Tweede Kamer der Staten-Generaal
|
|
- Ine van der Wal
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar (R1780) Goedkeuring en uitvoering van het op 25 mei 2000 te New York totstandgekomen Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de rechten van het kind inzake de betrokkenheid van kinderen bij gewapende conflicten Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. GOEDKEURING VAN HET PROTOCOL 1.1 Algemeen Op 25 mei 2000 is na langdurige onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties te New York tot stand gekomen het Facultatief Protocol bijhet Verdrag inzake de rechten van het kind inzake de betrokkenheid van kinderen bijgewapende conflicten (Trb. 2001, 36 en 131; hierna te noemen het Facultatief Protocol). Tijdens de Millenniumtop van 5 9 september 2000, eveneens te New York, is het Facultatief Protocol voor het Koninkrijk ondertekend. Dit Facultatief Protocol bevat onder meer de volgende verplichtingen: 1. Leden van de krijgsmacht met een leeftijd onder de 18 jaar mogen niet rechtstreeks deelnemen aan vijandelijkheden. 2. Personen met een leeftijd onder de 18 jaar mogen niet gedwongen worden ingelijfd of opgenomen in de krijgsmacht. 3. Elke staat moet bijde bekrachtiging van het Facultatief Protocol een verklaring afleggen, aangevend wat de minimumleeftijd is waarop personen lid mogen worden van de krijgsmacht en welke maatregelen worden genomen om te verzekeren dat rekrutering onder de 18 jaar volstrekt vrijwillig is. 4. Bijde recrutering onder de 18 jaar moeten ten minste de volgende zaken gewaarborgd worden: recrutering is daadwerkelijk vrijwillig; recrutering vindt plaats met volledige instemming van de ouders of wettelijke vertegenwoordigers; de betreffende personen zijn volledig ingelicht over de plichten die gemoeid zijn met de militaire dienst. Bijde totstandkoming van het Facultatief Protocol heeft een internationale discussie plaatsgevonden over de zogenoemde «straight-18»-regeling. Dit houdt in dat de leeftijdgrens voor zowel de deelname aan gewapende conflicten als voor vrijwillige indiensttreding op 18 jaar wordt vastgesteld. De landen die een grote bijdrage leveren aan internationale crisisbeheersingoperaties, dreigden echter af te zien van de ondertekening van het KST tkkst29976R ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2005 Tweede Kamer, vergaderjaar , (R1780), nr. 3 1
2 Protocol als deze regeling in het Protocol zou worden opgenomen. De «straight-18»-regeling is dan uiteindelijk ook niet opgenomen in het Facultatief Protocol. In Nederland heeft de discussie over het hanteren van een «straight-18»- regeling ook gespeeld. Sinds 1999 is intensief overleg gevoerd met de Tweede Kamer over de wijze waarop invulling moet worden gegeven aan de aanstelling en inzet van militairen. Aanleiding waren twee door de Tweede Kamer aangenomen moties van de leden Zijlstra/Van t Riet en Harrewijn. Op 14 december 1999 is de motie van de leden Zijlstra/Van t Riet (Kamerstukken , X, nr. 22) ingediend met onder meer het verzoek aan de regering de leeftijdsgrens voor vrijwillige recrutering te verhogen naar 18 jaar en zich bij de eerstvolgende onderhandelingen over het Facultatief Protocol actief in te zetten voor een wereldwijde acceptatie van deze leeftijdsgrens. Op 14 februari 2000 heeft het lid Harrewijn een motie (Kamerstukken II, , , nr. 15) ingediend die de regering onder meer oproept er naar toe te werken dat vanaf 2002 jongeren pas werkelijk als militair in dienst treden bijdefensie als zijde leeftijd van 18 jaar hebben bereikt. Het advies van de Raad van State van het Koninkrijk wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vijfde lid j vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State). In vier brieven aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, , , nr. 45 en 48; Kamerstukken II, , , nr. 52 en Kamerstukken II, , , nr. 56) en tijdens de overleggen met de vaste commissie voor defensie van 7 maart, 13 juni en 25 juni 2002 heeft de staatssecretaris van defensie het standpunt van de Nederlandse regering uiteengezet. Dit houdt in dat het Nederlandse beleid in grote lijnen al in overeenstemming is met de regels van het Protocol, maar