Gebruikershandleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gebruikershandleiding"

Transcriptie

1 Gebruikershandleiding Insulinepomp Meer vrijheid. Meer vertrouwen. Met mylife.

2

3 Inhoud 1 Inleiding Over deze gebruikershandleiding Garantievoorwaarden Indicatie Afvalverwijdering 11 2 Bediening Overzicht van het systeem Navigatie 14 Touchscreen 14 Functietoets 17 Iconen 19 Actieve en inactieve iconen 19 Bevestiging en annulering 20 Functie terug Gebruikersinterface 22 Scherm ontgrendelen 22 Overzicht van het hoofdmenu Startmodus en stopmodus 26 Startmodus 26 Stopmodus 28 Statusscherm in startmodus 30 Statusscherm in stopmodus In gebruik nemen 32 Batterij plaatsen 32 Zelftest 34 Instellen van de tijd van de dag 37 Instellen van de datum 38 3 Basaalsnelheid Programmering basaalsnelheidsprofiel A Programmering basaalsnelheidsprofiel B Veranderen van basaalsnelheidsprofiel Wijzigen van een basaalsnelheidsprofiel Functie Tijdelijke basaalsnelheid 51 Activeren van de functie Tijdelijke basaalsnelheid 51 Annuleren van de functie Tijdelijke basaalsnelheid 54 3

4 4 Bolus Bolusverhogingsstap Activeren blinde bolus Deactiveren blinde bolus Bolustypen 64 Standaardbolus 65 Verlengde bolus 67 Combinatiebolus 69 Blinde bolus Weergave laatste bolus Vervangen van de infuusset en patroon Reservoir mylife YpsoPump 78 Reservoir van de mylife YpsoPump vullen Loskoppelen van de infuusset Vervangen van de infuusset Vervangen van de patroon 88 Verwijderen van de patroon 88 Plaatsen van een insulinepatroon 90 Infuusset voorvullen 96 Aansluiten van de infuusset op uw lichaam 99 6 Gegevens Therapiegegevens 106 Voorbeeld: combinatiebolus 108 Mogelijke gebeurtenissen in therapiegegevens Waarschuwingenhistorie 112 Mogelijke gebeurtenissen in de waarschuwingengeschiedenis Gegevensoverdracht Functies en instellingen Wijzigen van de tijd van de dag Wijzigen van de datum Het scherm 180 draaien Voorbereiden voor bewaren Interne oplaadbare batterij Vervangen van de batterij 121 4

5 8 Problemen oplossen Incidenten Weergegeven meldingen 131 Patroon bijna leeg 132 Batterij bijna leeg 133 Aandrijfstang nog niet helemaal teruggedraaid 134 Voorvullen nog niet afgesloten 135 Vervallen van de garantie 136 Einde bolus 137 Functie Tijdelijke basaalsnelheid afgerond 138 Pomp is gestopt 139 Bluetooth-verbinding mislukt Waarschuwingen 141 Batterij verwijderd 144 Batterij leeg 145 Batterij niet geschikt 146 Opladen interne oplaadbare batterij 147 Occlusie 148 Geen insuline 150 Patroon leeg 151 Automatische stop 152 Elektronische fout Alledaagse situaties Algemeen Waterdichtheid Reizen Storingsbronnen Sport 158 5

6 10 Bijlage Productspecificaties Veilige afstanden EMC volgens tabel 6 van EN Nauwkeurigheid van de toediening volgens EN Opstartgrafiek 164 Trompetcurve Menuplattegrond Overzicht iconen 168 Navigatiehulpmiddelen 168 Algemene iconen 168 Icoontjes in het hoofdmenu en de submenu s 169 Waarschuwingsiconen 171 Meldingsiconen Verklaring van de symbolen Woordenlijst Mijn pompinstellingen 181 Swipe naar beneden/naar boven of toets de onderste of bovenste waarde aan Toets het actieveld of het icoontje aan Verwijzing naar het onderdeel dat in de tekst beschreven wordt Opmerking of extra informatie Waarschuwing en voorzorgsmaatregel Lees de gebruikershandleiding Ypsomed AG, 3401 Burgdorf, Zwitserland 6

7 1 Inleiding 1.1 Over deze gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bevat alle benodigde informatie voor het veilig en succesvol toepassen van insulinepomptherapie met behulp van de mylife YpsoPump. Lees de gehele gebruikershandleiding alstublieft goed door. Als er tijdens de insulinepomptherapie problemen optreden of als u vragen heeft over de functies of de bediening, raadpleeg dan eerst de gebruikershandleiding. Als u daarna nog steeds problemen tegenkomt of als u geen antwoord heeft gevonden op uw vraag, aarzel dan niet en neem contact op met onze klantenservice. U vindt de gegevens op de achterkant van deze gebruikershandleiding. 1.2 Garantievoorwaarden Garantie Ypsomed AG geeft u garantie op fabricagefouten en materiaaldefecten op uw mylife YpsoPump gedurende een periode van vier (4) jaar vanaf de datum dat u de mylife YpsoPump heeft ontvangen. De garantie is beperkt tot gratis reparatie of vervanging van mogelijke defecte apparaten, dit ter beoordeling van Ypsomed. Als de mylife YpsoPump is gerepareerd of vervangen, wordt de garantieperiode niet verlengd. Deze garantie geldt alleen als de mylife YpsoPump is gebruikt op de bedoelde manier. Deze garantie geldt niet voor defecten als gevolg van verkeerd of onzorgvuldig Ook als er om redenen van leesbaarheid altijd de mannelijke of vrouwelijke vorm wordt gebruikt, betreft dit desondanks alle gendervormen. 7

8 gebruik, of verkeerde of onzorgvuldige hantering of reiniging, manieren van bedienen die tegen de gebruiksaanwijzing ingaan of als de mylife YpsoPump wordt gebruikt in combinatie met andere accessoires of onderdelen dan die door Ypsomed zijn aanbevolen. De garantie is ook niet van toepassing als de mylife YpsoPump is aangepast of gewijzigd door anderen dan Ypsomed, is onderhouden of gerepareerd door anderen dan Ypsomed, beschadigd is geraakt door natuurlijke slijtage, onjuist gebruik of om andere redenen die geen enkel verband houden met een fabricagefout of materiaaldefect. De garantie komt te vervallen bij schade door vallen, slagen of stoten, gebruik van extreme kracht, contact met vloeistoffen, onjuiste reiniging of in andere gevallen van blootstelling en slijtage die het gevolg zijn van manieren van gebruik die niet overeenkomen met de gebruiksaanwijzing. Deze garantie geldt alleen voor de eerste gebruiker en is niet overdraagbaar door verkoop, verhuur of elke andere vorm van overdracht van de mylife YpsoPump. 8

9 Voor zover dit wettelijk is toegestaan zijn deze garantie en de omschreven rechtsmiddelen exclusief en komen in de plaats van alle mondelinge, schriftelijke, wettelijke en expliciet of impliciet overeengekomen waarborgen en garanties, rechtsmiddelen en voorwaarden, in het bijzonder de waarborg van verhandelbaarheid en gebruik voor een bepaald doel. Procedure in het geval van een garantieclaim Geef elk defect van uw mylife YpsoPump door aan Ypsomed of een door Ypsomed aangewezen servicepunt. Doe dit schriftelijk of per telefoon, binnen de garantietermijn. In de claim moeten de aanschafdatum en het serienummer van uw mylife YpsoPump genoemd worden en er moet een omschrijving worden gegeven van het defect waar de claim betrekking op heeft. De mylife YpsoPump mag alleen worden teruggestuurd naar Ypsomed of een door Ypsomed aangewezen servicepunt als Ypsomed hiertoe vooraf toestemming heeft verleend en als dit in een geschikte verpakking wordt gedaan. Dit apparaat is verkrijgbaar op recept. Gebruik de mylife YpsoPump nooit zonder hierin door uw arts of diabetesbehandelaar getraind te zijn. Als u de mylife YpsoPump gebruikt zonder professionele kennismakingstraining, kan dat leiden tot het verkeerd doseren van insuline. Zoals voor alle gebruikers van een insulinepomp geldt, dient u steeds zelf te zorgen dat u de beschikking heeft over een andere manier om insuline te injecteren (bijv. voor als het insulinepompsysteem niet meer werkt). Raadpleeg voor verder advies uw arts of diabetesbehandelaar. 9

10 Hoofdkantoor: Ypsomed AG Brunnmattstrasse 6 CH-3401 Burgdorf Goedgekeurde servicepunten: Ypsomed BV Postbus 1190 NL-3430 BD Nieuwegein Raadpleeg de gebruikershandleiding van de NovoRapid PumpCart van Novo Nordisk om het op een veilige manier te kunnen gebruiken in combinatie met het mylife YpsoPump -systeem. Het mylife YpsoPump -systeem is alleen geschikt voor snelwerkende insuline met een concentratie van U100 (menselijk insuline of insuline lispro). Als u een ander soort insuline gebruikt, kan dit leiden tot onjuiste dosering van de insuline, waardoor er hypoglykemie of hyperglykemie kan optreden. Vervang in dat geval de patroon en zet de behandeling voort met de juiste soort insuline. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesbehandelaar u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. 10

11 1.3 Indicatie De mylife YpsoPump is bedoeld voor subcutane insulinetoediening bij de behandeling van diabetes mellitus. Het mylife YpsoPump -systeem is alleen geschikt voor snelwerkende insuline met een concentratie van U100 (menselijk insuline of insuline lispro). Het mylife YpsoPump -systeem is ontworpen voor ononderbroken gebruik gedurende de levensduur van de apparatuur. In overleg met een medisch specialist mag de mylife Ypso- Pump zelf worden bediend door patiënten, vanaf een leeftijd van 12 jaar. Contra-indicaties Het mylife YpsoPump -systeem is niet geschikt voor personen die niet in staat zijn om dagelijks minimaal vier keer hun bloedglucose te testen. niet regelmatig in contact kunnen blijven met hun diabetesbehandelaar. slechtziend of slechthorend zijn en het mylife YpsoPump -systeem daardoor niet conform de gebruikershandleiding kunnen bedienen. Veiligheidsinstructies Lees de instructies in deze gebruikershandleiding goed door. Gebruik het mylife YpsoPump -systeem alleen als uw behandelaar u een kennismakingstraining heeft gekregen. Als u de mylife YpsoPump niet in overeenstemming met deze gebruikershandleiding kunt toepassen, brengt u mogelijk uw eigen gezondheid en veiligheid in gevaar. Raadpleeg bij twijfel uw arts of diabetesbehandelaar of de afdeling klantenservice. 1.4 Afvalverwijdering Houd bij het afvoeren van alle materialen rekening met de wet- en regelgeving ten aanzien van afvalverwijdering en milieubescherming van het desbetreffende land. 11

