28s - 28c. Installatie- en servicehandleiding AD

Calenta. De meest doordachte CV-ketel ooit. 25s / 28c. met unieke warmtewisselaar

België. Condenserende gaswandketels. Avanta Platinum Plus. Installatie- en servicehandleiding

Belgïe nl. Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding. Staande hoog rendement ketel Gas 310/610 ECO PRO

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming

Nederland. Staande hoog rendement gasketel CALORA TOWER GAS 35S. Installatie- en servicehandleiding C A

GAS 220 Ace. Dé compacte en flexibele oplossing. Productinformatie Remeha GAS 220 Ace

Calenta 25s - 28c - 35s - 40c

Product-Data-Blad. Calenta 40L CW6 NIEUW! Nu nog meer vermogen en warmwatercomfort. De ultieme warmwaterbron dankzij de gelaagde 'vatencassette'

Calenta 25s - 28c - 35s - 40c

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Tzerra M 24c Plus Tzerra M 28c Plus Tzerra M 39c Plus

Ketels waar je niet zwaar aan hoeft te tillen

België. Condenserende gaswandketels. Avanta Platinum Plus. Gebruikershandleiding

R600 IP/ZW Technische documentatie Tapwater- en zwembadketel

GAS 220 Ace. Dé compacte en flexibele oplossing. Product Datablad GAS 220 Ace

Nederland. Elektriciteitproducerende hoog rendement gaswandketels. evita 25s - 28c. Installatie- en servicehandleiding. Wijzigingen voorbehouden

Nederland. Staande hoog rendement gasketel CALORA TOWER GAS 35S. Installatie- en servicehandleiding C A

Product-Data-Blad. Avanta CW3, CW4, CW5. Avanta CW3, CW4 en CW5 Ketels waar je niet zwaar aan hoeft te tillen

8 Bij storing. 8.1 Storingscodes

Twister Condenserende HR RVS boiler

Op de volgende pagina s zijn enkele voorbeelden van opstellingsmogelijkheden te zien. Upsilon Cascade Ketelopstellingen en gemakkelijke installatie

Rogafa. Het nieuwe beugelen! Rogafa. Nieuw advies Wat is de beste manier om een rookgasafvoersysteem

Het nieuwe beugelen! Wat is de beste manier om een rookgasafvoersysteem

De meest doordachte cv-ketel ooit

Regeltechnische toepassings mogelijkheden. Technische gegevens

Quinta 25/30s en 28/35c

Quinta Ace. De machtigste ketel voor aan de wand. Product Datablad Quinta Ace

Quinta Ace. De krachtigste ketel aan de wand. Productinformatie Remeha Quinta Ace

Nederland. Condenserende gaswandketels. Calenta. Serviceset instructies AA

Nederland nl. Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding. Hoog rendement gaswandketels Quinta Pro

Systeemoplossing Zehnder CombiFlow

SGE HR-Condenserende gas-zonneboiler met geïntegreerde

HMI Gas 310/610 ECO PRO

Nederlands GAS 210 ECO PRO. Condenserende Low NO X. gasketel. Uitvoeringen: Technische informatie

Remeha staande boiler type 120/40

GAS 210 ECO PRO. Installatieen servicehandleiding. gasketel. Hoog rendement Low NO X. Uitvoeringen:

Installatie-instructie

Nederland nl. Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding. Bedieningspaneel HMI Gas 310/610 ECO PRO

X. Premix ketels. Voor aanvullende informatie over producten, diensten en organisatie zie ook onze website: remeha.nl

SGE. warmtewisselaar SGE - 40/60. Innovation has a name.

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

Installatie- en gebruikershandleiding. Besturingsprint SCB-09

Remeha Avanta. Installatie- en Servicehandleiding. Hoog rendement. gaswandtoestel met. warmwatervoorziening. Vermogen: 6-27 kw.

Nederland. Hoog rendement gaswandketels. Avanta CW6. Gebruikershandleiding AA

HMI Gas 310/610 ECO PRO

Het nieuwe beugelen!

Product-Data-Blad. Tzerra De HR-ketel heruitgevonden! Anders, maar toch vertrouwd.

Remeha Gas 210 Eco PRO 87, 120, 166 & 200 kw. Voor de meest professionele installaties

Installatievoorschriften. Bel-Ro-combi CLV systeem

Product-Data-Blad. Tzerra/ Tzerra Plus. Anders maar toch vertrouwd!

SGE. warmtewisselaar SGE - 40/60. Innovation has a name.

Nederland - België. Externe display voor het zonneboilersysteem. ZentaSOL. Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding M B D

Quinta Pro Cascade Systemen

ZentaSOL 1C ZentaSOL 2C

Cascade-opstelling Nefit EcomLine HR pakket L2A. Lijnopstelling

HET NIEUWE BEUGELEN CHECKLIST. Burgerhout PARTNER INNOVATIVE

Product-Data-Blad. Calenta. 25s / 28c / 35s / 40c. De meest doordachte cv-ketel ooit met unieke warmtewisselaar

LUCHTVERWARMING. Tot 50% gasbesparing Rendement tot 108% HR - Modulerend & Condenserend Premix Brander RVS Warmtewisselaar

Remeha Avanta 24c CW3

Twister Condenserende HR RVS boiler

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

Verwarmingssystemen Upsilon

ZentaSOL 1C ZentaSOL 2C

Montage handleiding BM kunststof PP rookgasafvoerleidingen

Nederland nl. Installatie-en servicehandleiding. Hoog rendement gaswandketels Avanta 24c - 28c - 35c

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan

CWH 30/200 CWH 30/300 CWH 60/200 CWH 60/300 CWH 90/200 CWH 90/300 CWH 120/200 CWH 120/300

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

INLEIDING 4 1 VEILIGHEID Veiligheid algemeen Veiligheid bij installatie-, inspectie- en onderhoudswerkzaamheden 5

Winterwarm. Het warme gevoel van Winterwarm. Technische Documentatie. the heat is on. HEATER Type HR30

Product-Data-Blad. Calora Tower. De overtreffende trap van warmwatercomfort

Voor de installateur. Montage-instructie. muur- en dakdoorvoerset Nefit EcomLine HR-toestellen (07/2013) NL

Product-Data-Blad. (inclusief prijslijst en accessoires) Remeha HRe -ketel. Innovatieve technologie Heat & power op eigen kracht

SERVICEHANDLEIDING HDC1200i HDC1500i K26i

Augustus 2013 Pagina 1

Remeha Avanta. Remeha Avanta. Installatie- en Servicehandleiding. Hoog rendement. gaswandtoestel met. warmwatervoorziening.

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

Montage-instructie. Branderset Hoog rendement Gaswandketel

Rogafa. Het nieuwe beugelen! Rogafa. Nieuw advies Wat is de beste manier om een rookgasafvoersysteem

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: voor de vakman

Remeha Gas 610 ECO. Technische informatie. Remeha Gas 610 ECO. Condenserende Low NO X. gasketel. Vermogens: kw

SGE. warmtewisselaar SGE - 40/60. Innovation has a name.

Transcriptie:

België NL Staande gasgestookte condensatieketel Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding 125468-AB

EG conformiteitsverklaring Het toestel is conform het in de EG conformiteitsverklaring beschreven standaardtype. Het is vervaardigd en in bedrijf genomen overeenkomstig de Europese richtlijnen. De originele conformiteitsverklaring is bij de fabrikant op te vragen.

Inhoud 1 Inleiding...6 1.1 Toegepaste symbolen...6 1.2 Afkortingen...6 1.3 Algemeen...7 1.3.1 Aansprakelijkheid fabrikant...7 1.3.2 Aansprakelijkheid van de installateur...7 1.3.3 Aansprakelijkheid gebruiker...7 2 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen...9 2.1 Veiligheidsvoorschriften...9 2.2 Aanbevelingen...9 3 Technische beschrijving...11 3.1 Algemene beschrijving...11 3.2 Goedkeuringen...11 3.2.1 Certificeringen...11 3.2.2 Toestelcategorieën...12 3.2.3 Typeplaat...12 3.2.4 Fabriekstest...12 3.3 Voornaamste componenten...13 3.3.1 Keteltype Gas 310 ECO PRO...13 3.3.2 Keteltype Gas 610 ECO PRO...14 3.3.3 Installatiepomp...14 3.3.4 Watertemperatuurregeling...15 3.3.5 Watergebrekbeveiliging...15 3.3.6 Maximaalbeveiliging...15 3.3.7 Luchtdrukverschil schakelaar...15 3.4 Technische gegevens...15 3.4.1 Keteltype Gas 310 ECO PRO...15 3.4.2 Keteltype Gas 610 ECO PRO...17 4 Installatie...19 4.1 Installatievoorschriften...19 4.2 Leveringsomvang...19 4.2.1 Standaardlevering...19 4.2.2 Accessoires...19 4.3 Plaatsingsmogelijkheden...20 4.3.1 Transport...20 050112-125468-AB 1

