AMAZONEN-Werke, H Dreyer GmbH & Co KG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AMAZONEN-Werke, H Dreyer GmbH & Co KG"

Transcriptie

1 Bedieningshandleiding AMAZONE opbouwzaaimachine AD-P 03 SPECIAL MG 854 DB 203 NL Printed in Germany Voor in bedrijfstellen de bedieningshandleiding en de veiligheidsvoorschriften lezen en opvolgen!

2 Copyright 2003 by AMAZONEN-Werke H Dreyer GmbH & Co KG D Hasbergen-Gaste DUITSLAND Alle rechten voorbehouden

3 De opbouwzaaimachines AD-P 03 Special zijn kwaliteitsproducten uit het omvangrijke productieprogramma van de AMAZONEN-Werke, H Dreyer GmbH & Co KG Om verzekerd te zijn van een storingsvrije werking adviseren wij u deze handleiding zorgvuldig te lezen en de aanwijzingen altijd nauwkeurig op te volgen Zorg er voor, dat ieder die met de machine gaat werken, deze handleiding voor het in gebruik nemen leest Deze bedieningshandleiding geldt alleen voor de opbouwzaaimachine AD-P 03 Special Wij wensen u veel succes met het gebruik van deze machine AMAZONEN-Werke H. Dreyer GmbH & Co. KG AD-P03 Special DB

4 Opmerking bij deze handleiding Bewaar deze handleiding steeds onder handbereik Als u deze machine verkoopt, overhandig de handleiding dan aan de volgende eigenaar Alle gegevens en aanwijzingen zijn actueel op het moment van het ter perse gaan van deze handleiding Omdat AMAZONEN-Werke altijd streeft naar verbetering van zijn producten, behouden wij ons het recht voor alle verbeteringen en veranderingen die wij noodzakelijk achten, zonder enige verplichtingen aan wie dan ook, door te voeren Symbolen in deze handleiding In deze handleiding zijn veel WAARSCHUWINGEN, LET-OP-aanwijzingen en OPMERKING-aanwijzingen door symbolen gekenmerkt De verklaringen van deze symbolen vindt u hierna! Algemeen gevarensymbool (DIN 4844-W9) Betreft veiligheidsaanwijzingen en staat op plaatsen in deze handleiding, die door ze niet in acht te nemen, gevaar voor personen kan opleveren I Let-op symbool Betreft veiligheidsaanwijzingen, die door ze niet in acht te nemen, kunnen leiden tot beschadiging en minder goed functioneren van de machine F Opmerking-symbool Betreft opmerkingen over specifieke bijzonderheden van de machine, die voor storingvrij gebruik van belang zijn AD-P03 Special DB

5 - 2 0 Gegevens over de machine 2 Gebruiksdoel 2 2 Fabrikant 2 3 Conformiteitsverklaring 2 4 Gegevens bij informaties en bestellingen 2 5 Typeplaatje 2 6 Technische gegevens Aflevering AMAZONE WS-schaar Sleepkouter met verwisselbare punt AMAZONE-sabelschaarpunt (optie) AMAZONE RoTeC-schijfkouter 5 2 Hydr schakelschema opbouw-zaaimachine AD-P Special Gegevens over de sterke van de geluidsontwikkeling Doelgericht gebruik Veilgheid 3 Gevaren door het niet opvolgen van de veiligheidsadviezen 3 2 Kwalificatie van het bedienend personeel 3 3 Symbolen in deze bedieningshandleiding 3 4 Waarschuwings- en aanwijzingspictogrammen op de machine Veiligheidsbewust werken Veiligheidsaanwijzingen voor de bestuurder Berekening van het totaalgewicht, de asbelasting en het draagvermogen van de banden, evenals de minimale balastering voor combinatie trekker/opbouwzaaimachine In bedrijfstellen 4 Eerste montage 4 2 Instelwerkzaamheden op het veld Tijdens het zaaien Na de eerste 0 draaiuren Wegzetten van de AD-P combinatie Opbouwzaaimachine AD-P Special aan rotoregge KE en rotorcultivator KG bevestigen V-ringwals KW580 en bandenpakkerwals RP met koppelingsdelen uitrusten V-rinwals KW450 en tandenpakkerwals PW500 met koppelingsdelen uitrusten Koppeldriehoek aan rotoregge/cultivator KE/KG bevestigen AD-P SPECIAL aankoppelen AMAZONE-opbouwzaaimachine AD-P Special op grondbewerkingsmachine van een ander fabrikaat bevestigen Opbouw van de zaaimachine AD-P Special op een Kuhn rotoregge 2 Basisinstellingen van de opbouwzaaimachine AD-P Special 3 Opbouw van de zaaimachine AD-P Special op rotoreggen van Lemken/Maschio/Rabe Turbine met V-snaaraandrijving 7 V-snaaraandrijving monteren 7 2 Gebruik van Taper-klembussen voor snaarschijven Reduceerklep Turbine met hydraulische aandrijving 8 Turbinetoerental 8 3 Schakelschema turbine met hydraulische aandrijving Verklaringen bij het schakelschema Zaadbak vullen en leeg maken 9 Zaadbak vullen 9 2 Zaadbak leeg maken Doseereenheid op de zaadsoort instellen 0 In- en uitschakelen van de zaaiwielen Zaaien met beide hoofdzaaiwielen Zaaien met het fijnzaadwiel Breekboutbeveiliging 3 0 Tandwielkastinstelling voor de gewenste zaaihoeveelheid vaststellen Afdraaiproef 3 2 Vaststellen instelling van de aandrijfkast met behulp van de rekenschijf 5 3 Hoeveelheidafwijking tussen instelling en gezaaide hoeveelheid 6 AD-P03 Special DB

6 Markeurs 2 Markeurs in werk- of transportstand brengen Markeurs op de juiste lengte instellen Hindernis op het land Breekboutbeveiliging Zaaidiepte instellen 3 Zaaidiepte met de handslinger instellen Zaaidiepte met een hydraulische cilinder (extra uitvoering) instellen Zaaidiepte door het verstellen van de RoTeC- dieptebegrenzingschijven (extra uitvoering) instellen RoTeC-dieptebegrenzingschijven monteren en instellen Exact-egge (Extra uitvoering) 4 Bevestiging van de exact-egge aan de zaaimachine 4 Hydraulische cilinder aansluiten (extra uitvoering) Buitenste toestrijkers in werkstand brengen Werkdruk van de exact-egge instellen zonder hydraulische cilinder Druk op de toestrijkers op de exactegge instellen met een hydrauliekcilinder Transport over de weg Transport op openbare wegen 8 0 Onderhoud en service 8 Boutverbindingen 8 2 Machine reinigen 8 3 Oliepeil in tweesnelhedentandwielkast controleren 8 4 Smeren Kouterpunten van 8 6 WS-kouter of sabelkouter vervangen 2 Verdeelkop controleren op verontreinigingen Hydraulische slangleidingen Controle bij het in bedrijfstellen en tijdens het zaaien Vervangingstermijn Aanduiding Waar u bij montage en demontage op moet letten Montage van slangappendages met O-ring afdichting en wartelmoer Rijpaden met AMADOS/AMALOGrijpadenschakeling aanleggen 5 Het zaaibegin Aanwijzingen van het aanleggen van rijpaden met 4-, 6- en 8-voudige schakeling Aanwijzingen voor het aanleggen van rijpaden met 2-voudige en 6-plus schakeling Rijpad op de spoorbreedte van de verplegingstrekker instellen Aanpassen aan de breedte van de banden Rijpadenmarkeur (extra uitvoering) 6 Montage Instellen van de markeurschijven Transport op openbare wegen 4 AD-P03 Special DB

7 2-2 0 Gegevens over de machine 2 Gebruiksdoel De opbouwzaaimachine is geschikt, in combinatie met een grondbewerkingsmachine, voor het bevoorraden, doseren en uitbrengen van de gebruikelijke zaaizaden 2 2 Fabrikant AMAZONEN-Werke H Dreyer GmbH & Co KG Postfach 5, D Hasbergen-Gaste Duitsland 2 3 Conformiteitsverklaring De machinecombinatie voldoet aan eisen van de EGmachinerichtlijn 89/392/EWG en de bijbehorende aanvullende richtlijnen 2 4 Gegevens bij informaties en bestellingen Voor de bestelling van extra toebehoren en onderdelen altijd typeomschrijving en machinenummer van de machine aangeven Alle componenten van uw machine zijn zorgvuldig op elkaar afgestemd, voor een hoge mate van veiligheid Denk eraan dat elke technische wijziging van de originele toestand van uw machine invloed kan hebben op de veiligheid Dat geldt niet alleen voor ongeschikte onderdelen, maar ook voor niet door ons vrijgegeven extra toebehoren 2 5 F Het Typeplaatje fabrieksplaatje is authentiek en mag niet worden veranderd of onherkenbaar worden gemaakt! F Wij verzoeken u daarom, in verband met uw eigen veiligheid, uitsluitend originele onderdelen en originele extra toebehoren te gebruiken 25c02 Noteert u hier het machinetype en het machinenummer van uw opbouwzaaimachine Originele onderdelen en originele extra toebehoren zijn speciaal voor uw machine geconstrueerd en getest Voor alle onderdelen, extra toebehoren en aanbouwdelen, die niet door AMAZONEN-Werke vrijgegeven zijn, evenals voor overige niet toegestemde technische wijzigingen en de daaruit ontstane gevolgen, kan AMAZONEN-Werke geen aansprakelijkheid aanvaarden! Type machine: AMAZONE Opbouwzaaimachine AD-P Special Serienummer : AD-P03 Special DB

8 Technische gegevens à $'3ÃÃ6SHFLDOÃ.RXWHUZLVVHOIUDPHà $DQWDOÃULMHQà 5LMHQDIVWDQGà :HUNEUHHGWHà 7UDQVSRUWEUHHGWHà +RRJWHà WRWERYHQNDQWVWDQGDDUG]DDGEDNà WRWERYHQNDQWYHUGHHONRS *HZLFKWà ]RQGHUJURQGEHZHUNLQJVPDFKLQH HQ]RQGHUQDORRSZDOVÃ,QKRXG]DDGEDN]RQGHURS]HWUDQGÃ,QKRXGÃ]DDGEDNPHWRS]HWUDQGà :6NRXWHU RI 5R7H&NRXWHU FP P P P FDNJ O O Fig 2 23t083 à 7QOà Zaadbak, doseereenheid, verdeelkop en turbine van de AD-P Special worden met een snelkoppeldriehoek aan de AMAZONE-grondbewerkinghsmachine bevestigd het schaarframe steunt op de stevige nalooprol Bij verandering de werkdiepte van de grondbewerkingsmachine, blijft de zaaidiepte bij een AMAZONE-combinatie altijd constant Het schaarframe van de AD-P Special wordt bij een ander fabrikaat grondbewerkingsmachine vast met de rotoregge verbonden Daarom moet bij verandering van de werkdiepte van de rotoregge de zaaidiepte van het schaarframe worden gecontroleerd en/of aangepast Een stapwiel drijft de zaaiorganen aan Op cabinehoogte in het gezichtsveld van de bestuurder aan de zaaimachine bevestigde, doorzichtige verdeelkop verdeelt het zaad gelijkmatig over alle zaaipijpen Vanuit deze positie heeft de bestuurder voortdurend controle over de doorstroming van het zaad 2 7 Aflevering Bij het in ontvangst nemen van de machine, meteen controleren of er geen transportschade is opgetreden of delen ontbreken Alleen onmiddellijke reclame bij de transportonderneming geeft recht op schadevergoeding AD-P03 Special DB

9 AMAZONE WS-schaar Sleepkouter met verwisselbare punt Het AMAZONE WS-sleepkouter (Fig 2 2) heeft een verwisselbare schaarpunt (Fig 2 2/) uit hard gietstaal Vanwege de hoge slijtvastheid is hard gietstaal een zeer geschikt materiaal voor de schaarpunt Echter slijtage door agressieve of scherpe zandgrond kan bij langdurig gebruik niet worden voorkomen De versleten schaarpunten kunnen eenvoudig worden vervangen De schaarsteun (Fig 2 2/2) voorkomt het verstoppen van de schaaruitloop bij het wegzetten van de machine op een zachte ondergrond Tijdens het zaaien klapt de steun naar achter De schaarsteun ondervindt nauwelijks slijtage De schaarsteun kan desondanks zeer eenvoudig worden vervangen In het kouterlichaam bevindt zich een geleidingstrechter (Fig 2 2/3), die het zaad direct achter de schaarpunt leidt Hier wordt het zaad meteen en nauwkeurig afgelegd, juist voor het moment dat de zaaivoor dicht valt Alleen op deze wijze kan een exacte en gelijkmatige zaaidiepte worden bereikt 3 Vooral in combinatie met een voorlopende V-ring wals (Fig 2 3/A) zorgt het WS-sleepkouter, bij het zaaien na het ploegen, voor een optimale constante zaaidiepte in de sterk verdichte zaaivoor waarbij het zaad met losse grof gestructureerde grond wordt bedekt, zie Fig 2 3: 2 = losse, open grondstructuur 2 = middelmatig verdichte grond 3 = sterk verdichte grond Deze werkmethode vermindert ook bij het mulchzaaien de kans op verstoppingen, omdat de sleepkouters, in de door de V-ring wals voorgevormde zaaivoor, nauwelijks plantenresten of stro kunnen mee slepen A Fig 2 2 8i302 8i303 Fig 2 3 E224 AD-P03 Special DB

10 AMAZONE-sabelschaarpunt (optie) Door de vlakke werkhoek van de AMAZONE-sabelschaarpunt (Fig 2 4/) glijdt het stro beter onder de kouterpunt door De indringing in de grond van het kouter wordt door de bredere voet echter gereduceerd Daarom kan de sabelschaarpunt bij intensief vermengde stroresten zonder verstoppingen bij mulchzaaien worden ingezet De werking van de sabelschaarpunt wordt nog verbeterd, wanneer de machine is uitgerust met een V- ringwals, die de zaaivoren voorvormt en de kouterpunten daardoor niet meer zo diep door de grond hoeven te gaan 2 De sabelkouterpunten worden ook ingezet op lichte grond, waarbij vroeger een dieptebegrenzer nodig was om de gewenste zaaidiepte aan te kunnen houden Het vervangen van de WS-kouterpunten (Fig 2 4/2) voor de sabelkouterpunten is zeer eenvoudig uit te voeren (zie Fig 2 4) Fig i022 AD-P03 Special DB

11 AMAZONE RoTeC-schijfkouter Het AMAZONE RoTeC-schiojfkouter (Fig 2 5) zorgt voor een optimaal zaairesultaat met hoge capaciteit en lange levensduur voor het zaaien na het ploegen of mulchzaaien Het stalen schijfkouter (Fig 2 5/) staat slechts onder een hoek van 7 ten opzichte van de rijrichting, zodat bij hoge werksnelheden slechts weinig grond wordt verplaatst De zaaivoor heeft een nagenoeg rechthoekige doorsnede die door de rolschaar en het gietstalen kouterlichaam is gevormd Daardoor vormt zich een stabiele zaaivoor waarin het zaad op een gelijkmatige diepte wordt afgelegd Aan de voorzijde het rolkouter blijft door de geringe instelhoek, op plakkerige klei nauwelijks aarde hangen De rugzijde van de schijf wordt een flexibele polyuetheraan (PU)-schijf Fig 2 5/2 grondig gereinigd omdat deze stevig tegen de stalen schijf wordt gedrukt De noppen op de PU-schijf (Fig 2 5/3) zorgen voor extra aandrijfkracht De PU-schijf (Fig 2 5/2) dient ook als dieptebegrenzingsrol omdat deze over de grond rolt en de indringing in de grond van de stalen schijf beperkt De werkdiepte kan in 3 stappen, van 2 tot 4 cm 4cm (Fig 2 6, Pos -3) met een handgreep worden ingesteld Om dieper dan 4 cm (Fig 2 6, Pos 4) te zaaien, kan de dieptebegrenzingschijf zonder gebruik van gereedschap worden weggenomen Door de hoge schaardruk tot max 30 kg, de dieptegeleiding met de PU-schijf en exacte geleiding van het zaad tot in het gietstalen kouterlichaam, verkrijgt men een zeer rustige loop van het rolkouter met een bijzonder gelijkmatige zaaidiepte Het roestvast stalen rolkouter en de PU-schijf zijn nagenoeg ongevoelig voor slijtage Het kouterlichaam uit gehard gietstaal heeft een lange levensduur Het AMAZONE RoTeC-schijfkouter is zowel geschikt voor het zaaien in geploegde grond als voor het mulchzaaien zonder verstoppingen Fig i279 Fig 2 6 8c229- AD-P03 Special DB

12 2-6 2 Hydr schakelschema opbouw-zaaimachine AD-P Special 25c026 Fig 2 7 Omschrijving ab = machine kant cd = trekker kant Regeleventielen van de trekker Q tot Q3 = 3 trekkeraansluitingen, weergegeven in stand werk Q3 = Aansluiting voor hydr turbineaandrijving met prioriteit ca 30 l/min Toegestane hydrauliekolie HD-SAE 20W-20 volgens MIL-L-204 C of API-CD, en STOU SAE 5W-30 volgens MIL-L-205 of API GL4 Hydrauliekcilinders A = Vooropkomstmarkeur C = Markeur links D = Markeur rechts E = Drukverstelling zaaipijpen F = Drukverstelling toestrijkers exactegge Hydr aandrijving J = Hydromotor turbine Nmax = 4000 t/min M = S = T = U = Wisselklep markeurs DBV-klep met hydr vrijloop Drukvrije retour (minstens DN6) Electrohydr klep! Voor! De werkzaamheden aan de hydraulische installatie te verrichten, het systeem over de hydrauliek van de trekker drukloos maken! werkdruk mag niet hoger zijn dan 200 bar! Een aanwijzing hierover bevindt zich op uw zaaimachine AD-P03 Special DB

13 Gegevens over de sterke van de geluidsontwikkeling De geluidsbelasting op de bestuurdersstoel bedraagt 74 db (A), gemeten tijdens werkomstandigheden met gesloten cabine op oorhoogte Meetapparatuur: OPTAC SLM 5 De geluidsbelasting kan tussen verschillende trekkertypes variëren 2 3 Doelgericht gebruik De AMAZONE-opbouwzaaimachine AD-P Special is uitsluitend bestemd voor de gebruikelijke bevoorrading, dosering en het uitbrengen van in de handel gebruikelijke zaadsoorten voor agrarisch gebruik Elk ander gebruik wordt beschouwd als oneigenlijk Voor daaruit resulterende schade aanvaardt de fabrikant geen aansprakelijkheid Het risico daarvoor draagt uitsluitend de gebruiker Tot het doel;gericht gebruik behoort het opvolgen van de door de fabrikant voorgeschreven bedienings, onderhouds, en reparatierichtlijnen evenals het uitsluitend gebruik van originele onderdelen! Eigenmachtige veranderingen aan de machine kunnen tot gevolgschade leiden en sluiten aansprakelijkheid van de fabrikant voor daaruit resulterende schade uit F Controleer daarom telkens voor het gebruik en tijdens de werkzaamheden of Uw machine op de juiste wijze functioneert en de zaadafgifte voldoende nauwkeurig is Aanspraak op schadevergoeding, voor schade die niet aan de machine zelf is ontstaan, is uitgesloten Hiertoe behoort ook, dat voor schade als gevolg van zaaifouten, geen aansprakelijkheid wordt aanvaard Eigenmachtige veranderingen aan de machine kunnen tot gevolgschade leiden en sluiten iedere aansprakelijkheid van de fabrikant voor deze schade uit Bij opzet of grove nalatigheid van de eigenaar of personen van de bedrijfsleiding en in die gevallen, waarbij volgens de productaansprakelijkheidwetgeving door fouten aan de machine vergoeding wordt geclaimd voor persoonlijke of zakelijke schade aan private voorwerpen, geldt de uitsluiting voor aansprakelijkheid van de fabrikant niet Deze uitsluiting geldt ook niet voor het ontbreken van eigenschappen, die uitdrukkelijk zijn toegezegd, indien deze toezegging juist ten doel had, de gebruiker voor schade te behoeden, die niet aan de machine zelf is ontstaan Afwijkingen in de gezaaide hoeveelheid of zelfs totale uitval van de afzonderlijke rijen kunnen zelfs met de door ons met de meeste zorg gebouwde machines, ook bij het gebruik volgens de voorschriften, niet volledig worden uitgesloten Dit kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door: - variatie in de samenstelling van het zaadgoed (bijv korrelgrootte, ontsmetting, soortelijk gewicht, uitwendige vormverschillen) - wegglijden op hellingen of fouten bij de aansluitrijen -verstoppingen of brugvorming, bijv door opgezwollen of reeds ontkiemde zaadresten, vreemde voorwerpen, verpakkingsmateriaal, enz -ongelijk land -te ver versleten slijtagegevoelige onderdelen (bijv zaaiwielen, enz) -beschadiging door invloeden buitenaf -verkeerd aandrijftoerental of rijsnelheid -foutieve afstelling van de machine (verkeerde aanbouw, verkeerde berekening van de stand van de aandrijfkast) AD-P03 Special DB

