SUBSIDIEREGLEMENT VOOR AANLEG EN ONDERHOUD VAN KLEINE

Transcriptie

1 SUBSIDIEREGLEMENT VOOR AANLEG EN ONDERHOUD VAN KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN Artikel 1 begrippen en definities Kleine landschapselementen: lijn- of puntvormige elementen met inbegrip van de bijhorende vegetaties waarvan het uitzicht, de structuur of de aard al dan niet resultaat zijn van menselijk handelen, en die deel uitmaken van de natuur zoals: bermen, bomen, bronnen, dijken, graften, houtkanten, hagen, holle wegen, hoogstamboomgaarden, perceelsrandbegroeiingen, sloten, struwelen, poelen, veedrinkputten en waterlopen; Haag: een dichte en doorlopende rij houtige, inheemse planten met frequente snoei. Haagkant: een dichte en doorlopende rij houtige, inheemse planten met minimale snoei. Houtkant: een doorlopende rij boomvormende en struikvormende, inheemse planten die periodiek gekapt worden; deze kap kan gedeeltelijk of tot volledig tegen de grond gebeuren. Bomenrij: lijnvormige aanplanting van inheemse bomen van eenzelfde soort en met gelijkaardige grootte en leeftijd. Wanneer de bomenrij geknot wordt kan enkel subsidie verkregen worden voor knotbomen. Knotboom: inheemse loofboom waarbij de kruin om de 5 jaren op een hoogte van 2 m tot 2,5 m wordt gekapt, waarna deze weer uitloopt. Hoogstamfruitboom: elke wilde en gecultiveerde kersen-, appelen-, peren-, pruimen-, krieken- en notenboom. De hoogstamboom heeft een stamlengte van 1,8 tot 2,3 meter. Vanaf die hoogte wordt de kruin (takken) gevormd. Poel: Natuurlijke of door de mens gegraven watervlak, oorspronkelijk meestal bedoeld als drinkplaats voor het vee. Een poel is een stilstaand water, meestal op een lager gelegen plaats in het landschap met een oppervlakte van 30 m² tot 150 m². De poel beschikt over een bezonde oever die minstens één vijfde van het totale oppervlakte beslaat. Serreputten, visvijvers, tuinvijvers, zwemvijvers, bluswatervoorraden en andere wateren met uitgesproken menselijke gebruiksfunctie vallen niet onder de definitie poel. Inheemse bomen en struiken: bomen en struiken die van nature in deze regio voorkomen. Goedgekeurde lijst met inheemse planten: lijst die werd goedgekeurd en als bijlage bij dit reglement gevoegd wordt. Autochtone plant: een boom of struik die door een continue natuurlijke verjonging sinds de spontane vestiging na de laatste ijstijd hier nog voorkomt. Deze planten hebben zich aangepast aan ons klimaat en groeiomstandigheden en hebben meer weer stand tegen ziektes en plagen opgebouwd. Autochtoon plantgoed: plantgoed afkomstig van autochtone planten- dit plantgoed is geattesteerd plant van hier. Bezonde oever: een ondiepe waterzone in een poel, NO/NW gelegen. Artikel 2 Algemene toekenningvoorwaarden 1.1. De gemeentelijke subsidie kan enkel toegekend worden voor het aanplanten, aanleggen of onderhouden van kleine landschapselementen op het grondgebied van de gemeente Bonheiden Enkel de aanplant, aanleg en onderhoud van kleine landschapselementen op percelen met volgende bestemming komen in aanmerking: groengebieden, bosgebieden, natuurgebieden, parkgebieden, agrarische gebieden, recreatiegebieden, woongebieden met landelijk karakter De kleine landschapselementen moeten zich op minstens 15m van een woning of bedrijfsgebouw bevinden. 2. Er kan alleen een subsidie worden toegekend als gebruik gemaakt wordt van planten die op de goedgekeurde lijst met inheemse planten staan. 3. De aanplantingen mogen geen commercieel doel hebben. 4. De kleine landschapselementen moeten gedurende minstens 10 jaar intact en integraal op dezelfde plaats behouden blijven. 5. De aanvrager: - Moet eigenaar of huurder zijn van de percelen waarop het kleine landschapselement aangeplant/aangelegd wordt of aanwezig is. p 1

