Opleidingswijzer. Crebonummer kwalificatiedossier: Crebonummer kwalificatiedossier: Niveau: 2. Cohort: 2014.

Transcriptie

1 Opleidingswijzer Kwalificatiedossier: Operator A Crebonummer kwalificatiedossier: Kwalificatie: Operator A Crebonummer kwalificatiedossier: Niveau: 2 Cohort: 2014 Duur opleiding: Leerweg: Variant: 2 jaar BOL Standaard

2 Inhoud Voorwoord... 4 Leeswijzer Algemene gegevens van de opleiding Informatie over het beroep Branche en sector Aard van de werkzaamheden Deskundigheid Kerntaken en werkprocessen Essentiële beroepshouding Arbeids- en beroepsperspectief en doorgroeimogelijkheden Informatie over de opleiding Inleiding Duur van de opleiding Beroepsgerichte opleiding Programma s in de opleiding Onderwijsmethode Ontwikkelingsgebied Nederlands... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.7 Ontwikkelingsgebied Engels Ontwikkelingsgebied loopbaan en burgerschap Lesrooster De beroepspraktijkvorming (BPV) Voorbereiding op de beroepspraktijkvorming (BPV) Beroepspraktijkvorming-overeenkomst (BPVO) Hoe de beroepspraktijkvorming (BPV) werkt Begeleiding tijdens de beroepspraktijkvorming (BPV) Studievoortgang: begeleiding en bewaking Inleiding Begeleiders in je opleiding Studentendossier Bewaking van de studievoortgang en studieadviezen Toetsen en examens Toegang tot het examen Onderdelen van het examen Voorwaarden voor diplomering Examenorganisatie Hoofdzaken Examenreglement Klachten, bezwaar en beroep Klachten over de opleiding Bezwaar

3 7.3 Beroep Schoolregels Albeda College ROC Zadkine Algemene Informatie Kosten van de opleiding Beroepsopleidende leerweg (BOL): Beroepsbegeleidende leerweg (BBL) Leermiddelen Aanwezigheidsverplichting Consequenties van ongeoorloofde afwezigheid/verzuim Regels voor het melden van afwezigheid Beëindiging opleiding Bijlage 1: TOP-model

4 Voorwoord Beste student, Namens alle medewerkers van Techniek & Technologie Albeda College en ROC Zadkine, het samenwerkingsverband waarin de technische opleidingen van het Albeda College en van ROC Zadkine zijn opgegaan, heten we je van harte welkom! Onze ambitie is om aansprekend technisch onderwijs in de regio te verzorgen, door: 1. Studenten een beroepsgerichte opleiding te bieden waarmee ze een goede toekomst tegemoet gaan (in een baan of vervolgopleiding). 2. Adequaat in te spelen op de vraag naar goed opgeleide vakmensen in de techniek en technologie op mbo-niveau, zowel kwalitatief als kwantitatief. We staan voor technisch vakmanschap. Lef en innovatie zit van oudsher al in de genen van onze regio en is ook bepalend voor de identiteit van onze school voor Techniek & Technologie. We zijn er trots op dat we dit kunnen doorgeven aan onze studenten en hen zowel houvast als ruimte en uitdaging bieden om zichzelf te ontplooien, als beroepsuitoefenaar en als mens. Je hebt bij de start van je opleiding een onderwijsovereenkomst ondertekend. Hierin staan de rechten en plichten van de school en die van jou vermeld. In de beroepspraktijkvormingsovereenkomst (de BPVO) zijn de rechten en plichten voor wat betreft het beroepspraktijkvorming-gedeelte van de opleiding weergegeven. Naast deze opleidingswijzer krijg je informatie over de locatie waar je de lessen volgt, over het lesrooster, over de leermiddelen die je moet aanschaffen, over regels met betrekking tot verzuim en over de opleidingskosten. In deze opleidingswijzer staat de belangrijkste informatie over je opleiding, over hoe de opleiding is opgebouwd en waaraan je moet voldoen om het diploma te behalen. Mocht je na het lezen van dit document of gedurende de opleiding nog vragen hebben, dan kun je terecht bij je studieloopbaanbegeleider (SLB er). Het samenwerkingsverband Techniek & Technologie Albeda College en ROC Zadkine is volop in ontwikkeling. Wij zullen je steeds op de hoogte houden van wat dat eventueel voor jou betekent en wanneer er zaken veranderen in de informatie die je nu hebt ontvangen. Wij wensen je veel succes met je opleiding en hopen dat je een leerzame en prettige studietijd zult hebben. Namens alle medewerkers, Andrea Kaim en Herman Klop Kwartierdirectie Techniek & Technologie ROC Zadkine en Albeda College 4

5 Leeswijzer Wat vind je in deze opleidingswijzer? In deze opleidingswijzer staat alle belangrijke informatie over je opleiding: Het beroep waarvoor je wordt opgeleid Het opleidingsprogramma De beroepspraktijkvorming De begeleiding en bewaking van je studievoortgang De examenfase, de onderdelen van het examen, de voorwaarden voor diplomering en het examenreglement Hoe je bezwaar en beroep kunt aantekenen Deze opleidingswijzer is een naslagwerk bij je studie. Bewaar deze opleidingswijzer daarom goed! 5

6 1. Algemene gegevens van de opleiding Onderwijsinstelling MBO Techniek & Technologie: Albeda College (00GT), ROC Zadkine (LP25) Kwalificatiedossier Operator A Crebonummer kwalificatiedossier Kwalificatie Operator A - 2 Crebonummer kwalificatie Niveau 2 Cohort 2014 Duur 2 jaar Leerweg BOL* Variant Standaard Soort opleiding Basisberoepsopleiding Opleidingslocatie(s) Hoefsmidstraat AA Rotterdam Hoogvliet Wet studiefinanciering Ja Datum vaststelling bevoegd gezag 1 juli 2014 Datum bekendmaking 1 juli 2014 Tabel 1. Algemene gegevens van de opleiding *Een BBL-opleiding (beroepsbegeleidende leerweg) is een combinatie van leren en werken. Je gaat het grootste deel van de week werken, tenminste 24 klokuren per week, en je komt op vaste tijden naar school. Je leert op deze manier het vak in de praktijk en op school krijg je de theoretische ondersteuning. Een BOL-opleiding (beroepsopleidende leerweg) is een dagopleiding waarbij je fulltime naar school gaat. Tijdens de opleiding doe je praktijkervaring op wanneer je op stage gaat bij een erkend leerbedrijf. Deze stage noemen we beroepspraktijkvorming (BPV). Met een BOL-opleiding kom je voor studiefinanciering in aanmerking vanaf het moment dat je 18 jaar bent. 6

