Controlerapport. Opgesteld: 14 oktober Milieuzaken

Transcriptie

1 Controlerapport Milieuzaken Opgesteld: 14 oktober 2010 Bedrijfsgegevens Nr. Inrichting: 390 Naam inrichting: Heijvar B.V. Adres inrichting: Laar 31 Postcode / plaats: 5258 TJ Berlicum Postadres: Idem Contactpersoon: De heer E. van der Heijden Telefoon: Soort inrichting: Varkensfokkerij Milieucategorie: 3 Barim type: n.v.t. IPPC-richtlijn Meldingsplichtig: nee Datum melding: n.v.t. Vergunningplichtig: ja Datum vergunning: 24 mei 2005 Bezocht op: 14 oktober 2010 Toezichthouder: Remco Hendriks (RMB) en Wouter Moonen (gemeente Sint Michielsgestel) Doel controle: Dwangsomcontrole Redenen van bezoek Op 14 oktober 2010 omstreeks uur is door de heren R. Hendriks (medewerker van het RMB) en W. Moonen (gemeente Sint Michielsgestel), het bedrijf Heijvar BV bezocht, gelegen aan de Laar 31 te Berlicum. Tijdens de controle is gesproken met de heer E. van der Heijden. De aanleiding het bezoek was het beoordelen van de binnen de inrichting aanwezige emissiearme stalsystemen. Daarnaast is op basis van deze conclusies beoordeeld of de bedrijfsvoering voldoet aan het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij. Vergunningsituatie Op 24 juni 2005 is een revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer verleend voor een varkensfokkerij. Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking getreden. Genoemde revisievergunning op grond van de Wet milieubeheer wordt vanaf 1 oktober 2010 gezien als een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu. Tijdens eerdere controles is reeds vastgesteld dat de feitelijke bedrijfsvoering in afwijking is van deze omgevingsvergunning. Er is reeds aan aanvraag om een omgevingsvergunning (revisie) ingediend die bij de gemeente Sint Michielsgestel in behandeling is. Tijdens de controle zijn de volgende wijzigingen ten opzichte van de bij deze aanvraag behorende stukken vastgesteld: stal 2 en 3 worden gebruikt voor de opfok van eigen zeugen. Er zijn in feite dus opfokzeugen in deze stallen gehuisvest; stal 2 en 3 zijn beide voorzien van een gecombineerde biologische luchtwasser die gebouwd is volgens de systeembeschrijving BWL ; de meest zuidelijke afdeling van stal 2 is ingericht als dekstal. Aan beide zijden zijn ligboxen aanwezig. De opfokzeugen worden hier 1 keer geïnsemineerd voordat ze naar stal 4 en 5 gaan; elke afdeling van stal 4, dus ook de meest oostelijke, is voorzien van 2 rijen met 30 ligboxen; stal 4 en 5 zijn beide voorzien van een biologische luchtwasser die gebouwd is volgens de systeembeschrijving BWL V1; stal 6 en 7 worden voorzien van een biologische luchtwasser die gebouwd wordt volgens de systeembeschrijving BWL V1; in stal 7 zijn 330 gespeende biggenplaatsen per afdeling aanwezig; ten oosten van stal 4 is een container geplaatst waarin zich de technische ruimte bevindt voor alle binnen de inrichting aanwezige luchtwassystemen. Ten zuiden van deze container is een silo geplaatst met een inhoud van 150 m3. In deze silo wordt waswater geretourneerd uit alle binnen de inrichting aanwezige luchtwassystemen. De silo bevat dus het proces-/waswater wat wordt toegepast in alle binnen de inrichting aanwezige luchtwassystemen; er wordt bij de aanwezige luchtwassystemen denitrificatie toegepast om onder andere de hoeveelheid te lozen spuiwater te beperken; er is gestart met het afbreken van de sleufsilo tot aan de maximaal toegestane afmetingen (foto 1, 2 en 3). Doordat voor deze wijzigingen naast de tijdens voorgaande controles geconstateerde wijzigingen geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is verleend is er sprake van een overtreding van artikel 2.1.e. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Zoals vermeld is er reeds een aanvraag om een omgevingsvergunning bij de gemeente Sint Michielsgestel in behandeling. 1

