Möhlenhoff ALPHA2 RF/BUS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Möhlenhoff ALPHA2 RF/BUS"

Transcriptie

1 Möhlenhoff ALPHA2 RF/BUS naregeling voor verwarming en koeling Installatie- en service handleiding voor de regeltechnische installateur Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 1 / 44

2 VOORWOORD Deze uitgave is een samenstel van de diverse installatie en servicehandleidingen van diverse producten welke onderdeel uitmaken van de ALPHA2 BUS bedraadde- & ALPHA2 RF draadloze naregelingen. Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld, echter kunnen hieraan geen rechten worden ontleend. De handleiding is op basis van de op dat moment laatste bekende stand der techniek, en de getoonde methoden zijn dus rechtstreeks terug te zoeken in de orginele fabriekshandleidingen. De handleiding is gebaseerd op de uitvoeringen en functionaliteit zoals deze door JOCO Benelux BV is/wordt geleverd op het moment van verschijnen van deze uitgave. Gebruik van deze handleidingen voor producten die door derden zijn geleverd is derhalve af te raden. TOELICHTING SYMBOLEN IN DEZE HANDLEIDING Belangrijke opmerking, cruciaal voor de goede werking van het systeem. Gevaarljke spanning, maak het onderdeel altijd eerst volledig spanningsloos alvorens met de montage- en/of onderhoudswerkzaamheden te beginnen. TOEPASSINGSGEBIED Het bedraadde (BUS) en draadloze (RF) ALPHA2 systeem verschillen enkel op kleine details van elkaar. Waar niet nader gespecifi ceerd geldt het genoemde voor beide systemen. Waar een bepaling enkel van toepassing is op een van beide systemen staat dit expliciet aangegeven. Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 2 / 44

3 INHOUDSOPGAVE 1. LEVERINGSOMVANG SYSTEEMCOMPONENTEN 1.1 LEVERINGSOMVANG SYSTEEMCOMPONENTEN Basisstation Thermostaten Stelmotoren Externe antenne (RF) Repeater (RF) PLANNING 2.1 SYSTEEMOMVANG PER BASISSTATION Basisstation 4-zone (RF) Basisstation 8-zone Basisstation 12-zone (RF) Algemene aandachtspunten rm-bus sy-bus IN- EN UITGAANDE SIGNALEN EN STURINGEN Ingang [TB] temperatuurbegrenzer Ingang [ECO] externe schakelklok Ingang [CO] Change-Over Ingang [H%] dauwpuntsensor Ingang [rm-bus] ruimtethermostaten Uitgang [pump] externe circulatiepomp Uitgang [boiler] ketel of Change-Over pilot Uitgang [Hz x] Heating-Zones stelmotoren Uitgang [SystemBUS] voor het bedraad pairen van tot max. 7 basisstations INSTALLATIE / MONTAGE 3.1 BASISSTATION Plaatsen van het basisstation Aansluiten van de stelmotoren Aansluiten van een temperatuurbegrenzer Aansluiten van een externe schakelklok (ECO) Aansluiten van een Change-Over signaal Aansluiten van een externe dauwpuntsensor (H%) Aansluiten van het ketelcontact (boiler) Aansluiten van een externe circulatiepomp (pump) Aansluiten van de SystemBUS Aansluiten van de RoomBUS (BUS) Aansluiten van de voedingsspanning Sluiten van de behuizing RUIMTETHERMOSTATEN Thermostaat plaatsen TOEBEHOREN DRAADLOOS SYSTEEM Plaatsen van een repeater (alleen draadloos) Plaatsen van een externe antenne (alleen draadloos)...23 Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 3 / 44

4 INHOUDSOPGAVE (vervolg) 4. INBEDRIJFNAME / PROGRAMMEREN 4.1 EERSTE INBEDRIJFSNAME Basistation bekrachtigen First-open-functie Thermostaten pairen aan het basisstation Verbindingstest thermostaten Signaalsterkte test thermostaten (alleen draadloos) Instellen van een repeater (alleen draadloos) Repeater LED uitschakelen (alleen draadloos) Basisstations aan elkaar pairen via de systeembus (sybus) De pairing van basisstations ongedaan maken Systeemtijd en datum instellen SYSTEEMPARAMETERS Overzicht & uitleg van de systeemparameters Systeemparameters instellen met de thermostaat Systeemparameters instellen met een pc/laptop UITLEG REGELWIJZE & (STORINGS-) WEERGAVE 5.1 UITLEG VAN DE REGELWIJZE & INDICATIELAMPEN VAN HET BASISSTATION Uitleg van de regelwijze van het basisstation Uitleg van de indicatielampen van het basisstation STORINGSWEERGAVE OP DE THERMOSTATEN Aanduiding en storingsweergave op de thermostaten FABRIEKSINSTELLINGEN TERUGZETTEN 6.1 FABRIEKSINSTELLINGEN TERUGZETTEN Fabrieksinstellingen terugzetten...44 Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 4 / 44

5 1. LEVERINGSOMVANG SYSTEEMCOMPONENTEN 1.1 LEVERINGSOMVANG SYSTEEMCOMPONENTEN Basisstation Een systeem dient uit tenminste een basisstation te bestaan. Het basisstation is de aansluiteenheid van de regelinstallatie waarop de stelmotoren, in- en uitgangen worden aangesloten. Het basisstation communiceert doormiddel van een bedraadde communicatiebus met de thermostaten. Het basisstation beschikt daarnaast over een 2e communicatiebus om tot maximaal 7 basisstations onderling aan elkaar te koppelen. Dit is bedoeld om bepaalde in en uitgangen centraal te gebruiken. (bijvoorbeeld ketelsturing) Het basisstation wordt compleet geleverd met; Basisstation Een systeem dient uit tenminste een basisstation te bestaan. Het basisstation is de aansluiteenheid van de regelinstallatie waarop de stelmotoren, in- en uitgangen worden aangesloten. Het basisstation communiceert draadloos met de thermostaten. Het basisstation beschikt standaard over een ingebouwde antenne. Het basisstation beschikt daarnaast over een bedraadde communicatiebus om tot maximaal 7 basisstations onderling aan elkaar te koppelen. Dit is bedoeld om bepaalde in en uitgangen centraal te gebruiken. (bijvoorbeeld ketelsturing) Het basisstation is in drie varianten leverbaar; 4, 8 en 12 zones. Het basisstation wordt compleet geleverd met; Basisstation, met losse 24V transformator. De voedingspanning primair bedraagt 230V. De stelmotorspanning bedraagt 24V AC. DIN-profi el 35mm voor wandbevestiging meegeleverd. Het is belangrijk om van te voren te weten hoeveel motoren door iedere thermostaat dienen te worden aangestuurd! Het basistation werkt met Heating-Zones (HZ). Een 8 zone basisstation beschikt over 8 Heating-Zones. Op de helft van de HZ kunnen 2 motoren per zone worden aangesloten. Op de andere helft slechts 1 motor per zone. Een thermostaat kan meerdere Heating-Zones aansturen. Een Heating-Zone kan slechts door een thermostaat worden aangestuurd. Basisstation, met geïntegreerde antenne. De voedingspanning alsmede de stelmotorspanning bedraagt 230V AC. DIN-profi el 35mm voor wandbevestiging meegeleverd. Het is belangrijk om van te voren te weten hoeveel motoren door iedere thermostaat dienen te worden aangestuurd! Het basistation werkt met Heating-Zones (HZ). Een 4 zone basisstation beschikt over 4 Heating-Zones. Een 8 zone basisstation beschikt over 8 Heating-Zones. Een 12-zone basisstation beschikt over 12 Heating-Zones. Op de helft van de HZ kunnen 2 motoren per zone worden aangesloten. Op de andere helft slechts 1 motor per zone. Een thermostaat kan meerdere Heating-Zones aansturen. Een Heating-Zone kan slechts door een thermostaat worden aangestuurd. Voorbeelden: Een thermostaat met 3 groepen stuurt HZ1 en HZ3. Een thermostaat met 4 groepen stuurt HZ1 en HZ5. Voorbeelden: Een thermostaat met 3 groepen stuurt HZ1 en HZ3. Een thermostaat met 4 groepen stuurt HZ1 en HZ5. Belangrijk! Installatie dient te alle tijde door gekwalifi ceerde vakkrachten te worden uitgevoerd. Levensgevaar door elektrische spanning! Zie de volledige handleiding voor details. Anders dan bij de draadloze ALPHA2 regelingen is er bij de bedraadde BUS variant geen 4- en 12-zone uitvoering. Indien 8-zones niet toereikend zijn dient dus een extra basisstation te worden geplaatst. Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 5 / 44

6 1.1.2 Thermostaten De te regelen vertrekken worden voorzien van thermostaat. Een regelsysteem dient tenminste te beschikken over een thermostaat. De thermostaten zijn voorzien van hoogwaardig LCD display, en wordt gevoedt vanuit de Room BUS. De thermostaat dient als ruimtetemperatuuropnemer maar kan tevens gebruikt worden om gebruikers- en installatieinstellingen te wijzigen. Een thermostaat wordt compleet geleverd met; 1 x Bedraadde thermostaat met LCD scherm, gevoedt vanuit de Room BUS Thermostaten De te regelen vertrekken worden voorzien van thermostaat. Een regelsysteem dient tenminste te beschikken over een thermostaat. De thermostaten zijn voorzien van hoogwaardig LCD display, en wordt gevoedt met 2x LR2 AAA alkalinebatterijen. De thermostaat dient als ruimtetemperatuuropnemer maar kan tevens gebruikt worden om gebruikers- en installatieinstellingen te wijzigen. Een thermostaat wordt compleet geleverd met; 1 x Draadloze thermostaat met LCD scherm, batterijgevoedt Voor geschikte bekabeling, bus-topografieën en andere belangrijke opmerkingen ten aanzien van de aansluit- en bekabelingsweerkzaamheden zie pagina s 8, 12 & 24. Gebruik altijd afgeschermde bus kabel! 2 x 2x LR03/AAA alkalinebaterij Alle in een regelsysteem aanwezige thermostaten maken gebruik van eenzelfde systeemtijd. In plaats van een klokprogramma waarin tijden gekoppeld worden aan temperaturen werkt het ALPHA2 systeem met een COMFORT- & ECO-BEDRIJF. COMFORT-BEDRIJF Thermostaat regelt naar de ingestelde comforttemperatuur. Temperatuur per thermostaat onafhankelijk instelbaar. Normaal gebruikt voor aanwezigheid. ECO-BEDRIJF Thermostaat regelt naar de ingestelde eco-temperatuur. Temperatuur per thermostaat onafhankelijk instelbaar. Gebruikt voor afwezigheid en/of nachtverlaging. ZIE LAATSTE NOOT ONDERAAN DEZE PAGINA Er zijn 3 mogelijkheden om te schakelen tussen COMFORT en ECO bedrijf; 1. Handmatig door de gebruiker. 2. Via ingebouwde klokprogramma P0 t/m P3 - per thermostaat onafhankelijk te kiezen welk programma op doordeweekse- en weekenddagen moet gelden. Deze tijden kunnen worden aangepast door een laptop/pc aan te sluiten op de RJ45 ethernetpoort (zie pag. xx) 3. Via een externe schakelklok, aangesloten op de ECO-ingang van het basisstation. PROGRAMMA COMFORTTIJD 1 COMFORTTIJD 2 COMFORTTIJD 3 COMFORTTIJD 4 P0* 05:30-21: P1 04:30-08:30 17:30-21: P2* 06:30-10:00 18:00-22: P3 07:30-17: *P0 = fabrieksinstelling weekenddagen, P2 = fabrieksinstelling doordeweekse dagen De tijden voor COMFORT-BEDRIJF wordt dus aangegeven, voor alle andere tijden wordt volgens ECO-BEDRIJF geregeld. Bij aanpassing van de COMFORTTIJDEN met de laptop/pc kunnen per programma maximaal 4 comforttijden worden ingegeven. De tijden voor programma s P0 t/m P3 kunnen niet worden aangepast op de thermostaat, en gaat alleen via de RJ45 ethernetpoort met directe aansluiting van een pc of laptop. Indien u geen gebruikt wenst te maken van komfortprogramma s kunt u in de systeeminstelling van de thermostaat PAr. 70 op ECO ingang zetten, en deze vervolgens niet aansluiten. Of ECO-BEDRIJF succesvol kan worden toegepast hangt van een aantal randzaken zoals isolatie, uitkoeling van het warmtelichaam, ruimtetemperaturen etc. Metname in zeer goed geïsoleerde gebouwen met een lage warmtebehoefte kan het zijn dat door toepassing van ECO-BEDRIJF zeer trage opwarming plaatsvindt. Dit kan voorkomen bij vloerverwarmingssystemen, die niet aan regelen toekomen tijdens ECO-BEDRIJF; en dus volledig uit blijven gedurende deze periode waardoor de gehele constructie uitkoelt. In die gevallen dient er handmatig continu op COMFORT-BEDRIJF te worden verwarmd - ECO-BEDRIJF zal dan niet lonend zijn. Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 6 / 44

7 1.1.3 Stelmotoren Op iedere afsluiter die geregeld dient te worden wordt een stelmotor geplaatst. De stelmotoren zijn 24VAC Normally Closed en worden standaard geleverd inclusief aangegoten aansluitkabel 0,75mtr waarmee deze direct op het basisstation kan worden aangesloten. Standaard wordt een M30 x 1,5 ventieladapter meegeleverd, voor de meest gangbare typen ventielen. Op verzoek leveren wij andere adapters, in principe zijn voor alle in de markt verkrijgbare ventielen passende adapters leverbaar. De stelmotor wordt compleet geleverd met; 1 x Stelmotor 24VAC inclusief 0,75mtr lang aansluitsnoer Normally Closed, met First Open functie Stelmotoren Op iedere afsluiter die geregeld dient te worden wordt een stelmotor geplaatst. De stelmotoren zijn 230VAC Normally Closed en worden standaard geleverd inclusief aangegoten aansluitkabel 0,75mtr waarmee deze direct op het basisstation kan worden aangesloten. Standaard wordt een M30 x 1,5 ventieladapter meegeleverd, voor de meest gangbare typen ventielen. Op verzoek leveren wij andere adapters, in principe zijn voor alle in de markt verkrijgbare ventielen passende adapters leverbaar. De stelmotor wordt compleet geleverd met; 1 x Stelmotor 230VAC inclusief 0,75mtr lang aansluitsnoer Normally Closed, met First Open functie. 1 x Ventieladapter 1 x Ventieladapter De stelmotoren zijn voorzien van First-Open functie. Wanneer de motor voor het eerst op een ventiel wordt geplaatst zal het ventiel open blijven. Nadat er voor het eerst c.a. 10 minuten spanning op de motor heeft gestaan zal de motor daarna gewoon openen en sluiten. Het is daarom belangrijk eerst alle motoren aan te sluiten op het basisstation alvorens hier spanning op wordt gezet. Het basisstation stuurt namenlijk alle motoren 10 minuten open zodra er voor het eerst spanning op komt te staan. Overzicht standaard beschikbare ventieladapters: Artikelnummer JOCO VA-nr Moehlenhoff Omschrijving / voor VA 80 ventieladapter M30x1.5mm, geschikt voor onder andere Heimeier, Honeywell-MNG, Siemens, Schlösser etc VA 41 ventieladapter M30x1.5mm, geschikt voor onder andere Danfoss, Jürgen Schlösser VA 10H ventieladapter M30x1.5mm, geschikt voor onder andere Oventrop Cocon, Hycocon, Tri-D, Tri-M - Sauter VUT015 F210 - Siemens VPD 115A, IMI/TA TBV-CM, TBV-CMP VA 10 ventieladapter M30x1.5mm, geschikt voor onder andere Purmo, Strawa, Oventrop thermostaatventielen, Viega rvs-verdeler, Uponor ECO-verdeler, KAN-Therm rvs-verdeler, TECE rvs-verdeler (Strawa), Multibeton HKV etc VA 90 ventieladapter M30x1.5mm, geschikt voor onder andere Reliance, SAS (messing), TECE kunststof verdeler, Uponor rvs-verdeler etc VA 91 ventieladapter M30x1.5mm, geschikt voor Thermotechnik rvs-verdeler etc VA 16 ventieladapter M28x1.5mm, geschikt voor onder andere Herz thermostaatventielen TS 98V, regelventielen TS V etc VA 02 ventieladapter M30x1.5mm buitendraad voor onder andere Afriso, Uponor (provario), Velta etc VA 26 ventieladapter met fl ens, geschikt voor Giacomini andere ventieladapters op aanvraag leverbaar Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 7 / 44

8 1.1.4 Externe antenne Niet van toepassing op bedraadde BUS versie Externe antenne Alleen wanneer de ontvanger zich op een andere etage bevindt dan de thermostaten is het noodzakelijk een externe antenne te plaatsen. Deze externe antenne wordt dan dus altijd op dezelfde bouwlaag geplaatst als de thermostaten. De antenne dient middels meegeleverde kabel (RJ11, lengte 5 meter) te worden aangesloten op het basisstation. De externe antenne heeft net als de ingebouwde antenne van het basisstation een reikweidte van maximaal c.a. 25mtr. De externe antenne wordt compleet geleverd met; 1 x Externe antenne, geschikt voor wandbevestiging (opbouw) 1 x RJ11 kabel, lengte 5mtr, voor verbinding tussen externe antenne en basisstation Repeater Niet van toepassing op bedraadde BUS versie Repeater Wanneer er geen stabiele verbinding tussen de thermostaten en het basisstation tot stand kan worden gebracht kan het signaal worden versterkt met een repeater. Normaal gesproken wordt een repeater alleen bij probleemgevallen of zeer lange afstanden tussen thermostaat en basisstation ingezet. Voor de repeater is een 230V wandcontactdoos benodigd! De repeater wordt compleet geleverd met; 1 x Repeater, geschikt voor wandbevestiging (opbouw) 1 x Netadapter met kabel, lengte 1,5mtr Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 8 / 44

