Herziening Tarieven KNWU 2011

Transcriptie

1 Herziening Tarieven KNWU 2011 document Herziening Tarieven-V3_IPO 1

2 Inhoudsopgave: Inleiding... 3 Verleden... 3 Uitgangspunten... 3 Wijzigingen licentiehouders... 4 Basislidmaatschap... 4 Licentiehouders/Sporters... 4 Stuurborden... 4 Licentiehouders/Kader... 5 Wijzigingen Verenigingen/Stichtingen... 6 Clubkleding... 6 Teamstructuren... 6 Wedstrijden... 7 Internationale wedstrijden... 7 Nationale wedstrijden... 7 Wegcriteriums en Veldrijden... 7 Transponder/Chipmeting... 7 document Herziening Tarieven-V3_IPO 2

3 Inleiding Tijdens het voorjaarscongres op 27 april 2010 is een principe goedkeuring gegeven voor het plan Herziening Tarieven KNWU Voorafgaand daaraan zijn in chronologische volgorde de volgende stappen gevolgd. Op 8 juli 2009 is een eerste presentatie op hoofdlijnen gegeven over de Herziening Tarieven Daarna zijn in het voorjaar van 2010 Landelijke Informatieavonden georganiseerd. Aanleiding voor de herziening van de tarieven van de KNWU was de grote diversiteit aan tarieven, de grote ongelijkheid tussen de verschillende sporttakken en de wirwar van afdrachten en structuren binnen de KNWU. Met de nieuwe opzet hebben wij niet de illusie dat direct het eindstadium van alle verschillen is bereikt, want daarvoor zijn de sportspecifieke zaken te divers. Wel denken wij dat, nadat in 2003 één licentiesysteem is ingevoerd voor alle disciplines, dit plan een logische vervolgstap is naar een KNWU die beter aansluit bij de sport- en maatschappelijke ontwikkelingen van de 21-ste eeuw. Daarbij willen wij niet vergeten waar wij vandaan komen en waar onze verdiensten van de afgelopen 85 jaar liggen. Alle nieuwe inzichten, op- en aanmerkingen door vele belanghebbenden op verschillende niveaus van de organisatie hebben uiteindelijk geleid tot een stuk dat op 1 juli tijdens de Landelijke Bijeenkomst breed is besproken. Op 12 oktober 2011 heeft er besluitvorming plaatsgevonden in een extra congres. De Herziening Tarieven KNWU 2011 zijn daarbij aangenomen. Dit document is de definitieve versie. In de praktijk moeten alle uitvloeisels van dit document uitgewerkt worden teneinde ze in 2011 in te kunnen voeren. Verleden Nadat de multidisciplinaire licenties in 2003 zijn ingevoerd en sporters over-en-weer bij andere disciplines gingen shoppen werden de verschillen tussen de diverse sporttakken snel duidelijker. Doordat traditionele sporttakken als baan, veld en weg aan de basis stonden van de Reglementen van de Wielersport bleek dat na toevoegen van de nieuwe sporttakken, fietscross en mountainbike, op diverse vlakken hiaten ontstonden bij de praktische uitvoering van die reglementen. Zo heeft fietscross een andere categorie-indeling, veel vrijheid voor dispensaties en, evenals bij het mountainbiken, veel vrijheid als het gaat om sponsoruitingen en het innen van inschrijfgeld door een organisator. Als vervolgens sporters over en weer gaan deelnemen bij andere sporttakken en ook de juryleden de ene dag bij jureren bij het mountainbiken en de dag erna bij een wedstrijd op de weg, al dan niet deel uitmakend van een competitie, wordt het duidelijk dat er behoefte is aan eenduidigere en liefst eenvoudigere regelgeving. Uitgangspunten De termen; Eenvoud, Transparant, Uniform, Flexibel en Modern liggen aan de basis van dit plan gediend. Ze zijn daarbij aangevuld met; laagdrempelig, budget neutraal, gebruiker betaalt. Als bijkomende aandachtspunten zijn in het gehele proces ook de veranderingen meegenomen als gevolg van de aansluiting bij het Instituut Sportrechtspraak (ISR) en de Kwaliteitseisen van het NOC*NSF inzake Aanbevelingen voor goed sportbestuur. Gaande het proces van Landelijke informatieavonden, Congres, Commissiebijeenkomsten en mailen telefoonverkeer is duidelijk geworden dat één vaste structuur voor alle sporttakken niet haalbaar is. Alles overziend denken wij desalniettemin te kunnen stellen dat de vooraf gestelde doelen en uitgangspunten zijn gehaald. Daarbij is de eigenheid van de sporttakken bewaard gebleven en is een gelijkwaardiger verdeling van de inkomsten gerealiseerd. document Herziening Tarieven-V3_IPO 3