14 2-8 AD-P03 Special DB

15 3-3 0 Veilgheid Voor een storingvrij gebruik adviseren wij U deze bedieningshandleiding zorgvuldig te lezen en de aanbevelingen steeds nauwkeurig op te volgen Zorg er voor, dat ieder die de machine bedient deze handleiding heeft gelezen, voor dat hij er mee gaat werken In de ze handleiding staan vele aanwijzingen, die U in staat stellen zonder storingen met de machine te werken De beschrijvingen zijn met vele afbeeldingen aangevuld, om de werking duidelijk te verklaren en door adviezen veilig werken onder uiteenlopende bedrijfsomstandigheden te garanderen Neem alle veiligheidsadviezen in acht en volg ze nauwkeurig op 3 Gevaren door het niet opvolgen van de veiligheidsadviezen Het niet opvolgen van de veiligheidsadviezen -kan gevaar opleveren voor personen, het milieu en de machine -kan iedere aanspraak op schadevergoeding te niet doen In het bijzonder kan het niet opvolgen van de veiligheidsadviezen tot volgende gevaarlijke situaties leiden: -Uitvallen van belangrijke machinefuncties - Uitval wegens negeren van de voorgeschreven werkmethoden, onderhoud en service - Personen blootstellen aan gevaar door mechanische invloeden -Milieuschade door lekkage van hydraulische olie 3 3 Symbolen in deze bedieningshandleiding In deze bedieningshandleiding zijn vele waarschuwingen, aanwijzingen en opmerkingen met volgende symbolen aangeduid! Algemeen I Let-op F Opmerkings- gevarensymbool (DIN 4844-W9) betreft veiligheidsaanwijzingen en bevindt zich op plaatsen in deze handleiding, waar bij door het niet opvolgen personen aan gevaar bloot kunnen worden gesteld symbool bevat veiligheidsaanwijzingen, waar door het niet opvolgen gevaar voor de machine en de werking ervan kan ontstaan symbool betreft opmerkingen over de specifieke bijzonderheden van de machine, die voor een storingvrij gebruik van belang zijn 3 2 Kwalificatie van het bedienend personeel De AMAZONE-opbouwzaaimachine AD-P Special die in deze bedieningshandleiding is beschreven mag alleen door personen worden gebruikt, onderhouden en afgesteld, die er mee vertrouwd zijn en op de hoogte zijn van de gevaren die ermee verbonden zijn AD-P03 Special DB

16 Waarschuwings- en aanwijzingspictogrammen op de machine Het waarschuwingspictogram (bijv fig 3 ) geeft de gevaarlijke plaatsen op de machine aan Het in acht nemen van de waarschuwingen dient voor de veiligheid van alle personen die met de machine werken De aanwijzingspictogrammen (bijv fig 3 2) duiden op de specifieke kenmerken van de machine, die voor een goede werking dienen te worden opgevolgd Fig 3 Fig 3 2 AD-P03 Special DB

17 3-3 De plaatsen waar de waarschuwings- en aanwijzingspictogrammen op de machine zijn aangebracht worden op de afbeelding 3 3 weergegeven De omschrijving van deze waarschuwings- en aanwijzingsstekens vindt U op de volgende bladzijden Wij vragen U dringend deze opmerkingen aan Uw medegebruikers door te geven Zorg dat de waarschuwings- en adviespictogrammen altijd goed schoon en leesbaar blijven Beschadigde of ontbrekende opschriften moet worden vervangen (Pictogramnr = bestelnr ) MD 083 MD 078 MD 076 MD MD 077 MD 082 MD 078 MD 078 MD t083 Fig 3 3 AD-P03 Special DB

18 3-4 Pictogramnr: MD 076 Verklaring: Machine pas in bedrijf nemen wanneer alle beschermkappen zijn aangebracht! Beschermkappen niet verwijderen zolang de machine nog loopt! Voor verwijderen van de beschermkappen aftakas uitschakelen, motor stil zetten en contactsleutel uitnemen! Pictogramnr : MD 077 Verklaring: Gevaar voor verwonding bij draaiende machine! Afstand houden bij op opstartende of lopende machine! Iedereen uit de gevarenzone houden, zolang de machinedelen zich kunnen bewegen Pictogramnr : MD 078 Verklaring Nooit met de handen in de gevarenzone komen, zolang daar nog delen kunnen bewegen! Personen uit de gevarenzone verwijderen! Pictogramnr : MD 082 Verklaring Meerijden tijdens het werk of tijdens transport op de machine (ook op de laadbrug) is niet toegestaan Pictogramnr : MD 083 Verklaring Gevaar voor verwonding Nooit in de zaadkast grijpen AD-P03 Special DB

19 3-5 Pictogramnr : MD 084 Verklaring Zich niet ophouden binnen het zwenkbereik van de markeurs Pictogramnr : MD 095 Verklaring Voor het in bedrijfstellen de bedieningshandleiding en veiligheidsaanwijzingen lezen en opvolgen Pictogramnr : Verklaring Na enkele draaiuren de bouten natrekken! Pictogramnr : 9888 Verklaring Het CE-teken geeft aan, dat de machine voldoet aan de Europese machinerichtlijnen 89/392/EWG en de overeenkomstige aanvullende voorschriften AD-P03 Special DB

20 Veiligheidsbewust werken Behalve machinespecifieke veiligheidsvoorschriften, dient u de nationale, algemeen geldige wettelijke ARBO-voorschriften in acht te nemen Voor het vervoer op de openbare weg zijn de nationale verkeersvoorschriften voor het transport van landbouwvoertuigen van toepassing Veiligheidsaanwijzingen voor de bestuurder Algemene veiligheidsvoorschriften en algemene voorschriften ter voorkoming van ongevallen Grondregel: Voor iedere ingebruikname, de machine en trekker op verkeer- en gebruiksveiligheid controleren! Neem naast de in deze gebruikshandleiding genoemde aanwijzingen ook de algemene regels voor veiligheid en ongevallenpreventie in acht! De aangebrachte waarschuwingen en aanwijzingen geven belangrijke aanwijzingen voor een ongevaarlijk gebruik De naleving dient uw eigen veiligheid! Bij het rijden op openbare wegen de geldende verkeersregels in acht nemen! Vóór het werk vertrouwd maken met alle inrichtingen, bedieningselementen en hun functies Tijdens het werk is het daarvoor te laat! De kleding van de gebruiker dient zo strak mogelijk te zijn Vermijdt los gedragen kleding! Ter voorkoming van brandgevaar machine schoon houden! Voor het wegrijden en voor het begin van het werk de omgeving controleren (kinderen) Let op voldoende uitzicht! Meerijden op de machine tijdens het werk of het transport is niet toegestaan! Machine volgens de voorschriften aankoppelen en uitsluitend aan de voorgeschreven elementen bevestigen en borgen! 0 Bij het aan- en afkoppelen van de machine aan of van de trekker is extra voorzichtigheid geboden! Bij het aan- en afkoppelen van de machine de steunelementen in de juiste stand brengen (stabiele stand)! 2 Ballastgewichten altijd volgens de voorschriften aan de daarvoor bedoelde bevestigingspunten aanbrengen! 3 Toelaatbare asbelastingen, totaalgewichten en transportafmetingen in acht nemen! 4 Maximale transportafmetingen volgens de wegenverkeerswetgeving in acht nemen! 5 Transportuitrusting, zoals bijv verlichting, waarschuwingsinrichtingen en evt bescherminrichtingen aanbouwen en controleren! 6 Bedieningskoorden voor snelkoppelingen moeten los hangen en wel zodanig dat ze niet kunnen blijven haken en zelfstandig in actie treden! 7 Tijdens het rijden de bestuurdersplaats nooit verlaten! 8 Rijgedrag, stuur- en remkwaliteiten worden door aanbouw- of getrokken werktuigen en ballastgewichten beïnvloed Let daarom op voldoende stuur- en remkwaliteit! 9 Bij het heffen van de machine met de driepuntshefinrichting van de trekker wordt de vooras van de trekker ontlast Zorg voor voldoende voorasbelasting (zie gebruikshandleiding van de trekker) met minstens 20% van het leeggewicht van de trekker! 20 Bij het nemen van bochten rekening houden met het uitzwenken en het gewicht van de machine! 2 Machine alleen gebruiken indien alle beschermende delen aangebracht en in positie zijn! 22 Niemand binnen het werkbereik van de machine toelaten! Op veilige afstand blijven! 23 Alleen aan de machine werken als de motor is afgezet, de contactsleutel is uitgetrokken en de handrem is aangetrokken! 24 Niemand binnen het draai- en zwenkgebied van de machine toelaten! 25 Hydraulisch zwenkende frames uitsluitend bedienen als zich niemand binnen het zwenkgebied bevindt! 26 Op plaatsen waar grotere kracht wordt uitgeoefend (bijv hydraulisch) bestaat gevaar voor verwonding en afklemmen! 27 Voor het verlaten van de trekker machine op de grond zetten, motor afzetten en contactsleutel uitnemen! 28 Tussen trekker en machine mag zich niemand bevinden, zonder dat de trekker tegen wegrijden is beveiligd met de handrem en/of een stopwig! 29 Markeurs in transportstand borgen! AD-P03 Special DB

21 Algemene veiligheidsvoorschriften en voorschriften ter voorkoming van ongevallen voor aanbouwmachines aan de driepuntshefinrichting van de trekker Voor het aan- en afkoppelen van machines aan de driepuntshefinrichting moet de hefinrichting in een stand worden geplaatst, waarin per ongeluk heffen of zakken is uitgesloten! Bij driepuntsbevestiging moeten de bevestigingscategorieën van trekker en machine altijd gelijk zijn of op elkaar worden afgestemd! Binnen het bereik van de hefinrichting bestaat gevaar voor afklemmen of snijden! Bij buitenbediening van de hefinrichting niet tussen trekker en machine komen! Als de machine in transportstand geheven is, altijd controleren of de hefinrichting voldoende geschoord is in zijdelingse richting! Bij rijden op de openbare weg met geheven machine moet de bedieningshendel vergrendeld zijn, om te voorkomen dat de machine zakt! Machine volgens de voorschriften aankoppelen/aanbouwen Functioneren van het aanhangerremsysteem controleren Voorschriften van de fabrikant in acht nemen! Machines mogen alleen met de daarvoor bedoelde voertuigen worden getransporteerd en gereden! Algemene veiligheidsvoorschriften en voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij het gebruik van zaaimachines Tijdens de afdraaiproef rekening houden met gevaar, veroorzaakt door draaiende en bewegende machinedelen! 2 Platforms alleen gebruiken voor het vullen Tijdens het werk is meerijden verboden! 3 Voor het transport over de weg moeten dragers en markeurschijven van de vooropkomstmarkeurs worden verwijderd! 4 Bij het vullen van de zaadbak, aanwijzingen van de machinefabrikant in acht nemen! 5 Markeurs in transportstand borgen! 6 Geen delen in de zaadbak leggen! 7 Toegestane hoeveelheid zaad in acht nemen! AD-P03 Special DB

22 Algemene veiligheidsvoorschriften en voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij het gebruik van een hydraulisch systeem Het hydraulisch systeem staat onder hoge druk! 2 Bij het aankoppelen van hydraulische cilinders en hydromotoren moet gelet worden op de voorgeschreven aankoppeling van de hydraulische slangen! 3 Bij de aankoppeling van de hydraulische slangen aan het hydraulische systeem van de trekker, moet erop worden gelet, dat zowel de trekker- als de machinehydraulica drukloos is! 4 Bij hydraulische koppelingen tussen trekker en machine dienen de koppelingsmoffen en -stekkers te worden gemerkt, zodat verkeerde bediening uitgesloten wordt! Bij het verwisselen van aansluitingen omgekeerde werking, bijv heffen/zakken Gevaar voor ongelukken! 5 Hydraulische slangen regelmatig controleren en bij beschadigingen en veroudering vervangen! De nieuw geplaatste slangleidingen moeten voldoen aan de technische eisen van de machinefabrikant! 6 Bij het zoeken naar lekken, wegens verwondingsgevaar de juiste hulpmiddelen gebruiken! 7 Onder hoge druk ontsnappende vloeistoffen (hydraulische olie) kunnen door de huid dringen en zware verwondingen veroorzaken! Bij verwondingen onmiddellijk een arts opzoeken! Gevaar voor infecties! 8 Alvorens men aan het hydraulisch systeem werkzaamheden verricht, eerst machine laten zakken, systeem drukloos maken en motor afzetten! 9 De gebruiksduur van de slangleidingen mag niet meer zijn dan 6 jaar, inclusief een eventuele opslagtijd van hoogstens 2 jaar Ook bij vakkundige opslag en toelaatbare belasting zijn slangen en slangverbindingen onderhevig aan een natuurlijk verouderingsproces Daardoor is hun opslagtijd en gebruiksduur beperkt Afwijkend hiervan kan de gebruiksduur overeenkomstig de ervaringswaarden, met name met in acht neming van het potentiële gevaar, worden vastgelegd Voor slangen en slangleidingen van thermoplasten kunnen andere richtwaarden gelden Algemene veiligheidsvoorschriften en ongevallenpreventievoorschriften bij gebruik van de aftakas Uitsluitend de door de fabrikant voorgeschreven koppelingsassen en bescherminrichtingen gebruiken! 2 Beschermbuis en beschermkap van de koppelingsas en aftakasbeschermkap - ook van de machine - moeten aangebracht zijn en in goede toestand verkeren! 3 Bij koppelingsassen letten op de voorgeschreven overlapping van de aftakaspijpen en beschermbuizen in transport- en werkstand (Handleiding van de fabrikant van de koppelingsas opvolgen!) 4 Aan- en afkoppelen van de koppelingsas uitsluitend bij uitgeschakelde aftakas, afgezette motor en uitgenomen contactsleutel! 5 Altijd op de juiste aankoppeling en borging van de koppelingsas letten! 6 Meedraaien van de beschermbuis voorkomen door vasthaken van de kettingen! 7 Alvorens de aftakas in te schakelen eerst controleren of ingestelde toerental van de aftakas van de trekker overeenstemt met toelaatbaar toerental van de machine! 8 Bij gebruik van de evenredige aftakas er rekening mee houden dat het toerental afhankelijk is van de rijsnelheid en de draairichting bij achteruitrijden andersom is! Voor het aanzetten van de aftakas er op letten dat zich niemand binnen het gevarengebied van de machine bevindt! 0 Aftakas nooit inschakelen bij afgezette motor! Bij het werken met de aftakas mag zich niemand binnen het bereik van de draaiende aftakas of koppelingsas bevinden! 2 Aftakas altijd uitschakelen als de koppelingsas een te grote hoek met de aftakas dreigt te maken, of als hij niet nodig is! 3 Let op! Na het uitschakelen van de aftakas gevaar door nalopende delen, door de massawerking! Gedurende die tijd niet te dicht bij de machine komen Pas als hij geheel stil staat mag eraan worden gewerkt! 4 Reinigen, smeren of instellen van de aftakasaangedreven machine of van de koppelingsas, uitsluitend met uitgeschakelde aftakas, afgezette motor en uitgenomen contactsleutel 5 Afgekoppelde koppelingsas op de daarvoor bedoelde houder leggen! 6 Na afkoppelen van de koppelingsas de beschermkap over de aftakasstomp schuiven! 7 Beschadigingen onmiddellijk herstellen, voordat met de machine verder wordt gewerkt! AD-P03 Special DB

23 Algemene veiligheidsvoorschriften en voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij onderhoudswerkzaamheden Afstellings-, onderhouds- en reinigingswerkzaamheden, evenals het verhelpen van storingen, altijd uitvoeren met uitgeschakelde aandrijving en stilstaande motor Contactsleutel uit het contactslot nemen! 2 Regelmatig controleren of moeren en bouten nog vast zitten en zo nodig natrekken! 3 Bij onderhoudswerkzaamheden aan geheven machine steeds veiligheid in acht nemen door plaatsen van geschikte steunen! 4 Bij het vervangen van werkende delen met scherpe kanten, doelmatig gereedschap en handschoenen gebruiken! 5 Olie, vet en filters volgens de geldende voorschriften afvoeren! 6 Voor werkzaamheden aan de elektrische installatie eerst de stroomtoevoer afsluiten! 7 Bij elektrisch lassen aan de trekker en aan de aangebouwde machine moeten de kabels van de dynamo en van de accu worden losgekoppeld! 8 Vervangende onderdelen moeten minstens aan de door de fabrikant van de machine vastgelegde technische eisen voldoen! Daarom uitsluitend originele AMAZONE-onderdelen gebruiken! Algemene veiligheidsvoorschriften en voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij het achteraf installeren van elektrische en elektronische apparaten en/of componenten De machine kan worden uitgerust met elektronische componenten en bouwdelen, waarvan het functioneren kan worden beïnvloed door elektromagnetische werking van andere apparaten Deze invloeden kunnen gevaar veroorzaken voor personen, als de volgende veiligheidsregels niet in acht worden genomen Bij een latere installatie van elektrische apparaten en/ of componenten op de machine, met aansluiting op het elektrische systeem, moet de gebruiker op eigen verantwoordelijkheid controleren, of de installatie storingen van de trekkerelectronica of van andere componenten veroorzaakt Vooral opletten of de later geïnstalleerde elektrische en elektronische bouwdelen voldoen aan de nieuwste EMV-Richtlijn 89/336/EG en of ze het CE-kenteken dragen AD-P03 Special DB