2 Besluit mestbassins milieubeheer Op de tekening, die op 31 mei 2010 bij de gemeente is ingediend en behoort bij de aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu, is aangegeven dat de ten zuiden van de spuiwatertank aanwezige silo (inhoud 130 m3) in gebruik is voor mestopslag. Deze voorziening valt onder de werkingssfeer van het Besluit mestbassins milieubeheer. Er dient een melding op grond van dit besluit te worden ingediend. Bij de melding dienen gegevens te worden overgelegd waaruit blijkt dat de silo voldoet aan de eisen van het Besluit mestbassins milieubeheer. Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij Het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (verder te noemen: besluit huisvesting) is op 1 april 2008 in werking getreden en op de bedrijfsvoering van toepassing. Op grond van artikel 2, lid 1 moeten alle binnen een bedrijf aanwezige dieren worden gehuisvest in stallen waarin stalsystemen aanwezig zijn die voldoen aan de maximale emissiewaarden die vastgelegd zijn in bijlage 1 van het besluit huisvesting. Tijdens de controle op 6 juli 2010 is reeds vastgesteld dat de op stal 2 n 3 aanwezige biologische combiwasser en de op stal 4 en 5 aanwezige biologische luchtwasser voldoen aan de systeembeschrijvingen op basis waarvan deze zijn opgebouwd. Tijdens de controle is vastgesteld de uitvoering hetzelfde is. Verder is tijdens de controle middels een indicatieve meting vastgesteld dat het ammoniakverwijderingsrendement van beide installaties ongeveer 99% bedraagt en dat de ph van het waswater 7,1 was. Tevens is op basis van de urentellers van de waswaterpompen en de registraties in het logboek vastgesteld dat de luchtwassers sinds 6 juli 2010 constant gedraaid hebben. Tijdens de controle is de in aanbouw zijnde biologische luchtwasser op stal 6 en 7 beoordeeld aan de hand van de als bijlage toegevoegde checklist. De checklist is gebaseerd op de systeembeschrijving BWL V1. Door de heer Van der Heijden is aangegeven dat de in aanbouw zijnde biologische luchtwasser, evenals de op stal 4 en 5 aanwezige biologische luchtwasser, volgens deze beschrijving wordt gebouwd. Genoemde systeembeschrijving is inmiddels vervangen door de systeembeschrijving BWL V2. Op basis van deze systeembeschrijving dient er een extra druppelvanger voor het waspakket te worden geplaatst. De aanwezige uitvoering zal in de beoordeling van de ingediende aanvraag om een omgevingsvergunning worden meegenomen. Tijdens de controle is vastgesteld dat de biologische luchtwasser nog niet geheel gereed was (foto 4 t/m 7). De onderdelen waar nog actie op moet worden genomen zijn als niet akkoord weergegeven in de bijgevoegde checklist. Met de heer Van der Heijden is afgesproken dat maandag 18 oktober 2010 om uur de eindcontrole zal worden uitgevoerd om te beoordelen of de installatie aan de systeembeschrijving voldoet. De heer Van der Heijden gaf aan ervan uit te gaan dat de installatie op dat moment gereed is. De op stal 2, 3, 4 en 5 aanwezige emissiearme stalsystemen voldoen aan de hiervoor geldende eisen. Wanneer tijdens de controle van 18 oktober 2010 wordt vastgesteld dat de biologische luchtwasser op stal 6 en 7 geheel voldoet aan de eisen van de systeembeschrijving, mag er gerekend worden met de op basis van de Regeling ammoniak en veehouderij voor deze stalsystemen geldende emissiefactoren. Ter verduidelijk is in onderstaande tabel 1 de ammoniakemissie van de stalsystemen afgezet tegen het aantal tijdens de controle aanwezige dieren en de maximale emissiewaarden van het besluit huisvesting. tabel 1 Stalnr. Rav-code Diercategorie Aantal NH 3 -emissiefactor dieren Rav Maximale NH 3 -emissie waarde o.g.v. bijlage 1 besluit huisvesting 2 & 3 D Opfokzeugen (BWL ) 600 0,53 1,4 3 D Dekberen (BWL ) 7 0,83 n.v.t. 4 & 5 D Guste- en dragende zeugen (BWL V1) 960 0,63 2,6 6 D Kraamzeugen (BWL V1) 240 2,5 2,9 7 Gespeende biggen, > 0,35 m2 D (BWL V1) ,23 0,23 Uit tabel 1 kan worden afgeleidt dat de in stal 2 t/m 7 toegepaste stalsystemen voldoen aan de op grond van het besluit huisvesting geldende maximale emissiewaarden. Zoals vermeld in tabel 1 zijn voor dekberen geen maximale emissiewaarden in het besluit huisvesting opgenomen. Conclusie: De bedrijfsvoering voldoet, nadat op 18 oktober 2010 is vastgesteld dat de biologische luchtwasser op stal 6 en 7 conform de systeembeschrijving in gebruik is, aan het besluit huisvesting.