Inhoud 4.3.2 Plaatsen van de ketel...21 4.3.3 Belangrijkste afmetingen...27 4.4 Wateraansluitingen...29 4.4.1 Doorspoelen van de installatie...29 4.4.2 Aansluiting van het verwarmingscircuit...29 4.4.3 Aansluiting van de condensatieafvoerleiding...30 4.5 Gasaansluiting...31 4.6 Aansluitingen van de lucht-/ rookgasleidingen...31 4.6.1 Classificatie...32 4.6.2 Uitmondingen...32 4.6.3 Lengte van de lucht-/rookgasleidingen...33 4.6.4 Aanvullende richtlijnen...35 4.6.5 Aansluiting rookgasafvoer...36 4.6.6 Aansluiting luchttoevoer...37 4.7 Elektrische aansluitingen...37 4.7.1 Besturingsautomaat...38 4.7.2 Aanbevelingen...39 4.7.3 Standaard besturingsprint...39 4.7.4 Aansluiten Aan/uit regeling...41 4.7.5 Aansluiten modulerende regelaar...41 4.7.6 Blokkerende ingang...41 4.7.7 Vrijgave ingang...42 4.7.8 Installatiepomp...42 4.7.9 Aansluiten PC/Laptop...42 4.7.10 Aansluitmogelijkheden van de besturingsprint (SCU- S05)...43 4.8 Elektrisch schema...47 4.9 Vullen van de installatie...49 4.9.1 Waterbehandeling...49 4.9.2 Vullen van de sifon...50 4.9.3 Vullen van de installatie...50 5 Inbedrijfstelling...51 5.1 Bedieningspaneel...51 5.1.1 Betekenis van de toetsen...51 5.1.2 Betekenis symbolen van het display...52 5.2 Controlepunten vóór inbedrijfstelling...52 5.2.1 Ketel bedrijfsklaar maken...52 5.2.2 Gascircuit...53 5.2.3 Hydraulisch circuit...53 5.2.4 Aansluitingen van de lucht-/ rookgasleidingen...53 5.2.5 Elektrische aansluitingen...54 050112-125468-AB 2

5.3 Inbedrijfstelling van de ketel...54 5.4 Gasinstellingen...55 5.4.1 Aanpassing aan een ander type gas...55 5.4.2 Instelling van de gas-/luchtverhouding (Vollast)...56 5.4.3 Instelling van de gas-/luchtverhouding (Laaglast)...57 5.5 Controles en afstellingen na inbedrijfstelling...58 5.5.1 Afsluitende werkzaamheden...58 5.6 Weergave van de gemeten waarden...59 5.6.1 Uitlezen diverse actuele waarden...59 5.7 Instellingen wijzigen...60 6 Uitschakeling van de ketel...61 6.1 Uitschakeling van de installatie...61 6.2 Vorstbeveiliging...61 7 Controle en onderhoud...62 7.1 Algemeen...62 7.2 Standaard inspectie- en onderhoudswerkzaamheden...62 7.2.1 Controle van de waterdruk...62 7.2.2 Controle van de ionisatiestroom...62 7.2.3 Controle van de rookgasafvoer/luchttoevoer aansluitingen...63 7.2.4 Controle van het gasfilter op vervuiling...63 7.2.5 Controle van de verbranding...63 7.2.6 Controle van de warmtewisselaar...65 7.2.7 Reiniging van de condensbak...66 7.2.8 Reiniging van de sifon...67 7.3 Specifieke onderhoudswerkzaamheden...67 7.3.1 Vervanging van de ionisatie-/ ontstekingselektrode...68 7.3.2 Vervanging van de terugslagklep...69 7.3.3 De ventilator en de venturi reinigen...70 7.3.4 Reiniging van de brander...71 7.3.5 Reiniging van het gasfilter...72 7.3.6 Monteren van de ketel...72 8 Bij storing...74 8.1 Blokkeringen en vergrendelingen...74 8.1.1 Algemeen...74 8.1.2 Blokkering (Regelstop)...74 8.1.3 Vergrendeling (Storing)...74 050112-125468-AB 3

Inhoud 8.1.4 Storingsgeheugen...75 9 Reserveonderdelen...76 9.1 Algemeen...76 9.2 Onderdelen...76 10 Checklisten...78 10.1 Checklist voor inbedrijfstelling...78 10.2 Checklist voor periodieke inspectie en onderhoud...79 050112-125468-AB 4

050112-125468-AB 5

1. Inleiding Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 1 Inleiding 1.1 Toegepaste symbolen In deze handleiding worden verschillende gevarenniveaus gebruikt om aandacht op de bijzondere aanwijzingen te vestigen. Wij doen dit om de veiligheid van de gebruiker te verhogen, problemen te voorkomen en om de technische bedrijfszekerheid van het apparaat te waarborgen. GEVAAR Kans op gevaarlijke situaties resulterend in ernstig persoonlijk letsel. WAARSCHUWING Kans op gevaarlijke situaties resulterend in licht persoonlijk letsel. OPGELET Kans op materiële schade. Let op, belangrijke informatie. 1.2 Afkortingen ¼ Verwijzing naar andere handleidingen of pagina's in deze handleiding. 4 CLV: Gemeenschappelijk rookgasafvoer voor een gesloten ketel 4 CV: Centrale verwarming 4 PCU: Primary Control Unit - Elektronische printplaat voor controle werking brander 4 SU: Safety Unit - Elektronische printplaat veiligheid 4 PSU: Parameter Storage Unit - Opslag van de parameters van de elektronische printplaten PCU en SU 4 SCU: Secondary Control Unit - Uitgebreide besturingsprint 6 050112-125468-AB

Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 1. Inleiding 1.3 Algemeen 1.3.1. Aansprakelijkheid fabrikant Onze producten worden gemaakt volgens de verschillende van toepassing zijnde richtlijnen, zij worden daarom geleverd met de [ markering en alle benodigde documenten. Vanwege de permanente zorg voor de kwaliteit van onze producten, zoeken wij voortdurend naar manieren om deze te verbeteren. Daarom houden wij ons het recht voor de in dit document genoemde specificaties te wijzigen. In de volgende gevallen zijn wij als fabrikant niet aansprakelijk: 4 Het niet in acht nemen van de gebruiksinstructies van het apparaat. 4 Achterstallig of onvoldoende onderhoud aan het apparaat. 4 Het niet in acht nemen van de installatieinstructies van het apparaat. 1.3.2. Aansprakelijkheid van de installateur De installateur is aansprakelijk voor de installatie en de eerste inbedrijfstelling van het apparaat. De installateur moet de volgende instructies in acht nemen: 4 Lees de instructies van het apparaat in de meegeleverde handleidingen en neem deze in acht. 4 Installeer overeenkomstig de geldende wetgeving en normen. 4 Voer de eerste inbedrijfstelling en alle benodigde controles uit. 4 Leg de installatie uit aan de gebruiker. 4 Als onderhoud noodzakelijk is, waarschuw dan de gebruiker voor de controle- en onderhoudsplicht betreffende het apparaat. 4 Overhandig alle handleidingen aan de gebruiker. 1.3.3. Aansprakelijkheid gebruiker Om het optimaal functioneren van de installatie te garanderen, moet u de volgende instructies in acht nemen: 4 Lees de instructies van het apparaat in de meegeleverde handleidingen en neem deze in acht. 4 Vraag de hulp van een erkend installateur voor de installatie en de uitvoering van de eerste inbedrijfstelling. 4 Vraag aan de installateur uitleg over uw installatie. 4 Laat de benodigde inspecties en onderhoud uitvoeren door een erkend installateur. 4 Bewaar de handleidingen in goede staat en in de buurt van het apparaat. 050112-125468-AB 7

1. Inleiding Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO Dit apparaat mag niet worden gebruikt door mensen (en kinderen) met lichamelijke-, gevoelsmatige- of geestelijke beperkingen, of door mensen met een gebrek aan technische ervaring, tenzij ze worden begeleid door een persoon, die garant staat voor hun veiligheid of indien ze zijn geïnstrueerd in het juiste gebruik van het apparaat. Voorkom dat kinderen met het apparaat gaan spelen. 8 050112-125468-AB

Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 2. Veiligheidsinstructies en aanbevelingen 2 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen 2.1 Veiligheidsvoorschriften GEVAAR Indien u gas ruikt: 1. Gebruik geen vuur, rook niet, gebruik geen elektrische contacten of schakelaars (bel, verlichting, motor, lift, etc.). 2. Sluit de gasaanvoer af. 3. Open de ramen. 4. Spoor mogelijke lekkages op en dicht deze direct af. 5. Zit het lek vóór de gasmeter, waarschuw dan het gasbedrijf. GEVAAR Indien u rookgassen ruikt: 1. Schakel het apparaat uit. 2. Open de ramen. 3. Spoor mogelijke lekkages op en dicht deze direct af. 2.2 Aanbevelingen WAARSCHUWING 4 De installatie en het onderhoud van de ketel moeten door een erkend installateur worden uitgevoerd volgens de plaatselijke en nationale regelgeving. 4 Bij werkzaamheden aan de ketel, de ketel altijd spanningsvrij maken en de hoofdgaskraan sluiten. 4 Controleer de hele installatie na onderhouds- en servicewerkzaamheden op lekkages. Manteldelen OPGELET De ketel moet in een vorstvrije ruimte geïnstalleerd worden. Bewaar dit document in de documentatiehouder aan de binnenkant van de ketelbemanteling (Onder het bedieningspaneel). Manteldelen mogen alleen verwijderd worden voor onderhouds- en servicewerkzaamheden. Plaats na de onderhouds- en servicewerkzaamheden alle manteldelen terug. 050112-125468-AB 9

2. Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO Instructiestickers Instructie- en waarschuwingsstickers mogen nooit verwijderd of afgedekt worden en moeten gedurende de totale levensduur van de ketel leesbaar zijn. Vervang beschadigde of onleesbare instructie- en waarschuwingsstickers onmiddellijk. Wijzigingen Wijzigingen in de ketel mogen alleen uitgevoerd worden na schriftelijke toestemming van uw leverancier. 10 050112-125468-AB

Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 3. Technische beschrijving 3 Technische beschrijving 3.1 Algemene beschrijving Staande gasgestookte condensatieketel 4 Hoog rendement verwarming. 4 Lage verontreinigende uitstoot. 4 Warmtewisselaar bestaande uit gietaluminium leden. 4 Standaard voorzien van transportwielen. 4 Linkse- of rechtse uitvoering van de water- en rookgaszijdige aansluitingen mogelijk. 4 Deelbaar voor samenbouw in ketelhuis. 4 Bedieningspaneel HMI Gas 310/610 ECO PRO. Keteltype: 4 Type Gas 310 ECO PRO-285 4 Type Gas 310 ECO PRO-355 4 Type Gas 310 ECO PRO-430 4 Type Gas 310 ECO PRO-500 4 Type Gas 310 ECO PRO-575 4 Type Gas 310 ECO PRO-650 (Deze keteluitvoering is op dit moment nog niet beschikbaar). Keteltype: 4 Type Gas 610 ECO PRO-570 4 Type Gas 610 ECO PRO-710 4 Type Gas 610 ECO PRO-860 4 Type Gas 610 ECO PRO-1000 4 Type Gas 610 ECO PRO-1150 4 Type Gas 610 ECO PRO-1300 (Deze keteluitvoering is op dit moment nog niet beschikbaar). 3.2 Goedkeuringen 3.2.1. Certificeringen CE-identificatienummer PIN 0063CL3613 Klasse NOx 5 (EN 297 pr A3, EN 656) Type aansluiting Schoorsteen: B 23, B 23P Rookgasafvoer:C 33, C 53, C 83, C 93 050112-125468-AB 11

3. Technische beschrijving Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 3.2.2. Toestelcategorieën Categorie gas Type gas Aansluitdruk (mbar) I 2E(R)B Aardgas H (G20) 20 De fabrieksinstelling van de ketel is voor werking op de aardgasgroep G20 (H-gas). ¼ Voor de werking op een andere gassoort, zie hoofdstuk: "Aanpassing aan een ander type gas", pagina 55. 3.2.3. Typeplaat De typeplaat zit achter de ketelbemanteling op het frame bij de sifonaansluiting. Daarop staan het ketelserienummer en belangrijke ketelspecificaties, zoals de uitvoering en de gascategorie. T003475-F 3.2.4. Fabriekstest Iedere ketel wordt voor het verlaten van de fabriek optimaal ingesteld en getest op: 4 Elektrische veiligheid 4 Afstelling (CO 2 ) 4 Waterdichtheid 4 Gasdichtheid 4 Parameterinstelling 12 050112-125468-AB

Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 3. Technische beschrijving 3.3 Voornaamste componenten 3.3.1. Keteltype Gas 310 ECO PRO 13 14 27 15 28 1 16 29 2 3 4 5 6 7 8 12 11 10 9 17 18 19 21 23 25 20 22 24 26 30 32 34 36 37 38 39 31 33 35 T004014-D 1 Aanvoeraansluiting (1) 21 Retourtemperatuursensor 2 Luchtdrukverschil schakelaar 22 Gasfilter 3 Rookgasafvoer 23 Typeplaat 4 Retouraansluiting 24 Sifon 5 Rookgasmeetpunt 25 Bokwiel 6 Rookgasthermostaat (Optie) 26 Stelbout 7 Afdichtingsdop van de condensbak 27 Gasaansluiting 8 Zwenkwiel 28 Drukmeetpunt gas 9 Stelbout 29 Bedieningspaneel 10 Frame 30 Inbouwmogelijk voor een weersafhankelijke ketelregeling 11 Aansluiting voor tweede retour (optie) 31 Drukmeetpunt 12 Isolatieset warmtewisselaar (Optie) 32 Kijkglas 13 Ketelbemanteling 33 Terugslagklep 14 Luchttoevoer 34 Ventilator 15 Brander 35 Verlengstuk 16 Adapter 36 Venturi 17 Ontstekings/ionisatie elektrode 37 Gasblok 18 Warmtewisselaar 38 Luchttoevoerslang 19 Inspectieluik 39 Documentatiehouder 20 Warmtewisselaar temperatuursensor (1) ¼ Voor meer details over de voorzieningen in de aanvoerleiding, zie "Aansluiting van het verwarmingscircuit", pagina 29 050112-125468-AB 13

3. Technische beschrijving Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 3.3.2. Keteltype Gas 610 ECO PRO 13 14 27 1 12 15 16 28 29 2 3 4 5 6 7 8 11 10 9 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 T004015-E 1 Aanvoeraansluiting (1) 21 Retourtemperatuursensor 2 Luchtdrukverschil schakelaar 22 Gasfilter 3 Rookgasafvoer 23 Typeplaat 4 Retouraansluiting 24 Sifon 5 Rookgasmeetpunt 25 Bokwiel 6 Rookgasthermostaat (Optie) 26 Stelbout 7 Afdichtingsdop van de condensbak 27 Gasaansluiting 8 Zwenkwiel 28 Drukmeetpunt gas 9 Stelbout 29 Bedieningspaneel 10 Frame 30 Inbouwmogelijk voor een weersafhankelijke ketelregeling 11 Isolatieset warmtewisselaar (Optie) 31 Drukmeetpunt 12 Rookgasbroekstuk 32 Kijkglas 13 Ketelbemanteling 33 Terugslagklep 14 Luchttoevoer 34 Ventilator 15 Brander 35 Verlengstuk 16 Adapter 36 Venturi 17 Ontstekings/ionisatie elektrode 37 Gasblok 18 Warmtewisselaar 38 Luchttoevoerslang 19 Inspectieluik 39 Documentatiehouder 20 Warmtewisselaar temperatuursensor (1) ¼ Voor meer details over de voorzieningen in de aanvoerleiding, zie "Aansluiting van het verwarmingscircuit", pagina 29 3.3.3. Installatiepomp De ketel heeft geen ingebouwde pomp. Er kan een installatiepomp aangesloten worden op de aansluitconnector van de standaard besturingsprint. Dit kan een aan/uit pomp zijn of een modulerende pomp (met 0-10 V aansturing). 14 050112-125468-AB

Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 3. Technische beschrijving ¼ Voor meer informatie over de aansturing van de modulerende pomp, Zie paragraaf: "Elektrische aansluitingen", pagina 37. De pompinstellingen kunnen worden gewijzigd met parameters p43 en p44. ¼ Zie de Installatie- en servicehandleiding HMI GAS 310/610 ECO PRO, voor uitgebreide bedieningsinformatie. Hierin staat ondermeer informatie over het wijzigen en uitlezen van parameters, de betekenis van storingscodes en het wissen van het storingsgeheugen. 3.3.4. Watertemperatuurregeling De ketel is voorzien van een elektronische temperatuurregeling op basis van aanvoer-, retour-, en ketelbloktemperatuursensoren. De aanvoertemperatuur is instelbaar tussen 20 C en 90 C. De ketel moduleert terug als de ingestelde aanvoertemperatuur is bereikt. De uitschakeltemperatuur is de ingestelde aanvoertemperatuur + 5 C. 3.3.5. Watergebrekbeveiliging De ketel is voorzien van een watergebrekbeveiliging op basis van temperatuurmetingen (Temperatuurverschil tussen aanvoer en retour). Vanaf ΔT = 25 K (fabrieksinstelling) gaat de ketel terugmoduleren, zodat hij zo lang mogelijk in bedrijf blijft. Bij een ΔT 25 K gaat de ketel in laaglast. Bij een ΔT > 25 + 5 K gaat de ketel in een normale regelstop (tijdelijke blokkering). 3.3.6. Maximaalbeveiliging De maximaalbeveiliging schakelt bij een te hoge watertemperatuur (110 C) de ketel uit en vergrendelt deze op de beveiligingsautomaat (vaste waarde, kan niet gewijzigd worden). Na het opheffen van de storingsoorzaak kan de ketel worden ontgrendeld door de J toets 2 seconden in te drukken. 3.3.7. Luchtdrukverschil schakelaar Voor de start en als de ketel in bedrijf is, meet de luchtdrukverschilschakelaar PS het drukverschil tussen de meetpunten achterop de warmtewisselaar p + en de luchtkast p -. Is dit drukverschil groter dan 6 mbar, dan vergrendelt de ketel. Na het opheffen van de storingsoorzaak kan de ketel worden ontgrendeld door de J toets 2 seconden in te drukken. 3.4 Technische gegevens 3.4.1. Keteltype Gas 310 ECO PRO 050112-125468-AB 15