dat het hanteren van een «straight-18»- regeling voor het ministerie van defensie onhaalbaar is, omdat werving onder schoolverlaters, waarvan zeventienjarigen een belangrijk deel uitmaken, onmisbaar is voor een goed bezette en adequaat functionerende krijgsmacht. Zo werden in jongeren in de leeftijd van 17 jaar aangesteld als beroepspersoneel voor een bepaalde tijd (BBT). Deze groep maakte ongeveer 27 procent uit van het totaal van de in dat jaar aangestelde BBT-ers. Voorts blijkt uit onderzoek dat voor deze jongeren een overbruggingsperiode, waarin zijgeen militair maar een burgerstatus hebben, niet aantrekkelijk is. Ze willen immers bij defensie komen werken om militair te worden en willen zoveel mogelijk de bij het beroep van militair behorende status krijgen. Zaken als het dragen van een uniform (en hier trots op kunnen zijn), een fysieke inspanning leveren, de teamvorming en discipline, spelen hierbijeen niet te onderschatten rol. Het vooruitzicht eerst een jaar als burger te moeten dienen en daarna pas militair te mogen worden is uit een oogpunt van werving van zeventienjarigen weinig aanlokkelijk. Ook het gedurende de opleiding als burger tussen veelal slechts enkele maanden oudere klasgenoten die wél een militaire status hebben te moeten vertoeven geeft het gevoel er niet echt bijte horen. Dit kan een negatieve invloed hebben op de motivatie en daarmee op het tussentijds verloop van deze zeventienjarigen. De staatssecretaris heeft derhalve voorgesteld om wel zeventienjarigen in dienst te blijven nemen, maar hen aan te stellen als aspirant-militair ambtenaar en de status daarvan vast te leggen in de Militaire Ambtenarenwet 1931 (MAW). Uiteindelijk heeft staatssecretaris de volgende toezeggingen gedaan: aspirant-militair ambtenaren worden niet ingezet als combattant, ook Tweede Kamer, vergaderjaar , (R1780), nr. 3 2
3 is deelname uitgesloten aan crisisbeheersings- en vredeshandhavende operaties; aspirant-militair ambtenaren mogen geen handvuurwapens dragen, behalve bijexercitie, oefeningen en schietopleidingen. Alleen bijde schietopleiding wordt scherpe munitie gebruikt; aspirant-militair ambtenaren kunnen de dienst te allen tijde verlaten en krijgen bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar de expliciete keuze om als volwaardig militair in dienst te treden; de proeftijd voor aspirant-militair ambtenaren duurt minimaal tot het bereiken van de leeftijd van 18 jaar, waardoor ze ieder moment weg kunnen gaan; aspirant-militair ambtenaren worden na de initiële opleiding niet in een functie geplaatst bijde eenheden. Zijworden per eenheid apart begeleid; voordat zeventienjarigen kunnen worden aangesteld als aspirantmilitair ambtenaar moeten de wettelijke vertegenwoordigers een verklaring ondertekenen dat zijgeen bezwaar hebben tegen deze aanstelling. Op 25 juni 2002 zijn twee moties ingediend. De motie van het lid Albayrak (Kamerstukken II, , , nr. 53) om de leeftijd van indiensttreding te verhogen naar 18 jaar is niet aangenomen. De tweede motie van het lid De Vries c.s. (Kamerstukken II, , , nr. 54) met als inhoud de instemming van de ouders schriftelijk vast te leggen in de Militaire Ambtenarenwet, met inachtneming van het voorstel van de regering om zeventienjarigen de status van aspirant-militair ambtenaar te geven en dit eveneens te waarborgen in de MAW, is echter wel aangenomen. Met het onderhavige voorstel onder punt 3 van deze toelichting wordt uitvoering gegeven aan de gedane toezeggingen. Het gaat bijhet invoeren van de status van aspirant-militair ambtenaar derhalve om het invoeren van een overbruggingsstatus, die maximaal tegemoet komt aan de intentie tot bescherming van zeventienjarigen en tegelijkertijd zo min mogelijk ten koste zal gaan van de werving. Over dit wetsvoorstel is op 17 maart 2004 overeenstemming bereikt met de Centrales van overheidspersoneel die deel uitmaken van het Sectoroverleg Defensie. 1.2 Artikelsgewijze toelichting van het Protocol Artikel 1 tot en met 7 Met de onder punt 3 van deze toelichting bedoelde ontwerpwijziging van de Militaire Ambtenarenwet wordt invulling gegeven aan deze artikelen van het Protocol. Tevens wordt op deze wijze uitvoering gegeven aan de door de Tweede Kamer aangenomen motie van het lid De Vries c.s., zoals in het algemene deel van deze toelichting is uiteengezet. Artikel 8 Dit artikel voorziet in periodieke verslaglegging over de implementatie en toepassing van het Protocol aan het Comité voor de Rechten van het Kind, ingesteld bijhet op 20 november 1989 te New York totstandgekomen Verdrag inzake de rechten van het kind (Trb. 1990, 46 en 170). Tweede Kamer, vergaderjaar , (R1780), nr. 3 3