3 Checklisten emissiearme stalsystemen Nummer systeem Naam systeem Diercategorie BWL V1 Systeembeschrijving van April 2009 Biologisch luchtwassysteem 70 % ammoniakemissiereductie Kraamzeugen, gespeende biggen, guste en dragende zeugen, dekberen en vleesvarkens (inclusief opfokberen en opfokzeugen) Vervangt Beschrijving BWL van mei 2007 Gegevens project DE TECHNISCHE UITVOERING VAN HET SYSTEEM Heijvar BV, Laar 31 te Berlicum; opgenomen in aanvraag om een milieuvergunning: stal 6, 300 kraamzeugenplaatsen en stal biggenplaatsen. Onderdeel Uitvoeringseis Uitvoering project Akkoord 1 Ventilatie aanvoer ventilatielucht naar luchtwassysteem, zie hiervoor de checklist ventilatie bij luchtwassysteem uit het technisch informatiedocument 'Luchtwassystemen voor de veehouderij' 2a 2b 2c Dimensionering luchtwassysteem Er is een ventilatieplafond aanwezig in stal 6 en 7, waardoor met de volgende maximale ventilatienormen gerekend moet worden: kraamzeugen 250 m3/uur: speenbiggen 25 m3/uur. Verder is vastgesteld dat alle lucht uit deze stallen via het luchtwassysteem wordt geleidt. wasser van het type tegenstroom Type tegenstroom opgebouwd uit een kolom kunststof filtermateriaal (type FKP 312, contactoppervlak filtermateriaal is 240 m² / m³) met een hoogte van 1,5 meter via een druppelvanger verlaat de gereinigde lucht het systeem Tijdens controle is vastgesteld op de verpakkingen van de waspakketten dat er pakketten van dit type geleverd zijn. Doordat nog niet alle pakketten aangebracht waren is de hoogte nog niet vast kunnen stellen. Tijdens de controle is vastgesteld dat er druppelvangers geleverd zijn, deze zijn echter nog niet geplaatst. Verder is vastgesteld dat de uitstroomopening een afmeting heeft van 16,5 x 1,2 m. 2d capaciteit maximaal m³ lucht per uur per m² aanstroomoppervlak Stal 6 en 7 zijn aangesloten op het in aanbouw zijnde luchtwassysteem. In totaliteit zijn er 300 kraamzeugenplaatsen (kz) en 4459 biggenplaatsen (big) aanwezig in deze stallen. Benodigde capaciteit Dit betekent dat de installatie een maximale capaciteit van: (Kz: 300 x 250 m3/uur = m3/uur) + (big: 4459 x 25 m3/uur = ) = m3/uur moet hebben.