24 Berekening van het totaalgewicht, de asbelasting en het draagvermogen van de banden, evenals de minimale balastering voor combinatie trekker/opbouwzaaimachine! Bij de aanbouw van werktuigen in de fronthef of de driepuntsophanging achter mag het toegestane totaalgewicht, de toegestane asbelasting en het draagvermogen van de banden van de trekker niet worden overschreden De vooras van de trekker moet altijd minstens met 20% van het eigengewicht van de trekker worden belast Overtuig U voor aanschaf van de machine of aan bovengenoemde voorwarden wordt voldaan, indien u de volgende berekening uitvoert of de trekker-machine combinatie laat wegen Fig 3 0 9RRUGHEHUHNHQLQJKHHIWXYROJHQGHJHJHYHQV QRGLJ 22c00 7 / >NJ@ (LJHQJHZLFKWYDQGHWUHNNHU å 7 9 >NJ@ 9RRUDVEHODVWLQJ å YDQGHOHJHWUHNNHU 7 + >NJ@ $FKWHUDVEHODVWLQJ å YDQGHOHJHWUHNNHU * + >NJ@ 7RWDDOJHZLFKW GULHSXQWVPDFKLQHFRQWUDJHZLFKWDFKWHU * 9 >NJ@ 7RWDDOJHZLFKW IURQWDDQERXZPDFKLQHIURQWJHZLFKW 'H DIVWDQG D LVGHVRP YDQGH DIVWDQG D>P@ ê D HQD $IVWDQGPLGGHQYRRUDVWRWPLGGHQ D >P@ NRJHOVYDQGHKHIDUPHQ åê $IVWDQGPLGGHQNRJHOVYDQGHKHIDUPHQ D >P@ WRW]ZDDUWHSXQWIURQWDDQERXZPDFKLQH E>P@ :LHOEDVLVYDQGHWUHNNHU åê F>P@ $IVWDQGWXVVHQ PLGGHQYDQGHDFKWHUDVHQ PLGGHQYDQGHNRJHOVYDQGHKHIDUPHQ åê G>P@ $IVWDQGWXVVHQ PLGGHQNRJHOVYDQGHKHIDUPHQ HQ]ZDDUWHSXQW GULHSXQWVPDFKLQHFRQWUDJHZLFKWDFKWHU å]lhehglhqlqjvkdqgohlglqjydqghwuhnnhu ]LHKRRIGVWXN³7HFKQLVFKHJHJHYHQV HQRI SULMVOLMVWYDQGHPDFKLQH êrsphwhq WQO AD-P03 Special DB

25 3 - Machine in de hefinrichting achter of combinatie front- en achteraanbouw ) Berekening ( zie Fig 3 ) de minimale voorasbelasting GV min Noteer het berekende minimale contragewicht, wat aan de voorzijde van de trekker nodig is in de tabel van Fig 3 6 Werktuig in de fronthefinrichting 2) Berekening (zie Fig 3 2) van de minimale belasting van de achteras GH min Noteer het berekende minimale contragewicht, wat aan de achterzijde van de trekker nodig is in de tabel van Fig 3 6 Neem de waarde x uit de technische gegevens van de trekkerfabrikant Indien deze waarde onbekend is, vul dan voor x = 0,45 in 3) Berekening (zie Fig 3 3) van de werkelijke belasting van de vooras TV tat Indien met het werktuig in de fronthef (GV) het vereiste minimale contragewicht voor (GV min) niet wordt bereikt, moet het gewicht van het werktuig in de fronthef worden verhoogd tot het gewicht van de minimale voorasbelasting! Noteer de berekende werkelijke voorasbelasting en de in de handleiding van de trekker aangegeven maximale voorasbelasting in de tabel van Fig 3 6 4) Berekening (zie Fig 3 4) van het werkelijke totale gewicht G tat Wordt met de in de hefinrichting achter (GH) de vereiste minimale belasting van de achteras (GH min) niet gehaald, dan moet het gewicht van de machine achter worden verhoogd tot de minimale belasting achter is bereikt! Noteer in tabel van Fig 3 6 het berekende werkelijke totale gewicht en het in de handleiding van de trekker aangegeven maximale toegestane gewicht Fig 3 Fig 3 2 Fig 3 3 Fig 3 4 G V min = G H (c + d) - T V b + 0,2 T L b a+b G H min = G V a - T H b + x T L b b + c + d T V tat = G (a + b) + T b - G (c + d) V V H b G tat = G V + T L + G H 5) Berekening (zie Fig 3 5) van de werkelijke belasting van de achteras T H tat Noteer de berekende werkelijke achterasbelasting en de maximale toegestane achterasbelasting volgens de handleiding van de trekker in de tabel van Fig 3 6 6) Draagvermogen van de banden Noteer in de tabel de dubbele waarde (voor twee banden) van het toegestane draagvermogen van de banden (zie bijv de technische gegevens van de bandenfabrikant) Fig 3 5 T H tat = G tat - T V tat I Het minimale contragewicht moet als aanbouwwerktuig of extra frontgewicht AD-P03 Special DB

26 3-2 aan de trekker worden bevestigd! De berekende waarden moeten kleiner of gelijk zijn aan de toegestane waarden! 7DEHO ZHUNHOLMNHZDDUGH YOJVEHUHNHQLQJ WRHJHVWDQHZDDUGH YOJV EHGLHQLQJVKDQGOHLGLQJ GXEEHOHWRHJHVWDQH GUDDJYHUPRJHQ YRRUWZHHEDQGHQ PLQLPDDO FRQWUDJHZLFKW YRRUDFKWHU NJ Ã Ã Ã Ã Ã Ã Ã Ã WRWDDOJHZLFKW NJ ˆ NJ Ã Ã Ã Ã Ã Ã Ã Ã EHODVWLQJYRRUDV NJ ˆ NJ ˆ NJ Ã Ã Ã Ã Ã Ã Ã Ã EHODVWLQJDFKWHUDV NJ ˆ NJ ˆ NJ Fig 3 6 WG AD-P03 Special DB

27 4-4 0 In bedrijfstellen Voordat U de zaaimachine in bedrijf stelt, de bedieningshandleiding en de veiligheidsinstructies lezen en opvolgen! Maak U vertrouwd met de juiste bediening en afstelling van de machine Laat niemand met de machine werken, die niet met de werking bekend is Zorg dat de machine altijd in een goede conditie verkeert Ongeoorloofde veranderingen aan de machine kan het functioneren en / of de veiligheid in gevaar brengen en de levensduur verkorten Aanspraak op vergoeding veroorzaakt door bedieningsfouten wordt afgewezen Fig 4 Er kan alleen aanspraak op garantie worden gemaakt, indien uitsluitend originele onderdelen en originele slijtdelen zijn gebruikt! Niet met de handen in de zaadkast grijpen! Gevaar voor verwondingen door beknellen of snijden! I Geen losse delen in de zaadbak leggen, de doseerorganen kunnen daardoor worden beschadigd!! Beknellinggevaar bij oponthoud tussen trekker en machine! Bij het aankoppelen van de machinecombinatie aan de trekker mag niemand zich tussen trekker en machine ophouden! Bij het bedienen van de buitenbedienbare hefinrichting niet tussen trekker en machine gaan staan! De op de machine aangebrachte waarschuwingsstickers (Fig 4 ) maakt u attent op het gevaar wanneer u tussen trekker en machine gaat staan! 4 Eerste montage Bij de aflevering wordt de exactegge los meegeleverd Deze volgens hfdst 4 aan de zaaimachine bevestigen Opbouwzaaimachine volgens hfdst 5 0 aan een AMA- ZONE-grondbewerkingsmachine bevestigen Opbouwzaaimachine volgens hfdst 6 0 aan een ander merk rotoregge bevestigen AD-P03 Special DB

28 4-2 Turbine met riemaandrijving volgens hfdst 7 0 aansluiten Hydraulische turbine-aandrijving volgens hfdst 8 0 aansluiten Aansluitblok Q (Fig 2 7) met slangkoppeling (Fig 4 2/ ) op de trekker op een enkelwerkend regelventiel aansluiten Op het aansluitblok Q zijn aangesloten: -de markeurs -de vooropkomst markeur (Optie) 2 3! Veiligheidsvoorschriften volgens hfdst opvolgen! Regelventielen alleen vanuit de trekkercabine bedienen! Bij het bedienen van het regelventiel worden gelijktijdig de hydraulische cilinders - voor het bedienen van de markeurs en - van de schakelkast voor het ontkoppelen van de zaaiwielen voor de rijpadenschakeling, onder druk gezet Personen uit de gevarenzone wegsturen! Gevaar voor verwondingen door bewegende delen! Fig t229 Aansluitblok Q2 met slangkoppeling (Fig 4 2/2) op de trekker op een enkelwerkend regelventiel aansluiten Op het aansluitblok Q2 zijn aangesloten: -de hydraulische schaardrukverstelling (Optie) -de hydraulische drukverstelling van de exactegge (Optie)! Veiligheidsvoorschriften volgens hoofdstuk in acht nemen! Regelventiel alleen vanuit de trekkercabine bedienen! Bij het bedienen van het regelventiel worden gelijktijdig de hydrauliekcilinders van -de schaardrukverstelling en -de verstelling van de zaaihoeveelheid onder druk gezet! Personen uit de gevarenzone wegsturen! Gevaar voor verwondingen door bewegende delen! Zaadbak vullen volgens hfdst 9 0 Doseereenheid op het betreffende zaadgoed instellen volgens hfdst 0 0 Stand van de aandrijfkast voor de zaaihoeveelheid vaststellen volgens hfdst 0 AD-P03 Special DB

29 4-3! Controleer de hydrauliekslangen voor het in bedrijfstellen en tijdens de werkzaamheden volgens hfdst Instelwerkzaamheden op het veld Markeurs volgens hfdst 2 in werkstand brengen Markeurschijven van de vooropkomst markeur volgens hfdst 6 2 in werkstand brengen Buitenste toestrijkers van de exactegge volgens hfdst 4 2 in werkstand brengen Stapwiel in werkstand brengen: -het stapwiel is op transportbreedte ingeschoven (Fig 4 3) en met een overslagpen (Fig 4 4/) geborgd -Overslagpen (Fig 4 4/) verwijderen en stapwiel zover uittrekken, tot het stapwiel op de grond kan zakken (Fig 4 5) Steek de eerder losgemaakte overslagpen in het tweede boorgat (Fig 4 4/2) terug Fig t228! Stapwiel voorzichtig in werkstand of transportstand brengen, anders bestaat er beknellingsgevaar! Markeurs op de juiste lengte instellen (zie hfdst 2 2) Fig t227 Met de zaaimachine ongeveer 30 m op het veld met de gewenste werksnelheid rijden en de volgende instellingen controleren: -Zaaidiepte controleren, indien nodig bijstellen (zie hfdst 3 0) -Instelling van de exactegge controleren, indien nodig anders instellen ( zie hfdst 4 3 of 4 4) -Werkintensiteit van de markeurs controleren indien nodig instellen Markeurs zo instellen, dat de juiste zijde wordt gemarkeerd Rijpadenschakeling van de zaaiwielen met AMADOS/ AMALOG-boordcomputer op het juiste startgetal instellen (zie bedieningshandleiding van AMADOS/AMA- LOG) 4 3 Tijdens het zaaien Het niveau in de zaadbak kan met het elektronische controle-, besturings- en regelsysteem AMADOS/ AMALOG (extra uitvoering) worden gecontroleerd (zie speciale handleiding) Fig t220 AD-P03 Special DB

30 4-4! Het is verboden zich binnen de gevarenzone van trekker met werktuig op te houden! Houd rekening met de breed uitstaande markeurs! 2 I Zaadbak 4 4 tijdig bijvullen! De zaadbak mag nooit leeg worden gereden! Na de eerste 0 draaiuren Fig t07 F Alle boutverbindingen na de eerste 0 draaiuren controleren en indien nodig natrekken! 2 4 5Wegzetten van de AD-P combinatie De AD-P Special kan na het zaaien in combinatie met de grondbewerkingsmachine zonder wegzetsteunen worden weggezet Fig 4 7 Fig075 Moet de AD-P Special van de grondbewerkingsmachine worden losgekoppeld, dan kan de AD-P Special alleen dan veilig worden weggezet wanneer de zaaimachine op de wegzetsteunen is geplaatst Bevestig daarvoor de wegzetsteunen aan de zaadbak (Fig 4 6/) en de wegzetsteunen van het kouterframe (Fig 4 6/2), voordat de zaaimachine wordt losgekoppeld! Het gewicht van het zaad in de zaadbak mag bij het wegzetten niet meer dan 50 kg bedragen! Voor het aanbrengen van de wegzetsteunen moet de combinatie het de hydrauliek van de trekker worden opgetild Voordat de combinatie wordt losgekoppeld, moet de pennen voor de diepteregeling (Fig 4 7/) van de AMAZONE-grondbewrekingsmachine uit de gatenplaten (Fig 4 7/2) worden verwijderd! Bij het omsteken van de pennen voor het instellen van de werkdiepte moet de pennen (Fig 4 7/) zo vasthouden, dat uw hand nooit tussen de pen en de draagarm kunt komen Na het omsteken de pennen borgen! AD-P03 Special DB

31 5-5 0 Opbouwzaaimachine AD-P Special aan rotoregge KE en rotorcultivator KG bevestigen 5 V-ringwals KW580 en bandenpakkerwals RP met koppelingsdelen uitrusten I Voor montage de nalooprol bijzonder goed ondersteunen (beveiligen tegen omvallen en wegrollen)! Koppelingsdelen (Fig 5 /) met draagarmpennen (Fig 5 /2) en de klembeugels (Fig 5 /3) aan de nalooprol bevestigen (zie ook Fig 5 2 tot Fig 5 4) F De draagarmen van de V-ringwals KW580 en de bandenpakkerwals moeten altijd met twee draagarmpennen (Fig 5 4/) aan de wals worden bevestigd 3 Fig i02 Fig t093 Fig t09 Fig t090 AD-P03 Special DB

32 V-rinwals KW450 en tandenpakkerwals PW500 met koppelingsdelen uitrusten I Voor montage de nalooprol bijzonder goed ondersteunen (beveiligen tegen omvallen en wegrollen)! 3 2 Koppelingsdelen (Fig 5 5/) met klembeugels (Fig 5 5/ 2) aan de nalooprol, direct naast de draagarmen (Fig 5 5/3) bevestigen 5 3 Koppeldriehoek aan rotoregge/cultivator KE/KG bevestigen Bevestig de koppeldriehoek (Fig 5 6/) met pennen (Fig 5 6/2) aan de houders (Fig 5 6/3), die van tevoren aan de grondbewerkingsmachine zijn aangebracht en borg de pennen met spanbussen De bovenste punten van de koppeldriehoek en de grondbewerkingsmachine worden met een topstang (Fig 5 6/ 4) met elkaar verbonden en de insteekpennen met overslagpennen borgen De koppeldriehoek met de topstang verticaal zetten (zie Fig 5 7) Fig i05 Fig i3 3 Fig t092 AD-P03 Special DB

33 AD-P SPECIAL aankoppelen Met de grondbewerkingsmachine over een vlakke ondergrond achteruit naar op steunen weggezette zaaimachine (Fig 5 8) rijden AD-P SPECIAL met de koppeldriehoek (Fig 5 9/) opheffen en aansluiting met een pen (Fig 5 0/) vergrendelen en de pen met een overslagpen borgen Fig t095 2 Fig t082 24t096 Fig 5 0 AD-P03 Special DB

34 5-4 Neen de pen (Fig 5 ), die wanneer deze niet wordt gebruikt aan de strip (Fig 5 /) wordt bevestigd, in de hand en borg de verbinding steunstrip/opname (Fig 5 2) met deze pen en overslagpen Koppel de kabel van de markeursensor (Fig 5 3) Met de topstang (Fig 5 9/2) de opbouwzaaimachine recht zetten Combinatie opheffen en de wegzetsteunen (Fig 5 4/) van de zaaimachine en het kouterframe wegnemen F Bij het opheffen van de machinecombinatie kunnen sommige delen van de opbouwzaaimachine de achterruit van de trekkercabine beschadigen omdat de machine zeer compact is opgebouwd! Fig 5 24t098 Fig t097 Fig t07 Fig t099 Fig t00 AD-P03 Special DB

35 6-6 0 AMAZONEopbouwzaaimachine AD-P Special op grondbewerkingsmachine van een ander fabrikaat bevestigen De grondbewerkingsmachine moet constructief bestand zijn tegen de extra belasting die door de bevestiging van de opbouwzaaimachine AMAZONE- AD-P Special ontstaat Daarom kan de AMAZONE-opbouwzaaimachine AD-P Special alleen op rotoreggen van de firma Kuhn, Lemken, Maschio en Rabe worden bevestigd De turbine van de AD-P Special kan dan alleen hydraulisch worden aangedreven De aandrijving met V-riemen is bij deze machines niet mogelijk Fig 6 24t96! Volg de veiligheidsaanwijzingen op voor montage van de koppelingsdelen en de opbouw van de zaaimachine AD-P Special op grondbewerkingsmachines van andere merken Deze vindt u voor in deze bedieningshandleiding! Voor de opbouw van de zaaimachine op rotoreggen van een ander merk heeft u andere koppelingsdelen nodig dan voor de opbouw op AMAZONE-grondbewerkingsmachines Geef daarom bij bestelling van de opbouwzaaimachine aan op welke rotoregge deze zal worden opgebouwd De snelkoppeldriehoek voor Lemken, Maschio en Rabe moeten bij de leverancier van de rotoreggen worden besteld en deze moet geschikt zijn voor zaaimachines tot 700 kg bij met een zwaartepuntafstand van 0,7 m F Bij iedere verandering van de werkdiepte van de grondbewerkingsmachine de basisinstelling van de opbouwzaaimachine AD-P Special volgens hfdst 6 uitvoeren en de zaaidiepte controleren! Het is noodzakelijk, dat het kouterframe van de AD-P Special, in afwijking van een AMAZONE-combinatie, bij grondbewerkingsmachines van een ander merk vast met de rotoregge wordt verbonden AD-P03 Special DB

36 6-2 6 Opbouw van de zaaimachine AD-P Special op een Kuhn rotoregge Bevestig de meegeleverde AMAZONE snelkoppeldriehoek aan de Kuhn rotoregge De draadwartels (Fig 6 5/3) zijn bij aflevering van uw zaaimachine AD-P Special reeds gemonteerd AD-P Special met de snelkoppeldriehoek (Fig 6 2) opnemen en de verbinding met een pen (Fig 6 3/) vergrendelen en deze pen met een overslagpin borgen Bevestig het kouterframe zo dicht mogelijk achter de naloopwals, zonder dat de delen met de wals in aanraking kunnen komen Door het kouterframe in een van de eerste drie gaten (Fig 6 4/) vast te maken kan de afstand worden aangepast Pennen na veranderen van de instelling borgen De zaadtoevoerslangen (Fig 6 5/4) mogen niet doorhangen en moeten indien nodig worden ingekort Fig t97 Fig t98 Fig t99 AD-P03 Special DB

37 6-3 6 Basisinstellingen van de opbouwzaaimachine AD-P Special Voordat u de volgende instellingen met de spanwartels uitvoert, moet de rotoregge eerst op de gewenste werkdiepte worden ingesteld 2 3 Breng vervolgens de AD-P Special horizontaal ten opzichte van de rotoregge Deze instelling gebeurt met de topstang (Fig 6 5/) 550 mm 4 Breng de onderkant van de draagpijp van het kouterframe (Fig 6 5/2) op de vereiste afstand tot het punt waar de dichte cilinder van de nalooprol de grond raakt (niet de tandpunten van de wals) door de spanwartels (Fig 6 5/3) te verstellen Deze afstand bedraagt 550mm (zie Fig 6 5) Fig t96 AD-P03 Special DB

38 Opbouw van de zaaimachine AD-P Special op rotoreggen van Lemken/Maschio/Rabe Voor opbouw van de AMAZONE-zaaimachine AD-P Special op rotoreggen van Lemken (zie Fig 6 6) op rotoreggen van Maschio (zie Fig 6 7) op rotoreggen van Rabe (zie Fig 6 8) bevestig en borg de snelkoppeldriehoek van de fabrikant van de rotoreggen aan de hand van bijbehorende montagehandleiding Fig t95 Fig t94 Fig t92 AD-P03 Special DB

