Beknopt Verslag VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR, HET VERKEER EN DE OVERHEIDSBEDRIJVEN VAN

Transcriptie

1 BV 50 COM 203 BV 50 COM 203 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS Beknopt Verslag VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR, HET VERKEER EN DE OVERHEIDSBEDRIJVEN VAN namiddag

2 2 BV 50 COM AGALEV-ECOLO : Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales CVP : Christelijke Volkspartij FN : Front National PRL FDF MCC : Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone-mouvement des Citoyens pour le Changement PS : Parti socialiste PSC : Parti social-chrétien SP : Socialistische Partij VLAAMS BLOK : Vlaams Blok VLD : Vlaamse Liberalen en Democraten VU&ID : Volksunie&ID21 Afkortingen bij de nummering van de publicaties : Abréviations dans la numérotation des publications : DOC /000 : Parlementair document van de 50e zittingsperiode + DOC /000 : Document parlementaire de la 50e het nummer en het volgnummer législature, suivi du n et du n consécutif QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden QRVA : Questions et Réponses écrites HA : Handelingen (Integraal Verslag) HA : Annales (Compte Rendu Intégral) BV : Beknopt Verslag CRA : Compte Rendu Analytique PLEN : Plenum PLEN : Séance plénière COM : Commissievergadering COM : Réunion de commission Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Bestellingen : Commandes : Tel. : 02/ Tél. : 02/ Fax : 02/ Fax : 02/ alg.zaken@dekamer.be aff.generales@lachambre.be

3 BV 50 COM INHOUD COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR, HET VERKEER EN DE OVERHEIDSBEDRIJVEN C 203 VRAGEN van de heer Olivier Chastel tot de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties over de verwarring tussen De Financiële Post en de Bank van de Post (nr. 1801) Sprekers : Olivier Chastel en Rik Daems, minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties 5 van de heer Olivier Chastel tot de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties over de ombudsdienst van De Post (nr. 1802) Sprekers : Olivier Chastel en Rik Daems, minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties 6 van mevrouw Anne-Mie Descheemaeker tot vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over de bediening van het station van Waregem (nr. 1723) Sprekers : Anne-Mie Descheemaeker en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 7 van de heer Karel Van Hoorebeke tot vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over spoorlijn 55 te Evergem (nr. 1733) Sprekers : Karel Van Hoorebeke en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 7 van de heer Jo Vandeurzen tot vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over de medische schifting bij het rijbewijs voor gehandicaptenvervoer (nr. 1750) Sprekers : Jo Vandeurzen en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 7 van de heer Jozef Van Eetvelt tot vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over de convenants tussen NMBS en gemeentebesturen (nr. 1741) Sprekers : Jozef Van Eetvelt en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 8 van de heer Charles Michel tot vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over de band tussen ABX en NMBS (nr. 1784) Sprekers : Charles Michel en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 9 van de heer Guy D'haeseleer tot vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over de huisvesting van de spoorwegpolitie (nr. 1818) Sprekers : Guy D'haeseleer en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 10

4 4 BV 50 COM van de heer Jan Mortelmans tot vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over de beveiliging van het spoor (nr. 1819) Sprekers : Jan Mortelmans en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 10 van de heer Jos Ansoms tot vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over bolle spiegels voor vrachtwagens (nr. 1843) Sprekers : Jos Ansoms en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 11 van de heer Servais Verherstraeten tot vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over het station van Mol (nr. 1847) Sprekers : Servais Verherstraeten en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 12