4 2. KONINKRIJKSPOSITIE Voor wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft wordt, evenals voor het Verdrag inzake de rechten van het kind, de goedkeuring voor het gehele Koninkrijk gevraagd. De regering van de Nederlandse Antillen acht medegelding van het Protocol voor haar land wenselijk en onderstreept daarbij het belang van de bescherming van kinderen. Er is voor de Nederlandse Antillen geen noodzaak tot het opstellen van aanvullende uitvoeringswetgeving. Wat de verplichtingen onder het Protocol inzake vrijwillige recrutering betreft, zij vermeld dat de Nederlandse Antillen geen vrijwillige recrutering kennen. Het vrijwilligerscorps Nederlandse Antillen is een weerkorps in de zin van de Landsverordening weerkorpsen (PB 1997, 335). Hierin wordt de minimumleeftijd bepaald op 18 jaar, hetgeen in overeenstemming is met artikel 4 van het Facultatief Protocol. De regering van Aruba acht medegelding van het Protocol voor haar land eveneens wenselijk. Voor Aruba bestaat evenmin noodzaak tot het opstellen van aanvullende uitvoeringswetgeving en ook dit land kent geen vrijwillige recrutering. 3. TOEVOEGING VAN ARTIKEL 1A AAN DE MILITAIRE AMBTENARENWET 1931 (MAW) 3.1 Algemeen Tot de inwerkingtreding in 1997 van de Kaderwet dienstplicht en het opschorten van de opkomstplicht bestond de krijgsmacht voornamelijk uit dienstplichtigen en een kader van vrijwillig dienend beroepspersoneel. De dienstplichtigen werden op grond van de Dienstplichtwet voor de eerste oefening in werkelijke dienst geroepen in het jaar waarin zij de leeftijd van 18 jaar bereikten. Hoewel het beroepspersoneel voor een belangrijk deel werd geworven uit degenen, die hun dienstplicht reeds vervuld hadden, was het ook altijd al mogelijk om vrijwillig dienst te nemen zonder eerst dienstplichtig te zijn geweest. Als minimumleeftijd waarop aanstelling als militair ambtenaar mogelijk was werd in de aanstellingsregelingen een grens van 17 jaar gehanteerd, hoewel het met name bij de Koninklijke Marine sporadisch wel voorkwam dat personen kort voor het bereiken van die leeftijd reeds in opleiding werden genomen. Bij deelname van Nederlandse troepen aan vredesoperaties onder leiding en toezicht van de Verenigde Naties werd er evenwel naar gestreefd geen personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt deel uit te laten maken van de uitgezonden eenheden. Sinds het opschorten van de opkomstplicht bestaat de Nederlandse krijgsmacht alleen uit vrijwillig dienenden, militaire ambtenaren aangesteld bij het beroepspersoneel. Dit personeel moet geworven worden op de arbeidsmarkt en aangezien jongeren niet meer door middel van de «eerste oefening» kennismaken met de krijgsmacht, vormen schoolverlaters een belangrijke doelgroep. Deze jongeren hebben vaak de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt. 3.2 Artikelsgewijze toelichting Artikel 1a, eerste en tweede lid Omdat in de wet tot op heden geen formele ondergrens naar leeftijd bestond voor een aanstelling als militair ambtenaar, wordt thans in het eerste lid die minimumleeftijd bepaald op 18 jaar en wordt tegelijkertijd in het tweede lid de status van aspirant-militair ambtenaar ingevoerd voor Tweede Kamer, vergaderjaar , (R1780), nr. 3 4