9 2. PLANNING 2.1 SYSTEEMOMVANG PER BASISSTATION Basisstation 4-zones Niet van toepassing op bedraadde BUS versie Basisstation 4-zones Een 4-zone basisstation beschikt over onderstaande Heating-Zones Een thermostaat kan meerdere Heating-Zone aansturen. Een Heating-Zone wordt door slechts een thermostaat aangestuurd. Het maximaal aantal thermostaten bedraagt dan dus 4. Het maximaal aantal stelmotoren bedraagt dan dus 6. (2x2 + 2x1) Basisstation 8-zones Een 8-zone basisstation beschikt over onderstaande Heating-Zones Een thermostaat kan meerdere Heating-Zone aansturen. Een Heating-Zone wordt door slechts een thermostaat aangestuurd Basisstation 8-zones Een 8-zone basisstation beschikt over onderstaande Heating-Zones Een thermostaat kan meerdere Heating-Zone aansturen. Een Heating-Zone wordt door slechts een thermostaat aangestuurd. Het maximaal aantal thermostaten bedraagt dan dus 8. Het maximaal aantal stelmotoren bedraagt dan dus 12. (4x2 + 4x1) Het maximaal aantal thermostaten bedraagt dan dus 8. Het maximaal aantal stelmotoren bedraagt dan dus 12. (4x2 + 4x1) Basisstation 12-zones Niet van toepassing op bedraadde BUS versie Basisstation 12-zones Een 12-zone basisstation beschikt over onderstaande Heating- Zones Een thermostaat kan meerdere Heating-Zone aansturen. Een Heating-Zone wordt door slechts een thermostaat aangestuurd. Het maximaal aantal thermostaten bedraagt dan dus 12. Het maximaal aantal stelmotoren bedraagt dan dus 18. (6x2 + 6x1) Algemene aandachtspunten De ALPHA2 naregeligen zijn geschikt voor zowel naregeling van vloerverwarming als andere verwarmingssystemen. Bij de plaatsbepaling dienen een aantal factoren te worden afgewogen; Bij vloerverwarming is het over het algemeen het meest economisch om het basisstation zo dicht bij de verdeler te plaatsen dat de stelmotoren direct hierop kunnen worden aangesloten met de fabrieksmatig aangegoten kabel. Er dient altijd minimaal een 230V wandcontactdoos aanwezig te zijn. Het basisstation dient bereikbaar te zijn voor onderhouds- en storingswerkzaamheden. De relais in het basisstaion maken geluid. Plaats een basisstation derhalve bijvoorkeur nooit direct in een verblijfsruimte en probeer in ieder geval uit de directe nabijheid van slaapvertrekken te blijven. Eventueel geluidsisolerende omkasting plaatsen. Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 9 / 44

10 2.1.5 De rm-bus (Room BUS, thermostaat BUS) De thermostaten dienen te worden bedraad naar het basisstation. Dit geschiedt door middel speciaal hiervoor bestemde communicatiebus; de rm-bus. Er zijn een aantal belangrijke vereisten/eigenschappen van de rm-bus; Ieder basisstation heeft haar eigen rm-bus. Koppel NOOIT rmbusleidingen van verschillende basisstations aan elkaar. Gebruik ALTIJD afgeschermde bus-installatiekabel, 2x2x0,8mm², te herkennen aan de groene mantel, en EIB/KNX keurmerk. JOCO Benelux B.V. kan deze kabel aanbieden voor een zeer geschikte prijs, informeer naar de mogelijkheden. De thermostaten in een rm-bus mogen zowel individueel, in lijnboom- als sterconfi guratie worden aangesloten op de bus. Echter verdient lijn-confi guratie (van de 1e naar de 2e, van de 2e naar de 3e etc.) de voorkeur zodat er geen lassen in de bus hoeven te worden gemaakt; Houdt er rekening mee dat de aansluitruimte in de ALPHA2 componenten beperkt is. Maximaal 2 kabels ( in en uit) invoeren per component (thermostaat/basisstation) De maximale absolute lengte tussen enig punt in de rm-bus en het basisstation mag NOOIT meer dan 500mtr zijn. De volgorde van de bekabeling maakt niet uit; toewijzing aan de verschillende Heating-Zones geschiedt doormiddel van pairing. De BUS bekabeling is polariteitsgevoelig, en dient dus overal gelijk te zijn uitgevoerd. Draaiingen in de BUS aansluiting zal foutmeldingen veroorzaken! De rm-bus (Room BUS, thermostaat BUS) De thermostaten communiceren draadloos met het basisstation. Dit geschiedt door middel speciaal hiervoor bestemde draadloze communicatiebus op de 868Mhz frequentie; de rm-bus. Er zijn een aantal belangrijke vereisten/eigenschappen van de rm-bus; Ieder basisstation heeft haar eigen rm-bus. Het is niet mogelijk thermostaten tegelijkertijd te koppelen aan verschillende basisstations. Houdt rekening met de beperkte reikweidte van draadloze componenten; zorg dat de thermostaten zich op dezelfde bouwlaag bevinden als het basisstation, en probeer hemelsbreed niet meer dan 3 muren te hebben tussen thermostaat en basisstation. Indien geen gebruik is gemaakt van de voorgeschreven bekabeling wordt er geen ondersteuning gegeven bij fouten/ probleemoplossingen. Tevens vervalt dan zowel alle systeem- en componentgarantie De sy-bus (Systeem BUS) Het gebruik van de systeem-bus is optioneel, en heeft enkel voordelen bij installaties met meerdere basisstations. (minimaal 2, maximaal 7, bij >7 met meerdere sy-bussen) Indien het wenselijk is dat bepaalde in- en uitgangen centraal dienen te worden aangestuurd, in plaats van decentraal per basisstation, kunnen de basisstations worden gekoppeld middels een speciaal hiervoor bedoelde communicatiebus; de sy-bus. Er kunnen tot maximaal 7 basisstations via de bedraadde SystemBUS worden gekoppeld, middels het Master-Slave principe. Het Master basisstation is degene waarop de centrale inen uitgangen (ketel/pomp/change-over) worden aangesloten. De overige basisstations worden als Slave ingesteld. Dit werkt dus niet bij nog grotere installaties, dan dienen alle in- en uitgangen volledig te worden bedraad of meerdere sy-bussen naast elkaar te bestaan. Bij een als Slave ingesteld basisstation vervalt de functionaliteit van de locale uitgangen, het signaal wordt via de sy-bus doorgegeven naar de Master. Alleen de Master schakelt dus fysiek. Een Master-Slave schakeling scheelt potentieel een hoop bekabelingswerk. De volgende functies maken deel uit van de Master-Slave functie; - centrale uitgang ketelaansturing >> het ketelcontact van het master-basisstation schakelt als er een of meerdere thermostaten in het gepairde systeem warmte vragen, er hoeft dan maar een kabel te worden gelegd tussen het master-basisstation en de ketel - centrale uitgang pompaansturing >> het pompcontact van het master-basisstation schakelt als er een of meerdere thermostaten in het gepairde systeem warmte vragen, er hoeft dan maar een kabel te worden gelegd tussen het master-basisstation en de centrale circulatiepomp - centrale ingang verwarmen/koelen omschakeling >> het omschakelcontact van de koudeopwekking (bijv. warmtepomp) hoeft slechts op het master-basisstation te worden aangesloten, en de overige gepairde basistations ontvangen het signaal draadloos Er zijn een aantal belangrijke vereisten/eigenschappen van de sy-bus; - Gebruik ALTIJD afgeschermde bus-installatiekabel, 2x2x0,8mm², te herkennen aan de groene mantel, en EIB/KNX keurmerk. JOCO Benelux B.V. kan deze kabel aanbieden voor een zeer geschikte prijs, informeer naar de mogelijkheden. - De basisstations in een sy-bus mogen zowel individueel, in lijn- boom- als sterconfi guratie worden aangesloten op de bus. Echter verdient lijn-confi guratie (van de 1e naar de 2e, van de 2e naar de 3e etc.) de voorkeur zodat er geen lassen in de bus hoeven te worden gemaakt. - Houdt er rekening mee dat de aansluitruimte in ALPHA2 componenten beperkt is. Maximaal 2 kabels ( in en uit) per component. (basistation) - De maximale absolute lengte tussen enig punt in de sy-bus en het basisstation mag NOOIT meer dan 500mtr zijn. - Volgorde van de bekabeling maakt niet uit; toewijzing van de Master en Slave basisstations geschiedt doormiddel van pairing. - Per sy-bus kan er maar 1 Master zijn. Voor de draadloze 868 RF basisstations geldt dat deze tot maximaal 3 stuks ook draadloos kunnen worden gekoppeld. Dit werkt echter alleen als zij per bouwlaag direct boven elkaar geplaatst worden. Advies JOCO Benelux BV; Sy-BUS bekabelen. Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 10 / 44

11 2.2 IN- EN UITGAANDE SIGNALEN EN STURINGEN Ingang [TB] temperatuurbegrenzer Functie: Beveiliging tegen te hoge systeemtemperatuur Type: 230V Ingang, voeding van buiten het basisstation, er is een externe voedingsbron noodzakelijk. Door 230VAC op de TB ingang te zetten wordt de ingang geactiveerd. Werking: Bij actieve ingang worden alle stelmotoren dichtgestuurd Herstel: Bij inactieve ingang wordt normaal regelbedrijf hervat Toepassing: Als maximaalbeveiliging bij vloer- wand- en plafondverwarming Instellingen: Geen bijbehorende instelparameters Kabel: Sterkstroomkabel Kerndoorsnede: Massief 0,5 tot 1,5 mm², soepel 1,0 tot 1,5 mm² Ingang [ECO] externe schakelklok Functie: Ingang om temperatuurdaling vanuit een extern klokprogramma te sturen (in plaats van ingebouwde komfortprogramma s) Type: Potentiaalvrije ingang, er is een extern contact benodigd welke potentiaalvrij dient te schakelen (Normally Open) Werking: Bij actieve ingang worden de op dat moment ingestelde ruimtetemperatuur verminderd met de dalingsverschiltemperatuur. Herstel: Bij inactieve ingang wordt normaal regelbedrijf hervat Toepassing: In bedrijfsgebouwen is het vaak handiger om een nachtverlaging in te geven, bijvoorbeeld door een contact op de beveiligingscentrale. Kan ook worden gebruikt voor vakantiemodus Instellingen: [PAr 115] keuze tussen functie afwezig/nacht en vakantiemodus [PAr 230] dalingsverschiktemperatuur nacht- / afwezigmodus Instelling vakantietemperatuur (op thermostaat) Kabel: Zwakstroomkabel/signaalkabel Kerndoorsnede: Massief 0,5 tot 1,5 mm², soepel 1,0 tot 1,5 mm² Opgelet, bij gebruik van de ECO ingang vervallen door de gebruiker in te stellen dag- en nachttemperaturen. Normaal gesproken is deze functie minder geschikt voor situaties met bewoners, en verdienen de ingebouwde komfortprogramma s de voorkeur. (meer instellingsmogelijkheden gebruiker) Zie ook de gebruikershandleiding voor detais over dit onderwerp Ingang [CO] Change-Over Functie: Externe omschakeling tussen verwarming- en koelbedrijf Type: Potentiaalvrije ingang, er is een extern contact benodigd welke potentiaalvrij dient te schakelen (Normally Open) Werking: Bij actieve ingang word koelbedrijf gestart Herstel: Bij inactieve ingang wordt verwarmingsbedrijf hervat Toepassing: Change-Over bij afgiftesystemen die zowel voor verwarming- als koelbedrijf worden gebruikt Instellingen: [PAr 020] Per thermostaat kan worden gekozen of het afgiftesysteem voor alleen verwarmen, alleen koelen, of beide moet dienen. Dit om bijvoorbeeld radiatoren of vloerverwarming in badkamers uit te sluiten van koelbedrijf Kabel: Zwakstroomkabel/signaalkabel Kerndoorsnede: Massief 0,5 tot 1,5 mm², soepel 1,0 tot 1,5 mm² Er zijn situaties denkbaar waar het niet mogelijk is een extern contact aan te bieden, bijvoorbeeld bij collectieve 4-pijps installaties. In dat geval kan de change-over handmatig worden geactiveerd op de hoofdthermostaat op het MASTER basisstation. Hoewel dit ogenschijnlijk een mooie oplossing is willen wij met klem benadrukken de omschakeling waar mogelijk centraal te laten geschieden. Het handmatig omschakelen van de change-over gaat via de menustructuur van de thermostaat, en is niet geschikt om dagelijks door onervaren gebruikers uit te worden gevoerd zoals in hotels, zorginstellingen etc. Indien de changeover moet worden ingegeven vanuit de menustructuur van de thermostaat dient PAr 140 op 1 te worden gezet. (CO-Pilot functie) Het boilercontact schakelt dan als koelbedrijf wordt gekozen. De CO-ingang wordt dan volledig genegeerd. Indien beslist geen mogelijkheden tot het aanbieden van een extern contact bestaat in dergelijke situaties adviseren wij de plaatsing van een aparte schakelaar (bijvoorbeeld in de meterkast of naast de thermostaat) aan te sluiten op de COingang waarmee de change-over wordt geschakeld. Als deze dubbelpolig wordt uitgevoerd kunnen daar gelijk ook changeover kleppen mee worden geschakeld. Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 11 / 44

12 2.2.4 ingang [H%] dauwpuntsensor Functie: Dauwpuntbewaking bij systemen zonder centrale dauwpuntregeling Type: Potentiaalvrije ingang, er is een extern contact benodigd welke potentiaalvrij dient te schakelen (Normally Open) Werking: Bij actieve ingang tijdens koelbedrijf worden alle stelmotoren dichtgestuurd Herstel: Bij inactieve ingang wordt normaal regelbedrijf hervat Toepassing: Als veiligheid tegen condensvorming bij afgiftesystemen die voor koeling worden toegepast, bijvoorbeeld i.c.m. een condensopnemer. Instellingen: Geen bijbehorende instelparameters Kabel: Zwakstroomkabel/signaalkabel Kerndoorsnede: Massief 0,5 tot 1,5 mm², soepel 1,0 tot 1,5 mm² Ingang [rm-bus] ruimtethermostaten Functie: Het aansturen van Heating-Zones op basis van de gewenste- en werkelijke ruimtetemperatuur Type: Digitale, BUS, als ruimtetemperatuuropnemer Werking: Op basis van faseverschuivingsmodulatie (FSK) worden de gekoppelde Heating-Zones met een pulsweidtemodulatie aangestuurd, de aansturingsduur wordt bepaald als een PI regelaar. Toepassing: Vloer-, wand- en plafond- verwarming en koelinstallaties, radiator-, passieve- & actieve convector-installaties Instellingen: [PAr 010] gebruikt afgiftesysteem [PAr 020] verwarming of koelbedrijf blokkeren [PAr 030] bedieningsblokkering (kinderbeveiliging) [PAr 031] PIN-code voor bedieningsblokkering [PAr 040] externe sensor aangesloten [PAr 050] achtergrondverlichting LCD (alleen bij bedraadde systemen) [PAr 060] correctie reële ruimtetemperatuur +/- [PAr 070] selectie bron komfortprogramma (intern/extern ECO) [PAr 071] programmaselectie werkdag [PAr 072] programmaselectie weekend Bovengenoemde parameters gelden per ruimtethermostaat, en kunnen/dienen dus ook bij iedere thermostaat te worden ingevoerd/gecontroleerd. Verder algemene instellingen; (geldend voor geheel systeem) [PAr 120] eenheid temperatuuraanduidng (F of C) [PAr 170] Smart Start (berekening per zone hoe lang het duurt om tot de komforttemperatuur op te warmen, en vervroegt de start overeenkomstig voor extra komfort. Smart-Start betekent ook dat de opwarmtijd wordt afgetrokken van de eindtijd. Indien dit ongewenst is Smart-Start uitschakelen en handmatig de aanwarmtijd meeberekenen in de comforttijden van de regelaar. Alleen voor de bedraadde BUS variant geldt; Kabel: 2x2x0,8mm² bus-installatiekabel (EIB/KNX, groen) Kerndoorsnede: Massief 0,5 tot 1,5 mm², soepel 1,0 tot 1,5 mm² Uitgang [pump] externe circulatiepomp Functie: Uitgang voor het aansturen van een externe circulatiepomp Type: Potentiaalvrij schakelende uitgang (Normally Open) Werking: Contact schakelt (maakt) bij warmte- en kouddevraag, eventueel met voor- en nalooptijd indien geconfi gureerd. Toepassing: Voor het aansturen van een lokale circulatiepomp; potentiaalvrij Voor het aansturen van een centrale circulatiepomp indien tot maximaal zeven basisstations worden gepaird, vanaf het master-basisstation; (zie ook blad?) potentiaalvrij Instellingen: [PAr 130] gedrag pompuitgang lokaal of centraal [PAr 131] pomptype (conventioneel of energiezuinig) [PAr 132] vertragingstijd pompuitgang [PAr 133] nadraaitijd pompuitgang [PAr 134] werkrichting pompuitgang [PAr 135] minimale looptijd pompuitgang [PAr 136] minimale te garanderen stilstandtijd pomp [PAr 200] pompbeschermingsfunctie (duur aantal dagen voor actief) [PAr 201] pompbeschermingsfunctie (aansturingsduur in minuten) Kabel: Zwakstroomkabel/signaalkabel Kerndoorsnede: Massief 0,5 tot 1,5 mm², soepel 1,0 tot 1,5 mm² Indien werd gekozen voor een configuratie met MASTER- en SLAVE basisstations wordt automatisch zowel de lokale- (SLAVE) als centrale- (MASTER) pompuitgang geactiveerd. Indien gewenst kan het pompcontact, vanwege de meer uitgebreidde instelmogelijkheden, ook worden toegepast voor het aansturen van een ketel o.i.d. Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 12 / 44