2 - Verbindt zich tot alle nodige instandhoudingszorgen voor de beplantingen waarvoor een toelage wordt verkregen. Hij staat in voor de vrijwaring tegen vraat door wild of vee, voor de optimale groeikansen van de beplantingen en voor de onmiddellijke vervanging van afgestorven, sterk misgroeiende of beschadigde exemplaren in het eerstvolgend plantseizoen. 6.1 De aangevraagde werken moeten in overeenstemming zijn met en uitgevoerd worden volgens de bestaande regelgeving. Indien de handeling meldings- en/of vergunningsplichtig is, dient deze hieraan te voldoen om in aanmerking te komen voor betoelaging. De aanplant en het onderhoud moet gebeuren volgens de code van goede natuurpraktijken. 6.2 De aanplantingen dienen te gebeuren volgens de wettelijke afstand tot de perceelsgrens. 6.3 Beplantingen die deel uitmaken van de voorwaarden begrepen in een kapvergunning, bouwvergunning, milieuvergunning of compensatiedossier, komen niet in aanmerking voor subsidiëring. Ook het onderhoud van deze beplanting komt niet in aanmerking voor subsidiëring. Artikel 3 Specifieke toekenningsvoorwaarden en bedragen voor aanplant of aanleg De gemeentelijke subsidie kan enkel toegekend worden voor het aanplanten of aanleggen kleine landschapselementen als aan volgende voorwaarden voldaan is: aanplant haag toelage per lopende meter aanplant haagkant toelage per lopende meter aanplant houtkant toelage per vierkante meter minimale breedte 2,50/m 0,20-0,40 m 2,50/m 0,40 0,60 m 2,50/m² 30 m 3 m 1 1,5 m aanplant bomenrij/dreef 10/boom 7-10 m - dienen te worden aangeplant op 1 rij - bomen worden aangelegd met steunpaal en steunband aanplant knotbomen (niet-bewortelde poten) 4/boom 4-7 m Minimale stamomtrek - dienen te worden aangeplant op 1 rij aanplant hoogstamfruitbomen 15/boom minimale plantafstanden soortafhankelijk variëteit p 2

3 soort pruim peer appel kriek kers noot minimale plantafstanden (in de rij - tussen de rij) 6 m - 6 m 6 m - 8 m 8 m - 8 m - fruitbomen worden aangeplant met steunpaal en steunband en wordt met draad beschermd tegen vraat aanleg poel toelage per vierkante meter: 5/m² - de bezonde oever (NW NO zijde) wordt zacht hellend (1:2 tot 1:3) uitgegraven - de poel moet in normale omstandigheden permanent water bevatten (minimaal 0,5 m in de zomer), maar mag om de paar jaar tijdens zomer-najaar droogvallen - de poel wordt gegraven in de periode met de laagste grondwaterstand (nazomer-najaar) en, indien van toepassing, na het verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning - bij beweiding moet de oever van de poel beschermd worden tegen vertrappeling door het vee door op minimaal 1 m van de poel over een lengte van minimaal 3/4 van de poelomtrek een afsluiting te plaatsen - exoten worden verwijderd en er mogen enkel inheemse planten in en rond het water staan die zich spontaan vestigen. Het is niet toegelaten vis, eenden, waterplanten en andere organismen in te brengen in de poel. - een strook van drie meter rondom de poel wordt niet bemest noch besproeid met biociden Artikel 4 Specifieke toekenningsvoorwaarden en bedragen voor onderhoud 2.2. De gemeentelijke subsidie kan enkel toegekend worden voor het onderhouden van hagen, haagkanten, houtkanten, bomenrijen/ dreven, knotbomen en poelen. onderhoud haag: frequent snoeien en waar nodig opvullen toelage per lopende meter 2/m 2 jaar - de haag dient te bestaan uit uit de goedgekeurde lijst - de gaten moeten worden opgevuld met dezelfde waaruit de haag is opgebouwd, deze dienen te bestaan uit inheems en bij voorkeur autochtoon plantgoed - het onderhoud vindt plaats tussen 1 september en 1 maart onderhoud haagkant: minimaal snoeien en waar nodig opvullen toelage per lopende meter 2/m 2 jaar - de haagkant dient te bestaan uit uit de goedgekeurde lijst - de gaten moeten worden opgevuld met dezelfde waaruit de haagkant is opgebouwd, deze dienen te bestaan uit inheems en bij voorkeur autochtoon plantgoed - het onderhoud vindt plaats tussen 1 september en 1 maart onderhoud houtkant: snoeien (hakhoutbeheer) en waar nodig opvullen toelage per vierkante meter 2/m² minimale breedte 3 m - de houtkant dient te bestaan uit uit de goedgekeurde lijst - de gaten moeten worden opgevuld met dezelfde waaruit de houtkant is opgebouwd, deze dienen te bestaan uit inheems en bij voorkeur autochtoon plantgoed p 3

