Longziekten. Patiënteninformatie. Longoperatie. Slingeland Ziekenhuis

Transcriptie

1 Longziekten Longoperatie i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis

2 Algemeen De longarts heeft u zojuist verteld dat u in aanmerking komt voor een longoperatie. Deze folder is een aanvulling op het gesprek dat u heeft gehad met uw arts. De longen De longen bevinden zich in de borstkas, aan weerszijden van het hart. De rechterlong bestaat uit drie longkwabben, de linkerlong heeft twee kwabben. Beide longen zijn geheel omgeven door een longvlies.

3 Longoperatie Er zijn twee manieren om te opereren. laterale thoracotomie: een operatie waarbij (de zijkant van) uw borstkas wordt opengemaakt. Video Assisted Thorascopical Surgery (VATS): een kijkoperatie waarbij slechts enkele kleine sneetjes in uw borstkas worden gemaakt. Via deze sneetjes worden een buisvormige camera en verschillende operatie-instrumenten in de borstholte gebracht. Via een beeldscherm, dat verbonden is met de camera, voert de chirurg de ingreep uit.

4 De chirurg bekijkt welke manier van opereren voor u het meest geschikt is. Soort operatie De reden voor een longoperatie per patiënt kan verschillen. Daarom is het type operatie niet voor iedere patiënt gelijk. De meest voorkomende operaties zijn: Lobectomie: Hierbij verwijdert de chirurg één longkwab. Bi-lobectomie: De chirurg verwijdert twee longkwabben. Segmentresectie: De chirurg verwijdert een deel van een kwab. Wigresectie: De chirurg verwijdert een kleiner, wigvormig, gedeelte van een kwab. Pneumectomie: De chirurg verwijdert de gehele long. Wat u voor de operatie moet weten Het operatieplan staat niet van tevoren vast. Soms blijkt tijdens de operatie dat: er meer longweefsel moet worden verwijderd dan eerst werd gedacht; verwijdering van longweefsel niet mogelijk is. De dag na de operatie bespreekt de longarts het verloop van de operatie met u.

5 Voorbereiding op de operatie Voor de operatie zijn de volgende punten van belang: Pre-operatief spreekuur Voordat u wordt opgenomen in het ziekenhuis wordt gekeken of er nog aanvullend onderzoek nodig is voor de operatie (bijvoorbeeld bloedprikken of een hartfilmpje). Ook heeft u een afspraak met een anesthesioloog op het pre-operatieve spreekuur. Tijdens het pre-operatieve spreekuur bespreekt de anesthesioloog met u op welke manier u wordt verdoofd tijdens de operatie en met welke medicijnen u eventueel (tijdelijk) dient te stoppen. Voorafgaand aan het pre-operatief spreekuur heeft u een afspraak op het medicatiespreekuur. Een apothekersassistent neemt uw medicijngebruik met u door. Neem voor deze afspraak altijd uw actuele medicatieoverzicht mee. Dit overzicht is verkrijgbaar bij uw eigen apotheek. Meer informatie over de manier van verdoven vindt u in de folder 'Anesthesie', verkrijgbaar bij het Bureau Patiëntenvoorlichting en te printen via de website Verpleegkundig spreekuur Het verpleegkundig spreekuur vindt indien mogelijk aansluitend aan het pre-operatief spreekuur plaats. Dit spreekuur wordt gehouden op de dagbehandeling Oncologie (route 102, eerste verdieping). U kunt zich hier melden bij de secretaresse. Tijdens het verpleegkundig spreekuur geeft de longverpleegkundige specifieke uitleg over de opname en uw verblijf in het ziekenhuis. Ook licht de verpleegkundige de informatie die u van de specialist heeft gekregen toe en geeft aanvullende informatie. Neemt u gerust iemand mee naar het spreekuur, hij of zij kan ook vragen stellen. Voor de operatie niet ontharen Bij u vindt een operatie plaats in een lichaamsgebied waar mogelijk haar groeit. Door te ontharen kunt u kleine wondjes in de huid krijgen. Hierdoor ontstaan sneller infecties tijdens of na een operatie. Dit willen we zoveel mogelijk voorkomen. Daarom vragen wij u minimaal een week voor de operatie niet meer zelf het operatiegebied te ontharen. De chirurg bepaalt of het nodig is om te ontharen. Als dit het geval is, gebeurt dit direct voor de operatie in het ziekenhuis.

6 Nagelverzorging Zorgt u ervoor dat uw nagels kort, schoon en zonder nagellak zijn als u geopereerd wordt. Dit is belangrijk om infecties te voorkomen. Ook kan het operatieteam aan de hand van uw nagels controleren hoe het zuurstofgehalte in uw bloed is. Kunstnagels hoeft u niet te verwijderen, maar meld het wel aan de verpleegkundige als u deze heeft. Sieraden, gebitsprothese, gehoorapparaat, lenzen, bril, make-up Doet u uw sieraden (zoals ringen en piercings) thuis alvast af. Om infecties en ander letsel te voorkomen, mag u deze niet dragen tijdens de operatie. Vanwege uw veiligheid mag u tijdens de operatie ook geen bril, lenzen, gebitsprothese, gehoorapparaat en make-up dragen. Instructies fysiotherapeut De fysiotherapeut heeft voor de operatie een gesprek met u over de fysiotherapeutische behandeling voor en na de operatie. Dit is belangrijk om goed te kunnen doorademen en op te hoesten na de operatie en om complicaties te voorkomen. Afdeling Intensive Care Na de operatie verblijft u 1 à 2 dagen op de afdeling Intensive Care. In overleg met de verpleegkundige kunt u een fotoboek inkijken over de gang van zaken op de Intensive Care. Pijnbestrijding Na de operatie kunt u op verschillende manieren pijnstillende medicatie krijgen: via het infuus via een epiduraal katheter Voor de operatie brengt de arts via een ruggenprik een dun slangetje tussen twee ruggenwervels in. Dit slangetje noemt men epiduraal katheter. Door dit slangetje krijgt u 3 tot 5 dagen continu pijnstillende medicatie toegediend. Hierna bieden andere methoden voldoende pijnstilling.

