Beschrijving werelden. Onderzoek naar de meerwaarde van de verbinding tussen water en MIRT Juni 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beschrijving werelden. Onderzoek naar de meerwaarde van de verbinding tussen water en MIRT Juni 2015"

Transcriptie

1 Beschrijving werelden Water en MIRT Onderzoek naar de meerwaarde van de verbinding tussen water en MIRT Juni 2015

2 Inhoud Water en MIRT Inhoud: feitelijke beschrijving en kenmerken van beide werelden als basis voor analyse. In het kader van dit onderzoek is tevens een redeneerlijn opgesteld waarin wordt beschreven hoe het MIRT en de waterwereld zijn verbonden en waar nog meerwaarde is te verzilveren. Doelen van de beschrijving van de werelden van water en MIRT zijn: Het vergroten van wederzijdse kennis; Het in beeld brengen van de relevante elementen, kansen en belemmeringen voor verbinding; Het leggen van een feitelijke basis en achtergrond voor de redeneerlijn; Opbouw per wereld: Historie. Organisatie. Ontwikkelingen en opgaven.

3 WATER

4 HISTORIE Water 13e eeuw: ontstaan waterschappen 1798: Ontstaan Bureau van de Waterstaat (Rijkswaterstaat) 1953: Start Deltawerken 1985: Introductie integraal waterbeheer De opkomst van waterbeheer heeft economische ontwikkeling mogelijk gemaakt Nederland is een waterland. Het is een delta met vier grote rivieren. De helft van het oppervlak en tweederde van de economische activiteiten zijn overstromingsgevoelig. 26% van het landoppervlak ligt onder NAP, 59% is gevoelig voor overstromingen. Waterveiligheid is daarom vanzelfsprekend een nationaal veiligheidsrisico. Maar ook waterkwantiteit en kwaliteit zijn door de verbondenheid van Nederland met het water belangrijke issues. Het watermanagement in Nederland heeft dan ook een lange geschiedenis. Al in de dertiende eeuw ontstonden de eerste waterschappen. Er werd een uitgebreide infrastructuur van dijken en gemalen aangelegd. Nederland bouwde een schat aan expertise over engineering op. De Zuiderzeewerken en Deltawerken zijn daar de belangrijke voorbeelden van. Deze ingrepen maakten economische ontwikkeling mogelijk. De Randstad, de Rotterdamse haven en de export van landbouwproducten zijn uitgegroeid tot belangrijke motoren van onze economie dankzij de manier waarop Nederland omgaat met het water. De watersector is een van de negen topsectoren om de Nederlandse kenniseconomie te stimuleren. De hedendaagse kosten voor het waterbeheer bedragen 1.26% van het Bruto Nationaal Product. Organisaties en wetgeving hebben zich sterk ontwikkeld De waterschappen waren in eerste instantie lokaal opererende organisaties, aangestuurd door de bewoners van het betreffende gebied. Er waren dan ook een paar duizend waterschappen in Nederland. Pas veel later ontstonden andere overheidsorganisaties die zich ook gingen toeleggen op het waterbeheer zoals in 1798 het Bureau van de Waterstaat, het latere Rijkswaterstaat. In de afgelopen vijftig jaar is een duidelijke trend te zien naar schaalvergroting. Ook in de waterwereld. Doel is het grote aantal organisaties effectiever en efficiënter te laten samenwerken. Het aantal waterschappen is de afgelopen 50 jaar sterk afgenomen, van een kleine 2500 naar 23. Veel gemeenten zijn gefuseerd, van zo n 1000 naar 393. Er zijn minder drinkwatermaatschappijen, van 200 naar 10. De ministeries van Verkeer en Waterstaat en het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zijn in 2010 opgegaan in het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Een omslag in het waterbeheer vond plaats toen in 1985 het begrip integraal waterbeheer werd geïntroduceerd. Dit houdt in dat er samenhang is tussen waterkwaliteit en kwantiteit, de elementen (water, waterbodem, oever, grondwater), de gebruiksvormen en de beleidsvelden milieu, ruimtelijke ordening en natuur. In de Vierde nota Waterhuishouding (in 1998 de voorloper van het Nationaal Waterplan ) kregen de raakvlakken tussen water en ruimtelijke ordening een beleidsmatig accent. Het Deltafonds en het Deltaprogramma vormden op hun beurt recent een omslag in het waterveiligheidsbeleid van het sinds eeuwen reageren op overstromingen naar het anticiperen hierop. De Nederlands ruimtelijke ordening is van oudsher sterk gericht op bescherming van stad en platteland, Vanaf eind jaren 90 werd in de ruimtelijke ordening een kentering in het denken zichtbaar: niet langer zou beschermen het uitgangspunt van de ruimtelijke ordening moeten zijn, maar zou deze een proactiever, op ontwikkeling gericht karakter moeten hebben. Dat is de zogenaamde ontwikkelingsplanologie, waarvan het streven naar gebiedsgericht maatwerk een belangrijk onderdeel vormt. Daarvoor was een verdere decentralisatie van het ruimtelijke ordeningsbeleid nodig: decentraal wat kan, centraal wat moet.

5 HISTORIE Water 2001: Startovereenkomst Waterbeleid 21 eeuw Introductie Watertoets 2003/2008: Nationaal Bestuursakkoord Water 2009: Waterwet 2011: Nieuw Nationaal Bestuursakkoord Water 2018: Omgevingswet Ook de wetgeving, regelgeving en samenwerkingsafspraken hebben zich ontwikkeld. In 2009 zijn acht bestaande wetten op het gebied van water geïntegreerd in één Waterwet. In deze wet wordt o.a. het opstellen van een Nationaal Waterplan voorgeschreven, dat voor de ruimtelijke onderdelen tevens een structuurvisie in de zin van de Wet ruimtelijke ordening is. Het is daarmee het wettelijk beleidskader geworden bij het integreren van waterbelangen in ruimtelijke ordening. Momenteel wordt gewerkt aan de Omgevingswet, waarin vanaf 2018 ruimtelijke ordening, natuurbehoud en watermanagement in samenhang worden bekeken. In 2001 tekenden het Rijk, de Unie van Waterschappen, Het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw. Aanleiding waren de nieuwe opgaven waar Nederland voor stond: klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en verstedelijking. De overeenkomst legde de basis voor het Nationaal Bestuursakkoord Water (2003, geactualiseerd in 2008). Hierin werd door partijen aangegeven hoe zij de opgaven gezamenlijk aan zouden gaan pakken en werd normering van het regionale watersysteem mogelijk gemaakt. In 2011 werd een volgend Bestuursakkoord Water gesloten, nu ook met de Vewin. Dit richt zich met name op veiligheid tegen overstromingen, een goede kwaliteit water en voldoende zoet water. De vijf partners willen dit bereiken door doelmatiger te werken: goede kwaliteit met minder kosten en minder bestuurlijke drukte. Maatregelen als het rechttrekken van rivieren, maar vooral ook de toenemende verstedelijking en bebouwing van het platteland hebben in de afgelopen eeuw veel ruimte aan het water onttrokken. In 2001 werd daarom de Watertoets als formeel instrument geïntroduceerd bij het nemen van ruimtelijke besluiten. Hiermee moet het waterbelang bij dergelijke besluiten worden geborgd. In de afgelopen jaren heeft de Watertoets zich ontwikkeld tot meer dan een formeel instrument. Het is een manier waarop waterbeheerders en ruimtelijke ordenaars met elkaar in dialoog gaan, van ideevorming tot besluitvorming. Afbeelding: Beoogde besparingen in het Bestuursakkoord Water (bron: helpdeskwater.nl)

6 ORGANISATIE Water De organisatie van het waterbeheer kenmerkt zich door gedeelde verantwoordelijkheid Waterbeheer is een samenspel van alle bestuurslagen in Nederland. De Waterwet erkent twee wettelijke beheerders: Rijkswaterstaat en de waterschappen. Deze zijn verantwoordelijk voor het waterbeheer, waaronder waterveiligheid, waterkwantiteit en waterkwaliteit. Naast de wettelijke waterbeheerders is een groot aantal andere instituties actief. In onderstaand overzicht zijn de verschillende organisaties, hun verantwoordelijkheden en de belangrijkste plannen weergegeven. Europese Unie Verantwoordelijkheden: Europese afstemming van beleid op het gebied van waterkwaliteit, waterkwantiteit en waterveiligheid Waterplannen: Blauwdruk ter bescherming Europese waterbronnen Drinkwaterbedrijven Verantwoordelijkheden: Leveren van voldoende en kwalitatief goed drinkwater. Waterplannen: Investeringsplannen. Leveringsplannen. Ministerie van Infrastructuur en Milieu Verantwoordelijkheden: Nationale beleid en strategische doelen stellen. Landelijke normen en maatregelen waterveiligheid stellen. Waterplannen: Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), Nationaal Waterplan. Gemeenten Verantwoordelijkheden: Grondwater in stedelijk gebied. Inzameling en vervoer afvalwater en overtollig regenwater Waterplannen: Water- en rioleringsplannen. Rijkswaterstaat Verantwoordelijkheden: Beheer van het hoofdwatersysteem (zee en grote rivieren) Waterplannen: Beheer en ontwikkelplan voor de Rijkswateren. Provincie Verantwoordelijkheden: Vertalen nationale doelen naar regionaal beleid. Vaststellen normen regionale waterkeringen. Vergunningverlening grondwateronttrekking bij grote hoeveelheden. Waterplannen: Waterhuishoudingsplannen Waterschappen Verantwoordelijkheden: Waterplannen: Blauwdruk Beheer van ter het bescherming regionale watersysteem Europese (waterkwaliteit waterbronnenen kwantiteit oppervlaktewater; beheer van het grondwater vergunningverlening kleinere grondwateronttrekkingen; primaire, regionale en overige waterkeringen). Zuiveren van afvalwater. Waterplannen:Waterbeheerplannen