4 Wijzigingen licentiehouders Basislidmaatschap Als gevolg van ondermeer ISR en Kwaliteitseisen van NOC*NSF is besloten tot het invoeren van een Basislidmaatschap. Door een dergelijk lidmaatschap is iedereen verzekerd voor Wettelijke Aansprakelijkheid (WA), Persoonlijke Ongevallen (PO) en rechtsbijstand. De betaling voor dit basislidmaatschap geschiedt door de vereniging of stichting, via welke men bij de KNWU is aangesloten. Voor personen die rechtstreeks lid of licentiehouder willen worden (alleen mogelijk voor Kaderlicentiehouders zoals; Jury, Mecanicien, Ploegleider, Gangmaker, Soigneur, Trainer, Volger en Bemiddelaar) zijn de kosten voor het basislidmaatschap verwerkt in het lidmaatschap, dan wel licentieprijs. Met een basislidmaatschap kan deelgenomen worden aan KNWU wedstrijden (club- en interclubwedstrijden evenals Afdelingskampioenschappen Fietscross (AK)) binnen eigen district of afdeling. Dit dient wel te geschieden in de laagst georganiseerde leeftijdsgroep tijdens een dergelijke wedstrijd (bijvoorbeeld: man van 21 rijdt, indien georganiseerd, mee bij de amateurs of sportklasse en niet bij de belofte/elite). Licentiehouders/Sporters Met ingang van 2011 wordt bij de sportlicenties geen onderscheid meer gemaakt tussen C, B en A licenties. Als gevolg van het rekeningrijden zijn de licentieprijzen lager geworden zodat een differentiatie hiervoor niet meer noodzakelijk is. Uitzondering op deze samenvoegingen is de categorie Amateurs. Omdat deze groep renners (met name op de weg) erg groot is, wordt naast de categorie Amateurs de categorie Sportklasse in het leven geroepen. Deze opdeling, die in feite gelijk is aan die tussen Amateur-A en Amateur-B, is bedoeld om inzicht te krijgen in de verhouding tussen de aantallen licentiehouders binnen deze doelgroep. Op basis van deze licentie aantallen moet een gedifferentieerd wedstrijdaanbod in de regio komen. In navolging van de Mountainbikewedstrijden in Nederland en de UCI regelgeving zal ook de Masters 30+ als wedstrijdcategorie geïntroduceerd worden, naast de reeds bestaande Masters 40+, 50+ en 60+. Al deze onderverdelingen bij de Masters worden enkel gebruikt in geval het aantal deelnemende licentiehouders toereikend is. Masters 30+ worden in alle andere gevallen toegevoegd bij de Amateurs of Sportklasse al naar gelang hun licentie. Naast het directe wedstrijdaanbod per categorie wordt voor de discipline weg het scala van wedstrijden uitgebreid met combiwedstrijden. Organisatoren worden in de gelegenheid gesteld om, in samenspraak met de Consul van het district, verschillende categorieën samen te laten fietsen. Hierdoor worden betere en/of oudere sporters uitgedaagd deel te nemen aan de langere wedstrijden met hoger prijzenschema en blijven kortere wedstrijden met lager prijzenschema beschikbaar voor de mindere en/of jongere sporters. Om voor de KNWU de inkomsten uit licenties budgetneutraal te laten verlopen, dienen de sporters na afloop van deelname aan Nationale wedstrijden een bedrag voor Rekeningrijden af te dragen aan de KNWU middels automatische incasso. In bovengenoemde wedstrijden wordt met ingang van 2011 gereden met een transpondermeetsysteem. Sporters dienen hiervoor een transponder/chip te kopen dan wel per seizoen in bruikleen te nemen (zie hiervoor ook transponder/chipmeting pag. 7). De sporters die voor de ene sporttak zijn aangewezen tot een bepaalde vereniging en voor een andere sporttak bij een andere vereniging een licentie zouden moeten hebben kunnen middels een schriftelijk dispensatieverzoek, een tweede licentie aanvragen voor een andere vereniging. Stuurborden Met ingang van 2011 moeten de stuurborden en rugnummers voor het Mountainbiken via de licentieaanvraagprocedure aangeschaft worden. Het aanschaffen/ophalen van een stuurbord bij de start van MTB wedstrijden is dan niet meer mogelijk. document Herziening Tarieven-V3_IPO 4

