Omgevingsvergunning BESLUIT. Aannemersbedrijf Dons & Troost BV t.a.v. de heer R. v.d. Haar Buitenhuisstraat SJ STAPHORST

Transcriptie

1 Aannemersbedrijf Dons & Troost BV t.a.v. de heer R. v.d. Haar Buitenhuisstraat SJ STAPHORST behandeld door N.Brasser afdeling VTH telefoon (0521) ons kenmerk Datum besluit 24 augustus 2011 bijlagen Steenwijk (verzenddatum) Onderwerp 24 augustus 2011 Omgevingsvergunningen bouwen en afwijking bestemmingsplan. Omgevingsvergunning Burgemeester en Wethouders van Steenwijkerland hebben op 22 december 2010 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van een woning, het slopen bestaande bebouwing i.c.m. het verwijderen van asbest en ontheffing van het bestemmingsplan. De aanvraag heeft betrekking op de locatie t Goor 5, 8336KL te Baars, kadastraal bekend gemeente Baars, sectie G, nr De aanvraag is geregistreerd onder nummer en bestaat uit de volgende activiteiten: het bouwen van een woning; het slopen van bestaande bebouwing icm verwijdering van asbest; het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan. BESLUIT Burgemeester en wethouders zijn voornemens, gelet op de bepalingen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de omgevingsvergunning te verlenen. Deze omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de bij dit besluit behorende bijlagen, voorschriften en gewaarmerkte stukken deel uitmaken van deze vergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de activiteit(en): het bouwen van een woning; het slopen van bestaande bebouwing icm verwijdering van asbest; het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan. Adresgegevens Postbus 162, 8330 AD Steenwijk Vendelweg 1, Steenwijk telefoon (0521) fax (0521) e mail info@steenwijkerland.nl bankrekeningnummer Gemeentelijke producten kunt u ook aanvragen via de Digitale Balie op onze website.

2 Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna Wabo ). De bij dit besluit horende procedurele overwegingen op basis waarvan de aanvraag is behandeld en op grond waarvan dit besluit is genomen zijn genoemd in bijlage 1 en maken deel uit van dit besluit. Beoordeling De bij dit besluit horende inhoudelijke overwegingen op basis waarvan de aanvraag is beoordeeld en op grond waarvan dit besluit is genomen zijn genoemd in bijlage 2 en maken deel uit van dit besluit. Gewaarmerkte bijlagen De volgende documenten worden meegezonden met dit besluit en zijn als gewaarmerkt stuk bijgevoegd: aanvraagformulier omgevingsvergunning, ontvangen 22 december 2010; tekeningen, ontvangen 16 februari 2011; bouwbesluitberekeningen, 23 december 2010; welstandsadvies, 10 januari 2011; asbestinventarisatierapport, 27 januari 2011; ruimtelijke onderbouwing, ontvangen 24 juni Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking nadat de termijn voor het indienen van beroep is verstreken. Wanneer een voorlopige voorziening wordt aangevraagd treedt de beschikking pas in werking nadat hierover een beslissing is genomen. Steenwijk 30 juni 2011, namens burgemeester en wethouders van Steenwijkerland, teamleider vergunningen, afdeling inwoners en ondernemers, R. Wouterson Een afschrift van dit besluit is verzonden aan uw gemachtigde: Huls Architecten, de heer J.J. Huls, Bergerslag 3, 7951 DR STAPHORST Pagina 2 van 9

3 Leges Voor het behandelen van de aanvraag omgevingsvergunning bent u leges verschuldigd. Voor het bedrag ter hoogte van 6.550,75 ontvangt u binnenkort een aparte nota. De hoogte van de leges is een apart besluit en maakt geen onderdeel uit van deze beschikking. De leges zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen: De door u opgegeven bouwkosten bedragen ,00 Vastgestelde bouwkosten ,00 De door u opgegeven sloopkosten bedragen ,00 Vastgestelde bouwkosten ,00 Bouwleges 4.135,75 Sloopleges 350,00 Asbestverwijderingsleges 45,00 Ontheffing 2.020,00 Totale leges omgevingsvergunning 6550,75 Beroepsmogelijkheid Als u het niet eens bent met dit besluit, kunt u tot en met (woensdag zes weken na openbare mededeling van dit besluit in de Steenwijkerland Expres) schriftelijk in beroep gaan bij de rechtbank Zwolle Lelystad, sector bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. U kunt het beroepschrift ook digitaal indienen via: loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). In het beroepschrift moet u vermelden tegen welk besluit u in beroep gaat (en hiervan een kopie meesturen) en waarom u het niet eens bent met dit besluit. Verder moet u de datum en uw naam en adres vermelden. Aan het indienen van een beroepschrift zijn kosten verbonden; informatie over de hoogte ervan kunt u bij de griffie van de rechtbank krijgen. Overigens kunnen ook andere belanghebbenden dan u tegen dit besluit een beroepschrift indienen. Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Wanneer u een beroepschrift heeft ingediend en u meent dat de zaak zo spoedeisend is dat de beslissing van de rechtbank niet kan worden afgewacht, dan kunt u de voorzieningenrechter vragen een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoekschrift moet u richten aan: de voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle Lelystad, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle of digitaal via: loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Ook aan het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening zijn kosten verbonden; de griffie van de rechtbank kan u hierover nader informeren. Pagina 3 van 9