5 het indiensttreden van personen die wel de leeftijd van 17 jaar, maar nog niet de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt. Hiermee wordt invulling gegeven aan de verplichtingen uit het Facultatief Protocol. Overeenkomstig de bepalingen van het Protocol wordt gewaarborgd, dat indiensttreding van personen onder de 18 jaar geschiedt met schriftelijke instemming van de wettelijke vertegenwoordigers. Tevens wordt hierdoor zoveel als mogelijk tegemoetgekomen aan de hierboven beschreven wensen van de Tweede Kamer. Door zeventienjarigen de status van aspirant-militair ambtenaar te geven tot het moment dat zij18 jaar worden, hebben zijwél een militaire status, maar wordt hun arbeidssituatie met een aantal waarborgen omkleed. Artikel 1a, derde lid Als hoofdregel geldt dat aspirant-militair ambtenaren niet als combattant worden ingezet. Dit houdt niet alleen in dat zijniet worden ingezet in geval van oorlog, maar ook dat zijniet worden ingezet in andere buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden. Om dit te waarborgen wordt aan aspirant-militair ambtenaren die tijdens hun aspirantschap hun initiële opleiding hebben voltooid geen functie toegewezen. Ook is een deelname aan internationale crisisbeheersings- en vredeshandhavende operaties uitgesloten. Zijmogen dus niet worden uitgezonden, noch voor operaties onder leiding en toezicht van de Verenigde Naties, noch voor andere operaties, opdat zijop geen enkele wijze bijeen gewapend conflict betrokken kunnen worden. Voorts is in het derde lid geregeld dat «gewapende dienst» is uitgesloten. Hiermee wordt bedoeld dat aspirant-militair ambtenaren geen werkzaamheden of diensten mogen verrichten waarbijwapens worden gedragen en daadwerkelijk kunnen worden gebruikt, zoals wachtdiensten. Een uitzondering wordt gemaakt voor zuivere opleidingsactiviteiten als exercitie, oefeningen, schietopleidingen en (incidenteel voorkomende) ceremoniële taken, zoals erewachten. Behalve bijde schietopleiding, waarbijuitsluitend in een afgeschermde en volledig gecontroleerde omgeving met scherp wordt geschoten, wordt bijgeen van bovengenoemde activiteiten gebruik gemaakt van scherpe munitie. Artikel 1a, vierde en vijfde lid Deze leden geven invulling aan het waarborgen van het volstrekt vrijwillige karakter en het kunnen maken van een bewuste keuze. De status van aspirant-militair ambtenaar, die maximaal twaalf maanden kan duren, maakt deel uit van de proeftijd die aan een aanstelling is verbonden. De aspirant-militair ambtenaar kan, gelet op dit proeftijdkarakter, zolang hij de status van aspirant bezit, op ieder gewenst moment schriftelijk te kennen geven dat hijer de voorkeur aan geeft zijn dienstverband te beëindigen. Deze status gaat bijhet bereiken van het 18e jaar over in die van regulier militair ambtenaar. Het is daarbij mogelijk dat de proeftijd daarna nog doorloopt, bijvoorbeeld in het geval dat iemand slechts enkele maanden voor zijn 18e verjaardag is aangesteld als aspirant-militair ambtenaar. Aspirant-militair ambtenaren worden vóór hun 18e verjaardag expliciet gewezen op de mogelijkheid de dienst te mogen verlaten. De Staatssecretaris van Defensie, C. van der Knaap De Minister van Buitenlandse Zaken a.i., A. Nicolaï Tweede Kamer, vergaderjaar , (R1780), nr. 3 5
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 976 (R 1780) Voorstel van rijkswet, houdende goedkeuring en uitvoering van het op 25 mei 2000 te New York totstandgekomen Facultatief Protocol
Nadere informatieTRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 100
15 (1992) Nr. 3 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1995 Nr. 100 A. TITEL Raamverdrag inzake vriendschap en nauwere samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 945 (R 1737) Goedkeuring van het op 28 mei 1999 te Montreal tot stand gekomen Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake
Nadere informatie1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2009 2010 A 32 236 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bermuda (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland)
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 047 Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 990 (R 1647) Goedkeuring van het op 6 november 1997 te Straatsburg totstandgekomen Europees Verdrag inzake nationaliteit, en voornemen tot opzegging
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 073 Wet houdende een nieuwe regeling voor verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds (Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 061 Wijziging van enkele wetten in verband met de reorganisatie van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat Nr.