13 2.2.7 Uitgang [boiler] ketel of Change-Over pilot Afhankelijk van de instelling bij [PAr 140] kan de boiler-uitgang verschillende functies bezitten. De instellingen die daarbij horen zijn dus ook verschillend: INDIEN [PAr140] = 0 (boiler) Functie: Uitgang voor het aansturen/vrijgeven van de warmteopwekking Type: Potentiaalvrij schakelende uitgang (Normally Open) Werking: Contact schakelt (maakt) bij warmte- en kouddevraag, eventueel met voor- en nalooptijd indien geconfi gureerd. Toepassing: Voor het potentiaalvrij aansturen van een lokale warmteopwekker, of als vrijgave voor aan andere (voor-)regeling. Voor het potentiaalvrij aansturen van een centrale warmteopwekker indien tot maximaal drie basisstations worden gepaird, vanaf het master- basisstation; (zie ook blad 10) Instellingen: [PAr 141] vertragingstijd aansturing na warmtevraag [PAr 142] nalooptijd aansturing na warmtevraag [PAr 143] werkrichting boileruitgang (normaal of geinverteerd) [PAr 144] volg PWM-cyclus of stelmotor* [PAr 160] vorstbeveiligingsfunctie (actief of niet actief) [PAr 161] minimale ruimtetemperatuur vorstbescherming Kabel: Zwakstroomkabel/signaalkabel Kerndoorsnede: Massief 0,5 tot 1,5 mm², soepel 1,0 tot 1,5 mm² Let op! De indien het boilercontact een ketel aan gaat sturen gaat dit dus op basis van aan/uit schakelen. De praktijk leert dat indien de aanvoertemperatuur van de ketel zoveel mogelijk wordt afgestemd op het afgiftesysteem er met een nadraaitijd van c.a 3-5 minuten een relatief rustige regeling wordt verkregen, die qua verbruik overeenkomt met een modulerende regeling. Indien werd gekozen voor een configuratie met MASTER- en SLAVE basisstations wordt automatisch zowel de lokale- (SLAVE) als centrale- (MASTER) boileruitgang geactiveerd. De standaard inschakeltijd van dit ketelcontact is een volledige 15-minuten durende PWM-cyclus van de regelaar.dit houdt in dat de ketel gedurende een groot deel van deze 15 minuten wordt ingeschakeld terwijl de thermische stelmotoren gesloten zijn. Er dient dan dus een by-pass aanwezig te zijn om stroming over het cv-toestel te garanderen. Alternatief kan parameter 144 volg stelmotor worden geactiveerd. In plaats van de PWM-cyclus loopt het ketelcontact dan mee met de stelmotoren. (met inachtneming van par 141 en 142) Alternatief het pompcontact gebruiken voor de aansturing van de ketel. INDIEN [PAr140] = 1 (Change-Over pilot) Functie: Uitgang voor het aansturen van Change-Over signaal en/of kleppen Type: Potentiaalvrij schakelende uitgang (Normally Open) Werking: Contact schakelt (maakt) wanneer koelbedrijf handmatig wordt geactiveerd op een thermostaat, met voor- en nalooptijd indien geconfi gureerd. Toepassing: Om na de handmatige activatie van koelbedrijf Change-Over kleppen te schakelen in collectieve installatie s. Instellingen: De instellingen bij PAr 141, 142, 144, 160 en 161 worden genegeerd. [PAr 143] werkrichting boileruitgang (normaal of geinverteerd) Toepassingen waarbij de omschakeling tussen verwarmen- en koelbedrijf met interventie van de gebruiker dient te geschieden worden door JOCO Benelux B.V. niet ondersteund. Wij adviseren met klem de omschakeling altijd centraal en automatisch te laten geschieden om gebruikersklachten te voorkomen. Zie ook de nadere uitleg bij de Change-Over ingang op bladzijde? Uitgang [HZ x] HeatingZone stelmotoren Functie: Uitgang voor het aansturen van stelmotoren Type: 24V pulsweidtemodulerende uitgang Werking: Wordt bekrachtigd bij warmtevraag van de toegewezen thermostaat, schakelt een x-aantal minuten, bekrachtigingsduur is afhankelijk van het verschil tussen gewenste en ingestelde ruimtetemperatuur. Toepassing: Voor het aansturen van bijpassende thermische stelmotoren. Instellingen: [PAr 110] Werkrichting schakeluitgang NC/NO [PAr 180] noodwerking, duur tot activering [PAr 182] noodwerking, inschakelduur PWM verwarmen % [PAr 183] noodwerking, inschakelduur PWM koelen % [PAr 190] ventielbeschermingsfuntie (duur tot activering) [PAr 191] ventielbeschermingsfunctie (aanstuurduur) [PAr 210] First-Open functie (aanstuurduur) Kabel: Zwakstroomkabel/signaalkabel Kerndoorsnede: Massief 0,5 tot 1,5 mm², soepel 1,0 tot 1,5 mm², tot 20 meter is de standaard 0,75mm² toereikend. Let op! Per Heating-Zone kan maximaal 1A belast worden. Dit komt overeen met maximaal twee stelmotoren per Heating Zone. Het is derhalve niet toegestaan om meer motoren op een basisstation aan te sluiten dan deze aan aansluitmogelijkheden heeft. De HeatingZones werken op basis van load-balancing. Dit houdt in dat wanneer meerdere zones door 1 thermostaat worden aangestuurd, de Hz s zoveel mogelijk om-en-om worden bekrachtigd. Hiermee wordt de volumstroom over de warmteopwekker zo constant mogelijk gehouden. Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 13 / 44

14 2.2.9 Uitgang [SystemBUS] Bus-uitgang voor het bedraad pairen van tot max. 7 basisstations Functie: Uitgang voor het koppelen van basisstations, met als doel hetcentraal kunnen laten functioneren van de Change- Over-ingang, Boiler-uitgang, en Pompuitgang op het master-basisstation. Type: 3-draads bus-uitgang Werking: Hardware-matige aansluiting op de buslijn. Programmatie volgt overeenkomstig de pairing-procedure. Toepassing: Zie functie. Instellingen: geen bijbehorende instellingen Kabel: 2x2x0,8mm² bus-installatiekabel (EIB/KNX, groen) Kerndoorsnede: Massief 0,5 tot 1,5 mm², soepel 1,0 tot 1,5 mm² Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 14 / 44

15 3. INSTALLATIE / MONTAGE 3.1 BASISSTATION Plaatsen van het basisstation >> Monteren van het basisstation op de meegeleverde DIN-rails; Monteer het meegeleverde DINprofi el op een vlakke achterwand. Houdt er alvast rekening mee dat de kabels allemaal aan de onderzijde van het basisstation aangesloten gaan worden! Trek de borgclips zover uit dat deze open blijven staan. Dit gaat het eenvoudigst met een platte schroevendraaier. Hang het basisstation in de bovenste rand van het profi el en duw zachtjes de onderzijde naar de wand. Duw de borgclips met de hand aan, het basisstation is nu vast aan de wand gemonteerd. >> Verwijder de afdekkap van het basisstation Neem bijvoorkeur een c.a. 5mm brede platte schroevendraaier, en steek deze onder een hoek in het sleufgat op de voorzijde van de afdekkap. Duw deze stevig, en diep genoeg aan, en vervolgens met een kleine slag de schroevendraaier naar onderen kantelen. Schuif de afdekkap c.a. 1-2 mm met de hand naar beneden. Let op, dit gaat het gemakkelijkst als je dit tegelijk met insteken van de schroevendraaier doet, zoals in de vorige stap omschreven. Trek de afdekkap aan de onderzijde naar je toe en de afdekkap komt nu geheel los van de behuizing. Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 15 / 44

16 3.1.2 Aansluiten van de servomotoren Aansluiten van de stelmotoren op de door u gekozen Heating- Zone (HZ), in een later stadium worden de thermostaten gekoppeld aan de HeatingZones. Let wel op dat HeatingZones met twee aansluitposities bij dezelfde thermostaat moeten horen. Belangrijk! Installatie dient te alle tijde door gekwalifi ceerde vakkrachten te worden uitgevoerd. Levensgevaar door elektrische spanning! Schakel altijd eerst alle spanning uit alvorens werkzaamheden uit te voeren aan het basisstation Aansluiten van de servomotoren Aansluiten van de stelmotoren op de door u gekozen Heating- Zone (HZ), in een later stadium worden de thermostaten gekoppeld aan de HeatingZones. Let wel op dat HeatingZones met twee aansluitposities bij dezelfde thermostaat moeten horen. Belangrijk! Installatie dient te alle tijde door gekwalifi ceerde vakkrachten te worden uitgevoerd. Levensgevaar door elektrische spanning! Schakel altijd eerst alle spanning uit alvorens werkzaamheden uit te voeren aan het basisstation. De stelmotoren kunnen op de betreffende Heating-Zone (HZ) worden aangesloten met de standaard aansluitkabel. De stelmotorkabel mag ook worden verlengd. Bij grotere aantallen is het ook mogelijk de motoren standaard met een langere kabellengte tot 20 meter te leveren! Gebruik enkel de orginele Moehlenhoff stelmotoren, omdat de regeling is afgestemd op de specifi eke looptijd van deze motoren. De stelmotoren kunnen op de betreffende Heating-Zone (HZ) worden aangesloten met de standaard aansluitkabel. De stelmotorkabel mag ook worden verlengd. Bij grotere aantallen is het ook mogelijk de motoren standaard met een langere kabellengte tot 20 meter te leveren! Gebruik enkel de orginele Moehlenhoff stelmotoren, omdat de regeling is afgestemd op de specifi eke looptijd van deze motoren Aansluiten van een temperatuurbegrenzer (TB) Indien gewenst kan de installatie worden voorzien van een temperauurbegrenzer. Deze is echter niet noodzakelijk voor de goede werking van het systeem. Als er geen temperatuurbegrenzer wordt toegepast hoeft er niets te worden aangesloten. Belangrijk! Installatie dient te alle tijde door gekwalifi ceerde vakkrachten te worden uitgevoerd. Levensgevaar door elektrische spanning! Schakel altijd eerst alle spanning uit alvorens werkzaamheden uit te voeren aan het basisstation. De temperatuurbegrenzer (wisselcontact) wordt gevoedt vanuit een externe voeding. (230V). Bij inactieve TB zal de voeding worden doorgeschakeld naar het pompcontact. Op het moment dat het contact een brug maakt tussen de L en TB klem zullen alle stelmotoren onmiddelijk dicht worden gestuurd. Daarmee wordt ook onmiddelijk de voeding naar de pomp onderbroken. LET OP! De temperatuurbegrenzer dient het vermogen van de pomp te mogen schakelen! (pomp max. 1,0 Ampére) Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 16 / 44

17 3.1.4 Aansluiten van een externe schakelklok (ECO) De ECO modus van de thermostaten kan ook door een externe schakelklok worden geactiveerd. Deze is echter niet noodzakelijk voor de goede werking van het systeem. Als er geen schakelklok wordt toegepast hoeft er niets te worden aangesloten. Belangrijk! Installatie dient te alle tijde door gekwalifi ceerde vakkrachten te worden uitgevoerd. Levensgevaar door elektrische spanning! Schakel altijd eerst alle spanning uit alvorens werkzaamheden uit te voeren aan het basisstation. De externe ingang dient als een potentiaalvrij maakcontact te worden uitgevoerd. Indien de externe schakelklok bijvoorbeeld alleen 230V schakelt is dus een extra relais noodzakelijk. Het aansluiten van spanning op de ECO ingang kan leiden tot onherstelbare schade aan het basisstation! Aansluiten van een Change-Over signaal (CO) De koelmodus van de thermostaten dient bijvoorkeur door een extern change-over signaal te worden geactiveerd. Als er geen koeling wordt toegepast hoeft er niets te worden aangesloten. Belangrijk! Installatie dient te alle tijde door gekwalifi ceerde vakkrachten te worden uitgevoerd. Levensgevaar door elektrische spanning! Schakel altijd eerst alle spanning uit alvorens werkzaamheden uit te voeren aan het basisstation. De externe ingang dient als een potentiaalvrij maakcontact te worden uitgevoerd. Indien het externe contact bijvoorbeeld alleen 230V schakelt is dus een extra relais noodzakelijk. Het aansluiten van spanning op de CO ingang kan leiden tot onherstelbare schade aan het basisstation! Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 17 / 44

18 3.1.6 Aansluiten van een externe dauwpuntsensor (H%) In systemen waar ook koeling wordt toegepast kan het afhankelijk van het ontwerp nodig/wenselijk om als beveilging tegen condensatie een dauwpuntsensor toe te passen. Deze is echter niet noodzakelijk voor de goede werking van het systeem. Als er geen dauwpuntsensor wordt toegepast hoeft er niets te worden aangesloten. Belangrijk! Installatie dient te alle tijde door gekwalifi ceerde vakkrachten te worden uitgevoerd. Levensgevaar door elektrische spanning! Schakel altijd eerst alle spanning uit alvorens werkzaamheden uit te voeren aan het basisstation. De externe ingang dient als een potentiaalvrij maakcontact te worden uitgevoerd. Indien het externe contact bijvoorbeeld alleen 230V schakelt is dus een extra relais noodzakelijk. Het aansluiten van spanning op de H% ingang kan leiden tot onherstelbare schade aan het basisstation! Aansluiten van het ketelcontact (boiler) Het systeem beschikt over een aan/uit boileruitgang waarmee bijvoorbeeld een cv-ketel kan worden aangestuurd, of een (weersafhankelijke) voorregeling kan worden vrijgegeven. Belangrijk! Installatie dient te alle tijde door gekwalifi ceerde vakkrachten te worden uitgevoerd. Levensgevaar door elektrische spanning! Schakel altijd eerst alle spanning uit alvorens werkzaamheden uit te voeren aan het basisstation. Via de boiler uitgang kan de regeling een ketel aansturen. De uitgang voor het aanschakelen van de ketel kan 1-op-1 op de aan/uit thermostaatingang op de ketel worden aangesloten. De boiler uitgang van het basisstation maakt verbinding tussen A en B als de ketel aan moet gaan. Raadpleeg de fabrieksdocumentatie van het cv-toestel voor de juiste klemmen. Overige toepassingen Het boiler contact schakelt bij energievraag, zowel bij verwarming als koelbedrijf dus. Omdat het contact potentiaalvrij is, maar ook gerust 1A/230VAC mag schakelen kan het worden toegepast voor de meest uiteenlopende toepassingen. Enkele voorbeelden zijn; - als vrijgave voor een externe weersafhankelijke regeling - als aansturing voor een centrale open/dicht regelklep - als aansturing voor een tweede circulatiepomp Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 18 / 44

19 3.1.8 Aansluiten van een externe circulatiepomp (pump) Indien gewenst is het mogelijk om via de pompuitgang een externe circulatiepomp aan te sturen. Of dit wenselijk is hangt af van het ontwerp van de installatie. Belangrijk! Installatie dient te alle tijde door gekwalifi ceerde vakkrachten te worden uitgevoerd. Levensgevaar door elektrische spanning! Schakel altijd eerst alle spanning uit alvorens werkzaamheden uit te voeren aan het basisstation. POMP ZONDER EXTERNE STURING POMP MET EXTERNE STURING Bij gebruik van de ALPHA pompstekker (optionele accessoire) wordt de kabel uit de pompstekker direct op het pompcontact aangesloten. De nul (N) van de wandcontactdoos is via de pompstekker rechtstreeks met de pomp verbonden, en loopt niet via het basisstation. De fase (L) van de wandcontactdoos wordt via het basisstation naar de afgaande contactdoos op de ALPHA pompstekker geschakeld. Bij geavanceerde circulatiepompen met een externe potentiaalvrije ingang voor het starten van de pomp kan de pompuitgang 1-op-1 worden aangesloten. De pump uitgang van het basisstation maakt verbinding tussen A en B als de circulatiepomp moet gaan draaien. De voeding van de circulatiepomp geschied van buitenaf. De orginele stekker van de pomp blijft hierbij volledig intact Aansluiten van de SystemBUS Als het wenselijk is dat de pomp- en boilercontacten centraal geschakeld dienen te worden is het mogelijk tot 7 basisstations met elkaar te verbinden via de SystemBUS. Daarna dient d.m.v. pairing te worden geprogrammeerd welke basisstation MASTER wordt; hiervan worden dan dhet pomp en/of boiler contact aangesloten. De SystemBUS dient altijd bedraad te worden aangelegd. (ook bij 868Mhz systemen!) Tot maximaal 7 basisstations kunnen middels de SystemBUS met elkaar worden verbonden. Door dit te doen kan er gebruik worden gemaakt van het masterslave principe waarbij de CO, pump en boiler ingang centraal kunnen worden aangesloten op het master-basisstation. Gebruik daarvoor bedoelde afgeschermde busbekabeling! DE 24V KLEM BLIJFT ONGEBRUIKT!!!!!!!!!!!! Het fysiek aansluiten van de SystemBUS bekabeling heeft nog geen invloed op het systeem. Het pairen van de basisstations moet daarna eerst nog geschieden. Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 19 / 44

