2 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 INHOUD

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 INHOUD"

Transcriptie

1 stuk ingediend op 1719 ( ) Nr juli 2012 ( ) Ontwerp van decreet tot compensatie van de openbaredienstverplichting tot het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit verzendcode: OPE

2 2 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 INHOUD Memorie van toelichting... 3 Voorontwerp van decreet d.d. 23 december Advies van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding Advies van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap Advies van de Mobiliteitsraad Vlaanderen Advies van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns- Gezondheids- en Gezinsbeleid Voorontwerp van decreet d.d. 30 maart Advies van de Raad van State Ontwerp van decreet Bijlage bij de memorie van toelichting: Reguleringsimpactanalyse (RIA) V l a a m s Pa r l e m e n t 1011 B r u s s e l 0 2 / w w w. v l a a m s p a r l e m e n t. b e

3 Stuk 1719 ( ) Nr Situering Probleemstelling MEMORIE VAN TOELICHTING Voor personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit is het zich vlot verplaatsen geen dagelijkse vanzelfsprekendheid. Bovenop hun belemmeringen omwille van handicap, ouderdom of ziekte komt daarnaast ook nog een mobiliteitsbeperking. Dikwijls leidt dat tot een verlies van kansen op het vlak van huisvesting, opleiding, ontspanning en tewerkstelling. Omwille van de ernst van de handicap, de extra begeleiding die sommige mensen nodig hebben, het openbaar domein dat niet aangepast is aan de mobiliteitsbeperking enzovoort, zijn er echter specifieke maatregelen vereist die voorzien dat deze personen zich kunnen verplaatsen van deur tot deur, en zelfs verder. Om de verplaatsing mogelijk te maken is het namelijk dikwijls nodig om de persoon op het vertrekadres binnen te gaan ophalen en te begeleiden tot op de plaats van bestemming op het eindadres. Het ontwerp strekt er zich dan ook toe om de integratie van personen met een beperkte mobiliteit te bevorderen door maatregelen te nemen die hen in staat stellen zich vlotter te kunnen verplaatsen. Dit decreet wil ook uitvoering geven aan artikel 20, a), van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, goedgekeurd bij decreet van 8 mei 2009 (B.S. 3 augustus 2009). Dit artikel houdt in dat staten de nodige stappen zetten en maatregelen nemen opdat personen met een handicap zich zo zelfstandig mogelijk kunnen verplaatsen om zo, onder andere de persoonlijke mobiliteit van personen met een handicap te vergemakkelijken op de wijze en op het tijdstip van hun keuze en tegen een betaalbare prijs.. Het ontwerp beoogt de bestaande initiatieven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot het aangepast vervoer van personen met een handicap die ontwikkeld zijn in het kader van het mindervalidenbeleid, verder te ontwikkelen Historiek Sinds jaar en dag bestaat er in de Vlaamse Gemeenschap een tekort aan aangepast vervoer voor personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit voornamelijk rolstoelgebruikers en is er geen algemene mobiliteitsaanpak voor die doelgroep. Om de lacune in te vullen, besliste het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap (hierna VFSIPH) halverwege de jaren 90 om een eerste initiatief te nemen. Daarbij werden tussen 1999 en 2001 de toenmalige DAV s, vier in totaal, gesubsidieerd voor een totaal bedrag van BEF ( ,59 euro). Op 25 juli 2000 besliste de Vlaamse Regering om de subsidiëring van de diensten voor aangepast vervoer over te hevelen naar de Cel Gelijke Kansen in Vlaanderen. Tevens werd beslist om het beschikbare budget op te trekken naar een bedrag van BEF (± euro) en om een uitgebreider systeem van diensten voor aangepast vervoer uit te bouwen. Aansluitend werkte de Cel Gelijke Kansen in Vlaanderen een subsidieregeling uit, weliswaar zonder decretale basis.

4 4 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 De regeling legde de basis voor een aangepaste vervoersorganisatie. De gedeeltelijke en facultatieve subsidiëring bood aan zestien Diensten Aangepast Vervoer de mogelijkheid om in zestien vervoersgebieden, in de mate van het mogelijke, het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit te organiseren. De voorwaarden voor subsidiëring werden vervat in een subsidiereglement (goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 15 december 2000). Dat reglement definieert onder meer de doelgroepen, de werkingsgebieden en een aantal veiligheids-, toegankelijkheids- en dienstverleningscriteria waaraan de organisaties moesten voldoen om in aanmerking te komen voor erkenning en subsidiëring. Door een beslissing van de Vlaamse Regering van 24 januari 2004 werd het reglement in beperkte mate aangepast. Volgens het toenmalige subsidiereglement werd bij de toekenning van het subsidiebudget rekening gehouden met: het opgegeven begrotingstekort; de maxima die in het reglement zijn opgenomen, d.i / inwoners in het bedieningsgebied en 70% van de totale uitgavenkost; de beperking in het beschikbare budget; het aantal goedgekeurde aanvragen. In 2006 nam de Vlaamse Regering een volgend initiatief en in 2007 werd een aanzet gegeven voor een kleinschalige hervorming van de organisatie van het aangepast vervoer in Vlaanderen, aangestuurd vanuit het beleidsdomein Mobiliteit. Om een duidelijk beeld te krijgen enerzijds van de behoeften van de doelgroep en van de aangepastheid van de dienstverlening en anderzijds een indicatie te krijgen van de kostprijs van een aangepast systeem voor gans Vlaanderen, werden medio 2007 besprekingen gestart voor het opstarten van een eerste proefproject in samenwerking met de Diensten Aangepast Vervoer van Mol en Leopoldsburg. Een aanpassing van het subsidiereglement in 2009 bepaalde dat diensten die de voorafgaande twee jaren vanuit de Cel Gelijke Kansen in Vlaanderen werden gesubsidieerd en positief werden geëvalueerd, erkend werden als dienst voor aangepast vervoer. Zij vormden de ankerpunten voor het huidige netwerk en kregen met het oog op continuïteit van dienstverlening voorrang op de nieuwe aanvragers. Een vierde initiatief nam de Vlaamse Regering op 8 juli In het kader van de doelstellingen in het kader van de toepassing van de opencoördinatiemethode in het Vlaamse Gelijkekansenbeleid werd beslist dat de subsidiëring van de bestaande veertien Diensten Aangepast Vervoer vanaf 1 januari 2011 zal gebeuren door het beleidsdomein Mobiliteit. De inbedding binnen dit laatste beleidsdomein sluit immers het meest aan bij de inclusieve visie dat ieder beleidsdomein de nodige initiatieven moet nemen voor het waarborgen van de rechten van personen met een handicap. Een volgende stap in het verhaal wordt de uitbouw van een toegankelijk vraagafhankelijk aangepast vervoer. Daarbij worden er mobiliteitscentrales opgezet die zullen instaan voor de screening en dispatching van de aanvragen voor aangepast vervoer. Die mobiliteitscentrales zullen vanuit een neutrale rol uitmaken welk vervoer het best aangepast is voor de specifieke vraag van de gebruiker. In dat kader heeft de Vlaamse Regering een opdracht opgestart om een businessplan uit te werken voor een Vlaams complementair, gebiedsdekkend en geïntegreerd vervoersysteem. De bedoeling van die opdracht is om een duidelijk beeld te krijgen van hoe zo een mobiliteitscentrale zal worden opgebouwd en hoe die zijn taken zal moeten uitvoeren. De opdracht loopt in principe midden 2013 ten einde.