39 6-5 De spanwartels (Fig 6 9/) zijn bij de aflevering van uw zaaimachine AD-P Special reeds gemonteerd AD-P Special met de snelkoppeldriehoek (Fig 6 0) opheffen Schuif nadat u de M8 bout met platte kop (Fig 6 /2) heeft losgedraaid de instelbok (Fig 6 /) tegen de borgpen (Fig 6 /3) en zet vervolgens de M8 bout met platte kop weer vast Met de zeskantbout (Fig 6 /4) verstelt u de instelbok De borgpen (Fig 6 /3) met een veerbelaste borgclip (Fig 6 /5) vastzetten zodat ongecontroleerd ontkoppelen onmogelijk is Fig t9 Fig t Fig 6 24i28 AD-P03 Special DB

40 6-6 Bevestig het kouterframe zo dicht mogelijk achter de naloopwals, zonder dat de delen met de wals in aanraking kunnen komen Door het kouterframe in een van de eerste drie gaten (Fig 6 2/) vast te maken kan de afstand worden aangepast Pennen na veranderen van de instelling borgen De zaadtoevoerslangen (Fig 6 3/) mogen niet doorhangen en moeten indien nodig worden ingekort De basisinstellingen van de opbouwzaaimachine AD- P Special uitvoeren zoals beschreven in hfdst 6 Fig t99 Fig t93 AD-P03 Special DB

41 7-7 0 Turbine met V-snaaraandrijving De turbine van de AD-P SPECIAL kan hydraulisch of mechanisch met V-snaren (alleen in combinatie met AMAZONE-grondbewerkingsmachines) worden aangedreven Indien de AD-P SPECIAL met V-snaren wordt aangedreven, moet de aandrijfkast van de rotoregge of rotorcultivator met een doorgedreven aftakas (Fig 7 2) zijn uitgerust F De grondbewerkingsmachine mag alleen met de 000 t/min trekkeraftakas worden aangedreven, indien de AD-P SPECIAL met riemaandrijving is uitgerust! Fig 7 24t0 7 V-snaaraandrijving monteren Met de topstang (Fig 7 /) de opbouwzaaimachine horizontaal zetten F Verandering van de lengte van de topstang (Fig 7 /) beïnvloedt het verloop van de riemen bij V-snaaraandrijving Zorg dat de riemen parallel verlopen en de snaarschijven in lijn staan! Fig 7 2 6t98 Schuif de grote snaarschijf (Fig 7 2/) zover op de stomp van de doorgedreven aftakas tot deze in lijn staat met de kleine snaarschijf (Fig 7 3/), die op de aandrijfas van de turbine van de AD-P SPECIAL is bevestigd Bevestig de snaarschijven met Taper Bush klembussen zoals beschreven in hfdst 7 2 I Bouten van de Taper Bush klembussen na enkele draaiuren natrekken! De turbine van de AD-P SPECIAL wordt met twee V- snaren (Fig 7 3) aangedreven De V-riemen moeten op de voorgeschreven voorspanning staan De spanning op de V-snaren zo instellen, dat bij 5kg belasting (zie Fig 7 4) iedere V-snaar in het midden ca 2 mm kan worden ingedrukt Fig t067 Fig c023 AD-P03 Special DB

42 7-2 De V-snaarspanning kan door het verstellen van de snaarschijf met een spanwartel (Fig 7 5/) worden ingesteld De instelling borgen met de contramoeren die va tevoren zijn losgedraaid De V-snaren worden bovendien door een veerbelaste spanrol (Fig 7 6/) op spanning gehouden Beschermkap (Fig 7 7/) na iedere instelling met zeskant bouten bevestigen Fig t068 Fig t070 Fig t048 AD-P03 Special DB

43 Gebruik van Taper-klembussen voor snaarschijven Voor montage en demontage van de snaarschijven is een stiftsleutel (imbussleutel) DIN 9 nodig 3 5 Bevestigen van een snaarschijf met Taper-klembus -Alle blanke oppervlakten van de Taper-klembus (Fig 7 8/) evenals de conische naaf van de snaarschijf (Fig 7 8/2) schoonmaken -Taper-klembus zover in het conische gat van de snaarschijf steken, dat alle bevestigingsboorgaten (Fig 7 8/3) tegenover elkaar liggen (de halve tapboorgaten moeten aansluiten op de halve gladde boorgaten (Fig 7 8/4) -Snaarschijf met de Taper-klembus op de as schuiven -Snaarschijf met de Taper-klembus zover op de as schuiven tot de aandrijf- en de aangedreven snaarschijf in lijn staan -Spanbouten(Fig 7 8/5) in de tegenover elkaar staande tapgaten draaien en met de stiftsleutel DIN 9 vastzetten Om de klemwerking van de binnenbus te verbeteren, deze tijdens het vastdraaien naar binnen slaan Het aantrekkoppel van de imbusspanbouten (Fig 7 8/5) bedraagt bij de -kleine snaarschijf: 5,7 Nm -grote snaarschijf: 49,0 Nm 2 Fig t36 I Bouten (Fig 7 8/5) van de Taper-bush klembussen na enkele draaiuren natrekken! Fig 7 9 6t37 Een snaarschijf met Taper-klembus losmaken -Spanbouten (Fig 7 8/5) met de imbussleutel losdraaien -een bout er uit draaien en in het uitdrukgat (Fig 7 9) schroeven -bout aandraaien, tot de binnenbus los komt van de naaf en de snaarschijf zich vrij op de as kan bewegen -Schijf met bus van de as trekken AD-P03 Special DB

44 Reduceerklep Bij machines met v-snaaraandrijving kan het toerental van de turbine niet worden veranderd Voor het beperken van de luchtdoorstroming zijn deze machines met een smoorklep uitgerust De hendel van smoorklep (Fig 7 0/) of de smoorklep zelf, kan in twee standen worden gezet: F Zoek open: (zie Fig. 7.0) gesloten: (zie Fig. 7.). in tabel (Fig 0 2) de vereiste stand van de smoorklep op Fig t075 Wanneer de hendel van de smoorklep ( Fig 7 ) naar boven wordt gezet wordt de luchtdoorstroming verminderd Een symbolische afbeelding (Fig 7 2) voor de stand van de hendel van de smoorklep is op uw zaaimachine bevestigd Fig 7 24t076 Fig AD-P03 Special DB

45 8-8 0 Turbine met hydraulische aandrijving De luchtstroom voor het zaadtransport van de venturi naar de zaaipijpen wordt door een turbine opgewekt, die door een hydromotor (fig 8 3) wordt aangedreven Hydromotor (Fig 8 3) aan de hand van het schakelschema (hfdst 8 3) op de trekkerhydrauliek aansluiten AD-P / AD-PL FRS / FPS AIRSTAR Xact I max. 4000! Veiligheidsaanwijzingen volgens hfdst opvolgen! 8 Turbinetoerental Het toerental van hydromotor van de turbine kan met het elektronisch controle, besturings- en regelsysteem AMADOS/AMALOG worden bewaakt (zie hfdst 8 2) Het vereiste turbinetoerental vindt u in tabel (Fig 8 ) I Het maximale turbinetoerental van 4000 t/min niet overschrijden! Het turbinetoerental instellen met de drukbegrenzingsklep (Fig 8 2 of Fig 8 6/3) of aan de stroomregelklep van de trekker (zie hierna) Fig 8 3,0 m ,0 m ,5 m ,0 m werkbreedte Turbinetoerentallen (t/min) fijne zaadsoorten (koolzaad) peulvruchten (graan) t70nl05 Voor het instellen van het turbinetoerental met de drukbegrenzingsklep l (Fig 8 2) -Beschermkap (Fig 8 2/) verwijderen -Contramoer losdraaien -Toerental met behulp van schroevendraaier met de klep instellen en wel als volgt: - naar rechts draaien = verhogen toerental - naar links draaien = verlagen toerental Na succesvolle instelling, klep met contramoer borgen en beschermkap (Fig 8 2/) aanbrengen 24t080 Bij trekkers met regelbare olieopbrengst (Fig 8 6/5) moet de vereiste oliestroom met de stroomregelklep van de trekker worden ingesteld De drukbegrenzingsklep (Fig 8 2 of Fig 8 6/3) moet zo worden ingesteld, dat de oliestroom zo gering mogelijk is Drukbegrenzingsklep sluiten(rechtsom draaien) en vervolgens een ½ slag openen Grotere oliehoeveelheden dan nodig worden door de drukbegrenzingsklep terug gevoerd naar de olietank en voeren de temperatuur van de hydrauliekolie onnodig op Het toerental van de ventilator verandert zo lang, totdat de hydrauliekolie zijn bedrijfstemperatuur heeft bereikt Bij de eerste maal in gebruik nemen moet het ventilatortoerental tot het bereiken van de bedrijfstemperatuur worden gecorrigeerd Wordt de turbine na lange peri- Fig 8 2 7t65 AD-P03 Special DB

46 8-2 ode van stilstand weer in bedrijf genomen, wordt het ingestelde turbinetoerental pas bereikt nadat de hydraulische olie tot bedrijfstemperatuur is opgewarmd De instellingen, die u uitvoert, kunt u met een manometer controleren (zie hfdst 2 3 ) of worden op het display van AMADOS getoond (zie bedieningshandleiding AMADOS) indien uw machine hiermee is uitgerust Het toerental van de turbine kan door het elektrische besturings- en regelsysteem AMADOS/AMALOG worden gecontroleerd Door indrukken van toets Fig t094 wordt het momentane toerental weergegeven door een toerentalsensor (Fig 8 3/) waarmee de turbine is uitgerust Wijkt het werkelijke toerental meer dan 0% van het ingestelde toerental af, dan klikt een akoestisch signaal en op het display knippert een zwarte driehoek (Fig 8 4) boven het toerentalsymbool F Voer het gewenste toerental in, zoals beschreven in de handleiding van de AMADOS/AMALOG Fig 8 4 F Het alarmsignaal wordt pas onderbroken, AMADOS/AMALOG impulsen van de wielsensor (Fig 8 5/) ontvangt Fig t094 AD-P03 Special DB

47 Schakelschema turbine met hydraulische aandrijving U %HQDPLQJ 7XUELQHK\GURPRWRU WPLQ PD[ '%9NOHSPHWK\GUYULMORRS 5HJHOEDUHRYHUGUXNNOHS 7HUXJVODJNOHS +\GUDXOLHNSRPSYDQGHWUHNNHU GHRSEUHQJVWYDQGHK\GUDXOLHNSRPSPRHW PLQVWHQVOPLQELMEDUEHGUDJHQ 'UXNOR]HYULMHUHWRXU ELQQHQGLDPHWHUSLMSPLQ PP NRSSHOLQJHQPHWYROGRHQGHGRRUODDW JHEUXLNHQ GHWHJHQGUXNLQGHUHWRXUOHLGLQJPDJPD[ EDUEHGUDJHQ )LOWHU HQNHOZHUNHQGRIGXEEHOZHUNHQGUHJHOYHQWLHO PHWSULRULWHLWVFKDNHOLQJ 7DQNYRRUK\GUDXOLVFKHROLH 6QHONRSSHOLQJ 6QHONRSSHOLQJ JURRW WQO A B 2 6 Geen andere aansluitingen gebruiken dan in het schakelschema (Fig 8 6)aangegeven Verklaringen bij het schakelschema De drukzijde van de hydromotor van de turbine (Fig 8 6/ ) kan aan een enkelwerkend of dubbelwerkend regelventiel (Fig 8 6/8) met prioriteitschakeling worden aangesloten 5 7 Om beschadiging van de hydromotor van de turbine te voorkomen, mag de oliedruk in de retour (Fig 8 6/6) 0 bar niet overschrijden De retour daarom niet aan de stuurschuif (Fig 8 6/8) aansluiten, maar aan een drukloze retour met grote opsteekkoppeling (Fig 8 6/)! Als het noodzakelijk is een nieuwe retourleiding te installeren, uitsluitend leidingen DN6, bijv Ø20 x 2,0 mm gebruiken en korte retourafstanden kiezen De hydrauliekolie moet op een geschikte plaats door een oliefilter (Fig 8 6/7) worden geleid Fig t042 De retour hydrauliekolie mag niet door een stuurschuif worden geleid, omdat de oliedruk dan hoger wordt dan de maximale druk van 0 bar Door de terugslagklep (Fig 8 6/4) kan de turbine nalopen als de stuurschuif (Fig 8 6/8) wordt gesloten AD-P03 Special DB

48 8-4 De hydrauliekolie mag niet te heet worden! Grote oliestromen in combinatie met kleine olietanks zorgen voor snelle verhitting van de hydrauliekolie De inhoud van de olietank (Fig 8 6/9) moet minstens tweemaal zo groot zijn als de oliestroom Bij te sterke verhitting moet door een vakkundige monteur een oliekoeler in de trekker worden ingebouwd Verontreinigde deeltjes kunnen de hydromotor van de turbine (Fig 8 6/) en de drukbegrenzingsklep (Fig 8 6/ 3) beschadigen Daarom moeten de koppelingsdelen bij het aansluiten van de hydromotor aan de trekkerhydrauliek schoon zijn, om verontreinigingen van de hydrauliekolie door vuildeeltjes te voorkomen Als het noodzakelijk is naast de hydromotor voor de turbine nog een tweede hydromotor aan te sluiten, dan moeten beide hydromotoren parallel worden geschakeld Bij het in serie schakelen van beide hydromotoren wordt de toelaatbare oliedruk van 0 bar na de eerste hydromotor altijd overschreden Als de hydromotor van de turbine op verschillende trekkers wordt aangesloten, dient u erop te letten of de oliesoorten wel met elkaar mogen worden gemengd! Ontoelaatbare vermenging van verschillende soorten hydrauliekolie kan leiden tot defecten aan het hydraulisch systeem AD-P03 Special DB

49 9-9 0 Zaadbak vullen en leeg maken! Voor het vullen van de zaadbak de zaaimachine op de grondbewerkingsmachine monteren! Zaadbak eerst leegmaken voordat de zaaimachine wordt afgekoppeld! 24t088 Fig 9 9 Zaadbak vullen De zaadbak kan vanaf het laadplatvorm (Fig 9 2), met een laadschop of uit big-bags worden gevuld Voor het vullen van de zaadbak over het laadplatvorm kan de handleuning (Fig 9 2/) naar keuze aan de linker of rechter zijde worden bevestigd De zaadbak wordt met een opklapbaar afdekkleed (Fig 9 ) regendicht afgesloten Het opklapbaar afdekkleed wordt met rubber elastieken (Fig 9 3/) vastgezet I Zaadbak tijdig bijvullen! De zaadbak mag nooit geheel leeg worden gedraaid Fig t089 Fig t083 AD-P03 Special DB

50 F Na Zaadbak leeg maken het zaaien moeten de zaadbak en de doseerwielen beslist worden schoongemaakt! Wanneer de doseerwielen niet volledig leeg zijn gemaakt, zwellen of kiemen de restanten zaad zelfs tussen de doseerwielen De doseerwielen kunnen dan niet meer draaien hetgeen schade aan de aandrijving of aandrijfkast kan veroorzaken Voor het leegmaken van de zaadbak de afdraaicontainer (Fig 9 4/) gebruiken De afdraaicontainer is aan de zaadbak bevestigd en met een overslagpen (Fig 9 4/2) geborgd Afdraaicontainer (Fig 9 5/) onder het doseermechanisme aanbrengen Hendel (Fig 9 5/2) naar beneden drukken en vastzetten Met de hendel wordt een uitloop achter de doseereenheid geopend Uitloop zolang openzetten, tot de afdraaicontainer geheel met zaad is gevuld Container leegmaken en dit zolang herhalen, tot er geen zaad meer in de afdraaicontainer loopt Voor verwijderen van zaadrestanten de klep van de injectorsluis (Fig 9 6/) openen Voor het leegdraaien van de doseerwielen, net zo als bij het afdraaien voor instellen van de zaaihoeveelheid, met de afdraaislinger de doseerwielen meermaals ronddraaien Aansluitend de turbine kort inschakelen om alle achtergebleven resten zaad te verwijderen Uitloopopeningen sluiten en afdraaicontainer onder aan de zaadbak bevestigen Fig 9 4 Fig t073 6t64 Fig t077 AD-P03 Special DB

51 0-0 0 Fig 0 Doseereenheid op de zaadsoort instellen Elke doseereenheid beschikt over -een wit gekleurd hoofdzaaiwiel (Fig 0 /) -een oranje gekleurd hoofdzaaiwiel (Fig 0 /2) -een rood-zwart gekleurd fijnzaadwiel (0 /3) F Zaai F * F ** F Bij 3 2 0t040 bij de aanduiding hoofdzaaiwielen (zie tabel Fig 0 2) altijd met beide hoofdzaaiwielen gelijktijdig! Bepaal met behulp van tabel (Fig 0 2) het (de) vereiste aantal zaaiwiel(en) Voor zaadsoorten, die niet in de tabel (Fig 0 2) zijn genoemd, dient u zich bij de keuze van de zaaiwielen te richten op een andere soort zaad met ongeveer gelijke korrelgrootte Turbines met V-snaaraandrijving zijn met een smoorklep uitgerust Bepaal de juiste afstelling van de smoorklep met behulp van tabel Fig 0 2 en stel de smoorklep volgens hfdst 7 3 in hydraulisch aangedreven turbine het vereiste toerental in tabel (Fig 8 ) opzoeken ]DDGVRRUW Fig 0 2 GRVHHUZLHO VWDQG VPRRU NOHS %RQHQ KRRIG]DDLZLHOHQ RSHQ 6SHOW KRRIG]DDLZLHOHQ RSHQ (UZWHQ KRRIG]DDLZLHOHQ RSHQ 9ODVRQWVPHW KRRIG]DDLZLHOHQ RSHQ *UDV]DDG KRRIG]DDLZLHOHQ RSHQ +DYHU KRRIG]DDLZLHOHQ RSHQ *LHUVW KRRIG]DDLZLHOHQ RSHQ /XSLQH KRRIG]DDLZLHOHQ RSHQ /X]HUQH KRRIG]DDLZLHOHQ RSHQ /X]HUQH <NJKD 2OLHYODV QDWRQWVPHW 2OLHYODV QDWRQWVPHW <NJKD ILMQ]DDLZLHO KRRIG]DDLZLHOHQ ILMQ]DDLZLHO GLFKW RSHQ GLFKW 2OLHUDPPHQDV KRRIG]DDLZLHOHQ RSHQ 2OLHUDPPHQDV <NJKD ILMQ]DDLZLHO GLFKW 3KDFHOLD KRRIG]DDLZLHOHQ RSHQ 3KDFHOLD ILMQ]DDLZLHO GLFKW <NJKD RRO]DDG ILMQ]DDLZLHO GLFKW 5RJJH KRRIG]DDLZLHOHQ RSHQ 5RGHNODYHU ILMQ]DDLZLHO GLFKW 0RVWHUG ILMQ]DDLZLHO GLFKW 6RMD KRRIG]DDLZLHOHQ RSHQ =RPHUJHUVW KRRIG]DDLZLHOHQ RSHQ =RQQHEORHPHQ KRRIG]DDLZLHOHQ RSHQ 6WRSSHONQROOHQ ILMQ]DDLZLHO GLFKW 7DUZH KRRIG]DDLZLHOHQ RSHQ :LNNH KRRIG]DDLZLHOHQ RSHQ :LQWHUJHUVW KRRIG]DDLZLHOHQ RSHQ Ã Ã WQOÃ AD-P03 Special DB