Nadere informatieBesluit beschikbaarstelling politieambtenaren ten behoeve van vredesmissies
Datum 23 December 2002 Kenmerk EA2002/101294 Onderdeel directie Politie Inlichtingen R. Demilt T (070) 426 7586 F (070) 426 7440 Blad 1 van 2 Aan De Minister van Justitie de korpsbeheerders van de regionale
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 46 Besluit van 26 januari 2004 tot wijziging van het Besluit zorgaanspraken AWBZ in verband met de aanspraak op verblijf voor een niet-geïndiceerde
Nadere informatieVertaling FACULTATIEF PROTOCOL INZAKE KINDEREN IN GEWAPEND CONFLICT BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND De Staten die partij zijn bij dit
Vertaling FACULTATIEF PROTOCOL INZAKE KINDEREN IN GEWAPEND CONFLICT BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND De Staten die partij zijn bij dit Protocol, Aangemoedigd door de overweldigende steun
Nadere informatie1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar B/ Nr. 2 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT 1
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2017 2018 34 922 (R2103) Akte van Genève bij de Overeenkomst van s-gravenhage betreffende de internationale inschrijving van tekeningen of modellen van nijverheid; Genève,
Nadere informatie1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar Nr. 391 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 391 27 899 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake sociale zekerheid ter aanvulling van communautaire regelingen
Nadere informatieZie voor actuele informatie over welke landen dit protocol getekend en geratificeerd hebben http://www.unicef.org/crc/opcac-tableweb.
PROTOCOL KINDSOLDATEN Zie voor actuele informatie over welke landen dit protocol getekend en geratificeerd hebben http://www.unicef.org/crc/opcac-tableweb.htm Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake
Nadere informatie1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2012 2013 33 487 (R1995) Wijziging van artikel 14 van de Statuten van de Wereldorganisatie voor Toerisme; Istanbul, 24 oktober 1997; Wijziging van punt 4 van het Financieringsreglement
Nadere informatie1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2012 2013 33 413 Protocol tot wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek India tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 960 Intrekking van het Besluit van 13 september 1945, houdende vaststelling van een leeftijdsgrens voor het vervullen van openbare functies
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 990 Wijziging van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met de Kaderwet dienstplicht Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 764 Wijziging van de Kaderwet dienstplicht en van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met het van toepassing worden van de dienstplicht
Nadere informatieStaten-Generaal. Den Haag, 23 mei De goedkeuring wordt voor het gehele Koninkrijk gevraagd.
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2007 2008 A 31 494 (R 1863) Akten van wijziging van het Statuut en het Verdrag van de Internationale Unie voor Telecommunicatie van 1992; Marrakesh, 18 oktober 2002 Nr.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 584 (R 1811) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter invoering van een verklaring van verbondenheid, en tot aanpassing van de
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2007 2008 30 674 Wijziging van de Militaire ambtenarenwet 1931 en intrekking van de Wet voor het reservepersoneel der Krijgsmacht in verband met onder andere
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 193 (R 1658) Wijziging van de bepalingen ten aanzien van octrooigemachtigden in de Rijksoctrooiwet en de Rijksoctrooiwet 1995 Nr. 6 NOTA VAN
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 832 Wijziging van de Wet privatisering ABP in verband met de wijziging van de aanwijzingsvoorwaarden voor deelneming in het ABP Nr. 3 Het advies
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 621 Goedkeuring van het op 27 september 2012 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag van Straatsburg van 2012 inzake de beperking van aansprakelijkheid
Nadere informatieAanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.5.2017 COM(2017) 218 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 23 530 Verdragen in voorbereiding Nr. 39 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 8 december 1999 De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 589 Samenvoeging van de gemeenten Dodewaard, Echteld en Kesteren Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding Het advies van de Raad van State
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen
Nadere informatie1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 152 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 152 28 771 Protocol van 1996 bij het Koopvaardijverdrag (minimumnormen), 1976 (aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar vierentachtigste
Nadere informatieWet normalisering rechtspositie ambtenaren
Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Naam Citeertitel Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Kamerstuk 32550 Datum indiening 03-11-2010 April 2017 Pagina
Nadere informatie1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2011 2012 33 087 (R1971) Wijziging van de artikelen van de Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds inzake de hervorming van het College van Bewindvoerders;
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 415 (R 1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 6 VERSLAG VAN DE
Nadere informatie1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2014 2015 34 046 Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, inzake de Europese satellietnavigatieprogramma