20 Aansluiten van de RoomBUS Het aansluiten van de thermostaten op het basisstation geschiedt door middel van de RoomBUS. Let op dat bij installaties met meerdere basisstations PER BASISSTATION EEN VOLLEDIG GESCHEIDEN RoomBUS wordt aangelegd. Belangrijk! Installatie dient te alle tijde door gekwalifi ceerde vakkrachten te worden uitgevoerd. Levensgevaar door elektrische spanning! Schakel altijd eerst alle spanning uit alvorens werkzaamheden uit te voeren aan het basisstation Aansluiten van de RoomBUS Niet van toepassing bij draadloze basisstations, de RoomBUS is hier volledig draadloos. Tot maximaal 8 thermostaten kunnen middels de RoomBUS aan het basisstation worden verbonden. De bekabeling mag zowel in lijn-, boom- en sterbekabeling worden uitgevoerd. (of combinatie hiervan) Gebruik daarvoor bedoelde afgeschermde busbekabeling! In bussystemen is het gebruikelijk om de communicatieaders wit en geel te gebruiken. Omdat er twee gescheiden buslijnen (Roomen SystemBUS) adviseren wij om voor de RoomBUS rood/zwart te gebruiken. Het fysiek aansluiten van de RoomBUS bekabeling heeft nog geen invloed op het systeem. Doormiddel van pairing worden de thermostaten aan de Heating Zones toegewezen. Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 20 / 44

21 Aansluiten van de voedingsspanning Het bedraadde basisstation wordt via de meegeleverde 24V transformator aangesloten op het lichtnet. SLUIT NOOIT 230V VOEDING AAN OP DE KLEMMEN VAN HET BASISSTATION Belangrijk! Installatie dient te alle tijde door gekwalifi ceerde vakkrachten te worden uitgevoerd. Levensgevaar door elektrische spanning! Schakel altijd eerst alle spanning uit alvorens werkzaamheden uit te voeren aan het basisstation Aansluiten van de voedingsspanning Het draadloze basisstation wordt middels een 230V netstekker (optioneel accessoire) aangesloten op het lichtnet. Belangrijk! Installatie dient te alle tijde door gekwalifi ceerde vakkrachten te worden uitgevoerd. Levensgevaar door elektrische spanning! Schakel altijd eerst alle spanning uit alvorens werkzaamheden uit te voeren aan het basisstation. De aangegoten kabel van de systeemtransformator kan eenvoudig op de klemmenstrook worden aangesloten. LET OP, INDIEN 230V WORDT AANGESLOTEN OP DEZE KLEMMEN ZAL HET BASISSTATION ONHERSTELBAAR BESCHADIGD WORDEN! Het gebruik van andere dan meegeleverde transformatoren heeft het vervallen van de systeem- en productgarantie tot gevolg Sluiten van de behuizing >> plaats de afdekkap ap terug op de behuizing; Schuif de afdekkap onder een hoek tegen het basisstation, en druk vervolgens de onderkant naar de wand. Duw de afdekkap met twee handen naar boven zodat deze mooi aansluit bij de behuizing. (Dit vereist redelijke kracht) Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 21 / 44

22 3.2 RUIMTETHERMOSTATEN Thermostaat plaatsen Plaats de thermostaat altijd zodanig dat deze geheel vlak tegen de wand is gemonteerd. Monteren tegen achter- of voorover hellende vlakken. Belangrijk! Installatie dient te alle tijde door gekwalifi ceerde vakkrachten te worden uitgevoerd. Ten tijde van het aansluiten van thermostaten dient de voeding van het betreffende basisstation uit te worden geschakeld. Monteer de achterplaat, met de twee uitstekende nokjes aan de bovenkant tegen de wand. Zorg dat de horizontale gaten goed waterpas zitten zodat straks de thermostaat netjes recht hangt Thermostaat plaatsen Plaats de thermostaat altijd zodanig dat deze geheel vlak tegen de wand is gemonteerd. Monteren tegen achter- of voorover hellende vlakken. Hierna wordt beschreven hoe een thermostaat op de wand kan worden bevestigd. Indien je er zeker van bent dat de thermostaat op de door jou gekozen locatie voldoende signaalsterkte heeft kun je doorgaan met monteren. Bij twijfel eerst alleen de batterijen plaatsen (middelste beschijving hieronder), en eerst een RF-test uitvoeren om de locatie te bepalen / te controleren. Monteer de achterplaat, met de twee uitstekende nokjes aan de bovenkant tegen de wand. Zorg dat de horizontale gaten goed waterpas zitten zodat straks de thermostaat netjes recht hangt. Sluit de bus-installatiekabel aan op de klemmenstrool. De busaansluiting is pariteitsgevoelig, en dient dus overal op dezelfde wijze te zijn aangesloten. Pas op dat je de thermostaat in de hand houdt, ter voorkoming van beschadigingen aan het glasvenster. Neem de batterijen uit de verpakking en druk deze met de hand in de daarvoor bestemde houder. Pas op dat je de thermostaat in de hand houdt, ter voorkoming van beschadigingen aan het glasvenster. Hang de thermostaat in de bovenste twee uitstekende nokjes en duw vervolgens de onderkant voorzichtig naar de wand totdat het frontdeel vastklikt. Plaats nu de bedienknop. Hang de thermostaat in de bovenste twee uitstekende nokjes en duw vervolgens de onderkant voorzichtig naar de wand totdat het frontdeel vastklikt. Plaats nu de bedienknop. Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 22 / 44

23 3.3 TOEBEHOREN DRAADLOOS SYSTEEM Plaatsen van een repeater (alleen draadloos) Wanneer er thermostaten zijn met een te lage signaalsterkte kan een repeater uitkomst bieden. Let op dat alle thermostaten die een te lage signaalsterkte hebben stuk-voor-stuk moeten worden gekoppeld aan de repeater volgens onderstaande procedure. Per basisstation kan slechtst 1 repeater worden toegepast. Een repeater kan slechts zijn gekoppeld aan 1 basisstation. Het is raadzaam om eerst een RF-test met de thermostaten uit te voeren om te controleren of een repeater werkelijk noodzakelijk is. Neem de afdekkap los door met een platte schroevendraaier in de daarvoor bestemde sleuf te steken, en kantel de schroevendraaier zacht naar je toe. Voer nu eerst de meegeleverde voedingskabel door de achterkant van de behuizing. Bevestig de repeater aan de wand. Steek de voedingsstekker in de daarvoor bestemde opening. Plaats de afdekkap terug op de antenne. Steek de stekker in het stopcontact Plaatsen van een externe antenne Een externe antenne is soms noodzakelijk als het basisstation zich op een andere bouwlaag bevind dan de thermostaten. Het is raadzaam om eerst een RF-test met de thermostaten uit te voeren om te controleren of een externe antenne werkelijk noodzakelijk is. Neem de afdekkap los door met een platte schroevendraaier in de daarvoor bestemde sleuf te steken, en kantel de schroevendraaier zacht naar je toe. Voer nu eerst de meegeleverde RJ11 kabel door de achterkant van de behuizing. Bevestig de antenne aan de wand. Neem de afdekkap los door met een platte schroevendraaier in de daarvoor bestemde sleuf te steken, en kantel de schroevendraaier zacht naar je toe. Voer nu eerst de meegeleverde RJ11 kabel door de achterkant van de behuizing. Bevestig de antenne aan de wand. Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 23 / 44

24 4. INBEDRIJFNAME / PROGRAMMEREN 4.1 EERSTE INBEDRIJFNAME Basisstation bekrachtigen Wacht met het bekrachtigen van het basisstation totdat alle systeemcomponenten zijn geïnstalleerd, en de behuizing volledig is gesloten! >> Steek de stekker van het basisstation in het stopcontact. >>... na c.a. 5 seconden start het basisstation op, er lichten diverse lampjes op (zelftest) >>... na c.a.10 seconden worden de boileruitgang en Heating-Zones allemaal open gestuurd, in verband met de fi rst-open functie (zie volgende paragraaf) >>... na c.a.10 minuten gaat het systeem in rust, en kan er worden begonnen met het pairen van de thermostaten Gebruik deze 10 minuten om alvast de pairing-procedure van de thermostaten door te lezen! Wacht echter met pairen totdat alle motoren dicht zijn gelopen. Controleer nadat het systeem in rust is gekomen of alle motoren dicht zij gegaan. Zo weet je zeker dat alle stelmotoren correct zijn aangesloten. (omdat fi rst-open-functie voltooid is) First-open-functie Normaal gesproken worden de stelmotoren met fi rst-open-functie geleverd. Hoewel er normally closed (NC) motoren worden gebruikt zijn deze in levertoestand open. De fi rst-open-functie is bedoeld om de stelmotoren te kunnen afmonteren zonder dat het systeem reeds gevuld is. Pas na een bekrachtiging van c.a. 10 minuten vervalt de fi rst-open-functie en zal de motor na bekrachtiging volledig dicht lopen. Een stelmotor met fi rst-open-functie kun je er aan herkennen dat de blauwe rand aan de bovenzijde zichtbaar is als je hem uit de verpakking haalt. De functie werkt slechts eenmalig, en is niet te resetten Thermostaten pairen aan het basisstation De pairing procedure is relatief eenvoudig. Hier volgt een overzicht van de regels die gelden bij het pairen van thermostaten: >> Een thermostaat kan worden gepaird aan meerdere Heating-Zones (HZ), mits deze zich op hetzelfde basisstation bevinden. >> Herhaal voor iedere Heating-Zone de volledige pairing procedure. >> Een HZ kan slechts door 1 thermostaat worden aangestuurd. >> Door een thermostaat te pairen met een HZ die al (per ongeluk) gepaird was met een andere thermostaat vervalt de oude pairing automatisch. >> Eenmaal gepaird kan een Hz alleen worden gewist door deze met een andere thermostaat te pairen, of de fabrieksinstellingen volledig te herstellen. Druk op het basisstation c.a. 3 seconden op de knop rmbus totdat de indicator van HZ 1 gaat knipperen. >> Om HZ1 te pairen ga verder met de volgende stap >> Om een andere HZ te pairen druk iedere keer kort op de knop rmbus totdat de gewenste HZ indicator knippert Druk op de thermostaat c.a. 3 seconden de bedieningsknop in totdat het display de tekst SET weergeeft. >> Na een geslaagde pairing worden de symbolen zon en verwarmen getoond op het display. >> Als de pairing niet tot stand is gekomen zal het ontvangstsymbool knipperen. Voer bij twijfel een verbindingstest uit. Het basisstation staat nu in de pairingmodus. Indien er binnen 3 minuten geen pairingsignaal van een thermostaat wordt ontvangen keert het basisstation terug in rust, en dient de bovenstaande handeling eerst opnieuw te worden uitgevoerd. Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 24 / 44

25 4.1.4 Verbindingstest thermostaten Het is een goede gewoonte om onmiddelijk na het pairen van de thermostaten een verbindingstest uit te voeren. Zo weet u zeker dat de toewijzing en communicatie functioneert zoals verwacht, en u niet onverhoopt terug moet komen voor een storing die eenvoudig te vermijden was geweest. Zet voor de test alle thermostaten op de minimum instelwaarde; 5 graden. Een veelgemaakte fout is de thermostaat slechts een graad omhoog zetten om te testen, wat vanwege de pulsweidtemodulatie een onnauwkeurige manier van testen is! Controleer nu eerst of alle HZ-indicatoren op het basisstation uit zijn. Indien dit het geval is kan nu de toewijzingstest uitgevoerd worden zoals hieronder beschreven >3s De aan de thermostaat toegekende HZ s lichten nu op op het basisstation. Dit duurt 1 minuut, daarna gaan ze vanzelf weer uit, en kan de volgende thermostaat worden getest. (alternatief kunt u nogmaals de SET procedure volgen op de zojuist geteste thermostaat, dan gaan doven de lampen onmiddelijk) Vergeet niet na het testen de thermostaten weer op de normale dagtemperatuur te zetten! Dit gaat eenvoudig door te draaien en te bevestigen Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 25 / 44

26 4.1.5 Signaalsterkte test thermostaten (alleen draadloos) Het is een goede gewoonte om onmiddelijk na het pairen van de thermostaten een signaalsterkte test uit te voeren. Zo weet u zeker dat de toewijzing en communicatie functioneert zoals verwacht, en u niet onverhoopt terug moet komen voor een storing die eenvoudig te vermijden was geweest. De thermostaat kan de signaalsterkte weergeven, dit kan zichtbaar worden gemaakt door de volgende handeling uit te voeren op de thermostaat: waarbij 072 in het voorbeeld de signaalsterkte weergeeft. Ter indicatie; geen signaal redelijk signaal goed signaal uitstekend signaal Indien het signaal lager is dan 25 adviseren wij een andere locatie te kiezen voor de thermostaat, of een repeater te plaatsen tussen het basisstation en de thermostaat. Zorg dat een eventuele kast om het basisstation, alsmede binnendeuren, allemaal gesloten zijn tijdens de verbindingstest om een reële waarde te verkrijgen. Druk tijdens de test op de bedieningsknop om de test te beëindigen. Anderzijds zal deze vanzelf na enige tijd beeïndigd worden. Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 26 / 44

27 4.1.6 Instellen van een repeater (alleen draadloos) Wanneer er thermostaten zijn met een te lage signaalsterkte kan een repeater uitkomst bieden. Let op dat alle thermostaten die een te lage signaalsterkte hebben stuk-voor-stuk moeten worden gekoppeld aan de repeater volgens onderstaande procedure. Per basisstation kan slechtst 1 repeater worden toegepast. Een repeater kan slechts zijn gekoppeld aan 1 basisstation. Het pairen van een repeater aan een thermostaat zonder bereik gaat als volgt: >> Neem de thermostaat zonder zendbereik los van de achterplaat, houd hem dicht bij de ontvanger en pair hem aan de juiste zone als dit nog niet gebeurd is. (zie blad 32) >> Voer de toewijzigstest ter controle. (zie blad 34) >> Plaats de thermostaat terug op haar grondplaat. Druk de knop op de repeater ongeveer 5 seconden in totdat de groene led begint te knipperen. Druk nu c.a. 3 seconden de bedieningsknop van de thermostaat in, totdat kort SET op het display verschijnt. Laat de knop daarna direct los. Fout gemaakt? Geen probleem. Houdt de knop op de repeater c.a. 12 sec. ingedrukt en de repeater wordt gereset. >> Voer nu een verbindingstest uit om te controleren of de thermostaat nu voldoende ontvangst heeft. (zie blad 33) >> Voer de toewijzigstest ter controle. (zie blad 34) Repeater LED uitschakelen (alleen draadloos) Indien men het als hinderlijk ervaart dat de LED op de repeater steeds brand is het mogelijk deze uit te schakelen; Neem de afdekkap los door met een platte schroevendraaier in de daarvoor bestemde sleuf te steken, en kantel de schroevendraaier zacht naar je toe. Druk c.a. 5 seconden op de knop in de repeater. Sluit de behuizing. Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 27 / 44

28 4.1.8 Basisstations aan elkaar pairen via de systeembus (sybus) Zoals elders in deze handleiding beschreven is het mogelijk om in- en uitgangen centraal aan te sluiten op 1 basisstation, en deze vervolgens via de bedraadde systeembus aan andere basisstations te koppelen. Het basisstation waarop de in- en uitgangen fysiek worden aangesloten dient geprogrammeerd te worden als MASTER. De andere basisstations dienen allemaal (max. 7 totaal) als SLAVE te worden geprogrammeerd. Indien er zich meer dan 7 basisstations in een systeem bevinden dient de installatie regel- en bekabelingstechnisch worden opgedeeld zodat er meerdere MASTER basisstations worden toegepast. Het pairen van basisstations geschiedt in de volgende stappen; >> Op het MASTER basisstation c.a 3 seconden op de knop sybus drukken, totdat de orange indicator-led master gaat snel knipperen. >> Daarna op het 1e SLAVE basisstation c.a. 1 seconde op de knop sybus drukken, wacht daarna even totdat de orange indicatorled master gaat knipperen. Soms zijn er wat meer pogingen voor nodig, let op dat je de knop nooit langer dan 2 seconden indrukt omdat dan de SLAVE ook MASTER wil gaan worden! >> Indien de procedure succesvol was brand op het MASTER basisstation de orange indicator-led master continu, en op het SLAVE knippert deze led langzaam. >> Om een volgend basisstation ook als SLAVE in te stellen alle drie de hierboven genoemde stappen herhalen. Indien geen succes de pairing eerst op alle basisstations ongedaan maken, zie volgend hoofdstuk De pairing van basisstations ongedaan maken Het pairen van basisstations kan ongedaan worden gemaakt als dit niet langer wenselijk is, of wanneer de pairing in eerste instantie niet correct is verlopen. Om de pairing ongedaan te maken moet de volgende handeling voor ieder basisstation worden herhaald; >> Houdt de de knop sybus op het basisstation ingedrukt totdat de indicator-led master uit gaat. Dit duurt normaal gesproken c.a. 10 seconden. Als het langer duurt: de knop even los laten en onmiddelijk weer indrukken en ingedrukt houden totdat de indicatorled master uit gaat. Let op, daarna start het basisstation opnieuw op. Dit houdt in dat ook de first-open-functie op het basisstation (indien geprogrammeerd) weer aan gaat. Na c.a. 10 minuten hervat het basisstation normaal bedrijf. Tijdens het opnieuw opstarten worden alleen de sybus gegevens ge-reset, overige waarden blijven uiteraard behouden. Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 28 / 44