52 0-2 0 In- en uitschakelen van de zaaiwielen In de stand zaaiwiel in is de kartelschroef (Fig 0 3/ ) tot aan de aanslag ingeschroefd In de stand zaaiwiel uit is de kartelschroef (Fig 0 4/ ) tot aan de aanslag (Fig 0 4/2) uitgedraaid 2 I Kartelschroeven in stand zaaiwiel in of zaaiwiel uit draaien Kartelschroeven nooit te vast indraaien of te vast tegen de aanslag (Fig 0 4/2) draaien! Fig 0 3 0w009 Fig 0 4 0w Zaaien met beide hoofdzaaiwielen 2 3 Fig 0 5 0w005 Voor het zaaien met beide hoofdzaaiwielen (Fig 0 5/) -Handwiel (Fig 0 7/) zover verdraaien, tot de kartelschroeven (Fig 0 7/2) zichtbaar worden -Kartelschroeven (Fig 0 5/2) van de hoofdzaaiwielen indraaien -Kartelschroeven (Fig 0 5/3) van het fijnzaadwiel uitdraaien AD-P03 Special DB

53 Zaaien met het fijnzaadwiel 2 3 Fig 0 6 0w007 Voor het zaaien met het fijnzaadwiel (Fig 0 6/) -Handwiel (Fig 0 7/) zover verdraaien, tot de kartelschroeven (Fig 0 7/2) zichtbaar worden -Kartelschroef (Fig 0 6/2) van het fijnzaadwiel indraaien -Kartelschroeven (Fig 0 6/3) van de beide hoofdzaaiwielen uitdraaien 0 4 Breekboutbeveiliging Om te voorkomen, dat bij blokkeren van de zaaiwielen schade kan ontstaan aan onderdelen van de aandrijving, is de verbinding van de aandrijving en de doseereenheid door een breekbout-beveiliging beschermd Als de zaaiwielen blokkeren breekt een kunststofbout (Fig 0 8/) af en wordt de aandrijving naar de doseereenheid onderbroken Na het verwijderen van de oorzaak en vervangen van de breekbout is de machine weer gereed voor gebruik In een houder boven het handwiel bevinden zich 5 nieuwe breekbouten (Fig 0 8/2) Fig t025 2 I Voor een storingvrije werking uitsluitend kunststof breekbouten M8 (bestelnr 97420) gebruiken Als tijdens het werk de doseerwielen stil blijven staan volgt een waarschuwing op het display van AMADOS/ AMALOG De waarschuwing komt van een sensor die doseerwielen bewaakt Fig t024 AD-P03 Special DB

54 0-4 AD-P03 Special DB

55 - 0 Tandwielkastinstelling voor de gewenste zaaihoeveelheid vaststellen Doseereenheid volgens hfdst 0 0 instellen Zaadkast voor minstens /4 met zaad vullen De gewenste zaaihoeveelheid op de tandwielkast (Fig /) instellen 3 2 Met de instelhendel van de tandwielkast (Fig /2) kan het toerental van de zaaiwielen en daarmee de gezaaide hoeveelheid, traploos worden ingesteld Hoe hoger het getal op de schaal (Fig /3), dat met de instelhendel van de tandwielkast wordt gekozen, hoe groter de gezaaide hoeveelheid Fig 24t094 I Bij elke instelling van de instelhendel op de tandwielkast met een afdraaiproef controleren of bij het zaaien de gewenste zaaihoeveelheid wordt uitgebracht Deze controle moet ook worden uitgevoerd -bij het omstellen van hoofdzaaiwiel naar fijnzaaiwiel op omgekeerd -voor het zaaien van een nieuwe partij zaad (afwijkingen door korrelgrootte, korrelvorm, specifiek gewicht en ontsmettingsmiddel) Fig 2 25t027 F Wordt de gewenste hoeveelheid zaad op stand 00 van de aandrijfkast niet bereikt, moet het paar kettingwielen (Fig 2/) met elkaar worden verwisseld Daarna kunnen grotre hoeveelheden worden gezaaid Bij het zaaien van fijne zaadsoorten moet altijd voor de kleinste overbrenging worden gekozen, zoals afgebeeld in figuur (Fig 2)! De kettingbescherming (Fig 3) mag alleen voor montagedoeleinden worden verwijderd Nooit zonder kettingbeschermer met de machine werken! Fig 3 25t028 AD-P03 Special DB

56 - 2 Zet de afdraaicontainer (Fig 4) onder de doseereenheid De afdraaicontainer (Fig 5/) is aan een houder onder de zaadbak bevestigd en met een overslagpen (Fig 5/ 2) geborgd Öpen de klep van de injectiesluis (Fig 4/) Vastzetknop (Fig 6/) van de verstelhendel van de tandwielkast losdraaien Verstelhendel (Fig 6/2) naar de volgende instelling verschuiven: Zaaien met beide hoofdzaaiwielen: Tandwielkastinstelling 50 Fig 4 24t077 Zaaien met het fijnzaaiwiel: Tandwielkastinstelling 5 Vastzetknop (Fig 6/) weer aandraaien 2 Fig 5 24t073 2 Fig 6 24t094 AD-P03 Special DB

57 - 3 Afdraaiproef Afdraaislinger pakken De afdraaislinger (Fig 7/) bevindt zich in een houder naast de vario-aandrijving Afdraaislinger (Fig 8/) in de pijp van het stapwiel steken en zo lang aan de slinger linksom draaien, tot alle kamers van het (de) zaaiwiel(en) gevuld zijn en een gelijkmatige stroom zaad in de afdraaibak komt Afdraaibak in de zaadbak ledigen en met de slinger het aantal malen linksom! draaien, zoals aangegeven in de tabel (Fig 9) Fig 7 24T078 Fig 8 24T90 AD-P03 Special DB

58 - 4 Het aantal benodigde omwentelingen van de afdraaislinger (Fig 9) is afhankelijk van de werkbreedte van de zaaimachine Het aantal benodigde omwentelingen van de afdraaislinger komt overeen met een gezaaide oppervlakte van /40 ha (250 m 2 ) of /0 ha (000 m 2 ) Meestal wordt op /40 ha afgedraaid Bij zeer kleine zaaihoeveelheden, bijv bij koolzaad of bij gebruik van een weegschaal met grove indeling, wordt aanbevolen op /0 ha af te draaien De in de afdraaicontainer (Fig 0/) opgevangen hoeveelheid zaad wegen (houdt rekening met het gewicht van de container) en het nettogewicht vermenigvuldigen met -factor 40 (bij /40ha) of -factor 0 (bij /0ha) Fig 9 KD KD P P P P Afdraaien op /40 ha: Te zaaien hoeveelheid [kg/ha] = afgedraaide hoeveelheid zaad [kg/ha] x 40 Afdraaien op /0 ha: Te zaaien hoeveelheid [kg/ha] = afgedraaide hoeveelheid zaad [kg/ha] x 0 Voorbeeld: afdraaien op /40 ha afgedraaide hoeveelheid zaad 3,2 kg Fig 0 24t077 Te zaaien hoeveelheid [kg/ha] = 3,2 [kg] x 40 [/ha] = 28 [kg/ha] F Rekenschijf Met de eerste afdraaiproef wordt de gewenste zaaihoeveelheid in de regel niet bereikt Met het instelnummer van de aandrijfkast uit de eerste afdraaiproef en de berekende zaaihoeveelheid kan de juiste tandwielkastinstelling met behulp van de rekenschijf volgens hfdst 2 worden vastgesteld -Controleer de stand van de aandrijfkast, die u met de rekenschijf heeft vastgesteld aan de hand van een afdraaiproef volgens hfdst Fig 88 Wanneer u de juiste instelling van de aandrijfkast heeft vastgesteld, -afdraaislinger (Fig 7/) in de houder steken -klep van de injectiesluis (Fig 4/) sluiten, afdraai- AD-P03 Special DB

59 - 5 container aan de zaadbak bevestigen en met een overslagpin borgen 2 Vaststellen instelling van de aandrijfkast met behulp van de rekenschijf Met de eerste afdraaiproef wordt de gewenste zaaihoeveelheid in de regel niet bereikt Met het instelnummer van de aandrijfkast uit de eerste afdraaiproef en de berekende zaaihoeveelheid kan de juiste stand van de aandrijfkast met behulp van de rekenschijf worden vastgesteld De rekenschijf bestaat uit drie schaalverdelingen: een buitenste witte schaal (Fig 2/) voor alle zaaihoeveelheden van meer dan 30 kg/ha en een binnenste witte schaal (Fig 2/2) voor alle hoeveelheden beneden 30 kg/ha Op de middelste, gekleurde schaal (Fig 2/3) zijn de instellingen van de aandrijfkast van tot 00 aangegeven 80a Voorbeeld: Gewenste zaaihoeveelheid 25 kg/ha -Bij de eerste instelling wordt de instelhendel van de tandwielkast op de tandwielkastinstelling 70 (elke andere instelling is ook goed) geplaatst Berekend wordt een zaaihoeveelheid van 75 kg/ha -De zaaihoeveelheid 75 kg/ha (Fig 2/A) en de tandwielkastinstelling 70 (Fig 2/B) op de rekenschijf tegenover elkaar plaatsen -Lees nu op de rekenschijf de tandwielkastinstelling voor de gewenste zaaihoeveelheid van 25 kg/ha af (Fig 2/C) In ons voorbeeld is dat de tandwielkastinstelling 50 (Fig 2/D) -Controleer de tandwielkastinstelling, die u met de rekenschijf hebt berekend met een afdraaiproef zoals beschreven in hfdst Fig 2 80b AD-P03 Special DB

60 - 6 3 Hoeveelheidafwijking tussen instelling en gezaaide hoeveelheid Om afwijkingen tussen de instelling van de zaaihoeveelheid en de later werkelijk gezaaide hoeveelheid te voorkomen en om een gelijkmatige verdeling van het zaad over alle zaaipijpen te garanderen, dient u de volgende aanwijzingen in acht te nemen: Bij het zaaien van ontsmet zaaizaad de verdeelkop regelmatig controleren en dagelijks reinigen Bij slip draait het aandrijfwiel van de zaaiorganen op zeer lichte of losse grond minder dan over eenzelfde afstand op zeer vaste, kluiterige grond Bij veel slip moet het benodigde aantal omwentelingen van de slinger voor het berekenen van de tandwielkastinstelling opnieuw worden vastgesteld Hiervoor op het perceel 250 m² uitmeten Dat betekent voor een machine met: 3,00 m werkbreedte = 83,3 m rijafstand 4,00 m werkbreedte = 62,5 m rijafstand 4,50 m werkbreedte = 55,5 m rijafstand 6,00 m werkbreedte = 4,7 m rijafstand Het benodigde aantal omwentelingen van de afdraaislinger wordt bij het afrijden van de uitgezette rijafstand geteld Met dit aantal omwentelingen van de slinger moet de instelling van de aandrijfkast worden vastgesteld volgens hfdst 0 AD-P03 Special DB

61 2-2 0 Markeurs De zaaimachine is uitgerust met twee markeurs (Fig 2 ) voor het markeren van een spoor midden voor de trekker Na het draaien op de kopakker rijdt de trekker tijdens de aansluitende werkgang midden over het gemarkeerde spoor Het spoor wordt tijdens het zaaien door een markeurschijf (Fig 2 /) gevormd Na het draaien op de kopakker wordt de markeur (Fig 2 2) verticaal geheven, waarna de andere, tegenoverliggende markeur wordt ingezet Markeurs op een enkelwerkend regelventiel van de trekker aansluiten Fig 2 24t087! Bij bedienen van het regelventiel ontstaat gevaar voor verwondingen door bewegende delen! Voordat het regelventiel van de trekker wordt bediend, iedereen uit de gevarenzone wegsturen! Het is verboden zich binnen het zwenkbereik van de markeurs op te houden! Bij de combinatie met een AMAZONE rotoregge/cultivator zijn de markeurs (Fig 2 2) aan de grondbewerkingsmachine bevestigd Bij vreemde merken worden de (Fig 2 3) aan de AD-P Special bevestigd Fig t00 Fig t22 AD-P03 Special DB

62 2-2 2 Markeurs in werk- of transportstand brengen Iedere arm van de markeur (Fig 2 4/2) moet voor het transport, d w z direct na het zaaien met een (Fig 2 4/ of Fig 2 5/) worden vastgezet en met een overslagpin (Fig 2 6) worden geborgd 2 Afbeelding (Fig 2 4) toont hoe de pen aan de markeurarm op een rotorcultivator/egge is bevestigd Afbeelding (Fig 2 5) geeft aan hoe de pen van de markeurarm aan de opbouwzaaimachine wordt bevestigd F Gevaar voor verwondingen! Nadat de pen is verwijderd (Fig 2 4/ of Fig 2 5/) valt de markeurarm enigszins naar buiten Fig t2 Fig t20 Fig t08 AD-P03 Special DB

63 2-3 Direct op het veld voor met zaaien te beginnen de pennen in de opbergstand brengen (zie Fig 2 7 of Fig 2 8) en met een overslagpin borgen Afbeelding (Fig 2 7) toont hoe de pen aan de markeurarm op een rotorcultivator/egge is bevestigd Afbeelding (Fig 2 8) geeft aan hoe de pen van de markeurarm aan de opbouwzaaimachine wordt bevestigd! Personen uit het zwenkbereik wegsturen en de markeurarm met regelventiel van de trekker in werkstand brengen Als het regelventiel van de trekker onder druk wordt gezet, worden beide markeurs (Fig 2 2) opgeheven: voor transport (alleen met borging door pen) 2 voor het draaien op de kopakker 3 bij het passeren van een hindernis op het land Als de stuurschuif van de trekker in zweefstand wordt gezet zakt een van de markeurs (Fig 2 ) naar beneden: bij het begin van het werk 2 na het draaien op de kopakker Fig t23! Voor transport worden de markeurs rechtop geklapt en met een borgpen vastgezet! (zie hfdst 2 )! Fig t23! De stootblokjes (Fig 2 7) mogen niet worden verwijderd en moeten bij slijtage worden vervangen! De stootblokjes voorkomen dat de transportbeveiliging van de markeurs door de borgpennen wordt vergeten omdat de markeurs dan niet geheel verticaal staan en de buiten 3 m transportbreedte komen Door het aanbrengen van de borgpennen, zoals beschreven in hfdst 2 staan de markeurs in de juiste transportstand AD-P03 Special DB

64 Markeurs op de juiste lengte instellen De zaaimachine is uitgerust met markeurs voor het markeren van een spoor midden voor de trekker Gemeten wordt de afstand vanuit het midden van de machine of van de buitenste zaaiende pijpen (zie Fig 2 0) De afstand A (Fig 2 0) 5HLKHQ FP 5HLKHQ DIVWDQG $'3 6SHFLDO $IVWDQG$ FP Fig t89 WQO De afstand B (Fig 2 0) $'3 6SHFLDO $IVWDQG% 5HLKHQ FP 5HLKHQ DIVWDQG FP WQO De markeurschijven (Fig 2 ) kunnen daarvoor in de markeurarm worden verschoven Eerst twee zeskantbouten (Fig 2 /) losdraaien en aansluitend weer vastdraaien B F Stel de markeurschijven (Fig 2 ) meteen zo in, dat ze op lichte grond ongeveer evenwijdig aan de rijrichting staan en op zware grond meer dwars staan Fig 2 0 A Fig 2 24t25 AD-P03 Special DB

65 Hindernis op het land Om beschadigingen te voorkomen moet de markeur voor een hindernis op het land worden geheven Achter de hindernis wordt de markeur weer neergelaten Bij het bedienen van de stuurschuif van de trekker daalt echter de tegenover liggende markeur Stuurschuif van de trekker opnieuw bedienen Zodra beide markeurs geheven zijn, stuurschuif op zweefstand zetten, waardoor de juiste markeur zakt F Om te voorkomen dat de AMADOS/ AMALOG boordcomputer de zaaiwielschakeling voor het rijpadensysteem (indien aanwezig) verder schakelt, moet voor het heffen van de markeur de stopknop worden ingedrukt (zie bedieningshandleiding AMADOS/ AMALOG) Fig t Breekboutbeveiliging Als de markeur tijdens het werk op een hindernis stoot, dan wijkt de markeurarm naar achteren uit Daarbij breekt een zeskantbout M6 x 90, 8 8 DIN (Fig 2 2/) af AD-P03 Special DB

66 2-6 AD-P03 Special DB

67 3-3 0 Zaaidiepte instellen Een van de belangrijkste voorwaarden voor hoge opbrengsten is het nauwkeurig aanhouden van de gewenste zaaidiepte De zaaidiepte wordt bepaald door de druk op de zaaipijpen, rijsnelheid en de toestand van de grond De zaaimachine standaard uitgerust met een centrale schaardrukverstelling, die de druk op alle zaaikouters gelijkmatig verstelt I Zaaidiepte steeds controleren -voor u met het werk begint -na iedere verandering van de schaardrukinstelling -na verstelling van de dieptebegrenzingschijven van het RoteC-zaaikouter -bij van anderen van de zaaisnelheid -bij verandering van de bodemtoestand Fig 3 24t079 Met de machine op het land ongeveer 30 m met de gewenste werksnelheid rijden en de zaaidiepte controleren en zonodig bijstellen De centrale schaardrukverstelling kan met een verstelspindel (fig 3 ) of met een hydraulische cilinder (fig 3 6, extra uitvoering), worden bediend Met behulp van de hydraulische cilinder kan bij de overgang van normale naar zware grond en omgekeerd de druk op de zaaikouters tijdens het werk aan de grondsoort worden aangepast AD-P03 Special DB

68 3-2 3 Zaaidiepte met de handslinger instellen De schaardruk en daarmee de zaaidiepte wordt door rechtsom draaien van de verstelspindel (fig 3 3/) verhoogd, door linksom draaien verlaagd 2 Om de verstelspindel (Fig 3 3/) te bedienen moet de slinger (Fig 3 3/2) op de verstelspindel worden gezet de handslinger (Fig 3 4/) bevindt zich een houder aan de linkerzijde van het frame Als de Rotec-schijfkouters (indien aanwezig) met dieptebegrenzers (extra uitvoering) zijn uitgerust en kan de gewenste zaaidiepte door het draaien aan de verstelspindel (fig 3 3) niet worden bereikt, dan moeten alle dieptebegrenzers van de schijfkouters volgens hfdst 3 3 worden versteld Fig t079 De fijnafstelling kan dan weer met de verstelspindel worden uitgevoerd 24t078 Fig 3 4 AD-P03 Special DB

69 Zaaidiepte met een hydraulische cilinder (extra uitvoering) instellen De schaardruk en daarmee de zaaidiepte kan met een hydraulische cilinder (fig 3 6) centraal worden ingesteld Tijdens het werk kan de schaardruk op plaatsen met zware grond worden verhoogd Sluit de hydraulische cilinder (fig 3 7/) op een enkelwerkend stuurventiel van de trekker aan en bedien de stuurschuif vanuit de trekkercabine I De hydraulische schaardrukverstelling is gekoppeld aan de hydraulische drukverstelling van de exact-egge (indien aanwezig) Wanneer de druk op de scharen wordt verhoogd, neemt de druk op de toestrijkers ook automatisch toe Fig t067! Veiligheidsaanwijzingen van hfdst opvolgen Door bedienen van het stuurventiel worden gelijktijdig de hydraulische cilinders voor de schaardrukverstelling en die van de drukverstelling van de toestrijkers van de exact-egge onder druk gezet! Iedereen uit de gevarenzone wegsturen! Gevaar voor verwondingen door bewegende delen! Fig sh3-druck Twee pennen (fig 3 7/3 en fig 3 7/4) steken als aanslag voor de hydrauliekcilinder (fig 3 7/) in het verstelsegment De aanslag van de hydraulische cilinder komt tegen de pen van fig 3 7/3, wanneer de cilinder drukloos is en tegen de pen van fig 3 7/4 wanneer de cilinder onder druk staat Normale schaardruk instellen -Hydrauliekcilinder (fig 3 7/) onder druk zetten -Pen (fig 3 7/3) in een gat van de gatenrij onder de geleiding van de cilinder steken en met een borgpen (fig 3 7/2) vastzetten Elk gat in de gatenrij is genummerd Hoe hoger het getal, hoe hoger de druk op de zaaipijpen Verhoogde schaardruk instellen -Hydrauliekcilinder (fig 3 8/) drukloos maken -Pen (fig 3 8/3) in een gat van de gatenrij steken en met een borgpen (fig 3 8/2) vastzetten Elk gat in de gatenrij is genummerd Hoe hoger het getal, hoe hoger de druk op de zaaipijpen Fig sh2-druck AD-P03 Special DB