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 955 Uitbreiding van de mogelijkheid om voorzieningen te verstrekken bij arbeid als zelfstandige Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 495 Besluit van 24 oktober 2011, houdende wijziging van het reglement van orde voor de ministerraad in verband met de opheffing van de Nederlandse
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 674 Wijziging van de Militaire ambtenarenwet 1931 en intrekking van de Wet voor het reservepersoneel der Krijgsmacht in verband met onder andere
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 239 Wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES in verband met de uitvoering van het op 28 mei 1999 te Montreal tot stand gekomen Verdrag
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 208 Besluit van 14 april 2016 tot wijziging van enige besluiten, in het kader van de uitvoeringsovereenkomst voor de sector Defensie als gevolg
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2009 Nr. 79 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Nadere informatie1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2006 2007 A 31 026 Protocol van wijziging van de Europese Overeenkomst inzake de bescherming van landbouwhuisdieren; Straatsburg, 6 februari 1992 (Trb. 2006, 253) Nr. 1
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 933 Wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/50/EU van het
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 958 Regels met betrekking tot de financiële functie van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, hun bevoegdheid tot het heffen
Nadere informatieStaten-Generaal. Den Haag, 13 november De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2007 2008 A 31 275 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staten van Jersey inzake de toegang tot onderlinge overlegprocedures in verband met winstcorrecties
Nadere informatieTRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957
13 (1957) Nr. 21 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2011 Nr. 143 A. TITEL Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 B. TEKST De Franse
Nadere informatie1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2012 2013 33 620 Uitvoeringsprotocol tussen de regeringen van de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden)
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 186 (R 1901) Wijziging van verschillende rijkswetten in verband met de verkrijging van de hoedanigheid van land binnen het Koninkrijk door Curaçao
Nadere informatie1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2010 2011 32 714 (R1949) Protocol tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk Noorwegen tot wijziging van het Verdrag
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2007 2008 29 976 (R 1780) Goedkeuring en uitvoering van het op 25 mei 2000 te New York totstandgekomen Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de rechten
Nadere informatieFACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN
FACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN (niet officiële Nederlandse vertaling). (VP = Voorafgaande paragraaf) VP 1
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 182 Besluit van 15 mei 2015 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie
Nadere informatie1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2016 2017 34 709 (R2087) Voornemen tot opzegging van de verdragen tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en de andere EU-lidstaten, inzake het uitwisselen
Nadere informatie1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2006 2007 B 30 581 Verdrag tot wijziging van de op 16 oktober 1990 te Paramaribo totstandgekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 170 Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid)
Nadere informatieAan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Democratie & Bestuur Afdeling Politieke ambtsdragers en Weerbaar
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 906 Wijziging van artikel 53d van de Politiewet 1993 houdende regels met betrekking tot de instandhouding door het Rijk van informatie- en communicatievoorzieningen
Nadere informatie32 365 (R1912) Europees Verdrag inzake de adoptie van kinderen (herzien); Straatsburg, 27 november 2008. Den Haag, 25 maart 2010
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2009 2010 32 365 (R1912) Europees Verdrag inzake de adoptie van kinderen (herzien); Straatsburg, 27 november 2008 A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 360 Regels in verband met de deelname van onderdanen van nieuwe lid-staten van de Europese Unie aan de verkiezing van de leden van het Europees
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 159 Regels betreffende openbaarmaking van gegevens per werkgever met betrekking tot verkrijging van rechten op WAO-uitkeringen door werknemers
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 707 Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten in verband met de invoering van een premiekorting voor het
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2014 Nr. 46 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld
Nadere informatieDirectoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken
Ministerie van Justitie j1 Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 419 Wijziging van de Wet op het notarisambt in verband met de uitbreiding van de nationaliteitseis voor benoeming tot notaris tot personen met
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 193 (R 1658) Wijziging van de bepalingen ten aanzien van octrooigemachtigden in de Rijksoctrooiwet en de Rijksoctrooiwet 1995 B ADVIES RAAD