7 2. Informatie over het beroep De opleiding die je nu gaat volgen, leidt op tot een beroep. De eisen die aan de beroepsuitoefening worden gesteld, zijn opgenomen in het landelijk geldend kwalificatiedossier. De kwalificatiedossiers kun je vinden op: In dit hoofdstuk krijg je informatie over je toekomstige beroep, welke deskundigheid je je eigen gaat maken, wat je gaat doen en waar je kunt gaan werken. 2.1 Branche en sector De Operator A is werkzaam aan een (zoveel mogelijke) geautomatiseerde procesgang, waarin onderdelen van het productieproces in meer of mindere mate zijn geïntegreerd en verband houden met elkaar. De Operator A is werkzaam in zeer uiteenlopende sectoren binnen de procesindustrie. De context en de werksetting kan sterk variëren zoals bijvoorbeeld levensmiddelen, mechanisch als (petro)chemisch. 2.2 Aard van de werkzaamheden Als Operator A zorg je ervoor dat het (deel)productieproces waaraan jij werkt in een fabriek goed verloopt. Als er iets mis dreigt te lopen, moet je kunnen ingrijpen, bijsturen of storingen verhelpen. Je moet je kunnen voorstellen wat er in de fabriek of machine gebeurt. Daarom moet je als Operator A veel van het proces afweten. Als Operator A maak je bij je werkzaamheden gebruik van uiteenlopende controle- en bedieningsapparatuur. 2.3 Deskundigheid In het kwalificatiedossier is beschreven over welke deskundigheid je moet gaan beschikken, wat je hiervoor moet kennen en kunnen en welke competenties je moet beheersen. Dit is vastgelegd in kerntaken en werkprocessen. 2.4 Kerntaken en werkprocessen Kerntaken zijn taken die kenmerkend zijn voor het beroep dat je straks gaat uitoefenen. De kerntaken moet je kunnen uitvoeren. Kerntaken zijn breed geformuleerd. Daarom zijn de kerntaken onderverdeeld in werkprocessen. De werkprocessen geven aan welke activiteiten horen bij een bepaalde kerntaak. In onderstaande tabel vind je de kerntaken en de werkprocessen. Kerntaak Kerntaak 1: Beheerst het (deel)productieproces Operator A - 2 Werkproces 1.1 Bereidt het productieproces voor 1.2 Start en bedient apparatuur 1.4 Bewaakt het procesverloop 1.5 Rondt het (deel)productieproces af 1.6 Voert kwaliteitscontroles aan proces en product uit 1.7 Onderhoudt apparatuur 1.8 Bewaakt geautomatiseerde processen en stuurt deze bij 1.12 Neemt deel aan werkoverleggen Tabel 2. Overzicht van de kerntaken en werkprocessen 2.5 Essentiële beroepshouding De Operator A is zich bewust van de mogelijke gevolgen van zijn handelen. Hij is waakzaam en roept direct hulp in als hij (dreigende) storingen of problemen niet zelf kan oplossen. De operator A staat voor de opgave om te kunnen omgaan met een grote diversiteit aan processen, apparatuur, grondstoffen en producten, zodat hij afhankelijk van de persoonlijke belangstelling, vermogens en ervaring flexibel inzetbaar is op meerdere werkplekken binnen het eigen bedrijf en na een beperkte 7

8 inwerkperiode inzetbaar is bij andere bedrijven binnen de procesindustrie (transfer, horizontale loopbaanmogelijkheden). Daarnaast werkt hij veiligheids-, kwaliteits-, hygiëne- (in geval van levensmiddelen) en milieubewust en is zich bewust van het afbreukrisico. De operator A is bereid om samen te werken in een team en wil zich blijven ontwikkelen. 2.6 Arbeids- en beroepsperspectief en doorgroeimogelijkheden Er wordt ieder jaar onderzocht hoe groot de kans is op werk en hoe de kans op werk per regio is. Hieronder vind je een overzicht van hoe groot de kans op werk op dit moment is. Afbeelding 1. Overzicht van de kans op werk Het arbeidsmarktperspectief hangt sterk samen met economische ontwikkelingen en technologische trends. Voor een actueel overzicht van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt: zie of Op basis van scholing en/of ervaring is doorgroei mogelijk. Afhankelijk van de persoonlijke belangstelling, vermogens en ervaring is het voor de student met een diploma Operator mogelijk door te groeien naar bijvoorbeeld Allround operator'. Bovendien is het mogelijk over te stappen naar een andere sector binnen de procesindustrie. Allround operator op niveau 3 is de meest gangbare doorstroommogelijkheid zowel binnen het onderwijs als binnen de loopbaan. Voor de Operator A is Operator B de meest gangbare doorstroommogelijkheid zowel binnen het onderwijs als binnen de loopbaan. Voor de Operator Productietechniek is Allround Operator Productietechniek de meest gangbare doorstroommogelijkheid zowel binnen het onderwijs als binnen de loopbaan. Voor de Voedingsoperator is Allround Voedingsoperator de meest gangbare doorstroommogelijkheid zowel binnen het onderwijs als binnen de loopbaan. Voor de Operator Textiel is Specialist textiel de meest gangbare doorstroommogelijkheid, zowel binnen het onderwijs als binnen de loopbaan. 8