5 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 5 Voorliggende decreetbepalingen regelen de toekenning van compensaties voor het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit. De regeling past in het kader van het regeerakkoord van de Vlaamse Regering: Een daadkrachtig Vlaanderen in beslissende tijden. Voor een vernieuwende, duurzame en warme samenleving en is ingegeven vanuit de bestaande Europese mededingingsregels. Bovendien bestond, onder invloed van enkele negatieve adviezen van de Inspectie van Financiën, het gevaar dat het bestaande aangepast vervoer bij het uitblijven van een reglementair kader grotendeels zou verdwijnen. Om dat te vermijden heeft de Vlaamse Regering beslist om voorliggende regeling uit te werken alvorens over te gaan tot de uitbouw van de mobiliteitscentrales. In die optiek moet het voorliggende ontwerp dan ook worden aanzien als een noodzakelijke en tijdelijke maatregel voorafgaand aan de mobiliteitscentrales. In principe is volgens de Europese mededingingsregels alle staatssteun aan ondernemingen die een ongunstige invloed heeft op het handelsverkeer tussen de lidstaten verboden. 1 Er bestaan echter enkele uitzonderingen op die regel. Een van die uitzonderingen is het gevolg van het arrest-altmark van het Hof van Justitie van 24 juli Nu het decreet voldoet aan de strikte voorwaarden van het arrest-altmark maakt de compensatie voor het aangepast vervoer geen door het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie verboden staatssteun uit, maar betreft het non-aid. Ingevolge dat arrest zijn compensaties aan ondernemingen mogelijk voor zover er voldaan is aan vier voorwaarden. In de eerste plaats moet de begunstigde onderneming daadwerkelijk belast zijn met de uitvoering van een openbaredienstverplichting (zie artikel 2, 2 ) en moeten die verplichtingen duidelijk omschreven zijn (zie art. 5). In de tweede plaats moeten de compensaties die de ondernemingen ontvangen, berekend worden op basis van parameters die vooraf op objectieve en doorzichtige wijze worden vastgesteld (zie artikel 6). Vervolgens mag de compensatie niet hoger zijn dan nodig is om de kosten van de uitvoering van de openbaredienstverplichting geheel of gedeeltelijk te dekken (zie artikel 6, tweede lid, 1 ). En ten slotte, wanneer de met de uitvoering van de openbaredienstverplichting te belasten onderneming in een concreet geval niet is gekozen in het kader van een openbare aanbesteding, waarbij de kandidaat kan worden geselecteerd die deze diensten tegen de laagste kosten voor de gemeenschap kan leveren, moet de noodzakelijke compensatie worden vastgesteld op basis van de kosten die een gemiddelde, goed beheerde onderneming zou hebben gemaakt om deze verplichting uit te voeren. Slechts wanneer aan alle vier de voorwaarden is voldaan, kan er sprake zijn van geoorloofde compensaties en is er geen verplichte aanmelding bij de Europese Commissie. Ten gevolge van de aanpassingen aan de Altmark-criteria kunnen onder het nieuwe systeem zowel niet-commerciële als commerciële vervoerders gecompenseerd worden, op voorwaarde dat ze het vervoer verrichten tegen kostprijs. De aanpassingen aan de Altmark-criteria hebben daarnaast ook nog een technisch gevolg. Er is namelijk niet langer sprake van subsidies voor het aangepast vervoer, maar wel van compensaties van openbaredienstverplichting. Dat betekent dan ook dat in geval van overcompensatie het teveel uitgekeerde bedrag kan worden teruggevorderd. In voorliggende decreetbepalingen is ervoor geopteerd om geen erkenningsprocedure te voorzien met de bedoeling de administratieve lasten zo laag mogelijk te houden. In een dergelijke procedure voorzien, zou een bijkomende stap uitmaken in het compensatiesysteem. Met voorliggend ontwerp worden de erkenningsregels trouwens verweven in de minimale compensatievoorwaarden. 1 2 Art. 107 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. HvJ 24 juli 2003, Altmark Trans en RegierungsPräsidium Magdeburg, Jur. 2003, I-7747.

6 6 Stuk 1719 ( ) Nr Artikelsgewijze bespreking Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1 In haar advies bij het voorontwerp van decreet stelt de Raad van State dat de ontworpen bepalingen op grond van artikel 6, 1, X, eerste lid, 8, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot de gewestelijke bevoegdheid inzake het gemeenschappelijk stads- en streekvervoer, met inbegrip van de bijzondere vormen van geregeld vervoer, het taxivervoer en het verhuren van auto s met chauffeur lijken te behoren. Volgens de Raad van State wijzen volgende elementen daarop: de in het ontwerp bedoelde openbaredienstverplichting is beperkt tot het vervoeren van personen, de compensatie heeft alleen maar betrekking op het vervoer en is bestemd voor de vervoerder, de opleiding van de bestuurder wordt beperkt tot het veilig en vlot vervoer van personen met een handicap of beperkte mobiliteit, de Vlaamse Regering kan vervoersgebieden vaststellen en criteria voor de gebruikte voertuigen bepalen; de subsidiëring zal gebeuren door het beleidsdomein Mobiliteit; het ontwerp kadert in een groter geheel dat er toe strekt een Vlaams complementair, gebiedsdekkend en geïntegreerd vervoersysteem uit te werken, waarbij mobiliteitscentrales zullen worden opgezet. Daarmee wordt een algemene mobiliteitsaanpak voor een bepaalde doelgroep uitgewerkt; het ontwerp wordt voorgedragen en ondertekend door de Vlaamse minister bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken. De Vlaamse minister bevoegd voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin is niet bij het ontwerp betrokken. De Raad van State wijst er verder op dat, onder voorbehoud van de in de bijzondere wet vermelde uitzonderingen, het gehele beleid inzake mindervaliden aan de gemeenschappen is toegewezen. Volgens de Raad zou uit het exclusiviteitsbeginsel evenwel volgen dat het ontwerp uitsluitend betrekking heeft op het vervoer, wat volgens de Raad tot gevolg zou hebben dat het ontwerp niet tot de bevoegdheid van de gemeenschappen behoort. Deze redenering kan evenwel niet gevolgd worden. Het decreet behoort wel degelijk tot de gemeenschapsbevoegdheid inzake het beleid voor mindervaliden bedoeld in artikel 5, 1, II, 4, van de bijzondere wet van 8 augustus Dit blijkt onder meer uit volgende elementen: het ontwerp beoogt de bestaande initiatieven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot het aangepast vervoer aan personen met een handicap en die ontwikkeld zijn in het kader van het mindervalidenbeleid (zie supra), verder te ontwikkelen; in de lijn van deze initiatieven van de Vlaamse Gemeenschap strekt het ontwerp ertoe de integratie van personen met een beperkte mobiliteit te bevorderen. Het decreet gaat uit van de inclusiegedachte waarbij de dienstverlening wordt aangepast aan de gebruiker. Centraal staan de integratie van de persoon met een beperkte mobiliteit in de maatschappij en het zorgaspect van de dienstverlening. Bijgevolg kadert het decreet in het beleid inzake mindervaliden. Artikel 2 van het decreet bepaalt in dit verband dat het van toepassing is op personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit, met name op alle personen van wie de mobiliteit bij het gebruik van vervoer ernstig beperkt is, waarvoor het geregeld vervoer geen adequaat alternatief biedt en van wie de situatie vereist dat ze passende aandacht krijgen; de grondwetgever en de bijzondere wetgever hebben aan de gemeenschappen en de gewesten de volledige bevoegdheid toegekend tot het uitvaardigen van regels die eigen zijn aan de hen toegewezen aangelegenheden, tenzij zij er anders over hebben beschikt