5 Licentiehouders/Kader De kaderlicentiehouders hebben de mogelijkheid om tegen reductie van kosten hun licentie aan te vragen via hun vereniging. In tegenstelling tot licenties voor sporters blijft er bij de trainer- en gangmakerlicenties een onderverdeling bestaan in A,B, C of 1,2,3,4 en 5, omdat het hier een niveaubepaling van opleiding betreft. Chauffeurs in nationale wegwedstrijden hoeven geen volgerlicentie aan te schaffen, omdat het basislidmaatschap hiervoor voldoet. Daarnaast blijft de mogelijkheid om chauffeurs van Nationale wedstrijden via een collectief aanmeldformulier te verzekeren. Wel dient de chauffeur een volgerapplicatie gevolgd te hebben, alvorens daadwerkelijk als volger in een wielerkoers actief te kunnen zijn. Bij internationale wegwedstrijden blijft zoals omschreven in het UCI reglement, de volgerlicentie verplicht. document Herziening Tarieven-V3_IPO 5

6 Wijzigingen Verenigingen/Stichtingen Één van de pijnpunten in de oude structuur was dat actieve verenigingen of stichtingen gestraft werden voor hun actieve houding met betrekking tot het organiseren van wedstrijden. Tevens was er altijd veel verwarring over de verschillende betalingen aan de KNWU. Voorbeelden van betalingen zijn: aansluitgeld, wedstrijdgeld, sponsorerkenning, inschrijfgeld voor clubcompetitie en soms afdrachten voor inschrijf- of bijschrijfgeld. Afdrachten aan afdelingen en districten worden in de huidige plannen niet gewijzigd. Deze afspraken over afdrachten aan de Afdelingen/Districten kunnen ook in 2011 in wederzijds overleg gemaakt worden tijdens de Afdeling/Districtvergadering. Daarnaast was het bij wegwedstrijden gebruikelijk dat per categorie wedstrijdgeld werd afgedragen. Dit in tegenstelling tot alle andere disciplines, waar men wedstrijdafdrachten kent per wedstrijddag of zelfs per evenement (ongeacht één- of meerdaagse) (jurygelden zijn niet inbegrepen). Kortom dit kan eenvoudiger en tegelijkertijd kan ervoor gezorgd worden dat de kosten eerlijker verdeeld worden. De verenigingen die niets organiseren gaan in de nieuwe opzet meebetalen. De kosten voor organisatoren die meer organiseren dan een wedstrijd zijn in de toekomst dus aanmerkelijk lager. De uiteindelijke doelstelling is het organiseren van wedstrijden eenvoudiger en mogelijk goedkoper te maken, zodat verenigingen en stichtingen uitgedaagd worden tot een actief organisatiebeleid. Hierdoor wordt het wedstrijdaanbod vergroot en wordt het voor de sporters mogelijk dichter bij huis hun sport te beoefenen. Stichtingen kunnen met ingang van 2011 hun medewerkers