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 384 (R1850) Goedkeuring van het op 13 december 2007 te Lissabon totstandgekomen Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 711 Wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 239 Wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES in verband met de uitvoering van het op 28 mei 1999 te Montreal tot stand gekomen Verdrag
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 189 Wet van 22 maart 2006, houdende wijziging van de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2004/101/EG van het
Nadere informatie1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar 2004 2005 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2004 2005 A 29 857 (R1776) Overeenkomst tussen de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden) en de Zwitserse Bondsstaat
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 622 Goedkeuring van de op 19 december 1996 te Brussel tot stand gekomen verdragen betreffende de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, de
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese
Nadere informatieTRACTATENBLAD VAN HET
72 (2009) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 96 A. TITEL Aanvullend Protocol bij het Europees Handvest inzake lokale autonomie betreffende het recht op participatie
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 33 348 Regels ter bescherming van de natuur (Wet natuurbescherming) AB VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 20 januari 2017 De leden
Nadere informatieg. Reünieregister: een register waarin de reünieverenigingen zijn opgenomen die in aanmerking komen voor de faciliteiten van deze regeling.
Artikel 1. Begripsbepalingen In deze Regeling wordt verstaan onder: a. Veteranen: gewezen militairen van de Nederlandse krijgsmacht dan wel van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger, alsmede degenen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 748 Wijziging van de Kadasterwet en de Organisatiewet Kadaster (aanpassing van doeleinden en taken van de Dienst voor het kadaster en de openbare
Nadere informatieOp de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[datum open laten]], nr. [[nr invullen]];
Ontwerpbesluit van, houdende wijziging van het Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet (Wijziging Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 570 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 291 Bepalingen houdende regeling van de inwerkingtreding van de Binnenvaartwet (Invoeringswet Binnenvaartwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.1.2015 COM(2015) 21 final 2015/0013 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de Verenigde Naties
Nadere informatieVoorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De staatssecretaris van Defensie, J. van Houwelingen. De belangenverenigingen van militairen toegelaten tot het Centraal Georganiseerd Overleg Militairen.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 16 25 872 (R1606) Herstel van gebreken en leemten in de Rijksoctrooiwet en de Rijksoctrooiwet 1995 alsmede het laten vervallen van de verplichte
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 370 Besluit van 13 september 2000 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 758 Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Overige Fiscale Maatregelen 2005) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 21 oktober 2004 Het voorstel
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 891 (R 1609) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot de verkrijging, de verlening en het verlies van het Nederlanderschap
Nadere informatieTRACTATENBLAD VAN HET
34 (2007) Nr. 5 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 9 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17024 21 augustus 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 14 augustus 2012, nr. IENM/BSK-2012/145416,
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 19836 Nieuwe bepalingen met betrekking tot provincies (Provinciewet) Nr. 12 VIERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 7 mei 1990 Het gewijzigd voorstel
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 33 327 Wijziging van verschillende wetten in verband met de vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2007 2008 31 291 Bepalingen houdende regeling van de inwerkingtreding van de Binnenvaartwet (Invoeringswet Binnenvaartwet) A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 20
Nadere informatieTRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992
10 (1992) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1993 Nr. 51 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 B. TEKST De Nederlandse
Nadere informatieTRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992
10 (1992) Nr. 13 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 182 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992 B. TEKST De Nederlandse
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 5 Besluit van 17 december 2007, houdende wijziging van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken in verband met de wijziging van de hoogte van
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 277 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 369 Voorstel van wet van de leden Van Velzen en Waalkens tot wijziging van de Wet verbod pelsdierhouderij Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN
Nadere informatieHC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde
HC 5A, 11-12-2017, Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde In het Koninkrijk der Nederlanden van 1954 is opgenomen dat het Statuut in hiërarchie hoger is dan de Grondwet (art. 5
Nadere informatie