7 ORGANISATIE Water Samenwerking tussen organisaties Hoewel de verantwoordelijkheden verspreid zijn over verschillende organisaties, moet op veel gebieden worden samengewerkt. Dat gebeurt in diverse gremia, in programma s en op basis van plannen. Waterschappen en gemeenten stemmen taken en bevoegdheden op elkaar af (artikel 3.8 Waterwet). In Waterakkoorden (artikel 3.7 Waterwet) kunnen tussen beheerders in hetzelfde stroomgebiedsdistrict afspraken worden gemaakt. In het Bestuursakkoord Water uit 2011 is door een groot aantal betrokken partijen afspraken gemaakt over doelmatig waterbeheer. Het gaat om de VNG, IPO, UvW, Vewin, ministeries van Infrastructuur en Milieu (IenM) en Binnenlandse Zaken (BZK) en vertegenwoordiger van de Regionale Bestuurlijke overleggen (RBO s). In het Bestuursakkoord wordt gepleit om terug te gaan naar de kerntaken, uitvoering dicht bij de burger te brengen en maximaal twee bestuurslagen per onderwerp verantwoordelijk te maken. In 2014 is de implementatie en uitvoering van het Bestuursakkoord geëvalueerd. Hierin wordt geconcludeerd dat het akkoord beleidsmatig voor een groot deel is afgerond, veel acties al worden uitgevoerd, de samenwerking tussen organisaties is verbeterd en efficiëntie is bereikt. Hier wordt een overzicht gegeven van verschillende gremia s en programma s waarin door organisaties wordt samengewerkt op het gebied van waterbeheer. Dit overzicht is niet uitputtend. Zo ontbreken bijvoorbeeld beschrijvingen van het beheer van grondwater en vaarwegen. Stuurgroep water De Stuurgroep Water fungeert als nationaal bestuurlijk overleg voor het waterbeleid, de afstemming daarover en de organisatie daarvan. In de Stuurgroep Water participeren de partners van het Bestuursakkoord Water. Ook gaat het akkoord over de uitdagingen voor het De stuurgroep monitort de uitvoering van de afspraken in het akkoord en stuurt bij waar dat noodzakelijk is. De Stuurgroep water wordt voorbereid door het Programmateam Water. Soms wordt over onderwerpen direct door het Programmateam besloten. Deltaprogramma (DP) Om Nederland te beschermen tegen hoogwater en voldoende zoetwater te borgen werken Rijk, waterschappen, provincies en gemeenten samen in het Deltaprogramma. Ook maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en organisaties met veel kennis op het gebied van water zijn er bij betrokken. In de Deltawet waterveiligheid en zoetwatervoorziening (2011) is voor het Deltaprogramma en het bijbehorende Deltafonds een wettelijke basis gecreëerd in de Waterwet (artikel 4.9) en de Wet Infrastructuurfonds. Ook verankert de Deltawet de functie van de Deltacommissaris. Deze regeringscommissaris doet jaarlijks een voorstel voor het Deltaprogramma, bewaakt de voortgang van de uitvoering daarvan en bevordert het overleg tussen de betrokken bestuursorganen, bedrijven en maatschappelijke organisaties. In 2017 wordt de Deltawet geëvalueerd. Het Deltaprogramma bevat, in verband met de opgaven op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening: a) maatregelen en voorzieningen van nationaal belang ter voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen en waterschaarste; b) maatregelen en voorzieningen ter bescherming of verbetering van de chemische of ecologische kwaliteit van watersystemen, voor zover deze onderdeel uitmaken van de opgaven (voldoende zoetwater en waterveiligheid). Het Deltaprogramma kan tevens ambities op andere beleidsterreinen (bijvoorbeeld natuurontwikkeling) bevatten, mits deze niet ten koste gaan van deze opgaven. In het Deltaprogramma wordt jaarlijks voor de eerstvolgende zes jaren zo gedetailleerd als redelijkerwijs mogelijk is aangegeven welke maatregelen en voorzieningen in die periode zullen worden uitgevoerd en welke middelen beschikbaar worden gesteld. En tevens geeft het indicatief aan welke (soorten van) maatregelen in de daaropvolgende twaalf jaren worden voorzien en welke middelen daarvoor vermoedelijk beschikbaar zijn bij ongewijzigd beleid.

8 ORGANISATIE Water Binnen het Deltaprogramma is in de periode in drie generieke deelprogramma s en zes gebiedsgerichte deelprogramma s gewerkt aan de voorstellen voor deltabeslissingen en voorkeursstrategieën, die de basis vormen voor de te treffen maatregelen en voorzieningen. Generieke onderwerpen die centraal stonden waren: waterveiligheid, zoetwater en ruimtelijke adaptatie. Het kabinet heeft de voorstellen overgenomen en beleidsmatig verankerd in de Tussentijdse wijziging van het Nationaal Waterplan Hiermee is het Deltaprogramma in een nieuwe fase gekomen. De voorkeursstrategieën worden uitgewerkt en de uitvoering is gestart. De organisatie (die bestond uit negen deelprogramma-stuurgroepen, de Stuurgroep Deltaprogramma, en één maal per jaar het Nationaal Bestuurlijk Overleg Deltaprogramma met de Minister) is aangepast aan deze nieuwe fase. Met ingang van 1 januari 2015 heeft de regio de regie bij de verdere uitwerking in de gebieden. De regio s hebben zeven gebiedsoverleggen ingesteld (Kust, Waddengebied, Zuid-Westelijke Delta, IJsselmeergebied, Rijn, Maas en Rijmond-Drechtsteden). Het Rijk participeert hierin. Onder deze structuren hangen soms weer specifieke overleggen, bijvoorbeeld op het niveau van riviertakken. De verdere uitwerking van het generieke thema waterveiligheid is door het Directoraat-Generaal Ruimte en Water (DGRW) van het ministerie van IenM in de lijn opgepakt. Er is een portefeuillehoudersoverleg veiligheid ingesteld onder de Stuurgroep Water voor de uitwerking van de nieuwe waterveiligheidsnormering. Hierin zijn de koepels (VNG, IPO en UvW) en Rijkswaterstaat vertegenwoordigd. De generieke thema s zoetwater en ruimtelijke adaptatie blijven gebruik maken van de Deltaprogrammastructuur op verzoek van alle betrokken partijen, omdat er sprake is van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de verdere uitwerking. Deze stuurgroepen komen twee-drie maal per jaar bijeen. Daarnaast blijft de Stuurgroep Deltaprogramma bestaan (drie maal per jaar). Het Nationaal Bestuurlijk Overleg Deltaprogramma (NBO) gaat op in de Stuurgroep Water. Het Bestuurlijk Platform Zoetwater is verantwoordelijk voor de uitwerking van voorzieningenniveaus voor alle gebieden en voor een gedragen maatregelenpakket voor een robuuster zoetwatervoorziening. De bestuurders in het bestuurlijk platform zitten er namens een zoetwaterregio en brengen een standpunt in dat regionaal bestuurlijk is afgestemd, ook de koepels en gebruikers zijn in het bestuurlijk platform vertegenwoordigd. Het Rijk is vertegenwoordigd in het bestuurlijk platform dat voorgezeten wordt door een onafhankelijk voorzitter. Het Rijk zorgt voor een afgestemde inbreng met andere relevante departementen (Economische Zaken) en met de directies binnen IenM. Het Bestuurlijk platform Ruimtelijke Adaptatie is sturend op het stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Alle bestuurlijke en maatschappelijke partners zijn verantwoordelijk voor het uitwerken van de weten, willen, werken voor klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting. De bestuurders die zitting hebben in deze stuurgroep zitten daar namens de koepels. Op 19 mei 2015 vindt een informeel bestuurlijk overleg plaats tussen de Stuurgroep Deltaprogramma en de minister om de organisatie in deze nieuwe fase te bespreken. Daarnaast wordt eind juni 2015 een informeel bestuurlijk overleg gepland over de interactie tussen het Deltaprogramma, MIRT en het HWBP. Met de staf Deltacommissaris is afgesproken om dit overleg met DGRW gezamenlijk voor te bereiden.

9 Governance van het Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie Veiligheid Programmateam Ijsselmeergebied Kust Rijnmond Drechtsteden Rivieren Rijn Programmateam Coördinatie Veiligheid Bestuurlijk Platform Kernteam Regiegroep Programmateam Programmateam Koepeloverleg Portfeuillehoudersoverleg Zoetwater Bestuurlijk Platform Bestuurlijk Overleg Gebiedsoverleg Bestuurlijk Platform Bestuurlijk Platform Rijn Maas Waddengebied ZW Delta HWBP Stuurgroep Staf Deltacommissaris Koepeldirecteuren Programmateam Regiegroep DP Waddengebied en Regionaal Overleg Kust Secretariaat Gebiedsoverleg Programmadirectie Stuurgroep Bestuurlijk Overleg Gebiedsoverleg Stuurgroep Regionaal Overleg Kust

10 ORGANISATIE Water Hoogwaterbeschermingsprogramma s In de Hoogwaterbeschermingsprogramma s voeren de waterschappen en Rijkswaterstaat maatregelen uit om de primaire waterkeringen aan de wettelijke veiligheidsnorm te laten voldoen, nu en in de toekomst. Dat doen zij op basis van een periodieke, wettelijk voorgeschreven toetsing van primaire waterkeringen. Op die manier is bekend wat de conditie van de waterkeringen is en kunnen indien nodig maatregelen genomen worden. De waterkeringen die niet aan de norm voldoen worden opgenomen in het programma. - Het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2) vloeit voort uit de zogenoemde eerste ( ) en tweede toetsronde ( ). - Het (nieuwe) Hoogwaterbeschermingsprogramma richt zich op de waterkeringen die in de derde toetsronde ( ) niet aan de normen bleken te voldoen. Prioritering van de projecten in het kader van het (nieuwe) HWBP vindt plaats op basis van de urgentie. In bestuurlijk gesprek op gebiedsniveau (in de gebiedsoverleggen van het Deltaprogramma) wordt gesproken over meekoppelen en uitwisselen op basis van het concept-programma HWBP, dat is vastgesteld door de stuurgroep HWBP. Vervolgens worden de uitkomsten van dit bestuurlijk gesprek op gebiedsniveau teruggekoppeld aan de Stuurgroep HWBP. In concreto betekent dit een advies aan de Stuurgroep HWBP over de programmering HWBP. In loopt de volgende toetsing op basis van de nieuwe veiligheidsnormen. Het HWBP is onderdeel van het Deltaprogramma. Het valt onder het uitvoeringsprogramma, het zogenaamde Deltaplan Waterveiligheid. In het HWBP werken Rijk en de Waterschappen, als de beheerders van de waterkeringen, samen op basis van de afspraken uit het Bestuursakkoord Water. Rijk (via subsidie) en waterschappen financieren de maatregelen 50/50. De minister is verantwoordelijk voor het programma en de beheerders voor de projecten. De Stuurgroep HWBP prioriteert en programmeert de projecten van het HWBP. De samenstelling van de stuurgroep is in lijn met de afspraken uit het Bestuursakkoord Water 50%-50% Waterschappen-Rijk. Uitvoering vindt plaats volgens de MIRT-spelregels (verkennings-, plan- en uitvoeringsfase). Hierbij kent het HWBP ook Projectoverstijgende Verkenningen (POV). In het HWBP wordt onderzoek niet als afzonderlijk instrument gehanteerd, MIRT Onderzoeken kunnen wel over waterveiligheidsthema s gaan. Voor de inrichting van de governance van het HWBP is het IenM-model voor de beheersing van Grote Projecten van belang (Governancemodel Grote Projecten). Het (nieuwe) HWBP is niet bestempeld als een groot project dat valt onder de Regeling Grote Projecten van de Tweede Kamer. Het HWBP-2 valt wel onder deze parlementaire projectenprocedure (evenals de Maaswerken en Ruimte voor de Rivier). Besluitvorming binnen HWBP-2 vindt plaats in een aparte stuurgroep. Rijkswaterstaat en de waterschappen hebben het voortouw bij de uitvoering.