7 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 7 en zulks onverminderd het beroep op artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus Daaruit volgt dat, onder voorbehoud van de in de bijzondere wet vermelde uitzonderingen, het gehele beleid inzake mindervaliden aan de gemeenschappen is toegewezen. 3 Ook de Raad van State heeft bij een eerder advies reeds geoordeeld dat uit de respectievelijke bewoordingen van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 mag blijken dat de globaliteit van het beleid inzake mindervaliden binnen de territoriale grenzen bepaald in artikel 59bis, 4 (lees: 4bis), van de Grondwet (thans artikel 128, 2, van de Grondwet), geacht moet worden in beginsel in de bevoegdheid te vallen van respectievelijk de Vlaamse en de Franse Gemeenschap 4 ; anders dan de Raad van State lijkt te suggereren, kan het toekennen van een taak aan het beleidsdomein Mobiliteit overigens op geen enkele wijze ontkrachten dat het ontwerp van decreet tot de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap behoort. Overeenkomstig artikel 87, 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 regelt de Regering immers autonoom haar administratie. Een dergelijke interne taakverdeling beïnvloedt dan ook op geen enkele wijze de bevoegdheidsverdeling. Een interne overheveling binnen de administratie van de Cel Gelijke Kansen en het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, betekent niet dat de aard van de bevoegdheidsmaterie wijzigt. In het verleden werd de materie steeds als een gemeenschapsmaterie aanzien, vandaar ook de subsidies die aan vervoerders in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest werden uitbetaald. Het feit dat de regeling nu wordt opgemaakt vanuit Mobiliteit en Openbare Werken en de compensaties ook door dat beleidsdomein zullen worden betaald, verandert daar niets aan. Hieruit blijkt aldus dat het betrokken decreet tot de bevoegdheid van de gemeenschappen voor het beleid inzake mindervaliden behoort, bedoeld in artikel 5, 1, II, 4, van de bijzondere wet van 8 augustus De Vlaamse Gemeenschap is dus weldegelijk bevoegd. Overigens, indien het ontwerp van decreet alsnog ten zeerste quod non zou gekwalificeerd worden als een gewestbevoegdheid inzake het gemeenschappelijk stads- en streekvervoer, met inbegrip van de bijzondere vormen van geregeld vervoer, het taxivervoer en het verhuren van auto s met chauffeur, bedoeld in artikel 6, 1, X, eerste lid, 8, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, dan belet dit nog niet anders dan de Raad van State lijkt aan te geven in het betrokken advies dat de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is. Zo stelde de Raad van State specifiek in het kader van de gemeenschapsbevoegdheid inzake bijstand aan personen in een advies van 24 januari 2012 uitdrukkelijk dat eenzelfde maatregel een zogenaamd dubbel aspect kan vertonen, 5 wat bij de bevoegdheidsrechtelijke kwalificatie ertoe kan leiden dat twee overheden parallel bevoegd worden geacht voor het uitvaardigen van die maatregel. 6 Hieruit blijkt aldus ten overvloede dat zelfs indien de suggestie van de Raad van State gevolgd zou worden en het ontwerp van decreet tot de gewestelijke vervoersbevoegd GwH, 25 januari 2009, nr. 2/2009, B.11.2; GwH, 28 mei 2009, nr. 87/2009, B.10. Advies R.v.St /VR van 28 september 1983 bij amendement op het ontwerp van wet van 28 december 1984 tot afschaffing of herstructurering van sommige instellingen van openbaar nut en ander overheidsdiensten, Parl.St. Kamer, , nr. 623/14, p. 5, nr. II, 2. Zie hierover J. VANPRAET, De latente staatshervorming. De bevoegdheidsverdeling in de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof en de adviespraktijk van de Raad van State, Die Keure, Brugge, 2011, 127 e.v.; J. VANPRAET, Vers une sécurité sociale flamande complémentaire dans le cadre actuel de répartition des compétences, J.T., 2010, Adv. RvS /AV over een voorontwerp van decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming, Parl.St. Vl.Parl , nr. 1603/1.

8 8 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 heid kan behoren, dit niet belet dat het ontwerp van decreet tot de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap behoort. Tot slot, zelfs indien aangenomen zou worden dat het ontwerp van decreet de gewestelijke bevoegdheid betreedt, dan nog staat artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 de gemeenschappen toe om op grond van hun impliciete bevoegdheden een gewestaangelegenheid te regelen op voorwaarde dat de aangenomen regeling noodzakelijk is voor de uitoefening van de gemeenschapsbevoegdheid, zich leent tot een gedifferentieerde regeling en dat de weerslag ervan op de gewestaangelegenheid slechts marginaal is. In casu is voldaan aan deze voorwaarden. Het ontwerp strekt er immers toe de integratie van personen met een beperkte mobiliteit te bevorderen door maatregelen te nemen die hen in staat stellen zich vlotter te kunnen verplaatsen. De inclusiegedachte gaat uit van het idee dat de maatschappij moet instaan voor een eenvoudige toegang tot alle aspecten van het openbaar leven voor personen met een beperking. Voor de uitoefening van deze gemeenschapsbevoegdheid is het dan ook noodzakelijk dat specifieke vervoersmaatregelen voor deze personen worden aangenomen. Vanuit de inclusiegedachte was het dan ook noodzakelijk dat de Vlaamse gemeenschapsdecreetgever, als bevoegde instantie voor het beleid inzake mindervaliden, deze regeling uitwerkte. De regeling leent zich bovendien tot een gedifferentieerde regeling en de weerslag op de gewestelijke bevoegdheid is marginaal. De doelgroep van het decreet is immers heel beperkt en specifiek, met name de personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit. Artikel 2 Dit artikel bevat een aantal bepalingen die de personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit en de vervoerder definiëren. Opdat een persoon als een persoon met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit wordt beschouwd onder dit decreet dient cumulatief te zijn voldaan aan drie voorwaarden: de persoon beschikt over een ernstige mobiliteitsbeperking; de beperking moet als gevolg hebben dat het geregeld vervoer geen adequaat alternatief kan bieden voor het vervoer; en de mobiliteitsbeperking vereist dat hij passende aandacht krijgt tijdens het vervoer. De definitie geeft duidelijk aan dat er een oorzakelijk verband moet zijn tussen de beperking en het geen gebruik kunnen maken van het geregeld vervoer georganiseerd door de VVM De Lijn. Enkel wanneer dat verband voorhanden is, heeft de vervoerder recht op compensatie voor het vervoer van de persoon met een handicap of een ernstige beperking van de mobiliteit. In de praktijk gaat het voornamelijk om rolstoelgebruikers, doch ook andere beperkingen kunnen aanleiding geven tot compensaties. De definitie van vervoerder geeft een generieke omschrijving van de term en omvat alle organisaties die op basis van dit decreet belast zijn met het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit. Het decreet kiest er duidelijk voor om de compensatieregeling open te houden voor alle organisaties, ongeacht of het om een nietcommerciële of een commerciële dienstverlener gaat. Door geen uitspraak te doen over de vorm van de organisaties laat de definitie bovendien de mogelijkheid open om organisaties die zelf niet over voertuigen beschikken, te belasten met het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit. Denk maar aan organisaties die als het ware optreden als centrale voor een aantal voertuigen die eigendom zijn van andere instellingen, maar die omdat ze niet gebruikt worden ter beschikking worden gesteld van de centrale.