29 Systeemtijd en datum instellen De systeemtijd hoeft slechts op 1 thermostaat per basisstation te worden uitgevoerd. De overige regelaars nemen deze tijd na c.a. 15 minuten automatisch over. Bij gepairde basisstations nemen de thermostaten van andere basisstations deze tijd eveneens over. Het instellen van de tijd en datum is een mooie gelegenheid om gewend te raken met de menustructuur van de thermostaat! Het instellen van tijd en datum gaat als volgt: beginscherm jaar maand dag uur minuut terug naar begin Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 29 / 44

30 4.2 SYSTEEMPARAMETERS Overzicht en uitleg van de systeemparameters Alle geavanceerde systeeminstellingen worden gedaan met zogenaamde systeemparameters. Deze parameters kunnen met de thermostaat, of via SD-kaart/Ethernet worden geconfi gureerd. Eerst volgt een uitleg van de parameters, met daarbij de fabrieksinstelling per parameter. Nr. Parameter Beschrijving X 010 Systeemkeuze Geef aan welk type verwarmingssysteem wordt toegepast. Er kan worden gekozen uit ; 0 = vloerverwarming (fabrieksinstelling) 1 = lagetemperatuur vloerverwarming (warmtepomp / betonkernaktivering) 2 = radiatorverwarming 3 = convectorverwarming 4 = ventilatorconvectorverwarming 020 Blokkeringen Geef aan of deze thermostaat voor verwarming- of koelbedrijf moet worden geblokkeerd. Er kan worden gekozen uit; 0 = geen blokkering (fabrieksinstelling) 1 = verwarmen geblokkeerd, alleen koelbedrijf mogelijk 2 = koelbedrijf geblokkeerd, alleen verwarmingsbedrijf mogelijk 030 Kinderslot Geef aan of de thermostaat alleen na het invoeren van een 4-cijferige PIN- code mag worden bediend. 0 = geen kinderslot (fabrieksinstelling) per thermostaat instelbaar 1 = kinderslot doormiddel van PIN-code actief 031 Kinderslot PIN Stel hier de 4-cijferige PIN- code in voor het kinderslot. (PAr 030) [ ] [ ] [ ] [ ] 040 Externe sensor Geef aan of de thermostaat is uitgerust met een externe sensor. Thermostaten met externe sensoren zijn enkel op speciaal verzoek leverbaar. Er kan worden gekozen uit ; 0 = geen externe sensor (fabrieksinstelling) 1 = externe dauwpuntsensor 2 = externe vloertemperatuursensor 3 = externe ruimtetemperatuursensor 050 Achtergrondverlichting 060 Correctie reële temperatuur waarde Geef aan hoe lang de achtergrondverlichting op de thermostaat moet blijven branden na de laatste bediening. Er kan worden gekozen voor; seconden [ ] [ ] N.B. Alleen van toepassing bij bedraade (BUS) systemen. Indien gewenst kan de interne sensor van de thermostaat worden gecorrigeerd. Dit kan handig zijn als de thermostaat beïnvloed wordt door andere factoren, of gewoonweg iets afwijkt. De correctiewaarde kan worden ingegeven; -2,0-1,0 0,0 +1,0 +2,0 in stappen van 0,1 K [ ] [ ] [ ] 070 Volg komfort- programma Geef aan of de gebruiker de interne komfortprogramma s mag gebruiken of dat er met de externe ECO ingang wordt gewerkt. (zie ook PAr 115 & 230) 0 = intern komfortprogramma basisstation (fabrieksinstelling) 1*= externe schakelklok, via ECO ingang basisstation * kies 1 als u geen gebruik van een tijdsprogramma wenst te maken Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 30 / 44

31 Nr. Parameter Beschrijving X per thermostaat instelbaar 071 Volg intern komfortprogramma op doordeweekse dagen 072 Volg intern komfortprogramma in het weekend Indien bij PAr 070 is gekozen voor 0, intern komfortprogramma, kan er hier worden aangegeven welk komfortprogramma voor deze thermostaat moet gelden op doordeweekse dagen. Er kan worden gekozen uit; 0 = programma P0 1 = programma P1 2 = programma P2 (fabrieksinstelling) 3 = programma P3 Indien bij PAr 070 is gekozen voor 0, intern komfortprogramma, kan er hier worden aangegeven welk komfortprogramma voor deze thermostaat moet gelden in het weekend. Er kan worden gekozen uit; 0 = programma P0 (fabrieksinstelling) 1 = programma P1 2 = programma P2 3 = programma P3 Nr. Parameter Beschrijving X 110 Stelmotoren Geef aan welk type stelmotoren er in het systeem worden toegepast. 0 = spanningsloos gesloten NC (fabrieksinstelling) 1 = spanningsloos open NO instellingen gelden voor hele systeem 115 Gedrag ECO ingang 120 Temperatuuraanduiding De ECO ingang kan als ingang voor het activeren van de nacht-/afwezigheidsmodus of voor de vakantiemodus. Dalingsverschiltemperatuur: Bij active ingang regelt de thermostaat een instelbaar (PAr 230) aantal graden onder de op dat moment ingestelde temperatuur. (bijv. 20,0-2,0K = 18,0) >Deze dalingsverschiltemperatuur geldt voor het hele systeem. Vakantiemodus Bij actieve ingang regelt de thermostaat naar de op de thermostaat instelbare absolute ruimtetemperatuur. (bijv. naar 15,0 >De vakantietemperatuur is op iedere thermostaat instelbaar. 0 = activeert dalingsverschiltemperatuur (fabrieksinstelling) 1 = activeert vakantietemperatuur Geef aan of te temperatuuraanduiding in C of in F moet worden weergegeven op de thermostaten. 0 = graden Celcius C (fabrieksinstelling) 1 = graden Fahrenheit F Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 31 / 44

32 Nr. Parameter Beschrijving X 130 Gedrag pompuitgang De pompuitgang pump kan zowel decentraal als centraal worden toegepast. Decentrale pompschakeling De pompuitgang geldt onafhankelijk per basisstation. Bij energievraag van een van de thermostaten van ieder basisstation zal de pompuitgang van het betreffende basisstation geactiveerd worden. gelden voor hele systeem Centrale pompschakeling De pompuitgang op het als MASTER geprogrameerde basisstation wordt geactiveerd bij energievraag van een willekeurige thermostaat op een willekeurig gepaird basisstation. (functie vereist pairing van de basisstations, zie blad 36) 0 = decentrale pompschakeling (fabrieksinstelling) 1 = centrale pompschakeling via MASTER-basisstation 131 Pomptype Er kan worden gekozen om gebruik te maken van geavanceerde pompfuncties, zoals minimum loop- en stilstandtijd. Deze functies zijn normaal gesproken alleen noodzakelijk/gewenst bij elektronisch geregelde pompen met een ingebouwde regeling. Conventionele pomp Van de functie s minimum looptijd (PAr 135) en minimum stilstandtijd (PAr 136) worden geen gebruik gemaakt. Daar ingestelde waarden worden genegeerd. Elektronisch geregelde pomp Van de functie s minimum looptijd (PAr 135) en minimum stilstandtijd (PAr 136) worden gebruik gemaakt. 0 = conventionele pomp (fabrieksinstelling) 1 = elektronisch geregelde pomp 132 Vertragingstijd pompuitgang Er kan een vertragingstijd worden ingesteld ten behoeve van de pompuitgang. De vertragingstijd is de tijd tussen het begin van een 15 minuten durende PWM regelcyclus, en de daadwerkelijke activering van de pompuitgang. gelden voor hele systeem 133 Nadraaitijd pompuitgang Indien de energievraag ongedaan wordt gemaakt voordat de vertragingstijd verstreken is blijft de uitgang inactief. De vertragingstijd is handig om een rustige regeling te verkrijgen, en voorkomt dat de pomp inschakelt wanneer ventielen nog (grotendeels) dicht zijn. 0* = minuten vertragingstijd (2 min = fabrieksinstelling) [ ] * waarbij 0 = geen vertraging, functie uitgeschakeld Er kan een nadraaitijd worden ingesteld ten behoeve van de pompuitgang. De nadraaitijd is de tijd tussen het eind van een 15 minuten durende PWM regelcyclus, en de daadwerkelijke de-activering van de pompuitgang. Indien er een nieuwe energievraag is voordat de nadraaitijd is verstreken blijft de uitgang actief. De nadraaitijd is handig om een rustige regeling te verkrijgen, en voorkomt dat de pomp uitschakelt wanneer ventielen nog (grotendeels) open zijn. 00* t/m 15 = minuten vertragingstijd (2 min = fabrieksinstelling) [ ] [ ] * waarbij 00 = geen nadraaitijd, functie uitgeschakeld Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 32 / 44

33 Nr. Parameter Beschrijving X 134 Werkrichting pompuitgang Er kan worden gekozen of de pompuitgang normally open (NO) of normally closed (NC) moet werken. 0 = open indien niet actief, normally open NO (fabrieksinstelling) 1 = gesloten indien niet actief, normally closed NC gelden voor hele systeem 135 Minimum looptijd pompuitgang Er kan een minimum looptijd worden ingesteld ten behoeve van de pompuitgang. Deze waarde wordt alleen gebruikt als bij PAr 131 is gekozen voor een elektronisch geregelde pomp. De minimum looptijd is de minimale absolute tijd dat de pompuitgang gestuurd moet worden. De minimum looptijd werkt als overkoepelende functie, waarbij zowel de nominale draaitijd als nadraaitijd gemonitord word. Wanneer de nominale- en na-draaitijd samen minder dan de ingestelde minimum looptijd zijn zorgt deze functie ervoor dat de pompuitgang eenmalig een berekend aantal minuten extra actief blijft. De minimum looptijd wordt veelal gebruikt bij centrale pompen, om pendelgedrag in de installatie te voorkomen. In sommige gevallen is deze functie zelfs verplicht, raadpleeg hiervoor de fabrieksdocumentatie van de pomp(en) = minuten vertragingstijd (fabrieksinstelling) [ ] [ ] 136 Minimum stilstandtijd pompuitgang Er kan een minimum stilstandtijd worden ingesteld ten behoeve van de pompuitgang. Deze waarde wordt alleen gebruikt als bij PAr 131 is gekozen voor een elektronisch geregelde pomp. De minimum stilstand is de minimale absolute tijd dat de pompuitgang inactief moet blijven. De minimum stilstandtijd werkt als overkoepelende functie, waarbij zowel de regeling voorspelt of de stilstandtijd gewaarborgd kan worden. Zo ja wordt de uitgang voor de minimaal stilstandperiode uitgeschakeld. Zo niet dan blijft de pompuitgang actief. De minimum stilstandtijd wordt gebruikt bij sommige pomptypen, om beschadigingen door veelvuldig in- en uitschakelen van de voedingsspanning op de pompbesturing te voorkomen. Raadpleeg de fabrieksdocumentatie van de pomp(en) of deze functie noodzakelijk is = minuten vertragingstijd (fabrieksinstelling) [ ] [ ] gelden voor hele systeem 140 Functie boileruitgang De keteluitgang boiler kan ook als sturing voor Change-Over kleppen worden gebruikt. Let er wel op dat PAr 141, 142, 144, 160 en 161 dan geen functie meer hebben. Ketelsturing De keteluitgang geldt onafhankelijk per basisstation. Bij energievraag van een van de thermostaten van ieder basisstation zal de keteluitgang van het betreffende basisstation geactiveerd worden. Indien het basisstation via de draadloze of bedraade SystemBUS gepaird worden gedraagt de keteluitgang op het MASTER basisstation zich automatisch als centrale aansturing. Change-Over Pilot De boileruitgang op het als MASTER geprogrameerde basisstation wordt geactiveerd wanneer op de hoofdthermostaat koelbedrijf wordt geactiveerd. Het basisstation zal zijn externe CO-ingang volledig negeren. 0 = Ketelsturing (fabrieksinstelling) 1 = Change-Over Pilot Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 33 / 44

34 Nr. Parameter Beschrijving X 141 Vertragingstijd boileruitgang Er kan een vertragingstijd worden ingesteld ten behoeve van de keteluitgang. De vertragingstijd is de tijd tussen een aanvang van een regelcyclus, en de daadwerkelijke activering van de keteluitgang. Zie ook parameter 144! Indien de energievraag ongedaan wordt gemaakt voordat de vertragingstijd verstreken is blijft de uitgang inactief. De vertragingstijd is handig om een rustige regeling te verkrijgen, en voorkomt dat de ketel inschakelt wanneer ventielen nog (grotendeels) dicht zijn. gelden voor hele systeem Alleen indien 140=0 142 Nadraaitijd boileruitgang 00* t/m 60 minuten vertragingstijd (00 min = fabrieksinstelling) [ ] [ ] * waarbij 00 = geen vertraging, functie uitgeschakeld Er kan een nadraaitijd worden ingesteld ten behoeve van de keteluitgang. De nadraaitijd is de tijd tussen het verstrijken van een regelcyclus en de daadwerkelijke deactivering van de keteluitgang. Zie ook parameter 144! Indien er een nieuwe energievraag is voordat de nadraaitijd is verstreken blijft de uitgang actief. De nadraaitijd is handig om een rustige regeling te verkrijgen, en voorkomt dat de ketel uitschakelt wanneer ventielen nog (grotendeels) open zijn. Alleen indien 140=0 143 Werkrichting boileruitgang zowel indien 140=0 en indien 140=1 144 Gedrag boileruitgang 00* t/m 60 minuten nadraaitijd (00 min = fabrieksinstelling) [ ] [ ] * waarbij 00 = geen nadraaitijd, functie uitgeschakeld Er kan worden gekozen of de keteluitgang normally open (NO) of normally closed (NC) moet werken. 0 = open indien niet actief, normally open NO (fabrieksinstelling) 1 = gesloten indien niet actief, normally closed NC De boileruitgang kan naar keuze meelopen met een volle PWM regelcyclus of de werkelijke aansturingsduur van de motoren volgen. Een PWM regelcyclus duurt 15 minuten, waarbinnen afhankelijk van het verschil tussen werkelijke en streeftemperatuur de stelmotor een bepaalde berekende periode wordt aangestuurd. Indien deze parameter op 0 staat betekent dit dat de boileruitgang voor de volledige periode van 15 minuten wordt opengestuurd als er een energievraag van een thermostaat is geweest in deze cyclus. gelden voor hele systeem Alleen indien 140=0 Als het gewenst is dat de boileruitgang enkel actief is bij bekrachtigde motor(en) kan worden gekozen voor 1 volg actuator. Beide overigens met inachtneming van de vertragingstijd (par. 141) en nalooptijd. (par.142) 0 = boileruitgang volgt PWM regelcyclus (fabrieksinstelling) 1 = boileruitgang volgt actuator(en) 160 Vorstbeveiliging Alleen indien 140=0 De keteluitgang boiler kan indien gewenst worden voorzien van een vorstbeveiliging. Deze functie zorgt er voor dat wanneer op een thermostaat de bij PAr 161 ingestelde minimumtemperatuur bereikt wordt automatisch de ketel wordt aangestuurd. (let op dat de functie ook op de thermostaat actief moet zijn zodat de ventielen ook daadwerkelijk open staan) 0 = geen vorstbeveiligingsfunctie keteluitgang 1 = actieve vorstbeveiligingsfunctie keteluitgang (fabrieksinstelling) Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 34 / 44