9 3. Informatie over de opleiding 3.1 Inleiding De opleiding Operator A maakt deel uit van het brede opleidingsaanbod van Techniek & Technologie van het Albeda College en ROC Zadkine. De opleiding valt onder het opleidingsdomein Techniek en procesindustrie. Voor het volledige opleidingsaanbod van de beroepsgroep kun je kijken op de website of Deze opleidingswijzer gaat over de opleiding in de beroepsopleidende leerweg (BOL). De opleiding start met een introductie. Daarbij ligt de nadruk op het kennismaken met elkaar, met de school, de opleiding, de medestudenten, de docenten en begeleiders. Ook kunnen er tijdens de eerste weken niveaubepalende toetsen worden afgenomen, onder andere voor de onderdelen Nederlands en rekenen. Het resultaat van die toetsen is bepalend voor het onderwijsaanbod gedurende de rest van de opleiding. 3.2 Duur van de opleiding De opleiding duurt in totaal twee jaar en omvat het wettelijk voorgeschreven aantal studiebelastingsuren van Beroepsgerichte opleiding De opleiding is beroepsgericht. Dat betekent dat je tijdens de opleiding leert denken en handelen in praktijksituaties die zich daadwerkelijk voordoen in het beroep waarvoor je gekozen hebt. De vakkennis en vaardigheden die je hiervoor verwerft en toepast, staan dus heel dicht bij jouw handelen in de praktijk. Aan het einde van de opleiding beschik je dan ook over de juiste kennis en vaardigheden en de juiste houding om als beroepsuitoefenaar aan de slag te gaan. 3.4 Programma s in de opleiding De opleiding omvat hoofdprogramma s, die gericht zijn op: Vakinhoudelijke ontwikkeling (theorie en praktijk) op het gebied van kerntaken en werkprocessen Algemeen Vormend Onderwijs op het gebied van taal en rekenen (Studie)loopbaan en burgerschap Voor de verdeling van de contacturen in de school (theorie en praktijk) en de beroepspraktijkvorming (BPV) die wordt uitgevoerd bij het leerbedrijf: zie TOP-model (bijlage 1). 3.5 Onderwijsmethode De opleiding is ontwikkeld volgens een model waarbij competentieontwikkeling centraal staat. Er wordt niet alleen van je verwacht dat je veel kennis op doet maar ook dat je als je het diploma hebt behaald zelfstandig kunt functioneren zowel als operator in de beroepspraktijk als in de maatschappij. De opleiding bestaat uit veel verschillende werkvormen, o.a.: Begeleid zelfstandig leren; Projectmatig werken; Praktijkopdrachten; Workshops; Klassikale lessen; De opleiding is zo ingericht dat het mogelijk is om te versnellen. Bij versnelling is het mogelijk om door te stromen naar leerjaar 2 van de opleiding Allround Operator, Operator B. Gedurende je opleiding word je begeleid door een mentor. De mentor bespreekt regelmatig je vorderingen en bewaakt samen met jou de voortgang van je studie. In het tweede leerjaar besteed je een semester aan BPV (stage). Tijdens de BPV werk je aan praktijkopdrachten en bereid je je voor op de examinering. In de volgende schema s vind je een overzicht van de resultaten die je gedurende de opleiding moet behalen. en hoe deze meetellen. In de schema s worden de volgende afkortingen en begrippen gebruikt: KT = kennistoets, een schriftelijke toets of een toets per computer over meerdere lesdelen; ZT = zelftoets, een schriftelijke toets of een toets per computer over een lesdeel; 9

10 PO = praktijkopdracht = een opdracht die je in de praktijk op school moet uitvoeren, de beoordeling kan op verschillende manieren plaatsvinden, b.v. door een verslag, een werkstuk, een presentatie, een mondeling verslag, etc.; Deelopdracht = is een project dat je in het kader van je opleiding moet doen. Een deelopdracht voer je heel vaak in een groepje uit; Beoordelingsopdracht = is een opdracht aan het einde van een werkboek waarin je alles wat in het werkboek hebt geleerd moet laten zien. 3.6 Ontwikkelingsgebied Nederlands Voor alle mbo-opleidingen gelden generieke eisen op het gebied van Nederlands en rekenen. Generiek wil zeggen dat landelijk (onder andere voor het middelbaar beroepsonderwijs) is vastgesteld wat het te behalen niveau is. Het na te streven niveau voor Nederlands en rekenen bij een opleiding op niveau 1, 2 en 3 is niveau 2F en bij een opleiding op niveau 4 is het niveau 3F. Voor de vakken Nederlands en rekenen word je getoetst om te kijken of je aan de generieke eisen voldoet. De onderdelen waarop je wordt getoetst, zijn in onderstaande tabel weergegeven. Nederlands Op de volgende vijf onderdelen word je getoetst: Mondelinge taalvaardigheid: spreken, gesprekken voeren Luisteren Leesvaardigheid: zakelijke teksten Schrijfvaardigheid: schrijven Taalverzorging en taalbeschouwing: spelling, leestekens, grammaticale begrippen Rekenen Op de volgende vier onderdelen word je getoetst: Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde Verbanden Tabel 3. De manier van toetsen voor Nederlands en rekenen De onderdelen Nederlands en rekenen komen aan de orde tijdens de vaktechnische lessen, maar daarnaast worden ook afzonderlijke lessen voor die onderdelen aangeboden. 3.7 Ontwikkelingsgebied Engels In een niveau 4 opleiding is voor Engels het Europees Referentiekader niveau (ERK-niveau) B1 van toepassing op de vaardigheden lezen en luisteren. Het ERK-niveau A2 is van toepassing op de vaardigheden gesprekken voeren, spreken en schrijven. 3.8 Ontwikkelingsgebied loopbaan en burgerschap De opleiding is gericht op het beroep maar ook op jouw loopbaan en hoe je als burger in het leven staat. Bij loopbaan gaat het om zaken die te maken hebben met je persoonlijke ontwikkeling bij het vinden van werk of een vervolgopleiding. Het onderdeel loopbaan is in de opleiding opgenomen in studieloopbaanbegeleiding. Wij vinden het belangrijk dat je een professional wordt die goed is in zijn beroep en die zich goed kan redden in de Nederlandse samenleving. De overheid heeft bepaald dat studenten die een mbo-opleiding volgen een inspanning moeten leveren voor hun eigen loopbaan en burgerschap. De volgende onderwerpen (dimensies) komen aan de orde: Politiek-juridische dimensie Economische dimensie Sociaal-maatschappelijke dimensie De dimensie vitaal burgerschap Het bewijs van de activiteiten die je hebt uitgevoerd voor loopbaan en burgerschap is vereist voor het verkrijgen van je diploma. 3.9 Lesrooster Bij de start van het schooljaar krijg je een lesrooster waarop per schooldag de lesuren vermeld staan. 10

11 We streven ernaar voor elke onderwijsperiode een vast lesrooster te maken. Blijf echter alert op wijzigingen, vanwege vervanging (bij ziekte van een docent) of aanpassingen vanwege examens. Vraag op je school na hoe deze wijzigingen en aanpassingen worden gecommuniceerd Lesuitval Als een lesuur vervalt doordat de docent ziek is, zal het rooster worden aangepast. Het streven is om op dezelfde dag de lessen te laten waarnemen door een andere docent, om lesuitval te minimaliseren. Als er toch sprake is van lesuitval, word je geacht de tijd in te vullen met zelfstudie. 11