9 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 9 De Vlaamse Regering kan desgewenst nader bepalen welke beperkingen aanleiding kunnen geven voor compensaties. Artikel 3 In artikel 3 wordt gepreciseerd dat het ziekenvervoer, het collectieve leerlingenvervoer, het collectieve werknemersvervoer, het vervoer georganiseerd door mutualiteiten en het vervoer dat door het RIZIV (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering) wordt terugbetaald (bijvoorbeeld in het kader van chemotherapie, radiotherapie en nierdialyse) niet gecompenseerd wordt. Dat vervoer zal verder georganiseerd en gefinancierd worden door de bestaande instellingen, scholen, organismen enzovoort. Artikel 4 Kan de persoon het geregeld vervoer daarentegen wel gebruiken, dan zal de rit, overeenkomstig artikel 4, ook niet gecompenseerd worden. De bepaling is een concretisering van de definitie uit artikel 2, 1, van het decreet. Ze spoort de vervoerders enerzijds aan om enkel personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit aan te nemen die geen gebruik kunnen maken van het geregeld vervoer en anderzijds personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit die wel het geregeld vervoer kunnen gebruiken door te verwijzen. Daaruit volgt dat het in een eerste fase aan de vervoerders toekomt om te bepalen wie al dan niet in aanmerking komt voor gecompenseerde ritten. De Vlaamse overheid zal daarna in een tweede fase, bij de controle, nagaan of de vervoerder de correcte beslissing heeft genomen. Blijkt dat de gebruiker geen recht had op vervoer, dan zal de compensatie niet worden toegekend. In een later stadium zal die taak evenwel door de (nog op te richten) mobiliteitscentrales aangepast vervoer worden overgenomen. Zij zullen over voldoende informatie en neutraliteit beschikken om te kunnen bepalen welk vervoer het meest geschikt is voor welke gebruiker. Op die manier zullen zij ook bepalen welke gebruikers recht hebben om gebruik te maken van gecompenseerde ritten. De Vlaamse Regering kan desgewenst verduidelijken welke categorieën van vervoer door het decreet precies gecompenseerd kunnen worden. Artikel 5 Het eerste lid van dit artikel bepaalt dat de Vlaamse Regering een lijst van vervoerders zal opstellen die belast worden met het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit. Het opstellen van een officiële lijst geeft invulling aan het eerste Altmark-criterium dat stelt dat de begunstigde onderneming daadwerkelijk belast moet worden met de uitvoering van de openbaredientsverplichting en ligt in het verlengde van vergelijkbare Europese regelgeving. De Vlaamse Regering zal tevens de procedure uitwerken volgens dewelke de lijst zal worden opgesteld, in het bijzonder in verband met de manier waarop vervoerders een aanvraag kunnen indienen om aan de lijst te worden toegevoegd. Enkel vervoerders die op de lijst voorkomen zullen namelijk recht hebben op compensaties (zie artikel 7, 2). In navolging van het eerste Altmark-criterium omschrijft het tweede lid nader de inhoud van de openbaredienstverplichting waarmee de vervoerders worden belast. Net als voor personen zonder een mobiliteitsbeperking is vervoer voor personen met een mobiliteitsbeperking immers van groot belang. Voor personen met een mobiliteitsbeperking is het vervoer daarenboven van essentieel belang voor hun maatschappelijke integratie. De verbeterde mobiliteit verhoogt ook de kansen op het vlak van huisvesting, opleiding, ontspanning en tewerkstelling.

10 10 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 Artikel 6 Dit artikel machtigt de Vlaamse Regering om compensaties toe te kennen aan organisaties die voldoen aan de voorwaarden van het decreet. Het geeft op een objectieve en doorzichtige manier weer op welke manier de compensaties zullen worden berekend. In een situatie van budgettaire krapte waarin het reeds moeilijk is om de nodige overheidsmiddelen te vinden om aan de basisbehoeften inzake personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit te voldoen, past het niet dat belastinggeld wordt aangewend om bedrijfswinsten te verhogen. Derhalve bepaalt het decreet dat compensaties enkel kunnen worden verleend aan vervoerders die het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit ten hoogste tegen kostprijs verrichten. Het tweede lid stelt dat de Vlaamse Regering de maximale hoogte van de compensatie bepaalt. Bij het bepalen van de maximale hoogte moet de Regering rekening houden met twee criteria. Beide zijn ingegeven vanuit de zorg om een schending van het Europees mededingingsrecht te vermijden. Eerst en vooral kunnen de bedragen van de compensatie in geen geval hoger zijn dan nodig is om de kosten van de dienstverplichting geheel of gedeeltelijk te dekken. Daarbij wordt rekening gehouden met de opbrengsten die de onderneming genereert. Het feit dat de compensaties niet hoger kunnen zijn dan nodig om de kosten van de uitvoering geheel of gedeeltelijk te dekken is trouwens de reden waarom er sprake is van een maximale hoogte van de compensaties. Aangezien de compensatie enkel kostendekkend is, zullen de exacte bedragen namelijk variëren naargelang de inkomsten en de uitgaven van de vervoerders. Daarnaast zal bij het vaststellen van de maximale hoogte ook rekening worden gehouden met de kosten die een gemiddelde, goed beheerde onderneming zou hebben gemaakt. Dat is het gevolg van het feit dat de compensatie wordt verleend zonder gebruik te maken van een openbare aanbesteding. Het tweede criterium voegt als het ware een plafond in op de kosten die in aanmerking kunnen worden genomen. Bovendien mag de compensatie van openbaredienstverplichting geen economisch voordeel geven aan een onderneming waardoor het evenwicht op de markt zou worden verstoord. Net als artikel 5 van het decreet is het tweede lid duidelijk geïnspireerd op het arrest- Altmark. Vervolgens bepaalt het derde lid generiek welke kosten, binnen de perken van de vastgestelde kredieten, gecompenseerd kunnen worden. Er is voor geopteerd om het onmogelijk te maken om de leeggereden kilometers te compenseren. De bedoeling is om op die manier het aantal leeggereden kilometers zo laag mogelijk te houden en de organisaties aan te sporen om zich zo efficiënt mogelijk te organiseren. Dat werkt niet alleen kostenbesparend voor zowel de organisaties als de overheid, maar is ook milieuvriendelijker. Om dezelfde redenen is er ook afgestapt van de tot in het jaar 2010 door de Cel Gelijke Kansen in Vlaanderen gehanteerde subsidievoorwaarden van de Diensten Aangepast Vervoer. In die regeling werden de subsidies gebaseerd op de boekhoudkundige tekorten van de onderlinge organisaties, wat geen stimulans was tot het beperken van de leeggereden kilometers. Artikel 7 Dit artikel stipuleert de voorwaarden waaraan de vervoerders moeten voldoen om compensaties te kunnen ontvangen voor de openbaredienstverlening. Het betreft een aantal minimumvoorwaarden. Zowel in verband met de gebruikte voertuigen (paragraaf 1) als in verband met de dienstverlening (paragraaf 2) kan de Vlaamse Regering bijkomende voorwaarden opleggen aan de gecompenseerde vervoerders. Het vervoer van de personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit moet onder de beste voorwaarden en met geschikte voertuigen en personeel worden uitge-

11 Stuk 1719 ( ) Nr voerd. Om de geschiktheid van de voertuigen te waarborgen, voorziet paragraaf 1 dat de Vlaamse Regering de criteria inzake de technische eisen, de veiligheid, de toegankelijkheid, het comfort en de herkenningskenmerken kan bepalen, zoals bijvoorbeeld een adequaat verankeringsysteem voor rolstoelen of een lift met voldoende vermogen om een rolstoelgebruiker te laten instappen. Uiteraard kan er bij het bepalen van de criteria geen afbreuk worden gedaan aan de federale bevoegdheden, o.a. inzake technische eisen. De tweede paragraaf stelt enerzijds dat de vervoerders moeten voorkomen op de lijst uit artikel 5, tweede lid, en legt, anderzijds, een aantal minimumeisen op ten aanzien van de aangeboden dienstverlening. Zo stelt punt 1 dat de compensatie enkel mogelijk is als de dienstverlening van gang tot gang wordt uitgevoerd. Daarmee wordt een duidelijk onderscheid tussen andere vormen van vervoer gemaakt. Zo gebeurt het geregeld vervoer van halte tot halte en het vervoer met de taxi in principe van deur tot deur. Omwille van de ernstige mobiliteitsbeperking van de gebruikers is de bijkomende dienstverlening die de term van gang tot gang inhoudt inherent aan het soort vervoer dat wordt aangeboden. Het is bijvoorbeeld niet ondenkbaar dat een persoon omwille van zijn ernstig beperkte mobiliteit thuis in de keuken wordt afgehaald en bijvoorbeeld tot aan de balie van het ziekenhuis wordt gebracht. Die extra zorgverlening is bovendien een rechtstreeks gevolg van de definitie die aangeeft dat de personen met een handicap of een ernstige mobiliteitsbeperking omwille van hun situatie passende aandacht vereisen. Punt 2 vult de vorige bepaling aan en schetst de grenzen van de dienstverlening. De persoon kan wel tot op de bestemming worden gebracht maar het is niet de bedoeling dat er compensaties worden verleend voor het vervoer waarbij de bestuurder ingeschakeld wordt voor andere zaken. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat hij helpt bij het winkelen, administratieve taken volbrengen enzovoort. De compensatie van dienstverplichting slaat enkel op het vervoer en het goed ter bestemming brengen van de gebruiker. Punt 3 legt op dat als de persoon zich verplaatst met verschillende vormen van vervoer, zoals met de bus van de VVM De Lijn of de trein van de NMBS, de vervoerder instaat voor een vlotte aansluiting met de verschillende vormen. Die verplichting wordt opgelegd vanuit de gedachte om het vervoer zo efficiënt mogelijk te organiseren en om te voorkomen dat er te lange ritten worden uitgevoerd met één enkele gebruiker waardoor het voertuig niet beschikbaar is voor andere gebruikers. Punt 4 bepaalt dat als verschillende klanten dezelfde richting uitgaan, de vervoerder in staat moet zijn om de klanten te groeperen. De bedoeling is om de voertuigen zo efficiënt mogelijk in te zetten. Het is echter niet de bedoeling om klanten die dezelfde richting uitgaan, maar op andere tijdstippen, verplicht te groeperen. Dat zou ertoe kunnen leiden dat de vervoerder zelf het tijdstip bepaalt waarop de klanten vervoerd kunnen worden of dat er te lang met bepaalde klanten wordt rondgereden. De bepaling is dan ook geformuleerd als een mogelijkheid en niet als een verplichting. Het is aan de vervoerders om de efficiëntie zoveel als mogelijk te verhogen. Overeenkomstig punt 5 moet de centrale minstens elke werkdag bereikbaar zijn. Aangezien de gebruiker in de meeste gevallen op voorhand weet wanneer hij de dienstverlening zal nodig hebben, is het niet nodig dat de centrale elke dag (dus ook zater-, zon- en feestdagen) bereikbaar is. Bovendien zou de eis om ook in het weekend bereikbaar te zijn, resulteren in een onnodige verhoging van de vaste kosten voor de vervoerder. Daarenboven zal het onmiddellijk vervoer in het meeste van de gevallen niet noodzakelijk zijn. Overeenkomstig punt 6 dienen de ritten, in tegenstelling tot het vorige punt, wel elke kalenderdag uitgevoerd te worden. Punt 7 speelt in op de specificiteit van het vervoer van personen in een rolstoel. Voor dat specifiek vervoer is het aangewezen dat de bestuurders een opleiding volgen om het ver-