12 2 Bediening Het mylife YpsoPump -systeem is zo gebruikersvriendelijk mogelijk van opzet. Alle bedieningsinstructies zijn kort en bondig geformuleerd. Veel gebruikte functies, zoals de bolusfunctie of het vervangen van de infuusset of de patroon kunnen snel en gemakkelijk worden uitgevoerd. Stel de mylife YpsoPump nooit bloot aan directe lichtbronnen, stralingsbronnen of warmtebronnen (bijv. radiatoren, open vuur). Dit heeft ook betrekking op de insuline die u gebruikt. Raadpleeg voor informatie over de juiste manier om insuline te bewaren en te gebruiken de bijsluiter van de insuline die u gebruikt. Gebruik de mylife YpsoPump in uw broekzak of met behulp van een draagsysteem dat wordt aangeboden door Ypsomed. Laat de mylife YpsoPump nooit vallen. Als de mylife YpsoPump is gevallen, kunnen de werking van de pomp en de waterdichtheid te lijden hebben onder microscheurtjes en/of zichtbare schade. Sla met de mylife YpsoPump nooit op een harde ondergrond (tafel, keukenwerkblad, wastafel, etc.) Reinig de mylife YpsoPump regelmatig met een vochtige katoenen doek. Droog de pomp daarna met een katoenen doek. Gebruik voor het reinigen van de pomp nooit scherpe voorwerpen (mes, schroevendraaier, staalwol etc.), chemische middelen, oplosmiddelen of sterke reinigingsmiddelen. Als u deze waarschuwingen niet opvolgt, kan er hypoglykemie of hyperglykemie optreden. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesbehandelaar u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. Controleer de bloedglucosespiegel in uw bloed zo vaak als uw arts of uw diabetesbehandelaar u aanraden om te doen. Als u de hoeveelheid glucose in uw bloed niet regelmatig controleert, worden schommelingen in de bloedglucosespiegel niet opgemerkt en kunt u de insulinedosering door de pomp niet aanpassen (bijv. de bolushoeveelheid). 12

13 2.1 Overzicht van het systeem Canule (zacht of staal) Slang Functietoets Batterijdop Canulebasis Touchscreen Pleister Slangkapje Infuusset Adapter Zelf gevulde (mylife YpsoPump Reservoir) of voorgevulde patroon 1,6 ml (NovoRapid PumpCart )* Patroonhouder met venster AAA-alkalinebatterij (LR03) * NovoRapid en PumpCart zijn geregistreerde handelsmerken van Novo Nordisk. 13

14 2.2 Navigatie Touchscreen De mylife YpsoPump heeft een touchscreen (aanraakscherm, verder het scherm genoemd). U kunt dit scherm bedienen door met uw vinger de iconen en waarden aan te toetsen of door de menu s en waarden te swipen. Het scherm van de mylife YpsoPump kunt u alleen bedienen met uw vingers. 14

15 Gebruik uw vinger om de weergegeven waarden van beneden naar boven of in de andere richting langs te lopen. Op die manier kunt u een waarde verhogen of verlagen. U kunt ook de bovenste of onderste waarde direct aantoetsen om hem direct met één stap per keer aan te passen. De geselecteerde waarde bevindt zich altijd in het centrum van de zichtbare waarden en heeft een grijze achtergrond. Niet gebruiken als het apparaat zichtbare tekenen van beschadiging vertoont. Als het apparaat niet langer reageert op aanraking, gebruik het dan niet meer. Neem dan zo snel mogelijk contact op met de afdeling klantenservice. 15

16 16 Gebruik nooit voorwerpen voor het bedienen van de mylife YpsoPump. Een voorwerp kan het scherm of de functietoets beschadigen en kan daardoor maken dat de mylife YpsoPump niet meer goed te bedienen is. Als de pomp beschadigd is kan niet worden gegarandeerd dat de insuline correct wordt toegediend. Zorg dat de toediening van insuline zo verloopt als door uw arts of diabetesbehandelaar wordt aanbevolen en raadpleeg de afdeling klantenservice. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesbehandelaar u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar.

17 Functietoets De mylife YpsoPump heeft een functietoets. Hij bevindt zich naast de opening van de patroonhouder, aan de zijkant. De functietoets heeft twee manieren van bedienen: kort indrukken (max. 0,8 seconden) lang indrukken (minimaal 2 seconden, tot de mylife YpsoPump trilt) Met de functietoets kunt u: het scherm in- en uitschakelen een blinde bolus programmeren en annuleren terugkeren naar het statusscherm Functietoets 17

18 18 Als u de functietoets lang ingedrukt houdt, kan daarbij per ongeluk het menu voor een blinde bolus worden geactiveerd als dat eerder al actief was in de instellingen. Als de blindebolusfunctie niet wordt geactiveerd en als u de functietoets lang ingedrukt houdt, trilt het apparaat drie keer kort om aan te geven dat de functietoets niet actief is. Deze drie korte trillingen worden ook afgegeven als u de functietoets lang ingedrukt houdt terwijl u in het hoofdmenu of in een submenu bent, ongeacht of de blindebolusfunctie is geactiveerd of niet.

19 Iconen De bedieningselementen op het scherm worden iconen genoemd. Klik een icoontje aan met uw vinger om het te selecteren. Icoontjes worden lichter of donkerder als u ze met uw vinger aanraakt. Actieve en inactieve iconen Actieve icoontjes hebben een lichte tint. Dat houdt in dat de functie beschikbaar is en u die met uw vinger kunt selecteren. Inactieve iconen worden in een wat donkerder kleur grijs weergegeven. Dat houdt in dat de functie niet beschikbaar is en u die niet kunt selecteren met uw vinger. 19

20 Bevestiging en annulering Om een waarde te bevestigen of een functie te selecteren toetst u aan. Om een proces of een functie te annuleren toetst u aan. Daarna moet het annuleringscommando altijd worden bevestigd met. 20

21 Functie terug Als u een functie of waarde per ongeluk heeft geselecteerd of een verkeerde instelling heeft gekozen, dan kunt u altijd teruggaan door één keer naar rechts te swipen tot of verschijnt. Als verschijnt gaat u één stap terug. U sluit de functie daarmee niet af en de ingestelde waarden gaan niet verloren. Als verschijnt, gaat u één menuniveau omhoog. 21

22 2.3 Gebruikersinterface Scherm ontgrendelen 1/6: Het statusscherm van de mylife YpsoPump wordt in- en uitgeschakeld door het indrukken van de functietoets (kort indrukken). 2/6: De mylife YpsoPump heeft schermvergrendeling. De vergrendeling wordt weergegeven met een hangslotje rechts bovenaan het scherm, naast de batterij-indicator. 3/6: Swipe naar links om het statusscherm en het hoofdmenu te ontgrendelen. Er verschijnen drie iconen met de nummers 1, 2 en 3 (ontgrendel scherm). Als de mylife YpsoPump niet op het statusscherm bediend wordt, verdwijnt het scherm na 20 seconden en wordt de schermvergrendeling geactiveerd. Als de mylife YpsoPump niet in het hoofdmenu of in een submenu wordt geactiveerd, verdwijnt het scherm na twee minuten en wordt de schermvergrendeling geactiveerd. Wijzigingen die niet zijn opgeslagen gaan dan verloren. 22

23 4/6: Toets de actieve cijfers na elkaar in om het statusscherm te ontgrendelen. Als de drie cijfers op het ontgrendelingsscherm niet binnen 10 seconden in de juiste volgorde worden ingetoetst, keert het statusscherm terug naar de vergrendelde toestand. Swipe naar rechts om het statusscherm te vergrendelen. 5/6: Als de mylife YpsoPump met succes is ontgrendeld komt u in het hoofdmenu terecht. Swipe naar links om toegang te krijgen tot alle beschikbare menu-items. 6/6: Swipe naar rechts om toegang te krijgen tot het ontgrendelde statusscherm (zonder hangslotsymbooltje). 23

24 Overzicht van het hoofdmenu Op het scherm ziet u drie menuiconen per keer. Swipe naar links over het scherm met uw vinger om de andere menu-iconen te zien. In de navigatiebalk boven de iconen staat het aantal beschikbare menu-iconen. Aan de kleine, wit gemarkeerde blokjes kunt u zien waar u zich in het hoofdmenu bevindt. Zorg dat u bij het bedienen van de mylife YpsoPump de verschillende functies altijd op de juiste manier gebruikt. Bolus Basaalsnelheden Patroon vervangen Infuusset voorvullen Gegevens Start- en stopmodus Instellingen 24

25 Als u per ongelijk het verkeerde icoon aanklikt kan dit tot een verkeerde insulinedosering leiden. Als u per ongeluk het verkeerde icoontje hebt gebruikt, zoek de juiste functie dan op in de gebruikershandleiding en controleer of de instellingen die uw arts of diabetesbehandelaar u heeft gegeven nog kloppen. Als u per ongeluk de verkeerde functie heeft geactiveerd of per ongeluk een pompinstelling heeft gewijzigd, draai de wijziging dan terug zoals in de gebruikershandleiding beschreven staat. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan contact op met de afdeling klantenservice. Als uw vergissing er per ongeluk toe heeft geleid dat uw insulinetoediening is gestopt of gewijzigd, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesbehandelaar u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. 25