12 4. De beroepspraktijkvorming (BPV) Een belangrijk deel van de opleiding wordt gevormd door de beroepspraktijkvorming (BPV), de stage. Tijdens de BPV maak je je, door te werken en te leren in de praktijk van het beroep, een groot deel van de werkprocessen eigen in realistische beroepssituaties. 4.1 Voorbereiding op de beroepspraktijkvorming (BPV) Het vinden van een erkende BPV-plaats De BPV-praktijkbegeleider helpt je zo veel mogelijk bij het vinden van een erkende BPV-plaats. Hiervoor maakt hij gebruik van de bestaande relaties van de school met de bedrijven. Dit zijn altijd erkende leerbedrijven. Een erkend leerbedrijf is een vestiging van een bedrijf of organisatie welke op grond van gunstige beoordeling door het Kenniscentrum bevoegd is om BPV te verzorgen voor een mbo-opleiding of een groep van mbo-opleidingen, zoals bedoeld in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. De beoordeling berust onder meer op: 1. De kwaliteit van de werkzaamheden die aan de student kunnen worden geboden 2. De kwaliteit van de begeleiding tijdens de BPV 3. Het kunnen bieden van een veilige leeromgeving aan de student Partijen en verantwoordelijkheden Onderstaand is beschreven wie betrokken zijn bij de voorbereiding op de BPV en wat er van de betrokkene wordt verwacht. De student Oriënteert zich op branches, beroepen, bedrijven en leermogelijkheden Zoekt informatie op over het bedrijf Weet wat hij of zij wil leren Is gemotiveerd Presenteert zich goed aan het bedrijf De school Ondersteunt de student bij het zoeken naar een BPV-plaats Zorgt voor goede match tussen de student en het bedrijf Zorgt voor bedrijfsoriëntatie, presentatie en sollicitatievaardigheden Bereidt de student praktijkgericht voor op de BPV-plaats Zorgt voor heldere voorlichting over verantwoordelijkheden en verplichtingen van het bedrijf en de school voor de start van de BPV-periode Maakt in de BPV-overeenkomst concrete afspraken met het bedrijf over vorm en inhoud van de BPV, manier en frequentie van de begeleiding, persoonlijk leerprogramma en toetsingsmethoden Het leerbedrijf Is een erkend leerbedrijf Kijkt of de verwachtingen van de student, de school en het bedrijf op elkaar aansluiten Maakt concrete afspraken met de school en de student over vorm, inhoud, begeleiding en beoordeling van de BPV-periode Legt deze afspraken vast in de praktijkovereenkomst die de school levert Het kenniscentrum Zorgt voor erkende leerbedrijven en werft nieuwe bedrijven op basis van behoefte Maakt het aanbod van leerbedrijven met BPV-plaatsen bekend in het openbaar register en op Ondersteunt het bedrijf zich te profileren op Ondersteunt de school in het gebruik van en bij de matching van student en leerbedrijf Zorgt voor erkenning binnen twee weken 12

13 4.2 Beroepspraktijkvorming-overeenkomst (BPVO) Voor je kunt starten met de beroepspraktijkvorming (BPV) moet er een BPV-overeenkomst (BPVO) worden getekend. De ondertekening vindt plaats door de verantwoordelijke van de opleiding, door het leerbedrijf en door jou zelf. Als je 18 jaar en ouder bent, teken je de overeenkomst zelf. Ben je jonger dan 18 jaar, dan teken je samen met je wettelijke vertegenwoordiger (ouder of vervangende opvoeders). Door het tekenen van de overeenkomst zijn alle partijen, dus ook jij, gehouden aan de afspraken die in de overeenkomst staan. De ondertekende overeenkomst wordt ingeleverd op school en alle partijen die hebben ondertekend, ontvangen één exemplaar voor de eigen administratie. 4.3 Hoe de beroepspraktijkvorming (BPV) werkt Tijdens de BPV voer je opdrachten uit die te maken hebben met de kerntaken en werkprocessen behorend bij je opleiding. BPV-tijd is schooltijd dus het aantal uren dat op de BPV-overeenkomst staat is verplicht. Als je uren mist, moet je die inhalen. Als je door ziekte of om een andere reden afwezig bent, dan moet je dat melden bij het BPV-bedrijf en de BPV-praktijkbegeleider van de school. Tijdens de BPV houd je je aan de bedrijfsregels. Je bent de volledige dag aanwezig, zoals een medewerker van het bedrijf. Veranderen van leerbedrijf is zonder toestemming van de school niet toegestaan. Elke week moet je urenverantwoording worden ingevuld. Jij bent er zelf verantwoordelijk voor dat dit ook gebeurt. 4.4 Begeleiding tijdens de beroepspraktijkvorming (BPV) In het leerbedrijf word je begeleid door de BPV-praktijkopleider, ook wel je leermeester genoemd. Die weet alles over het bedrijf en de werkzaamheden die horen bij de opleiding. Vanuit de school is er begeleiding door de BPV-praktijkbegeleider. De BPV-praktijkbegeleider van de school zal je geregeld op je leerbedrijf bezoeken en samen met jou en de BPV-praktijkopleider je vorderingen bespreken. 13