4 Procedurele overwegingen Bijlage 1 Aanvraag Op 22 december 2010 heb ik een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen als bedoeld in de Wabo. Het betreft een verzoek van: Aannemersbedrijf Dons & Troost BV t.a.v. de heer R. v.d. Haar Buitenhuisstraat SJ STAPHORST Project Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd wordt uitgevoerd op de locatie t Goor 5 te Baars en is als volgt te omschrijven: het bouwen van een woning, het slopen bestaande bebouwing i.c.m. het verwijderen van asbest en ontheffing van het bestemmingsplan. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven omgevingsaspecten: bouwen van een bouwwerk; slopen van een bouwwerk icm asbestverwijdering; het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan. Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage is het college van burgemeester en wethouders het bevoegd gezag om een beslissing te nemen op uw aanvraag voor een omgevingsvergunning. Ontvankelijkheid Na ontvangst van de aanvraag heb ik deze aan de hand van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) getoetst op ontvankelijkheid. Ik ben van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede inhoudelijke beoordeling van de gevolgen van de activiteit(en) op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk verklaard en verder in behandeling genomen. Terinzagelegging en zienswijzen Tussen 13 juli 2011 en 23 augustus 2011 heeft een ontwerp van dit besluit ter inzage gelegen en is iedereen in de gelegenheid gesteld om een zienswijze naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. Verklaring van geen bedenkingen Gelet op artikel 6.5, eerste lid van het Besluit Omgevingsrecht (Bor) is voor een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid onderdeel a sub 3 wordt afgeweken van het bestemmingsplan een verklaring van geen bedenkingen vereist van de raad van de gemeente Steenwijkerland. Gelet op artikel 6.5, derde lid van het Bor heeft de raad van de gemeente Steenwijkerland een besluit genomen waarin categorieën van gevallen zijn aangewezen, waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist. Het project valt onder reikwijdte van dit besluit. Pagina 4 van 9

5 Inhoudelijke overwegingen Bijlage 2 Beoordeling aanvraag Hieronder zijn de inhoudelijke overwegingen van dit besluit weergegeven. Op basis van deze overwegingen is de aanvraag omgevingsvergunning beoordeeld en op grond hiervan is het besluit ook tot stand gekomen. De volgende onderdelen van de aanvraag omgevingsvergunning zijn inhoudelijk beoordeeld: bouwen van een bouwwerk; slopen van een bouwwerk icm asbestverwijdering; het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan. De hierboven genoemde activiteit(en) zijn als volgt beoordeeld: 1. Bouwen van een bouwwerk en slopen van een bouwwerk i.c.m. asbestverwijdering. De omgevingsvergunning voor het (ver)bouwen van een bouwwerk (als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onderdeel a van de Wabo)en het slopen van een bouwwerk kan alleen worden verleend als deze voldoet aan de daarvoor gestelde toetsingscriteria, zoals vermeld in artikel 2.10 van de Wabo. Toetsing Bouwbesluit en Bouwverordening De gegevens en bescheiden behorende bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning zijn getoetst aan de relevante voorschriften van het Bouwbesluit en Bouwverordening. Dat een asbestinventarisatieonderzoek type A, rapportnummer 11/A023, uitgevoerd op 19 januari 2011, conform de SC 540, door Gebouwen Inspectie Nederland en in opdracht van Aannemersbedrijf Dons & Troost BV is ingediend, welke is geregistreerd onder SCA code 07 D , geldende tot 24 november 2011 is ingediend; Naar aanleiding van het onderzoek is gebleken dat het bouwwerk wel asbesthoudende materialen bevatten op de in het asbestinventarisatierapport aangeduide plaatsen; Ik ben van mening dat de aanvraag aannemelijk maakt dat voldaan wordt aan de voorschiften van het Bouwbesluit en de gemeentelijke Bouwverordening onder voorwaarden dat de bouwbesluit berekeningen 3 weken voor aanvang met de werkzaamheden worden overlegd en goedgekeurd bij de afdeling handhaving van Steenwijkerland. Bodemonderzoek Op grond van de Bouwverordening voor het bouwwerk een onderzoeksrapport naar bodemverontreiniging verplicht is gesteld bij het indienen van een aanvraag om bouwvergunning. Het bodemonderzoeksrapport overeenkomstig de N.E.N uitwijst dat er geen belemmering zijn voor het voorgenomen gebruik. Toetsing bestemmingsplan De gegevens en bescheiden behorende bij de aanvraag omgevingsvergunning zijn getoetst aan het ter plaatse geldend bestemmingsplan Buitengebied De gronden zijn voorzien van de bestemming Agrarisch gebied met bouwperceel, waarbij de gronden als hiervoor genoemd zijn bestemd voor veeteelt, akkerbouw, tuinbouw, bosbouw of enige andere tak van bodemcultuur met daarbij behorende bedrijfsgebouwen, mestopslag, bedrijfswoningen, benodigde andere bouwwerken, andere werken en erven. Pagina 5 van 9