11 ORGANISATIE Water Overstromingsrisicobeheerplannen De Europese Unie vraagt haar lidstaten om het opstellen van overstromingsrisicobeheerplannen (ORBPen). Voor het opstellen van deze plannen werken ministeries (IenM, EZ, BZK), provincies, VNG, Waterschappen en Veiligheidsregio s. samen. In de ORBPen worden bestaande doelen en maatregelen voor overstromingsrisicobeheer opgenomen. Nederland heeft vier ORBPen opgesteld: voor de stroomgebieden van de Rijn, de Maas, de Schelde en de Eems. Het Rijk is verantwoordelijk voor input vanuit het nationale beleid, de provincies coördineren de input vanuit de regionale plannen. Elk ORBP bestaat uit een internationaal deel A en een nationaal deel B. Stroomgebiedbeheerplannen Naast de structuur in het Deltaprogramma voor zoetwater, bestaan Regionale Bestuurlijke Overleggen (RBO s) die zijn ingesteld voor de uitvoering van de maatregelen die voortkomen uit de Kaderrichtlijn Water. De verbetering van de waterkwaliteit wordt uitgevoerd per deelstroomgebied (Maas, Schelde, Eems, Rijn-West, Rijn-Noord, Rijn-Midden en Rijn-Oost). In deze gebieden werken Rijkswaterstaat, provincies, waterschappen en gemeenten samen op basis van de door hen opgestelde Stroomgebiedbeheerplannen. De RBO s worden geadviseerd door regionale klankbordgroepen, waarin bedrijven en maatschappelijke organisaties zijn vertegenwoordigd. De RBO s worden voorbereid en geadviseerd door Regionale Ambtelijke Overleggen (RAO s). De organisatie van het geheel is in handen van regionale kernteams, die weer door verschillende werkgroepen kunnen worden ondersteund. De precieze organisatie kan per deelstroomgebied verschillen. Op landelijke niveau wordt aangesloten op de Stuurgroep Water. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (DGRW) coördineert het geheel en stemt af met de Europese Unie.

12 ORGANISATIE Water Sterke legitimatie en governance, heldere sectorale kern en technische oriëntatie De historie heeft de huidige cultuur van de organisaties in de waterwereld in Nederland voor een groot deel gevormd. Nederland staat bekend als de meest veilige delta ter wereld met een goede en goedkope watervoorziening, een robuuste drinkwaterlevering en degelijke afvalwater verwerking. Tegelijkertijd wordt de noodzaak om te blijven investeren breed erkend. Het draagvlak voor waterbeheer is groot. Het grote belang van de bescherming tegen overstromingen maakt dat dit onderwerp een sterke legitimatie heeft. De waterwereld heeft voornamelijk op het gebied van waterveiligheid een heldere sectorale kern, namelijk de bescherming tegen hoogwater. Dat is een verschil met bijvoorbeeld het domein van ruimtelijke ordening, waarin verschillende deelbelangen moeten worden afgewogen. Er is, in internationaal perspectief en in vergelijking met andere beleidsterreinen, relatief weinig politieke discussie in de Nederlandse waterwereld. Door de relatief sectorale oriëntatie is de watersector ook relatief technisch georiënteerd. Het beheren van het watersysteem heeft gevraagd om specifieke technische kennis. Natuurlijk als het gaat om waterkeringen, maar ook in het reguleren van het waterpeil en het voorzien in voldoende zoetwater. Daarbij is deze specifieke kennis een kracht geworden, maar neemt het ook risico s met zich mee. Een gebrek aan diversiteit in specialiteiten kan innovatie in de weg zitten, bijvoorbeeld bij de transitie van traditionele harde waterkeringen naar meer zachte natuurlijke waterkeringen. De sterke legitimatie van het waterbeheer uit zich niet alleen in een sterke fysieke infrastructuur, maar ook in een uitgebreide governance. De waterschappen nemen hierin een centrale rol in. Ze worden gekenmerkt door hun democratisch gekozen bestuur en het hieruit voortvloeiende feit dat de inkomsten afkomstig zijn uit belastingen. Daarnaast zijn de taken verdeeld over een groot aantal landelijke, regionale en lokale organisaties. De OECD roemt de governance in Nederland, met name in het breed gedragen Deltaprogramma. Het OECD is bovendien positief over de Nederlandse aanpak, waarin door een groot aantal partijen wordt meegedacht over de inrichting van het waterbeheer. Het polderen is dan ook niet toevallig een uitdrukking die afkomstig is uit de waterwereld. Tegelijkertijd is er ook kritiek op het huidige systeem, zo blijkt uit de bestuurlijke opgaven waar Nederland voor staat....

13 ONTWIKKELINGEN EN OPGAVEN Water Toenemende (Europese) aandacht voor waterkwaliteit en -beschikbaarheid Vanuit de Europese Unie wordt steeds meer ingezet op watermanagement. Verschillende richtlijnen (Kaderrichtlijn Water, Nitraatrichtlijn, Overstromingsrichtlijn) illustreren dit. Er is vanuit de Europese Unie voornamelijk toenemende aandacht voor waterkwaliteit van rivieren en zee (o.a. door de Kaderrichtlijn Mariene Strategie) en het regionale watersysteem. De ecosysteembenadering staat hierin vaak centraal. De OECD geeft aan dat dit juist onderwerpen zijn waarop Nederland traditioneel minder ambitieus is. Klimaatverandering leidt tot meer hoogwater en wateroverlast Klimaatverandering wordt in het Ontwerp Nationaal Waterplan , het Bestuursakkoord Water en in verschillende onderzoeken (o.a. OECD) erkend als belangrijke opgave. Door klimaatverandering nemen de overstromingsrisico s vanuit het buitenwater toe, is er meer risico op overlast door overbelasting van het regionale watersysteem en zal er tegelijkertijd vaker een tekort ontstaan aan zoetwater. Dit leidt tot grotere opgaves op alle aspecten van het waterbeheer. Het zal meer druk zetten op de bestaande begrotingen. Bovendien zal waterbeheer in een grotere context van klimaatadaptatie maatregelen worden bezien. Van klassieke bescherming naar een adaptieve strategie De Deltawerken zijn in 1953 opgezet om Nederland tegen het water te beschermen en investeerde in die periode voornamelijk in grootschalige infrastructuur (waterkeringen) om dit te bereiken. De afgelopen jaren is een (nog beperkte) transitie te zien waarin er minder wordt gestreden en meer wordt getracht samen te leven met het water. Programma s als Ruimte voor de rivier en ontwikkelingen waarin natuur en kustverdediging hand in hand gaan (bouwen met de natuur) kenmerken deze transitie. Ook in het Deltaprogramma is adaptatie nadrukkelijker onderdeel van de strategie. Ook de wisselwerking met ruimtelijke ordening wordt hierin opgezocht. Tegelijkertijd concludeert het PBL ook dat de waterwereld nog grotendeels sectoraal is georganiseerd en zich op sommige plekken ook terugtrekt naar de kerntaken.

14 ONTWIKKELINGEN EN OPGAVEN Water Bewustwording en betrokkenheid van burgers De legitimatie voor het nemen van maatregelen om waterveiligheid te garanderen is zoals eerder geschetst historisch gezien groot. Risico is echter dat waterveiligheid als mede andere wateraspecten - steeds meer als een vanzelfsprekendheid wordt gezien. Burgers zijn daardoor minder betrokken bij discussies over watermanagement en bovendien wordt bij ruimtelijke ontwikkelingen, zoals het ontwikkelen van vastgoed, niet altijd rekening gehouden met mogelijk hoogwater of wateroverlast. De opkomst bij waterschapsverkiezingen in relatief laag. Bewustwording onder burgers en betrokkenheid van bewoners bij wateropgaven is essentieel om draagvlak in de toekomst te garanderen. Op het gebied van waterveiligheid gebeurt dit bijvoorbeeld in het concept van meerlaagsveiligheid, waarin de bescherming door waterkeringen wordt verbonden met de ruimtelijke inrichting en het crisismanagement. Zelfredzaamheid van burgers is daarin een belangrijk thema. Ook dringt het besef steeds meer door dat voor evacuatie bij hoogwater er vooraf en tijdens de situatie veelvuldig met burgers moet worden gecommuniceerd. Op het gebied van drinkwater worden campagnes gestart om menen er bewust van te maken dat voldoende schoon en betaalbaar drinkwater geen vanzelfsprekendheid is. Bij het inrichten van het voorzieningenniveau worden watergebruikers betrokken. Vraag naar meer verantwoording en transparantie De OECD roemt Nederland om zijn governance, maar pleit ook voor meer onafhankelijke verantwoordingsmechanismen. Momenteel worden resultaten van het waterbeleid gemonitord in Water in Beeld, dat aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. Het Bestuursakkoord Water is in 2014 geëvalueerd. Daarin zijn ook benchmarks van drinkwaterbedrijven, waterschappen en gemeenten meegenomen. Ook waterschappen richten de afgelopen jaren zelfstandig rekenkamers op. Een wettelijke grondslag met bijbehorende waarborgen daarvoor ontbreekt echter nog. De vraag naar transparante informatie over prestatie en bekostiging zal verder toenemen. De opgave is volgens de OECD om deze onafhankelijke controle in te bouwen, maar niet te laten doorslaan. Teveel controle kan leiden tot een afrekencultuur waarin organisaties zich terugtrekken in hun eigen koker. Hierdoor zouden de positieve effecten van de poldercultuur verloren gaan.