14 5. Studievoortgang: begeleiding en bewaking 5.1 Inleiding Je bent met deze opleiding begonnen en wij vinden het belangrijk dat je jouw opleiding daadwerkelijk binnen de gestelde termijn met succes kunt gaan afronden. Uiteraard ben je daar zelf verantwoordelijk voor en we verwachten dat jij die verantwoordelijkheid ook kunt en wilt nemen. Maar, je staat er niet alleen voor en daarom bieden we je vanuit de opleiding verschillende vormen van begeleiding en ondersteuning. Daarnaast bieden we je duidelijke kaders die je aangeven wat er van jou wordt verwacht en aan de hand waarvan je je eigen leerproces kunt sturen. 5.2 Begeleiders in je opleiding De docenten Je krijgt te maken met vakdocenten die specialist zijn in een bepaald vakgebied en docenten voor de algemene vakken Nederlands, rekenen en burgerschap, en indien aan de orde Engels. De docenten zullen je vooral ondersteunen bij het werken aan de opdrachten en alle activiteiten die daarbij horen. Ze geven hoorcolleges, bieden workshops aan en coachen je in je persoonlijke ontwikkeling als beroepsuitoefenaar. De studieloopbaanbegeleider (SLB er) Gedurende de hele opleiding krijg je begeleiding van een SLB er. Hij/zij ondersteunt je bij je studie en houdt samen met jou de voortgang van je leerproces in de gaten. Hoe ver je al bent, wat je nog moet leren en welke keuzes belangrijk zijn om te maken. Om op de hoogte te blijven van je studievoortgang heeft de SLB er regelmatig contact met de docenten en de BPV-praktijkbegeleider van de school. De SLB er ondersteunt je bij het verzamelen van bewijsmateriaal voor het portfolio en helpt je een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en een persoonlijk activiteitenplan (PAP) te maken. Met het portfolio kijkt de SLB er met je terug op de activiteiten die je gedaan hebt en hoe ver je bent gevorderd in de opleiding. Met het POP en het PAP kijk je samen met de SLB er vooruit: hoe ga ik mij de komende tijd ontwikkelen en wat ga ik daarvoor doen? De BPV-praktijkbegeleider van de school Tijdens de beroepspraktijkvorming begeleidt een BPV-praktijkbegeleider je vanuit school. Deze heeft contact met jou en je leerbedrijf. De praktijkbegeleider van de school zal je geregeld op je leerbedrijf bezoeken en samen met jou en de BPV-praktijkopleider je vorderingen bespreken. De BPV-praktijkopleider van het leerbedrijf De BPV-praktijkopleider zorgt voor de begeleiding die nodig is op de werkplek. Hij/zij is ervoor verantwoordelijk dat alles goed wordt geregeld op je BPV-bedrijf. Daarnaast heeft de BPVpraktijkopleider een belangrijke rol in de beoordeling van het BPV-gedeelte van de opleiding. De eindbeoordeling van de BPV moet zijn om in aanmerking te komen voor het diploma van de opleiding. Specialistische begeleiding Voor alle vragen over opleidingen, studie- en beroepskeuze of persoonlijke begeleiding kun je terecht bij de studieloopbaanbegeleider (SLB er). De SLB er kan je in contact brengen met de zorgcoördinatoren, trajectbegeleiders, schoolmaatschappelijk werkers, gezondheidscoaches, verslavingsconsulenten en vertrouwenspersonen die aan de school verbonden zijn. Je kunt via de SLB er ook ondersteuning krijgen van een logopedist, een orthopedagoog en van andere specialisten. Heb je bijvoorbeeld leerproblemen, ben je dyslectisch, heb je faalangst of vind je jezelf niet assertief genoeg? Of heb je een handicap en zijn aanpassingen nodig in het lesmateriaal? In al deze gevallen helpt de SLB er je op weg. Ook wanneer je als jonge moeder kinderopvang nodig hebt of wanneer je als topsporter vragen hebt over de combinatie van opleiding en sport. 5.3 Studentendossier Tijdens je opleiding worden al de gegevens die te maken hebben met je opleiding opgenomen in het studentendossier. Dat geldt voor de gegevens van de intake, de studievoortgang en de begeleiding. 5.4 Bewaking van de studievoortgang en studieadviezen Gedurende de opleiding heb je regelmatig een gesprek met je studieloopbaanbegeleider (SLB er). In die gesprekken worden de door jou behaalde resultaten besproken, evenals je aanwezigheid, je functioneren in de praktijk en je functioneren op school. 14

15 Ingeval zich om wat voor reden dan ook stagnaties in de studievoortgang voordoen, kan het zijn dat de opgelopen achterstanden eerst moeten worden weggewerkt, voordat aan een volgende fase van de opleiding kan worden begonnen. Als dat betekent dat afronding van de opleiding binnen de reguliere opleidingsduur daardoor in gevaar komt, dan word je daarvan schriftelijk op de hoogte gesteld. Dat geldt ook voor de mogelijke consequenties van de studievertraging voor je verdere studieloopbaan, na afsluiting van de opleiding. Als succesvolle afronding van de opleiding redelijkerwijs niet meer mogelijk is, zullen we je schriftelijk en gedocumenteerd adviseren om met de opleiding te stoppen. We zullen je dan ondersteunen bij het vinden van een andere, meer geschikte opleiding. 15

16 6. Toetsen en examens 6.1 Toegang tot het examen Voor de toegang tot bepaalde examenonderdelen kan de eis gelden dat andere examenonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd en/of dat de voortgangsbeoordeling is. 6.2 Onderdelen van het examen Bij de examinering laat je zien dat je de kerntaken en werkprocessen van het beroep waarvoor je bent opgeleid vakbekwaam kunt uitvoeren. Ook toon je je algemene ontwikkeling aan door examinering in de vakken Nederlands, rekenen, loopbaan en burgerschap en - indien aan de orde voor de opleiding - ook voor Engels. In het examenplan (tabel 4) staat aangegeven om welke examenonderdelen het gaat, wat de toetsvorm is, wanneer het examen wordt aangeboden, waar het wordt afgenomen en hoe zwaar het onderdeel meetelt. BOL Operator A Leerjaar 1 werkboek 1 werkboek 2 werkboek 3 werkboek 4 werkboek 5 toetsvorm criteria toetsvorm criteria toetsvorm criteria toetsvorm criteria toetsvorm criteria onderdeel vaktechniek rekenen veiligheid project taal en LB 18 ZT procestechniek 1 KT werkboek 1 PO s praktijk procestechniek ZT alles. cijfer KT 4,0 gemiddeld PO s 5,0 1 KT deelopdrachten beoordelingsopdracht opdrachten Engels opdrachten Nederlands opdrachten LB 16 ZT procestechniek 1 KT werkboek 2 PO s praktijk procestechniek ZT alles. cijfer KT 4,0 gemiddeld PO s 5,0 1 KT deelopdrachten beoordelingsopdracht opdrachten Engels opdrachten Nederlands opdrachten LB 14 ZT procestechniek 1 KT werkboek 3 PO s praktijk procestechniek ZT alles. cijfer KT 4,0 gemiddeld PO s 5,0 1 KT deelopdrachten beoordelingsopdracht opdrachten Engels opdrachten Nederlands opdrachten LB 16 ZT procestechniek 1 KT werkboek 4 PO s praktijk procestechniek ZT alles. cijfer KT 4,0 gemiddeld PO s 5,0 1KT deelopdrachten beoordelingsopdracht opdrachten Engels opdrachten Nederlands opdrachten LB Je mag een zelftoets maximaal 2 x herkansen. Je mag van werkboek 1 t/m 5 maximaal 1 praktijkvak herkansen. Je mag van werkboek 1 t/m 5 voor ieder onderdeel maximaal 2 (kennis)toetsen herkansen. 15 ZT procestechniek 1 KT werkboek 5 PO s praktijk procestechniek ZT alles. cijfer KT 4,0 gemiddeld PO s 5,0 deelopdrachten beoordelingsopdracht opdrachten Engels opdrachten Nederlands opdrachten LB Je wordt bevorderd naar leerjaar 2 als: - Het gemiddelde van de KT s vaktechniek 5,5 of hoger is; - Het gemiddelde van de KT s veiligheid 5,5 of hoger is; - Het gemiddelde van rekenen, project, taal en LB (>5,5) zijn; - Het gemiddelde van de PO s 5,5 of hoger is; - Aanwezigheidspercentage 80 %. Als je niet aan deze voorwaarde voldoet kan de docentenvergadering besluiten om je voorwaardelijk te bevorderen, je te laten doubleren of om je opleiding stop te zetten (bindend negatief studieadvies). 16

