b. aanvangt op het tudstip van zijn benoeming tot wethouder en eind gt op het tijdstip waarop de goedkeuring van de

Transcriptie

1 wetten.nl - Regeling - Gemeentewet - BWBR pagina van6 Artikel 9 5 leden in een gemeente van inwoners; 7 feden n een gemeente van inwoners; 9 leden in een gemeente van nwoners; 5 leden in een gemeente boven de inwoners. Vermeerdering of vermindering van het aantal leden van de raad, voortvloeiende uit wijziging van het aantal inwoners van de gemeente, treedt eerst in bij de eerstvolgende periodieke verkiez ng van de raad. De burgemeester is voorzitter van de raad. Art ksl 0 : Voor het lidmaatschap van de raad s vereist dat men ingezetene van de gemeente is, de leeftijd van achtt en jaar heeft bere kt en niet is uitgesloten van het klesrecht. Zij die geen onderdaan van een l dstaat van de Europese Unie z jn, dienen tevens te voldoen aan de vereisten dat: a. z j rechtmat g in Nederland verblijven op grond van artikel L onder a, b, c. d. e of L van de Vreemdelinqenwet 000 of op grond van een verdrag tussen een internat onale organisatie en de Staat der Nederlanden inzake de zetel van deze organisatie in Nederland, en b, zij onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop de gemeenteraad beslist over de toelating als lid tot de gemeenteraad gedurende een onafgebroken periode van ten minste vijfjaren ingezetene van Nederland waren en beschikten over een verbl jfsrechtals bedoeld ondera, dan wel rechtmatig in Nederland verbleven op grond van art kel ofartikel 6 van de Wet toelatino en uitzettino BES. Geen lid van de raad kunnen zun zu die geen Nederlander z jn, en als door andere staten uitgezonden leden van diplomatieke of consulaire vertegenwoordigingen, in Nederland werkzaam zijn, alsmede hun niet-nederlandse echtgenoten, geregistreerde partners of levensgezellen en kinderen, voor zover dezen met hen een gemeenschappelijke huishouding voeren. Art kel Ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats is niet benoembaar tot lid van de raad hij d e na de laatstgehouden per od eke verkiezing van de leden van de raad wegens handelen in strud met artikel 5 van het lidmaatschap van de raad is vervallen verklaard. A tikel Art kel De leden van de raad maken openbaarwelke andere functies dan het lidmaatschap van de raad zij vervullen. Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging van een opgave van de in het eerste lid bedoelde functies op het gemeentehuis. Een l d van de raad is niet tevens: a. minister; b, staatssecretar s; c. l d van de Raad van State; d, lid van de Algemene Rekenkamer; e. Nationaleombudsman; f. substituut-ombudsman als bedoeld in artikel 9. eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman; S. commissaris van de Koning; h. gedeputeerde;. secretar s van de prov ncie; j. griffìer van de prov ncie; k. burgemeester; l. wethouder; m. lid van de rekenkamer; n. ombudsman of l d van de ombudscommissie als bedoeld in artikel 80, eerste lid; o. ambtenaar, door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt. n afwijkin g van het eerste lid, aanhef en onder l, kan een l d van de raad tevens wethouder zijn van de gemeente waar hij lid van de raad is gedurende het tudvak dat: a. aanvangt op de dag van de stemming voor de verk ezing van de leden van de raad en eindigt op het tijdstip waarop de wethouders ingevolge artikel. eerste lid, aftreden, of b. aanvangt op het tudstip van zijn benoeming tot wethouder en eind gt op het tijdstip waarop de goedkeuring van de geloofsbrief van zijn opvolger als lid van de raad onherroepelijk is geworden of waarop het centraal stembureau heeft beslist dat geen opvolger kan worden benoemd. Hij wordt geacht ontslag te nemen als lid van de raad met ingang van het tudstip waarop hij zun benoeming tot wethouder aanvaardt. Artikel X 6 van de Kieswet is van overeenkomst ge toepassing. n afr /ijking van het eerste lid, aanhef en onder o, kan een l d van de raad tevens zijn: a. ambtenaar van de burgerlúke stand; b. vrijwilliger of ander persoon die uit hoofde van een wettelijke verplichting niet bij wijze van beroep hulpdiensten verricht; c. ambtenaar werkzaam voor een school voor openbaar onderwijs. Art kel Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de raad in de vergadering, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af: "k zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. k zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middell jk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. hw: lw etten.overheid.nl/bwbr / 0 lafclrukken