6 Dit bestemmingsplan echter geen bepalingen met betrekking tot slopen c.q. het verwijderen van asbest bevat voor het betreffende perceel. Dat het bouwplan in strijdt is met artikel 5, lid 1 van de bestemmingsplanvoorschriften vanwege bebouwing dat niet ten dienste is van de al daar geldende bestemming. Dat het bestemmingsplan geen toereikende binnenplanse ontheffing biedt voor het onderhevige bouwplan. Ik ben van mening dat de aanvraag niet voldoet aan de voorschriften van het ter plaatse geldende bestemmingsplan. De aanvraag is tevens aangemerkt als een aanvraag om planologisch strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onderdeel c van de Wabo en de omgevingsvergunning hiervoor is verleend. Toetsing welstandsnota De gegevens en bescheiden behorende bij de aanvraag omgevingsvergunning zijn getoetst aan de gemeentelijke welstandsnota. De aanvraag is op 10 januari 2011 beoordeeld door de onafhankelijke welstandscommissie van Het Oversticht (hierna de commissie ). De commissie is van mening dat de aanvraag voldoet aan redelijke eisen van welstand. Ik neem het advies van de commissie over en ben van mening dat de aanvraag voldoet aan redelijke eisen van welstand. Het gemotiveerde advies is bij dit besluit gevoegd. 2. Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan Het project waarvoor de omgevingsvergunningaanvraag is ingediend is getoetst aan het bestemmingsplan Buitengebied 1996 en geconstateerd is dat het project in strijd is met dat bestemmingsplan. Op grond van artikel 2.1., eerste lid onderdeel c van de WABO is het verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan; De omgevingsvergunning voor een activiteit als hiervoor kan op grond van artikel 2.12, eerst lid, onderdeel a, sub 3 van de WABOo slechts worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Uit de bij dit besluit gevoegde ruimtelijke onderbouwing blijkt dat aan het bovenstaande is voldaan. Met de realisatie van het project worden diverse gebouwen gesloopt die in slechte staat verkeren. De ontwikkeling zorgt voor een verbetering van de ruimtelijke omgevingskwaliteit. De ontwikkeling levert geen belemmeringen op voor omliggende functies. Dat gezien het bovenstaande dat de omgevingsvergunning voor de activiteit afwijken van het bestemmingsplan kan worden verleend. Pagina 6 van 9