17 onderdeel vaktechniek rekenen project taal en LB BOL Operator A Leerjaar 2 werkboek 6 werkboek 7 BPV toetsvorm criteria toetsvorm criteria 21 ZT procestechniek 44 ZT procestechniek 1 KT werkboek 1 1 KT werkboek 1 PO s praktijk PO s praktijk procestechniek procestechniek ZT alles. ZT alles. cijfer KT 4,0 cijfer KT 4,0 gemiddeld PO s 5,5 gemiddeld PO s 5,5 deelopdrachten deelopdrachten beoordelingsopdracht beoordelingsopdracht opdrachten Engels opdrachten Nederlands opdrachten LB opdrachten Engels opdrachten Nederlands opdrachten LB toetsvorm criteria BPV-opdrachten zoals beschreven in de stagewerkboeken. Alle beoordelingsopdrachten Je mag een zelftoets maximaal 2 x herkansen. Je mag van werkboek 6 t/m 7 maximaal 1 praktijkopdracht herkansen. Je mag van werkboek 6 t/m 7 maximaal voor ieder onderdeel 2 (kennis)toetsen herkansen. Je mag BPV gaan doen als: - Het gemiddelde van de KT s vaktechniek 5,5 of hoger is; - Het gemiddelde van de KT s veiligheid (leerjaar 1) 5,5 of hoger is; - Het gemiddelde van rekenen, project, taal en LB (>5,5) zijn; - Het gemiddelde van de PO s 5,5 of hoger is; - Aanwezigheidspercentage 80 %. Je hebt de BPV als: - Alle beoordelingsopdrachten zijn beoordeeld; - Ten minste 600 uur BPV is gerealiseerd. Als je niet aan deze voorwaarden voldoet kan de docentenvergadering besluiten om je BPV 1x uit te stellen met maximaal een half jaar, onder voorwaarden op BPV te laten gaan of om je opleiding stop te zetten (bindend negatief studieadvies). Je mag aan de PvB deelnemen als: - je de BPV met een hebt afgesloten; - je aan de overgangsnormering leerjaar 1 2 en semester 3 BPV hebt voldaan; 17

18 Kerntaak Werkproces Toetsvorm Periode Plaats Weging 1. Beheerst het (deel) productieproces 1.1 Bereidt het productieproces voor Bedrijf Start en bedient apparatuur Bedrijf Bewaakt het procesverloop Bedrijf Rondt het (deel)productieproces af Bedrijf Voert kwaliteitscontroles aan PvB of proces en product uit Bedrijf Onderhoudt apparatuur Bedrijf Bewaakt geautomatiseerde processen en stuurt deze bij 1.12 Bewaakt geautomatiseerde processen en stuurt deze bij Bedrijf 1 Bedrijf 1 Rekenen Onderdeel Niveau Weging Periode Type examen Getallen 2F Gemiddeld 5-6 of 7-8 Centraal Verhoudingen 2F cijfer 5-6 of 7-8 schriftelijk Meten / meetkunde 2F 5-6 of 7-8 Verbanden 2F 5-6 of 7-8 Nederlands Onderdeel Niveau Weging Periode Type examen Lezen 2F Gemiddeld cijfer 5-6 of 7-8 Centraal schriftelijk Luisteren 2F 5-6 of 7-8 Centraal schriftelijk Mondelinge taalvaardigheid 2F Gemiddeld cijfer 5-6 of 7-8 School examen Schrijfvaardigheid 2F 5-6 of 7-8 School examen Taalverzorging en taalbeschouwing 2F 5-6 of 7-8 School examen loopbaan en burgerschap * Tabel 4. Examenplan Onderdeel Niveau Weging Periode Type examen Loopbaan n.v.t. Onderdeel moet zijn afgerond Het politiek juridische onderdeel Het economische onderdeel Het sociaal maatschappelijke onderdeel Het onderdeel vitaal burgerschap n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Onderdeel moet zijn afgerond Onderdeel moet zijn afgerond Onderdeel moet zijn afgerond Onderdeel moet zijn afgerond Tijdens studie Tijdens studie Tijdens studie Tijdens studie Tijdens studie Portfolio beoordeling Portfolio beoordeling Portfolio beoordeling Portfolio beoordeling Portfolio beoordeling *Vrijstelling voor het gedeelte loopbaan wordt niet gegeven. Voor het onderdeel burgerschap geldt dat als er een portfolio aanwezig is van een eerder gevolgde opleiding, het portfolio met minimaal twee 18