26 2.4 Startmodus en stopmodus Startmodus De mylife YpsoPump heeft twee verschillende modi, de Startmodus en de Stopmodus. De iconen van de Stopmodus en de Startmodus geven beide aan in welke bedrijfsstatus de pomp op dat moment verkeert. Toediening van insuline (bijv. de basaalsnelheid) is alleen mogelijk in de startmodus. 1/3: Roep het hoofdmenu op, swipe naar links en toets het icoon Stopmodus/Overschakelen naar startmodus aan. 2/3: Bevestig met. De mylife YpsoPump trilt kort. 26

27 3/3: Het statusscherm verschijnt. De toediening van de basaalsnelheid begint, conform het geprogrammeerde profiel. 27

28 Stopmodus Roep het hoofdmenu op om de mylife YpsoPump te laten overschakelen van startmodus naar stopmodus. In de stopmodus is toediening van insuline niet mogelijk. 1/3: Roep het hoofdmenu op, swipe naar links en toets het icoon Startmodus/Overschakelen naar stopmodus aan. 2/3: Bevestig met. De mylife YpsoPump trilt kort. 28

29 3/3: Het statusscherm verschijnt. De insulinetoediening stopt direct. Dit wordt ook op het scherm weergegeven. Op het scherm van de mylife YpsoPump verschijnt een stopmelding als de pomp meer dan een uur in de stopmodus staat. De stopmelding kan eerder worden ingeschakeld door de functietoets lang ingedrukt te houden. Dan kan de melding worden bevestigd. 29

30 Statusscherm in startmodus Het statusscherm geeft de belangrijkste informatie en de huidige status van de mylife YpsoPump weer. U kunt op ieder moment toegang krijgen tot het statusscherm door kort de functietoets in te drukken. Als u het statusscherm van de mylife YpsoPump niet meer gebruikt, wordt het na 20 seconden automatisch uitgeschakeld. De mylife YpsoPump blijft wel actief en in de startmodus dient hij insuline toe volgens de geprogrammeerde instellingen. Huidige tijd van de dag Huidig basaalsnelheidsprofiel Huidige datum Batterijstatus Hangslotsymbool Huidige toediening Als de pomp zich in de startmodus bevindt, geeft het statusscherm het huidige basaalsnelheidsprofiel en de huidige insulinetoediening weer. De laadtoestand van de batterij wordt met rechthoeken weergegeven i n het batterijsymbool dat op het statusscherm van de pomp staat. Het aantal rechthoeken verhoudt zich tot de mate waarin de batterij is opgeladen. Batterij bijna leeg Batterij helemaal opgeladen 30

31 Statusscherm in stopmodus Als de pomp zich in de stopmodus bevindt, wordt er helemaal geen insuline meer toegediend. Huidige tijd van de dag Huidige datum Batterijstatus Basaalsnelheid stopgezet Hangslotsymbool Geen insulinetoediening 31

32 2.5 In gebruik nemen Batterij plaatsen 1/11: Plaats een nieuwe AAA-alkalinebatterij (LR03) Zorg dat de minpool van de batterij eerst wordt geplaatst. Op de achterkant van de pomp is afgebeeld hoe u de batterij moet aanbrengen. 2/11: Sluit de batterijdop door de groef in de batterijdop zo ver mogelijk met de klok mee te draaien met behulp van de rand van een munt. 32

33 Zorg dat de batterijdop om de drie maanden wordt vervangen door een nieuw exemplaar. Anders is niet gegarandeerd dat de afsluiting van de batterijdop intact blijft. Gebruik alleen AAA-alkalinebatterijen (LR03) Zorg dat de batterij niet beschadigd is. Anders zou er kortsluiting kunnen optreden. Bij gebruik van een ander type batterij (bijv. een lithiumbatterij of een oplaadbare NiMH-batterij) of bij gebruik van een beschadigde batterij kan niet worden gegarandeerd dat de pomp goed in gebruik kan worden genomen of goed zal werken en de waarschuwingen die voorafgaan aan het waarschuwingssignaal Batterij leeg (p. 145) kunnen niet worden aangehouden als een batterij leeg is. Dit kan leiden tot het mislukken van de vooraf ingestelde toedieningen van de insuline, waardoor er hyperglykemie kan optreden. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesbehandelaar u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. 33

34 Zelftest Met de zelftest controleert de pomp of hij goed werkt en geeft de gebruiker daarover zichtbare, voelbare en hoorbare feedback. Als de pomp voor het eerst in gebruik wordt genomen, bij ingebruikname na bewaren en na het terugdraaien van de schroefdraadstang wordt er een zelftest uitgevoerd. 3/11: Zodra de batterij is geplaatst, verschijnt het welkomstscherm, tot de pomp aan de zelftest begint. 4/11: Naast het mylife Ypso- Pump -logo worden links bovenin het serienummer van de pomp en de softwareversie weergegeven. Bevestig de start van de zelftest met. De mylife YpsoPump voert nu een zelftest uit. 34

35 5/11: Na elkaar verschijnen er drie testpatronen op het scherm. Het zijn 3 3 testrechthoeken die helemaal moeten worden weergegeven en in gelijke helderheid. 6/11: Dan geeft de mylife YpsoPump twee trilsignalen (voelbare signalen). 35

36 7/11: Daarna volgen er twee geluidssignalen. 8/11: De zelftest is afgerond. U kunt de zelftest herhalen door naar rechts te swipen. Bevestig met. Volg de zelftest altijd oplettend en zorgvuldig. Als u niet zeker bent, herhaal de zelftest dan nog eens. Als er tijdens de zelftest fouten optreden (onvolledige weergave, geen trilsignaal of geen geluidssignaal), mag u de mylife YpsoPump niet langer gebruiken, omdat de nodige meldingen en waarschuwingen van de pomp niet langer goed kunnen worden weergegeven en gemeld. Neem dan zo snel mogelijk contact op met de afdeling klantenservice. 36

37 Instellen van de tijd van de dag 9/11: Het scherm voor het instellen van de tijd van de dag verschijnt. Stel de huidige tijd van de dag in (uren, minuten), door de gewenste waarden te kiezen. Bevestig de ingestelde waarden met. Let bij het instellen van de tijd van de dag goed op. Als er een verkeerde tijd van de dag is ingesteld, kunnen de tijdstippen van het basaalsnelheidsprofiel gaan verschuiven. Pas uw instellingen alleen aan na overleg met uw arts of diabetesbehandelaar. Verkeerd programmeren van de pomp kan leiden tot onjuiste dosering van de insuline, waardoor er hypoglykemie of hyperglykemie kunnen optreden. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesbehandelaar u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. 37

38 Instellen van de datum 10/11: Stel dan de huidige datum in (dag, maand, jaar). Bevestig uw instellingen met. 11/11: Het statusscherm verschijnt. De pomp bevindt zich in de stop -modus. Als de zelftest niet binnen 5 minuten na het opstarten van de pomp na bewaren of na terugdraaien van de schroefdraadstang is afgerond, geeft de pomp dat aan met voelbare en hoorbare waarschuwingssignalen. Als het scherm wordt ingeschakeld met de functietoets, verschijnt opnieuw het welkomstscherm (afb. 3 / 11). Gebruik uw eigen therapieparameters. De hier getoonde waarden zijn slechts voorbeelden! U kunt de tijd van de dag en de datum elk moment aanpassen in het instellingenmenu. Als u een onmogelijke datum invult (bijv ) blijft het bevestigingsicoon inactief (grijs) en kunt u de datum niet bevestigen. 38

39 3 Basaalsnelheid 3.1 Programmering basaalsnelheidsprofiel A De basaalsnelheid is een basishoeveelheid insuline die continu wordt toegediend om het bloedglucosepeil binnen het bedoelde bereik te houden. U kunt twee basaalsnelheidsprofielen programmeren (A en B). 1/8: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Basaalsnelheden aan. Gebruik uw eigen therapieparameters. De getoonde waarden op de volgende pagina s zijn slechts voorbeelden! Stel de eerste keer nooit zelf de parameters van de basaalsnelheid in en wijzig ze nooit zonder daarbij rekening te houden met de aanbevelingen van uw arts of diabetesbehandelaar. Zorg dat u niet wordt afgeleid bij het instellen van uw basaalsnelheid programmeer een volledig basaalsnelheidsprofiel in één keer. Voer de uurwaarden zorgvuldig in en controleer iedere keer voor u de parameter invoert of die overeenkomt met uw therapie. 39

40 2/8: Toets het icoon Basaalsnelheidsprofiel A aan. 3/8: Het scherm voor het instellen van de basaalsnelheid voor het eerste uur verschijnt, te beginnen om middernacht ( uur). Als u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt (en dus voor het eerst een basaalsnelheidsprofiel programmeert), wordt na het bevestigen van een uurwaarde die parameter als beginwaarde toegepast op het volgende uur. 40

41 4/8: Selecteer de waarde die uw behandelaar voor u heeft bepaald, tussen de 0,0 en 40,0 U/h en bevestig met. Iedere keer dat u een waarde bevestigt, schuift u een uur op. Tot 2,0 U/h kunnen de basaalsnelheidswaarden worden aangepast in stappen van 0,05 U/h. De basaalsnelheidswaarden tussen de 2,0 U/h en 15,0 U/h in stappen van 0,1 U/h en de basaalsnelheidswaarden tussen de 15,0 U/h en 40,0 U/h kunnen worden aangepast in stappen van 0,2 U/h. 5/8: Door naar rechts te swipen kunt u op ieder tijdstip een uur teruggaan en de programmering aanpassen. 41

42 6/8: Herhaal stap 4 voor ieder afzonderlijk uursegment, tot u alle 24 basaalsnelheidswaarden heeft ingevuld. 7/8: Als al de waarden zijn ingevuld geeft de mylife YpsoPump u de dagelijkse dosis van de basaalsnelheid als grafiek en als waarde. De basaalsnelheidswaarden kunnen worden aangepast door een passend aantal keren naar rechts te swipen. Bevestig met. De mylife YpsoPump trilt kort. De waarden zijn opgeslagen en in de therapiegegevens wordt een gebeurtenis opgeslagen. 42