opgeven als basislid van de KNWU. Als stichting zijn zij dan tevens verantwoordelijk voor de financiële afwikkeling van het basislidmaatschap aan de KNWU. Clubkleding Om zowel uniformiteit alsmede flexibiliteit te realiseren met betrekking tot clubkleding over de grote diversiteit van sporttakken en de categorieën, wordt de regelgeving betreffende clubkleding vanuit de volgende uitgangspunten uitgewerkt; 1. Met ingang van het nieuwe seizoen in 2011 zijn alle licentiehouders verplicht om te rijden in bij de KNWU gedeponeerde en goedgekeurde clubkleding. 2. Alle verenigingen zijn vrij om hun Amateurs/Sportklasse/Masters (M/V)- licentiehouders vrij te stellen van bovenstaande regel voor alle disciplines. 3. Clubshirt Fietscross: De Fietscrossverenigingen worden in de gelegenheid gesteld om ruimten op het clubshirt (conform het UCI reglement Artikel ) vrij te geven voor individuele sponsoren van renners. In de reglementen wordt vastgelegd dat indien een dergelijke sporter deel wil nemen aan andere KNWU sporttakken dat hij/zij dan wel dient te rijden in een basis clubshirt zonder de extra sponsoring. Tijdens de bijeenkomst op 12 oktober 2010 is een overgangsregeling afgesproken van twee jaar (tot eind 2012). Verdere uitwerking hiervan wordt in een later staduim verzorgd. Teamstructuren In het verleden is gebleken dat het verbieden van teams niet geleid heeft tot een versterking van verenigingen. In de regel verdween het geld uit de sport en werd gezocht naar creatieve oplossingen, zoals het opstarten van eigen specifieke verenigingen. In de praktijk blijken teams van toegevoegde waarde te kunnen zijn om meer geld in de sport te krijgen, dan wel te houden. Kijkend naar de UCI-teams zien wij nog steeds een gat tussen dergelijke teams en de KNWU verenigingen. Als KNWU willen we daarom verder met de Nationale teams als opstap van vereniging naar mogelijk UCI-team. We willen hierbij de sportinhoudelijke structuur/verantwoording als belangrijke basis van deze nieuw op te zetten teams waarborgen. Vanwege de grote verschillen binnen de sporttakken is het niet haalbaar om één Landelijke Sponsor Team voor alle disciplines en de verschillende categorieën te standaardiseren. Om dergelijke teams op een juiste wijze in te bedden in de KNWU structuur dienen zij als officiële stichting bij de KNWU aangemeld te zijn. Daarom wordt met ingang van 2011 de mogelijkheid geboden om de volgende Landelijke Teams te formeren voor junioren/beloften/elite (M/V); Landelijke Discipline Team Aangepast Wielrennen document Herziening Tarieven-V3_IPO 6