19 nieuwe uitgewerkte opdrachten moet worden uitgebreid. Als eerder een opleiding op hetzelfde niveau is afgesloten waarvan loopbaan en burgerschap onderdeel was, dan kan voor burgerschap vrijstelling worden verleend. 6.3 Voorwaarden voor diplomering Je komt voor het diploma in aanmerking als aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1. De beroepspraktijkvorming (BPV) is met een afgesloten. Dat betekent dat je het verplichte aantal uren aan BPV hebt besteed, dat je tijdens de BPV in mate hebt gewerkt aan de kerntaken en werkprocessen die bij de opleiding horen en dat je hebt aangetoond te beschikken over de houding die hoort bij een aankomend beroepsuitoefenaar. 2. Voor alle kerntaken heb je minimaal een 5,5 gescoord of minimaal als het resultaat niet in cijfers wordt uitgedrukt. 3. Voor het onderdeel loopbaan en burgerschap moet je hebben aangetoond dat inspanningen is geleverd. Je dient je opdrachten volgens de vastgestelde criteria afgerond te hebben. Of de resultaten voor Nederlands, indien aan de orde Engels en rekenen meetellen voor het behalen van het diploma is afhankelijk van het opleidingsniveau en het jaar van diplomeren. Niveau 1: Resultaten Nederlands en rekenen tellen niet mee voor het behalen van het diploma. Niveau 2 en 3: Bij diplomering vóór schooljaar : Nederlands en rekenen tellen niet mee voor het behalen van het diploma. Bij diplomering in het schooljaar : Nederlands telt mee voor het behalen van het diploma (minimaal een 5); rekenen telt niet mee voor het behalen van het diploma. Bij diplomering vanaf : Nederlands en rekenen tellen mee voor het behalen van het diploma (minimaal een 5 en een 6 of een 6 en een 5). Niveau 4: Bij diplomering in het schooljaar : Nederlands en Engels tellen mee voor het behalen van het diploma (minimaal een 5 en een 6 of een 6 en een 5); rekenen telt niet mee voor het behalen van het diploma. Bij diplomering vanaf het schooljaar : Nederlands, rekenen en Engels tellen mee voor het behalen van het diploma (willekeurig één 5 en tweemaal een 6). 6.4 Examenorganisatie De opleiding doet zijn uiterste best om goede toetsen en examens in te zetten en ervoor te zorgen dat alle procedures rond toetsing en examinering zorgvuldig verlopen. Het toezicht hierop wordt gehouden door een centrale examencommissie, een branche-examencommissie en een subexamencommissie. Daarnaast worden de examens en bijbehorende processen regelmatig gecontroleerd door de Onderwijsinspectie. Centrale examencommissie (bevoegd gezag) Albeda College Voorzitter College van bestuur Albeda College Postbus AL ROTTERDAM ROC Zadkine Voorzitter College van bestuur ROC Zadkine Marten Meesweg AN Rotterdam Examencommissie Techniek & Technologie Deze commissie bewaakt het totale proces van voorbereiding, ontwikkeling, controle, afname, beoordeling en evaluatie van de examens. Albeda College Examencommissie Techniek & Technologie Stolwijkstraat DN Rotterdam Voorzitter: Dhr. H. Klop ROC Zadkine Examencommissie Techniek & Technologie Prins Constantijnweg TA Rotterdam Voorzitter: Mevr. A. Kaim Subexamencommissie Proces en maintenance 19

20 De subexamencommissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de examinering van het opleidingscluster. ROC Zadkine Subexamencommissie Proces en maintenance Heijplaatstraat JB Rotterdam Voorzitter: Dhr. E. Boehlé 6.5 Hoofdzaken Examenreglement De school kent een examenreglement dat voor alle deelnemers van toepassing is. Het reglement ligt ter inzage bij de onderwijsteamleider. Hieronder wordt een aantal punten toegelicht die in het bijzonder van belang zijn. Afmelden Indien je onverhoopt niet bij het examen kunt zijn, dien je dat zo spoedig mogelijk kenbaar te maken op de volgende wijze: Afmelden moet gebeuren via de telefoon naar de locatie waar het examen plaatsvindt. Na afmelding wordt gekeken of de examenkans behouden blijft. Je behoudt de kans alleen als je je met een geldige reden hebt afgemeld en als de afmelding tijdig en op de juiste wijze is doorgegeven. De bus gemist, wekker niet gehoord, examen vergeten et cetera worden niet als geldige redenen gezien. Te laat komen bij een examen Als je te laat bent voor een theorie-examen, moet je buiten het lokaal wachten. Je mag op aanwijzing van de surveillant pas 25 minuten na de begintijd naar binnen. Je krijgt geen extra examentijd. Ben je te laat voor een proeve, dan meld je je eerst bij de examenleider. De examenleider beslist of deelname nog mogelijk is. Herkansingen Voor alle examenonderdelen zijn er twee kansen: een examen en een herexamen. Aangepast examen Ben je in bezit van een dyslexiepasje of een verklaring voor een handicap, dan kan je bij de subexamencommissie een schriftelijk verzoek indienen voor een aangepast examen. Beslist de subexamencommissie negatief, dan krijg je een brief van afwijzing. Beslist de subexamencommissie positief, dan krijg je een brief van toewijzing. Bij de brief van toewijzing ontvang je een bevestigingskaart. Deze bevestigingskaart moet je tonen aan de surveillant op het moment dat je bij het examen tekent voor aanwezigheid. Tijdens het examen ligt de kaart op de hoek van de tafel, bij het legitimatiebewijs. Vrijstelling Vrijstelling voor een examen moet je schriftelijk aanvragen bij de subexamencommissie. De subexamencommissie maakt schriftelijk bekend of er vrijstelling wordt verleend. Fraude Bij fraude word je verwijderd uit de examenruimte. Jij en ingeval van minderjarigheid je wettelijke vertegenwoordigers krijgen schriftelijk bericht en er wordt een ongeldigheidverklaring opgesteld. Dit betekent dat je een examenkans verspeeld hebt. In enkele gevallen kan het betekenen dat je ook niet mag deelnemen aan verdere examens. Hetzelfde geldt voor het kopiëren/gedeeltelijk overnemen van opdrachten van een ander of het inleveren van examenwerk dat geheel of gedeeltelijk gekopieerd is van internet. Examens moeten altijd door jou zelf gemaakt zijn/worden! 20

21 7. Klachten, bezwaar en beroep 7.1 Klachten over de opleiding Als je een klacht hebt over de opleiding, bespreek je die klacht eerst met de docent of de onderwijsteamleider. Kom je er met hem/haar niet uit, dan kun je je met je klacht richten tot de branchedirecteur. Daarvoor moet je gebruik maken van een officieel klachtenformulier dat je kunt ophalen bij de administratie op de locatie waar je bent ingeschreven. Als de directeur van de branche je klacht ontvangen heeft, word je uitgenodigd om je klacht nader toe te lichten. Daarna word je door hem/haar op de hoogte gesteld van de wijze waarop de klacht zal worden afgehandeld. 7.2 Bezwaar Klachten over het examen/examens kunnen schriftelijk worden ingediend bij de subexamencommissie via een bezwaarschrift, al geldt ook hier dat je je klacht eerst bespreekbaar maakt met de docent, examinator of onderwijsteamleider. In het bezwaarschrift moet je je klacht zo duidelijk mogelijk beschrijven. Denk daarbij aan: Je naam en adres Klas Datum van indiening Omschrijving van de reden van het bezwaar/wat is er aan de hand? Datum maatregel/beoordeling/besluit, waar het bezwaar betrekking op heeft De betrokken docent(en), begeleider(s) De acties die je al hebt ondernomen en met welke betrokkenen je al hebt gesproken, zonder dat dit voor jou tot een oplossing heeft geleid De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is 10 werkdagen. De termijn begint na de dag waarop de maatregel, beoordeling of beslissing bekend is gemaakt. De subexamencommissie beslist binnen 10 werkdagen na de datum waarop de klacht ontvangen is. Deze beslissing wordt schriftelijk kenbaar gemaakt. 7.3 Beroep Wanneer je het vervolgens niet eens bent met de beslissing van de subexamencommissie, kun je in beroep gaan bij de Commissie van Beroep voor de examens. Je moet dus eerst bezwaar hebben aangetekend bij de subexamencommissie, voordat beroep mogelijk is. Het beroepsschrift bevat dezelfde gegevens die je in het bezwaarschrift hebt opgenomen. Daarnaast geef je in het beroepsschrift ook aan wat de beslissing van de subexamencommissie was, waartegen je in beroep gaat. De termijn voor het indienen van een beroepsschrift bedraagt 10 werkdagen na de dag waarop de subexamencommissie je van haar beslissing op de hoogte heeft gebracht. De Commissie van Beroep beslist binnen 15 werkdagen, maar kan die termijn als dat nodig is één maal verlengen met een maximum van 10 werkdagen. Je stuurt het beroepsschrift aan: Albeda College Commissie van Beroep voor de Examens, t.a.v. J. Geurtsen, voorzitter Postbus AL ROTTERDAM ROC Zadkine Commissie van Beroep voor de Examens, t.a.v. E. Henkelman Marten Meesweg AV Rotterdam 21