43 8/8: Het statusscherm verschijnt. De mylife YpsoPump bevindt zich in de stopmodus. Het verschil tussen de startmodus en de stopmodus wordt uitgelegd op pagina

44 3.2 Programmering basaalsnelheidsprofiel B Naast basaalsnelheidsprofiel A heeft u de optie om nog een tweede basaalsnelheidsprofiel te programmeren, profiel B. U kunt elk moment tussen de twee basaalsnelheidsprofielen A en B heen- en weerschakelen. 1/8: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Basaalsnelheden aan. 2/8: Toets het icoon Basaalsnelheidsprofiel B aan. Gebruik uw eigen therapieparameters. De getoonde waarden op de volgende pagina s zijn slechts voorbeelden! Stel de eerste keer nooit zelf de parameters van de basaalsnelheid in en wijzig ze nooit zonder daarbij rekening te houden met de aanbevelingen van uw arts of diabetesbehandelaar. Zorg dat u niet wordt afgeleid bij het instellen van uw basaalsnelheid programmeer een volledig basaalsnelheidsprofiel in één keer. Voer de uurwaarden zorgvuldig in en controleer iedere keer voor u de parameter invoert of die overeenkomt met uw therapie. 44

45 3/8: Het scherm voor het instellen van de basaalsnelheid voor het eerste uur verschijnt, te beginnen om middernacht ( uur). Als u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt (en dus voor het eerst een basaalsnelheidsprofiel programmeert), wordt na het bevestigen van een uurwaarde die parameter als beginwaarde toegepast op het volgende uur. 4/8: Selecteer de waarde die uw behandelaar voor u heeft bepaald, tussen de 0,0 en 40,0 U/h en bevestig met. Iedere keer dat u een waarde bevestigt, schuift u een uur op. Tot 2,0 U/h kunnen de basaalsnelheidswaarden worden aangepast in stappen van 0,05 U/h. De basaalsnelheidswaarden tussen de 2,0 U/h en 15,0 U/h in stappen van 0,1 U/h en de basaalsnelheidswaarden tussen de 15,0 U/h en 40,0 U/h kunnen worden aangepast in stappen van 0,2 U/h. 5/8: Door naar rechts te swipen kunt u op ieder tijdstip een uur teruggaan en de programmering aanpassen. 45

46 6/8: Herhaal stap 4 voor ieder afzonderlijk uursegment, tot u alle 24 basaalsnelheidswaarden heeft ingevuld. 7/8: Als al de waarden zijn ingevuld geeft de mylife YpsoPump u de dagelijkse dosis van de basaalsnelheid als grafiek en als waarde. De basaalsnelheidswaarden kunnen worden aangepast door een passend aantal keren naar rechts te swipen. Bevestig met. De mylife YpsoPump trilt kort. De waarden zijn opgeslagen en in de therapiegegevens wordt een gebeurtenis opgeslagen. 8/8: Het statusscherm verschijnt. De mylife YpsoPump bevindt zich in de stopmodus. Het verschil tussen de startmodus en de stopmodus wordt uitgelegd op pagina

47 3.3 Veranderen van basaalsnelheidsprofiel 1/4: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Basaalsnelheden aan. 2/4: Als basaalsnelheidsprofiel A geactiveerd is, toets dan het icoon Basaalsnelheidsprofiel B aan. 3/4: Als basaalsnelheidsprofiel B geactiveerd is, toets dan het icoon Basaalsnelheidsprofiel A aan. Schakel alleen over van het huidige basaalsnelheidsprofiel naar een nieuw basaalsnelheidsprofiel als u daarbij rekening houdt met de aanbevelingen van uw arts of diabetesbehandelaar. Een verandering in het basaalsnelheidsprofiel die niet is afgestemd op een specifieke situatie kan tot hypoglykemie of hyperglykemie leiden. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesbehandelaar u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. 47

48 4/4: Als u uw keuze gemaakt heeft, geeft de mylife YpsoPump het relevante basaalsnelheidsprofiel (A of B) weer met de dagelijkse dosis op basis van de basaalsnelheid. Bevestig met. De mylife YpsoPump trilt kort. Door heen- en weerschakelen tussen de basaalsnelheidsprofielen wijzigt de basale toediening van insuline. Controleer of een dergelijke verandering overeenkomt met de u aanbevolen therapie. Als de functie Tijdelijke basaalsnelheid geactiveerd is, is de functie Veranderen van basaalsnelheidsprofiel niet beschikbaar (het relevante icoon is inactief). 48

49 3.4 Wijzigen van een basaalsnelheidsprofiel 1/4: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Basaalsnelheden aan. Op het scherm wordt het submenu van de basaalsnelheden weergegeven. Als de functie Tijdelijke basaalsnelheid geactiveerd is, zijn de functies voor de basaalsnelheidsprofielen A en B niet beschikbaar. 2/4: Toets het benodigde basaalsnelheidsprofiel aan. 3/4: Het scherm voor het instellen van de basaalsnelheid voor het eerste uur verschijnt, te beginnen na middernacht ( uur) met de waarde die u als laatste heeft ingevoerd. Bevestig de waarde of selecteer een nieuwe waarde tussen de 0,0 en 40,0 U/h en bevestig met. Herhaal nu stap 3 voor ieder afzonderlijk uursegment, voor alle 24 basaalsnelheidswaarden. 49

50 4/4: Bevestig met. De mylife YpsoPump trilt kort. De mylife YpsoPump slaat de ingestelde waarden op, slaat een gebeurtenis op in de therapiegegevens en geeft de dagelijkse dosis op basis van de basaalsnelheid weer. Wijzig de parameters van de basaalsnelheid nooit zonder daarbij rekening te houden met de aanbevelingen van uw arts of diabetesbehandelaar. Een verandering in het basaalsnelheidsprofiel die niet is afgestemd op een specifieke situatie kan tot hypoglykemie of hyperglykemie leiden. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesbehandelaar u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. 50

51 3.5 Functie Tijdelijke basaalsnelheid Activeren van de functie Tijdelijke basaalsnelheid De functie Tijdelijke basaalsnelheid maakt het mogelijk om de basaalsnelheid gedurende een beperkte tijd te verhogen of verlagen. Als de ingestelde tijdelijke basaalsnelheid is afgelopen, gaat de pomp door met het geprogrammeerde basaalsnelheidsprofiel (A of B). Om de functie Tijdelijke basaalsnelheid te kunnen gebruiken moet de mylife YpsoPump in startmodus zijn. 1/7: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Basaalsnelheden aan. 2/7: Toets het icoon van de functie Tijdelijke basaalsnelheid aan. Stel de functie Tijdelijke basaalsnelheid altijd zorgvuldig in. Als de tijdelijke basaalsnelheid niet goed wordt ingesteld, past de insulinedosering van de pomp niet bij de actuele situatie, waardoor er hypoglykemie of hyperglykemie kan optreden. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesbehandelaar u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. 51

52 3/7: Als u de huidige basaalsnelheid wilt verlagen, selecteer dan een waarde tussen de 0 % en 90 %. Als u de huidige basaalsnelheid wilt verhogen, selecteer dan een waarde tussen de 110 % en 200 %. 100 % betekent geen verlaging en geen verhoging. Bevestig dan met. 4/7: Selecteer de tijdsperiode waarin u de huidige basaalsnelheid wilt verlagen of verhogen. De periode kan worden ingesteld voor een tijdsduur van 15 minuten tot 24 uur, in stappen van 15 minuten. 5/7: Het percentage van de huidige basaalsnelheid wordt onder de geselecteerde tijdsperiode in het grijs weergegeven als extra informatie. De mylife YpsoPump begint met de tijdelijke basaalsnelheid na bevestiging met. De mylife YpsoPump trilt kort. De functie Tijdelijke basaalsnelheid is niet beschikbaar in de stopmodus. Om deze functie te kunnen gebruiken moet de pomp in startmodus zijn. 52

53 6/7: Het statusscherm verschijnt met de actuele basaalsnelheid. Een %-teken naast de basaalsnelheidsprofielinstellingen geeft aan dat er een tijdelijke basaalsnelheid geactiveerd is. 7/7: Daarnaast worden om en om de resterende tijdsperiode en het geselecteerde percentage van de huidige basaalsnelheid weergegeven onder de basaalsnelheidswaarde. 53

54 Annuleren van de functie Tijdelijke basaalsnelheid 1/4: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Basaalsnelheden aan. 2/4: Toets het icoon van de functie Tijdelijke basaalsnelheid geactiveerd/ annuleren aan. 3/4: Bevestig het annuleren van de functie Tijdelijke basaalsnelheid met. De mylife YpsoPump trilt kort. 54

55 4/4: Het statusscherm verschijnt met de origineel geprogrammeerde basaalsnelheid. 55

56 4 Bolus Een bolus is een extra dosis insuline die naast de basaalsnelheid wordt toegediend. Om een bolus te kunnen toedienen moet de mylife YpsoPump in startmodus zijn. Een bolus wordt in de volgende situaties toegediend: compensatie voor koolhydraten in de voeding (een maaltijdbolus). correctie van een verhoogde bloedglucosespiegel. Gebruik uw eigen therapieparameters. De getoonde waarden op de volgende pagina s zijn slechts voorbeelden! 56

57 4.1 Bolusverhogingsstap Een bolusverhogingstap staat voor de vergroting of verkleining van de bolushoeveelheid per touchscreenbeweging. De term staat ook voor de verhoging van de bolushoeveelheid bij iedere druk op de functietoets bij het invoeren van een blinde bolus. 1/4: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Instellingen aan. Pas de voor u vastgelegde bolusstap alleen aan na overleg met uw arts of diabetesbehandelaar. Als u uw bolusstap per ongeluk heeft gewijzigd, kan er hypoglykemie of hyperglykemie optreden. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesbehandelaar u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. 57