15 ONTWIKKELINGEN EN OPGAVEN Water Economische prikkels Op dit moment is de allocatie van kosten van waterbeheer nog niet optimaal verspreid over degenen die er van profiteren. Hoge kosten voor waterbeheer bij ruimtelijke (vastgoed)ontwikkeling worden vaak niet door de initiatiefnemers gedragen. Kosten voor gebruik en vervuiling worden lang niet altijd direct doorberekend. Er is relatief weinig bekend over hoe financiële prikkels watergebruik kan beïnvloeden. De verdergaande urbanisatie en daarmee de toenemende verschillen tussen regio s zal het bekostigingsvraagstuk complexer maken. De OECD wijst er op dat de engineering ons veel technische kennis en een uitgebreide infrastructuur heeft gegeven, maar tegelijkertijd innovatie belemmert: de bestaande infrastructuur moet onderhouden worden en de expertise zit vooral in traditionele bescherming en minder in nieuwe oplossingen (groene infrastructuur, wetlands, ruimtelijke ordening). Bestuurlijke en juridische hervormingen Er is voorlopig geen sprake van fusering van provincies (superprovincies) en het waterbeheer blijft taak van de waterschappen. Het Ontwerp Nationaal Waterplan voorziet geen organisatorische veranderingen. Anderzijds vragen bepaalde geschetste opgaven, zoals de behoefte naar meer verantwoording en de betrokkenheid van burgers, hier wel om. Bij de waterschapsverkiezingen stemden ruim 3% blanco (t.o.v. 0,6% bij de provinciale verkiezingen), wat kan wijzen op onbekendheid met de taak van de waterschappen of protest tegen het huidige systeem. Gezien de historische trend van schaalvergroting en modernisering zijn bovendien ook in de toekomst weer veranderingen te verwachten. De grootste juridische hervorming is de komst van de Omgevingswet in Deze kan het waterdomein in een bredere context plaatsen en verbinden met bijvoorbeeld het ruimtelijke domein. In een omgevingsvisie en waterverordening kunnen gemeente en waterschap hun beheertaken op elkaar afstemmen. De minister van Infrastructuur en Milieu en de Unie van Waterschappen hebben afspraken gemaakt over het verwerken van de waterbelangen in de wet.

16 MIRT

17 HISTORIE MIRT 1993: Introductie MIT 1998: Introductie spelregels 2002: Water in MIRT (SNIP) 2004: Beheer en onderhoudsinvesteringen in MIRT 2006: MIT-manifest 2009: Onstaan MIRT Introductie Onderzoek Van MIT naar MIRT Vanaf de introductie van de Wet infrastructuurfonds in 1993 heeft het Rijk een programma om investeringen in de infrastructuur te coördineren en op elkaar af te stemmen: het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT). Sindsdien is het een vast onderdeel van de rijksbegroting. In 1998 krijgt het MIT zijn huidige vorm, er wordt een spelregelkader ontwikkeld waarin staat beschreven welke partijen welke rollen hebben en hoe een opgave van verkenning naar uitvoering wordt gebracht. Ook wordt de financiële beheersing ingericht en bepaalt hoe om te gaan met de raming van kosten en onvoorziene kostenstijgingen. Het MIT is dan een bestuurlijk gedragen, inhoudelijk samenhangend en tot en met 2010 financieel gedekt programma van infrastructuurprojecten. Om de verantwoording transparanter te maken wordt vanaf 2000 een MIT-projectenboek gemaakt, waarin feitelijke informatie is opgenomen over de projecten, de besluitvormingsfase (verkenningsfase, planstudiefase en realisatiefase) waarin deze zich bevinden en de afspraken die zijn gemaakt, inclusief de budgetten. Vanuit de ambitie om aanleg, beheer- en onderhoud meer op elkaar af te stemmen, worden in 2004 de beheer- en onderhoudsinvesteringen ook opgenomen in het MIT. In datzelfde jaar wordt de planhorizon verlengd van 2010 naar De projecten wordt verlengd van 2011 naar 2014 en er wordt daarnaast een doorkijk gegeven van 2015 naar In 2012 worden de fondsen verlengd naar In 2006 wordt door de minister van Verkeer en Waterstaat een ontwikkeling ingezet naar een MIT dat zich meer focust op brede opgaven, in plaats van op afgebakende projecten. Integraliteit en samenwerking komen centraal te staan. Het programma moet niet langer een aanbod van het Rijk en vraag van de regio zijn, maar een gezamenlijke opgave. Niet het product of resultaat is het doel, maar het effect daarvan op de leefomgeving. Infrastructuuropgaven moeten gebiedsgericht worden aangepakt. Deze ontwikkelingen zijn in lijn met het MIT-manifest Van roerei naar omelet, dat in 2006 door de PvdA, met steun van CDA, VVD en Christenunie wordt aangeboden aan de minister van Verkeer en Waterstaat. Bovendien pleit de minister voor een aanpak die niet alleen infrastructuuropgaven verbindt, maar ook de natuurlijke wisselwerking tussen infrastructuur en ruimte erkent. De opgaven van het Rijk en de opgaven van decentrale overheden moeten daarin worden verbonden, netwerkanalyses moeten in het nieuwe MIT centraal komen te staan. Dat sluit volgens de minister bovendien goed aan bij de integrale aanpak die met de Nota ruime en de Nota mobiliteit is ingezet. Ruimte wordt in 2008 in het MIT gebracht, vanaf dan is er sprake van een Meerjarenprogramma Infrastructuur én Ruimte (MIRT). In Gebiedsagenda s wordt door Rijk en regio s vanaf 2009 gezamenlijk visie en opgaven benoemd. In 2009 wordt ook het MIRT Onderzoek geïntroduceerd. MIRT onderzoeken zijn vormvrij. De spelregels van het MIRT zijn hier niet op van toepassing.

18 HISTORIE MIRT 2011: Actualisering spelregels De spelregels van het MIRT In 2002 komen waterprojecten voor het eerst in het MIT. Er wordt een Spelregelkader Natte Infrastructuur (SNIP) gemaakt. Het SNIP geldt zowel voor waterkeren als voor waterbeheer in het hoofdwatersysteem. Evenals het MIT kent het een systeem van besluitvormingsfasen. Met het nieuwe spelregelkader MIRT in 2009 vervalt het SNIP en komt de natte infrastructuur voortaan direct onder de MIRT-spelregels te vallen. In 2011 wordt het spelregelkader geactualiseerd. De aanbevelingen uit het advies van de Commissie Versnelling Besluitvorming Infrastructurele Projecten onder leiding van Elverding worden overgenomen in het spelregelkader. Er komt naar aanleiding van het advies meer nadruk te liggen op de verkenningsfase. Deze fase wordt afgesloten met een bestuurlijk gedragen voorkeursbeslissing waarin er zicht op financiering moet zijn (voor zowel aanleg als beheer en onderhoud) en verdeling tussen partijen, de voorkeursvariant, de wijze waarop de markt wordt betrokken en de beoogde realisatieperiode. Ook wordt de terminologie gestroomlijnd om meer eenduidigheid te creëren in de steeds bredere scope van het programma. Naar aanleiding van de evaluatie baten-lastendienst Rijkswaterstaat krijgt de Life Cycle Cost systematiek een plek in het MIRT. Verder worden enkele wijzigingen in de Tracéwet verwerkt. Ook de vernatting van het programma zet door, in de Ministeriële Stuurgroep Deltaprogramma van 1 april 2009 wordt besloten het MIRTspelregelkader als uitgangspunt te hanteren voor activiteiten die onder het Deltaprogramma vallen.

19 ORGANISATIE MIRT Bouwstenen van het MIRT Voor het Rijk is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) het kader dat de ruimtelijke, water- en mobiliteitsopgaven voor Nederland richting 2040 benoemt en de focus bepaalt voor acties en investeringen. Het Rijk investeert in projecten die bijdragen aan een betere bereikbaarheid van de gebieden met de grootste economische verdiencapaciteit. En door infrastructuur, bescherming tegen overstromingen, waterbeheer en ruimtelijke ontwikkeling in onderlinge samenhang te bekijken, wordt gelijktijdig aan een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland gewerkt. Ruimte en middelen zijn schaars in Nederland en is er in bepaalde gebieden sprake van een opeenstapeling van opgaven. Daarom moet goed gekeken worden hoe deze ruimte het beste in te richten is. Daar is een gezamenlijk beeld van de opgaven in een specifiek gebied voor nodig. Het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) gaat over de financiële investeringen in deze integrale, gezamenlijke oplossingen (programma s en projecten). De Gebiedsagenda s, de bestuurlijke overleggen MIRT, het Spelregelkader, MIRT Onderzoeken en het projectenoverzicht zijn centrale elementen in het programma. Gebiedsagenda s per regio De gebiedsagenda s zijn de basis voor het gezamenlijk werken aan opgaven. De agenda bevat een gezamenlijke visie en de door Rijk en regio samen geïdentificeerde opgave(n) van een gebied waarin integrale samenwerking nodig wordt geacht. Het Rijk en de decentrale overheden hebben eind 2009 per MIRT-regio een gebiedsagenda vastgesteld. Bijna al deze gebiedsagenda s zijn eind 2013 geactualiseerd. Het gaat om gebiedsagenda s voor de regio s Noord-Holland - Utrecht - Flevoland, Noord-Nederland, Oost-Nederland, Zuidvleugel, Zuidwestelijke Delta, Brabant en Limburg.. Een gebiedsagenda bestaat grosso modo uit twee delen. Deel één beschrijft de visie en ontwikkelrichting van de betreffende regio, inclusief daaruit voortvloeiende majeure opgaven. Het tweede deel betreft de uitwerking van deze opgaven: welke mogelijke programma s en projecten kunnen nu of in de toekomst bijdragen aan het invullen van de opgaven? Elke partij doet mee vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid en belang zoals deze voortkomt uit het eigen beleidskader en heeft daarbij te maken met zijn eigen politieke en bestuurlijke realiteit. Bestuurlijke overleggen MIRT De besluitvorming over de vraag bij welke opgaven welke oplossing gekozen wordt, gebeurt in samenspraak tussen Rijk en regio in de per MIRT-regio te organiseren jaarlijkse bestuurlijke overleggen MIRT (BO MIRT). Hierin sluiten de minister en staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, eventueel andere betrokken bewindspersonen, de verantwoordelijke gedeputeerden, wethouders en andere regionale en lokale partijen aan. Er moet sprake zijn van een rijksbelang, besluiten waar alleen regionale partijen bij betrokken zijn, komen niet op de MIRT-tafel. De minister meldt de Tweede Kamer wat er in de bestuurlijke overleggen is besproken en besloten. Sinds 2015 worden de BO MIRT in de regio s op locatie georganiseerd. Vaak wordt dit gecombineerd met een werkbezoek gekoppeld aan een specifieke opgave in een gebied.