7 Voorschriften Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden: Het (ver)bouwen van een bouwwerk. 1. Uiterlijk 3 weken voor de start van de uitvoering van de desbetreffende handeling moet u de volgende gegevens en bescheiden indienen bij het team Vergunningen, waarbij pas na goedkeuring met het betreffende bouwdeel/ de betreffende handeling mag worden begonnen: Gegevens en bescheiden met betrekking tot de belastingen en belastingcombinaties (sterkte en stabiliteit) en de uiterste grenstoestand van alle (te wijzigen) constructieve delen van het bouwwerk als geheel, voor zover het niet de hoofdlijn van de constructie dan wel het constructieprincipe betreft. Gegevens en bescheiden met betrekking tot de details van de in of ten behoeve van het bouwwerk toe te passen installaties, voor zover het niet de gegevens met betrekking tot hoofdlijn dan wel het principe van de toegepaste installaties betreft. 2. De bij de ontgraving vrijkomende grond mag alleen worden afgevoerd als de milieudienst van de gemeente Steenwijkerland daarvoor toestemming geeft. Hiervoor kan contact worden opgenomen met de heer H. Huiskamp, telefoonnummer (0521) Afscheiding van het bouwterrein 1. Het terrein waarop wordt gebouwd, grond wordt ontgraven of dergelijke werkzaamheden worden verricht, moet door een doeltreffende afscheiding van de weg en van het aangrenzende open erf of terrein zijn afgescheiden indien gevaar of hinder te verwachten is. 2. De in het eerste lid bedoelde afscheiding moet zodanig zijn geplaatst en ingericht, dat het verkeer zo min mogelijk hinder ervan ondervindt en de toegang tot brandkranen en andere openbare voorzieningen, zoals leidingen, er niet door wordt belemmerd. 3. Een terrein, waarop een bouw of grondwerk wordt uitgevoerd en dat niet van de weg en van het aangrenzende open erf of terrein is afgescheiden, moet, wanneer er niet wordt gewerkt, worden bewaakt, tenzij het bouwtoezicht dit niet nodig acht. Het slopen van een bouwwerk (op grond van de Bouwverordening) Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden: Het slopen van een bouwwerk. - De sloopwerkzaamheden dienen daarnaast zodanig te worden uitgevoerd dat de bescherming voor nabijgelegen bouwwerken en/of de directe omgeving voldoende is verzekerd. Algemeen. 1. De fracties waarin het sloopafval op de slooplocatie ten minste moet worden gescheiden zijn: gevaarlijke afvalstoffen; asbest; overig afval; steenachtig sloopafval, met uitzondering van gips; bitumineuze en teerhoudende dakbedekking; met PAKS verontreinigde materialen; asfalt; Pagina 7 van 9

8 dakgrind; glas (vlakglas) voor zover een inzamelstructuur beschikbaar is. 2. Het sloopafval dient te worden opgeslagen in een container en moet gescheiden worden afgevoerd naar: a. een inrichting die beschikt over een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer/wet algemene bepalingen omgevingsrecht en bevoegd is deze afvalstoffen ter sortering of ter verwerking te ontvangen of b. een depot voor tijdelijke opslag of overslag dat beschikt over een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer en bevoegd is deze afvalstoffen te ontvangen of c. een stortplaats die beschikt over een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer/ Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en bevoegd is voor zover het nietherbruikbaar materiaal betreft en voor zover de ontdoener gerechtigd is een merkteken te voeren op grond van de Regeling merkteken niet herbruikbaar bouw en sloopafval (Stcrt. 246, 19 december 1996). Een kopie van het stortbewijs dient bij de cluster Toezicht en Handhaving van de gemeente te worden ingediend. 3. Het bewerken van het sloopafval op de plaats waar dit afval vrijkomt, is niet toegestaan. Op verzoek van de houder van de omgevingsvergunning voor het slopen kan worden toegestaan dat op de sloopplaats het beton en metselwerkpuin wordt verwerkt in een aldaar opgestelde mobiele puinbreekinrichting, mits er op grond van de provinciale milieuverordening een vergunning voor het gebruik van een mobiele puinbreekinrichting is verleend. 4. Indien zich een voorval voordoet, waardoor giftige of anderszins gevaarlijke, schadelijkeof hinderveroorzakende stoffen buiten het sloopterrein zijn gekomen, dan wel komen of dat deze stoffen bodemverontreiniging veroorzaken, dan wel kunnen veroorzaken, moeten zo spoedig mogelijk maatregelen worden getroffen om de nadelige gevolgen te voorkomen, te beperken en ongedaan te maken en dienen directie en bevoegd gezag van overheidswege terstond te worden gewaarschuwd. 5. Ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening of de Wet milieubeheer mogen er geen afvalstoffen in of op de bodem worden gebracht of worden verbrand. 6. Op het sloopterrein moet de omgevingsvergunning aanwezig zijn en op verzoek aan een medewerker/ster van het team Toezicht en Handhaving ter inzage worden gegeven. Wijze van slopen, verpakken en opslaan en afvoeren van asbest indien er asbest in het pand aanwezig is. 1. Het asbest dient op grond van het Asbestverwijderingsbesluit te worden verwijderd door een ʺdeskundig bedrijfʺ, dat wil zeggen een bedrijf dat voldoet aan de eisen ter zake van asbestverwijdering, zoals die zijn gesteld door een door de Raad voor Accreditatie erkende certificatie instelling, op grond waarvan het bedrijf is gemachtigd een ingevolge artikel 11 (van het Asbestverwijderingsbesluit) bedoeld merkteken te voeren. 2. Voor zover redelijkerwijs uitvoerbaar moet eerst het in een bouwwerk aanwezige asbest worden verwijderd, voordat het bouwwerk wordt gesloopt. 3. Bij de verwijdering van het asbest moeten de beste bestaande technieken worden toegepast om verontreiniging van het milieu met asbest te voorkomen. 4. Asbest en met asbest verontreinigd afval die vrijkomen bij het slopen moeten onmiddellijk worden verzameld en in afgesloten niet luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal worden opgeslagen. 5. Het niet luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal waarin asbest als bedoeld in punt vier is Pagina 8 van 9

