nederlandse praktijkrichtlijn N pr e druk, maart 1983

Transcriptie

1 UDC [ ]-0.1.0: :9.1...Э:5.5 nederlandse praktijkrichtlijn N pr 911 1e druk, maart 198 Aanleg van ondergrondse leidingen bestaande uit stalen buizen en hulpstukken die aan de buitenzijde zijn voorzien van een (asfalt)bitumen bekleding Laying of underground pipelines consisting of steel pipes and fittings externally coated with asphaltic bitumen Inhoud Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This document may only be used on a stand-alone PC. Use in a network is only permitted when a supplementary license agreement for us in a network with NEN has been concluded Inleiding Onderwerp Toepassingsgebied Opslag en transport Bekleden van verbindingen Algemeen Voorbehandeling Hechtlaag Bekleding Bekleding met (asfalt)bitumen Bekleding met (asfalt)bitumenbanden met een dikte van 2 mm Bekleding met (asfalt)bitumenbanden met een dikte van mm Reparatie van beschadigingen Reparatie met (asfalt)bitumen Reparatie met (asfalt)bitumenband Leggen van de leiding Controle van de bekleding Inlaten van de leiding in de sleuf Kathodische bescherming blz. 2 5 NPR91'

2 2 NPR911 Inleiding De subcommissie "Bitumineuze bekledingen" van de normcommissie "Bescherming buisleidingen", die de norm NEN 910 heeft opgesteld, heeft gemeend hieraan een aantal richtlijnen voor de praktijk te moeten toevoegen. In deze praktijkrichtlijnen is niet gestreefd naar het aangeven van alle mogelijkheden. Zo zijn bij voorbeeld voor het bekleden van verbindingen en te repareren plaatsen alleen die methoden opgenomen die uit kwalitatief oogpunt de reeds aanwezige bekleding het meest benaderen. Met klem wordt erop gewezen dat het voor het verkrijgen van een goed resultaat noodzakelijk wordt geacht dat de te gebruiken materialen voldoen aan de in deze praktijkrichtlijn genoemde normen. Titels van de vermelde normen en praktijkrichtlijnen: NPR 90 Aanleg van ondergrondse leidingen bestaande uit met polyetheen beklede stalen buizen en hulpstukken * NPR 90 Aanleg van ondergrondse leidingen bestaande uit stalen buizen en hulpstukken die aan de buitenzijde zijn voorzien van een epoxybekleding NEN 90 Pijpwikkelbanden - Type A: (Asfalt)bitumenbanden NEN 910 Uitwendige bekleding met (asfalt)bitumen van ondergronds te leggen stalen buizen en hulpstukken NPR 912 Kathodische bescherming. In de serie Nederlandse praktijkrichtlijnen verschijnen publikaties van informatief karakter, zoals toelichtingen op normen, constructieve mogelijkheden, werkmethoden en fabricagegegevens. Aan deze publikaties kan geen normatieve waarde worden toegekend.