5 BV 50 COM COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR, HET VERKEER EN DE OVERHEIDSBEDRIJVEN OPENBARE VERGADERING WOENSDAG 17 MEI 2000 NAMIDDAG VOORZITTER : de heer Francis VAN DEN EYNDE De vergadering wordt geopend om uur. VRAGEN DE FINANCIËLE POST EN DE BANK VAN DE POST Vraag van de heer Olivier Chastel tot de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties over "de verwarring tussen De Financiële Post en de Bank van De Post" (nr. 1801) De heer Olivier Chastel (PRL FDF MCC) : In zijn verslag 1999 wijst de ombudsdienst van De Post erop dat het aantal oproepen in verband met de Bank van De Post fors is gestegen. De klachten over die bank zijn goed voor meer dan een derde van alle oproepen. Zij hebben vooral betrekking op het enorm geknoei op het gebied van informatica, op het gebrek aan informatie aan de klanten die daarop volgde, op de vertragingen in de internationale overschrijvingen en op het stilzwijgen dat "eigen" is aan De Post en dat voor heel wat problemen zorgt. Vele betwistingen zijn het gevolg van de verwarring die er heerst. Zou De Post haar verplichtingen inzake de voorlichting van de gebruikers niet beter moeten nakomen? Moet het publiek geen duidelijk inzicht krijgen in alle producten en diensten van De Post? Welke concrete inspanningen werden geleverd om elke verwarring te verhinderen, om de verschillende aanpak van De Post te harmoniseren en om de incoherentie die de klanten in de war brengt, te voorkomen? Minister Rik Daems (in het Frans) : Het koninklijk besluit houdende goedkeuring van het beheerscontract van De Post bepaalt dat die laatste haar cliënteel correct moet informeren. Dat mag trouwens van elke onderneming worden verwacht. Alle klachten zijn beantwoord en alle cliënten die schade opliepen, ontvingen een schadevergoeding. Er komt een nieuw communicatiebeleid, waarbij vooral aan de duidelijkheid van de berichtgeving wordt gewerkt. Ik erken dat ik er mij met dit antwoord gemakkelijk van af maak. De Post zit nu echter in een overgangsfase, later zal ze een "gewone" onderneming zijn.

6 6 BV 50 COM De Post liet mij weten dat de rekeningen van particulieren en van ondernemingen met protocolcode "000" in 1998 tot "Postcheque-rekeningen" werden omgedoopt en naar de Bank van De Post werden overgeheveld. Het contract dat de Bank van de Post met De Post sloot, bepaalt dat het beheer van de rekeningen in handen blijft van de Financiële Post. De protocolcode van de overheidsrekeningen werd in "679" omgezet. Zij worden nog altijd postrekeningen genoemd. Voorts worden ze ook door de Financiële Post beheerd. Alle rekeninghouders werden per brief op de hoogte gebracht van de splitsing. Men bood hen toen ook de mogelijkheid hun postrekening met code "679" te behouden. De grote veranderingen vereisten een overgangsperiode die van april tot december 1998 liep. De rekeningen werden eigenlijk pas in januari 1999 omgezet. Op datzelfde ogenblik was er echter een probleem met de werking van het exploitatiecentrum, zodat de dienst die de klachten van de cliënten behandelt alsmaar meer achterstand opliep. Uit structureel oogpunt, rijst het probleem van de omvorming van de business units. Men kan zich afvragen wat het nut is van een splitsing van de bank- en verzekeringsactiviteiten, die ingaat tegen de huidige "trends" terzake. Een aanpassing kan in het vooruitzicht worden gesteld, maar ik ben slechts aandeelhouder en geen beheerder : ik kan u dienaangaande geen garanties geven. Ik mag mij niet in het beheer van het bedrijf mengen. De heer Olivier Chastel (PRL FDF MCC) : Het verheugt mij dat de vele problemen werden opgelost. Ik hoop dat 2000 het jaar van de vernieuwing van De Post wordt. OMBUDSDIENST VAN DE POST Vraag van de heer Olivier Chastel tot de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties over "het verstoren van de werking van de Ombudsdienst van De Post" (nr. 1802) De heer Olivier Chastel (PRL FDF MCC) : In het verslag 1999 van de Ombudsdienst van De Post wordt herinnerd aan de werkingsproblemen die al in zijn vorig verslag aan bod waren gekomen en die aan kleingeestige