3. Technische beschrijving Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO Keteltype GAS 310 ECO PRO Eenheid 285 355 430 500 575 650 Algemeen Aantal leden - - 5 6 7 8 9 10 CE identificatienummer PIN 0063CL3613 Belastingsregeling Instelbaar Modulerend, Aan/Uit, 0-10 V Nominaal vermogen (Pn) CV-bedrijf (80/60 ºC) Nominaal vermogen (Pn) CV-bedrijf (50/30 ºC) Nominale belasting(qn) (Hs) Nominale belasting (Qn) (Hi) minimum maximum (1) minimum maximum (1) minimum maximum (1) minimum maximum (1) Vollast rendement waterzijdig (Hi) (80/60 ºC) % 98,0 98,1 98,2 98,3 98,4 - Vollast rendement waterzijdig (Hi) (50/30 ºC) % 104,8 105,2 105,6 106,0 106,4 - Laaglast rendement waterzijdig (Hi) (Retourtemperatuur 60 C) Jaarrendement G20 (Emissie O 2 = 0%) (DIN 4702, Deel 8) Gas- en rookgasgegevens Gasverbruik G25 (L-gas) Gasverbruik G20 (H-gas) Gasvoordruk G25 (L-gas) Gasvoordruk G20 (H-gas) Verbrandingsrendement (bij vollast) NOx-Jaaremissie G20 (Emissie O 2 = 0%) (DIN 4702, Deel 8) CO-Jaaremissie G20 (Emissie O 2 = 0%) (DIN 4702, Deel 8) Stilstandsverlies (Ps) Rookgashoeveelheid Rookgastemperatuur minimum maximum minimum maximum minimum maximum minimum maximum kw kw kw kw 51 261 56 279 60 295 54 266 65 327 71 350 75 369 68 333 79 395 84 425 96 445 82 402 92 461 98 497 105 520 95 469 106 530 113 574 121 598 109 539 - - - - 135 677 122 610 % 94,7 95,3 95,8 96,3 96,8 - % 109,6 109,5 109,4 109,3 109,2 - m s 3 /h m s 3 /h mbar mbar 6,6 32,7 5,7 28,1 17 30 17 30 8,4 41,0 7,2 35,2 17 30 17 30 10,1 49,5 8,7 42,5 17 100 17 100 11,7 57,7 10,1 49,6 17 100 17 100 13,4 66,3 11,5 57,0 17 100 17 100 15,0 75,1 12,9 64,6 % 97,7 97,7 97,7 97,7 97,7 - ppm 27,7 29 30,5 32 33,5 - mg/kwh 48,9 51,2 53,8 56,4 59,1 - ppm 15 15,4 15,7 16 16,3 - mg/kwh 16,1 16,5 16,9 17,2 17,5 - ( T = 50 C) (2) % 0,34 0,32 0,31 0,28 0,24 - ( T = 25 C) (2) % 0,17 0,16 0,16 0,14 0,12 - minimum maximum minimum maximum kg/h 91 448 114 560 138 676 C 30 80 Maximale tegendruk Pa 130 120 130 150 150 - Gegevens centrale-verwarmingscircuit Waterinhoud - l 49 60 71 82 93 104 Waterbedrijfsdruk minimum bar 0,8 Waterbedrijfsdruk (PMS) maximum bar 7 Watertemperatuur maximum C 110 Bedrijfstemperatuur Waterzijdige weerstand ( T = 20K) (1) Fabrieksinstelling (2) T = Keteltemperatuur - Omgevingstemperatuur (3) Voor een gesloten uitvoering minimum 20 maximum C 90 Fabrieksinstelling 80 160 789 183 907 mbar 113 110 120 110 125 130 kpa 11,3 11 12 11 12,5 13,0 - - - - - - 16 050112-125468-AB

Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 3. Technische beschrijving Keteltype GAS 310 ECO PRO Eenheid 285 355 430 500 575 650 Waterzijdige weerstand ( T = 10K) Elektrische gegevens mbar 374 364 397 364 413 435 kpa 37,4 36,4 39,7 36,4 41,3 43,5 Voedingsspanning VAC/Hz 230/50 Zekering (230 VAC) Hoofdzekering F2 AT 10 Besturingsprint F1 AT 2 Opgenomen vermogen - Vollast maximum W 279 334 426 543 763 - Opgenomen vermogen - Laaglast maximum W 46 46 58 61 62 - Opgenomen vermogen - Stand-by maximum W 6 6 6 6 6 - Elektrische beschermingsindex IP X1B (3) Overige gegevens Gewicht (leeg) Totaal kg 364 398 433 495 531 568 Gemiddeld geluidsniveau op een afstand van 1 m van de ketel. db(a) 61 61 65 65 65 65 Omgevingstemperatuur maximum C 40 (1) Fabrieksinstelling (2) T = Keteltemperatuur - Omgevingstemperatuur (3) Voor een gesloten uitvoering 3.4.2. Keteltype Gas 610 ECO PRO Keteltype GAS 610 ECO PRO Eenheid 570 710 860 1000 1150 1300 Algemeen Aantal leden - - 2x5 2x6 2x7 2x8 2x9 2x10 CE identificatienummer PIN 0063CL3613 Belastingsregeling Instelbaar Modulerend, Aan/Uit, 0-10 V Nominaal vermogen (Pn) CV-bedrijf (80/60 ºC) Nominaal vermogen (Pn) CV-bedrijf (50/30 ºC) Nominale belasting(qn) (Hs) Nominale belasting (Qn) (Hi) minimum maximum (1) minimum maximum (1) minimum maximum (1) minimum maximum (1) kw kw kw kw 69 522 74 558 80 590 72 532 87 654 94 700 101 738 91 666 123 790 131 850 142 890 128 804 122 922 130 994 141 1038 127 938 148 1060 156 1148 170 1196 170 1078 Vollast rendement waterzijdig (Hi) (80/60 ºC) % 98,0 98,1 98,2 98,3 98,4 - Vollast rendement waterzijdig (Hi) (50/30 ºC) % 104,8 105,2 105,6 106,0 106,4 - Laaglast rendement waterzijdig (Hi) (Retourtemperatuur 60 C) Jaarrendement G20 (Emissie O 2 = 0%) (DIN 4702,Deel 8) Gas- en rookgasgegevens Gasverbruik G25 (L-gas) Gasverbruik G20 (H-gas) Gasvoordruk G25 (L-gas) Gasvoordruk G20 (H-gas) minimum maximum minimum maximum minimum maximum minimum maximum (1) Fabrieksinstelling (2) T = Keteltemperatuur - Omgevingstemperatuur (3) Voor een gesloten uitvoering - - - - 180 1354 162 1220 % 94,7 95,3 95,8 96,3 96,8 - % 109,6 109,5 109,4 109,3 109,2 - m s 3 /h m s 3 /h mbar mbar 8,9 65,4 7,6 56,2 17 30 17 30 11,2 82,0 9,6 70,4 17 30 17 30 15,8 99,0 13,5 85,0 17 100 17 100 15,6 115,4 13,4 99,2 17 100 17 100 18,8 132,6 16,2 114,0 17 100 17 100 19,9 150,2 17,2 129,2 - - - - 050112-125468-AB 17