3 NPR911 1 Onderwerp Deze praktijkrichtlijn geeft aanwijzingen voor de aanleg van ondergrondse leidingen bestaande uit stalen buizen en hulpstukken die aan de buitenzijde zijn voorzien van een (asfalt)bitumenbekleding, alsmede voor het bekleden van de daarin voorkomende verbindingen. 2 Toepassingsgebied De praktijkrichtlijn is van toepassing op de verwerking in het veld van stalen buizen en hulpstukken die aan de buitenzijde zijn voorzien van een (asfalt)bitumenbekleding vanaf de opslag tot en met het inlaten van de leiding in de sleuf. Opslag en transport Tijdens opslag en transport dient beschadiging van de bekleding te worden vermeden. Beklede buizen mogen niet over de grond worden gesleept of gerold; verplaatsing of verlading moet geschieden met gebruikmaking van beschermde eindhaken of van voor dit doel geschikte, door de opdrachtgever goedgekeurde stroppen. Beklede buizen dienen, behoudens ondersteuningen, altijd volkomen vrij van de grond te worden opgeslagen ten einde beschadiging van de bekleding door stenen, wortel- of grasgroei, e.d. tegen te gaan. Dit kan geschieden door de beklede buizen te plaatsen op dijkjes van steenvrij zand of op houten dragers voorzien van een geschikte bekleding zoals stromatten omhuld met kunststoffolie of schuimrubber (het stro moet droog en kiemvrij zijn). De ondersteuning moet zodanig zijn geplaatst dat geen blijvende doorbuiging van de buizen kan ontstaan. De beklede buizen mogen slechts tot een zodanige hoogte worden gestapeld dat door het gewicht geen noemenswaardige afvlakking van de bekleding plaats vindt. indien beklede buizen langer dan ongeveer maanden moeten worden opgeslagen moet elke buislaag gescheiden worden gestapeld door tussenvoeging van stromatten, zoals hierboven omschreven. Eveneens dienen maatregelen te worden genomen om corrosie van de onbeklede buiseinden, inwendige vervuiling en inwendige corrosie van de buizen te voorkomen. Om de inwendige vervuiling tegen te gaan kan bij voorbeeld gebruik worden gemaakt van kunststofkappen die zijn voorzien van een klein gaatje om afspringen bij verwarming door de zon te verhinderen. Ter bestrijding van de corrosie kan in overleg een conserveringsmiddel worden aangebracht. Het aanbrengen van etiketten of papier op de bekleding is niet toelaatbaar, aangezien deze de bekleding ter plaatse doen scheuren. Bij het transport moeten de beklede buizen met de uiterste zorg worden behandeld ; staanders of spijlen van wagens dienen goed te zijn omwonden, opdat de bekleding van de buitenste buizen gedurende het transport niet wordt beschadigd. De stapeling dient zodanig ïe zijn dat bij buizen met flens- of mofeinden deze niet in de bekleding van de omliggende buizen kunnen dringen. Bij het verwerken van de buizen moet beschadiging van de bekleding zoals bij voorbeeld kan ontstaan door over de buizen te lopen, worden vermeden. Bekleden van verbindingen.1 Algemeen In deze praktijkrichtlijn worden uitsluitend de meest gangbare methoden vermeld voor het bekleden van verbindingen tussen met (asfalt)bitumen beklede buizen. Voor het bekleden van verbindingen tussen een met (asfalt)bitumen beklede buis en een buis of hulpstuk voorzien van een polyetheen- of epoxybekleding zie NPR 90 respectievelijk NPR Voorbehandeling Het te bekleden oppervlak en de uiteinden van de fabrieksmatig aangebrachte bekleding moeten vrij zijn van olie, vet, roest, vocht, oxidehuid en andere bij het lassen ontstane verontreinigingen. Opmerking Van beklede buizen is de walshuid reeds verwijderd. De reeds op de buizen aanwezige (asfalt)bitumenbekleding moet, indien deze niet is omwikkeld met asbestvilt, aan weerszijden van de las over een afstand van 200 mm, gerekend van de uiteinden van de bekleding, worden ontdaan van de kalklaag en van verontreinigingen. Indien de (asfalt)bitumenbekleding is omwikkeld met asbestvilt moet dit aan weerszijden van de las over een afstand van 200 mm, gerekend van de uiteinden van de bekleding, volledig worden verwijderd. De uiteinden van de (asfalt)bitumenbekleding aan weerszijden van de las moeten vervolgens worden afgeschuind, behalve in het geval dat de verbinding wordt bekleed volgens de methode vermeld onder...