70 3-4 Zaaimachine met RoTeC-schijfkouters Als uw machine is uitgerust met RoTeC-schijfkouters en dieptebegrenzingschijven (extra uitvoering) en de gewenste zaaidiepte door het verplaatsen van de pennen niet kan worden bereikt, dan moeten alle RoTeCdieptebegrenzingschijven volgens hfdst 3 3 op dezelfde wijze worden versteld De fijnafstelling moet dan weer door het omsteken van de pennen worden uitgevoerd 3 3 Zaaidiepte door het verstellen van de RoTeC- dieptebegrenzingschijven (extra uitvoering) instellen Om het zaad ook bij wisselende grondomstandigheden gelijkmatig diep te zaaien, kunnen de RoTec-schijfkouters met dieptebegrenzingschijven (fig 3 9/) worden uitgerust 8i279 Bij meeleveren zijn de dieptebegrenzers door de fabriek afgesteld op stand (zie hfdst 3 3 ) voor een zaaidiepte van ca 2 cm op een gemiddelde grondsoort Om iets dieper te zaaien, moet de schaardruk met behulp van de schaardrukverstelling worden verhoogd volgens hfdst 3 of 3 2 Controleer voor het zaaien de juiste stand van de dieptebegrenzingschijven en de zaaidiepte Fig RoTeC-dieptebegrenzingschijven monteren en instellen Eerste montage Neem de RoTeC-dieptebegrenzingschijf (fig 3 0/) bij de handgreep (fig 3 0/2) en druk de schijf (fig 3 /) van onder af tegen de sluitkap (Fig 3 /2) van het RoTeC-schijfkouter De nok (fig 3 0/3) moet in de gleuf (fig 3 /3) grijpen Trek de handgreep vervolgens naar achteren Door een lichte klap op het middelpunt van de schijf haakt de blokkering makkelijker in 2 3 Fig 3 0 8t293 Voor het instellen van de zaaidiepte trekt u de handgreep uit de blokkering (fig 3 /4) en beweeg deze dan naar boven (fig 3 2) Fig 3 8t295 AD-P03 Special DB

71 3-5 Instellen van de dieptebegrenzing Die RoTeC-dieptebegrenzingschijf (fig 3 3/) kan in 4 standen worden vastgezet Op middelzware grond resulteert dit in de volgende zaaidiepten (zie fig 3 3): stand : zaaidiepte ca 2cm stand 2: zaaidiepte ca 3cm stand 3: zaaidiepte ca 4cm zonder dieptebegrenzingschijf: zaaidiepte > 4cm F Zaaidiepte controleren! Kleine veranderingen in de zaaidiepte kunnen met de schaardrukverstelling worden uitgevoerd! Fig 3 2 8t298 8c229- Fig 3 4 AD-P03 Special DB

72 3-6 AD-P03 Special DB

73 4-4 0 Exact-egge (Extra uitvoering) Na het zaaien wordt het zaad gelijkmatig door de exact-egge (fig 4 ) met grond bedekt 4 Bevestiging van de exact-egge aan de zaaimachine -Stootblokjes (fig 4 2/) vastschroeven -Draagarmen (fig 4 2/2) met pennen aan de houders van de exact-egge bevestigen en aan de machine en met overslagpennen (fig 4 3) borgen Fig 4 t004 2 Fig t26 Fig t27 AD-P03 Special DB

74 4-2 4 Hydraulische cilinder aansluiten (extra uitvoering) De hydraulische cilinder (fig 4 4/) is bij aflevering reeds aan de exact-egge gemonteerd Sluit de hydrauliekslang (fig 4 4/2) op de hydraulische cilinder aan I Leg de hydraulische slang (fig 4 4/2) bij de scharnierpunten van de armen in een voldoende grote bocht, zodat de slang door de bewegingen van de exact-egge niet kan afscheuren Sluit de hydraulische slang (fig 4 4/2) samen met de hydraulische schaardrukverstelling (optie) en de hydraulische verstelling van de zaaihoeveelheid (optie) aan op een enkelwerkend regeleventiel en bedien dit regelventiel alleen vanuit de trekkercabine 2 t006 Fig 4 4! Bij het bedienen van het stuurventiel in de trekkercabine worden gelijktijdig de hydraulische cilinders van de schaardrukverstelling (optie), de drukverstelling van de exact-egge (optie) en de verstelling van de zaaihoeveelheid (optie) op druk gezet Iedereen uit de gevarenzone wegsturen! Gevaar voor verwondingen door bewegende delen! AD-P03 Special DB

75 Buitenste toestrijkers in werkstand brengen Tijdens het zaaien drukken de pakkerwals en de zaaikouters de grond, afhankelijk van de rijsnelheid en de toestand van de grond, min of meer naar buiten De buitenste toestrijkers (fig 4 5/) moeten zo worden ingesteld, dat de grond wordt terug gevoerd en een zaadbed zonder sporen ontstaat 2 Hoe hoger de rijsnelheid, hoe verder de vierkante balk (fig 4 5/2)naar buiten moet worden geschoven De vierkante balken met de buitenste toestrijkers moeten na iedere instelling met de klembouten (fig 4 5/3) worden vastgezet 3 F Instellingen controleren alvorens met het werk te beginnen! Met de machine ongeveer 30 m met de gewenste werksnelheid rijden Fig 4 5 0t Werkdruk van de exact-egge instellen zonder hydraulische cilinder De druk waarmee de veertanden (fig 4 6/) van de exact-egge op de grond drukken moet zo worden ingesteld, dat bij bedekken van het zaad geen grondruggetje op het land achterblijft 4 2 Druk op de toestrijkers als volgt instellen: Aanslag (fig 4 6/2) naar boven trekken Pen (fig 4 6/3) in een gat onder de aanslag (fig 4 6/2) steken en met een veerpen (fig 4 6/4) borgen Hoe hoger de pen in de rij gaten wordt vastgezet, hoe de werkdruk op de veertanden toeneemt Voor het instellen van de aanslag (fig 4 6/2) gebruikt men de slinger van de schaardrukverstelling (fig 4 6/5) 5 3 Fig 4 6 F Instellingen controleren alvorens met het werk te beginnen! Met de zaaimachine op het land ongeveer 30 m met de gewenste werksnelheid rijden en controleren of het zaad gelijkmatig met voldoende grond wordt bedekt en geen grondruggetje op het land achterblijft AD-P03 Special DB

76 Druk op de toestrijkers op de exactegge instellen met een hydrauliekcilinder De druk waarmee de veertanden (fig 4 6/) van de exact-egge op de grond drukken, moet zo worden ingesteld, dat na het bedekken van het zaad geen grondruggetje op het land achter blijft Op percelen met sterk wisselende grondsoorten, kan met behulp van de hydraulische drukverstelling van de exactegge op plaatsen met zwaardere grondsoort de druk op de veertanden worden verhoogd Bij de overgang van normale grond op zware grond en omgekeerd wordt de werkdruk van de toestrijkers met een hydraulische cilinder (fig 4 7/) versteld Twee pennen (fig 4 8/ en fig 4 8/2) dienen als aanslag voor de hendel (fig 4 8/3) in het verstelsegment De hendel (fig 4 8/3), die door de hydraulische cilinder (fig 4 7/) wordt bediend, staat tegen pen I (fig 4 8/) wanneer de cilinder drukloos is en tegen pen II (fig 4 8/2) wanneer de hydraulische cilinder onder druk wordt gezet Fig 4 7 t006 Voor instellen van de normale druk op de veertanden -Hydraulische cilinder (fig 4 7/) onder druk zetten -Pen I (fig 4 8/) in een gat in het verstelsegment onder de hendel (fig 4 8/3) steken en met een veerclip (fig 4 4/4) borgen Voor instellen van verhoogde druk op de veertanden -Hydraulische cilinder (fig 4 7/) drukloos maken -Pen II (fig 4 8/2) in een gat boven de hendel (fig 4 8/3) in het verstelsegment steken en met een veerclip (fig 4 8/4) borgen F Hoe hoger u een pen de gatenrij steekt, hoe hoger de druk op de veertanden wordt F Instellingen controleren alvorens met het werk te beginnen! Met de zaaimachine op het land ongeveer 30 m met de gewenste werksnelheid rijden en controleren of het zaad op lichte tot middelzware grond met de normale veerdruk en op zware grond met een verhoogde veerdruk gelijkmatig met voldoende grond wordt bedekt en geen grondruggetje op het land achterblijft Fig t009 AD-P03 Special DB

77 Transport over de weg Voor transport op openbare wegen moeten de draagarmen (fig 4 9/) met de buitenste veertanden (fig 4 9/2) tot de aanslag in de middelste draagbuis worden ingeschoven De klembout (fig 4 9/3) van tevoren losdraaien en daarna weer vastzetten Op het land moeten de buitenste veertanden (fig 4 9/2) volgens hfdst 4 2 in werkstand worden gebracht 3! Buitenste draagbalken (fig 4 9/) voor het transport op openbare wegen demonteren, zodat de maximale transportbreedte van 3 m niet wordt overschreden 2 Fig 4 9 0T058 AD-P03 Special DB

78 4-6 AD-P03 Special DB

79 5-5 0 Rijpaden met AMADOS/AMALOGrijpadenschakeling aanleggen Rijpaden zijn sporen (Fig 5 /), waarin niet wordt gezaaid De spoorbreedte wordt door de verplegingstrekker bepaald De afstand tussen de rijpaden komt overeen met de werkbreedte van de veldspuit (Fig 5 /2) en de kunstmeststrooier Met behulp van de rijspoorschakeling van de zaaikouters worden op het land rijpaden (spuitsporen) aangelegd, waardoor later de kunstmeststrooier of spuitmachine met exacte werkbreedte kunnen rijden Het schakelritme (zie tabel Fig 5 2) is afhankelijk van de werkbreedte van de zaaimachine en de werkbreedte van de kunstmeststrooier en veldspuit 2 22c47 Fig 5 Fig 5 2 :HUNEUHHGWHYDQGH]DDLPDFKLQH P P P P P 6FKDNHOVWDQG $IVWDQGWXVVHQGHULMSDGHQ :HUNEUHHGWHYDQGHNXQVWPHVWVWURRLHUHQYHOGVSXLW P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P SOXV P P P P P UHFKWV P OLQNV Ã Ã Ã Ã Ã WQO AD-P03 Special DB

80 5-2 Bij aflevering van uw zaaimachine zijn de kouters die door de rijpaden lopen aan de hand van uw bestelopdracht reeds op de spoorbreedte van de verplegingstrekker ingesteld Een stappenmotor (Fig 5 3/) bedient het mechanisme voor de schakeling van de kleppen voor het rijpadensysteem (Fig 5 3/2) die de uitlopen (Fig 5 3/3) naar de kouters die in de rijpaden lopen sluit en het zaad door een leiding (Fig 5 3/4) terug naar de zaadbak voert Wanneer op het display van AMADOS/AMALOG het getal "0" wordt aangegeven, wordt het zaad in de kleppenkast (Fig 5 3/2) niet naar de kouters in de rijpaden geleid, doch gaat terug naar de zaadbak en de rijpaden worden aangelegd Door de kleppenkast gaat het zaad naar 8 zaaikouters, die als rijpadenkouters kunnen worden gebruikt Moet de doorstroming van het zaad bij het aanleggen van rijpaden niet bij alle 8 kouters worden onderbroken, kunnen naar keuze van de 8 rijpadenzaaikouters normale zaaikouters worden gemaakt en omgekeerd Hiervoor moet de betreffende klep (Fig 5 4/) in de kleppenkast worden gedeactiveerd (als normaal zaaiend kouter) of worden geactiveerd (voor aanleggen van rijpaden door betreffende kouter) Een nauwkeurige beschrijving vindt u in hoofdstuk 5 5 Bij weergave van het cijfer "0" op het display van AMA- DOS/AMALOG worden de actieve kleppen (Fig 5 4/) in de kleppenkast op de stand onderbreken (gestippeld weergegeven) gezet In deze positie wordt het zaad naar de zaadbak terug gevoerd De passieve kleppen bewegen zich niet en het zaad wordt verder naar de zaaikouters getransporteerd AMADOS/AMALOG controleert de stand van de kleppen voor het aanleggen van rijpaden met behulp van een sensor en geeft bij een verkeerde stand een alarmsignaal De impulsen voor het doorschakelen van de rijpadenschakeling ontvangt AMADOS/AMALOG van de wisselklep van de markeurs of van de sensoren van de markeurs 3 Fig i095 AD-P03 Special DB

81 5-3 5 Het zaaibegin Zoek in de rijschema s (Fig 5 5) het "Startgetal" op en voer voor het zaaien dit "Startgetal" op het display van AMADOS/AMALOG in de computer in Voorbeeld: "Startgetal" van schakeling "3" In de kolom "C" gaat u naar het cijfer "3" (schakelstand 3) Ga verder naar kolom "D" Het zaaien op het veld begint met het eerste cijfer onder het opschrift "START" in kolom "D" In ons voorbeeld met de "3- voudige schakeling" begint het zaaien met het cijfer "2" (Startgetal) F Het verstelmechanisme van de kleppenschakeling voor de rijpaden is aan de hydraulische markeurs gekoppeld Bij het instellen van het startgetal er op letten, dat voor het zaaien de juiste markeur naar beneden gaat De markeurbediening eventueel vóór het instellen van het startgetal nog een keer doorschakelen De benodigde informatie voor het doorschakelen van de rijpadenschakeling ontvangt "AMADOS/AMALOG" bij het heffen van de markeur op het kopeinde maar ook bij het opheffen van de markeur in het veld voor bijvoorbeeld een obstakel I Bij het opheffen van de markeur voor obstakels, moeten de aanwijzingen in de bedieningshandleiding van AMADOS/ AMALOG worden opgevolgd! Fig 5 4 7i094 AD-P03 Special DB

82 5-4 Fig 5 5 AD-P03 Special DB

83 Aanwijzingen van het aanleggen van rijpaden met 4-, 6- en 8-voudige schakeling Fig 5 5 toont voorbeelden voor het aanleggen van rijsporen met 4-, 6- en 8-voudige schakeling Hier wordt de werking van de zaaimachine op halve werkbreedte voorgesteld bij het zaaien van de eerste werkgang Hiervoor moet het inzetstuk (Fig 5 6/) worden gebruikt voor het halfzijdig afsluiten van de verdeelkop, dat als extra toebehoren leverbaar is De eerste werkgang kan echter ook beginnen met het aanleggen van een rijspoor (zie fig 5 7) Wordt bij de eerste werkgang op volledige werkbreedte het eerste rijpad meteen aangelegd, dan moet -de kunstmeststrooier bij de eerste rondgang eenzijdig met de kantstrooischotel of kantstrooiplaat strooien -de veldspuit bij de eerste werkgang een spuitboomhelft afsluiten Fig 5 6 8c225 Fig 5 7 AD-P03 Special DB

84 Aanwijzingen voor het aanleggen van rijpaden met 2-voudige en 6-plus schakeling Bij het aanleggen van rijpaden met 2-voudige en 6-plus schakeling (zie Fig 5 8) worden tijdens een heen- en terugrit op het veld een rijpad aangelegd Bij machines met - 2-voudige schakeling mag alleen aan de rechterzijde, - 6-Plus schakeling mag alleen aan de linkerzijde de zaadtoevoer naar de rijpadenkouters worden onderbroken Er wordt altijd aan de rechterkant van het veld begonnen Fig 5 8 AD-P03 Special DB

85 Rijpad op de spoorbreedte van de verplegingstrekker instellen Rijpaden zijn sporen waarin niet wordt gezaaid De afstand van de sporen komt overeen met de spoorbreedte van de verplegingstrekker Reeds bij aflevering is de rijpadenschakeling op de spoorbreedte van uw verplegingstrekker ingesteld (indien dit bij bestelling van de zaaimachine wed opgegeven) Mocht het door bijv de aanschaf van een nieuwe verplegingstrekker op andere spoorbreedte nodig zijn de rijpadenschakeling op deze nieuwe spoorbreedte aan te passen, dan moeten de zaadtoevoerslangen (Fig 5 9/) op het kouterframe worden omgestoken F Zaaimachines met 2-voudige schakeling mogen alleen aan de rechterzijde met rijpadenkouters worden uitgerust (zie hfdst5 3) Fig 5 9 5t02 F Zaaimachines met 6-plus schakeling mogen alleen aan de linkerzijde met rijpadenkouters worden uitgerust (zie hfdst 5 3) I Indien uw machine is uitgerust met een vooropkomstmarkeur moeten de markeurschijven eveneens worden versteld 5 5 Aanpassen aan de breedte van de banden Indien het aantal rijpadenkouters moet worden veranderd, dan moet het overeenkomstig aantal rijpadenkleppen in de rijpadenkleppenschakelkast (Fig 5 0/) worden geactiveerd of uitgeschakeld (zie ook hfdst 5 0) Fig 5 0 7i095 AD-P03 Special DB

86 5-8 Klep activeren (rijpadenkouter) Iedere klep afzonderlijk (Fig 5 /) kan in de kleppenkast worden geactiveerd Om bij de klep te komen moet het bijbehorende montagevenster (Fig 5 /2) worden weggenomen Het montagevenster naar boven schuiven en naar voren wegnemen De klep die moet worden geactiveerd (Fig 5 /) met de imbusbout Fig 5 /3) op de as vastzetten Bij het aantrekken van de bout mag AMADOS/AMALOG niet in de schakelpositie "0" staan en de klep kan bijv met de vinger zoals in Fig 5 2, tegen de aanslag (Fig 5 2/ 5) worden gedrukt De imbusbout niet te vast aandraaien omdat anders de klep onder spanning komt te staan Blokkeerbout (Fig 5 /4) zonder spanning zover indraaien, tot de klep ongehinderd langs de kop van de bout gaat Montagevenster sluiten Klep uitschakelen (om normaal te zaaien) Iedere klep (Fig 5 2/) afzonderlijk kan worden uitgeschakeld Om bij te klep te komen moet het bijbehorende montagevenster (Fig 5 2/2) worden weggenomen Montagevenster naar boven schuiven en naar voren wegnemen AMADOS/AMALOG mag niet in schakelpositie "0" staan Klep, bijv met de vinger, zoals in Fig 5 2 getoond, tegen de aanslag (Fig 5 2/5) drukken en de imbusbout (Fig 5 2/3) waarmee de uit te schakelen klep op de as is bevestigd, zover losdraaien, tot de klep vrij om de as kan bewegen Blokkeerbout (Fig 5 2/4) ca 5mm uitdraaien, zodat de te deactiveren klep zich niet meer kan bewegen en de opening naar de zaadbak gesloten blijft Montagevenster sluiten Fig 5 7i094-3 Fig 5 2 7i094-2 AD-P03 Special DB