35 Nr. Parameter Beschrijving X 161 Vorstbeveiligingstemperatuur Hier kan de ruimtetemperatuur worden ingesteld waarbij/waaronder de vorstbeveiliging van de keteluitgang (PAr 160) geactiveerd moet worden. 05 t/m 10 C ruimtetemperatuur (08 C = fabrieksinstelling) [ ] [ ] 170 Smart-Start Indien er gebruik wordt gemaakt van de interne komfortprogramma s (PAr 070) kan er gebruik worden gemaakt van een zogenaamde Smart-Start functie. gelden voor hele systeem geen Smart-Start Wanneer in het komfortprogramma een komforttijd wordt geprogrammeerd begint de regeling vanaf dan naar de komforttemperatuur te regelen, zonder rekening te houden met de opwarmtijd van het systeem. wel Smart-Start De regeling berekent hoe lang het duurt voordat de Heating-Zones op de komforttemperatuur zijn, en zorgt ervoor dat de regeling eerder begint zodat de komforttemperatuur op de komforttijd bereikt is. Opgelet! Smart-Start betekent ook Smart Stop. Dit houdt in dat de regeling ook eerder uitschakelt en zo anticipeert op restwarmte, zodat het systeem al voor het aanbreken van de dalingstijd uit kan gaan. Bij slecht/niet ingeregelde (en daardoor extreem trage-) installaties is het af te raden gebruik te maken van deze functie, omdat de werkelijke opwarmtijd als maat genomen wordt voor de Smart Stop. 0 = geen Smart-Start (fabrieksinstelling) 1 = wel Smart-Start 180 Noodbedrijf, duur tot activering Indien de verbinding met een thermostaat wordt verbroken kan hier worden ingesteld na hoeveel tijd noodbedrijf in werking moet gaan treden. Noodbedrijf is bedoeld als extra beveiliging, bijvoorbeeld wanneer een gebouw langer leegstaat, of men vergeet de batterijen van de thermostaten te vervangen. gelden voor hele systeem 181 Noodbedrijf, duur PWM cyclus Let op, noodbedrijf geld voor zowel verwarming- als koelbedrijf. Onder PAr 181 t/m 183 kunnen de verdere variabelen voor het noodbedrijf worden ingesteld. 030 t/m 600 minuten* (180 min = fabrieksinstelling) [ ] [ ] [ ] * in stappen van 30 minuten De duur van een PulsWeidteModulatie cyclus kan voor het noodbedrijf worden aangepast. In combinatie met de aansturingsduur (PAr 182 en 183) bepaald dit hoeveel minuten de Heating- Zones tijdens noodbedrijf aangestuurd gaan worden. In principe hoeft deze instelling nooit te worden aangepast. 10 t/m 30 minuten (15 minuten = fabrieksinstelling) [ ] [ ] Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 35 / 44

36 Nr. Parameter Beschrijving X 182 Noodbedrijf, % PWM verwarmen Het percentage van een PWM cyclus dat de stelmotoren tijdens noodbedrijf moeten worden aangestuurd, als het basisstation in verwarmingsbedrijf is. Voorbeeld resultaat Cyclus (PAr 181) = 15 minuten %PWM = 25% Dan zal tijdens noodbedrijf de Heating-Zone telkens (25% van 15 minuten) 3,75 minuten aangestuurd worden, en vervolgens (15-3,75 minuten) 11,25 minuten niet. gelden voor hele systeem 183 Noodbedrijf, % PWM koelen 000 t/m 100 % (25 % = fabrieksinstelling) [ ] [ ] [ ] Het percentage van een PWM cyclus dat de stelmotoren tijdens noodbedrijf moeten worden aangestuurd, als het basisstation in verwarmingsbedrijf is. Voorbeeld resultaat Cyclus (PAr 181) = 15 minuten %PWM = 25% Dan zal tijdens noodbedrijf de Heating-Zone telkens (25% van 15 minuten) 3,75 minuten aangestuurd worden, en vervolgens (15-3,75 minuten) 11,25 minuten niet. 000 t/m 100 % (0 % = fabrieksinstelling) [ ] [ ] [ ] 190 Ventielbeveiliging, duur tot activering Indien gewenst kan er een ventielbeveiliging worden ingesteld. Een ventielbeveiliging is raadzaam in installaties waar het risico bestaat dat installatie-onderdelen voor langere tijd niet gebruikt worden, bijvoorbeeld installaties welke alleen voor verwarming dienen tijdens de zomerperiode. De ventielbeveiligingsfunctie zorgt ervoor dat de stelmotoren na een x-aantal dagen ongebruikt te zijn voor een instelbare tijdsduur (PAr 191) te worden aangestuurd, om te voorkomen dat deze ventielen vast gaan zitten. Let op, indien gebruik van deze functie niet wenselijk is dient de instelbare tijdsduur bij PAr 191 op 00 te worden gezet. 01 t/m 28 dagen (14 dagen = fabrieksinstelling) [ ] [ ] gelden voor hele systeem 191 Ventielbeveiliging, activerings- duur 200 Pompbeveiliging, duur tot activering De duur van activering van de Heating-Zones tijdens de ventielbeveiliging is instelbaar. Let op, indien gebruik van deze functie niet wenselijk is dient de instelbare tijdsduur op 00 te worden gezet. 00 t/m 10 minuten (5 minuten = fabrieksinstelling) [ ] [ ] * waarbij 00 = geen activeringsduur, functie uitgeschakeld Indien gewenst kan er een pompbeveiliging worden ingesteld. Een pompbeveiliging is raadzaam in installaties waar het risico bestaat dat installatie-onderdelen voor langere tijd niet gebruikt worden, bijvoorbeeld installaties welke alleen voor verwarming dienen tijdens de zomerperiode. De pompbeveiligingsfunctie zorgt ervoor dat de pompuitgang na een x-aantal dagen ongebruikt te zijn voor een instelbare tijdsduur (PAr 201) te wordt aangestuurd, om te voorkomen dat de pompschoepen vast gaan zitten. Let op, indien gebruik van deze functie niet wenselijk is dient de instelbare tijdsduur bij PAr 201 op 00 te worden gezet. 01 t/m 28 dagen (03 dagen = fabrieksinstelling) [ ] [ ] Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 36 / 44

37 Nr. Parameter Beschrijving X 201 Pompbeveiliging, activerings- duur De duur van activering van de pompuitgang tijdens de pompbeveiliging is instelbaar. Let op, indien gebruik van deze functie niet wenselijk is dient de instelbare tijdsduur op 00 te worden gezet. gelden voor hele systeem 210 First-Open functie 220 Automatische zomer- / wintertijd 00 t/m 10 minuten (5 minuten = fabrieksinstelling) [ ] [ ] * waarbij 00 = geen activeringsduur, functie uitgeschakeld Ieder keer als een basisstation wordt herstart (bijvoorbeeld nadat de voedingsspanning weg is geweest) wordt de fi rst-open-functie geactiveerd. De werking hiervan wordt beschreven op bladzijde *t/m 10 minuten (10 minuten = fabrieksinstelling) [ ] [ ] * waarbij 00 = fgeen activeringsduur, functie uitgeschakeld Er kan worden ingesteld of de interne tijdklok automatisch tussen zomer- & wintertijd moet schakelen of niet. 0 = niet automatisch omschakelen 1 = automatisch schakelen tussen zomer- & wintertijd (fabrieksinstelling) 230 Dalingsverschil temperatuur Indien bij PAr 070 is gekozen voor 1 externe ECO-ingang van systeem gebruiken kan hier de dalingsverschiltemperatuur worden ingesteld. Dit is het gewenste temperatuursverschil met de ingestelde temperatuur op de thermostaat, tijdens actieve ECO ingang. Voorbeeld verwarmingsbedrijf De thermostaat staan normaal op 20,0 C ingesteld. De dalingsverschiltemperatuur is hier op 2,0 K geprogrammeerd. Tijdens actieve ECO ingang regelt deze thermostaat naar 20,0-2,0 = 18 C ruimtetemperatuur. gelden voor hele systeem Voorbeeld koelbedrijf De thermostaat staan normaal op 20,0 C ingesteld. De dalingsverschiltemperatuur is hier op 2,0 K geprogrammeerd. Tijdens actieve ECO ingang regelt deze thermostaat naar 20,0+2,0 = 22 C ruimtetemperatuur. Belangrijke informatie indien gebruik wordt gemaakt van deze functie Bij PAr 70 kan worden gekozen of de interne komfortprogramma s of ECO ingang moet wordt gebruikt voor deze dalingsfunctie. Bij deze ECO functie met dalingsverschiltemperatuur kan de gebruiker geen absolute dag- en nachttemperatuur instellen. Wij adviseren de functie met komfortprogramma s te gebruiken zodat de gebruiker zelf meer invloed heeft over het energieverbuik van haar systeem. Zie ook de gebruikershandleiding voor meer informatie over dit onderwerp. 2,0 t/m 6,0 K (2,0 K = fabrieksinstelling) [ ],[ ] Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 37 / 44

38 Nr. Parameter Beschrijving X 249 Dataloggen Het ALPHA2 systeem is voorzien van een ingebouwde datalogger. Deze datalogger maakt iedere minuut een snapshot van het systeem waarbij per thermostaat wordt opgeslagen; - ingestelde temperatuur - werkelijk gemeten temperatuur - systeeminstellingen op thermostaatniveau (par 060 t/m 072) - activiteit van de gekoppelde stelmotoren gelden voor hele systeem 250 Werkrichting dauwpuntsensor Belangrijke informatie indien gebruik wordt gemaakt van deze functie Deze functie werkt alleen wanneer er eerst een lege SD-kaart in het basisstation wordt geplaatst, geformatteerd naar FAT formaat. Parameter 249 staat standaard uit (0). Er kan een getal worden ingevuld wat overeenkomt met het aantal dagen dat de logger mag gaan loggen. Het maximaal aantal te loggen dagen is 28. Na bevestiging van het aantal dagen begint de datalogger onmiddelijk. 0 t/m 28 dagen (0 = uit, fabrieksinstelling) [ ],[ ] Er kan worden gekozen of de dauwpuntsensor normally open (NO) of normally closed (NC) moet werken. 0 = open indien niet actief, normally open NO (fabrieksinstelling) 1 = gesloten indien niet actief, normally closed NC Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 38 / 44

39 4.2.2 Systeemparameters instellen met de thermostaat Systeemparameters zijn noodzakelijk voor de goede werking van het systeem. Wijzigingen in de systeemparameters kunnen grote gevolgen hebben voor de juiste werking alsmede de beveiliging van systeemcomponenten. De hieronder beschreven procedure laat zien hoe het servicemenu kan worden geopend, en hoe een parameter kan worden geselecteerd. Op de voorgaande pagina s kunt u per parameter zien wat de invoerwaarde kan/moet zijn die u hier in kunt vullen. beginscherm PIN 1234 PIN 1234 PIN PIN PAr PAr PAr volgende 17 EINDE 18 PAr (stap 9) Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 39 / 44

40 4.2.3 Systeemparameters instellen met een pc/laptop Alle door JOCO Benelux BV geleverde basisstations zijn voorzien van een RJ45 ethernet-poort. Deze ethernet-poort is geschikt om een basistation te koppelen aan een pc, laptop of thuisnetwerk. Ook kan het systeem hiermee aan een router worden gekoppeld - en zelfs kostenloos worden aangemeld bij via de cloud-service van de fabrikant. Deze RJ45 ethernetpoort is tevens voorzien van ingebouwde XML-interface waarmee het basisstation volledig kan worden geïntegreerd in Smart-Home systemen. De uitgebreidde functionaliteit markeert een scheidslijn tussen verwarmingstechniek en automatisering. Wij hebben ervoor gekozen het automatiseringsdeel niet actief te gaan ondersteunen. Deze functionaliteiten zijn daarvoor te uitgebreid, vereisen vergaande IT-kennis, en zijn niet te verwoorden in een allesomvattende handleidingen. Het hierna volgende geeft weer hoe met een pc/laptop instellingen kunnen worden gewijzigd, waaronder het aanpassen van de standaard klokprogramma s. Voor alle overige vragen/technische support op dit gebied kunt u rechtstreeks contact opnemen met de support-afdeling van de fabrikant; Maandag - donderdag bereikbaar van 7:30 tot 17:00, vrijdags van 7:30 tot 15:00. Let op, alleen Duits- en Engelstalig. Möhlenhoff GmbH telefoon: +49 (0) Museumstraße 54a fax: +49 (0) DE Salzgitter service@moehlenhoff.de Duitsland Systeemparameters zijn noodzakelijk voor de goede werking van het systeem. Wijzigingen in de systeemparameters kunnen grote gevolgen hebben voor de juiste werking alsmede de beveiliging van systeemcomponenten. Met deze functionaliteit kunnen de meeste (niet alle!) parameters zoals hiervoor genoemd worden ingesteld. Aanvullend daarop kunnen op deze manier ook de komforttijden (programma P0 t/m P3 worden aangepast. Gebruik van deze functionaliteit is geheel voor risico van de gebruiker/installateur. Wijzigingen kunnen invloed hebben op de werking van het systeem. Let op, u brengt rechtstreeks wijzigingen aan in het basisstation - wijzigingen worden onmiddelijk opgeslagen. Het basisstation kan worden gekoppeld via de ingebouwde RJ45 ethernetpoort. De poort herkent directe aansluiting van een pc of laptop, en kan dus met een gewone RJ45 patchkabel worden verbonden met een laptop of pc. Met de laptop of pc kunnen vervolgens netwerkinstellingen worden gewijzigd waarmee het basisstation kan worden opgenomen in een LAN netwerk. Instellingen op de pc of laptop De netwerkkaart van de pc/laptop dient te worden geconfi gureerd (IPV4); IP adres pc/laptop Subnet-mask Gateway Roep vervolgens in de adresregel uw browser IP adres op. Systeemstatus, parameters en komfortprogramma kunnen hier nu worden gewijzigd. Sommige instellingen zijn beveiligd achter de code De hieronder beschreven procedure laat zien hoe uw netwerkkaart op uw pc of laptop ingesteld dient te worden ingesteld. Scan de QR-code om de instructievideo s op ons YouTube kanaal te bekijken, of naar de fabrikantwebsite te gaan voor alle technische documenten. DEEL - 1 instellen netwerkkaart DEEL - 2 verbinden met het basisstation DEEL - 3 instellen bekijken en aanpassen met de EZR-manager DEEL - 4 netwerkinstellingen van het basisstation bekijken/ wijzigen WEBSITE fabriekshandleidingen EZRmanager / EZR cloud Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d blz. 40 / 44

Möhlenhoff ALPHA2 BUS

Möhlenhoff ALPHA2 BUS Möhlenhoff ALPHA2 BUS bedraadde naregeling voor verwarming en koeling Installatie- en service handleiding voor de regeltechnische installateur Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 1.0 d.d. 01-10-2015

Nadere informatie

Installatie- en service

Installatie- en service Möhlenhoff ALPHA2 RF draadloze naregeling voor verwarming en koeling Installatie- en service handleiding voor de regeltechnische installateur Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 1.0 d.d. 01-04-2015

Nadere informatie

Systeemoverzicht. Bedraad systeem. Draadloos systeem. EIB bus systeem

Systeemoverzicht. Bedraad systeem. Draadloos systeem. EIB bus systeem Systeemoverzicht Bedraad systeem Standaard systeem voor een breed scala aan toepassingen zoals ruimte- en zoneregeling alsmede een verwarmen/koelen regeling. Het bedrade systeem is zowel toepasbaar voor

Nadere informatie

Comfort verhogen én tot 20% energie besparen. Alpha 2 systeem De slimme ruimteregeling van morgen

Comfort verhogen én tot 20% energie besparen. Alpha 2 systeem De slimme ruimteregeling van morgen Comfort verhogen én tot 20% energie besparen Alpha 2 systeem De slimme ruimteregeling van morgen Energie besparen Bespaar tot wel 20% op energiekosten 4 Standaard comfortprogramma s Temperatuurverlaging

Nadere informatie

Comfort verhogen én tot 20% energie besparen. Alpha 2 systeem De slimme ruimteregeling van morgen

Comfort verhogen én tot 20% energie besparen. Alpha 2 systeem De slimme ruimteregeling van morgen Comfort verhogen én tot 20% energie besparen Alpha 2 systeem De slimme ruimteregeling van morgen Energie besparen Bespaar tot wel 20% op energiekosten 4 Standaard comfortprogramma s Temperatuurverlaging

Nadere informatie

De GROOTSTE van Limburg op het gebied van vloerverwarming KLEPPEN EN VENTIELEN

De GROOTSTE van Limburg op het gebied van vloerverwarming KLEPPEN EN VENTIELEN De GROOTSTE van Limburg op het gebied van vloerverwarming KLEPPEN EN VENTIELEN De Gigant.nl Kleppen en Ventielen zijn zeer geschikt om te worden toegepast bij conventionele (vloer)verwarming. Middels de

Nadere informatie

Möhlenhoff ALPHA2 BUS

Möhlenhoff ALPHA2 BUS Möhlenhoff ALPHA2 BUS bedraadde naregeling voor verwarming en koeling Gebruikershandleiding Beschrijving, bediening, onderhoud & reiniging Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 1.0 d.d. 01-10-2015

Nadere informatie

Stappenplan installeren UMR Vario

Stappenplan installeren UMR Vario Stappenplan installeren UMR Vario stap invullen sl tabbel op blz... 1 begin met het invullen van de tabel in de handleiding. dit geeft een duidelijk overzicht voor de volgende stappen. alle bekabeling

Nadere informatie

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: 78327.HOL 070815 1. Toepassing De aansluitmodule SAM 8.1/2 maakt eenvoudige bedrading tussen thermostaten en klokthermostaten mogelijk en de daaraan behorende thermische

Nadere informatie

Zoneregeling Alpha-Direct

Zoneregeling Alpha-Direct V2.1_20160122 bedraad De zoneregeling is een individuele ruimteregeling bedraad met een modern design. Verschillende componenten kunnen worden gecombineerd en vormen samen een compleet systeem. Het resultaat

Nadere informatie

Zoneregeling Alpha² draadloos

Zoneregeling Alpha² draadloos Alpha² draadloos Alpha² draadloos Basisstation De Alpha² zoneregeling is dé oplossing voor slimme temperatuurregeling per ruimte. Hiermee is comfort verzekerd evenals de efficiëntie van het energieverbruik.