12 12 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 voer zo vlot en veilig mogelijk te laten verlopen. Het is namelijk een delicate handeling om een rolstoelgebruiker veilig en comfortabel te vervoeren. De doelgroep van het vervoer zal in hoofdzaak bestaan uit Nederlandstalige klanten. Het is dan ook logisch dat de gebruiker zich in het Nederlands kan wenden tot de vervoerder. Overeenkomstig punt 8 moeten de bestuurder en de centrale dan ook over een functionele kennis van het Nederlands beschikken. Artikel 8 In de subsidieregeling van de Cel Gelijke Kansen in Vlaanderen beperkte men het bedrag dat aan de gebruiker kon worden gevraagd. De beperking betrof zowel het bedrag dat per gereden kilometer werd aangerekend als het instapgeld (een vast bedrag dat bij elke rit wordt betaald). De reden was de volgende: in de meeste gevallen hebben de personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit bovenop hun handicap ook nog een beperkt inkomen. Het principe van de maximumkostprijs per gereden kilometer en maximumopnemingsbedrag wordt behouden om te vermijden dat de gebruiker een te hoge kostprijs zou betalen (in vergelijking met de gebruikers van het openbaar vervoer). De compensatie vergoedt vervolgens het tekort in de ontvangsten van de vervoerders. In de nieuwe regeling stelt de Vlaamse Regering niet alleen de maxima van het instapgeld en het bedrag per kilometer vast, maar ook de minima. Die bepaling werd ingeschreven vanuit de zorg om misbruik van het compensatiesysteem te voorkomen. Het is niet de bedoeling dat een vervoerder zijn diensten gratis aanbiedt aan de klant en vervolgens de volledige kostprijs uitbetaald krijgt als compensatie. Om objectief te bepalen hoeveel de gebruiker dient te betalen voor de ontvangen dienstverlening wordt gebruikgemaakt van een routeplanner. Die berekent aan de hand van de snelste route de afstand tussen het vertrekpunt en de bestemming. De berekening op basis van een routeplanner levert drie voordelen op: er moet geen geijkte apparatuur in de voertuigen geïnstalleerd worden; de klant kan met een routeplanner zelf berekenen hoeveel kilometers er afgelegd werden; de overheid kan eveneens gemakkelijk nagaan of de compensatie berekend werd op een correct afgelegde afstand. De Vlaamse Regering kan vervoersgebieden vaststellen en de maximumafstand van gecompenseerde ritten bepalen. Beide mogelijkheden zijn bedoeld om het aantal lege kilometers zo beperkt mogelijk te houden en op die manier de efficiëntie te bevorderen. Het vastleggen van een maximumafstand voor ritten die voor compensatie in aanmerking komen, heeft bovendien als positief gevolg dat het multimodaal vervoer gestimuleerd zal worden. Vervoerders zullen de lengte van hun ritten beperken en sneller naar alternatieve vervoersmodi op zoek gaan. Het eventueel instellen van vervoersgebieden en een maximumafstand van gecompenseerde ritten zou ertoe kunnen leiden dat de vervoerders zich goed moeten organiseren. Daarom is een goed overleg tussen de verschillende partners noodzakelijk. Om een optimaal overlegplatform te creëren kan de Vlaamse Regering minimale voorwaarden aan het overleg opleggen. Dit overleg zal zich eveneens buigen over de eventuele klachten die zich naar aanleiding van de openbaredienstverplichting zouden voordoen.

13 Stuk 1719 ( ) Nr Artikel 9 Opdat de compensatie correct zou kunnen worden berekend en uitbetaald, bepaalt het decreet dat de vervoerders bepaalde informatie moet bezorgen. De informatie heeft betrekking op de persoon van de vervoerder, de aangeboden dienstverlening, de uitgevoerde ritten en de boekhouding van de organisatie. Aangezien voor de berekening van de compensatie van openbaredienstverplichting enkel rekening kan worden gehouden met de kosten die gemaakt worden bij de uitvoering van de openbaredienstverplichting, zullen de gecompenseerde vervoerders die naast het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit tegen kostprijs ook andere activiteiten verrichten, een dubbele boekhouding moeten bijhouden. Kosten die geen verband houden met de uitvoering van de openbaredienstverplichting kunnen niet in rekening worden gebracht voor de compensaties. Uit de informatie zal moeten blijken of de vervoerder recht heeft op compensaties. Indien nodig kan de Vlaamse Regering de vervoerders steeds om bijkomende informatie vragen over de uitgevoerde ritten. De verdere voorwaarden voor de aanvraag en de uitbetaling van de compensaties zal worden bepaald door de Vlaamse Regering. Artikel 10 Het decreet vermeldt uitdrukkelijk waarvoor de compensaties gebruikt moeten worden, namelijk voor het beheer van de dienst voor het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit. Wanneer de compensaties voor andere doeleinden worden aangewend, kunnen ze worden teruggevorderd. Aangezien de compensaties enkel bedoeld zijn om de kosten van de openbaredienstverplichting te dekken, voorziet het decreet in de mogelijkheid om de compensaties geheel of gedeeltelijk terug te vorderen. Meer bepaald zal het gedeelte van de compensaties dat niet kostendekkend is worden teruggevorderd. Teneinde zich te kunnen verantwoorden ten opzichte van mogelijke controles in de toekomst worden de gecompenseerde vervoerders verplicht om alle gegevens die noodzakelijk zijn om de overcompensatie vast te stellen gedurende tien jaar bij te houden. Artikel 11 De gecompenseerde vervoerders bezorgen statistische gegevens aan de Vlaamse Regering. Met oog op de beleidsvoorbereiding en beleidsevaluatie gaat het zowel om kwantitatieve gegevens, zoals het aantal ritten, als over kwalitatieve gegevens, zoals de motieven van geweigerde ritten. Artikel 12 Om de gebruikers duidelijk te maken dat de Vlaamse overheid bijdraagt in de kosten van het vervoer vermelden de gecompenseerde vervoerders in de informatie die ze publiceren dat het vervoer gecompenseerd wordt door de Vlaamse overheid.