4 NPR911 Olie en vet moeten met terpentine of een ander geschikt ontvettingsmiddel van het te bekleden oppervlak worden verwijderd. Roest, oxidehuid en andere tijdens het lassen ontstane verontreinigingen moeten, bij voorbeeld met een staalborstel of met schuurlinnen, worden verwijderd totdat het metaal blank is. Het te bekleden oppervlak moet vrij worden gehouden van vocht; bij regenweer dient onder een afdak te worden gewerkt.. Hechtlaag Op het moment van aanbrengen van de hechtlaag moeten het te bekleden oppervlak en de uiteinden van de fabrieksmatig aangebrachte (asfalt)bitumenbekleding voldoen aan.2. De hechtlaag van (asfalt)bitumen moet voldoen aan de eisen volgens NEN 910. De hechtlaag moet goed dekkend op het staal worden aangebracht, gelijkmatig zijn van dikte en vrij zijn van lopers, druppels en zakkers.. Bekleding Op het moment van aanbrengen van de bekleding mag op het oppervlak van de droge hechtlaag geen vuil of vocht aanwezig zijn...1 Bekleding met (asfalt)bitumen Voor de hechtlaag van (asfalt)bitumen, zie. en.. Voor het asfaltbitumen, zie NEN 910. Voor asbestvilt, zie NEN 910. Gebruik een slingmat van stevig canvas of van asbestvilt gedrenkt in (asfalt)bitumen. De strook moet breed genoeg zijn om het (asfalt)bitumen gelijkmatig over de onderkant van de buis te verdelen. Nadat de hechtlaag voldoende droog is, moet de slingmat onder de buis worden doorgetrokken en aan de beide zijkanten hoog worden gehouden. Hierna moet het vloeibaar gemaakte (asfalt)bitumen op de bovenkant van de buis worden gegoten; door heen en weer te bewegen van de slingmat dient het bitumen gelijkmatig over het oppervlak van de buis te worden verdeeld met voldoende overlap op de bestaande fabrieksbekleding. De totale dikte van de aangebrachte laag moet circa mm zijn. Nadat de eerste laag voldoende is opgestijfd moet op dezelfde manier een tweede laag (asfalt)bitumen worden aangebracht. Indien asbestvilt wordt gebruikt moet dit tegelijkertijd in de tweede laag worden getrokken. Er dient op te worden toegezien dat voldoende hechting tussen het asbestvilt en het (asfalt)bitumen wordt verkregen. Indien geen asbestvilt wordt toegepast, dient de onderkant van de laag vrij te zijn van (asfalt)bitumen druppels (pieken). Deze dienen te worden afgesneden (niet afgebroken). De laag van de totale bekleding op de verbinding moet ten minste gelijk zijn aan de laagdikte van de op de verbonden buizen reeds aanwezige bekleding, doch moet bovendien ten minste mm zijn...2 Bekleding met (asfalt)bitumenbanden met een dikte van 2 mm Voor de hechtlaag van (asfalt)bitumen, zie. en.. Voor (asfalt)bitumenbanden, zie NEN 90. Nadat de hechtlaag voldoende droog is, moet met behulp van een slingmat op de in..1 beschreven manier eerst een laag (asfalt)bitumen worden aangebracht met een dikte van circa mm. Vervolgens moet op het nog weke (asfalt)bitumen - indien dit intussen teveel is afgekoeld moet het opnieuw worden verwarmd - een omwikkeling van (asfalt)bitumenband strak om de verbinding worden aangebracht. Het (asfalt) bitumenband dient vooraf zover te worden verwarmd dat het (asfalt) bitumen week is geworden. Bij buizen met een middellijn tot ongeveer 500 mm moet de omwikkeling spiraalsgewijs met een overlap van 50% worden aangebracht (zie figuur 1). Figuur 1 - Aanbrengen van (asfalt)bitumenband (dikte 2 mm) op verbindingen van buizen met een buitenmiddellijn tot en met 500 mm

5 Bestelformulier Stuur naar: NEN Standards Products & Services t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer WB Delft Ja, ik bestel NEN Standards Products & Services Postbus GB Delft Vlinderweg 22 AX Delft T (015) F (015) ex. NPR 911:198 nl Aanleg van ondergrondse leidingen bestaande uit stalen buizen en hulpstukken die aan de buitenzijde zijn voorzien van een (asfalt)bitumen bekleding 2.20 Wilt u deze norm in PDF-formaat? Deze bestelt u eenvoudig via Gratis nieuwsbrieven Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van normen, normalisatie en regelgeving? Neem dan een gratis abonnement op een van onze nieuwsbrieven. Gegevens Bedrijf / Instelling T.a.v. O M O V Klantnummer NEN Uw ordernummer BTW nummer Postbus / Adres Postcode Plaats Telefoon Fax Factuuradres (indien dit afwijkt van bovenstaand adres) Postbus / Adres Postcode Plaats Datum Handtekening Retourneren Fax: (015) klantenservice@nen.nl Post: NEN Standards Products & Services, t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 1021, 200 WB Delft (geen postzegel nodig). Voorwaarden De prijzen zijn geldig tot 1 december 201, tenzij anders aangegeven. Alle prijzen zijn excl. btw, verzend- en handelingskosten en onder voorbehoud bij o.m. ISO- en IEC-normen. Bestelt u via de normshop een pdf, dan betaalt u geen handeling en verzendkosten. Meer informatie: telefoon (015) , dagelijks van 8.0 tot 1.00 uur. Wijzigingen en typefouten in teksten en prijsinformatie voorbehouden. U kunt onze algemene voorwaarden terugvinden op: Normalisatie: de wereld op één lijn. preview - 201