58 2/4: Toets het icoon Instellen bolusverhogingsstap aan. 3/4: Selecteer een van de volgende bolusverhogingsstappen: 0,1 U, 0,5 U, 1,0 U, 2,0 U. Stel de waarde van de bolusverhogingsstap in die uw behandelaar voor u heeft vastgesteld. Bevestig uw instelling met. De pomp trilt kort. 58

59 4/4: Het statusscherm verschijnt. Bedenk dat de bolusverhogingsstap direct van invloed is op de functie Blinde bolus. De ingestelde waarde van de bolusverhogingsstap staat gelijk aan de hoeveelheid extra insuline die bij iedere druk op de functietoets wordt toegediend. 59

60 4.2 Activeren blinde bolus Als u de mylife YpsoPump voor het eerst in gebruik neemt is de functie Blinde bolus altijd inactief. Om de functie Blinde bolus te kunnen gebruiken, moet die eerst worden geactiveerd. 1/4: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Instellingen aan. 2/4: Swipe naar links en toets het icoon Blinde bolus inactief / activeren aan. 60

61 3/4: Bevestig met. De mylife YpsoPump trilt kort en de functie Blinde bolus kan worden gebruikt. Volg de procedure op pagina 72. 4/4: Als u opnieuw het hoofdmenu oproept, toets dan het icoon Instellingen aan en swipe naar links. Nu verschijnt het icoon Blinde bolus actief/ deactiveren. 61

62 4.3 Deactiveren blinde bolus Bij de mylife YpsoPump kunt u de functie Blinde bolus ook deactiveren. 1/4: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Instellingen aan. 2/4: Swipe naar links en toets het icoontje Blinde bolus actief / deactiveren aan. 62

63 3/4: Bevestig met. De mylife YpsoPump trilt kort en de functie Blinde bolus wordt uitgeschakeld. 4/4: Als u opnieuw het hoofdmenu oproept, toets dan het icoon Instellingen aan en swipe naar links. Nu verschijnt het icoon Blinde bolus inactief/ activeren. 63

64 4.4 Bolustypen De mylife YpsoPump heeft 4 soorten bolussen. Standaardbolus De ingevoerde bolushoeveelheid wordt direct toegediend. Verlengde bolus De ingevoerde bolushoeveelheid wordt gelijkmatig toegediend over een verlengingsperiode die kan worden aangepast. Combinatiebolus De totale bolushoeveelheid wordt gesplitst in een variabel in te stellen gedeelte standaardbolus en een gedeelte verlengde bolus. Blinde bolus De blinde bolus is een methode om een standaardbolus toe te dienen die alleen kan worden geprogrammeerd door het indrukken van de functietoets. De functies voor bolus en blinde bolus zijn niet beschikbaar als de pomp zich in de stopmodus bevindt, als er een verlengde bolus of een combinatiebolus zijn opgestart of als het patroon leeg is. Bedenk dat het invoeren van een minimale bolushoeveelheid direct afhankelijk is van de ingestelde bolusverhogingsstap. Als de bolusverhogingsstap bijvoorbeeld is ingesteld op 1,0 U, dan is de minimale bolushoeveelheid die kan worden ingesteld voor een standaardbolus ook 1,0 U. 64

65 Standaardbolus 1/4: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Bolus aan. 2/4: Toets het icoon Standaardbolus aan. 3/4: Selecteer een bolushoeveelheid tussen de 0,1 U en 30,0 U. De bolushoeveelheid begint direct nadat u bevestigd heeft met. De mylife YpsoPump trilt kort. 65

66 4/4: De mylife YpsoPump telt de resterende hoeveelheid van de bolus af op het statusscherm. U kunt een actieve bolus op ieder moment annuleren door aan te toetsen. Het annuleringscommando moet altijd worden bevestigd met. 66

67 Verlengde bolus 1/6: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Bolus aan. 2/6: Toets het icoon Verlengde bolus aan. 3/6: Selecteer een bolushoeveelheid tussen de 0,1 U en 30,0 U en bevestig met. 67

68 4/6: Selecteer de verlengingsperiode waarin u de geselecteerde bolushoeveelheid wilt toedienen. De verlengingsperiode kan worden ingesteld voor een tijdsduur van 15 minuten tot 12 uur, in stappen van 15 minuten. 5/6: Ter informatie wordt de geselecteerde bolushoeveelheid in het grijs weergegeven onder de gekozen verlengingsperiode. De mylife Ypso- Pump begint met de toediening van de bolus na bevestiging met. De mylife YpsoPump trilt kort. 6/6: De mylife YpsoPump telt de resterende hoeveelheid van de bolus af op het statusscherm. Daarnaast wordt ook de resterende verlengingsperiode van de verlengde bolus weergegeven. U kunt een actieve bolus op ieder moment annuleren door aan te toetsen. Het annuleren van een bolus moet altijd worden bevestigd met. 68

69 Combinatiebolus 1/8: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Bolus aan. 2/8: Toets het icoon Combinatiebolus aan. 3/8: Selecteer een totale bolushoeveelheid tussen de 0,2 U en 30,0 U en bevestig met. Als de standaardwaarde van 0,0 U wordt bevestigd, wordt de combinatiebolus geannuleerd. 69

70 4/8: Selecteer de bolushoeveelheid die u direct wilt toedienen (directe dosis). 5/8: Het percentage van de directe dosis wordt onder de gekozen bolushoeveelheid in het grijs weer-gegeven als extra informatie. Deze bolushoeveelheid moet worden bevestigd met. 6/8: Selecteer de verlengingsperiode waarin u de resterende dosis van bolushoeveelheid wilt toedienen (verlengde dosis). De verlengingsperiode kan worden ingesteld voor een tijdsduur van 15 minuten tot 12 uur, in stappen van 15 minuten. 70

71 7/8: Ter informatie wordt de bolushoeveelheid van de verlengde dosis in het grijs weergegeven onder de gekozen verlengingsperiode. De mylife YpsoPump begint met de toediening van de bolus na bevestiging met. De pomp trilt kort. 8/8: De mylife YpsoPump telt de resterende hoeveelheid van de bolus af op het statusscherm. De directe dosis van de bolus wordt eerst toegediend. Daarna wordt de verlengde dosis toegediend. Daarnaast wordt ook de resterende verlengingsperiode van de verlengde bolus weergegeven. U kunt een actieve bolus op ieder moment annuleren door aan te toetsen. Het annuleringscommando moet altijd worden bevestigd met. 71

72 Blinde bolus U kunt ook een bolus toedienen door alleen de functietoets in te drukken, zonder het scherm te gebruiken. Dit betekent dat u een bolus kunt toedienen zonder dat het opvalt, bijvoorbeeld als u de mylife YpsoPump in uw broekzak heeft. Zorg ervoor dat u daartoe de functie Blinde bolus heeft geactiveerd, volgens de procedure op pagina 60. Functietoets 1/7: Druk de functietoets lang in tot de mylife YpsoPump een lange trilling geeft. Zorg er bij toediening van een blinde bolus vooraf goed voor dat de bolusverhogingsstap correct is ingesteld. Laat u niet afleiden als u een blinde bolus invoert en zorg ervoor dat bij het dragen van de pomp de functie Blinde bolus niet per ongeluk wordt geactiveerd doordat de functietoets wordt ingedrukt (bijv. in uw broekzak). Het gebruik van de functie Blinde bolus vergt wat oefening. Als u niet zeker weet of de ingestelde blinde bolus is toegediend, zoek dan de bolushoeveelheid op in de therapiegegevens en pas op basis daarvan de toe gediende hoeveelheid aan. Bij onjuiste toediening van een bolus kan er hypoglykemie of hyperglykemie optreden. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesbehandelaar u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. 72

73 Functietoets 2/7: U bent nu in het menu Blinde bolus. Hier kunt u de gewenste bolushoeveelheid instellen. U moet binnen 4 seconden beginnen met het invoeren van een hoeveelheid. Het tijdsverloop wordt weergegeven met bolletjes die grijs worden. Als u niet binnen 4 seconden een bolushoeveelheid instelt, verdwijnt het menu Blinde bolus automatisch. Dit wordt aangegeven met drie korte trillingen. 3/7: Stel nu de gewenste bolushoeveelheid in door voor iedere stap meer de functietoets kort in te drukken. De pomp bevestigt iedere keer dat u op de functietoets drukt met een korte trilling. Afhankelijk van de ingestelde waarde van de bolusverhogingsstap neemt de bolushoeveelheid bij iedere druk op de functietoets toe. De maximale bolushoeveelheid is 30 U. 73

74 4/7: Iedere ingestelde bolushoeveelheid wordt op het scherm weergegeven. Als u de benodigde bolushoeveelheid heeft ingevoerd, wacht dan 4 seconden. Het tijdsverloop wordt weergegeven met bolletjes die grijs worden. 5/7: Dan bevestigt de mylife YpsoPump iedere verhogingsstap met een kort trilsignaal. Als de functietoets lang wordt ingedrukt verdwijnt het menu Blinde bolus automatisch. Dit wordt aangegeven met drie korte trillingen. De functie Blinde bolus is niet beschikbaar in de stopmodus. Zorg dat de pomp zich in de startmodus bevindt. De functie Blinde bolus is niet beschikbaar als er al een bolus is opgestart of als de pomp zich in een waarschuwingsstatus bevindt. Om de functie Blinde bolus te activeren, volgt u de procedure op pagina 60. Om de functie Blinde bolus te activeren, volgt u de procedure op pagina

75 Functietoets 6/7: Na een periode van 4 seconden wordt er een lang trillingssignaal afgegeven. Als u dan de functietoets lang indrukt, wordt de bolustoediening bevestigt. Dit lang indrukken van de functietoets moet binnen 4 seconden na het signaal gebeuren. 7/7: U kunt een actieve bolus op ieder moment annuleren door aan te toetsen. Het annuleringscommando moet wel altijd worden bevestigd met. Door kort indrukken van de functietoets kunt u het menu Blinde bolus eventueel verlaten, zonder bolustoediening. Dit wordt aangegeven met drie korte trillingen. Als bij het invoeren van een bolus de maximale instelbare hoeveelheid wordt bereikt, wordt de programmering van de blinde bolus met drie korte trillingen geannuleerd. 75