2 wetten.nl - Regeling - Gemeentewet - 8W8R00056 pagina van6 k zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mun pfichten als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almacht g!,' (Dat verklaar en beloof ik!',) Wanneer de eed (verklaring en belofte), bedoeld in het eerste lid, n de Friese taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed (verklaring en belofte) als volgt: <<k swar (ferklearje) dat ik, om ta lid fan 'e rie beneamd te wurden, streekrjocht noch mídlik, ûnder wat namme of wat ferlechje ek, hokker jefte of geunst dan ek jûn of ûnthjitten haw. k swar (ferklearje en ûnthjlt) dat ik, om eat yn dit amt te dwaan of te litten, streekrjocht noch m dlik hokker geskink of hokker ûnthjit dan ek oannommen haw of oannimme sil. k swar (ûnthjit) dat ik trou wêze s l oan 'e Grûnwet, dat ik de wetten ne komme sil en dat ik myn plichten as l d fan 'e rie yn alle oprjochtens fefolje sil. Sa w er helpe my God Almachtich!> (<Dat ferkleaûe en ûnthjit k!>). Artikel 5 ;r Een lid van de raad mag niet: a. als advocaat of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de gemeente of het gemeentebestuur dan wel ten behoeve van de wederpartu van de gemeente of het gemeentebestuur; b. als gemachtigde in geschiflen werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur; c. als vertegenwoordiger of adviseur werkzaam zun ten behoeve van derden tot het met de gemeente aangaan van: le. overeenkomsten als bedoeld in onderdeel d; e. overeenkomsten tot het leveren van onroerende zaken aan de gemeente; d. rechtstreeks of middelluk een overeenkomst aangaan betreffende: le. het aannemen van werk ten behoeve van de gemeente; e. het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de gemeente; e. het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan de gemeente; fe. het verhuren van roerende zaken aan de gemeente; 5e, het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de gemeente; 6e. het van de gemeente onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zljn onderworpen; 7e. het onderhands huren of pachten van de gemeente. Artikel 6 Van het eerste lid, aanhef en onder d, kunnen gedeputeerde staten ontheffing verlenen De raad stelt voor zun leden een gedragscode vast. De raad stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Art kel 7 De raad vergadert zo vaak als hu daartoe heeft bestoten. Voorts vergadert de raad indien de burgemeester het nodig oordeelt of indien ten minste een vijfde van het aantal leden waaruit de raad bestaat schriftelijk, met opgave van redenen, daarom verzoekt. Art kel 8 De raad vergadert na de periodieke verkiezing van zijn leden voor de eerste maal in nieuwe samenstell ng op de dag met ingang waarvan de leden van de raad in oude samenstelling aftreden. Artikel 9 De burgemeester roept de leden schriftelijk tot de vergadering op. Tegelijkertijd met de oproeping brengt de burgemeester dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen met uitzondering van de in artikel 5. Lweede lid, bedoelde stukken worden tegelijkertijd met de oproep ng en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven w jze ter inzage gelegd. Artikel 0 Art kel De vergadering van de raad wordt niet geopend voordat bl'rjkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitt ng hebbende leden tegenwoordig is. ndien ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de burgemeester, onder verwijzing naar dit art kel, opnieuw een vergadering tegen een tudstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raad kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid n et geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de present elijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoord g is. De burgemeester heeft het recht in de vergadering aan de beraadslaging deel te nemen. Een wethouder heeft toegang tot de vergaderingen en kan aan de beraadslag ng deelnemen. Een wethouder kan door de raad worden uitgenodigd om ter vergadering aanwezig te zijn. Art kel De leden van het gemeentebestuur en andere personen die deelnemen aan de beraadslaging kunnen niet in rechte worden vervolgd of aangesproken voor dan wel worden verplicht getuigenis af te leggen als bedoeld in artikel 65. eerste lid. van het Wetboek van Buroerl jke Rechtsvorderino over hetgeen zu in de vergadering van de raad hebben gezegd of aan de raad schrifteluk hebben overgelegd http: lwetten.overheid.nyb WBR O/afclrukken

3 wetten.nl - Regeling - Gemeentewet - 8W8R00056 pagina 5 van6 Êp,hlrrL et De stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen is geheim. ndien de stemmen staken over personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt, wordt in dezelfde vergadering een herstemming gehouden. Staken bij deze stemm ng de stemmen opnieuw, dan besl st terstond het lot. Artikel De overige stemmingen geschieden bij hoofdelijke oproeping, indien de voorzitter of een van de leden dat verlangt. n dat geval gesch eden zij mondeling. Bij hoofdelijke oproeping s eder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden verplicht zijn stem voor of tegen uit te brengen. ndien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd, is het aangenomen. Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij stak ng van stemmen het nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. 5 ndien de stemmen staken in een voltall ge vergadering of in een ingevolge het vierde lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen. 6 Onder een voltallige vergadering wordt verstaan een vergadering waarin alle leden waaruit de raad bestaat, voor zover zij zich niet van deelneming aan de stemming moesten onthouden, een stem hebben uitgebracht. Art kel a Art kel De stukken die van de raad uitgaan, worden door de burgemeester ondertekend en door de griffier medeondeftekend. Bij verhindering of ontstenten s van de burgemeester worden de stukken die van de raad uitgaan ondeftekend door degene die krachtens artikel 77 de burgemeester als voorzitter van de raad vervangt. De raad kan de burgemeester toestaan de ondetekening op te dragen aan de griffier of aan een of meer andere bij de griffie werkzame ambtenaren. n dat geval blijft medeondertekening achterwege. De raad en elk van zijn leden hebben recht op ambtelijke bijstand. De in de raad vetegenwoordigde groeper ngen hebben recht op ondersteuning. De raad stelt met betrekking tot de ambtelijke bijstand en de ondersteuning van de n de raad vertegenwoordigde groeperingen een verordening vast. De verordening bevat ten aanzien van de ondersteuning regels over de besteding en de verantwoording. Hoofdstuk. Het college van burgemeester en wethouders Art kel De burgemeester en de wethouders vormen te zamen het college van burgemeester en wethouders. De burgemeester is voorzitter van het college.. Art kel 5 De raad benoemt de wethouders. Artikel is van toepassing op de stemming inzake de benoeming. De burgemeester wordt geïnformeerd over de u tkomsten van de college-onderhandelingen. Hij wordt alsdan in de gelegenheid gesteld z jn opvattingen over voorstellen ten behoeve van het collegeprogramma kenbaar te maken. Art k l 6 Het aantal wethouders bedraagt ten hoogste twintig procent van het aantal raadsleden, met d en verstande dat er niet minder dan twee wethouders zullen z jn, De raad kan besluiten dat het wethouderschap in deelt jd wordt uitgeoefend. ndien het tweede l d toepassing vindt bedraagt, in afwijk ng van het eerste l d, het aantal wethouders ten hoogste vijfentwintig procent van het