represailles te wijten waren. In antwoord op een mondelinge vraag van februari 2000 vertrouwde u mij toe dat u van mening was dat de Ombudsdienst onafhankelijk van het bedrijf zou moeten zijn, zowel bij De Post als bij Belgacom, waarbij u een debat in verband met de herziening van de wet uit 1991 aankondigde. De ombudsmannen betreuren echter nog altijd dat zij op materieel vlak niet genoeg zelfstandig zijn en het voorwerp zijn van plagerijen door De Post. Zij nemen precieze en bijzonder "sterke" woorden in de mond : er rijst blijkbaar een levensgroot probleem. De wet van 21 maart 1991 geeft ter zake een impuls, maar de uitvoeringsteksten schieten nog altijd tekort. Er kan verwezen worden naar het feit dat de Ombudsdienst noch in 1999 noch in de jaren daarvoor een bemiddelingsverzoek heeft gekregen : daaruit concluderen de ombudsmannen dat de huidige wettelijke formulering niet werkbaar is. Kan de minister mij de besluiten en beslissingen meedelen die na de voorbereiding van de herziening van de wet uit 1991 werden getrokken en genomen? Kan hij nader uitleg verschaffen over de maatregelen die werden genomen om de financiële autonomie en de onderzoeks- en arbitragemacht van de Ombudsdienst van De Post te verzekeren? Minister Rik Daems (in het Frans) : Een oplossing bestaat erin de wetgeving te wijzigen. Het is inderdaad eigenaardig dat de ombudsmannen volwaardig deel uitmaken van het bedrijf. Mijn kabinet onderzoekt hoe men ze zou kunnen loskoppelen van wat hoe langer hoe meer een eigen sector wordt. De ombudsdiensten werden verzocht voorstellen te formuleren. In december is dienaangaande een debat gepland, maar ik hoop de kwestie vlugger te kunnen aankaarten. De heer Olivier Chastel (PRL FDF MCC) : De ombudsmannen mogen in mijn ogen inderdaad geen deel uitmaken van het bedrijf. Ook al functioneert een en ander beter voor de sector telecommunicatie, toch moet ook daar hetzelfde principe worden gehanteerd. Ik denk inderdaad dat wat vroeger met de discussie moet worden gestart, zoniet dreigen wij in het eerstkomend verslag van de ombudsmannen dezelfde kritiek te lezen. De openbare commissievergadering met vragen wordt geschorst om uur. Ze wordt hervat om uur.

7 BV 50 COM BEDIENING VAN HET STATION VAN WAREGEM Vraag van mevrouw Anne-Mie Descheemaeker tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de bediening van het station te Waregem" (nr. 1723) Mevrouw Anne-Mie Descheemaeker (Agalev-Ecolo) : Waregem is een stad met inwoners. Ze ligt op 27 km van Gent en op 15 km van Kortrijk, langsheen spoorlijn 75. Momenteel stopt er om het uur een IR-trein. De IC-trein naar Antwerpen, Kortrijk, Rijsel stopt er niet, hoewel Waregem een regionaal economisch centrum is met een kleine in- en uitstappende reizigers per weekdag. Wegens de vrij hoge werkgelegenheidsgraad en de stijging van de grensarbeid kan dit reizigerspotentieel nog groeien. Overweegt de minister om van Waregem een IC-station te maken? Waarom is dit tot nu toe niet gebeurd? Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : De NMBS heeft al onderzocht of de IC-trein in Waregem zou kunnen stoppen, maar met negatief resultaat. Ook technisch is het onmogelijk dat de IC-trein er zou stoppen. Dat heeft te maken met het feit dat Antwerpen en Rijsel kopstations zijn. Op de spitsuren stoppen er trouwens heel wat P-treinen. Misschien kan in de toekomst worden gestreefd naar een betere definitie van IC- en IR-treinen in het volgende beheerscontract. Mevrouw Anne-Mie Descheemaeker (Agalev-Ecolo) : Het reizigerspotentieel is dus blijkbaar geen criterium. Men schermt alleen met het tijdsverlies. Men kan van Waregem mijns inziens wel een kopstation maken. Niet alle treinen hoeven immers te keren. SPOORLIJN 55 TE EVERGEM Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "spoorlijn 55 te Evergem" (nr. 1733) De heer Karel Van Hoorebeke (VU-ID) : Voor de aanleg van het Kluizendak in Gent-Evergem moet spoorlijn 55 worden verlegd. Momenteel worden de dokken gegraven. De industriegronden errond kunnen echter niet worden ontsloten, omdat lijn 55 er nog steeds ligt. De inwoners van Evergem maken zich grote zorgen over de R4 en de spoorlijn. Ter hoogte van het kruispunt Elslo zou de R4 ondergronds komen. De buurtbewoners vrezen daarnaast ook voor geluidsoverlast door het treinverkeer. De NMBS denkt aan geluidsschermen van 1,5 meter hoog. Dat is onvoldoende. Het insleuven van de spoorlijn samen met de R4 verdient de voorkeur. Dan vervallen de dure en hinderlijke wachttijden bij de dokken en dan is er ook het minste geluidshinder voor de omwonenden. Wat zijn de precieze plannen? Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : De wachttijden voor de gesloten overwegen zijn heel wat minder lang dan de vraagsteller laat uitschijnen. De verplaatsing van lijn 55 gebeurt op initiatief van het Vlaams Gewest. Er ging ruim overleg met alle betrokkenen aan de beslissing vooraf : de gemeente Evergem, de stad Gent en het Gents Havenbedrijf, de Administratie van wegen en waterwegen en de NMBS. Gezien dit overleg zie ik geen reden om bezwaar aan te tekenen. Een studie wordt uitgevoerd over de geluidsoverlast die R4 en spoorlijn kunnen veroorzaken. De heer Karel Van Hoorebeke (VU-ID) : Dit antwoordt stemt me niet tevreden. De voorgestelde maatregelen zijn onvoldoende. De R4 kwam er ingevolge de belangrijke economische activiteit in de omgeving en zorgt inderdaad al voor geluidshinder. Toch moet de minister ernaar streven ook de woonfunctie een kans te geven. Ik vraag dat de minister de NMBS op de hoogte zou brengen van de bezorgheid van de buurtbewoners. Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : Ik zal de NMBS meer inlichtingen vragen op basis van precieze vragen van de buurtbewoners. De heer Karel Van Hoorebeke (VU-ID) : Ik kan de minister een volledig dossier bezorgen over de lokale problematiek. MEDISCHE SCHIFTING BIJ HET RIJBEWIJS VOOR GEHANDICAPTEN- VERVOER Vraag van de heer Jo Vandeurzen tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de medische schifting voor het behalen van het rijbewijs voor het vervoer ten behoeve van instellingen opgesomd in artikel 43, 6 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 over het rijbewijs" (nr. 1750)

8 8 BV 50 COM De heer Jo Vandeurzen (CVP) : Artikel 43, 6 van het KB van 23 maart 1998 over het rijbewijs handelt over de medische controle op bestuurders die instaan voor het georganiseerd vervoer ten behoeve van bepaalde instellingen, zoals hospitalen en medisch-pedagogische instellingen. In geval van betwisting over het al dan niet georganiseerd karakter van het vervoer zouden de rechtbanken moeten oordelen. Deze aanvaarden als occasioneel vervoer echter enkel nog gevallen van heirkracht. Dat heeft voor gevolg dat heel wat uitstappen en verplaatsingen niet meer zullen kunnen doorgaan. Het is immers onmogelijk dat de vele wisselende personeelsleden en vrijwilligers allen zouden beschikken over een zogenaamde medische schifting. Dat gaat in tegen de tendens om personen met een handicap zoveel mogelijk aan het gewone leven te laten deelnemen. Wat zal de minister ondernemen om een eind te maken aan de strakke interpretatie van het begrip georganiseerd vervoer? Kan gedacht worden aan een nadere omschrijving van het begrip "vervoerdienst" in het KB? Mevrouw Isabelle Durant (in het Nederlands) : De medische schifting werd voor verschillende rijbewijscategorieën ingevoerd, omwille van veiligheidsredenen. Deze bepalingen vinden we inderdaad terug in artikel 43, 6 van het KB van 23 maart Ik besef dat dit praktische problemen kan opleveren voor vrijwilligers die als chauffeur een bijdrage leveren. Een algemene regel heeft altijd wel enkele negatieve neveneffecten. Het behalen van het medisch attest is echter niet onoverkomelijk. Bij sporadische medewerking is het attest ook niet vereist. Een afzonderlijk attest van een oogarts is ook nodig. Een jaarlijkse uitstap is trouwens iets heel anders dan een wekelijkse uitstap. Een onderscheid tussen deze twee vormen van uitstappen is evident. Bij betwisting zijn de rechtbanken bevoegd. De interpretatie overlaten aan de administratie zou tot willekeur kunnen leiden en het verwijt van overreglementering meebrengen. Regelmatige vervoerders van personen hebben alle belang bij regelmatige medische onderzoeken en oogtests. Ook op