76 4.5 Weergave laatste bolus 1/4: Swipe naar rechts op het statusscherm om de laatste toegediende bolus weer te geven. De laatste toegediende bolus kan alleen worden weergegeven als er geen bolus actief is. 2/4: Het icoon van het type bolus wordt aan de linkerkant van het scherm weergegeven, de relevante waarde in het midden van het scherm. De toedieningstijd en de toedieningsdatum worden bovenaan weergegeven tegen een witte achtergrond. Door naar links te swipen kunt u de weergave van de laatste bolus op ieder moment verlaten en terugkeren naar het statusscherm. Als de functie Tijdelijke basaalsnelheid en een verlengde bolus tegelijkertijd actief zijn, kan de laatste bolus niet worden weergegeven. 76

77 3/4: Voorbeeld van een verlengde bolus: als een bolus bij het weergeven van de laatste bolus meerdere informatie-onderdelen bevat, dan worden die onder elkaar weergegeven. 4/4: Voorbeeld van een combinatiebolus: de weergave van de hoeveelheid van de directe dosis wordt met tussenpozen van 2 seconde afgewisseld met de weergave van de verlengingstijd van de verlengde dosis. 77

78 5. Vervangen van de infuusset en patroon 5.1 Reservoir mylife YpsoPump Het mylife YpsoPump Reservoir is alleen bedoeld voor de insulinetoediening met de mylife YpsoPump -insulinepomp. Voor de mylife YpsoPump is een reservoir van 1,6 ml nodig (wat overeenkomt met 160 insuline-eenheden). Gebruik alleen U100-insuline en alleen samen met de mylife YpsoPump Orbit soft- of mylife YpsoPump Orbit micro-infuusset. Om het mylife YpsoPump Reservoir te kunnen gebruiken zijn de volgende onderdelen nodig: Insulineflacon Vulhulp Alcoholdoekje Vulsysteem 78

79 Reservoir van de mylife YpsoPump vullen Het mylife YpsoPump Reservoir is steriel, mits de verpakking niet geopend of beschadigd is. Als de verpakking beschadigd is, gebruik dan een ander reservoir of overleg met uw leverancier. Dit reservoir en de bijbehorende vulhulp zijn bedoeld voor éénmalig gebruik. 1/9: Was goed uw handen. Volg de gebruiksaanwijzing van het mylife YpsoPump Reservoir en de mylife YpsoPump Orbit -infuussets op, in het bijzonder de informatie in het onderdeel Meldingen en waarschuwingen en de verklaring van de symbolen op de verpakking. 79

80 2/9: Reinig de membraan van de insulineflacon met een alcoholdoekje en gooi dit daarna weg. 3/9: Open de verpakking en haal het reservoir met vulsysteem en de vulhulp eruit, zonder de membraan van het reservoir aan te raken. Sluit het smalle uiteinde van de vulhulp aan op het reservoir en trek vulsysteem langzaam naar u toe tot het hele reservoir is gevuld met lucht. 80

81 4/9: Sluit het brede uiteinde van de vulhulp aan op de insulineflacon. 5/9: Injecteer al de lucht langzaam in de insulineflacon. Op die manier kan er gemakkelijker insuline uit de flacon worden getrokken. 81

82 6/9: Draai het reservoir met de erop aangesloten insulineflacon ondersteboven. Trek langzaam insuline in het reservoir. Snelle bewegingen kunnen zorgen voor luchtbellen of schuim in het reservoir. 7/9: Controleer of er luchtbellen in het reservoir zitten. Als er luchtbellen in zitten, tik dan zacht tegen de zijkant van het reservoir om de luchtbellen te laten opstijgen. Duw dan het vulsysteem in om de luchtbellen uit het reservoir te persen. Herhaal deze stap tot zich in het reservoir geen luchtbellen meer bevinden. 82

83 8/9: Als u het reservoir heeft gevuld, draai het vulsysteem dan met de klok mee los. 9/9: Trek de vulhulp zachtjes uit de insulineflacon en uit het reservoir. Voer de vulhulp af volgens de plaatselijke wet- en regelgeving. 83

84 84 Trek het vulsysteem er nooit verder uit dan de 1,6 ml-markering. Als u het vulsysteem er verder uittrekt dan de 1,6 ml-markering, kan hij eruit vallen of kan er lucht in het reservoir komen, waardoor het voorvullen van de pomp niet meer goed mogelijk is. Bovendien is het reservoir mogelijk niet meer steriel. Als u het vulsysteem verder heeft uitgetrokken dan de 1,6 ml-markering, breek het voorvullen dan af, gooi het reservoir weg en vul een nieuw reservoir.

85 Het mylife YpsoPump Reservoir mag alleen worden gebruikt voor vrijwel continue, subcutane toediening van insuline. Gebruik voor het mylife YpsoPump -systeem alleen snelwerkende insuline met een concentratie van U100 (menselijk insuline of insuline lispro). Als u het mylife YpsoPump Reservoir met een ander soort insuline vult, kan dit leiden tot onjuiste dosering van de insuline, waardoor er hypoglykemie of hyperglykemie kunnen optreden. Vervang in dat geval het reservoir en zet de behandeling voort met de juiste soort insuline. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesbehandelaar u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. 85

86 5.2 Loskoppelen van de infuusset De mylife YpsoPump Orbit soft- en mylife YpsoPump Orbit micro-infuussets kunnen worden losgekoppeld, waardoor u de pomp en de infuusset kunt verwijderen om een bad te nemen, te douchen of te sporten. Duw de twee gemarkeerde zijkanten van het kapje in en het slangkapje laat los van de infuusset. 86

87 5.3 Vervangen van de infuusset Gebruik de mylife YpsoPump Orbit soft-infuusset niet langer dan 72 uur. Gebruik de mylife YpsoPump Orbit micro-infuusset niet langer dan 48 uur. Maak de infuusset los zoals beschreven staat in de instructies op pagina 86 en haal dan voorzichtig de pleister van uw lichaam. Gooi de inbrengnaald weg volgens de instructies die u van uw arts of diabetesbehandelaar heeft ontvangen en overeenkomstig de plaatselijke wet- en regelgeving voor het afvoeren van naalden en andere scherpe of puntige voorwerpen. Volg de stappen op pagina 88 op. Zorg ervoor dat de slang is gevuld met insuline zonder luchtbellen, voor u hem opnieuw aansluit. Bij het vervangen van de infuusset kan de pomp in stopmodus of startmodus zijn. Gebruik voor de behandeling met de mylife YpsoPump alleen de mylife YpsoPump Orbit soft- of mylife YpsoPump Orbit micro-infuusset. Alle slangen en canulelengten van deze producten zijn compatibel met de mylife YpsoPump. Als u een infuusset gebruikt die niet door de fabrikant is aangemerkt als compatibel met mylife YpsoPump, kan dit leiden tot onjuiste dosering van de insuline, waardoor er hypoglykemie of hyperglykemie kunnen optreden. Als dat het geval is, gebruik dan een andere infuusset. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesbehandelaar u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. 87

88 5.4 Vervangen van het patroon Verwijderen van het patroon 1/3: Verwijder eerst het slangkapje van de canulebasis, conform de instructies. 2/3: Maak de infuusset los door de adapter op de mylife YpsoPump tegen de klok in te draaien tot hij stopt. 3/3: Verwijder het lege patroon uit de mylife YpsoPump en voer hem af volgens de nationale wet- en regelgeving op milieugebied. 88

89 Gebruik nooit gereedschappen of instrumenten om het patroon of de infuusset te verwijderen. Dergelijke voorwerpen kunnen de aandrijving of de behuizing van de mylife YpsoPump beschadigen, waardoor die niet meer goed te bedienen is. Als de pomp beschadigd is kan niet worden gegarandeerd dat de insuline correct wordt toegediend. Zorg dat de toediening van insuline zo verloopt als door uw arts of diabetesbehandelaar wordt aanbevolen en raadpleeg de afdeling klantenservice. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesbehandelaar u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. Gevaar van verslikken: zorg dat het patroon buiten bereik van jonge kinderen blijft. 89

90 Plaatsen van een insulinepatroon Gebruik voor de mylife YpsoPump alleen een zelf gevulde patroon van 1,6 ml (mylife YpsoPump Reservoir) of voorgevulde patroon van 1,6 ml (NovoRapid PumpCart ) die compatibel zijn met de mylife YpsoPump. 1/9: Koppel altijd eerst de infuusset los van uw lichaam. Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Vervangen patroon en huidig niveau patroon aan. 2/9: Bevestig door aan te toetsen. De mylife YpsoPump trilt kort. 90

91 Gebruik voor behandelingen met de mylife YpsoPump alleen snelwerkende insuline met een concentratie van U100 (menselijk insuline of insuline lispro). Als u een ander soort insuline gebruikt, kan dit leiden tot onjuiste dosering van de insuline, waardoor er hypoglykemie of hyperglykemie kan optreden. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesvoorlichter u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. Als u het patroon vervangt en de slang voorvult, moet de infuusset altijd losgekoppeld worden van uw lichaam. Als u de infuusset bij deze handeling niet loskoppelt, kan dit leiden tot onjuiste dosering van de insuline, waardoor er hypoglykemie of hyperglykemie kunnen optreden. Stop de voorvulprocedure en koppel de infuusset los van uw lichaam. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesbehandelaar u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. 91

92 3/9: De aandrijfstang draait terug en het percentage wordt verminderd tot 0 %. Dan wordt er een zelftest uitgevoerd. (zie beschrijving op pagina 34). 4/9: Houd de mylife YpsoPump rechtop met de opening van de patroonhouder naar boven. Plaats een zelf gevulde of voorgevulde patroon van 1,6 ml. 5/9: Plaats de adapter rechtop op de geplaatste patroon. Draai de adapter met de klok mee om hem te vergrendelen. U hoort een zachte klik en/of voelt een duidelijke mechanische stop. 92

93 Observeer de hele voorvulprocedure continu, tot de slang van de infuusset is gevuld zonder dat er luchtbellen in voorkomen. Als er nog luchtbellen in de slang of de adapter voorkomen, herhaal dan de voorvulprocedure. Luchtbellen kunnen leiden tot onjuiste dosering van de insuline, waardoor er hypoglykemie of hyperglykemie kan optreden. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesvoorlichter u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. De functie Voorvullen infuusset mag nooit worden gebruikt voor het toedienen van een bolus het enige doel van deze functie is het voorvullen van de infuusset zonder luchtbellen. Misbruik van de functie Infuusset voorvullen kan leiden tot onjuiste dosering van de insuline, waardoor er hypoglykemie of hyperglykemie kan optreden. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesvoorlichter u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. 93

94 94 Plaats het nieuwe patroon niet voordat de aandrijfstang compleet is teruggedraaid en de mylife YpsoPump de zelftest met succes heeft afgerond. Als u de patroon plaatst terwijl de aandrijfstang nog terugdraait, geeft de pomp mogelijk de boodschap Aandrijfstang nog niet compleet teruggedraaid. Herhaal in dat geval het vervangen van het patroon.