aantal raadsleden, met dien verstande dat de tijdsbestedingsnorm van de wethouders gezamenlijk ten hoogste tien procent meer bedraagt dan de tijdsbestedingsnorm van de wethouders gezamenl jk zou hebben bedragen indien het tweede lid geen toepassing had gevonden. De raad stelt bij de benoeming van de wethouders de tijdsbestedingsnorm van elke wethouder vast. 5 Bij de berekening van het maximale aantal wethouders, bedoeld in het eerste en het derde lid, wordt afgerond tot het dichtstb jgelegen gehele getal. Art k l 6a,j Voor het wethouderschap gelden de vereisten voor het lidmaatschap van de raad, bedoeld in artikel 0, met dien verstande dat in artikel 0. lweede lid. onder b, voor <<de dag waarop de gemeenteraad beslist over de toelat ng als lid tot de gemeenteraad> gelezen wordt: de dag waarop zij tot wethouder worden benoemd. De raad kan voor de duur van een jaar onthetfing verlenen van het vere ste van ingezetenschap. De ontheffing kan in buzondere gevallen, telkens met een periode van maximaal een jaar, worden verlengd. Dezelfde persoon kan niet n meer dan één gemeente wethouder zijn. Art k l 6b Een wethouder is niet tevens: a. minister; b. staatssecretaris; c, lid van de Raad van State; d. l d van de Algemene Rekenkamer; e. Nationaleombudsman; f, substituut-ombudsman als bedoeld in artikel 9. eerste ljd, van de Wet Nationale ombudsman; S. commissaris van de Koning; h, gedeputeerde;, secretar s van de provincie; j, gr ffier van de provincie; k. lid van de rekenkamer van de provinc e waarin de gemeente waar hij wethouder is, is gelegen; http ://wetten.overheid.nllbwbr / O/afdrukken t7-8-06

4 wetten.nl - Regeling - Gemeentewet - 8W8R00056 pagina 6 van6. lid van de raad van een gemeente; m. burgemeester; n, lid van de rekenkamer; o. ombudsman of lid van de ombudscommissie als bedoeld in artikel 8o. eerste lid; p. ambtenaar, door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt; q. ambtenaar, door of vanwege het Rijk of de provincie aangesteld, tot wiens taak behoort het verrichten van werkzaamheden in het kader van het toezicht op de gemeente; r. functionaris die krachtens de wet of een algemene maatregel van bestuur het gemeentebestuur van advies dient. n afwijking van het eerste lid, aanhefen onder l, kan een wethoudertevens lid zun van de raad van de gemeente waar hij wethouder is gedurende het tijdvak dat: a. aanvangt op de dag van de stemming voor de verkiezing van de leden van de raad en eindigt op het tijdst p waarop de wethouders ingevolge art kel. eerste lid, aftreden, of b. aanvangt op het tijdstip van zijn benoeming tot wethouder en eindigt op het tijdstip waarop de goedkeuring van de geloofsbrief van zijn opvolger als lid van de raad onherroepelijk s geworden of waarop het centraal stembureau heeft beslist dat geen opvolger kan worden benoemd. Hij wordt geacht ontslag te nemen als fid van de raad met ingang van het tljdstip waarop hij zijn benoeming tot wethouder aanvaardt. Artikel X 6 van de K eswet is van overeenkomstige toepassing. Art ke 7 n añ^/ijking van het eerste lid, aanhefen onder p, kan een wethouder tevens zijn: a. ambtenaar van de burgerlijke stand; b, vr jwilliger of ander persoon die u t hoofde van een wetteluke verplichting niet bij wijze van beroep hulpdiensten verricht; c. ambtenaar werkzaam voor een school voor openbaar onderwijs, De benoeming van wethouders na de verkiezing van de leden van de raad vindt plaats in een vergadering van de raad in n euwe samenstell ng. Artikel 8 in het geval van art kel 7 gaat de benoeming van degene d e zijn benoeming tot wethouder heeft aangenomen, in op het tudstip waarop ten minste de helft van het met nachtneming van artikel 6 bepaalde aantal wethouders zijn benoeming heeft aangenomen of, indien de aanneming van de benoeming op een later t jdstip plaatsvindt, op dat tijdstip. Art k l 9 De benoeming ter vervulling van een plaats die tussentijds openvalt, geschiedt zo spoedig mogelijk, tenzu de raad besluit het aantal wethouders te verminderen. Art kel 0 De