7 via een PCA-pomp Voor de operatie krijgt u een infuus. Via de pomp aan het infuus krijgt u pijnstillende medicatie toegediend. Na de operatie krijgt u de toedieningsknop in uw hand zodat u zelf pijnstilling kunt toedienen als de pijn opkomt. De infuuspomp wordt zo ingesteld dat u nooit te veel medicatie krijgt. De operatie U krijgt algehele verdoving toegediend voor de operatie. De chirurg voert de ingreep uit via een laterale thoractomie of de VATS-techniek. Dit is van tevoren met u besproken. Vóór het sluiten van de wond laat de chirurg een of meer drains (buisjes) in de borstholte achter. Hierdoor worden wondvocht en lucht afgevoerd. Na de operatie Na de operatie verblijft u op de afdeling Intensive Care. Op deze afdeling is speciale apparatuur aanwezig voor de controle van uw hartslag, bloeddruk, ademhaling en zuurstofvoorziening in uw bloed. U krijgt een katheter (dun slangetje) in de blaas. Hierdoor kan de urine het lichaam verlaten. De longarts bespreekt de dag na de operatie het verloop van de ingreep met u. Korte tijd nadat u op de afdeling Intensive Care bent aangekomen, belt een van de verpleegkundigen uw familie. Als u wilt, mag uw familie u meteen even komen bezoeken. Over het algemeen blijft u 1 à 2 dagen op de afdeling Intensive Care. Daarna gaat u naar de verpleegafdeling. Na een paar dagen verwijdert de arts de drains. De hechtingen van de wond dienen na ongeveer 10 dagen verwijderd te worden. Als u dan niet meer in het ziekenhuis opgenomen bent, kunt u hiervoor een afspraak maken bij uw huisarts.

8 Mogelijk zijn er bij u oplosbare hechtingen gebruikt. Deze lossen vanzelf op en hoeven niet verwijderd te worden. Gevolgen van de operatie Wat u wel en niet kunt na de operatie is uiteraard afhankelijk van de kwaliteit van uw longen voor de operatie en van de hoeveelheid longweefsel die werd verwijderd. Het missen van longweefsel kan betekenen dat na de operatie minder lichamelijke inspanning mogelijk is dan voorheen. De borstwand aan de zijde van de operatie kan nog wel een maand of drie, soms langer, pijnlijk zijn. Met eenvoudige pijnstillers is de pijn wel te beheersen. Controle Als u weer naar huis gaat, krijgt u een afspraak mee voor een telefonisch consult met de verpleegkundige om te bespreken hoe het met u gaat. Mogelijke complicaties Bij iedere operatie is er een kans op complicaties. Zo zijn er ook bij een longoperatie risico's op onder andere trombose, longontsteking, nabloeding of wondinfectie. Neem bij problemen of vragen na uw opname in het ziekenhuis contact op met uw huisarts. Uw huisarts is op de hoogte van uw situatie. Indien nodig overlegt de huisarts met de specialist in het ziekenhuis. Buiten kantoortijden en in het weekend kunt u de huisartsenpost bellen.

9 Hoe gaan wij met uw vertrouwelijke gegevens om Zodra u zich meldt in het ziekenhuis, leggen wij persoonlijke gegevens over u vast. Die gegevens zijn geheim. Alleen de arts die u behandelt, de zorgverleners die bij uw behandeling betrokken zijn en uzelf mogen uw gegevens inzien. Het ziekenhuis is verplicht om de kwaliteit van zorg te bewaken en verbeteren. Daarom kan het nodig zijn om gegevens te verstrekken aan personen binnen of buiten het ziekenhuis. Het verstrekken van gegevens is aan wettelijke regels gebonden (zie het 'Privacyreglement Patiënten', verkrijgbaar bij Bureau Patiëntenvoorlichting). Wanneer zorgverleners van verschillende zorginstanties samenwerken bij uw behandeling, noemt men dit ketenzorg. Als het voor een goede behandeling of verzorging noodzakelijk is dat de zorgverleners uit de keten toegang hebben tot uw patiëntgegevens, dan is dit toegestaan. Dit is echter alleen toegestaan als u van tevoren duidelijk bent geïnformeerd over welke hulpverleners van welke zorginstanties deel uitmaken van deze keten en u hier geen bezwaar tegen heeft. Daarnaast kunnen uw huisarts, de huisartsenpost en uw apotheker een samenvatting van uw medische gegevens inzien bij spoedeisende zorg buiten praktijkuren. Meer informatie kunt u lezen in de folder 'Uw rechten en plichten als patiënt'. Deze folder kunt u raadplegen op (klik op: Patiënteninfo > Folders).

10 Slingeland Ziekenhuis Kruisbergseweg 25 Postadres: Postbus AD Doetinchem Telefoon: (0314) Internet: Nr. 319-aug 17