20 ORGANISATIE MIRT Spelregels Om de besluitvorming en procesgang in het MIRT inzichtelijk te maken, zijn de spelregels van het MIRT opgesteld. Hierin staat beschreven wat de taken en rollen van partijen zijn, alsmede de besluitvormingsvereisten bij het Rijk om te komen tot een beslissing over een eventuele financiële rijksbijdrage. De spelregels schetsen het proces dat een opgave dan wel project/programma doorloopt van verkenning, planuitwerking tot en met realisatie, inclusief de bijbehorende vier beslismomenten. Er worden vier beslismomenten onderscheiden, te weten start-, voorkeurs-, projecten opleverings- beslissing. Het doel hiervan is om te verantwoorden hoe de beslissing tot stand is gekomen, wat de beslissing inhoudelijk bevat en wat het eventuele vervolgtraject is. Per beslismoment dient te worden voldaan aan het bijbehorende informatieprofiel, waar wordt ingegaan op de opgave/probleemanalyse, oplossingsrichtingen, betrokken partijen, financiën, besluitvorming en aanpak vervolg. De spelregels werken daarbij als een zeef. Er is, uitgezonderd de opleveringsbeslissing, geen automatische doorstroming van een project van de ene naar de volgende fase. Per fase wordt een expliciete beslissing genomen over het wel of niet (blijven) opnemen van het project in het MIRT. kunnen verschillende (deel)projecten in een gebied tot stand komen. Een gezamenlijke uitvoeringsstrategie moet er dan voor zorgen dat de samenhang op gebiedsniveau bewaakt wordt. Naast de MIRT-fasen kan er sprake zijn van een MIRT Onderzoek. Een dergelijk onderzoek is er ofwel op gericht een opgave of ontwikkelrichting nader te concretiseren, ofwel om een integrale gebiedsontwikkeling uitvoeringsgereed te maken. Het is echter géén eerste stap op weg naar een beslissing over een eventuele rijksinvestering. De uitkomst van een MIRT Onderzoek kan via aanscherping van de gebiedsagenda én na besluitvorming (conform de Spelregels van het MIRT) in een bestuurlijk overleg aanleiding zijn om voor een bepaalde (set van) opgave(-n) een MIRT Verkenning te starten. MIRT Onderzoek Er worden twee typen MIRT Onderzoeken onderscheiden. Een MIRT onderzoek kan betrekking hebben op ruimtelijke opgaven/ ontwikkelrichtingen op de middellange of lange termijn die een mogelijke rijksbetrokkenheid vereisen. Het doel van een MIRT onderzoek in dit kader is om de opgave of ontwikkelrichting nader te concretiseren qua inhoudelijke scope, geografische omvang, tijd en/of doel. Daarnaast kan een MIRT onderzoek betrekking hebben op reeds lopende gebiedsontwikkelingsprojecten. Het doel van een MIRT onderzoek in dit kader is het zodanig concretiseren en uitvoeringsgereed maken van de betreffende gebiedsontwikkeling dat er bestuurlijk vervolgafspraken kunnen worden gemaakt over de verdere uitvoering. Belangrijk is dat de uitkomst van een MIRT onderzoek, in tegenstelling tot een MIRT verkenning, niet leidt tot een besluit over een mogelijke rijksinvestering. Een MIRT onderzoek is dus géén eerste stap op weg naar een beslissing over een mogelijke rijksinvestering. De uitkomst van een MIRT onderzoek kan, via de aanscherping van de gebiedsagenda én na besluitvorming in een bestuurlijk overleg, aanleiding zijn om voor een bepaald onderdeel een MIRT verkenning te starten. Een MIRT Onderzoek bestaat uit een kwartiermakerfase, probleemanalyse, oplossingsrichtingen en vervolgafspraken. Verder is het MIRT Onderzoek in grote mate vormvrij. MIRT (Projecten)overzicht In het MIRT overzicht (voor 2015 het MIRT-Projectenboek) worden de lopende en de recent gerealiseerde projecten beschreven. Het wordt tezamen met de begroting, het Infrastructuurfonds en het Deltafonds meegestuurd naar de Tweede Kamer. Op de afzonderlijke projectbladen worden, voor zover relevant, de volgende onderdelen beschreven: opgave, oplossing, inpassing, planning, financiën, politiek/bestuurlijk, financiën, uitvoering, file top 50, projecthistorie en toelichting op de wijzigingen.

21 ORGANISATIE MIRT Samenwerking en verantwoording In de beginjaren van het MI(R)T moest op rijksniveau worden samengewerkt tussen het ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), het ministerie van Verkeer en Waterstaat (VenW) en in mindere mate met het ministerie van Economische Zaken (EZ), het ministerie van Landbouw Visserij en Voedselkwaliteit (LNV) en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Door het opgaan van VenW en VROM in het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) en het opgaan van LNV in EZ is het speelveld op rijksniveau overzichtelijker geworden. Binnen IenM, Directoraat-Generaal Ruimte en Water (DGRW), directie Gebieden en Projecten (GenP) is de afdeling MIRT verantwoordelijk voor de coördinatie van het MIRT. Bij de afdeling MIRT werken veelal ook de gebiedsteamtrekkers. Elke MIRTregio heeft een verantwoordelijk gebiedsteamtrekker die de integrale activiteiten in de regio coördineert en het betreffende BO voorbereid. Veel besluitvormingspunten worden voorbereid in Rijk-regio overleggen per sector of project. Binnen de projecten wordt afhankelijk van de opgave samengewerkt door diverse overheden (provincies, stadsregio s, gemeenten, waterschappen, etc.), maatschappelijke partijen, private partijen en kennisinstellingen. In sommige projecten wordt de uitvoering (deels) belegd bij private partijen. In de verkenningsfase wordt met een marktscan onderzocht bij welk van de onderzochte alternatieven samenwerking met de markt de meeste toegevoegde waarde heeft. Na het nemen van de voorkeursbeslissing, in de planuitwerkingsfase, wordt de Public-Private-Comparator (PPC) toegepast. Hieruit blijkt of samenwerking met een private partij meerwaarde heeft, boven het zelfstandig uitvoeren van het project door de overheid. Nationale MIRT-opgaven 2015 Bron: MIRT Projectenoverzicht 2015

22 ORGANISATIE MIRT Financiering Het grootste deel van de middelen voor de uitvoering van het MIRT komt uit algemene middelen. Het Infrastructuurfonds en het Deltafonds worden gevoed vanuit de algemene middelen uit Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting. De totale omvang van het MIRT is circa 7,25 miljard in ,89 miljard komt uit het Infrastructuurfonds, 1,36 miljard uit het Deltafonds. Uit het Infrastructuurfonds is 2,3 miljard beschikbaar voor het hoofdwegennet en 2,4 miljard voor het spoor. Daarnaast is geld beschikbaar voor het hoofdvaarwegennet en de regionale/lokale infrastructuur. Bij hoofdinfrastructuur die volledig door het Rijk wordt bekostigd, betaalt het Rijk in beginsel enkel de kosten van ruimtelijke inpassingen die rechtstreeks voortvloeien uit de wettelijke eisen. De decentrale overheden zijn verantwoordelijk voor de overige kosten van ruimtelijke inpassingen indien zij deze wensen. Bij maatschappelijk rendabele inpassingsmaatregelen kan het Rijk ontwikkelingen door decentrale overheden en/of private partijen cofinancieren. In overleg in de regio s kan worden besloten om een project versneld uit te voeren. De partij die wil versnellen moet dan de kosten van de benodigde voorfinanciering dragen. In beginsel moet voor een versnelling een ander project vertraagd worden, zodat uitvoering binnen het saldo blijft. Als de voorfinanciering echter door een private partij wordt gedragen, zoals vaak bij publiek-private-samenwerkingen en Design Build Finance and Maintain-contracten, is dat niet noodzakelijk.

23 ORGANISATIE MIRT Heldere spelregels, gebiedsgerichte benadering en verbinden van de lange- en korte termijn Het MIRT kenmerkt zich door de heldere fasering met bijbehorende besluitvormingsfasen. Het geeft duidelijkheid over de financiering en planning van projecten. Dit geldt vooral vanaf het moment dat een verkenning wordt gestart. De gebiedsagenda s zijn de basis voor het werken aan opgaven en de selectie van projecten. Tijdens het bestuurlijk overleg MIRT worden onderwerpen besproken en besluiten genomen over de start van bijvoorbeeld een MIRT onderzoek en/of verkenning. De agenda s voor de BO s MIRT worden door Rijk en regio gezamenlijk opgesteld. Het MIRT staat ook voor een gebiedsgerichte benadering. De Gebiedsagenda s en BO MIRT zijn bedoeld om opgaven te verbinden. De spelregels lenen zich echter ook voor een sectorale aanpak van projecten. In het MIRT worden langetermijn verbonden met maatregelen op korte- en middellange termijn. De uitgaven in het Infrastructuur- en Deltafonds zijn vastgelegd tot en met Tegelijkertijd wordt er een doorkijk gegeven naar de langere termijn (in de Gebiedsagenda s) en is er ruimte voor versnelling en vertraging van projecten....

24 ONTWIKKELINGEN EN OPGAVEN MIRT Reflectie op het MIRT In 2014 heeft een reflectie op het MIRT plaatsgevonden. In de reflectie wordt geconcludeerd dat het MIRT de oorspronkelijke functie als rijksinvesteringsprogramma voor infrastructuur naar behoren invult. De heldere besluitvormingskaders, de integraliteit van de Gebiedsagenda s, de spelregels, het projectenboek en de samenwerking in de regio worden als positief beoordeeld. De inhoudelijke en bestuurlijke samenhang die met het ontstaan van het MIRT is geambieerd komt echter nog niet volledig uit de verf. Er is behoefte aan het herijken van het doel, de scope en de agenda van het MIRT. De interne afstemming binnen het Rijk, de interdepartementale samenwerking en de samenwerking met de regio kunnen een stap verder worden gebracht. De Gebiedsagenda kan consistenter worden gekoppeld aan de BO MIRT. Bovendien wordt geconcludeerd dat de heldere spelregels veel houvast bieden, maar in sommige gevallen flexibiliteit missen. Vernieuwing van het MIRT De opgaven die uit de evaluatie van het MIRT voortvloeien worden opgepakt in de vernieuwing van het MIRT. Dit is een gezamenlijk programma van Rijk en regio met een looptijd van twee jaar tot eind Het programma is opgebouwd aan de hand van drie pijlers: - Brede blik: vraagstukken benaderen vanuit de opgaven in plaats van de oplossingen (projecten) en uitgaan van een gebiedsgerichte benadering daar waar dat nodig is. - Maatwerk bieden in besluitvorming, spelregels en procedures om in te spelen op veranderende omstandigheden en kansen. Op maat besluiten door korte termijn beslissingen te verbinden aan lange termijn opgaven (adaptief programmeren) en slim om te gaan met onzekerheden, kansen en veranderende omstandigheden. - Samenwerken: het gebruik van beproefde en nieuwe vormen van samenwerking tussen overheden op basis van gelijkwaardigheid en van overheden met maatschappelijke partners en marktpartijen. De vernieuwing van het MIRT heeft betrekking op alle onderdelen van het MIRT: van Gebiedsagenda, MIRT-onderzoek en MIRT-verkenning tot planuitwerking, realisatie, beheer en onderhoud, het MIRT projectenoverzicht en de (bestuurlijke) MIRToverleggen. Wanneer dit zinvol blijkt zullen de spelregels in dit verband worden geactualiseerd.

Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE

Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE Rond het verbinden van water en ruimte zijn al veel stappen gezet. In het kader van de Vernieuwing van het MIRT is door Rijk, provincies en waterschappen

Nadere informatie

Veiligheid primaire waterkeringen,

Veiligheid primaire waterkeringen, Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Met de Verlengde derde toetsing

Nadere informatie

Deltaprogramma 2014. Bijlage F. Bestuurlijke Planning DP2015

Deltaprogramma 2014. Bijlage F. Bestuurlijke Planning DP2015 Deltaprogramma 2014 Bijlage F Bestuurlijke Planning DP2015 Deltaprogramma 2014 Bijlage F Bestuurlijke Planning DP2015 Deltaprogramma 2014 Bijlage F 2 Bestuurlijke planning In deze bijlage is de bestuurlijke

Nadere informatie

Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering. Intentieverklaring

Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering. Intentieverklaring Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering Intentieverklaring Deltawet (2011) Deltaprogramma met deelprogramma s Deltafonds Een pot geld Deltacommissaris Wim Kuijken Deltabeslissingen Deltaprogramma

Nadere informatie

Deltaprogramma: het werk aan onze delta is nooit af. Katja Portegies Staf Deltacommissaris 11 juni 2014

Deltaprogramma: het werk aan onze delta is nooit af. Katja Portegies Staf Deltacommissaris 11 juni 2014 Deltaprogramma: het werk aan onze delta is nooit af Katja Portegies Staf Deltacommissaris 11 juni 2014 1 Tot 6.70 m. onder zeeniveau 60% overstroombaar gebied, daar wonen ongeveer 9 miljoen mensen met

Nadere informatie

Deltaprogramma. De programmatische aanpak om Nederland veilig en leefbaar te houden. Onze delta. Uitdagingen. Kern Deltaprogramma

Deltaprogramma. De programmatische aanpak om Nederland veilig en leefbaar te houden. Onze delta. Uitdagingen. Kern Deltaprogramma Deltaprogramma De programmatische aanpak om Nederland veilig en leefbaar te houden Bart Parmet 5 februari 2015 1 Onze delta 60% overstroombaar, 9 miljoen mensen, 2/3e BNP, 16% economie afh. zoetwater Uitdagingen

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Ontwikkeling MIRT. Totstandkoming MIRT. MIRT als samenhangend investeringsprogramma

Ontwikkeling MIRT. Totstandkoming MIRT. MIRT als samenhangend investeringsprogramma Ontwikkeling MIRT Totstandkoming MIRT MIRT als samenhangend investerings programma Onderdelen MIRT Beleidsterreinen MIRT Projectenboek nieuwe stijl, leeswijzer Gerealiseerde projecten 2010 Totstandkoming

Nadere informatie

Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie

Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie Het Deltaprogramma: een nieuwe aanpak Een goede kwaliteit van de leefomgeving is een basisvoorwaarde voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 604 Wet van 1 december 2011 tot wijziging van de Waterwet en de Wet Infrastructuurfonds in verband met de bescherming tegen overstromingen en

Nadere informatie

Het Deltaprogramma. Nederland op orde: vandaag en morgen. Wim Kuijken / Bart Parmet. 7 december 2012 KNAG-Onderwijsdag

Het Deltaprogramma. Nederland op orde: vandaag en morgen. Wim Kuijken / Bart Parmet. 7 december 2012 KNAG-Onderwijsdag Het Deltaprogramma Nederland op orde: vandaag en morgen Wim Kuijken / Bart Parmet 7 december 2012 KNAG-Onderwijsdag Het Deltaprogramma Nationaal programma voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening 2

Nadere informatie

Dijken versterken en rivieren verruimen

Dijken versterken en rivieren verruimen Dijken versterken en rivieren verruimen Josan Tielen Rijkswaterstaat Water, Verkeer & Leefomgeving Waterveiligheid in Nederland Al eeuwen bescherming door dijken Waterveiligheid geregeld bij wet Sinds

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater. Emissiesymposium 6 april 2017

Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater. Emissiesymposium 6 april 2017 Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater Emissiesymposium 6 april 2017 1 Ministerie van 11 april Infrastructuur 2017 en Milieu Waarom een Delta-aanpak? Waterkwaliteit is verbeterd, maar nog niet voldoende

Nadere informatie

Bijlage 2: Werkwijze (DM ) Werkwijze voor de zoetwaterprogrammering (versie, 13 mei 2015) A. Begrippenkader

Bijlage 2: Werkwijze (DM ) Werkwijze voor de zoetwaterprogrammering (versie, 13 mei 2015) A. Begrippenkader Bijlage 2: Werkwijze (DM 930101) Werkwijze voor de zoetwaterprogrammering (versie, 13 mei 2015) A. Begrippenkader Amendement Verzoek tot aanpassing van het budget van een van de onderdelen (project, programma,

Nadere informatie

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Voorstellen Waterschap Hollandse Delta John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Waterschap Hollandse Delta Dynamiek in de Delta [2] Inhoud De taken van het waterschap De dynamiek in de tijd Een dynamische

Nadere informatie

Onderzoek naar de mogelijke meerwaarde in de verbinding tussen water en MIRT

Onderzoek naar de mogelijke meerwaarde in de verbinding tussen water en MIRT Onderzoek naar de mogelijke meerwaarde in de verbinding tussen water en MIRT Redeneerlijn 15 juni 2015, eindconcept t.b.v. werkgroep meerwaarde water en MIRT In het kader van de Vernieuwing van het Meerjarenprogramma

Nadere informatie

Deltaprogramma Rivieren. Samenvating. Plan van Aanpak

Deltaprogramma Rivieren. Samenvating. Plan van Aanpak Samenvating Plan van Aanpak Deelprogramma Rivieren In de afgelopen eeuwen hebben de rivieren steeds minder ruimte gekregen, omdat we ruimte nodig hadden voor wonen, werken en recreëren. Rivieren zijn bedijkt,

Nadere informatie

Deltaprogramma Bijlage H. Vervangingsopgave Nate Kunstwerken

Deltaprogramma Bijlage H. Vervangingsopgave Nate Kunstwerken Deltaprogramma 2013 Bijlage H Vervangingsopgave Nate Kunstwerken 2 Deltaprogramma 2013 Bijlage H Bijlage H Vervangingsopgave Nate Kunstwerken Achtergrond Er is in het verleden veel geïnvesteerd in de aanleg

Nadere informatie

Zesde Nationaal Deltacongres

Zesde Nationaal Deltacongres Programma en aanmelden Zesde Nationaal Deltacongres Werk aan de delta En nu begint het pas echt Donderdag 5 november 2015 1931 Congrescentrum Brabanthallen s-hertogenbosch Programma Vanaf 09.00 uur Registratie

Nadere informatie

BESTUURS AKKOORD KLIMAAT. ADAPTATIE 20 november Bestuursakkoord klimaatadaptatie 3

BESTUURS AKKOORD KLIMAAT. ADAPTATIE 20 november Bestuursakkoord klimaatadaptatie 3 BESTUURS AKKOORD KLIMAAT ADAPTATIE 20 november 2018 Bestuursakkoord klimaatadaptatie 3 7 ambities voor een waterrobuuste en klimaatbestendige inrichting van Nederland Kwetsbaarheid in beeld brengen Uitvoeringsagenda

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64 Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 64 Haarlem, 17 augustus 2004 Onderwerp: Agenda Provinciaal Waterplan Bijlagen: - ontwerpbesluit - procesplanning provinciaal waterplan - op weg naar een

Nadere informatie

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d B i j l a g e 1 : Beleidskader water Europees waterbeleid Kaderrichtlijn Water (KRW) De kaderrichtlijn Water richt zich op de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater.

Nadere informatie

evaluatierapport Op Peil dat was meegestuurd met kabinetsreactie van 1 juli 2016 (Kamerstuk 34513, nr. 1).

evaluatierapport Op Peil dat was meegestuurd met kabinetsreactie van 1 juli 2016 (Kamerstuk 34513, nr. 1). > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Deltaprogramma Rivieren. Stand van zaken. 16 februari 2012

Deltaprogramma Rivieren. Stand van zaken. 16 februari 2012 Deltaprogramma Rivieren Stand van zaken 16 februari 2012 Deltaprogramma Nationaal Deltaprogramma Februari 2010: Deltaprogramma van start Deltaprogramma Deltaprogramma Doel (2100) Beschermd tegen hoogwater

Nadere informatie

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 13 juni 2017 Portefeuillehouder: Bom - Lemstra, AW Uiterlijke beslistermijn: n.v.t. Behandeld ambtenaar : mw L.G.J van Westbroek E-mailadres: lgj.van.westbroek@pzh.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid. Waterveiligheid buitendijks

Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid. Waterveiligheid buitendijks Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid Waterveiligheid buitendijks In ons land wonen ruim 100.000 mensen buitendijks langs de rivieren, de grote meren en de kust. Zij wonen aan de waterzijde

Nadere informatie

Geel in omgevingsvisies

Geel in omgevingsvisies Geel in omgevingsvisies De RWS-bijdrage aan de nationale, provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies Peter Harmsen Adviseur ruimtelijke ontwikkelingen Waar zijn we van? 2 RWS BEDRIJFSINFORMATIE Duurzame

Nadere informatie

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 3 Samenwerkingsovereenkomst

Nadere informatie

Statenvoorstel. Weerkrachtig Zuid-Holland, Adaptatiestrategie voor een klimaatbestendig Zuid-Holland

Statenvoorstel. Weerkrachtig Zuid-Holland, Adaptatiestrategie voor een klimaatbestendig Zuid-Holland Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 11 december 2018 Portefeuillehouder: Janssen, RA Uiterlijke beslistermijn: n.v.t. Documentnummer: PZH-2018-670832850 Onderwerp Weerkrachtig Zuid-Holland, Adaptatiestrategie

Nadere informatie

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren Water in Tiel Waterbeleid Tiel en Waterschap Rivierenland Water en Nederland zijn onafscheidelijk. Eigenlijk geldt hetzelfde voor water en Tiel, met de ligging langs de Waal, het Amsterdam Rijnkanaal en

Nadere informatie

Klimaatverandering. Een brede maatschappelijke opgave. Kasper Spaan

Klimaatverandering. Een brede maatschappelijke opgave. Kasper Spaan Klimaatverandering Een brede maatschappelijke opgave Kasper Spaan Water governance 2015 1 Nationale overheid 10 Drinkwaterbedrijven 12 Provincieën 24 Waterschappen 393 Gemeenten Ruimtelijke adaptatie Gemeente

Nadere informatie

Bijlage Beleidsreactie beleidsdoorlichting artikel 11 van Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting.