3. Technische beschrijving Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO Keteltype GAS 610 ECO PRO Eenheid 570 710 860 1000 1150 1300 Verbrandingsrendement (bij vollast) NOx-Jaaremissie G20 (Emissie O 2 = 0%) (DIN 4702, Deel 8) CO-Jaaremissie G20 (Emissie O 2 = 0%) (DIN 4702, Deel 8) Stilstandsverlies (Ps) Rookgashoeveelheid Rookgastemperatuur % 97,7 97,7 97,7 97,7 97,7 - ppm 27,7 29 30,5 32 33,5 - mg/kwh 48,9 51,2 53,8 56,4 59,1 - ppm 15 15,4 15,7 16 16,3 - mg/kwh 16,1 16,5 16,9 17,2 17,5 - ( T = 50 C) (2) % 0,34 0,32 0,31 0,28 0,24 - ( T = 25 C) (2) % 0,17 0,16 0,16 0,14 0,12 - minimum maximum minimum maximum kg/h 182 896 228 1120 276 1352 C 30 80 320 1578 366 1814 Maximale tegendruk Pa 130 120 130 130 130 - Gegevens centrale-verwarmingscircuit Waterinhoud - l 98 120 142 164 186 208 Waterbedrijfsdruk minimum bar 0,8 Waterbedrijfsdruk (PMS) maximum bar 7 Watertemperatuur maximum C 110 Bedrijfstemperatuur Waterzijdige weerstand ( T = 20K) Waterzijdige weerstand ( T = 10K) Elektrische gegevens minimum 20 maximum C 90 Fabrieksinstelling 80 mbar 113 110 120 110 125 130 kpa 11,3 11 12 11 12,5 13 mbar 374 364 397 364 413 435 kpa 37,4 36,4 39,7 36,4 41,3 43,5 Voedingsspanning VAC/Hz 230/50 Zekering (230 VAC) Hoofdzekering F2 AT 10 Besturingsprint F1 AT 2 Opgenomen vermogen - Vollast maximum W 558 668 852 1086 1526 - Opgenomen vermogen - Laaglast maximum W 92 92 116 122 124 - Opgenomen vermogen - Stand-by maximum W 12 12 12 12 12 - Elektrische beschermingsindex IP X1B (3) Overige gegevens Gewicht (leeg) Totaal kg 707 771 837 957 1025 1095 Gemiddeld geluidsniveau op een afstand van 1 m van de ketel. db(a) 64 64 68 68 68 68 Omgevingstemperatuur maximum C 40 (1) Fabrieksinstelling (2) T = Keteltemperatuur - Omgevingstemperatuur (3) Voor een gesloten uitvoering - - 18 050112-125468-AB

Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 4. Installatie 4 Installatie 4.1 Installatievoorschriften WAARSCHUWING De installatie van het apparaat moet door een erkend installateur worden uitgevoerd volgens de plaatselijke en nationale geldende regelgeving. 4.2 Leveringsomvang 4.2.1. Standaardlevering 4 De ketel 4 Sifon compleet 4 Vul en aftapkraan 4 Gasfilter 4 Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding 4 Waterkwaliteitsvoorschrift 4.2.2. Accessoires Gebruik uitsluitend de originele- of aanbevolen accessoires. Benaming Modulerende cascade regelaar rematic 2945 C3 Modulerende cascade regelaar rematic MC Modulerende cascade regelaar Celcia MC4 Luchttoevoerfilter Luchttoevoerbroekstuk (Voor een gesloten uitvoering) Gecombineerde dakdoorvoer 200/300 mm Gecombineerde dakdoorvoer 250/350 mm Aansluiting voor tweede retour Isolatieset warmtewisselaar Reinigingsgereedschap wisselaar Gashoofdkraan Communicatieset Recom Buitentemperatuursensor (AF 60) Rookgasthermostaat (Schakeltemperatuur 120ºC) Minimum gasdrukschakelaar GPS 050112-125468-AB 19

4. Installatie Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO Benaming Gaslekcontrole VPS Waterdrukschakelaar Aansluiting van een externe veiligheidsklep of de motor van een rookgasklep Rookgasadapter 250-200 mm Rookgasadapter Gas 310 ECO - Gas 310 ECO PRO Rookgasbroekstuk Luchttoevoerbroekstuk 4.3 Plaatsingsmogelijkheden 4.3.1. Transport Voor de ketels Gas 610 ECO PRO: De beschreven eigenschappen en instructies gelden per ketelmodule. Keteltype Gas 310 ECO PRO L (mm) 285 L 800 1810 355 430 500 575 650 1920 2230 T003980-A De ketel wordt compleet gemonteerd en verpakt op een pallet geleverd. De verpakking is 80 cm breed en 181 cm hoog en heeft een lengte die afhankelijk is van de keteluitvoering. Zie tekening en tabel voor de afmetingen. De basis van de verpakking is een pallet van 80 cm breed. Daardoor kan deze met een palletwagen, een heftruck of vier-wielige verhuisplanken vervoerd worden. Zonder de verpakking is de ketel 72 cm breed (zonder bemanteling 70 cm) en past de ketel door alle reguliere deuren. De ketel is voorzien van geïntegreerde wielen, waardoor de ketel ook zonder verpakking gemakkelijk verplaatst kan worden. 20 050112-125468-AB

Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 4. Installatie OPGELET De wielen zijn uitsluitend bestemd voor transport en niet voor vaste opstelling. Wanneer intern transport dit vereist, kan de ketel worden gedemonteerd in kleinere transport-delen. De ketel kan worden ontdaan van : 4 Manteldelen 4 Gas- / luchtcomponenten L 1107 4 Het framedeel aan de kant van het bedieningspaneel Zie tekening en tabel voor de afmetingen van het grootste overgebleven transportdeel (= Framedeel met warmtewisselaar en wateraansluitingen). 1000 1000 700 T003676-B Keteltype Gas 310 ECO PRO 285 355 430 500 575 650 L (mm) 1160 1469 ¼ Zie voor de montage van de onderdelen de met de verwarmingsketel meegeleverde montagehandleiding. 4.3.2. Plaatsen van de ketel Keteltype Gas 310 ECO PRO L Versie links L I R I Versie rechts Inspectieluik I R T003785-C 050112-125468-AB 21

4. Installatie Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO De servicezijde met het inspectieluik van de warmtewisselaar, wordt als voorzijde van de ketel aangehouden. De ketel is in 'linkse' of 'rechtse' uitvoering leverbaar. De hydraulische aansluitingen en de rookgasafvoer zitten dan aan de linker kant ofwel aan de rechterkant van de ketel. Het bedieningspaneel zit standaard aan de voorzijde, maar kan eenvoudig gedraaid worden naar de korte zijde. 663 21,5 55 55 Om de ketel horizontaal en met de wielen vrij op te stellen moeten de stelbouten worden gebruikt. Draai de stelbouten uit, zodra de ketel op de bestemde plek staat. De afbeelding geeft het steunoppervlak van de ketel weer (Dit is de positie van de stelbouten). A 55 Keteltype Gas 310 ECO PRO 285 355 430 500 575 650 A (mm) 723 1032 673 55 55 531 87,5 T003474-B 22 050112-125468-AB

Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 4. Installatie C + 1100* 800* 300 C + 600 C 300 1670* 800* 720 150 300 C + 1100* C + 600 C 300 800* 3190* 800* 720 150 720 800* C + C1 + 2200* 1670* 800* 720 150 800* 800* C + C1 + 1200 300 C1 600 C 300 T003499-B * = Benodigde ruimte als dit de bedieningszijde is. ¼ Voor de afmetingen van C/C1, zie paragraaf: "Belangrijkste afmetingen", pagina 27 Aan de voorzijde (servicezijde) van de ketel is een vrije technische ruimte van minimaal 80 cm vereist. Wij adviseren echter een vrije ruimte van 100 cm. Boven de ketel adviseren wij een vrije ruimte van minimaal 40 cm (Bij toepassing van het luchttoevoerfilter moet die vrije ruimte minimaal 65 cm zijn). Aan de zijde van de rookgasafvoer minimaal 30 cm en aan de andere zijde ook minimaal 30 cm (of 80 cm, als dit de bedieningszijde is). 050112-125468-AB 23

4. Installatie Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO Keteltype Gas 610 ECO PRO De ketel is niet in 'linkse' of 'rechtse' uitvoering leverbaar. Het bedieningspaneel zit standaard aan de voorzijde, maar kan eenvoudig gedraaid worden naar de korte zijde. Om de ketel horizontaal en met de wielen vrij op te stellen moeten de stelbouten worden gebruikt. Draai de stelbouten uit, zodra de ketel op de bestemde plek staat. De afbeelding geeft het steunoppervlak van de ketel weer (Dit is de positie van de stelbouten). Keteltype Gas 610 ECO PRO 570 710 860 1000 1150 1300 A (mm) 723 1032 T003784-C 663 663 21,5 55 21,5 55 55 55 673 A 55 55 55 87,5 55 55 531 55 531 55 87,5 T003767-D 24 050112-125468-AB

Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 4. Installatie C + 1100* 3050* 800* 800* 1450 800* C + 600 300 C 300 800* 300 3050* C 600 C 300 D E* 800* 1525* 800* 1450 800* T003768-E * = Benodigde ruimte als dit de bedieningszijde is. ¼ Voor de afmetingen van C/C1, zie paragraaf: "Belangrijkste afmetingen", pagina 27. Aan de voorzijde (servicezijde) van de ketel is een vrije technische ruimte van minimaal 80 cm vereist. Wij adviseren echter een vrije ruimte van 100 cm. Boven de ketel adviseren wij een vrije ruimte van minimaal 40 cm (Bij toepassing van het luchttoevoerfilter moet die vrije ruimte minimaal 65 cm zijn). Aan de zijde van de rookgasafvoer minimaal 30 cm en aan de andere zijde ook minimaal 30 cm (of 80 cm, als dit de bedieningszijde is). 050112-125468-AB 25