Nadere informatie

Möhlenhoff ALPHA2 RF/BUS

Möhlenhoff ALPHA2 RF/BUS Möhlenhoff ALPHA2 RF/BUS naregeling voor verwarming en koeling Gebruikershandleiding Uiteg over de werking, bediening, functies en instellingen. Uitgave van JOCO Benelux B.V. te Assen, versie 2.0 d.d.

Nadere informatie

(Na)regelingen voor vloerverwarmingsinstallatie.

(Na)regelingen voor vloerverwarmingsinstallatie. (Na)regelingen voor vloerverwarmingsinstallatie. Steeds vaker komt het echter voor dat de installatie per vertrek geregeld wordt, middels een kamerthermostaat en per groep en/of radiator middels een zôneklep.

Nadere informatie

Draadloze zoneregelaar HCE80. Handleiding bij het inleren

Draadloze zoneregelaar HCE80. Handleiding bij het inleren Inleer handleiding Draadloze zoneregelaar HCE80 Handleiding bij het inleren Wat doen we eerst? 1. Het aansluiten van de motoren MT4-230-NC op de HCE80!!!! 2. Op 1 zone kunnen maximaal 3 motoren MT4-230-NC

Nadere informatie

Zoneregeling Alpha-Direct. www.klimaat-cirkel.nl

Zoneregeling Alpha-Direct. www.klimaat-cirkel.nl AlphaDirect www.klimaatcirkel.nl AlphaDirect AlphaDirect bedraad De AlphaDirect zoneregeling is een individuele ruimteregeling bedraad met een modern design. Verschillendecomponenten kunnen worden gecombineerd

Nadere informatie

Techneco Elga. Regeling en Extra s

Techneco Elga. Regeling en Extra s Techneco Elga Regeling en Extra s Versie D7.3 4 maart 2011 Inhoud 1 Regeling... 1 1.1 Algemeen... 1 1.2 Regelstrategie... 1 1.3 Opentherm en aan/uit... 1 1.4 Kamerthermostaat... 1 1.5 Elga of ketel...

Nadere informatie

Espace bedrade regeling (230 volt)

Espace bedrade regeling (230 volt) Espace bedrade regeling (230 volt) Installatiehandleiding klokthermostaat. Espace klokthermostaat De fraai vormgegeven thermostaat is eenvoudig te bedienen met slechts vier toetsen en is standaard reeds

Nadere informatie

088U0240 / 088U0245. Handleiding CF-MC Hoofdregelaar

088U0240 / 088U0245. Handleiding CF-MC Hoofdregelaar 088U0240 / 088U0245 NL Handleiding 2 Danfoss Heating Solutions VIUHK710 Danfoss 03/2011 Inhoud 1. Inleiding...................................................................... 4 2. Overzicht van het

Nadere informatie

handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V

handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V NL 1 GEBRUIKERSHANDLEIDING De Master aansluitmodule -RF is speciaal ontworpen voor de bediening van uw vloerverwarmings-/ koelingssysteem. De module

Nadere informatie

Deze handleiding heeft betrekking op de 2HEAT KL Klep en ventiel.

Deze handleiding heeft betrekking op de 2HEAT KL Klep en ventiel. Deze handleiding heeft betrekking op de 2HEAT KL Klep en ventiel. De 2HEAT KL is een gemotoriseerde klep die kan worden toegepast bij conventionele verwarmingsystemen. De 2HEAT KL kan eenvoudig op een

Nadere informatie

Installatiehandleiding UMR ECO Universele Modulaire Regeling >

Installatiehandleiding UMR ECO Universele Modulaire Regeling > Installatiehandleiding UMR ECO Universele Modulaire Regeling > Uw comfort, onze missie! 2 Uiteraard streven wij perfectie na, maar natuurlijk kan het voorkomen dat er toch nog onvolkomenheden in dit handboek

Nadere informatie

Regeling van de varimat WR I.7.3. Systeeminformatie

Regeling van de varimat WR I.7.3. Systeeminformatie Systeeminformatie Bij een gecombineerd vloer- en radiatorverwarmingssysteem is de gemiddelde verwarmingstemperatuur voor de vloerverwarming doorgaans lager dan die voor de radiatoren. In veel gevallen

Nadere informatie

T6590B1000 FANCOIL REGELAAR KENMERKEN TOEPASSINGEN PRODUCT GEGEVENS

T6590B1000 FANCOIL REGELAAR KENMERKEN TOEPASSINGEN PRODUCT GEGEVENS T6590B1000 FANCOIL REGELAAR PRODUCT GEGEVENS KENMERKEN TOEPASSINGEN De T6590B1000 ruimteregelaar is ontworpen om de regelafsluiters, ventilator en extra elektrische in fancoil systemen te regelen. Een

Nadere informatie

Draadloos zoneregelsysteem CF2

Draadloos zoneregelsysteem CF2 MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Draadloos zoneregelsysteem CF2 Optimaal comfort in elk vertrek Draadloos gemak van Danfoss Optimaal comfort in elk vertrek Temperatuur bepaalt in belangrijke mate het gevoel

Nadere informatie

Thermostaatsystemen voor verwarmen en koelen

Thermostaatsystemen voor verwarmen en koelen Specialist duurzame installatietechniek 058-288 47 39 www.technea.nl info@technea.nl Thermostaatsystemen voor verwarmen en koelen WattsIndustries.com WATTS VISION 868 MHZ THERMOSTAATSYSTEMEN 5 Vision TOUCH

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200 VERWARIGSREGEIG Weersafhankelijke regelaar SA 00 De SA 00 vervangt de SA 003 en de oude modellen SA 83 en SA 83.1 die gebruikt werden voor sturing van mengkranen. O DIP 1 34 Éen enkele regelaar, 6 hydraulische

Nadere informatie

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden. De EasyTemp thermostaat ET31A/AF/F Deze handleiding geldt voor de onderstaande types: Op de doos Model ET31A, ET31AF en ET31F Model ET31A. Thermostaat regelt de ruimte temperatuur. (Niet geschikt voor

Nadere informatie

MGC OpenTherm regelaar

MGC OpenTherm regelaar MOS NL-780-2 MGC 061100 MGC OpenTherm regelaar Montage- en gebruikshandleiding Gebruikte symbolen In dit document worden de volgende symbolen gebruikt: Gevaar voor elektrische spanning! Let op! Gebruikte

Nadere informatie

Thermostatische regelingen

Thermostatische regelingen RF SYSTEEM 433 MHZ VERWARMEN 4 RF SYSTEEM 868 MHZ VERWARMEN 8 BEDRAAD SYSTEEM 24 V VERWARMEN 11 RF SYSTEEM 433 MHZ VERWARMEN/KOELEN 16 VERWARMEN/KOELEN BEDRAAD (BUS) 18 TOEBEHOREN 22 Thermostatische regelingen

Nadere informatie

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren , besturing voor handbediende schuifdeuren HW V1.0 SW V1.0 NL. Inhoudsopgaven: 1 Veiligheidsvoorschriften 2 2 Werking 3 3 Overzicht 4 4 Aansluiten 6 5 Storingen/specificaties 9 1 1 Veiligheidsvoorschriften:

Nadere informatie

handleiding module verwarmen en koelen (PAC-module)

handleiding module verwarmen en koelen (PAC-module) handleiding module verwarmen en koelen (PAC-module) NL 1 GEBRUIKERSHANDLEIDING De module verwarmen en koelen (PAC-module) is speciaal ontworpen voor de bediening van uw vloerverwarmings- / koelingssysteem.

Nadere informatie

Danfoss Link Zoneregeling voor verwarmen en koelen

Danfoss Link Zoneregeling voor verwarmen en koelen Selectiegids Danfoss Link Zoneregeling voor verwarmen en koelen Vanuit één centraal punt, regelt Danfoss Link draadloos de verwarming en eventueel vloerkoeling voor de gehele woning. Alle systeemcomponenten

Nadere informatie

Techneco EVA zoneregeling. Installateurshandleiding

Techneco EVA zoneregeling. Installateurshandleiding Techneco EVA zoneregeling Installateurshandleiding Versie 1.0 30-3-2018 Inhoudsopgave Introductie... 4 1.1 Techneco EVA... 4 1.2 Benodigdheden... 4 1.3 Algemene aandachtspunten... 4 Technische gegevens...

Nadere informatie

Installatiehandleiding Danfoss Link Hydronic Controller

Installatiehandleiding Danfoss Link Hydronic Controller MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Installatiehandleiding Danfoss Link Hydronic Controller Danfoss Heating Solutions Inhoud. Snelgids voor installatie................................................... 4. Inleiding..................................................................

Nadere informatie

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT Technische gegevens: Spanning: 230-240VAC + aarde Frequentie: 50-60Hz Weerstandsbelasting: 16A (3600W-230VAC) Inductieve belasting: 1A IP Waarde: IP21 Aanpassing:

Nadere informatie

Thermische aandrijvingen, type BA2005 (BA2105) Omschrijving

Thermische aandrijvingen, type BA2005 (BA2105) Omschrijving 101 Thermische aandrijvingen, type BA2005 (BA2105) Voedingsspanning Uv : AC 230 Volt AC 230 Volt Stuursignaal Y : On/Off or PWM M Kracht / slag: 100N, 4mm : aansluitsnoer (steekbaar) Met First-Open functie

Nadere informatie

Thermische aandrijvingen, type BA4005 (BA4105) Omschrijving

Thermische aandrijvingen, type BA4005 (BA4105) Omschrijving Thermische aandrijvingen, type BA4005 (BA4105) Voedingsspanning Uv : AC/DC 24Volt AC/DC 24Volt Stuursignaal Y : On/Off or PWM M Kracht / slag: 100N, 4mm : aansluitsnoer (steekbaar) Met First-Open functie

Nadere informatie

HENCO ZONEREGELINGEN UNDERFLOOR HEATING

HENCO ZONEREGELINGEN UNDERFLOOR HEATING HENCO ZONEREGELINGEN NL UNDERFLOOR HEATING Zoneregeling vloerverwarming: draadloos } De volgende generatie ruimtethermostaten met slimme start/stop technologie. } Dit uitgebreid systeem legt nadruk op

Nadere informatie

HANDLEIDING. SCU209DE / basis ontvanger. Inhoud;

HANDLEIDING. SCU209DE / basis ontvanger. Inhoud; HANDLEIDING SCU209DE / basis ontvanger Inhoud; Introductie Pagina 1 Specificaties en veiligheidsinstructies Pagina 2 Indicatieverlichting en installatie Pagina 3 Aansluitschema Pagina 4 Aanmelden thermostaten

Nadere informatie

De PS 005 op z'n duimpje kennen

De PS 005 op z'n duimpje kennen De PS 005 op z'n duimpje kennen odule voor de sanitair warmwaterproductie via uw ketel SA V B-6530 HUI Route de Biesme 49 E 071 59 00 39 FAX 071 59 01 61 info@tempolec.be www.tempolec.be B-1090 BRUSSE

Nadere informatie

088U0200 / 088U0205. NL Handleiding CF-MC Regelaar

088U0200 / 088U0205. NL Handleiding CF-MC Regelaar 088U0200 / 088U0205 NL Handleiding CF-MC Regelaar NL Inhoud 1. Inleiding... 54 2. Overzicht van het CF2-systeem fig. 1... 54 3. Functies overzicht fig. 2... 54 4. Montage... 54 4.1 Wand...54 4.2 DIN-rail...54

Nadere informatie

CF2 Draadloos zoneregelsysteem voor verwarmen en koelen

CF2 Draadloos zoneregelsysteem voor verwarmen en koelen CF2 Draadloos zoneregelsysteem voor verwarmen en koelen Da t a b l a d Toepassingsvoorbeelden Vloerverwarmingssysteem met cv-toestel Vloerverwarmingssysteem met directe installatieaansluiting. 2 Gecombineerd

Nadere informatie

Elektronische module EK002 voor het sturen van twee ketels in cascade

Elektronische module EK002 voor het sturen van twee ketels in cascade EGEYEE Elektronische module EK00 voor het sturen van twee ketels in cascade EK00 Wat is een cascademodule EK00? De module EK00 kan gebruikt worden voor de tijdsafhankelijke sturing van twee ketels. De

Nadere informatie

Elektronische draadloze ruimtethermostaat D9380 RF-T

Elektronische draadloze ruimtethermostaat D9380 RF-T Elektronische draadloze ruimtethermostaat D9380 RF-T 1 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Bediening en display 3 Bediening 3 Display 4 Handleiding voor gebruik 4 Gebruiksfuncties 5 Functie COMFORT 5 Functie ECO

Nadere informatie

cenvax Installatiehandleiding BC 130 boilercontrol

cenvax Installatiehandleiding BC 130 boilercontrol cenvax Installatiehandleiding BC 130 boilercontrol cenvax BC 130 boilercontrol Beschrijving De BC 130 is uitgevoerd met een eigen transformator 24 Volt, waardoor in de interne bedrading van de ketel niets

Nadere informatie

CF2 Draadloos regelsysteem voor verwarmen en koelen

CF2 Draadloos regelsysteem voor verwarmen en koelen CF2 Draadloos regelsysteem voor verwarmen en koelen Datablad Toepassingsvoorbeelden Vloerverwarmingssysteem met cv-toestel CF-MC CF-RS CF-RD CF-RF Vloerverwarmingssysteem met directe installatieaansluiting.

Nadere informatie

Thermostatische regelingen

Thermostatische regelingen RF SYSTEEM 433 MHZ VERWARMEN 4 BEDRAAD SYSTEEM 24 V VERWARMEN 11 RF SYSTEEM 433 MHZ VERWARMEN/KOELEN 14 VERWARMEN/KOELEN BEDRAAD (BUS) 17 21 Thermostatische regelingen Watts VISION Smart Home Systeem voorbeelden

Nadere informatie

Regel omschrijving: Ventilatie regeling Kampmann

Regel omschrijving: Ventilatie regeling Kampmann Regel omschrijving: Ventilatie regeling Kampmann Doel: De regeling regelt de cv klep, lucht inlaat klep en de ventilator van de mengluchtheater(s) en geeft een recirculatie groep vrij. De mengluchtregeling

Nadere informatie

2. Installeren. De uitwendige afmetingen van de Climate Master BQLS met 4 zones zonder metrische wartels zijn:

2. Installeren. De uitwendige afmetingen van de Climate Master BQLS met 4 zones zonder metrische wartels zijn: 2.1 Afmetingen De uitwendige afmetingen van de Climate Master BQLS met 4 zones zonder metrische wartels zijn: Lengte 295 mm Breedte 245 mm Diepte 90 mm 6023/A De uitwendige afmetingen van de Climate Master

Nadere informatie

Climate Master BQLS. Installatievoorschrift. Brink Climate Systems BV 1

Climate Master BQLS. Installatievoorschrift. Brink Climate Systems BV 1 Climate Master BQLS Installatievoorschrift Lees voor het installeren en gebruiken van het toestel dit installatievoorschrift zorgvuldig door. Bewaar dit installatievoorschrift bij het toestel. Handel altijd

Nadere informatie

Product-Data-Blad. Celcia MC4. Celcia MC4 Modulerende cascaderegelaar met automatische programmering

Product-Data-Blad. Celcia MC4. Celcia MC4 Modulerende cascaderegelaar met automatische programmering Product-Data-Blad Celcia MC4 Celcia MC4 Modulerende cascaderegelaar met automatische programmering Celcia MC4 Remeha Celcia MC4 De Remeha Celcia MC4 is een cascaderegelaar voor vier Remeha-ketels; de regelaar

Nadere informatie

P2050 Hybride verdeler

P2050 Hybride verdeler P2050 Hybride verdeler Afbeelding 1: Kunststof verdeler P2050 7 groeps met UMR Vario Algemeen Met het toenemende aantal bivalent/hybride opgestelde combinaties van cv-ketels en duurzame warmteopwekkers

Nadere informatie

Installatiehandleiding UMR ECO Sense Universele Modulaire Regeling >

Installatiehandleiding UMR ECO Sense Universele Modulaire Regeling > Installatiehandleiding ECO Sense Universele Modulaire Regeling > Uw comfort, onze missie! Uiteraard streven wij perfectie na, maar natuurlijk kan het voorkomen dat er toch nog onvolkomenheden in dit handboek

Nadere informatie

Ruimtethermostaat P. Ruimtethermostaten Elektronische ruimtethermostaat met schakelklok voor elektrothermische

Ruimtethermostaat P. Ruimtethermostaten Elektronische ruimtethermostaat met schakelklok voor elektrothermische Ruimtethermostaat P Ruimtethermostaten Elektronische ruimtethermostaat met schakelklok voor elektrothermische stelaandrijvingen IMI HEIMEIER / Ruimtethermostaten en Motoren / Ruimtethermostaat P Ruimtethermostaat

Nadere informatie

VH Control RF Thermostaat Echo Handleiding & Instructies

VH Control RF Thermostaat Echo Handleiding & Instructies VH Control RF Thermostaat Echo Handleiding & Instructies 1 Inhoud Algemeen... 3 Belangrijkste functionaliteiten... 3 Technische specificaties... 3 Belangrijke veiligheidsinformatie... 4 Afmetingen... 4