Europees vlak wordt trouwens gedacht aan de organisatie van een medische onderzoek vóór de aflevering van het rijbewijs en later op herhaalde tijdstippen. Occasioneel vervoer is niet hetzelfde als vervoer in geval van overmacht. Voor occasioneel vervoer doet zich geen probleem voor. De administratie is niet verantwoordelijk voor de strakke interpretatie waarover de heer Vandeurzen het heeft. Een nadere definitie van het begrip vervoerdienst kan geen oplossing bieden en zou tot het verwijt van overreglementering kunnen leiden. Personen met een handicap en hun instellingen hebben dit probleem nog niet opgeworpen, net zo min als de Nationale Hoge Raad voor personen met een handicap. Als zich echter een recurrent en belangrijk probleem zou voordoen, zal ik zeker maatregelen nemen. De heer Jo Vandeurzen (CVP) : Het antwoord van de minister was zeer verhelderend. Mijn voorstel bestond erin dat vooraf duidelijk zou zijn voor welke uitstap nu al bepaalde verplichtingen gelden. Het antwoord van de minister was echter gestoffeerd genoeg om hierover opnieuw te overleggen met betrokkenen uit de sector. CONVENANTS TUSSEN NMBS EN GEMEENTEBESTUREN Vraag van de heer Jozef Van Eetvelt tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer oer "het sluiten van convenants tussen de NMBS en gemeentebesturen" (nr. 1741) De heer Jozef Van Eetvelt (CVP) : Mijn vraag gaat uit van een concreet geval, maar ze heeft een ruimere draagwijdte. De overheid heeft een cruciale rol in de aanpak van het mobiliteitsvraagstuk. Zij moet een behoorlijke dienstverlening aan de bevolking verzekeren. Het gemeentebestuur van Bornem is bereid de NMBS financieel te steunen, onder de vorm van een convenant, met het oog op het bemannen van het station in de namiddag. Zulke convenants bestaan er nu al tussen sommige gemeentebesturen en De Post. Kant de minister zich tegen een dergelijke werkwijze? Waarom? Baseert zij zich op Europese regels en meent zij dat landen die deze werkwijze volgen die overtreden? Baseert zij zich op de wet van 21 maart 1991 op de overheidsbedrijven? Zou zij zich bij de herziening ervan verzetten tegen het opnemen van deze mogelijkheid? Waarom? Minister Isabelle Durant (in het Frans) : Het subsidiëren van activiteiten in het kader van de openbare dienstverlening wordt geregeld in een richtlijn EEG 1191/99 betreffende de actie van de lidstaten op het stuk van het

9 BV 50 COM vervoer over de weg en de waterwegen. Krachtens die regelgeving mogen alleen de verplichtingen die aan de notie openbare dienst verbonden zijn, volgens bepaalde voorwaarden en op grond van door de Europese overheden opgestelde overeenkomsten, door de overheid worden gesubsidieerd. Elke lidstaat bepaalt welke interne overheid gemachtigd is om die overeenkomsten te sluiten. In België heeft de wetgever de federale overheid belast met het bepalen van de opdrachten van openbare dienst en de eraan verbonden subsidies. Ik ben niet tegen het verbeteren van de infrastructuur, maar ik herhaal dat de federale wetgever als enige gemachtigd is te bepalen welke subsidie wordt toegekend. Ik zal me dus tegen elke andere beslissing verzetten. (Verder in het Nederlands) De NMBS heeft nooit dergelijke convenants afgesloten. Daarvoor bestaat ook nu geen reden. (Verder in het Frans) De Europese richtlijn en de Belgische wet bepalen welke autoriteiten subsidies kunnen verlenen. Andere landen hebben andere autoriteiten aangewezen die ertoe gemachtigd zijn contracten te sluiten. Het Belgisch stelsel vertoont inderdaad tal van onvolkomenheden. Afgezien Van het commentaar bij de bestaande wetteksten, moet men erop wijzen dat tal van stations zouden moeten worden opgekalefaterd. Daarvoor is de NMBS echter verantwoordelijk. Een versnipperde aanpak is uit den boze ; men moet voorkomen dat lasten die in feite voor rekening zijn van de NMBS op de gemeenten worden afgewenteld. De heer Jozef van Eetvelt (CVP) : Dit antwoord is een groene minister onwaardig. Volgens de minister zou er een discriminatie tussen de burgers kunnen ontstaan. De Lijn en de gemeenten sluiten onderling ook convenants af, wat geen enkel probleem oplevert. Waarom kan de mogelijkheid van het afsluiten van convenants niet worden opgenomen in het beheerscontract met de NMBS? Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : Ik had het over discriminaties tussen de verschillende gemeenten. De heer Jozef van Eetvelt (CVP) : De gemeenten nemen zelf initiatieven, waarvoor ze zelf de middelen uittrekken. Wat is dan het probleem? Minister Durant verschuilt zich voortdurend achter regels en reglementen. DE BAND TUSSEN ABX EN DE NMBS Vraag van de heer Charles Michel tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de activiteiten inzake wegvervoer van de NMBS-dienst ABX" De heer Charles Michel (PRL FDF MCC) : De prijzen van de brandstof stijgen en de concurrentie tussen de transportfirma's verscherpt. Dat zet de sector van het wegvervoer ertoe aan de oneerlijke concurrentie van ABX aan te klagen. ABX hangt af van de NMBS en moet dus geen eigen jaarrekening voorstellen. De NMBS verstrekte geen cijfers waaruit de rentabiliteit van ABX kan worden opgemaakt. Wat zijn in België de bedrijfsresultaten van ABX? Hoeveel schulden en en financiële lasten brengt de activiteit van ABX met zich? Welke kosten die rechtstreeks of onrechtstreeks met ABX verband houden, neemt de NMBS ten laste? Hoeveel man werkt er bij ABX, en in welk statuut? Hoeveel ambtenaren van de NMBS besteden een deel van hun werktijd aan ABX? Aan de hand van welke maatregelen wilt u de transparantie rond ABX verhogen? Minister Isabelle Durant (in het Frans) : De resultatenrekeningen per entiteit : eind 1999 bedroegen de bedrijfsresultaten frank tegenover frank in Het verschil is te verklaren door de stijging van de kostprijs van de leveringen van diensten en de kosten voor toelevering. Dit gezegd zijnde is de invloed van ABX op de balans van de NMBS tamelijk klein in verhouding tot het totale cijfer van die laatste. De financiële lasten bedragen frank. De NMBS heeft een schuld van 7,07 miljard. Alle aan ABX verbonden kosten zijn ten laste van de NMBS. ABX heeft 812 personen in dienst. Het aantal voltijds equivalenten kan echter niet worden vastgesteld omdat een intern facturatiesysteem wordt gehanteerd. Voor het overige doe ik opmerken dat de heer Somers mij vorige week een vraag over het probleem van de zelfstandigen en de naleving van de rusttijden heeft gesteld. De heer Reynders laat momenteel een fiscale controle uitvoeren. Ikzelf laat de naleving van de regelgeving op het stuk van het wegvervoer controleren.

10 10 BV 50 COM Er werd mij nog een enkele onregelmatigheid gesignaleerd. Wij moeten echter absolute garanties hebben dat ABX de regelgeving op het stuk van het wegvervoer, de rusttijden, de schijnzelfstandigen, enz. niet overtreedt. Dat is des te noodzakelijker daar ABX met overheidsgeld wordt gefinancierd. Op de algemene vergadering van de NMBS heb ik een reeks vragen over de strategie van ABX gesteld. Ik zou willen dat het financiële risico in vergelijking met de overheidsinvestering houdbaar blijft. Ik heb de raad van bestuur tevens gevraagd de situatie van ABX te onderzoeken. Men zal een strategisch verslag opstellen en mij dat bezorgen. Wij moeten echter waakzaam blijven : ABX moet zich aan de fiscale regels en de regelgeving op het stuk van het wegvervoer houden. De heer Charles Michel (PRL FDF MCC) : Het verheugt mij dat men belang hecht aan transparantie. Alle twijfels moeten worden weggenomen. De cijfers die u voor de jaren 1998 en 1999 citeert verbazen mij. Volgens een Engels tijdschrift zou ABX inderdaad uitstekende resultaten kunnen voorleggen. Er is sprake van een partnership met De Post, met het oog op de vrijmaking van de markt. Het valt nog af te wachten of een dergelijke operatie meer klaarheid zal brengen. bijlage C van het protocol- akkoord van 8 mei De onderhoudskosten zijn dan ook ten laste van de rijkswacht. De werken zullen binnenkort starten. De beschikbare oppervlakte is voldoende voor een onregelmatige bezetting van zeven personeelsleden met buitenopdrachten. Voor het budget en de planning verwijs ik naar de minister van Binnenlandse Zaken. De heer Guy D'haeseleer (VL. BLOK) : Ik word hier van het kastje naar de muur gestuurd : op deze manier kan ik blijven heen en