9 opgeslagen, moet worden opgeslagen in een afgesloten container of afgesloten opslagplaats. 6. Indien asbest als bedoeld onder vier door vorm of formaat niet in niet luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal kan worden opgeslagen, moet het asbest in een afgesloten container worden opgeslagen. 7. Het asbest mag voordat het verpakt wordt niet worden verkleind door breken of verpulveren of anderszins worden bewerkt. 8. Niet luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal of containers, waarin asbest is opgeslagen als bedoeld in punt vier, vijf of zes moeten: a. op duidelijke wijze worden voorzien van de aanduidingen die zijn voorgeschreven op grond van het Etiketteringsbesluit asbestbevattende artikelen (Warenwet) en b. dagelijks, zodanig worden afgevoerd dat verontreiniging van het milieu met asbest wordt voorkomen. Plichten van de houder van de omgevingsvergunning voor het slopen. 1. De houder van de omgevingsvergunning voor het slopen moet het slopen, voor zover dat betrekking heeft op asbest, opdragen aan een deskundig bedrijf. 2. Uiterlijk zeven dagen voor de aanvang van de sloopwerkzaamheden dient: daarvan melding te worden gedaan bij het team Toezicht en Handhaving van de gemeente; de houder van de omgevingsvergunning voor het slopen, de naam en het adres van degene, die met het slopen zal worden belast, schriftelijk aan burgemeester en wethouders kenbaar te maken (voor zover dit niet in de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor het slopen is vermeld). 3. De houder van de omgevingsvergunning voor het slopen moet een afschrift van de vergunning ter hand stellen aan het deskundig bedrijf dat het slopen krachtens aanneming van werk zal uitvoeren. 4. De houder van de omgevingsvergunning voor het slopen moet een exemplaar van het rapport als bedoeld in artikel 7.2 onder f en g van de Regeling omgevingsrecht (indien aanwezig), die bij de aanvraag om vergunning is verstrekt, ter hand stellen aan het deskundig bedrijf dat het slopen krachtens aanneming van werk zal uitvoeren. 5. De houder van de omgevingsvergunning voor het slopen moet, indien het slopen van asbest waarop de vergunning betrekking heeft krachtens aanneming van werk zal worden uitgevoerd, de aanvang van het slopen van asbest voordat met de werkzaamheden wordt begonnen schriftelijk melden aan het districtshoofd van de Arbeidsinspectie, Regio Noord, t.a.v. Afdeling Asbestzaken, Postbus 30016, 9700 RM Groningen, telefoonnummer: , faxnummer: Hij moet daarbij tevens meedelen welk bedrijf de werkzaamheden uitvoert en het tijdstip waarop met de werkzaamheden wordt begonnen. Intrekking omgevingsvergunning voor het slopen Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning voor het slopen intrekken indien: a. de vergunning is verleend ten gevolge van onjuiste of onvolledige opgave van gegevens; b. binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning voor het slopen geen begin met de werkzaamheden is gemaakt; c. tussen het begin en het einde van de sloopwerkzaamheden deze werkzaamheden langer dan een aaneengesloten periode van 26 weken stilliggen. Pagina 9 van 9