95 Gebruik voor de mylife YpsoPump alleen zelf gevulde patronen van 1,6 ml (mylife YpsoPump Reservoir) of voorgevulde patronen van 1,6 ml (NovoRapid PumpCart ) die compatibel zijn met de mylife YpsoPump. Als u andere patronen gebruikt die niet door de fabrikant zijn aangemerkt als compatibel met mylife Ypso- Pump, kan dit leiden tot onjuiste dosering van de insuline, waardoor er hypoglykemie of hyperglykemie kan optreden. Vervang in dat geval het patroon. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesvoorlichter u heeft aan bevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesvoorlichter. 95

96 Infuusset voorvullen 6/9: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Infuusset voorvullen aan. 7/9: Het scherm voor het instellen van de voorvulhoeveelheid verschijnt. Selecteer voor het voorvullen een hoeveelheid die past bij uw infuusset, tussen de 1,0 U en 30,0 U. Bevestig met. De mylife YpsoPump trilt kort, de aandrijfstang beweegt zich in de richting van het patroon en de infuusset wordt gevuld met de ingestelde hoeveelheid insuline. Houd daarbij de pomp rechtop, met de adapter aan de bovenkant. Kijk voor de juiste hoeveelheden die nodig zijn voor de voorvulprocedure in de gebruiksaanwijzing van de relevante mylife YpsoPump Orbit -infuusset. De daar vermelde hoeveelheid is alleen een richtlijn. Het is belangrijk om het systeem voor te vullen zonder luchtbellen en om te zorgen dat er insuline aan het uiteinde van de slang verschijnt. Het kan gebeuren dat er meer insuline moet worden gedoseerd dan de aanvankelijk ingesteld voorvulhoeveelheid. 96

97 8/9: Tik tijdens de voorvulprocedure zacht met de pomp op uw open handpalm om luchtbellen uit de infuusset te verwijderen. Op het scherm wordt de gedoseerde voorvulhoeveelheid geteld tot de ingestelde waarde bereikt is. U kunt de voorvulprocedure op ieder moment annuleren door aan te toetsen. Als de functie Tijdelijke basaalsnelheid geactiveerd is of als er een bolus actief is, is de functie Infuusset voorvullen niet beschikbaar. De functie Infuusset voorvullen kan ook niet worden uitgevoerd als het patroon leeg is. 97

98 9/9: Herhaal de voorvulprocedure met de benodigde voorvulhoeveelheid tot er zich geen luchtbellen meer in de slang, de adapter of in het patroon bevinden en tot er insuline aan het uiteinde van de slang van de infuusset komt. Sluit het slangkapje aan op de canulebasis van de infuusset, zoals beschreven staat in de gebruiksaanwijzing van de relevante mylife YpsoPump Orbit -infuusset. 98

99 Aansluiten van de infuusset op uw lichaam Als er insuline aan het uiteinde van de slang van de infuusset komt en er zich geen luchtbellen meer in het patroon, de adapter of de infuusset bevinden, kunt u de infuusset op uw lichaam aansluiten. 1/12: Was goed uw handen. Deze verkorte instructies dienen als aanbeveling. Raadpleeg voor uitgebreide informatie, opmerkingen en meldingen de gebruiksaanwijzing van de relevante mylife YpsoPump Orbit -infuusset (mylife Ypso- Pump Orbit soft of mylife YpsoPump Orbit micro). 99

100 2/12: Reinig en desinfecteer de toedieningsplaats met een reinigingsdoekjes met isopropylalcohol (70 %). Zorg ervoor dat er geen haren op de toedieningsplaats voorkomen en dat hij helemaal droog is voor u verder gaat. 3/12: Trek voorzichtig de beschermfolie van de pleister. Raak de zelfklevende folie daarbij niet aan. Gebruik alleen reinigingsdoekjes met isopropylalcohol (70 %). Isopropylalcohol (70 %) activeert op lichaamstemperatuur het hechtmiddel in de pleister en zorgt voor een optimale hechting. Andere soorten reinigingsdoekjes kunnen maken dat de pleister vroegtijdig loslaat. 100

101 4/12: Verwijder voorzichtig de dop van de canule. 5/12: Stabiliseer de toedieningsplaats en breng de canule in een hoek van 90 in of gebruik als alternatief de bijbehorende inbrenghulp van de infuusset. 101

102 6/12: Druk de pleister gedurende 15 seconden op de huid voor een optimale hechting. 7/12: Druk de pleister met één hand op het huidoppervlak en pak met twee vingers van uw andere hand het inbrengkapje vast. 102

103 8/12: Verwijder voorzichtig de inbrengnaald (alleen noodzakelijk bij de mylife YpsoPump Orbit soft) door de twee buitenste vleugels van het inbrengkapje in te drukken en het inbrengkapje van de plaats van toediening af te trekken. 9/12: Dek de verwijderde inbrengnaald af met de blauwe beschermdop en doe hem in een naaldencontainer. De mylife YpsoPump Orbit micro heeft een stalen canule die zonder extra inbrengnaald kan worden aangebracht. Gebruik voor een gemakkelijkere doordringing van de huid bij gebruik van de mylife YpsoPump Orbit soft- en mylife YpsoPump Orbit micro-infuusset de mylife Orbit -inbrenghulp. 103

104 10/12: Bevestig het slangkapje op de basis van de infuusset. 11/12: Zorg dat hij op zijn plaats vastklikt. 104

105 12/12: Draai de slang een hele slag met de klok mee en een hele slag tegen de klok in om te zorgen dat het slangkapje goed op zijn plaats zit. 105

106 6 Gegevens 6.1 Therapiegegevens In het menu Gegevens kunt u de opgeslagen gebeurtenissen inzien en gegevens laten overzetten naar een uitleesprogramma. De mylife YpsoPump heeft een gegevensbackup die normaliter minimaal 3 maanden omvat. Er wordt verschil gemaakt tussen de Therapiegegevens (500 gebeurtenissen) en de Waarschuwingenhistorie (100 gebeurtenissen). In de therapiegegevens zijn alle gebeurtenissen opgeslagen die verband houden met de behandeling, zoals bolus toedieningen, de voorvulprocedure of veranderingen in de basaalsnelheden. In de waarschuwingenhistorie staan al de waarschuwingen die hebben plaatsgevonden. Als het aantal gebeurtenissen het maximum te boven gaat, worden de oudste gebeurtenissen overschreven. 1/6: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Gegevens aan. 106

107 2/6: Toets het icoon Therapiegegevens aan. 3/6: Voor iedere gebeurtenis worden de tijd van de dag en de datum in omgekeerde kleurstelling weergegeven. Daardoor kunt u een dergelijke gebeurtenis onderscheiden van een huidige weergave. Het icoon van de gebeurtenis wordt aan de linkerkant van het scherm weergegeven, de relevante waarde in het midden van het scherm. U kunt de therapiegegevens op elk moment verlaten door naar rechts te swipen. Alle mogelijke gebeurtenissen staan opgesomd in de tabel op pagina 110. In de therapiegegevens zijn nog lopende functies gemarkeerd met een driehoekssymbool onder het icoon. 107

108 Voorbeeld: combinatiebolus Met tussenpozen van 2 seconden worden drie schermen getoond, elk met verschillende informatie: 4/6: Weergave van de totale bolushoeveelheid 5/6: Weergave van de directe dosis 108

109 6/6: Weergave van de verlengde dosis en de verlengingsduur. Vergeet niet om regelmatig een backup te maken van uw gegevens, om geen gebeurtenissen kwijt te raken. 109

110 Mogelijke gebeurtenissen in therapiegegevens Standaardbolus of blinde bolus Verlengde bolus Overschakelen van basaalsnelheidsprofiel B naar basaalsnelheidsprofiel A Totale hoeveelheid insuline per dag (basaal en bolus) Combinatiebolus Functie Tijdelijke basaalsnelheid Bolusverhogingsstap gewijzigd Uurwaarde van basaalsnelheidsprofiel A gewijzigd (1 gebeurtenis voor elke gewijzigde uurwaarde) Uurwaarde van basaalsnelheidsprofiel B gewijzigd (1 gebeurtenis voor elke gewijzigde uurwaarde) Overschakelen van basaalsnelheidsprofiel A naar basaalsnelheidsprofiel B Pomp is gestart Pomp is gestopt Aandrijfstang teruggedraaid Voorvulprocedure 110

111 Datum gewijzigd Tijd van de dag gewijzigd Batterij verwijderd 111

112 6.2 Waarschuwings geschiedenis 1/3: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Gegevens aan. 2/3: Toets het icoon Waar schuwings geschiedenis aan. 3/3: Voor iedere gebeurtenis worden de tijd van de dag en de datum in omgekeerde kleurstelling weergegeven. Daardoor kunt u een dergelijke gebeurtenis onderscheiden van een huidige weergave. Het icoon van de gebeurtenis wordt aan de linkerkant van het scherm weergegeven. U kunt de waar - schuwings geschiedenis op elk moment verlaten door naar rechts te swipen. Alle mogelijke gebeurtenissen staan opgesomd in de tabel op pagina