14 14 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 Artikel 13 Overeenkomstig artikel 13 zal de Vlaamse Regering elke drie jaar een evaluatie maken van de uitvoering van het decreet. Daarbij zal in het bijzonder rekening worden gehouden met de evoluties die zich hebben voorgedaan binnen het Europese mededingingsrecht. Artikel 14 Dit artikel behoeft geen verdere uitleg. De minister-president van de Vlaamse Regering, Kris PEETERS De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Hilde CREVITS

15 Stuk 1719 ( ) Nr VOORONTWERP VAN DECREET d.d. 23 december 2011

16 16 Stuk 1719 ( ) Nr. 1

17 Stuk 1719 ( ) Nr Voorontwerp van decreet tot compensatie van de openbaredienstverplichting tot het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken; Na beraadslaging, BESLUIT: De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken is ermee belast, in naam van de Vlaamse Regering, bij het Vlaams Parlement het ontwerp van decreet in te dienen, waarvan de tekst volgt: Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. Art. 2. In dit decreet wordt verstaan onder: 1 personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit: alle personen van wie de mobiliteit bij het gebruik van vervoer ernstig beperkt is ten gevolge van een lichamelijke, namelijk zintuiglijke of locomotorische, permanente of tijdelijke handicap, een intellectuele handicap of stoornis, of enige andere oorzaak van handicap, ten gevolge van leeftijd, en van wie de situatie vereist dat zij passende aandacht krijgen en dat de aan alle passagiers verstrekte diensten aan hen worden aangepast; 2 vervoerder: de organisatie die belast is met het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit. De Vlaamse Regering kan de personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit nader omschrijven.

18 18 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 Art. 3. Dit decreet is niet van toepassing op het zieken-, collectieve leerlingen- en collectieve werknemersvervoer, op het vervoer dat georganiseerd wordt door de ziekenfondsen, en op het vervoer dat terugbetaald wordt door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, vermeld in artikel 6 van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. Art. 4. Als het geregeld vervoer geschikt is voor de verplaatsing van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit, wordt het vervoer van die personen niet gecompenseerd. De Vlaamse Regering kan nader bepalen welke categorieën van vervoer kunnen worden gecompenseerd. Art. 5. De verplichting om op basis van permanente beschikbaarheid, op kwalitatief hoogstaande wijze en op het hele grondgebied personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit te vervoeren tegen kostprijs is een openbaredienstverplichting. De Vlaamse Regering stelt een lijst op met de organisaties die belast zijn met het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit en bepaalt de procedure voor het opstellen ervan. Art. 6. Binnen de door het Vlaams Parlement goedgekeurde kredieten en onder de voorwaarden vermeld in dit decreet, compenseert de Vlaamse Regering de openbaredienstverplichting, vermeld in artikel 5. De Vlaamse Regering bepaalt het maximale bedrag van de compensatie, vermeld in het eerste lid, van openbaredienstverplichting, op basis van de volgende parameters: 1 de compensatie is niet hoger dan nodig om de kosten van de uitvoering van de openbaredienstverplichting, vermeld in artikel 5, geheel of gedeeltelijk te dekken, rekening houdend met de opbrengsten; 2 de maximale compensatie wordt vastgesteld op basis van de kosten die een gemiddelde, goed beheerde onderneming die voldoende met vervoermiddelen is uitgerust, zou hebben gemaakt. De Vlaamse Regering zal bij het bepalen van het bedrag van de compensatie als vermeld in het tweede lid, vermijden dat de compensatie een economisch voordeel bevat waardoor de gecompenseerde ondernemingen ten opzichte van concurrerende ondernemingen kunnen worden bevoordeeld. De compensatie, vermeld in het eerste lid, kan bestaan uit een variabel en een vast gedeelte, namelijk: 1 een variabel gedeelte voor de gereden kilometers met de persoon met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit; 2 een vast gedeelte voor: a) de begeleiding bij het op- en afhalen van de persoon met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit;

19 Stuk 1719 ( ) Nr b) de hard- en software om de uit te voeren ritten te optimaliseren; c) de bemanning van de centrale. Art De Vlaamse Regering kan voor de gebruikte voertuigen criteria voor de technische eisen, de veiligheid, de toegankelijkheid, het comfort en de herkenningskenmerken bepalen. 2. De compensatie, vermeld in artikel 6, wordt alleen uitbetaald als de vervoerder voorkomt op de lijst, vermeld in artikel 5, tweede lid, en voldoet aan de volgende voorwaarden: 1 de dienstverlening wordt georganiseerd van gang tot gang; 2 de dienstverlening die in aanmerking komt voor compensatie, is beperkt tot het ophalen, de verplaatsing en het afzetten op de bestemming; 3 in geval van multimodaal vervoer zorgt de vervoerder voor de optimale aansluiting tussen de verschillende vervoermodi; 4 verschillende klanten kunnen worden gegroepeerd als ze dezelfde richting uitgaan; 5 de centrale, die niet noodzakelijk door de vervoerder georganiseerd wordt, is elke werkdag bereikbaar; 6 de dienstverlening wordt elke kalenderdag verzekerd; 7 aan de bestuurders wordt een opleiding gegeven om de personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit veilig en vlot te vervoeren; 8 de bestuurders en het personeel van de centrale beschikken over een functionele kennis van het Nederlands. De Vlaamse Regering kan de voorwaarden voor de vervoerder en de dienstverlening nader omschrijven, met het oog op een zo efficiënt mogelijke dienstverlening. Art. 8. De Vlaamse Regering stelt de minima en de maxima vast voor het instapgeld en de kilometerprijs voor de ritten die de gecompenseerde vervoerder aan de persoon met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit mag aanrekenen. De persoon met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit betaalt alleen de afstand van het vertrekpunt tot de bestemming, berekend met een routeplanner volgens de snelste route. De Vlaamse Regering kan vervoersgebieden vaststellen, alsook de afstand per gereden rit beperken. De gecompenseerde vervoerder neemt deel aan overleg om de vervoerdienst te optimaliseren in de regio. De Vlaamse Regering kan de voorwaarden van het overleg bepalen. Art. 9. De compensatie, vermeld in artikel 6, wordt uitbetaald na de goedkeuring van de aanvraag van de compensatie op basis van informatie over: 1 de aanvrager; 2 de dienstverlening; 3 de ingezette voertuigen: alle documenten waaruit blijkt dat de ingezette voertuigen voldoen aan de technische, veiligheids-, toegankelijkheids- en comfortvereisten;

20 20 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 4 de uitgevoerde ritten; 5 de boekhoudkundige documenten waaruit blijkt dat aan de voorwaarde van artikel 10, eerste lid, is voldaan. Als de gecompenseerde vervoerder naast de openbaredienstverplichting andere activiteiten dan die, vermeld in artikel 5 verricht, worden in de interne boekhouding de kosten en inkomsten die met het vervoer, vermeld in artikel 5 verband houden, en die van de andere diensten, alsook de parameters voor de toekenning van die kosten en inkomsten, gescheiden opgenomen. De Vlaamse Regering kan, nadat ze de aanvraag ontvangen heeft, alle gegevens over de ritten opvragen bij de vervoerder. De Vlaamse Regering bepaalt de verdere voorwaarden voor de aanvraag en de uitbetaling van de compensatie, vermeld in artikel 6. Art. 10. De gecompenseerde vervoerder moet de compensatie, vermeld in artikel 6, daadwerkelijk gebruiken voor het beheer van de dienst voor het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit. De Vlaamse Regering vordert de compensatie van dienstverplichting geheel of gedeeltelijk terug als blijkt dat de vervoerder overgecompenseerd is voor de door hem verrichte openbaredienstverplichting als vermeld in artikel 5. De gecompenseerde vervoerder houdt gedurende ten minste tien jaar alle gegevens bij die noodzakelijk zijn om vast te stellen dat er geen overcompensatie is. Art. 11. Elk jaar bezorgt elke gecompenseerde vervoerder aan de Vlaamse Regering exploitatiestatistieken met de volgende gegevens over het afgelopen kalenderjaar: 1 afgelegde kilometers met een klant; 2 aantal ritten; 3 aantal aanvragen; 4 aantal uitgevoerde aanvragen; 5 aantal afgezegde of geweigerde ritten. De Vlaamse Regering kan aanvullende statistische gegevens bepalen die de vervoerder aan de Vlaamse Regering moet bezorgen. Art. 12. De gecompenseerde vervoerder vermeldt bij elke mededeling, informatie of publicatie dat het vervoer door de Vlaamse overheid wordt gecompenseerd. Hoofdstuk 2. Slotbepalingen Art. 13. De Vlaamse Regering evalueert iedere drie jaar de uitvoering van dit decreet.