4. Installatie Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO Bedieningspaneel draaien 2 Het bedieningspaneel zit standaard aan de voorzijde, maar kan eenvoudig gedraaid worden naar de korte zijde. 1 90º 4 3 2x 1. Draai de 4 bevestigingsschroeven aan de zijkant van het bedieningspaneel los. 2. Verwijder de beschermkap. 3. Draai de 2 inbusbouten van de onderplaat los. 4. Til het bedieningspaneel met onderplaat omhoog. 5. Draai het bedieningspaneel met onderplaat naar de korte zijde. 6. Schuif de lippen van de onderplaat in de daarvoor bestemde gleuven. 7. Draai de 2 inbusbouten van de onderplaat vast. 8. Plaats de beschermkap terug. 9. Draai de 4 bevestigingsschroeven aan de zijkant weer vast. 5 8 9 2x 7 6 T004028-E 26 050112-125468-AB

Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 4. Installatie 4.3.3. Belangrijkste afmetingen Keteltype Gas 310 ECO PRO Ø 250 1023 1500 2 130 366 320 353 1310 592 447 Ø 250 2 C B L 920 155 706 310 716 1293 1477 A T003472-G Ketel A (mm) B (mm) C (mm) L (mm) Symbool Aansluiting 310-285 1833 1635 1862 1490 { Aanvoer CV; Flens NW 80 (Norm DIN 2576) 310-355 1833 1635 1862 1490 z Retour CV; Flens NW 80 (Norm DIN 2576) 310-430 1833 1635 1862 1490 Gas / Gaz Gasaansluiting; G2" (Binnendraad) 310-500 2142 1944 2172 1800 j Condensatie-afvoer; Ø 32 mm (Inwendig) 310-575 2142 1944 2172 1800 i Rookgasafvoer; Ø 250 mm 310-650 2142 1944 2172 1800 h Luchttoevoer; Ø 250 mm d Tweede retour (optie); Flens NW 65 (Norm DIN 2576) 050112-125468-AB 27

4. Installatie Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO Keteltype Gas 610 ECO PRO C L 641 1726 1500 130 592 592 920 8 353 353 8 722 1460 B A 894,5 1023 2 366 320 1477 2 1310 155 310 1293 1760 T003766-F Ketel A (mm) B (mm) C (mm) L (mm) Symbool Aansluiting 610-570 1582 1635 1862 1490 { Aanvoer CV; Flens NW 80 (Norm DIN 2576) 610-710 1582 1635 1862 1490 z Retour CV; Flens NW 80 (Norm DIN 2576) 610-860 1582 1635 1862 1490 Gas / Gaz Gasaansluiting; G2" (Binnendraad) 610-1000 1892 1944 2172 1800 j Condensatie-afvoer; Ø 32 mm (Inwendig) 610-1150 1892 1944 2172 1800 i Rookgasafvoer; Ø 350 mm 610-1300 1892 1944 2172 1800 h Luchttoevoer; Ø 250 mm Luchttoevoerbroekstuk (Optie); Ø 350 mm d Tweede retour (optie); Flens NW 65 (Norm DIN 2576) 28 050112-125468-AB

Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 4. Installatie 4.4 Wateraansluitingen 4.4.1. Doorspoelen van de installatie Plaatsing van de ketel op een nieuwe installatie (installatie van minder dan 6 maanden) 4 Reinig de installatie met een universeel reinigingsmiddel om het afval uit de installatie te verwijderen (koper, vlasdraad, soldeersel). 4 Spoel de installatie goed door totdat het water helder is en geen vuildeeltjes meer bevat. Plaatsing van de ketel op een bestaande installatie 4 Verwijder slijk uit de installatie met een reinigingsmiddel. 4 Spoel de installatie door. 4 Reinig de installatie met een universeel reinigingsmiddel om het afval uit de installatie te verwijderen (koper, vlasdraad, soldeersel). 4 Spoel de installatie goed door totdat het water helder is en geen vuildeeltjes meer bevat. 4.4.2. Aansluiting van het verwarmingscircuit Voor de aansluiting(en) van de ketel Gas 610 ECO PRO: De beschreven eigenschappen en instructies gelden per ketelmodule. OPGELET De cv-leidingen moeten volgens de geldende voorschriften worden aangesloten. Sluit de ketel altijd aan, zodat waterstroming door het toestel tijdens bedrijf gegarandeerd wordt. Wanneer de ketel wordt gebruikt in een systeem met twee retourleidingen, dan dient de retourleiding als koude retour. De tweede retourleiding (accessoire) dient dan als warme retour. Zie de bij het product meegeleverde instructies. Neem contact met ons op voor meer informatie. 050112-125468-AB 29

4. Installatie Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 2 6 1 3 4 5 T003476-C In de aanvoerleiding zijn de volgende voorzieningen aangebracht: 1 Een dompelbuis voor een temperatuurvoeler van een externe regeling ( ½" ). 2 Ontluchtingsvoorziening ( ⅛" ). 3 Aansluiting voor veiligheidsklep ( 1½" ). 4 Manometer ( ½" ). 5 Aanvoersensor (M6). 6 Maximaalthermostaat (M4). 1. Verwijder de stofdop op de aansluiting aanvoer CV Ù. 2. Verwijder de stofdop op de aansluiting retour CV Ú. 3. Monteer de uitgaande leiding voor CV-water op de Ù aansluiting. 4. Monteer de ingaande leiding voor CV-water op de Ú aansluiting. 5. Sluit een veiligheidsventiel aan op de aanvoeraansluiting van de ketel. 6. Sluit de pomp aan op de retouraansluiting van de ketel. Een vul- en aftapkraan is standaard op het voorlid gemonteerd ( ½" ). T003772-F 4.4.3. Aansluiting van de condensatieafvoerleiding Voor de aansluiting(en) van de ketel Gas 610 ECO PRO: De beschreven eigenschappen en instructies gelden per ketelmodule. Voer het condenswater via een sifon direct af naar het riool. Pas, gezien de zuurgraad (ph 2 tot 5), alleen kunststofmateriaal toe als afvoerleiding. 1. Monteer een kunststof afvoerpijp op de sifon (minimaal Ø 32 mm of groter, uitkomend op riool). OPGELET Maak geen vaste verbinding om overdruk in het sifon te voorkomen. 30 050112-125468-AB

Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 4. Installatie 4 De condensafvoer moet open op het riool worden aangesloten. 4 Afschot afvoerpijp minimaal 5-10 mm per meter, maximale horizontale lengte 5 meter. 4 Het lozen van condenswater op een dakgoot is niet toegestaan. 4 De condensafvoerleiding moet volgens de geldende voorschriften worden aangesloten. 4.5 Gasaansluiting Voor de aansluiting(en) van de ketel Gas 610 ECO PRO:De beschreven eigenschappen en instructies gelden per ketelmodule. WAARSCHUWING 4 Sluit de hoofdgaskraan alvorens met de werkzaamheden aan de gasleidingen te beginnen. 4 Monteer ook een gaskraan in de nabijheid van de ketel. 4 Verwijder afval en stof uit de gasleiding. De ketel is standaard voorzien van een gasfilter. 1. Verwijder de stofdop op de gasaansluiting ß. 2. Monteer de gasaanvoerleiding. 4.6 Aansluitingen van de lucht-/rookgasleidingen ¼ De ketel is geschikt voor de volgende types rookgasaansluitingen. Zie hoofdstuk: "Certificeringen", pagina 11 Volg de lokaal geldende voorschriften bij het aansluiten van de rookgasafvoer- en luchttoevoerleidingen van de ketel. De diameters van de leidingen moeten bepaald worden volgens de in het land geldende normen. De totale weerstand van rookgasafvoer en luchtinlaat mag niet groter zijn dan de maximaal toelaatbare weerstand. ¼ Voor het bepalen van de maximale lengte van de lucht-/ rookgasleidingen. Zie hoofdstuk: "Lengte van de lucht-/ rookgasleidingen", pagina 33 050112-125468-AB 31