22 8. Schoolregels 8.1 Albeda College Binnen het Albeda College zijn de rechten en plichten van de deelnemers die ingeschreven staan vastgelegd in een Studentenstatuut. Het Studentenstatuut maakt onderdeel uit van deze opleidingswijzer en is te raadplegen via de website van het Albeda College. 8.2 ROC Zadkine Binnen ROC Zadkine zijn de rechten en plichten van de deelnemers die ingeschreven staan vastgelegd in een Deelnemersstatuut. Het Deelnemersstatuut maakt onderdeel uit van deze opleidingswijzer en is te raadplegen via de website van het ROC Zadkine. 22

23 9. Algemene Informatie 9.1 Kosten van de opleiding Jaarlijks bepaalt de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de hoogte van de kosten die de studenten moeten bijdragen aan hun opleiding Beroepsopleidende leerweg (BOL): Iedere student die op 1 augustus van het eerste schooljaar 18 jaar of ouder is en een voltijd BOLopleiding volgt, betaalt lesgeld. Het lesgeld voor het schooljaar bedraagt 1.118,00. Dit bedrag wordt elk jaar aangepast. Het bedrag wordt geïncasseerd door Dienst Uitvoerend Onderwijs (DUO). Ben je op 1 juli nog geen 18 jaar dan hoef je geen lesgeld te betalen. Je ouders kunnen voor leermiddelen (zoals boeken en overige materialen) een tegemoetkoming bij DUO aanvragen. De hoogte van deze tegemoetkoming is afhankelijk van het inkomen van je ouders Beroepsbegeleidende leerweg (BBL) Als je op 1 augustus 18 jaar of ouder bent dien je het wettelijk verplichte cursusgeld (voor deeltijdopleidingen) te betalen. In het schooljaar bedraagt het cursusgeld voor een niveau 1- of 2-opleiding 232,00. Voor een niveau 3- of 4-opleiding betaal je 563,00. Deze bedragen worden jaarlijks aangepast en worden bepaald door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De school zorgt voor de inning. Volg je de opleiding via een werkgever (BBL) dan worden de kosten van de opleiding en de boeken meestal, maar niet altijd, betaald door de werkgever van het BPV-bedrijf. 9.2 Leermiddelen Bij de start van de opleiding ontvang je een lijst met onderwijsbenodigdheden (boeken en andere studiematerialen) en de daaraan verbonden kosten. Voor deze kosten bestaat geen restitutieregeling als je voortijdig van school af gaat. Reiskosten voor studie gerelateerde uitjes (excursies en dergelijke) worden bij jou in rekening gebracht. 9.3 Aanwezigheidsverplichting Als student ben je verplicht alle onderwijsactiviteiten volgens het rooster bij te wonen. Dat wil zeggen dat er een 100% aanwezigheidsplicht is bij alle begeleide studieactiviteiten op school en in de praktijk. Ongeoorloofde afwezigheid is afwezigheid bij studieactiviteiten die je niet vooraf en/of volgens de regels hebt gemeld bij de school. 9.4 Consequenties van ongeoorloofde afwezigheid/verzuim De school heeft de verplichting een student, die zonder geldige reden afwezig is, aan te spreken. Over ongeoorloofde afwezigheid worden ouders of begeleiders altijd geïnformeerd. De school heeft de verplichting om de aanwezigheid van studenten nauwgezet te registreren en om ongeoorloofde afwezigheid of verzuim te rapporteren aan externe instanties. Tot 18 jaar ben je leerplichtig, tenzij je al een diploma op niveau 2 hebt. De school is verplicht om na 16 uur spijbelen dit door te geven aan de leerplichtambtenaar. Ongeoorloofd verzuim wordt gemeld aan DUO/Informatie- en Beheergroep en heeft voor BOL-studenten consequenties voor de studiefinanciering. De uiterste consequentie van langdurig en/of frequent voorkomend verzuim, is dat je wordt uitgeschreven van de opleiding. In dat geval wordt ook je studiefinanciering beëindigd. 9.5 Regels voor het melden van afwezigheid Bij ziekte: Op de dag zelf tussen 8:00 en 8:30 uur bellen naar de receptie van de locatie waar je de opleiding volgt. Vermeld daarbij altijd welke opleiding je volgt. Als je ziek bent op een dag dat beroepspraktijkvorming (BPV) gepland is, stel je ook het leerbedrijf op de hoogte. Bij voortijdig vertrek: Als het noodzakelijk is dat je eerder vertrekt, dan meld je je met een briefje af bij de BPV-praktijkbegeleider en bij de BPV-praktijkopleider. Bij verlof wegens bijzondere omstandigheden: Je moet dit tenminste twee dagen van tevoren aanvragen bij de onderwijsteamleider. 23

24 9.6 Beëindiging opleiding Je opleiding eindigt bij het behalen van je diploma. De datum van diplomering is tevens de datum van uitschrijving. Als je stopt met de opleiding en je ontvangt studiefinanciering, dan moet je direct het openbaar vervoersbewijs (OV) en studiefinanciering stopzetten. Bij nalatigheid legt DUO/Informatie- en Beheergroep boetes op. 24

25 Bijlage 1: TOP-model De opleiding moet ervoor zorgen dat je tenminste het vastgestelde aantal uren per jaar begeleid onderwijs krijgt aangeboden. Dit kan zijn in de vorm van lessen, individuele begeleiding, excursies, groepsopdrachten of de beroepspraktijkvorming (BPV). Per jaar word je geacht 1600 klokuren met je studie bezig te zijn. 25