4 2e aan te tonen met dimensioneringsplan bij waaruit onder meer de relatie met het aantal dieren per diercategorie blijkt (maximale ventilatie) 3a Registratie continue registratie van het aantal draaiuren van de circulatiepomp met behulp van een urenteller Aanwezige capaciteit Het aanwezige aanstroomoppervlakte i.r.t. capaciteit is 19,5 m x 2,4 m =46,8 m2 x m3 = ,4 m3/uur. De installatie is dus overgedimensioneerd. Het dimensioneringsplan kon tijdens de controle nog niet worden overgelegd. De heer van der Heijden gaf aan dat dit 18 oktober 2010 gereed is. Ten oosten van stal 5 is een container opgesteld van waaruit de aansturing van de luchtwassystemen plaatsvinden. Per luchtwassysteem zijn aparte pompen geplaatst. De pompen voor dit systeem zijn nog niet aanwezig/aangesloten., mits gelijke uitvoering. 3b continue registratie van het spuidebiet met een geijkte waterpulsmeter Er is een centrale waterbuffer aanwezig van waaruit het proces-/waswater naar de binnen het bedrijf aanwezige luchtwassystemen gepompt wordt. Doordat alle installaties biologische luchtwassers zijn, waarbij de kern van de werking zit in het vormen van biologie op de waspakketten, wordt vooralsnog met deze wijze van uitvoeren ingestemd. Vanuit deze buffer wordt op bepaalde tijden gespuit. Er is een teller aanwezig op de pomp. Het betreft een hergebruikt telwerk wat ten tijde van de controle op 3980 uren stond. Middels dit telwerk worden dus de spuiuren geregistreerd van alle luchtwassystemen. Het systeem op stal 6 en 7 was nog niet aangesloten 3c waarden niet vrij toegankelijk. Conform 4 Spuiregeling het spuien van het waswater moet worden aangestuurd door een automatische regeling Er is een spuiregeling overgelegd waaruit blijkt dat er vanuit de waterbuffer 1 keer per week 5,38 m3 gespuit wordt. Wanneer uit monsternames blijkt dat de installatie niet de gewenst ph bereikt wordt dit bijgesteld. Het spuiwater wordt opgeslagen in een ten oosten van stal 6 geplaatst spuiwatertank met een inhoud van 60 m3. De tank is bestand tegen spuiwater. Er is afgesproken dat er een slot op de afsluiter wordt geplaatst.

5 HET GEBRUIK VAN HET SYSTEEM Onderdeel Gebruikseis Gebruik project Akkoord a Controle elk half jaar bemonstering van het waswater, zie hiervoor de checklist controle werking biologisch luchtwassysteem uit het technisch informatiedocument 'Luchtwassystemen voor de veehouderij'. c d e Opleveringsverklaring Reiniging filterpakket Onderhoudscontract opname belangrijkste gegevens (zoals controleparameters) en dimensioneringsgrondslagen in een opleveringsverklaring, door de leverancier na installatie van het luchtwassysteem te overhandigen aan de veehouder De installatie is nog niet in gebruik. Er is afgesproken dat deze monstername elk halfjaar wordt uitgevoerd. De opleveringsverklaring kon tijdens de controle nog niet worden overgelegd. De heer van der Heijden gaf aan dat deze 18 oktober 2010 gereed is. minimaal éénmaal per jaar Gaat conform gebeuren. - het afsluiten van een onderhoudscontract met de leverancier of een andere deskundige partij wordt sterk aanbevolen. In het onderhoudscontract moet een jaarlijkse controle en onderhoud van het luchtwassysteem zijn opgenomen. f Logboek moet worden bijgehouden met betrekking tot: - de metingen, het onderhoud, de analyseresultaten van het wassysteem en de optredende storingen; - de wekelijkse controle werkzaamheden. g Rendementsmeting het is mogelijk om een rendementsmeting voor te schrijven, zie hiervoor de checklist rendementsmeting luchtwassysteem uit het technisch informatiedocument 'Luchtwassystemen voor de veehouderij' Het onderhoudscontract van de installatie kon tijdens de controle nog niet worden overgelegd. De heer van der Heijden gaf aan dat dit 18 oktober 2010 gereed is. Het logboek was van deze installatie nog niet aangelegd. De heer van der Heijden gaf aan dat dit 18 oktober 2010 gereed is. Er is nog geen rendementsmeting uitgevoerd. Doordat er nog geen omgevingsvergunning voor het systeem verleend is kan deze meting ook niet worden afgedwongen., doordat installatie nog geen half jaar in gebruik is.

6 Fotobijlage Foto 1: sloop sleufsilo Foto 2: sloop sleufsilo Foto 3: sloop sleufsilo Foto 4: uitstroomopening Foto 4: waspakketten en druppelvangers Foto 5: binnenzijde biologische luchtwasser Foto 6: technische ruimte boven afdelingen Foto 7: besturingsruimte (niet aangesloten pompen)