Bijlage Beleidsreactie beleidsdoorlichting artikel 11 van Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting. Bijlage Beleidsreactie beleidsdoorlichting artikel 11 van Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting. De beleidsdoorlichting is uitgevoerd door Berenschot. Dhr. Dr. A. van Buuren van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

Dijken versterken en rivieren verruimen

Dijken versterken en rivieren verruimen Dijken versterken en rivieren verruimen Arno de Kruif (RWS-WVL) Waterveiligheid in Nederland Nederland al honderden jaren door dijken beschermd Waterveiligheid geregeld in de wet Toetsen of dijken nog

Nadere informatie

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Deltaprogramma Waddengebied Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Colofon Deltaprogramma Waddengebied Nieuwe Uitleg 1 Den Haag PROBLEEMANALYSE DELTAPROGRAMMA WADDEN Datum 10 augustus 2011 Status

Nadere informatie

IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving

IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving 16 september 2014-15:25 Het ministerie van Infrastructuur en Milieu besteedt in 2015 9,2 miljard euro aan een gezond, duurzaam

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 142 Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet Nr. 47 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG T 070-456 00 00 F 070-456 11 11 Datum 4 september 2018 Onderwerp

Nadere informatie

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen Blad 2 van 6 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Huidige situatie; wat is er al bereikt?... 4

Nadere informatie

Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen

Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen B i j l a g e 2 : G e l d e n d w a t e r b e l e i d Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen Inhoudsopgave Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen 1 Inhoudsopgave 1 1 Europees Waterbeleid

Nadere informatie

Deltaprogramma Het nationale programma voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening

Deltaprogramma Het nationale programma voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening Deltaprogramma Het nationale programma voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening 2 e bestuurlijke consultatieronde Deltaprogramma: Hoe houden we de delta veilig en zorgen we voor voldoende zoetwater?

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1674 10 januari 2019 Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 9 januari 2019, nr. IENW/BSK-2018/118854,

Nadere informatie

Aan: de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat J.C. Huizinga-Heringa Ministerie van Verkeer en Waterstaat Postbus EX Den Haag

Aan: de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat J.C. Huizinga-Heringa Ministerie van Verkeer en Waterstaat Postbus EX Den Haag Aan: de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat J.C. Huizinga-Heringa Ministerie van Verkeer en Waterstaat Postbus 20901 2500 EX Den Haag Datum 28 augustus 2009 Inlichtingen bij Pieter de Jong Uw kenmerk

Nadere informatie

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND WERK ALS ÉÉN OVERHEID De fysieke en sociale leefomgeving van Nederland gaan de komende decennia ingrijpend veranderen. Transities in de energievoorziening, de landbouw,

Nadere informatie

De klimaatbestendige stad: hoe doe je dat?

De klimaatbestendige stad: hoe doe je dat? De klimaatbestendige stad: hoe doe je dat? De klimaatbestendige stad Klimaatadaptatie van stedelijk gebied staat sinds kort prominent op de publieke agenda. Op Prinsjes dag heeft het kabinet de Deltabeslissing

Nadere informatie

Overleg Infrastructuur en Milieu Voorziter mevrouw I.R. Adema p/a Plesmanweg JG Den Haag

Overleg Infrastructuur en Milieu Voorziter mevrouw I.R. Adema p/a Plesmanweg JG Den Haag > Retouradres Postbus 90653 2509 LR Den Haag Overleg Infrastructuur en Milieu Voorziter mevrouw I.R. Adema p/a Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Herengracht 17-19 Den Haag Postbus 90653 2509 LR Den Haag

Nadere informatie

Resultaten Survey Deltaprogramma

Resultaten Survey Deltaprogramma Resultaten Survey Deltaprogramma Januari 2014 Auteurs Jitske Verkerk, M.Sc., Promovendus, Erasmus Universiteit Rotterdam Dr. Arwin van Buuren, Universitair Hoofdocent Bestuurskunde, Erasmus Universiteit

Nadere informatie

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking

Nadere informatie

Nieuwe veiligheidsnormen in relatie tot de Omgevingswet. Richard Jorissen

Nieuwe veiligheidsnormen in relatie tot de Omgevingswet. Richard Jorissen Nieuwe veiligheidsnormen in relatie tot de Omgevingswet Richard Jorissen Hoogwaterbeschermingsprogramma Onderdeel Deltaprogramma Jaarlijks voortrollend programma Alliantie Rijk-waterschappen Gezamenlijke

Nadere informatie

Waarom is het plan dat de Unie van Waterschappen nu voorlegt aan de staatssecretaris een deugdelijk en goed plan voor het toekomstig waterbeheer?

Waarom is het plan dat de Unie van Waterschappen nu voorlegt aan de staatssecretaris een deugdelijk en goed plan voor het toekomstig waterbeheer? Nederland waterland, Nederland waterschapsland Kernboodschap De waterschappen zijn gericht op de toekomst. Daarom hebben zij in het licht van de klimaatverandering en de economische crisis een plan gemaakt

Nadere informatie

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen. Nummer Onderwerp : B-3.11.2008 : Beslisnota Kaderrichtlijn Water Korte inhoud : Water Beheer 21 e eeuw, 2008, Schoon en gezond water in Noord-Nederland 1. Implementatie Europese Kaderrichtlijn Water in

Nadere informatie

Deltaprogramma Bijlage C. Weergave bestuurlijke planning

Deltaprogramma Bijlage C. Weergave bestuurlijke planning Deltaprogramma 2013 Bijlage C Weergave bestuurlijke planning 2 Deltaprogramma 2013 Bijlage C Bijlage C Schematische weergave bestuurlijke planning Deltaprogramma 2013 Bijlage C 9 Bijlage 5: schematische

Nadere informatie

Infrastructuurmonitor. Analyse voortgang projecten Infrastructuurfonds en Deltafonds 2016

Infrastructuurmonitor. Analyse voortgang projecten Infrastructuurfonds en Deltafonds 2016 Infrastructuurmonitor Analyse voortgang projecten Infrastructuurfonds en Deltafonds 216 Infrastructuurmonitor Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de

Nadere informatie

BIJLAGE 4 INSTELLINGSBESLUIT NATIONAAL COÖRDINATOR GRONINGEN

BIJLAGE 4 INSTELLINGSBESLUIT NATIONAAL COÖRDINATOR GRONINGEN BIJLAGE 4 INSTELLINGSBESLUIT NATIONAAL COÖRDINATOR GRONINGEN Besluit van de Minister van Economische Zaken van 1 mei 2015, nr. WJZ/15057631, tot instelling van de Nationaal Coördinator Groningen en de

Nadere informatie

Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid. Jaar van de Ruimte VvG congres 12 november Nathalie Harrems

Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid. Jaar van de Ruimte VvG congres 12 november Nathalie Harrems Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid Jaar van de Ruimte 2015 VvG congres 12 november 2014 Nathalie Harrems Directie Ruimtelijke Ontwikkeling Wat is er aan de hand? Tijdperk van de

Nadere informatie

Infrastructuurmonitor. Analyse voortgang projecten Infrastructuurfonds en Deltafonds 2017

Infrastructuurmonitor. Analyse voortgang projecten Infrastructuurfonds en Deltafonds 2017 Infrastructuurmonitor Analyse voortgang projecten Infrastructuurfonds en Deltafonds 217 Infrastructuurmonitor Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de

Nadere informatie

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie Regionale Energie Strategie Regionaal samenwerken voor realisatie van de Klimaatopgave Een historische opgave Om de opwarming van de aarde te beteugelen, zijn drastische maatregelen nodig. Dit jaar wordt

Nadere informatie

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie Regionale Energie Strategie Regionaal samenwerken voor realisatie van de Klimaatopgave Een historische opgave Om de opwarming van de aarde te beteugelen, zijn drastische maatregelen nodig. Dit jaar wordt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 29 697 Gebiedsgerichte economische perspectieven en Regionaal Economisch Beleid Nr. 48 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Nadere informatie

Invoering Omgevingswet

Invoering Omgevingswet Invoering Omgevingswet Projectplan Versie 1.2 Datum: 19-09-2016 Opsteller: Linda Roeterink Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Projectomschrijving... 2 2.1. Aanleiding... 2 2.2. Totstandkoming projectplan... 2

Nadere informatie

Europese richtlijn overstromingsrisico s (ROR) Overstromingsrisico s in plannen en op de kaart

Europese richtlijn overstromingsrisico s (ROR) Overstromingsrisico s in plannen en op de kaart Europese richtlijn overstromingsrisico s (ROR) Overstromingsrisico s in plannen en op de kaart Europese richtlijn overstromingsrisico s Overstromingsrisico s in plannen en op de kaart Richtlijn overstromingsrisico

Nadere informatie

AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR

AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR 20 AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR ECONOMISCHE STRUCTUURVERSTERKING KOERS NOORD: OP WEG NAAR

Nadere informatie

Samenwerking in de waterketen Het landelijk kernteam samenwaw. Ruud van Esch

Samenwerking in de waterketen Het landelijk kernteam samenwaw. Ruud van Esch Samenwerking in de waterketen Het landelijk kernteam samenwaw Ruud van Esch Lid kernteam samenwerking waterketen namens UvW Beleidsadviseur waterketen en circulaire economie Inhoud presentatie Bestuursakkoord

Nadere informatie

ADVIES KLANKBORDGROEP RIJN- WEST AAN REGIONAAL BESTUURLIJK OVERLEG inzake opzet en inhoud gebiedsprocessen, op weg naar 2e Stroomgebiedbeheerplan

ADVIES KLANKBORDGROEP RIJN- WEST AAN REGIONAAL BESTUURLIJK OVERLEG inzake opzet en inhoud gebiedsprocessen, op weg naar 2e Stroomgebiedbeheerplan ADVIES KLANKBORDGROEP RIJN- WEST AAN REGIONAAL BESTUURLIJK OVERLEG inzake opzet en inhoud gebiedsprocessen, op weg naar 2e Stroomgebiedbeheerplan Inleiding Het RBO Rijn- West heeft procesafspraken gemaakt

Nadere informatie

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden Veilig, mooi en betaalbaar met maatwerk Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden Bestuurlijke consultatie December 2013 - februari 2014 15 januari 2014 Ministerie I en M Doel presentatie Informeren over hoofdlijnen

Nadere informatie

ater & R ui u m i t m e i n i n B raba b nt regi g on o a n le a fs f te t mming n g e n n s amenw n erking

ater & R ui u m i t m e i n i n B raba b nt regi g on o a n le a fs f te t mming n g e n n s amenw n erking Water & Ruimte in Brabant regionale afstemming en samenwerking en betrokkenheid bij ruimtelijke kwaliteit Leergemeenschap Regio West 2 februari 2012 Opzet 1. Ontwikkelingen op het landelijke speelveld

Nadere informatie

Financiële vertaling Profiel provincies

Financiële vertaling Profiel provincies Financiële vertaling Profiel provincies De provincies leveren al een forse bijdrage aan het op orde brengen van de overheidsfinanciën. In de periode 2008-2011 wordt jaarlijks 200 miljoen euro bijgedragen