21 Stuk 1719 ( ) Nr Art. 14. Dit decreet treedt in werking op 1 januari Brussel, De minister-president van de Vlaamse Regering, Kris PEETERS De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Hilde CREVITS

22 22 Stuk 1719 ( ) Nr. 1

23 Stuk 1719 ( ) Nr ADVIES VAN HET CENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN VOOR RACISMEBESTRIJDING

24 24 Stuk 1719 ( ) Nr. 1

25 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 25

26 26 Stuk 1719 ( ) Nr. 1

27 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 27

28 28 Stuk 1719 ( ) Nr. 1

29 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 29

30 30 Stuk 1719 ( ) Nr. 1

31 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 31

32 32 Stuk 1719 ( ) Nr. 1

33 Stuk 1719 ( ) Nr ADVIES VAN HET VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONENEN MET EEN HANDICAP

34 34 Stuk 1719 ( ) Nr. 1

35 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 V L A A M S P A R LEMENT 35

36 36 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 V L A A M S P A R LEMENT

37 Stuk 1719 ( ) Nr. 1 V L A A M S P A R LEMENT 37

38 38 Stuk 1719 ( ) Nr. 1

39 Stuk 1719 ( ) Nr ADVIES VAN DE MOBILITEITSRAAD VLAANDEREN

40 40 Stuk 1719 ( ) Nr. 1

41 Stuk 1719 ( ) Nr Advies MORA aangepast vervoer.doc Advies Voorontwerp van decreet tot compensatie van vervoer van personen met een handicap of ernstig beperkte mobiliteit Brussel, 2 maart 2012 Mobiliteitsraad Wetstraat Brussel T F info@mobiliteitsraad.be

Vervoer van mindermobielen Initiatieven Departement Mobiliteit en Openbare Werken

Vervoer van mindermobielen Initiatieven Departement Mobiliteit en Openbare Werken Vervoer van mindermobielen Initiatieven Departement Mobiliteit en Openbare Werken 13 oktober 2014 Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken Eric Sempels

Nadere informatie

Vervoer voor personen met een mobiliteitsbeperking of een handicap Prijszetting

Vervoer voor personen met een mobiliteitsbeperking of een handicap Prijszetting Vervoer voor personen met een mobiliteitsbeperking of een handicap Prijszetting 25 januari 2014 Eric Sempels Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken 1

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de regels tot bepaling van de bedragen

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE INSTEMMING MET HET SAMENWERKINGSAKKOORD VAN XXX TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, DE FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE BETREFFENDE HET

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016

Nadere informatie

VR DOC.0098/1BIS

VR DOC.0098/1BIS VR 2018 0202 DOC.0098/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN DE VLAAMSE MINISTER

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering over het ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vaststelling van de procedure en de voorwaarden volgens welke het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap bijzondere subsidies kan verlenen DE VLAAMSE

Nadere informatie

Advies. Verplicht outplacement - Sanctie. Brussel, 30 oktober 2017

Advies. Verplicht outplacement - Sanctie. Brussel, 30 oktober 2017 Advies Verplicht outplacement - Sanctie Brussel, 30 oktober 2017 SERV_20171030_Verplicht_outplacement_sanctie_ADV Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 juli 2017 tussen de Vlaamse

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs

Nadere informatie

1. DOEL EN TOEPASSINGSBEREIK

1. DOEL EN TOEPASSINGSBEREIK EUROPESE COMMISSIE Directoraat-generaal Concurrentie Beleid en coördinatie inzake staatssteun Brussel, DG D(2004) COMMUNAUTAIRE KADERREGELING INZAKE STAATSSTEUN IN DE VORM VAN COMPENSATIES VOOR DE OPENBARE

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1 VLAAMS PARLEMENT DECREET houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.106/3 van 3 april 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van een Vlaamse organisatie ter ondersteuning

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, BESLUIT: De Vlaamse minister

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het decreet van 7 maart 2008 inzake

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: ontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van xxx tussen de Vlaamse Gemeenschap,

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering ( ) Nr. 8 6 juli 2011 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering ( ) Nr. 8 6 juli 2011 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 1102 (2010-2011) Nr. 8 6 juli 2011 (2010-2011) Ontwerp van decreet houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan-

Nadere informatie

VR DOC.0282/1BIS

VR DOC.0282/1BIS VR 2017 2403 DOC.0282/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 juli 2017 tussen de Vlaamse Gemeenschap,

Nadere informatie

VR 2016 DOC.0943/1BIS

VR 2016 DOC.0943/1BIS VR 2016 DOC.0943/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2019 1502 DOC.0182/3 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.066/3 van 21 januari 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de subsidiëring van initiatieven die voorzien

Nadere informatie

VR DOC.0850/1BIS

VR DOC.0850/1BIS VR 2017 0809 DOC.0850/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.710/3 van 11 juli 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 tot uitvoering

Nadere informatie

VR DOC.0389/1BIS

VR DOC.0389/1BIS VR 2019 2903 DOC.0389/1BIS VR 2019 2903 DOC.0389/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.323/3 van 24 november 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het bedrag ter financiering van de creatie van bijkomende

Nadere informatie

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, 1, II, 4 ;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, 1, II, 4 ; Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende het uniek loket voor de mobiliteitshulpmiddelen in het tweetalige

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering over het ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijke project leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs - Tweede

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

Handreiking diensten van algemeen economisch belang

Handreiking diensten van algemeen economisch belang Handreiking diensten van algemeen economisch belang Europa-proof project Deelproject staatssteun 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Waarvoor is deze handreiking bedoeld? 3 Deel 1: Theorie 4 3 Staatssteun

Nadere informatie

DECREET. houdende toekenning van een hinderpremie aan kleine ondernemingen die ernstige hinder ondervinden van openbare werken in het Vlaamse Gewest

DECREET. houdende toekenning van een hinderpremie aan kleine ondernemingen die ernstige hinder ondervinden van openbare werken in het Vlaamse Gewest Vlaams D ar emen DECREET houdende toekenning van een hinderpremie aan kleine ondernemingen die ernstige hinder ondervinden van openbare werken in het Vlaamse Gewest VERWIJZINGEN * Zitting 2015-2016 Stukken

Nadere informatie

VR DOC.0332/2BIS

VR DOC.0332/2BIS VR 2017 3103 DOC.0332/2BIS Voorontwerp van decreet tot oprichting van het Overlegcomité Welzijn, Volksgezondheid en Gezin DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid

Nadere informatie

VR DOC.0893/3BIS

VR DOC.0893/3BIS VR 2018 2007 DOC.0893/3BIS VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN HET DECREET BASISONDERWIJS VAN 25 FEBRUARI 1997, HET DECREET VAN 8 JUNI 2007 BETREFFENDE DE STUDIEFINANCIERING VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP,

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019 (BS ) houdende de toekenning van een subsidie aan pools gezinsopvang

Besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019 (BS ) houdende de toekenning van een subsidie aan pools gezinsopvang Besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019 (BS ) houdende de toekenning van een subsidie aan pools gezinsopvang Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/16/149 BERAADSLAGING NR. 16/068 VAN 5 JULI 2016 BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS OVER DE