87 6-6 0 Rijpadenmarkeur (extra uitvoering) Met de rijspoorschakeling van de zaaiwielen worden tijdens het zaaien op bepaalde afstanden rijpaden aangelegd, waar op een later tijdstip de kunstmeststrooier en veldspuit kan rijden De spoorschijven (fig 6 /) van het rijspoormarkeerapparaat markeren deze rijpaden Zo zijn de rijpaden op het land zichtbaar, voordat het gewas uitgelopen is Na het zaaien is het dan mogelijk, door de nog niet door het zaad zichtbare spuitspoor te rijden, bijvoorbeeld voor het spuiten voor opkomst Wanneer de aandrijving van de zaaiwielen daar waar de rijpaden komen wordt uitgeschakeld, zakken de beide markeerschijven (fig 6 /) van de rijpadenmarkeur naar beneden en trekken een spoor door de niet gezaaide rijen Fig 6 8t406 De markeurschijven (Fig 6 2/) van de rijpadenmarkeur staan omhoog, wanneer alle zaaiwielen werken, d w z wanneer er geen rijpaden worden aangelegd F De hydraulische rijpadenmarkeur, de elektr bediende schakelkast voor de rijpaden schakeling van de zaaiwielen en de hydraulisch bediende markeurs zijn aan elkaar gekoppeld De hydraulische cilinders worden op de trekker op een enkelwerkend stuurventiel aangesloten Fig 6 2 8t407! Iedereen uit de gevarenzone weg sturen! Gevaar voor verwondingen door bewegende delen Airstar Xact B

88 6-2 6 Montage De rijpadenmarkeur is bij aflevering voorgemonteerd -Exact-egge aan de zaaimachine bevestigen - twee aanbouwconsoles (fig 6 3/) aan de exactegge bevestigen - Draagarmen van de markeurschijven (fig 6 3/3) met pennen (fig 6 3/4) en holpennen (fig 6 3/5) vastzetten - Markeurschijven (fig 6 3/6) in de draagarmen (fig 6 3/3) steken en met bouten (fig 6 3/7) vastklemmen - Hydraulische slangen (fig 6 3/8) aan beide hydraulische cilinders (fig 6 3/9) aansluiten (zie hydr schakelschema hfdst 2) -Hydraulische slangen met aantrekstrips aan de zaaimachine vastmaken I Hydraulische slangen zo aanleggen, dat ze door de bewegingen van de exact-egge niet kunnen afscheuren -Hydraulische cilinders op een enkelwerkend stuurventiel van de trekker aansluiten -Hydraulische verbindingen op lekkage controleren i025 Fig 6 3 Airstar Xact B

89 Instellen van de markeurschijven De markeurschijven (fig 6 4/) maken een spoor in de door de rijspoorschakeling van de zaaiwielen aangelegde rijpaden en moeten op de correcte spoorbreedte worden ingesteld -Bouten (fig 6 4/2) losdraaien -Markeurschijven (fig 6 4/) op de juiste de spoorbreedte van de rijpaden in de draagarmen verschuiven -Op lichte grond de schijven zo afstellen, dat ze bijna parallel aan de rijrichting lopen en op zware grond moeten ze meer op grip staan -Bouten (fig 6 4/2) weer vastzetten Aanwijzing voor de 2-voudige schakeling en voor de 6-plus schakeling Bij deze schakelritmen slechts een van beide markeurschijven (fig 6 4/) worden gemonteerd De markeurschijf moet zo worden afgesteld, dat bij het heen en terug rijden op het perceel de spoorbreedte van de verplegingstrekker wordt gemarkeerd Fig t406 Airstar Xact B

90 Transport op openbare wegen Voor het transport moeten de draagarmen (fig 6 5/) aan de aanbouwconsoles (fig 6 5/2) met pennen (fig 6 5/3) worden vastgezet en met veerpennen (fig 6 5/ 4) worden geborgd De draagarmen (fig 6 5/) zijn dan geheel opgeklapt en staan met markeurschijven recht boven de exact-egge Voor transport op openbare wegen moeten de (fig 6 5/5) eveneens worden verwijderd! Voor het transport op openbare wegen moeten de markeurschijven (fig 6 5/5) uit de draagarmen (fig 6 5/) worden gehaald i025- Fig. 6.5 Airstar Xact B

91 7-7 0 Transport op openbare wegen! Bij het rijden op openbare wegen moeten trekkers en machines voldoen aan de geldende voorschriften De eigenaar en de bestuurder zijn hiervoor verantwoordelijk Bij het rijden op de openbare weg moet men zich aan de volgende voorschriften houden 2 Meerijden Meerijden op de zaaimachine tijdens het transport is niet toegestaan Fig 7 24t228 Transportbreedte De transportbreedte van 3 m mag niet worden overschreden 3 Markeurs De markeurs in transportstand plaatsen (zie hfdst markeurs) Vooropkomstmarkeur Markeurschijven van de dragers los maken (zie hfdst voorkomstmarkeursysteem) Fig t082 Verlichting Zaaimachine met de wettelijk verplichte verlichting uitrusten en de verlichting voor het transport controleren op goede werking Verlichting en waarschuwingsborden rood-wit gestreept (Fig 7 /) in de rijrichting en aan de achterzijde (Fig 7 /) monteren Exactegge Draagbalken met de buitenste toestrijkerelementen van de exactegge demonteren (zie hfdst exactegge) en alle naar achteren stekende tanden van de exactegge met de beschermplaat (Fig 7 2/2,, extra toebehoren) afdekken Een tweede set verlichtingsdelen (Fig 7 2/3) aan de draagbalk van de exactegge monteren (niet nodig bij de vast gemonteerde verlichting) Transporthoogte Zaaimachine bij het transport zo ver heffen, dat de volgende afstanden niet worden overschreden: -Afstand bovenkant achterlichten tot rijbaan max 550 mm -Afstand reflectoren tot rijbaan max 900 mm AD-P03 Special DB

92 7-2 In transportstand mag de maximale transportbreedte van 3,0m niet worden overschreden Daarom moet het stapwiel in transportstand (Fig 7 3) worden gebracht Stapwiel opheffen, naar het midden van de machine schuiven en met een overslagpen (Fig 7 4/) borgen De overslagpen kan tijdens het zaaien in een tweede gat (Fig 7 5/) worden opgeborgen Grondbewerkingsmachine Ook de grondbewerkingsmachine moet volgens de verkeerswetgeving zijn ingericht Nadere gegevens hierover vindt u in de bedieningshandleiding van de grondbewerkingsmachine Draagvermogen trekker / totaal gewicht De toelaatbare belasting van de achteras van de trekker, het toelaatbare totaalgewicht van de trekker en de toelaatbare belasting van de trekkerbanden mogen niet worden overschreden (zaadbak ledigen)! Fig t228 Bij het heffen van de zaaimachine voor het transport wordt de vooras van de trekker meer of minder ontlast, afhankelijk van de trekkergrootte Het gewicht dat op de vooras rust moet bij het transport minstens 20% bedragen van het leeggewicht van de trekker Anders is de trekker niet meer voldoende veilig te besturen Zo nodig frontgewichten aanbrengen Neem deze aanwijzingen in acht Daarmee helpt u verkeersongevallen te voorkomen Fig t227 Fig t29 AD-P03 Special DB

93 8-8 0 Onderhoud en service 3! Algemene veiligheidsaanwijzingen bij onderhoudswerkzaamheden lezen en in acht nemen 8 Boutverbindingen Alle boutverbindingen van de machine moeten na de eerste 0 draaiuren worden gecontroleerd en zo nodig nagetrokken 8 2 Machine reinigen De machine kan met een waterstraal of een hogedrukreiniger worden schoon gemaakt Fig 8 2 p06! Als u het stof van ontsmettingsmiddelen met perslucht verwijdert, denk er dan aan dat stof giftig is en adem dit stof niet in! F Zaadresten regelmatig uit de doseereenheid (eenheden) verwijderen Zaadbak vooraf ledigen Gezwollen en kiemende zaadresten in de doseereenheid kunnen de uitzaaihoeveelheid beïnvloeden of de beweging van de zaaiwielen blokkeren en tot breuk van de zaaiwielen leiden Voor het reinigen van de doseereenheid moeten -de doorzichtige kunststofkap (Fig 8 /), - de venturikap (Fig 8 /2) en - de aftapklep worden geopend Om de aftapklep te openen achter de doseereenheid de hendel (Fig 8 /3) naar beneden drukken en vastzetten Doseerwielen door enkele omwentelingen van de afdraaislinger ledigen AD-P03 Special DB

94 Oliepeil in tweesnelhedentandwielkast controleren Het oliepeil in de tweesnelhedentandwielkast kan bij horizontaal staande machine gecontroleerd worden met het peilglas (Fig 8 2/) Olie verversen is niet nodig 2 Om olie bij te vullen moet de vuldop (Fig 8 2/2) worden afgeschroefd: Vulhoeveelheid: 0,9 Liter Gebruik alleen de volgende soorten olie: Fabrikant: Fa Wintershall Type olie: Wintal UG 22 WTL-HM Fig t094 of Fabrikant: Type olie: Fa Fuchs Renolin MR 5 VG Smeren De koppelingsassen volgens voorschrift van de fabrikant van de koppelingsassen smeren Smeernippels en vetspuit voor het smeren zorgvuldig schoon maken 8 5Kouterpunten van WS-kouter of sabelkouter vervangen Versleten kouterpunten (Fig 8 3/) van WS-kouters of sabelkouters kunnen bij slijtage worden vervangen De koutersteun (Fig 8 3/2) hoeft hiervoor niet te worden verwijderd Wel moet de trechter (Fig 8 3/3) uit het zaaihuis worden getrokken De beide noppen (Fig 8 3/4) van de trechter in het zaaihuis naar binnen drukken Bij montage op de juiste stand van de trechter letten, er voor zorgen dat de noppen in de uitsparingen (Fig 8 3/5) inhaken Fig i030 Maak de imbusbout (Fig 8 3/6) los, hevel de kouterpunt (Fig 8 3/) uit de verankering en monteer de nieuwe kouterpunt in omgekeerde volgorde AD-P03 Special DB

Rotorkopeggen KE 3 Rotorkopfrezen KG 2

Rotorkopeggen KE 3 Rotorkopfrezen KG 2 Gebruikshandleiding Rotorkopeggen KE 3 Rotorkopfrezen KG 2 MG 525 B 44- NL 06.99 Printed in Germany Voor de ingebruikname de gebruikshandleiding en veiligheidsaanwijzingen lezen en in acht nemen! Copyright

Nadere informatie

Voor uw veiligheid. Het apparaat is uitsluitend geconstrueerd voor de normale toepassing bij agrarische werkzaamheden (reglementair gebruik).

Voor uw veiligheid. Het apparaat is uitsluitend geconstrueerd voor de normale toepassing bij agrarische werkzaamheden (reglementair gebruik). Voor uw veiligheid Dit supplement bij de handleiding bevat algemene gedragsregels voor het reglementaire gebruik van het apparaat en tevens veiligheidstechnische instructies die u omwille van uw eigen

Nadere informatie

Bedieningshandleiding AMAZONE

Bedieningshandleiding AMAZONE Bedieningshandleiding AMAZONE Grondbewerkingsmachines Rotorkopegge KE 03 Rotorcultivator KG 02 MG 792 DB 202 NL 08.02 Printed in Germany a Voor de ingebruikname de gebruikshandleiding en veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

Verklaring van de symbolen (pictogrammen)

Verklaring van de symbolen (pictogrammen) Verklaring van de symbolen (pictogrammen) Waarschuwingssymbolen verwijzen naar mogelijke gevaren: zij geven aanwijzingen voor de veilige bediening van de machine. Zorg dat de waarschuwingssymbolen altijd

Nadere informatie

Jammer dat onze meest tevreden klanten zo zwijgzaam zijn!

Jammer dat onze meest tevreden klanten zo zwijgzaam zijn! Jammer dat onze meest tevreden klanten zo zwijgzaam zijn! Luister naar uw regenwormen! Door het mulchzaaien neemt de populatie van de regenwormen op uw akker met een veelvoud toe. De zaaicombinatie met

Nadere informatie

Pneumatische zaaimachines voor iedere bedrijfsgrootte. Top zaaitechniek van de marktleider AMAZONE: AD-P Special. AD-P Profi

Pneumatische zaaimachines voor iedere bedrijfsgrootte. Top zaaitechniek van de marktleider AMAZONE: AD-P Special. AD-P Profi AD-P + Avant Top zaaitechniek van de marktleider AMAZONE: Pneumatische zaaimachines voor iedere bedrijfsgrootte Pneumatische opbouwzaaimachine AD-P 303 Special met 3 m en 4 m werkbreedte... Pneumatische

Nadere informatie

E X T R A C T O R S QS-2115N

E X T R A C T O R S QS-2115N E X T R A C T O R S QS-2115N Extractor QS-2115N 1. Algemene veiligheidsvoorschriften N.B.: Lees de handleiding zorgvuldig door teneinde problemen te voorkomen. Zoals bij alle machines zijn ook aan deze

Nadere informatie

STIGA PARK 107 M HD 8211-3042-02

STIGA PARK 107 M HD 8211-3042-02 STIGA PARK 107 M HD 8211-3042-02 S SVENSKA 1 2 3 4 5 7 A B 6 SVENSKA 8 9 X Z S Y W V 10 NEDERLANDS NL SYMBOLEN Op de machine ziet u de volgende symbolen om u eraan te herinneren dat voorzichtigheid en

Nadere informatie

Hoort bij elkaar: de nieuwe zaaicombinatie Cataya

Hoort bij elkaar: de nieuwe zaaicombinatie Cataya Hoort bij elkaar: de nieuwe zaaicombinatie Cataya Amazone presenteert een nieuwe mechanische zaaicombinatie: de Cataya. Deze bestaat uit de voor de professionele akkerbouw ontworpen opbouwzaaimachine Cataya

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Festec FNS hydraulische moerensplijter

Gebruikershandleiding Festec FNS hydraulische moerensplijter 1 1.0 Ontvangstcontrole Controleer alle onderdelen op transportschade. Indien er sprake is van transportschade waarschuw dan onmiddellijk de vervoerder. Transportschade valt niet onder de garantie. De

Nadere informatie

HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN ONDERHOUD EN VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN versie 2.0

HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN ONDERHOUD EN VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN versie 2.0 HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN ONDERHOUD EN VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN versie 2.0 QMAC VEEGMACHINES TRACTOR: 1.50 1.75-2.25-2.70 LEPELINSTEEK: 1.50 1.75 2.25 INHOUD 1. Constructie pag. 3 1.a. Beschrijving 1.b.

Nadere informatie

STIGA VILLA 92 M 107 M

STIGA VILLA 92 M 107 M STIGA VILLA 92 M 107 M 8211-3037-03 1. 2. A C B 3. 4. 5. 6. A+5 A B+5 B 7. 8. 2 9. 10. R L L+R Z X Y 11. 12. W V 3 NEDERLANDS NL SYMBOLEN Op de machine ziet u de volgende symbolen om u eraan te herinneren

Nadere informatie

Gebruikshandleiding Woeler Combi-Digger

Gebruikshandleiding Woeler Combi-Digger Bestelnr. 9900.01.44NL02 Gebruikshandleiding Woeler Combi-Digger niederländisch Gebruikshandleiding Woeler Combi-Digger Voor het in gebruik nemen van het werktuig moet u deze gebruikshandleiding en de

Nadere informatie

STIGA VILLA 85 M

STIGA VILLA 85 M STIGA VILLA 85 M 8211-3039-01 1. 2. A B 3. 4. 5. 6. 7. 8. 2 R L 9. 10. Z X V W Y 11. 3 NL NEDERLANDS SYMBOLEN Op de machine ziet u de volgende symbolen om u eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplettendheid

Nadere informatie

HANDLEIDING. MULTIDISC is een geregistreerde merknaam waarvan het uitsluitend gebruiksrecht toekomt aan ondernemingen van het TULIP-concern.

HANDLEIDING. MULTIDISC is een geregistreerde merknaam waarvan het uitsluitend gebruiksrecht toekomt aan ondernemingen van het TULIP-concern. HANDLEIDING MULTIDISC is een geregistreerde merknaam waarvan het uitsluitend gebruiksrecht toekomt aan ondernemingen van het TULIP-concern. 2004. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL Elektrische Infrarood Verwarming Model 93485 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL 1 Algemene veiligheidsinstructies LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING Alvorens de radiateur in bedrijf te nemen, moet u deze gebruiks

Nadere informatie

Componenten voor hydraulische uitrusting. Algemeen. Maatregelen vóór het starten van een nieuw hydraulisch systeem

Componenten voor hydraulische uitrusting. Algemeen. Maatregelen vóór het starten van een nieuw hydraulisch systeem Algemeen Algemeen De volgende componenten voor het bedienen van hydraulische uitrusting kunnen af fabriek worden besteld: De volgende componenten zijn beschikbaar: Bedieningshendel Hydraulische olietank

Nadere informatie

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies HANDLEIDING Sesame Thermoplastic Tank Technologies INSTALLATIE- EN GEBRUIKSAANWIJZING INHOUD 1. ALGEMEEN 3 2. BELANGRIJK 3 3. INSTALLATIE EXPANSIEVAT 4 4. GEBRUIK EXPANSIEVAT 5 5. VERVANGEN LUCHTCEL 5

Nadere informatie

Bedienings- en Onderhoudshandleiding

Bedienings- en Onderhoudshandleiding Bedienings- en Onderhoudshandleiding Sloop en sorteergrijper: S 400-D Inhoudsopgave Pagina Voorkant 1 Inhoudsopgave 2 CE Verklaring 3 EG Verklaring 4 Garantievoorwaarden 5 Voorwoord 6 Algemene veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

STIGA VILLA 92M

STIGA VILLA 92M STIGA VILLA 92M 8211-3037-01 1. 2. A C B 3. 4. 5. 6. A+5 A B+5 B 7. 8. 2 9. 10. R L L+R X Z Y 11. 12. W V 3 NEDERLANDS NL SYMBOLEN De volgende symbolen staan op de machine om u eraan te herinneren dat

Nadere informatie

Werken met. De Clippeleir Machines 5-25. 5.3 Aankoppelen. Zorg bij het aankoppelen dat zich niemand tussen de tractor en de houtversnipperaar bevindt.

Werken met. De Clippeleir Machines 5-25. 5.3 Aankoppelen. Zorg bij het aankoppelen dat zich niemand tussen de tractor en de houtversnipperaar bevindt. 5.3 Aankoppelen Let op! Zorg bij het aankoppelen dat zich niemand tussen de tractor en de houtversnipperaar bevindt. De houtversnipperaar wordt in de driepuntshefinrichting van de tractor gehangen. Het

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding Hoekschaar AK 150 VERSIE 07-2006 AK 150 pagina 1 / 8 1 Inleiding Geachte klant, Wij waarderen het dat u een product van onze firma hebt gekozen. Deze bedieningshandleiding is speciaal

Nadere informatie

Tuincontactdoos met piket

Tuincontactdoos met piket NL Handleiding GS 2 DE GS 4 DE Belangrijk! Lees deze handleiding en bewaar ze. Neem de veiligheidsaanwijzingen in acht. Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding... 29 2 Leveringsomvang... 29 3 Conform gebruik...