Nadere informatie

Spelregels van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT)

Spelregels van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) Spelregels van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) Voorwoord Voor u liggen de geactualiseerde Spelregels van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport, de

Nadere informatie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus 20904 2500 EX Den Haag Adviescommissie Water Z.K.H. de Prins van Oranje pla secretariaat van de Adviescommissie Water Postbus 20904 2500 EX Den Haag Directoraat-Generaal Ruimte en

Nadere informatie

SPOORBOEKJE Bestuurlijke Besluitvorming. MIRT Verkenning Haaglanden Infrastructuur en ruimte

SPOORBOEKJE Bestuurlijke Besluitvorming. MIRT Verkenning Haaglanden Infrastructuur en ruimte SPOORBOEKJE Bestuurlijke Besluitvorming MIRT Verkenning en ruimte 2020 2040 2 november 2011 Een bereikbare toekomst begint vandaag 1/11 Colofon MIRT Verkenning Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den

Nadere informatie

- Kennis voor Klimaat en het Deltaprogramma - Adaptief deltamanagement

- Kennis voor Klimaat en het Deltaprogramma - Adaptief deltamanagement - Kennis voor Klimaat en het Deltaprogramma - Adaptief deltamanagement Projectendag Kennis voor Klimaat Amersfoort, 7 april 2011 Pieter Bloemen Staf Deltacommissaris 1 Intentieverklaring DC - directie

Nadere informatie

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017 Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017 Geachte commissie, Stichting Bescherming Leefomgeving Ridderkerk Zuid-Oost wil u graag opmerkzaam maken op het volgende. Sympathisanten

Nadere informatie

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015 Bestuursrapportage 204 Vechtstromen Versie 24 november 205 Deze rapportage bevat een overzicht op hoofdlijnen van de voortgang van de uitvoering van het waterbeleid en dient als basis voor jaarlijks bestuurlijk

Nadere informatie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu DG Ruimte en Water. Kaderrichtlijn Water: samen verder! Elaine Alwayn directeur Water en Bodem

Ministerie van Infrastructuur en Milieu DG Ruimte en Water. Kaderrichtlijn Water: samen verder! Elaine Alwayn directeur Water en Bodem Ministerie van Infrastructuur en Milieu DG Ruimte en Water Kaderrichtlijn Water: samen verder! Elaine Alwayn directeur Water en Bodem Inhoud 1. Stand van zaken: Water in Beeld 2. Rapportcijfer van de Europese

Nadere informatie

Statenvoorstel 27/11 A

Statenvoorstel 27/11 A Statenvoorstel 27/11 A Voorgestelde behandeling: PS-vergadering : 1 juli 2011 Statencommissie : Commissie voor Economische Zaken en Bestuur, 17 juni 2011 Onderwerp Bestuursakkoord 2011-2015 Rijk - Interprovinciaal

Nadere informatie

Startbeslissing. Verbreding A4 Vlietland N14. Datum 12 september 2013. De Minister van Infrastructuur en Milieu, mw. drs. Schultz van Haegen.

Startbeslissing. Verbreding A4 Vlietland N14. Datum 12 september 2013. De Minister van Infrastructuur en Milieu, mw. drs. Schultz van Haegen. Startbeslissing Verbreding A4 Vlietland N14 Datum 12 september 2013 Status Eindversie De Minister van Infrastructuur en Milieu, mw. drs. Schultz van Haegen. Inhoud 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Afbakening

Nadere informatie

REGIO ROTTERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (MIRT-VERKENNING ROTTERDAM VOORUIT)

REGIO ROTTERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (MIRT-VERKENNING ROTTERDAM VOORUIT) REGIO ROTTERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (MIRT-VERKENNING ROTTERDAM VOORUIT) DOEL Het project REGIO ROTTERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (Rotterdam Vooruit) heeft twee doelen. Ten eerste het verder

Nadere informatie

MRA samenwerking Zaanstreek-Waterland

MRA samenwerking Zaanstreek-Waterland MRA samenwerking Zaanstreek-Waterland Regionale samenwerking Zaanstreek-Waterland 21 september 2016 Vandaag Regionale samenwerking De MRA en de Ruimtelijk-economische Actieagenda 2016-2020 Het MRA-convenant

Nadere informatie

Bijlage I: Instrumenten voor de waterschappen

Bijlage I: Instrumenten voor de waterschappen Bijlage I: Instrumenten voor de waterschappen Datum: 13 september 2019 Versie: definitieve versie 2.0, vastgesteld Toelichting/context: In de Handreiking waterschapsverordening geven we aan wat nodig is

Nadere informatie

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen KNW 25 januari 2018 Gert Dekker De Omgevingswet De Omgevingswet, kerninstrumenten Doelen Maatregelen Regels Waterbeheerprogramma

Nadere informatie

Nieuw Waterveiligheidsbeleid

Nieuw Waterveiligheidsbeleid 07-09-2015 Nieuw Waterveiligheidsbeleid Annemiek Roeling (DGRW) Inhoud De aanloop Aanleiding Doelen nieuwe waterveiligheidsbeleid Meerlaagsveiligheid en normen voor de kering Verankering van het beleid

Nadere informatie

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking

Nadere informatie

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Van mogelijke naar kansrijke strategieën. Uitwerking in gebiedsproces Hollandsche IJssel.

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Van mogelijke naar kansrijke strategieën. Uitwerking in gebiedsproces Hollandsche IJssel. Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden Van mogelijke naar kansrijke strategieën Uitwerking in gebiedsproces Hollandsche IJssel Steven Krol Opbouw presentatie 1. Aanleiding 2. Hollandsche IJssel en de provincie:

Nadere informatie

Adviescommissie Water. Advies

Adviescommissie Water. Advies Adviescommissie Water Advies 3 juni 2014 ADVIES GOVERNANCE DELTAPROGRAMMA 1. Inleiding Aanleiding en doel van dit advies Het Deltaprogramma is gestart in 2010 met als doel Nederland nu en voor de volgende

Nadere informatie

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta Waterschap Hollandse Delta dynamiek in de delta Inhoud De dynamiek in de tijd Een dynamische ruimte De opgaven nu en voor de toekomst Water besturen Functionele overheid Algemeen belang en specifiek belang

Nadere informatie

Voorzitters en leden stuurgroepen gebiedsgerichte deelprogramma s; voorzitters UvW en VNG-commissie Water en portefeuillehouder water IPO.

Voorzitters en leden stuurgroepen gebiedsgerichte deelprogramma s; voorzitters UvW en VNG-commissie Water en portefeuillehouder water IPO. > Retouradres Postbus 90653 2509 LR Den Haag Voorzitters en leden stuurgroepen gebiedsgerichte deelprogramma s; voorzitters UvW en VNG-commissie Water en portefeuillehouder water IPO. In afschrift aan:

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem Deltaprogramma 2013 Bijlage A Samenhang in het watersysteem 2 Deltaprogramma 2013 Bijlage A Bijlage A Samenhang in het watersysteem Het hoofdwatersysteem van Eijsden en Lobith tot aan zee Het rivierwater

Nadere informatie

Spelregels van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT)

Spelregels van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) Spelregels van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) 1 Colofon 15 november 2016 status: definitief Ministerie van Infrastructuur en Milieu www.rijksoverheid.nl 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

de haven, en maatregelen die uit dit Masterplan volgen direct een MIRT-planstudie (of vergelijkbaar proces) kan starten.

de haven, en maatregelen die uit dit Masterplan volgen direct een MIRT-planstudie (of vergelijkbaar proces) kan starten. RANDSTADURGENT REGIO ROTTERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (MIRT-VERKENNING RUIT ROTTERDAM) DOEL Het project REGIO ROTIERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (MIRT-Verkenning Ruit Rotterdam) heeft 2 doelen.

Nadere informatie

Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's

Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's Aan Veiligheidsberaad Van DB Veiligheidsberaad Datum 17 september Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's Context en aanleiding Tijdens het Veiligheidsberaad

Nadere informatie

Infrastructuurmonitor MIRT 2015

Infrastructuurmonitor MIRT 2015 Infrastructuurmonitor MIRT 215 Infrastructuurmonitor Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend

Nadere informatie

Project ZON. Hoofdvraag. Uitvoering. Regionale afstemming op en inbreng Deltaprogramma. Samenwerking met regio Zuid

Project ZON. Hoofdvraag. Uitvoering. Regionale afstemming op en inbreng Deltaprogramma. Samenwerking met regio Zuid Project ZON Hoofdvraag huidige droogte situatie (2010) gevolgen van de klimaatverandering (2050) zinvolle maatregelen Uitvoering gebied Regio-Oost aansturing vanuit RBO projectgroep Regionale afstemming

Nadere informatie

Deltaplan Agrarisch Waterbeheer - in het kort -

Deltaplan Agrarisch Waterbeheer - in het kort - Bijlage 1 Deltaplan Agrarisch Waterbeheer - in het kort - 1. Aanleiding Het Nationaal Waterplan zoekt de samenwerking met het bedrijfsleven voor de uitvoering van de nationale wateropgaven. De Deltacommissaris

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Waterveiligheid: van Kans naar Kans x Gevolg

Waterveiligheid: van Kans naar Kans x Gevolg Deltaprogramma Waterveiligheid: van Kans naar Kans x Gevolg Op weg naar nieuw beleid Waterveiligheid: risicobenadering Movares Middagsymposium i Meerlaagsveiligheid en Vitale infrastructuur 4 november

Nadere informatie

Aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen. Datum 12 juni 2018 Betreft Advies Varik-Heesselt.

Aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen. Datum 12 juni 2018 Betreft Advies Varik-Heesselt. > Retouradres Postbus 90653 2509 LR Den Haag Aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen Den Haag Postbus 90653 2509 LR Den Haag Betreft Advies Varik-Heesselt Geachte Minister,

Nadere informatie

Klimaatbestendige ontwikkeling van Nederland. Is het rijk aan zet? Willem Ligtvoet, 19 april 2011

Klimaatbestendige ontwikkeling van Nederland. Is het rijk aan zet? Willem Ligtvoet, 19 april 2011 Klimaatbestendige ontwikkeling van Nederland Is het rijk aan zet? 1 Voorstudie PBL (2009) Speerpunten klimaatbestendige ruimtelijke ontwikkeling: 1. Waterveiligheid 2. Zoetwatervoorziening 3. Klimaatbestendige

Nadere informatie

Deltaprogramma I IJsselmeergebied. Atlas van het IJsselmeergebied

Deltaprogramma I IJsselmeergebied. Atlas van het IJsselmeergebied Deltaprogramma I IJsselmeergebied Atlas van het IJsselmeergebied Atlas van het IJsselmeergebied I Colofon Samengesteld door: MWH B.V. www.mwhglobal.nl Fotografie: Foto kaft: Foto s Flora en Fauna: Oplage:

Nadere informatie