4 onderhoud bomenrij/dreef 5/boom 50 m 100 cm 10 jaar - de bomenrij dient te bestaan uit uit de goedgekeurde lijst - gaten in de bomenrij moeten worden opgevuld met dezelfde waaruit de bomenrij is opgebouwd en dienen te bestaan uit inheems en bij voorkeur autochtoon plantgoed onderhoud knotbomen: knotten 10 minimaal aantal bomen in de rij 5 - de knotbomen dienen te bestaan uit uit de goedgekeurde lijst onderhoud poel: verwijderen overgroeide beplanting en ruimen slib toelage per vierkante meter wateroppervlakte 5/m² minimale oppervlakte: 30 m² maximale oppervlakte: 150 m² - om verlanding te voorkomen wordt het organisch materiaal op de bodem (slibpakket) gespreid over twee jaren telkens over de helft van de oppervlakte geruimd - overtollige plantengroei in de poel wordt verwijderd - om te veel schaduw op de poel te vermijden wordt in het najaar de houtige beplanting ingesnoeid/gekapt en de kruidachtige begroeiing gemaaid Artikel 5 Aanvraag van de subsidie 1. De aanvraag wordt door de aanvrager minstens 15 dagen voor de aanplant, aanleg of het onderhoud ingediend bij het College van burgemeester en schepenen. 2. Het aanvraagdossier moet minstens volgende documenten bevatten: - Ingevuld aanvraagformulier - Bewijs van eigendom of huur - Kadasterplan met aanduiding van maten en situering van het kleine landschapselement. - Minstens 2 foto s. - Kopie van eventuele stedenbouwkundige vergunning, natuurvergunning of natuurmelding of van een kopie van de aanvraag van een vergunning. Artikel 6 Toekenning van de subsidie 1. De gemeente kan alleen een subsidie toekennen aan aanvragen waarvan het dossier volledig is en tijdig werd gedaan. 2. Er zal nagegaan worden of aan alle toekenningvoorwaarden van het reglement voldaan is. Hiervoor kan een plaatsbezoek uitgevoerd worden. 3.1 Er kan per aanvrager en per jaar maximaal 400 subsidie toegekend worden Bij de aankoop en aanplant van autochtoon plantgoed wordt het maximum bedrag opgetrokken tot Het college van burgemeester en schepenen beslist over de toekenning. 4.2 De toekenning van de subsidie kan enkel indien er nog voldoende budget beschikbaar is binnen de enveloppe voorzien voor actie ACT-242 van de beleids- en beheerscyclus (BBC); tenzij de gemeenteraad beslist om dit bedrag aan te passen. In 2014 kunnen er voor maximum aan subsidies toegekend worden, in 2015 voor maximum en in 2016, 2017, 2018 en 2019 jaarlijks Indien het aantal aanvragen het in het budget voorzien bedrag overstijgt, zal het toekennen van de subsidies verlopen in functie van de datum van aanvraag tot uitputting van het totaal in het budget voorziene bedrag voor het betrokken dienstjaar Het college van burgemeester en schepenen beslist binnen de twee maand na indiening van de aanvraag of er al dan niet een subsidie kan toegekend worden. p 4

5 5. De aanvrager en Regionaal Landschap Rivierenland vzw worden van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen schriftelijk in kennis gesteld. 6.1 De uitbetaling van de subsidie kan enkel na de uitvoering van de aanplant, aanleg of onderhoud van de kleine landschapselementen. 6.2 De aanvrager bericht het college van Burgemeester en Schepenen binnen de 6 maanden na voltooiing van de werken. 7. De toelage kan in volgende gevallen geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd: - Bij gebrek aan zorg voor het kleine landschapselement - Wanneer het betoelaagbare kleine landschapselement geen 10 jaar intact en integraal op dezelfde plaats blijft bestaan (het is verboden het landschapselement te verplaatsen, rooien, vellen of definitief te verwijderen binnen deze tijdsduur; met vellen en rooien wordt gelijkgesteld; schade toebrengen, verminken of vernielen door ringen, ontschorsen, verschroeien, gebruik van chemische middelen, vraatschade, ) p 5