7 Landelijke Discipline Team Baan (ook nieuwelingen M/V) Landelijke Discipline Team Fietscross (vanaf 13 jaar M/V) Landelijke Discipline Team Kunstwielrijden Landelijke Discipline Team Mountainbike Landelijke Discipline Team Veldrijden Landelijke Discipline Team Weg (zonder junioren M/V) Landelijke Sponsor Team (alle disciplines alleen belofte en elite M/V) Een sporter kan zowel de naam van de vereniging alsmede maximaal 2 LDT s van verschillende disciplines op de licentie vermeld krijgen. In alle andere disciplines, dan op de licentie aangegeven, dienen deze sporters in door de KNWU goedgekeurde en gedeponeerde clubkleding te rijden. Wedstrijden Internationale wedstrijden De wedstrijdafdrachten voor internationale wedstrijden zijn binnen het project Herziening Tarieven 2011 gewijzigd en geüniformeerd. Nationale wedstrijden Vanaf 2011 ontvangen de wedstrijdorganisatoren van nationale wedstrijden de factuur voor het wedstrijdgeld nadat hun wedstrijd definitief op de kalender is geplaatst. In het geval dat de wedstrijd niet georganiseerd wordt dan vindt er geen restitutie van het wedstrijdgeld plaats. Voorinschrijving via de KNWU website blijft bestaan (vanaf 2011 wordt dit kosteloos). Wel wordt de termijn van voorinschrijving verkort tot 72 uur voor de start (van de eerste wedstrijd binnen het evenement). Na deze 72 uur wordt de deelnemende sporter behandeld als bijschrijver. De individuele organisator kan zelf bepalen of er wel of niet kan worden bijgeschreven. Tevens kan de organisator zelf bepalen tegen welke kosten er eventueel kan worden bijgeschreven. De keuze dient duidelijk gecommuniceerd te worden via de officiële KNWU communicatiekanalen vanaf het eerste moment dat de wedstrijd door de organisator wordt aangemeld. De mogelijkheid tot afschrijven wordt een beleefdheidsvorm, dit omdat een strafmaatregel de afgelopen jaren in de praktijk niet heeft gefunctioneerd. De organisator van een KNWU-evenement functioneert niet als incassobureau voor het innen van de gelden voor het rekeningrijden. Op basis van de deelnemerslijsten en/of uitslag zal de KNWU na afloop van de wedstrijd het bedrag voor rekeningrijden bij de sporter zelf incasseren. Wegcriteriums en Veldrijden Met uitzondering van Criteriums/Omlopen en Veldritwedstrijden kennen alle nationale wedstrijden inschrijfgeld voor de deelnemers. In de jaarlijkse besluiten voor 2011 wordt voor alle wedstrijdsoorten een richtlijn voor inschrijfgelden gepubliceerd. Vervolgens is het aan de individuele organisator om te bepalen of hij dit inschrijfgeld wil heffen, dan wel dat hij een aangepast bedrag wenst te vragen. De organisatie moet dit in alle officiële KNWU communicatiemogelijkheden kenbaar maken. Het inschrijfgeld komt bovenop het al vastgestelde bedrag voor rekeningrijden. Transponder/Chipmeting Om sneller completere uitslagen te verzorgen in de toekomst wordt er vanaf 2011 gewerkt met transponders (chipmeting) in alle nationale wedstrijden. Hiervoor worden alle KNWU licentiehouders (met uitzondering van Fietscross) verplicht een transponder aan te schaffen, dan wel in bruikleen te nemen. De prijs voor de aanschaf van een dergelijke transponder is 85 (incl. BTW). De kosten voor het huren van een dergelijke transponder bedragen 35, - in het eerste jaar en vervolgens 25, - in de jaren daaropvolgend (beide incl. BTW). Sporters die al een eigen transponder hebben (bijv. voor het schaatsen of skaten) kunnen de code van die transponder doorgeven op mijn KNWU en hoeven dus geen aparte KNWU transponder aan te schaffen. Vanuit de KNWU worden de decoders, software, meetlinten en enkele huurtransponders gratis ter beschikking gesteld aan de afdelingen en districten (planning nu 3 per district en 1 per afdeling, mogelijk differentiatie op basis van wedstrijdkalender). Voor de verenigingen die dezelfde document Herziening Tarieven-V3_IPO 7

8 apparatuur willen inzetten op hun eigen parkoers wordt door de leverancier een aparte aanbieding opgesteld. De aanschaf van de transponders kan via de licentieaanvraagprocedure op de KNWU site. De leverancier van de apparatuur gaat in samenwerking met de KNWU opleidingen verzorgen voor de mensen die met de apparatuur gaan werken. De invoering van de chipmeting bij het Fietscrossen vindt niet per 2011 plaats. Binnen fietscross wordt eerst gekeken hoe een dergelijk meetsysteem in te passen is binnen de huidige fotofinishapparatuur. Tevens wordt gekeken hoe de transpondertechniek op andere vlakken meerwaarde kan bieden binnen fietscrosswedstrijden en in het verlengde daarvan ook bij andere disciplines. document Herziening Tarieven-V3_IPO 8