Nadere informatie

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat INLEIDING Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor Rapid 100E. Lees ze eerst grondig door alvorens u het apparaat in gebruik neemt. Deze gebruiksaanwijzing bevat de veiligheidsvoorschriften, de voorschriften

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING WAND AFZUIGKAPPEN

GEBRUIKSAANWIJZING WAND AFZUIGKAPPEN GEBRUIKSAANWIJZING WAND AFZUIGKAPPEN 2 GARANTIE Op het apparaat is 24 maanden garantie vanaf koopdatum. Uitgesloten van garantie zijn: verlichting, schade en gevolgschade ontstaan door een gebrekkig gemonteerde

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Pneumatische naaldbikhamer EG671CF

Gebruikershandleiding Pneumatische naaldbikhamer EG671CF Gebruikershandleiding Pneumatische naaldbikhamer EG671CF Beste Klant, Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u toont met de aankoop van uw nieuwe Eagle luchtgereedschap. Elk Eagle luchtgereedschap is uitgebreid

Nadere informatie

...een product van BEKA

...een product van BEKA Algemene beschrijving en hydraulisch schakelschema Algemene beschrijving De hydraulisch aangedreven vetpomp BEKA HAMAX Systeem 2 wordt voornamelijk gebruikt voor het smeren van hydraulische hamers en alle

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Pneumatische slagmoersleutel EG1662C (1")

Gebruikershandleiding Pneumatische slagmoersleutel EG1662C (1) Gebruikershandleiding Pneumatische slagmoersleutel EG1662C (1") Beste Klant, Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u toont met de aankoop van uw nieuwe Eagle luchtgereedschap. Elk Eagle luchtgereedschap

Nadere informatie

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING SBM3 / 125.505 SBM4 / 125.510 SBM6 / 125.520 INHOUDSOPGAVE 1. DOEL en BEREIK 2. AANSPRAKELIJKHEID 3. AANWIJZINGEN 4. BASISEIGENSCHAPPEN

Nadere informatie

Handleiding Kabelhaspel RGK serie

Handleiding Kabelhaspel RGK serie Beste klant, Wij danken u voor de keuze en het vertrouwen in onze producten. Het product dat u kocht is gebouwd in Europa en voldoet aan onze strenge kwaliteitsnormen. We wensen u veel plezier met uw kabelhaspel.

Nadere informatie

DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING

DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING NL DRAAITAFEL DT-1000 / DT-1200 / DT-1500 INOX/ALU handleiding VOORWOORD Deze gebruiksaanwijzing is opgesteld door FT Solutions

Nadere informatie

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl Lees mij eerst! 1Lees deze handleiding zorgvuldig voor de laadbrug te gebruiken. De handleiding omschrijft

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing NL

Gebruiksaanwijzing NL NL Gebruiksaanwijzing Inhoud Voorwoord 2 Machine gegevens 2 Veiligheid 3 Algemene veiligheidsinstructies 3 Aankoppelen en ontkoppelen 3 Driepuntsaanspanning 3 In gebruik name 3 Transport veiligheid 4 Voor

Nadere informatie

De elektrische laad lift

De elektrische laad lift Art-Lift De elektrische laad lift 1 Lees deze bedienings- en gebruikshandleiding nauwkeurig door, voordat u de laad lift in gebruik neemt. Neem deze handleiding goed door en zorg ervoor dat de informatie

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Pneumatische rechte stiftslijper EG120ST EG120K-19R

Gebruikershandleiding Pneumatische rechte stiftslijper EG120ST EG120K-19R Gebruikershandleiding Pneumatische rechte stiftslijper EG120ST EG120K-19R Beste Klant, Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u toont met de aankoop van uw nieuwe Eagle luchtgereedschap. Elk Eagle luchtgereedschap

Nadere informatie

200 bar, 15 l/min., l, tandemasser met honda benzine motor (11,7 Hp 8.6 kw) Instructies voor gebruik, onderhoud en transport.

200 bar, 15 l/min., l, tandemasser met honda benzine motor (11,7 Hp 8.6 kw) Instructies voor gebruik, onderhoud en transport. Handleiding mobiele hogedrukreiniger 200 bar, 15 l/min., 1.140 l, tandemasser met honda benzine motor (11,7 Hp 8.6 kw) Instructies voor gebruik, onderhoud en transport. Inhoud 1. Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Pneumatische stripingverwijderaar EG280CK-6

Gebruikershandleiding Pneumatische stripingverwijderaar EG280CK-6 Gebruikershandleiding Pneumatische stripingverwijderaar EG280CK-6 Beste Klant, Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u toont met de aankoop van uw nieuwe Eagle luchtgereedschap. Elk Eagle luchtgereedschap

Nadere informatie

Handleiding. Type: TopsealDirect.nl - Standard Plus

Handleiding. Type: TopsealDirect.nl - Standard Plus Handleiding Type: TopsealDirect.nl - Standard Plus Handsealmachine type Standard Plus is specifiek bestemd voor het sluiten van kunststof en aluminium schalen, die worden voorzien van een hitte bestendige

Nadere informatie

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00 OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING DD-ST-150/160-CCS Kruisrails Lees de handleiding beslist voordat u de machine de eerste keer gebruikt. Bewaar deze handleiding altijd bij het apparaat. Geef het apparaat

Nadere informatie

Tijdschakelklok. Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Tijdschakelklok. Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Tijdschakelklok Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten,

Nadere informatie

Montagehandleiding. Dubbele antenne. Stand: V

Montagehandleiding. Dubbele antenne. Stand: V Montagehandleiding Dubbele antenne Stand: V1.20160504 3030248960-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum Document Copyright

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Mini pneumatische polijstmachine EG1062

Gebruikershandleiding Mini pneumatische polijstmachine EG1062 Gebruikershandleiding Mini pneumatische polijstmachine EG1062 Beste Klant, Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u toont met de aankoop van uw nieuwe Eagle luchtgereedschap. Elk Eagle luchtgereedschap

Nadere informatie

Sulky Line Painter 1200

Sulky Line Painter 1200 Form No. 3355 9 Rev C Sulky Line Painter 00 Modelnr. 403 6000000 en hoger Gebruikershandleiding Registreer uw product op www.toro.com Vertaling van de oorspronkelijke instructies (NL) Inhoud Blz. Inleiding....................................

Nadere informatie

Powerpack. gebruikshandleiding

Powerpack. gebruikshandleiding Powerpack gebruikshandleiding 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding De RMA powerpack is een hulpmiddel voor de begeleiding. Het vergemakkelijkt het duwen van een rolstoel gebruiker. De hulpmotor is niet ontworpen

Nadere informatie

KLEPELMAAIER PERUZZO PUMA

KLEPELMAAIER PERUZZO PUMA KLEPELMAAIER PERUZZO PUMA 1200 1400 1600 1800 GEBRUIKERSHANDLEIDING Hermans Tuinmachines b.v.b.a. Iz. De Meiren Beersebaan 71 Tel. +32 (0)3/340.04.96 B-2310 RIJKEVORSEL Fax +32 (0)3/340.04.97 GEBRUIKERSHANDLEIDING

Nadere informatie

Kverneland Accord CX-II kouter

Kverneland Accord CX-II kouter Kverneland Accord CX-II kouter Rond 1986 zijn de eerste schijfkouters op onze zaaimachines gemonteerd. Sinds 1993 biedt Kverneland het CX kouter aan, dat goed bekend staat over vrijwel de gehele wereld.

Nadere informatie

HOOFDVRIJE AFZUIGKAPPEN

HOOFDVRIJE AFZUIGKAPPEN GEBRUIKSAANWIJZING HOOFDVRIJE AFZUIGKAPPEN 2 GARANTIE Op het apparaat is 24 maanden garantie vanaf koopdatum. Uitgesloten van garantie zijn: verlichting, schade en gevolgschade ontstaan door een gebrekkig

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Pneumatische haakse boormachine EG225-19R

Gebruikershandleiding Pneumatische haakse boormachine EG225-19R Gebruikershandleiding Pneumatische haakse boormachine EG225-19R Beste Klant, Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u toont met de aankoop van uw nieuwe Eagle luchtgereedschap. Elk Eagle luchtgereedschap

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Reactieloze pneumatische ratel EG554A (3/8 ) EG554B (1/2 )

Gebruikershandleiding Reactieloze pneumatische ratel EG554A (3/8 ) EG554B (1/2 ) Gebruikershandleiding Reactieloze pneumatische ratel EG554A (3/8 ) EG554B (1/2 ) Beste Klant, Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u toont met de aankoop van uw nieuwe Eagle luchtgereedschap. Elk Eagle

Nadere informatie

DL 26 NDT. Manual /30

DL 26 NDT. Manual /30 DL 26 NDT Manual 9000-608-32/30 2 9000-608-32/30 2008/12/10 Inhoud Belangrijke informatie 1. Algemeen...4 1.1 Richtlijnen...4 1.2 Algemene aanwijzingen...4 1.3 Verwijdering van het apparaat als afval...4

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Pneumatische slagmoersleutel EG2460 (1/2 ) EG2480 (3/8 )

Gebruikershandleiding Pneumatische slagmoersleutel EG2460 (1/2 ) EG2480 (3/8 ) Gebruikershandleiding Pneumatische slagmoersleutel EG2460 (1/2 ) EG2480 (3/8 ) Beste Klant, Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u toont met de aankoop van uw nieuwe Eagle luchtgereedschap. Elk Eagle

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EILAND AFZUIGKAPPEN

GEBRUIKSAANWIJZING EILAND AFZUIGKAPPEN GEBRUIKSAANWIJZING EILAND AFZUIGKAPPEN 2 GARANTIE Op het apparaat is 24 maanden garantie vanaf koopdatum. Uitgesloten van garantie zijn: verlichting, schade en gevolgschade ontstaan door een gebrekkig

Nadere informatie

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding Bedienings- en montagehandleiding Woord vooraf Deze handleiding geeft inzicht in de werking, de montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. U dient zich tijdens plaatsing en montage

Nadere informatie

Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing. Routetrein CX T. Aanvullingopdeseriebedieningsinstructies. vandetrekkercxt 51048070051 NL - 02/2012

Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing. Routetrein CX T. Aanvullingopdeseriebedieningsinstructies. vandetrekkercxt 51048070051 NL - 02/2012 Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing Routetrein CX T Aanvullingopdeseriebedieningsinstructies vandetrekkercxt 1050 51048070051 NL - 02/2012 Inhoudsopgave g 1 Voorwoord Informatie over de documentatie...

Nadere informatie

Elektrische convectoren BMS (standaard) BMT (met timer) BMH (met beugel)

Elektrische convectoren BMS (standaard) BMT (met timer) BMH (met beugel) Dendermondesteenweg 268 B - 9070 Destelbergen tel.: 09 / 228 32 31 fax: 09 / 228 63 51 www.thermelec.be Elektrische convectoren BMS (standaard) BMT (met timer) BMH (met beugel) 1 1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

Hefbrugkriks hand hydraulisch of pneumatisch hydraulisch

Hefbrugkriks hand hydraulisch of pneumatisch hydraulisch s hand hydraulisch of pneumatisch hydraulisch nl/ta-bjxxxx -1 INHOUDSOPGAVE pagina 1 Inleiding 02 2 Gebruik van de handleiding 02 3 Beschrijving van de hefbrugkrik 02 4 Veiligheid 02 5 Technische specificaties

Nadere informatie

De elektrische laadlift

De elektrische laadlift Art-Lift De elektrische laadlift 1 Lees deze bedienings- en gebruikshandleiding nauwkeurig door, voordat u de laadlift in gebruik neemt. Neem deze handleiding goed door en zorg ervoor dat u de informatie

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Pneumatische kitspuit EG195

Gebruikershandleiding Pneumatische kitspuit EG195 Gebruikershandleiding Pneumatische kitspuit EG195 Beste Klant, Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u toont met de aankoop van uw nieuwe Eagle luchtgereedschap. Elk Eagle luchtgereedschap is uitgebreid

Nadere informatie

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht.

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht. Woord vooraf Handleiding Het doel van deze handleiding is de gebruiker een inzicht te geven in de werking, montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. Voordat u begint met de plaatsing

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Pneumatische pons- felsmachine EG

Gebruikershandleiding Pneumatische pons- felsmachine EG Gebruikershandleiding Pneumatische pons- felsmachine EG01-009-0009 Beste Klant, Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u toont met de aankoop van uw nieuwe Eagle luchtgereedschap. Elk Eagle luchtgereedschap

Nadere informatie

MATRIX 1200/ en 18-rijige mechanische precisiezaaimachine voor het zaaien van bieten, koolzaad en cichorei

MATRIX 1200/ en 18-rijige mechanische precisiezaaimachine voor het zaaien van bieten, koolzaad en cichorei AARDAPPELTECHNIEK BIETENTECHNIEK GROENTETECHNIEK MATRIX 1200/1800 12- en 18-rijige mechanische precisiezaaimachine voor het zaaien van bieten, koolzaad en cichorei Mechanische precisiezaaimachine MATRIX

Nadere informatie

Mechanische zaaimachines

Mechanische zaaimachines Mechanische zaaimachines EcoLine, ProfiLine en MasterLine EcoLine Licht in gewicht en zeer nauwkeurig De EcoLine nokkenrad zaaimachine kan solo gebruikt worden of in combinatie met rotorkopeg, frees of

Nadere informatie

Professional Supplies BORDENWARMKAST. Modelnr.: *688.050 - *688.050 - *688.050. CaterChef 60

Professional Supplies BORDENWARMKAST. Modelnr.: *688.050 - *688.050 - *688.050. CaterChef 60 Professional Supplies Modelnr.: *688.050 - *688.050 - *688.050 CaterChef 120 CaterChef 60 CaterChef 30 GEBRUIKSAANWIJZING Lees deze instructies aandachtig door alvorens het apparaat te gebruiken. 688050-51-52

Nadere informatie

Handleiding GASTRO SUNRAIN GASTRO SUNSHINE. voor klanten. Hartelijk dank!

Handleiding GASTRO SUNRAIN GASTRO SUNSHINE. voor klanten. Hartelijk dank! voor klanten GASTRO SUNRAIN GASTRO SUNSHINE Hartelijk dank! U hebt gekozen voor een kwaliteitsproduct van de firma LEINER. Lees deze handleiding a.u.b zorgvuldig door, zodat u lang plezier kunt beleven

Nadere informatie

Montagehandleiding. DUAL-Antenna. Stand: V

Montagehandleiding. DUAL-Antenna. Stand: V Montagehandleiding DUAL-Antenna Stand: V4.20180614 3030248960-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum Document Copyright

Nadere informatie

Handleiding Ferrari freesbak cm.

Handleiding Ferrari freesbak cm. Handleiding Ferrari freesbak 46-52-60-80cm. F E R R A R I FERRARI feliciteert u met uw aankoop van een machine uit onze collectie. Wij zullen u de assistentie en medewerking verlenen die altijd kenmerkend

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing GRASZAADBOX DELTA

Gebruiksaanwijzing GRASZAADBOX DELTA Gebruiksaanwijzing GRSZDBOX DELT Inhoud 1. LGEMENE INFORMTIE...... hoofdstuk Inleiding.......................... 1.1 Specificaties....................... 1.2 Toepassing van graszaadbox.......... 1.3 Veiligheid.........................

Nadere informatie

Veiligheidsinstructies Mobiele straalketel Datona

Veiligheidsinstructies Mobiele straalketel Datona Veiligheidsinstructies Mobiele straalketel Datona *dt-55204man* LEES VOOR GEBRUIK EERST DEZE HANDLEIDING 1 Inhoud Inleiding... 2 Veiligheidsinstructies... 2 Technische gegevens... 2 Voor gebruik... 3 Gebruik

Nadere informatie

Bedienings- en Onderhouds- handleiding

Bedienings- en Onderhouds- handleiding 1/14 Bedienings- en Onderhouds- handleiding Sloop en sorteergrijper: S 75-D Inhoudsopgave Pagina 2/14 Voorkant 1 Inhoudsopgave 2 CE Verklaring 3 EG Verklaring 4 Garantievoorwaarden 5 Voorwoord 6 Algemene

Nadere informatie

TTW S / TTW S

TTW S / TTW S TTW 25000 S / TTW 35000 S NL BEDIENINGSHANDLEIDING WINDMACHINEE TRT-BA-TTW25000S35000S-TC-001-NL INHOUDSOPGAVE 01. Algemene beschrijving............. 01 02. Veiligheidsinstructies................. 01 03.

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type type Type A type A Type B type B

Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type type Type A type A Type B type B Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type 42-14 type 42-18 Type 42-24 A type 42-28 A Type 42-24 B type 42-28 B Type 42-24 A Type 42-28 A figuur 1 Verschildrukregelaar 1. Constructie en werking De verschildrukregelaar

Nadere informatie

Elektrische kippengrills

Elektrische kippengrills Elektrische kippengrills met afzonderlijk aangedreven, boven elkaar geplaatste spiesen Mod. E-6P 215.035 Mod. E-8P-S2 215.036 Mod. E-12P-S3 215.037 AANWIJZINGEN VOOR INSTALLATIE, BEDIENING EN ONDERHOUD

Nadere informatie

CE Bediening- en Onderhoudshandleiding

CE Bediening- en Onderhoudshandleiding CE Bediening- en Onderhoudshandleiding Boomgrijper Type S 400-B Zijtveld Grijpers Nederland www.zijtveld-grijpers.nl 1 Voorwoord Geachte gebruiker, De Boomgrijper is een uitrustingsstuk voor graafmachines.

Nadere informatie

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK VOERTUIGEN HANDLEIDING Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem INHOUDSOPGAVE DIC laadzuil met plug and play systeem 1 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

STIGA PARK 121 M

STIGA PARK 121 M STIGA PARK 121 M 8211-3011-09 1. Park -1993 5a. D 5b. 2. Park -1993 6a. Park -1999 6b. Park 2000- F G H 3. Park -1993 7. I I 4. Park -1993 8. 2 J 9. 13. 10. 14. Z X Y W V 11. 15. Denna produkt, eller delar

Nadere informatie

Overstapbordes. t.b.v. Sky-Light hangbruginstallatie. Gebruikershandleiding VEILIG WERKEN OP HOOG

Overstapbordes. t.b.v. Sky-Light hangbruginstallatie. Gebruikershandleiding VEILIG WERKEN OP HOOG Overstapbordes t.b.v. Sky-Light hangbruginstallatie VEILIG WERKEN OP HOOG Skyworks B.V. Hoofdkantoor: Postbus 38 2650 AA Berkel en Rodenrijs tel. 010-514 00 50 fax 010-514 00 55 e-mai: info@skyworks.nl

Nadere informatie

Ribbelbuis voor zonnesystemen 2 in 1

Ribbelbuis voor zonnesystemen 2 in 1 Voor de installateur Montagehandleiding Ribbelbuis voor zonnesystemen 2 in Flexibel slangsysteem DN6 voor zonnesystemen Flexibel slangsysteem DN20 voor zonnesystemen Art.-nr. 302 46 Art.-nr. 302 47 BEnl

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Mechanische meetstok voor de lichaamslengte

Gebruiksaanwijzing Mechanische meetstok voor de lichaamslengte KERN & Sohn GmbH Ziegelei 1 D-72336 Balingen E-mail: info@kern-sohn.com Tel: +49-[0]7433-9933-0 Fax: +49-[0]7433-9933-149 Internet: www.kern-sohn.com Gebruiksaanwijzing Mechanische meetstok voor de lichaamslengte

Nadere informatie

2 Soorten trekkers Indeling van trekkers Afsluiting Algemene bouw Hoofdonderdelen Afsluiting 32

2 Soorten trekkers Indeling van trekkers Afsluiting Algemene bouw Hoofdonderdelen Afsluiting 32 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Veiligheidsvoorschriften 11 1.1 Veiligheidsvoorschriften 11 1.2 Veiligheidsvoorschriften voor het werken met de aftakas 16 1.3 Afsluiting 20 2 Soorten trekkers 21 2.1 Indeling

Nadere informatie