Nadere informatie

De juiste cv regeling

De juiste cv regeling De juiste cv regeling De keuze van een juiste cv-regeling. De keuze van een goede cv-regeling zorgt voor een betere comfort, bedieningsgemak en lagere energiekosten. Goede communicatie tussen thermostaat

Nadere informatie

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave)

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave) Technische handleiding Versie 11/11 PLC-INTERFACE (slave) Deze handleiding voor het installeren en bedienen van de PLC-interface (slave) zorgvuldig doorlezen en navolgen. Deze handleiding binnen handbereik

Nadere informatie

Gebruikers Handleiding 24V Thermostaat Verwarmen, artnr 70015

Gebruikers Handleiding 24V Thermostaat Verwarmen, artnr 70015 www.provarmo.nl Gebruikers Handleiding 24V Thermostaat Verwarmen, artnr 70015 Inhoudsopgave 1. Algemeen Pag. 2 1.1 Geldigheid, bewaring en verder geven van de handleiding 1.2 Symbolen 2. Veiligheid 3 2.1

Nadere informatie

RF-OPTIMA R2 THERMOSTAAT

RF-OPTIMA R2 THERMOSTAAT De RF-OPTIMA R2 opbouw draadloze thermostaat is ontwikkeld om elektrische- en conventionele verwarmingsinstallaties te kunnen schakelen aan de hand van de ingestelde temperatuur en tijd. Mogelijkheden

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

BESCHRIJVING FUNCTIE MODES speciaal ontworpen voor vloerverwarming en koeling systemen die aangestuurd worden door actuators. Instelmogelijkheden: Enk

BESCHRIJVING FUNCTIE MODES speciaal ontworpen voor vloerverwarming en koeling systemen die aangestuurd worden door actuators. Instelmogelijkheden: Enk BESCHRIJVING FUNCTIE MODES speciaal ontworpen voor vloerverwarming en koeling systemen die aangestuurd worden door actuators. Instelmogelijkheden: Enkel omgevingsvoeler Enkel externe voeler (vloersensor)

Nadere informatie

1. Installatie van de e-thermostaat 3. 2. Installatie van de hub 8

1. Installatie van de e-thermostaat 3. 2. Installatie van de hub 8 v.120110 1. Installatie van de e-thermostaat 3 2. Installatie van de hub 8 3. De webportal en smart phone app 10 Webportal...10 Smart phone App...10 4. Problemen oplossen - E-thermostaat 11 Het display

Nadere informatie

Een compleet programma temperatuurregelaars en aansluiting op gebouw beheer systemen. Maximaal schakelvermogen:

Een compleet programma temperatuurregelaars en aansluiting op gebouw beheer systemen. Maximaal schakelvermogen: Controls Een compleet programma temperatuurregelaars en aansluiting op gebouw beheer systemen. Instelbaar temperatuurbereik: Maximaal schakelvermogen: Alarmfunctie (lage temperatuur): Koppeling met Gebouw

Nadere informatie

Installatiehandleiding VAG5000-Basic. Weersafhankelijke ketelregelaar

Installatiehandleiding VAG5000-Basic. Weersafhankelijke ketelregelaar Installatiehandleiding VAG5000-Basic Weersafhankelijke ketelregelaar Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Waar bestaat de VAG5000-Basic set uit? 4 1.2 Wat regelt de VAG5000-Basic? 4 1.3 Hydraulisch schema

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

Elektrische vloerverwarming

Elektrische vloerverwarming Elektrische vloerverwarming Zeer snelle montage Eenvoudige bediening Ideaal voor renovatie 10 jaar garantie DANFOSS HET GEVOEL VAN PERFECTIE Danfoss elektrische vloerverwarming Vloerverwarming is een uiterst

Nadere informatie

Comfort door besparing. Eenvoudiger dan u denkt

Comfort door besparing. Eenvoudiger dan u denkt Comfort door besparing Eenvoudiger dan u denkt 30% Meer dan 55% van de energierekening van een gemiddeld huishouden bestaat uit de kosten voor verwarming. Met het intelligente regelsysteem evohome kan

Nadere informatie

BASISINSTELLING WARMTEPOMP

BASISINSTELLING WARMTEPOMP BASISINSTELLING WARMTEPOMP 1 2 4 3 Onderdelen 1. GIW-box met TR-10 ruimtethermostaat en regeling aanvoertemperatuur vloerverwarming 2. Drukmeters vloerverwarming en bronnen 3. Afsluiters vloerverwarming

Nadere informatie

Installateurshandleiding

Installateurshandleiding Loria tapwaterkit + elektrisch element tapwater Installateurshandleiding 13564 V1.0 4-2-2019 Behorende bij firmware versie V27 en hoger Inhoud Introductie... 3 1.1 Onderdelen in de tapwater kit... 3 1.2

Nadere informatie

TYBOX NL Installatie-instructies

TYBOX NL Installatie-instructies TYBOX 5000 Installatie-instructies TECHNISCHE KENMERKEN INHOUDSOPGAVE Contact uitgang A (30V)-Actie type.c (korte spanningsval) Proef met kogel van 5 C Nominale spanning shock: 4000V Voeding via,5v lithiumbatterijen,

Nadere informatie

Installatie handleiding voor ECO20-W Controller voor verwarming SW 1.16» / RU SW 1.18»

Installatie handleiding voor ECO20-W Controller voor verwarming SW 1.16» / RU SW 1.18» Installatie handleiding voor ECO20-W Controller voor verwarming SW 1.16» / RU SW 1.18» 1 B C D A 2 2 3 C A B D Een snelle installatiegids bevindt zich op pagina 18. 3 AM20-W Handleiding Componenten bij

Nadere informatie

Product-Data-Blad. Rematic MC. Rematic MC Voor het modulerend aansturen van Remeha-ketels in cascade

Product-Data-Blad. Rematic MC. Rematic MC Voor het modulerend aansturen van Remeha-ketels in cascade Product-Data-Blad Rematic MC Rematic MC Voor het modulerend aansturen van Remeha-ketels in cascade Rematic MC De Remeha Rematic MC Voor de perfecte regeling van meerdere ketels in cascade levert Remeha

Nadere informatie

Technische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel

Technische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel Technische Handleiding Versie 07/05 CompTrol Signal 1 Signaalkabel Deze handleiding voor het installeren van de optionele printplaat en bediening van de airconditioner zorgvuldig doorlezen. De voorschriften

Nadere informatie

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L Ondanks de grootst mogelijke zorgvuldigheid die Tasseron Electronics B.V. aan haar producten en de bijbehorende handleidingen besteedt, kunnen er onvolkomenheden

Nadere informatie

Voorziening voor de bekabeling van de TronicTop ( optie Clima) roosters

Voorziening voor de bekabeling van de TronicTop ( optie Clima) roosters Voorziening voor de bekabeling van de TronicTop ( optie Clima) roosters Aan het rooster wordt door Duco in de fabriek 3 tot 5 m kabel voorzien. Door de electricien dient een wachtbuis van het rooster naar

Nadere informatie

30 radiatoren regelen vanuit één centraal punt. Danfoss Link Zoneregeling voor verwarmen en koelen. link.danfoss.nl. Selectiegids

30 radiatoren regelen vanuit één centraal punt. Danfoss Link Zoneregeling voor verwarmen en koelen. link.danfoss.nl. Selectiegids Selectiegids Danfoss Link Zoneregeling voor verwarmen en koelen Vanuit één centraal punt, regelt Danfoss Link draadloos de verwarming en eventueel vloerkoeling voor de gehele woning. Alle systeemcomponenten

Nadere informatie

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit STAKA Handleiding elektrische bediening Algemeen Deze handleiding geeft u de juiste instructies voor een correcte aansluiting en een goede bediening van de elektrische bedieningsset van Staka. De installatie

Nadere informatie

ECC 24 kan ook alleen voor verwarming of koeling toegepast worden.

ECC 24 kan ook alleen voor verwarming of koeling toegepast worden. Toepassing ECC 24 is een microprocessorgestuurde regelaar voor het in volgorde besturen van verwarming en koeling. ECC 24 is primair bedoeld voor toepassing in convectiesystemen t.w. radiatoren, convectoren

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100 Weersafhankelijke regelaar S 1 e S 1 vervangt de S 1,, 4 en 5 evenals de oude modellen S 81, 81.1, 8, 8.1 en 84. Vervangt eveneens S 83 en 83.1 indien deze niet gebruikt werden voor sturing van mengkranen,

Nadere informatie

Opstartprocedure Watts Vision Central Unit.

Opstartprocedure Watts Vision Central Unit. Opstartprocedure Watts Vision Central Unit. Applicatie 4 : Zoneregeling van vloerverwarmingskring(en) met RF BT Master 6 zones BT-M6Z02 RF 230V en digitale RF ruimtethermostaat BT-D02 RF. A. Aansluitschema

Nadere informatie

VH CONTROL THERMOSTAAT METIS

VH CONTROL THERMOSTAAT METIS VH CONTROL THERMOSTAAT METIS HANDLEIDING & INSTRUCTIES 1 INHOUD Algemeen... 3 Belangrijkste functionaliteiten... 3 Belangrijke veiligheidsinformatie... 3 Technische gegevens... 3 Afmetingen... 4 Installatie

Nadere informatie

Hydraulische aansluiting

Hydraulische aansluiting Inleiding Bijgaand informatieblad geeft uitleg over hoe in de meest voorkomende gevallen de, samen met de, hydraulisch aangesloten dient te worden met daarbij de minste kans op storingen. In dit informatieblad

Nadere informatie

Nunu Modulentechniek Serie FM2000 Technische documentatie

Nunu Modulentechniek Serie FM2000 Technische documentatie Nunu Modulentechniek Serie FM2000 Technische documentatie t f w nunu bv besturingstechniek cybernetics postbus 5173, 3295 zh s-gravendeel mijlweg 51, 3295 kg s-gravendeel 078 6739311 078 673 4360 www.nunu.nl

Nadere informatie

T6590B1000 FANCOIL REGELAAR KENMERKEN TOEPASSINGEN PRODUCT GEGEVENS

T6590B1000 FANCOIL REGELAAR KENMERKEN TOEPASSINGEN PRODUCT GEGEVENS T6590B1000 FANCOIL REGELAAR PRODUCT GEGEVENS KENMERKEN TOEPASSINGEN De T6590B1000 ruimteregelaar is ontworpen om de regelafsluiters, ventilator en extra elektrische in fancoil systemen te regelen. Moderne,

Nadere informatie

Deze pompschakelaar kunnen wij U aanbieden voor 79 gemonteerd en wel. Zie onderstaande beschrijving van deze unieke pompschakelaar

Deze pompschakelaar kunnen wij U aanbieden voor 79 gemonteerd en wel. Zie onderstaande beschrijving van deze unieke pompschakelaar Ingeschreven KVK-maastricht nr.14084548 onder Installatietechniek DWC Schoutens BTW-nr.156857182B01 E mail : its@brunssum.net Web : www.installatietechniekdwcschoutens.nl Deze pompschakelaar kunnen wij

Nadere informatie

HCE80 INDIVIDUELE RUIMTE- TEMPERATUURREGELING

HCE80 INDIVIDUELE RUIMTE- TEMPERATUURREGELING Korte handleiding voor het in bedrijfstellen van de HCE80 HCE80 INDIVIDUELE RUIMTE- TEMPERATUURREGELING KENMERKEN VERKORTE HANDLEIDING Draadloze (klokgestuurde) temperatuurvoelers Optimaal comfort door

Nadere informatie

ZONEREGELINGEN VLOERVERWARMING

ZONEREGELINGEN VLOERVERWARMING EN VLOERVERWARMING 2 INHOUD ZONEREGELING ZONEREGELING Algemeen 4 Tempco zoneregeling (bedraad) 6 Thermostaten 6 Schakelblok 7 Tempco zoneregeling (radiofrequent) 8 Thermostaten 8 Schakelblok verwarmen

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100 VRWRIGSRGIG Weersafhankelijke regelaar S 1 S 1 e S 1 vervangt de S 1,, 4 en 5 evenals de oude modellen S 81, 81.1, 8, 8.1 en 84. Vervangt eveneens S 83 en 83.1 indien deze niet gebruikt werden voor sturing

Nadere informatie

Quick Guide Artel Mono Block schema 1

Quick Guide Artel Mono Block schema 1 Quick Guide Artel Mono Block schema 1 RR Trading 1 van 13 Schema 1 Rev. 03 Inhoud opgave 1. Algemene aandachtspunten... 2 2. Opstelling ruimte... 2 3. Schema 1 verwarmen/koelen... 4 4. Aansluiten Mono

Nadere informatie

Techneco EVA zoneregeling. Installateurshandleiding

Techneco EVA zoneregeling. Installateurshandleiding Techneco EVA zoneregeling Installateurshandleiding Versie 1.5 11-1-2019 Inhoudsopgave Introductie... 2 1.1 Techneco EVA... 2 1.2 Benodigdheden... 2 1.3 Algemene aandachtspunten... 3 Technische gegevens...

Nadere informatie

varimatic draadloze regeling: 4, 8 en 12 kanaal

varimatic draadloze regeling: 4, 8 en 12 kanaal m 3 4 varimatic draadloze regeling: 4, 8 en 12 kanaal I.9.3 Systeem beschrijving 1 tot max. 6 varimatic ruimteregelaar draadloos sybus Error Fuse Pairing Power Pump Boiler r BUS Cool H% Master O varimatic

Nadere informatie

PACK TYXIA 541 et 546

PACK TYXIA 541 et 546 PACK 54 et 546 FR EN Notice d installation Installation instructions PL Instrukcja instalacji Installatie-instructies Inhoud van packs Inhoudsopgave Set 54 7 Set 546 7 6 5630 5730 / Installatie van de

Nadere informatie

RIHO MULTIKIT 8-CH INSTALLATIEHANDLEIDING

RIHO MULTIKIT 8-CH INSTALLATIEHANDLEIDING RIHO MULTIKIT 8-CH INSTALLATIEHANDLEIDING Concept versie.- d.d. 3-4-27 Inhoud Algemeen... 2. Garantie... 2.2... 2 2 Bevestigen van de Multikit... 3 3 Beschrijving Multikit... 3 3. Status LEDS... 3 3.2

Nadere informatie

Uw partner voor vloerverwarming oplossingen

Uw partner voor vloerverwarming oplossingen Uw partner voor vloerverwarming oplossingen 6 ZONES 10 ZONES GEBRUIKERSHANDLEIDING SST Smart2 Basis Plus 230V 6 zones D201160 10 zones D201162 SST Smart2 Basis Comfort 230V 6 zones D201161 10 zones D201160

Nadere informatie

Serie 7L - LED-lampen

Serie 7L - LED-lampen Serie - LED-lampen SERIE LED - lampen voor schakelkasten Energiebesparend door LED-techniek Opgenomen vermogen van 5 W Lichtstroom komt overeen met een 75 W gloeilamp Magneet- of schroefbevestiging Met

Nadere informatie

Regelsysteem. Algemeen. Regeling. voor ventilatorconvectoren model DECO en PS

Regelsysteem. Algemeen. Regeling. voor ventilatorconvectoren model DECO en PS Regelsysteem voor ventilatorconvectoren model DECO en PS Geïntegreerd lucht- en waterzijdig regelsysteem toegepast in Biddle ventilatorconvectoren. Voorzien van programmeerbare inen uitgangen, beveiligingsfuncties

Nadere informatie

Thermostaten en Comfort systemen. Ervaar het optimale verwarmingscomfort. DANFOSS HET GEVOEL VAN PERFECTIE

Thermostaten en Comfort systemen. Ervaar het optimale verwarmingscomfort. DANFOSS HET GEVOEL VAN PERFECTIE Thermostaten en Comfort systemen Ervaar het optimale verwarmingscomfort. DANFOSS HET GEVOEL VAN PERFECTIE Thermostaten en Comfort systemen Om de temperatuur van een verwarmingsinstallatie te regelen is

Nadere informatie

I.9.4. Regeling van de varimat WR. Systeeminformatie

I.9.4. Regeling van de varimat WR. Systeeminformatie Regeling van de varimat WR I.9.4 Systeeminformatie Bij een gecombineerd vloer- en radiatorverwarmingssysteem is de gemiddelde verwarmingstemperatuur voor de vloerverwarming doorgaans lager dan die voor

Nadere informatie

DEUR BESTURING, TYPE: TS971

DEUR BESTURING, TYPE: TS971 DEUR BESTURING, TYPE: TS9 RDA RIBBERS DOOR AUTOMOTION Parallelweg b RE Waspik T + (0) 00 F + (0) E info@rda-bv.nl DEUR BESTURING, TYPE: TS9 BEHUIZING - UITVOERING - FUNCTIES & TOEBEHOREN CERTIFCATEN &

Nadere informatie

Biofloor - Regelingen

Biofloor - Regelingen MCF234 Aansluitbox voor bekabelde regeling COMAP stelt een nieuw regelsysteem voor vloerverwarming voor. Dit bestaat uit een behuizing met een 6- of 10-kanaalsverdeler (MFC234), eenvoudige of elektronische

Nadere informatie