weer lopen tussen deze commissie en de commissie voor Binnenlandse Zaken. Wanneer zullen de werken een aanvang kennen? Werd daar al een concrete datum voor bepaald? Minister Duquesne heeft me al bevestigd dat er niet in budgetten is voorzien voor de posten van de spoorwegpolitie, aangezien deze volledig onder de bevoegdheid van de NMBS vallen. Zijn ook andere posten niet opgenomen in de bijlage C bij het protocol, of gaat het alleen om de post in Aalst? De voorzitter : Aangezien de minister niet antwoordt, stel ik u voor dat u deze bijkomende vragen schriftelijk stelt. Het incident is gesloten. HUISVESTING VAN DE SPOORWEGPOLITIE Vraag van de heer Guy D'haeseleer tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de gebrekkige infrastructuur van de spoorwegpolitie" (nr. 1818) De heer Guy D'haeseleer (VL. BLOK) : De Aalsterse spoorwegpolitie is erbarmelijk gehuisvest, zo kloeg ACOD-Oost-Vlaanderen onlangs aan. Dat is exemplarisch voor de huisvesting van de spoorwegpolitie over heel het land. Bij veiligheidsinspecties door de rijkswacht, waar de spoorwegpolitie in werd ondergebracht, kregen 12 posten op 16 een onvoldoende. Het is de eigenaar van de lokalen, de NMBS dus, die verbeteringswerken moet uitvoeren. Waarom zijn die werken nog niet aangevat? Bestaat daarvoor wel een budget? Wanneer zullen de werken starten? Wanneer komt Aalst aan de beurt? Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : De rijkswachtpost in het station van Aalst is niet opgenomen in BEVEILIGING VAN HET SPOOR Vraag van de heer Jan Mortelmans tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "een nieuw beveiligingssysteem voor het spoor" (nr. 1819) De heer Jan Mortelmans (VL. BLOK) : Een aantal buurlanden experimenteert met een nieuw beveiligingssysteem voor het spoor. Treinen kunnen in de toekomst dan dichter op elkaar rijden. Is het juist dat ons land niet aan dit nieuwe project meewerkt? Zo ja, waarom niet? Ons land voert momenteel het transmissie-baken-locomotiefsysteem in. Het TBL II-systeem zou volgens de minister evolueren naar de Europese norm. Uiteraard kan er maar één Europese norm zijn. Is TBL een gelijkaardig project? Zijn deze systemen compatibel? Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : De NMBS werkt al tien jaar mee aan de haalbaarheidsstudie van het internationale veiligheidssysteem TCS (European Train Control System). Ondertussen werken we verder met ons eigen TBL-systeem, wat een Belgisch product is. De nieuwe generatie hiervan, TBL II, wordt geïnstal-

11 BV 50 COM leerd op de lijnen 96 en 3 en in een aantal Belgische locomotieven. TBL is zeker nog nodig aangezien het paneuropese TCS nog in de startfase zit. Er zullen later geen problemen zijn om TBL II in TCS te laten overgaan, aangezien ze interoperabel worden gemaakt. De heer Jan Mortelmans (VL. BLOK) : Wij werken dus mee aan het Europese systeem. Geldt dat ook voor de experimentele fase? Zo ja, dan moeten we daarvan toch een spoor terugvinden in het investeringsplan. Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : De NMBS werkt als sinds meer dan tien jaar aan Europese interoperabiliteit, ook al stapt ze niet in het proefproject. BOLLE SPIEGELS VOOR VRACHTWAGENS Vraag van de heer Jos Ansoms tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "het stimuleren van Dobli-spiegels voor vrachtwagens voor de veiligheidspreventie inzake fietsongevallen" (nr. 1843) De heer Jos Ansoms (CVP) : Kort na haar aantreden ondervroeg ik de minister over Dobli-spiegels voor vrachtwagens, die door hun bolle structuur de dode hoek uit de wereld helpen. Het belang daarvan kan niet worden overschat : in 1998 werden 10 fietsers gedood, werden 12 fietsers zwaargewond en 25 lichtgewond door rechtsafslaande vrachtwagens. De minister wees erop dat ze deze spiegels niet kon verplichten zonder wijziging van de Europese Richtlijn 71/127/EC6 en van regel 47 van Genève. Zij zou de sector wel wijzen op de mogelijkheden van de spiegel. De Nederlandse minister Netelenbos denkt eraan het gebruik ervan te stimuleren met subsidies. Is de minister het ermee eens dat het gebruik van de spiegel moet worden aangemoedigd. Hoe heeft de minister de transportsector gewezen op de mogelijkheden van de Dobli-spiegel als preventiemiddel tegen ongevallen met fietsers? Waarom werd een wijziging van de Europese Richtlijn in dit verband niet als actiepunt opgenomen in het verkeersveiligheidsprogramma in het kader van het Europees voorzitterschap? Denkt de minister, zoals haar Nederlandse collega, aan een subsidieregeling? Minister Smet heeft in het verleden het gebruik van een katalysator gesubsidieerd om aan de luchtverontreiniging tegemoet te komen, ook al ontbrak hierover enige Europese reglementering. Overweegt de minister eenzelfde initiatief? Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : Op dit ogenblik loopt een proefproject met vier vrachtwagens van de firma Van Gend & Loos. De eerste resultaten zijn gematigd positief. Wel zijn er problemen van compatibiteit bij plaatsing op Iveco-trucks. De spiegels steken te ver uit en bemoeilijken het manoeuvreren. De vakpers en het BIVV in zullen Via Secura hieraan aandacht besteden. De prioriteitenlijst van België voor het Europees voorzitterschap ligt nog niet vast. De problematiek van de dode hoek zal zeker aan bod komen. Met mijn Nederlandse collega zal ik me inspannen om dit punt op Europees vlak aan te kaarten. Een wetgevend initiatief op dit ogenblik zou wellicht op verzet stoten vanwege Europa. Subsidiëring is een mogelijk denkpiste. Ik wijs erop dat de Nederlandse subsidiëring van de spiegels slechts één aspect is van een ruimere subsidiëring voor instrumenten die de dode hoek uitschakelen. Ik wacht het resultaat af van een Nederlandse studie van het departement Transport en Logistiek over de verschillende instrumenten, deze studie zal in september 2000 worden afgerond. In afwachting van de resultaten van het onderzoek in Nederland en de lopende projecten kunnen we nog geen sluitende uitspraken doen over de manier waarop we het gebruik van de spiegel zullen stimuleren. Ik zal hier zeker aan werken. Over drie weken is er trouwens een rondetafelgesprek met de vervoerconfederaties, waar tal van onderwerpen aan bod zullen komen. Ook dit dossier zal daar worden besproken. De heer Jos Ansoms (CVP) : Als de transportsector ervan overtuigd geraakt dat de dode-spiegel de veiligheid bevordert, is dat even veel waard als het opstellen van een wet of richtlijn hierover. Ik ben dan ook blij dat dit rondetafelgesprek met de vervoersector zal plaatsvinden.

12 12 BV 50 COM STATION VAN MOL Vraag van de heer Servais Verherstraeten tot de viceeerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "het station van Mol" (nr. 1847) De heer Servais Verherstraeten (CVP) : In november jongstleden zei de minister dat het bestek en de plannen voor het station te Mol voor het einde van het jaar klaar zouden zijn. De aanbesteding zou plaatsvinden in april, de werken zouden starten in augustus. Is het juist dat het dossier andermaal uitgesteld zal worden? Zijn de plannen klaar? Werd de bouwvergunningen afgeleverd? Werd er reeds aanbesteed en toegewezen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, tegen welke prijs? Wat zal de NMBS doen met het oude station? De Lijn en het gemeentebestuur van Mol zijn medebouwheren. Worden zij op de hoogte gehouden van de evolutie in dit dossier? Gaan er geen kredieten verloren? In welke nieuwe timing voorziet de NMBS? Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : De gemeente heeft het verkeersplan gewijzigd en kiest voor de herinvoering van de dubbele rijrichting. De plannen voor het station werden daarom eveneens aangepast. De NMBS heeft het nieuwe gebouw in tweeën gesplitst : één voor de reizigers en één voor de diensten, met het oog op meer functionaliteit en klantvriendelijkheid en om de ruimte die na het slopen van het oude gebouw vrijkomt, niet open te laten. De kredieten voor dit jaar blijven behouden. De heer Servais Verherstraeten (CVP) : Dit uitstel doet me uiteraard geen genoegen, al kan ik het niet aan de minister persoonlijk verwijten. Ik hoop dat dit in werkelijk het laatste uitstel is en dat de NMBS wat opener wordt tegenover de medebouwheren. De vergadering met vragen wordt gesloten om uur. Drukkerij St-Luc Nazareth Tel 09/