Nadere informatie

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid 1 Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid IVC/KSZG/18/222 BERAADSLAGING NR. 18/122 VAN 2 OKTOBER 2018 INZAKE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS OVER HET VERLOOP VAN DE VASTSTELLING

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid VR 2017 2402 DOC.0170/2BIS Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.138/1 van 19 oktober 2017 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest betreffende het lokaal sociaal beleid 2/9 advies

Nadere informatie

VR DOC.1379/1BIS

VR DOC.1379/1BIS VR 2017 2212 DOC.1379/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering over

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen stuk ingediend op 1716 (2011-2012) Nr. 6 28 november 2012 (2012-2013) Ontwerp van decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen Tekst aangenomen

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van decreet houdende de instemming met het samenwerkingsakkoord van (datum) tussen

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.338/3 van 30 oktober 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie of verbetering

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering inzake het ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit Buitenschoolse

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.845/1/V van 16 augustus 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2013

Nadere informatie

VR DOC.0161/1

VR DOC.0161/1 VR 2019 0802 DOC.0161/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van Besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid

Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid IP/04/235 Brussel, 18 februari 2004 Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid Na het Altmark-arrest van het Hof van Justitie is de

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk

Nadere informatie

VR DOC.1441/2BIS

VR DOC.1441/2BIS VR 2018 0712 DOC.1441/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de inlichtingen van het verslag, het opleggen van concrete beschermende maatregelen, het delen van gegevens, documenten en informatiedragers

Nadere informatie

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen BIJLAGE 2 Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen Dit decreet wil onder meer de ontwikkeling van een lokaal ouderenbeleid

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel

Nadere informatie

VR DOC.0424/1BIS

VR DOC.0424/1BIS VR 2017 0505 DOC.0424/1BIS VR 2017 0505 DOC.0424/1BIS DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het

Nadere informatie

VR 2015 2509 DOC.0987/2BIS

VR 2015 2509 DOC.0987/2BIS VR 2015 2509 DOC.0987/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan projecten in het kader van het Europees Fonds voor de Regionale Ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 december 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 december 2018; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vergunningsvoorwaarden en de subsidieregeling van gebruikersverenigingen met informatieloket voor personen met een handicap en van gebruikersverenigingen met

Nadere informatie

Bijzondere projectsubsidies socio-culturele projecten

Bijzondere projectsubsidies socio-culturele projecten Booischotseweg 1 2235 Hulshout Tel: 015 22 40 17 www.hulshout.be hulshout@bibliotheek.be Bijzondere projectsubsidies socio-culturele projecten Artikel 1. Doelstelling en definitie Onder de hierna bepaalde

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING,

Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING, Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED, DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN,

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

Ontwerp van decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin DE VLAAMSE REGERING,

Ontwerp van decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin DE VLAAMSE REGERING, Ontwerp van decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de regelgeving

Nadere informatie

VR DOC.1318/1BIS

VR DOC.1318/1BIS VR 2018 2311 DOC.1318/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en de

Nadere informatie

VR DOC.0915/2BIS

VR DOC.0915/2BIS VR 2018 2007 DOC.0915/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering houdende de nadere regels voor de toekenning van subsidies aan de private uitbetalingsactoren voor de uitbetaling van toelagen in het kader van

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.918/VR van 5 oktober 2018 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest houdende de luchtkwaliteit in het binnenmilieu van

Nadere informatie

Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009 van 15 juli 2009 (RN-MA )

Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009 van 15 juli 2009 (RN-MA ) 1/6 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 102/2014 van 10 december 2014 Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 april 2014 betreffende het onderwijs XXIV, artikel X.1;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 april 2014 betreffende het onderwijs XXIV, artikel X.1; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de nadere voorwaarden en procedure om subsidies toe te kennen voor projecten die cultuureducatie van onderwijsinstellingen stimuleren DE VLAAMSE REGERING, Gelet

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. Fiscale regularisatie niet uitsplitsbare bedragen.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. Fiscale regularisatie niet uitsplitsbare bedragen. DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Fiscale regularisatie niet uitsplitsbare bedragen. Goedkeuring

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een eenmalige subsidie in 2018 voor de informatisering

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING VOORONTWERP VAN DECREET HOUDENDE INSTEMMING MET HET SAMENWERKINGSAKKOORD VAN (DATUM) TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, DE FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMSSIE MET BETREKKING

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994; Collegebesluit nr. 08/429 17 december 2008 Besluit tot vaststelling van het organiek reglement op de toekenning en de controle op de aanwending van subsidies Het College, Gelet op de artikelen 127, 128,

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/16/213 BERAADSLAGING NR. 16/094 VAN 4 OKTOBER 2016 OVER DE BIJZONDERE VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 3 juni 2016 betreffende de tegemoetkoming

Nadere informatie

VR DOC.1268/2

VR DOC.1268/2 VR 2016 2511 DOC.1268/2 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van een vernieuwend en verbreed laagdrempelig initiatief inzake gezinsondersteuning voor aanstaande gezinnen en gezinnen

Nadere informatie

Naar een Vlaamse sociale bescherming?

Naar een Vlaamse sociale bescherming? Naar een Vlaamse sociale bescherming? Jürgen Vanpraet Universiteit Antwerpen Het Vlaamse Regeerakkoord Basisdecreet Vlaamse sociale bescherming - De bestaande zorgverzekering - Uitvoering maximumfactuur

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers en van het Gerechtelijk Wetboek, wat betreft het opleggen van sancties aan

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op dd mm yyyy;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op dd mm yyyy; Informatief 2009/043 - bijlage Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende de wijze van subsidiëring door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap van de opvang van personen met een handicap

Nadere informatie

VR DOC.0085/1

VR DOC.0085/1 VR 2017 0302 DOC.0085/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest,

Nadere informatie

Reglement met betrekking tot de toekenning van subsidies voor projecten voor duurzame mobiliteit.

Reglement met betrekking tot de toekenning van subsidies voor projecten voor duurzame mobiliteit. directie Ruimte dienst Mobiliteit Reglement met betrekking tot de toekenning van subsidies voor projecten voor duurzame mobiliteit. Artikel 1 Definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering inzake het ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

De bevoegdheidsverdeling inzake sociale zekerheid en sociale bijstand

De bevoegdheidsverdeling inzake sociale zekerheid en sociale bijstand De bevoegdheidsverdeling inzake sociale zekerheid en sociale bijstand Jan Velaers Materiële bevoegdheidsverdeling Federale overheid: residuaire bevoegdheden Gemeenschappen: toegewezen bevoegdheden o.m.

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid

ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid Stuk 825 (2005-2006) Nr. 1 Zitting 2005-2006 28 april 2006 ONTWERP VAN DECREET houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid 1879 FIN Stuk

Nadere informatie

MINDER MOBIELEN CENTRALE BONHEIDEN REGLEMENT

MINDER MOBIELEN CENTRALE BONHEIDEN REGLEMENT 1 MINDER MOBIELEN CENTRALE BONHEIDEN REGLEMENT Goedgekeurd door de raad van maatschappelijk welzijn van 27/11/2017 en aangepast door de raad van maatschappelijk welzijn van 17/12/2018 1. Minder Mobielen

Nadere informatie

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 1589 (2011-2012) Nr. 7 27 juni 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid

Nadere informatie

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de samenstelling, de werking en de opdrachten van

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2009-821- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 33 van 7

Nadere informatie

VR DOC.0962/1BIS

VR DOC.0962/1BIS VR 2017 0610 DOC.0962/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg DE VLAAMSE REGERING, Gelet

Nadere informatie

BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING VR 2016 1612 DOC.1387/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse

Nadere informatie

VR DOC.1186/1BIS

VR DOC.1186/1BIS VR 2018 2610 DOC.1186/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1; Besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 betreffende de boekhouding en het financieel verslag voor de voorzieningen in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp

Nadere informatie