4. Installatie Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 4.6.1. Classificatie In de tabel is deze indeling volgens [ nader gespecificeerd. Type Uitvoering Beschrijving B23 Open 4 Zonder trekonderbreker. B23P (1) 4 Rookgasafvoer bovendaks. 4 Lucht uit de opstellingsruimte. B33 Open 4 Zonder trekonderbreker. 4 Gemeenschappelijke rookgasafvoer bovendaks. 4 Rookgasafvoer luchtomspoeld, lucht uit de opstellingsruimte (speciale constructie). C33 Gesloten 4 Rookgasafvoer bovendaks. 4 Instroomopening voor de luchttoevoer ligt in hetzelfde drukgebied als de uitmonding (Bijvoorbeeld een concentrische dakdoorvoer). C53 Gesloten 4 Gesloten toestel. 4 Separaat luchttoevoerkanaal. 4 Separaat rookgasafvoerkanaal. 4 Uitmondend in verschillende drukvlakken. C63 Gesloten 4 Dit type toestel wordt door de fabrikant zonder toe- en afvoersysteem geleverd. C83 (2) Gesloten 4 Toestel kan worden aangesloten op een zogenaamd half CLV systeem (gemeenschappelijke rookgasafvoer). C93 (3) Gesloten 4 Luchttoevoer- en rookgasafvoerkanaal in schacht of omkokerd: - Concentrisch. - Excentrisch; Luchttoevoer uit de schacht. - Rookgasafvoer bovendaks. - Instroomopening voor de luchttoevoer ligt in hetzelfde drukgebied als de uitmonding. (1) Ook drukklasse P1 (2) Er kan 4 mbar onderdruk optreden (3) Informeer bij uw leverancier voor minimale afmeting schacht of koker 4.6.2. Uitmondingen De ketels kunnen in open of gesloten uitvoering toegepast worden. Voor een gesloten opstelling moet de luchttoevoer aansluitset toegepast worden (Deze is als accessoire leverbaar). Voor type C6 rookgasafvoer moet het afvoermateriaal voldoen aan Gastec QA en/of voorzien zijn van een CE-markering. De rookgasafvoerconstructie moet berekend zijn volgens EN 13384 (deel 1 & 2). Bij een open rookgasafvoer bovendaks, moet de uitmonding altijd voorzien zijn van een RVS boldraadrooster. 32 050112-125468-AB

Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 4. Installatie 4.6.3. Lengte van de lucht-/rookgasleidingen 4 Voor het bepalen van de uiteindelijke maximale lengte, moet de leidinglengte ingekort worden volgens de reductietabel. 4 De ketel is ook geschikt voor langere schoorsteenlengten en andere diameters dan in de tabel aangegeven. Neem contact met ons op voor meer informatie. Reductietabel Leiding reducties per toegepast element Diameter Bochtstuk 45 Bochtstuk 90 Leidingreductie Leidingreductie 150 mm 1,2 m 2,1 m 180 mm 1,4 m 2,5 m 200 mm 1,6 m 2,8 m 250 mm 2,0 m 3,5 m 300 mm 2,4 m 4,2 m Open uitvoering (B23, B23P) Bij een open uitvoering blijft de luchttoevoeropening open; alleen de rookgasafvoeropening wordt aangesloten. De ketel krijgt dan de benodigde verbrandingslucht direct uit de opstellingsruimte. Bij gebruik van luchttoevoer- en rookgasafvoerleidingen met andere diameters dan 250 mm, moeten verloopstukken worden toegepast. Als de ketel bij een open uitvoering opgesteld staat in een (zeer) stoffige ruimte, gebruik dan het luchttoevoerfilter (= Accessoire). 050112-125468-AB 33

4. Installatie Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO OPGELET 4 De luchttoevoeropening moet geopend blijven. 4 De opstellingsruimte moet voorzien zijn van de noodzakelijke luchttoevoeropeningen. Deze mogen niet worden verkleind of afgesloten. L T003497-D Gas 310 ECO PRO Keteltype Schoorsteenlengte voor open uitvoering Maximale lengte (L) (1) bij Ø 150 mm bij Ø 180 mm bij Ø 200 mm bij Ø 250 mm 285 22 m 50 m 50 m 50 m 355 14 m 37 m 50 m 50 m 430 9 m 25 m 44 m 50 m 500 7 m 18 m 32 m 50 m 575 5 m 13 m 24 m 50 m 650 5 m 13 m 24 m 50 m (1) Berekend met starre buis en Uitmonding zonder kap ('vrije' opening) L Gas 610 ECO PRO Schoorsteenlengte voor open uitvoering Keteltype Maximale lengte (L) (1) bij Ø 250 mm bij Ø 300 mm bij Ø 350 mm 570 40 m 50 m 50 m 710 42 m 50 m 50 m 860 24 m 50 m 50 m 1000 14 m 48 m 50 m 1150 7 m 31 m 50 m 1300 7 m 31 m 50 m (1) Berekend met starre buis en Uitmonding zonder kap ('vrije' opening) T003667-F Gesloten uitvoering ( C33, C63, C93 Bij een gesloten uitvoering wordt zowel de rookgasafvoer- als de luchttoevoeropening (parallel) aangesloten. Bij gebruik van luchttoevoer- en rookgasafvoerleidingen met andere diameters dan 250 mm, moeten verloopstukken worden toegepast. L Gas 310 ECO PRO Schoorsteenlengte voor gesloten uitvoering Keteltype Maximale lengte (L) (1) bij Ø 150 mm bij Ø 200 mm bij Ø 250 mm 285 6 m 48 m 50 m 355 2 m 28 m 50 m 430 - m 16 m 50 m 500 - m 10 m 50 m 575 - m 5 m 50 m 650 - m 5 m 50 m (1) Berekend met starre buis en Uitmonding zonder kap ('vrije' opening) T003496-D 34 050112-125468-AB

Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 4. Installatie L T003666-F Gas 610 ECO PRO Schoorsteenlengte voor gesloten uitvoering Keteltype Maximale lengte (L) (1) bij Ø 300 mm bij Ø 350 mm bij Ø 400 mm 570 50 m 50 m 50 m 710 50 m 50 m 50 m 860 32 m 50 m 50 m 1000 17 m 46 m 50 m 1150 8 m 24 m 50 m 1300 8 m 24 m 50 m (1) Berekend met starre buis en Uitmonding zonder kap ('vrije' opening) Aansluiting in verschillende drukzones (C53, C83) Verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer is mogelijk in verschillende drukgebieden, en halve CLV systemen. Met uitzondering van het kustgebied. Het maximaal toegestane hoogteverschil tussen verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer bedraagt 36 m. L T003498-D Gas 310 ECO PRO Keteltype Schoorsteenlengte in verschillende drukgebieden Maximale lengte (L) (1) bij Ø 250 mm 285 50 m 355 50 m 430 50 m 500 50 m 575 40 m 650 40 m (1) Berekend met starre buis en Uitmonding zonder kap ('vrije' opening) L T003668-F Gas 610 ECO PRO Keteltype Schoorsteenlengte in verschillende drukgebieden Maximale lengte (L) (1) bij Ø 350 mm 570 50 m 710 50 m 860 24 m 1000 - m 1150 - m 1300 - m (1) Berekend met starre buis en Uitmonding zonder kap ('vrije' opening) 4.6.4. Aanvullende richtlijnen 4 Directe aansluiting van de rookgasafvoer op bouwkundige kanalen is niet toegestaan in verband met condensatie. 050112-125468-AB 35

4. Installatie Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 4 Als voeringkanalen worden toegepast, moeten deze bestaan uit een luchtdichte, dikwandige starre aluminium of roestvaststalen constructie. Ook buigbare kunststof en roestvaststalen voeringpijpen zijn toegestaan. Aluminium is toegestaan, mits er geen contact is met het bouwkundige gedeelte van het rookgasafvoerkanaal. 4 Schachten altijd grondig reinigen bij toepassing van voeringspijpen en/of luchttoevoeraansluiting. 4 Inspectie van het voeringkanaal moet mogelijk zijn. 4 Wanneer er in de rookgasafvoerleiding condens uit een kunststof of roestvaststalen leidingdeel terug kan stromen naar een aluminium deel, dan dient dit condens via een opvanginrichting afgevoerd te worden, voordat het het aluminium bereikt. 4 Bij aluminium rookgasafvoerleidingen van grotere lengte dient de eerste tijd rekening gehouden te worden met relatief grote hoeveelheden corrosieproducten die samen met het condens uit de afvoerleidingen terugstromen. Regelmatig toestelsifon reinigen of extra condensopvang boven het toestel plaatsen. 4 Zorg voor voldoende afschot van de rookgasafvoerleiding richting de ketel (minimaal 50 mm per meter) en aan voldoende condensopvang en afvoer (minimaal 1 m voor de uitmonding van de ketel). De toegepaste bochten moeten groter zijn dan 90 om afschot en een goede afdichting op de lippenringen te waarborgen. Neem contact met ons op voor meer informatie. 4.6.5. Aansluiting rookgasafvoer De ketel is standaard voorzien van een mechanische rookgas terugslagklep. Deze voorkomt dat rookgassen terugstromen in de ketel bij rust. Ook met rookgaszijdige koppelingen (bij cascadesystemen). Montage 1. Monteer de rookgasafvoerleiding. 2. Monteer de rookgasafvoerleidingen naadloos op elkaar. 4 De leidingen moeten rookgasdicht en corrosiebestendig zijn. 4 Sluit de leidingen spanningsvrij aan. 4 Maximale beugelafstand bij verticale leidingen is 2 m. 4 Maximale scheefstand van verticale leidingen is 20 mm/m. 4 De leidingen mogen niet steunen op de ketel of de rookgasadapter. 4 De horizontale delen dienen uitgevoerd te worden met een helling van 50 mm per meter: Aflopend richting ketel. 4 Gebruik bij horizontale leidingen een beugel bij elke verbinding. 36 050112-125468-AB

Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 4. Installatie Materiaal Enkelwandig, star (1) Dikwandig aluminium Roestvaststaal Flexibel (1) Roestvaststaal (1) De toegepaste materialen moeten voldoen aan de geldige voorschriften en normen 4.6.6. Aansluiting luchttoevoer Montage 1. Monteer de luchttoevoerleiding. 2. Monteer de luchttoevoerleidingen naadloos op elkaar. 4 De leidingen moeten luchtdicht en corrosiebestendig zijn. 4 Sluit de leidingen spanningsvrij aan. 4 Maximale beugelafstand bij verticale leidingen is 2 m. 4 Maximale scheefstand van verticale leidingen is 20 mm/m. 4 De leidingen mogen niet steunen op de ketel of de luchttoevoeradapter. 4 De horizontale delen dienen uitgevoerd te worden met een helling: Aflopend richting de toevoeropening. 4 Gebruik bij horizontale leidingen een beugel bij elke verbinding. Materiaal Enkelwandig, star Flexibel Aluminium/Roestvaststaal/Kunststof (1) (1) De toegepaste materialen moeten voldoen aan de geldige voorschriften en normen 4.7 Elektrische aansluitingen Voor de aansluiting(en) van de ketel Gas 610 ECO PRO: De beschreven eigenschappen en instructies gelden per ketelmodule. 050112-125468-AB 37

4. Installatie Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 4.7.1. Besturingsautomaat Mains N L F1 PUMP N L ON/OFF OT BL PW M Voorbedraad in de ketel Drie-aderig netsnoer De ketel heeft een fase detectie. De ketel is geheel voorbedraad. De ketel is geschikt voor een 230 V / 50 Hz voeding met fase /nul / aarde. Andere aansluitwaarden zijn alleen toegestaan met een scheidingstransformator. Sluit de aders van het netsnoer aan op de daarvoor bestemde kroonsteen. Deze zit linksonder de connector MAINS. (Het netsnoer wordt niet meegeleverd). M F2 PW T003486-E OPGELET 4 Bij vaste aansluiting van het netsnoer dient altijd voor de ketel een dubbelpolige hoofdschakelaar te worden aangebracht met een contactopening van ten minste 3mm. 4 Bij aansluiting van het netsnoer met stekker moet de aardedraad langer zijn dan de spanningsvoerende aders. In de tabel zijn de belangrijkste eigenschappen van de besturingsautomaat opgesomd. Voedingsspanning Hoofdzekeringwaarde F2 (230 VAC) Zekeringwaarde F1 (230 VAC) Maximaal opgenomen vermogen van de pomp 230 VAC/50Hz 10 AT 2 AT 300 VA WAARSCHUWING De volgende componenten van de ketel staan onder een spanning van 230V: 4 Elektrische aansluiting circulatiepomp (CV) (Indien aanwezig). 4 Elektrische aansluiting gascombinatieblok. 4 Ventilator. 4 Meeste delen op de besturingsautomaat. 4 Ontstekingstrafo. 4 Voedingskabelaansluiting. De ketel is voorzien van een unieke ketelcode. Deze is, samen met andere gegevens, zoals keteltype en tellerstanden opgeslagen in een zogenaamde PSU, die bij de ketel hoort. Als de besturingsautomaat uitgewisseld wordt, blijven tellerstanden hierin bewaard. De ketel heeft meerdere besturings-, beveiligings- en regelingsaansluitmogelijkheden. Het vermogen van de ketel kan op de volgende manieren worden geregeld: 4 Modulerend: Het vermogen varieert tussen de minimale en maximale waarde op basis van de door de regelaar bepaalde waarde. 38 050112-125468-AB

Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 4. Installatie 4 Analoge regeling: Waarbij het vermogen of de temperatuur door een 0-10V signaal wordt gestuurd.. 4 Aan/uit regeling: Waarbij het vermogen tussen de minimale en de maximale waarde moduleert op basis van de op de ketel ingestelde aanvoertemperatuur. De standaard besturingsprint (PCU-06) kan onder meer worden uitgebreid met: 4 Modulerende weersafhankelijke regeling rematic 2945 C3 met meegeleverde adapter (Accessoire). 4 Modulerende cascade regelaar rematic MC (Accessoire). 4 Modulerende cascade regelaar Celcia MC 4 (Accessoire). 4.7.2. Aanbevelingen WAARSCHUWING 4 De elektrische aansluitingen moeten altijd spanningsloos worden uitgevoerd en alleen door erkende installateurs. 4 De ketel is volledig voorbedraad. De interne aansluitingen van het bedieningspaneel niet wijzigen. 4 Voer een aarding uit alvorens de elektriciteit aan te sluiten. Voer de elektrische aansluitingen van de ketel uit volgens: 4 De voorschriften van de geldende normen. 4 De elektrische aansluiting moet voldoen aan de voorschriften van het algemene reglement betreffende elektrische installaties (RGIE). 4 De aanwijzingen van de met de ketel meegeleverde elektrische schema's. 4 De aanbevelingen in de handleiding. OPGELET Scheid de sensorkabels van de 230V kabels. 4.7.3. Standaard besturingsprint Op de standaard besturingsprint PCU-06 zit de beveiligingsprint SU aangesloten, die de ketel beveiligt. Op de standaard besturingsprint (PCU-06) kunnen diverse thermostaten en regelaars worden aangesloten. De aansluitmogelijkheden op de standaardbesturingsprint worden in de volgende paragrafen toegelicht. 050112-125468-AB 39

ON/OFF 4. Installatie Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO Boven het bedieningspaneel is een vrije ruimte nodig van 20 cm om de voorklep volledig open te klappen. Denk hieraan bij de montage van kabelgoten. Toegang tot de aansluitconnectoren: 1. Draai de 4 bevestigingsschroeven aan de zijkant van het bedieningspaneel los. 2. Verwijder de beschermkap. 3. De losneembare schroefconnectoren zijn nu bereikbaar. 4. Bevestig de kabel(s) met behulp van de trekontlastingsbeugel en kabelklemmen (De trekontlastingen zijn los meegeleverd). 5. Schroef de trekontlastingen goed vast en sluit de instrumentenbox. Mains N L PUMP N L OT BL RL T003477-D Toegang tot de prints achter het bedieningspaneel: 3 2 1. Draai de 4 bevestigingsschroeven aan de zijkant van het bedieningspaneel los. 2. Verwijder de beschermkap. 3. Open de voorklep. 4. Druk met twee duimen de bovenkant van het bedieningspaneel iets naar beneden. 5. Houdt de bovenkant van het bedieningspaneel iets ingedrukt en kantel met twee handen de omkasting naar voren en omhoog. 4x 1 4 4 + 5 T004637-B 40 050112-125468-AB

Gas 310 ECO PRO Gas 610 ECO PRO 4. Installatie 4.7.4. Aansluiten Aan/uit regeling De ketel kan worden geregeld met een aan/uit-regelaar. Sluit de regelaar aan op de On/off-OT connector. (Het maakt niet uit welke draad in welke kabelklem wordt aangesloten). Mains N L PUMP N L ON/OFF OT BL RL T003482-A 4.7.5. Aansluiten modulerende regelaar Mains N L PUMP N L ON/OFF OT BL RL De ketel is standaard voorzien van een OpenTherm aansluiting. Hierdoor kunnen zonder verdere aanpassingen modulerende OpenTherm ruimteregelaars worden aangesloten. Sluit de tweeaderige kabel aan op de klemmen On/off-OT van de aansluitconnector (Het maakt niet uit welke draad in welke kabelklem wordt aangesloten). T003482-A 4.7.6. Blokkerende ingang De ketel is voorzien van een blokkerende ingang (Normally closed contact). Als dit contact wordt geopend, gaat de ketel in blokkering of vergrendeling. Deze ingang kan bijvoorbeeld gebruikt worden in combinatie met de rookgasthermostaat (= Accessoire). Deze ingang is uitgevoerd op de klemmen BL van de aansluitconnector. Mains N L PUMP N L ON/OFF OT BL RL OPGELET Alleen geschikt voor potentiaal vrije contacten. T003483-B Bij gebruik van de ingang dient eerst de brug verwijderd te worden Het gedrag van de ingang kan gewijzigd worden met behulp van parameter p35. 050112-125468-AB 41