benoemde wethouder deelt de raad uiterluk op de t ende dag na de kennisgeving van zun benoeming mee of h j de benoeming aanneemt. ndien deze termijn verstrijkt zonder mededeling, wordt de benoemde wethouder geacht de benoeming niet aan te nemen Art kel Wanneer de benoeming niet s aangenomen, geschiedt zo spoedig mogelijk een nieuwe benoem ng. Art kel a Alvorens hun funct e te kunnen uitoefenen leggen de wethouders, in de vergadering van de raad, in handen van de voorz tter, de volgende eed (verklaring en belofte) af: <(k zweer (verklaar) dat ik, om tot wethouder benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. k zweer (verklaar en beloof) dat k, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. k zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat k de wetten zal nðkomen en dat k mijn plichten als wethouder naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarl jk helpe mij God Almacht g!>> (<Dat verklaar en beloof ik!>) Wanneer de eed (verklaring en belofte), bedoeld in het eerste l d, in de Fr ese taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed (verklaring en belofte) als volgt: <<k swar (ferklearje) dat ik, om ta wethålder beneamd te wurden, streekrjocht noch midllk, Ûnder wat namme of wat ferlechje ek, hokker jefte of geunst dan ek jûn of ûnthjitten haw. k swar (ferklearje en ûnthjit) dat k, om eat yn d t amt te dwaan of te litten, streekiocht noch midlik hokker geskink of hokker Ûnthjit dan ek oannommen haw of oannimme sil. k swar (ûnthjit) dat ik trou wêze sil oan 'e Grûnwet, dat ik de wetten neikomme sil en dat ik myn plichten as wethâlder yn alle oprjochtens ferfolje sil. Sa wier helpe my God Almachtich!> (<Dat terklearje en ûnthj t ik!>). Art kel b 5 Een wethouder vervult geen nevenfuncties waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op eên goede vervulling van zijn wethouderschap. Een wethouder meldt zijn voornemen tot aanvaard ng van een nevenfunctie aan de raad. Een wethouder maakt zijn nevenfuncties openbaar. Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging op het gemeentehuis. Een wethouder die zijn ambt niet in deeltijd vervult, maakt tevens de inkomsten uit nevenfuncties openbaar. Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging op het gemeentehuis uiterlijk op april na het kalendeiaar waarin de inkomsten zun genoten. http ://wetten. overheid.nl/bwbr /afdrukken

5 wetten.nl - Regeling - Gemeentewet - BWBR pagina 7 van6 Onder inkomsten wordt verstaan: loon in de zin van artikel 9 van de Wet oo de loonbelastino 96, verminderd met de eindheffingsbestanddelen bedoeld in artikel van d e wet. Artikel c Art kel 5. eerste en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op de wethouders. De raad stelt voor de wethouders een gedragscode vast. Art kel Art kel Art kel Na de verkiezing van de leden van de raad treden de wethouders af op het moment dat de raad ten minste de helft van het met inachtnem ng van artikel 6 bepaalde aantal wethouders heeft benoemd en deze benoemingen z jn aangenomen. ndien zoveel wethouders hun ontslag indienen of worden ontslagen dat niet ten minste de helft van het met inachtneming van artikel 6 bepaalde aantal wethouders in functie is, treedt de burgemeester in de plaats van het college totdat dit wel het geval is. Een wethouder kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftel jk mededeling aan de raad. Behoudens het geval dat de wethouder onmiddellijk ontslag neemt, gaat het ontslag in met ingang van de dag, gelegen een maand na de dag waarop hu zun ontslag heeft genomen of zoveel eerder als zijn opvolger de benoeming heeft aangenomen. De wethouders genieten ten laste van de gemeente een bezoldiging, die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt geregeld. Daarbíj kunnen tevens regels worden gesteld betreffende tegemoetkoming in of vergoeding van bijzondere kosten en betreffende andere voorzien ngen d e verband houden met de vervulling van het wethoudersambt. Buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend genieten de wethouders als zodanig geen inkomsten, in welke vorm ook, ten laste van de gemeente. De wethouders genieten geen vergoedingen, in welke vorm ook, voor werkzaamheden, verricht in nevenfuncties die zij vervullen uit hoofde van het wethoudersambt ongeacht of die vergoedingen ten laste van de gemeente komen of n et. ndien deze vergoedingen worden uitgekeerd, worden zij gestort in de gemeentekas. Tot vergoedingen als bedoeld in het vierde lid, behoren inkomsten, onder welke benaming ook, uit nevenfuncties d e de wethouder neerlegt bij beëindiging van het ambt. Andere inkomsten dan die bedoeld in het vierde lid worden met de bezoldiging verrekend overeenkomstig artikel van de Wet schadeloosstellino leden Tweede Kamer. De rijksbelast ngdienst verstrekt Onze Minister ten behoeve van de verrekening de benodigde gegevens. Ten aanzien van de wethouders die hun ambt in deeltijd vervullen, vindt onverminderd het vierde lid geen verrekeníng plaats van de inkomsten, bedoeld in het zesde lid. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de wijze waarop de wethouder gegevens over de inkomsten, bedoeld in het zesde lid, verstrekt, en de gevolgen van het niet verstrekken van deze gegevens. ArtÍke! 5 Het college verleent aan een wethouder op d ens verzoek verlof wegens zwangerschap en bevalling. Het verlof gaat in op de in het verzoek vermelde dag die ligt tussen ten hoogste zes en ten minste vier weken voor de vermoedelijke datum van de bevalling die blijkt uit een blj het verzoek gevoegde verklaring van een arts of verloskundige. Het college verleent aan een wethouder op diens verzoek verlof wegens ziekte, indien uit een bij het veftoek gevoegde verklaring van een arts blijkt dat niet aannemelijk is dat h j de uitoefening van zun functie binnen acht weken zal kunnen hervatten. n het geval een wethouder vanwege zijn ziekte niet in staat is zelf het verzoek te doen, kan de burgemeester namens hem het verzoek doen indien de continuìteit van het gemeentelijk bestuur dringend vereist dat n vervanging van de wethouder wordt voorzien. Het verlof eindigt op de dag waarop zestien weken zijn verstreken sinds de dag waarop het verlof is ingegaan. 5 Aan een wethouder wordt gedurende de zitt ngsperiode van de raad ten hoogste drie maal verlof verleend. Artikel 5a Het college beslist zo spoedig mogelijk op een verzoek tot verlof, doch uiterlijk op de veertiende dag na indien ng van het verzoek. De beslissing geschiedt in overeenstemm ng met de verklaring vän de arts of verloskundige en bevat de dag waarop het verlof ingaat. Art kel 5b Artikel 6 De raad kan een vervanger benoemen voor de wethouder d e met verlof is gegaan. Artikel 6. eerste en derde d, is niet van toepassing. De vervanger is van rechtswege ontslagen met ngang van de dag waarop zestien weken zijn verstreken sinds de dag waarop het verlof s ingegaan. ndien de vervanger voor het einde van het verlof ontslag neemt of door de raad wordt ontslagen, kan de raad voor de resterende duur van het verlof een vervanger benoemen. ndien degene wiens benoeming tot wethouder is ingegaan, een functie bekleedt als bedoeld in art kel 6b. eerste lid. en het tweede of derde iid van dat art kel niet van toepassing zijn, draagt hij er onverwijld zorg voor dat hij uit die functie wordt ontheven. De raad verleent hem ontslag nd en hij dit nalaat. Het ontslag gaat in terstond na de bekendmak ng van het ontslagbesluit. n het geval bedoeld in het tweede lid, is artikel :B van de Aloemene wet bestuursrecht niet van toepassing. Art kel 7 ndien een wethouder n et langer voldoet aan de vereisten voor het wethouderschap, bedoeld in artikel 6a, eerste en tweede lid, of een functie gaat bekleden als bedoeld in artikel 6b, eerste id. en het lweede of derde iid van dat artikel niet van toepassing zijn, neemt hij onmiddellijk ontslag. Hij doet hiervan schriftelijk mededeling aan de raad. Artikel 6, tweede. derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing. http : / lwetten.overheid.nllb V/BRO Diafdrukken