113 Mogelijke gebeurtenissen in de waarschuwings geschiedenis Batterij verwijderd Automatische stop Batterij leeg Elektronische fout Batterij niet geschikt Opladen interne oplaadbare batterij Occlusie Geen insuline Patroon leeg 113

114 6.3 Gegevensoverdracht 1/3: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Gegevens aan. 2/3: Toets het icoon Gegevensoverdracht aan. 3/3: Voer de gegevensoverdracht uit conform de gebruiksaanwijzing van het uitleesprogramma van de mylife YpsoPump. 114

115 7 Functies en instellingen 7.1 Wijzigen van de tijd van de dag 1/3: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Instellingen aan. 2/3: Toets het icoon voor Tijd van de dag aan. 3/3: Stel de huidige tijd van de dag in met en de mylife YpsoPump trilt kort. De ingestelde tijd van de dag wordt opgenomen in de therapieinstelingen. Let bij het instellen van de tijd van de dag goed op. Als er een verkeerde tijd van de dag is ingesteld, kunnen de tijdstippen van het basaalsnelheidsprofiel gaan verschuiven. Pas uw instellingen alleen aan na overleg met uw arts of diabetesbehandelaar. Verkeerd programmeren van de pomp kan leiden tot onjuiste dosering van de insuline, waardoor er hypoglykemie of hyperglykemie kunnen optreden. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesbehandelaar u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. 115

116 7.2 Wijzigen van de datum 1/3: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Instellingen aan. 2/3: Toets het icoon voor Datum aan. 3/3: Stel de huidige datum in (dag, maand, jaar). Bevestig uw instelling met. Gebruik uw eigen therapieparameters. De hier getoonde waarden zijn slechts voorbeelden! U kunt de tijd van de dag en de datum elk moment aanpassen in het instellingenmenu. Als u een onmogelijke datum invult (bijv ) blijft het bevestigingsicoon inactief (grijs) en kunt u de datum niet bevestigen. 116

117 7.3 Het scherm 180 draaien Bij de mylife YpsoPump kunt u het scherm 180 draaien. 1/3: Roep het hoofdmenu op en toets het icoon Instellingen aan. 2/3: Swipe naar links en klik het icoon Schermrotatie aan. 117

118 3/3: Bevestig met. De mylife YpsoPump trilt kort en het scherm draait

119 7.4 Voorbereiden voor bewaren Als u de mylife YpsoPump gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijder dan de alkalinebatterij uit de pomp om schade als gevolg van een lekkende batterij te voorkomen. Op die manier wordt de pomp in de bewaarstand gezet. In de bewaarstand blijven de instellingen gedurende 360 maanden behouden (basaalsnelheid, bolusverhogingsstap, etc.). Na opnieuw opstarten hoeft u alleen de tijd van de dag en de datum opnieuw in te stellen. Daarna bevindt de pomp zich in de stopmodus. Om de pomp weer in gebruik te nemen moet de aandrijfstang terugdraaien en daarna moet de pomp worden voorgevuld. Volg de procedure op pagina 32. 1/2: Zet de mylife YpsoPump in de stopmodus (zie pagina 28). Verwijder het patroon en de infuusset volgens de procedure op pagina 86. 2/2: Open de batterijdop en verwijder de batterij uit de batterijhouder. Sluit de batterijdop en bewaar de mylife YpsoPump op een veilige plaats. 119

120 7.5 Interne oplaadbare batterij De mylife YpsoPump heeft een interne oplaadbare batterij die wordt opgeladen door de geplaatste alkalinebatterij. Als de alkalinebatterij wordt verwijderd, werken alle functies nog. Als in de startmodus niet binnen 5 minuten een nieuwe batterij wordt geplaatst, dan wordt de waarschuwing Batterij verwijderd weergegeven. In de stopmodus gaat de pomp 5 minuten na het verwijderen van de batterij in de bewaarstand. Als de alkalinebatterij wordt verwijderd, verschijnt het batterijplaatsingsscherm: Volg voor het vervangen van de alkalinebatterij de instructies op pagina

121 7.6 Vervangen van de batterij 1/5: Als de melding Batterij bijna leeg verschijnt, kan de pomp nog minimaal twee dagen worden gebruikt. Vervang de batterij zo snel mogelijk. 2/5: Open de batterijdop door hem met behulp van een munt in de groef tegen de klok in open te draaien. Verwijder de lege batterij uit de batterijhouder en voer hem af volgens de nationale wet- en regelgeving op milieugebied. Als de batterijhouder meer dan 15 minuten open is geweest, wordt er een waarschuwingssignaal afgegeven en na een zelftest moet u de tijd van de dag, de datum en de bolusverhogingsstap opnieuw instellen. Als de batterijhouder meer dan 5 minuten open blijft en de mylife YpsoPump zich in de stopmodus bevindt, wordt de pomp automatisch in de bewaarstand gezet. Let er op dat u bij het vervangen van de alkalinebatterij de batterijdop niet kwijtraakt. Gevaar van verslikken: zorg dat de batterij en de batterijdop buiten bereik van jonge kinderen blijven. 121

122 3/5: Op het statusscherm verschijnt de plaatsingsrichting van de AAA-batterij. Als in de startmodus niet binnen 5 minuten een nieuwe batterij wordt geplaatst, dan treedt er een waarschuwing in werking. 4/5: Plaats een nieuwe AAA-alkalinebatterij (LR03). Zorg dat de minpool van de batterij eerst wordt geplaatst. Op de achterkant van de pomp is afgebeeld hoe u de batterij moet aanbrengen. Controleer bij het vervangen van de alkalinebatterij de batterijhouder, de batterij zelf en de batterijdop op beschadigingen. Als er sprake is van schade (bijv. een lekkende batterij), neem dan contact op met de afdeling klantenservice. 122

123 5/5: Sluit de batterijdop door hem met behulp van een munt in de groef met de klok mee dicht te draaien tot hij stopt. Als de batterij is geplaatst, verschijnt eerst het mylife-symbool en daarna het statusscherm of het welkomstscherm. Dit laatste gebeurt als de batterij is verwijderd tijdens het terugdraaien van de aandrijfstang of tijdens een zelftest na opstarten vanuit de bewaarstand. Vervang de batterijdop om de drie maanden om slijtageverschijnselen te voorkomen. 123

124 Als u de batterij verwijdert terwijl u in het hoofdmenu of een submenu bent, worden alle huidige instellingen gewist en verschijnt het batterijplaatsingsscherm. Na het verwijderen van de batterij worden eerst de volgende functies afgerond en daarna verschijnt het batterijplaatsingsscherm: terugdraaien van de aandrijfstang lopende voorvulprocedure lopende standaardbolus lopende directe dosis van de combinatiebolus lopende blinde bolus Als u de batterij verwijdert tijdens een van de volgende functies, verschijnt het batterijplaatsingsscherm en loopt de functie op de achtergrond door: toediening basaalsnelheid lopende functie tijdelijke basaalsnelheid lopende verlengde bolus lopende verlengde dosis van de combinatiebolus 124

125 Gebruik alleen AAA-alkalinebatterijen (LR03) Zorg dat de batterij niet beschadigd is. Anders zou er kortsluiting kunnen optreden. Bij gebruik van een ander type batterij (bijv. een lithiumbatterij of een oplaadbare NiMH-batterij) of bij gebruik van een beschadigde batterij kan niet worden gegarandeerd dat de pomp goed in gebruik kan worden genomen of goed zal werken en de waarschuwingen die voorafgaan aan het waarschuwingssignaal Batterij leeg (p. 145) kunnen niet worden aangehouden als een batterij leeg is. Dit kan leiden tot het mislukken van de vooraf ingestelde toedieningen van de insuline, waardoor er hyperglykemie kan optreden. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesbehandelaar u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. Als de interne oplaadbare batterij sterk wordt belast, dan kan hij leegraken. In dat geval verschijnt de waarschuwing Interne oplaadbare batterij opladen. De interne oplaadbare batterij wordt opgeladen door de geplaatste alkalinebatterij en dat wordt weergegeven met pijltjes die rond een zandloper cirkelen. Het opladen kan 20 minuten in beslag nemen. Een waarschuwing breekt elke actieve bolusfunctie of tijdelijke basaalsnelheidsfunctie af. 125

126 8 Problemen oplossen 8.1 Incidenten Luchtbellen in het patroon of in de infuusset Pomp is gevallen Controleer uw bloedglucosespiegel. Koppel de infuusset los van uw lichaam en vul hem voor zonder luchtbellen, volgens de procedure op pagina 96. Controleer uw bloedglucosespiegel. Zet de pomp in de stopmodus. Koppel de infuusset los van uw lichaam. Verwijder het patroon en de infuusset en vervang beide. De pomp (en het patroon) kunnen onopvallende microbarstjes hebben gekregen die niet met het menselijk ook zichtbaar zijn, maar wel invloed kunnen hebben op de juiste toediening. Controleer de buitenkant van de pomp op barsten en andere schade. Let goed op bij de zelftest na het terugdraaien van de aandrijfstang na het vervangen van de patroon. Als de pomp geen dui delijke schade heeft geleden, kunt u verder gaan met de pomptherapie. Controleer altijd regelmatig uw bloedglucosespiegel. Als de pomp beschadigd is, neem dan contact op met de afdeling klantenservice. 126

127 Insuline in de patroonhouder Water in de patroonhouder Water in de batterijhouder Controleer uw bloedglucosespiegel. Zet de pomp in de stopmodus. Koppel de infuusset los van uw lichaam. Verwijder het patroon uit de patroonhouder en controleer hem op barstjes en andere schade. Vervang het patroon indien nodig en reinig de patroonhouder met een vochtig katoenen doekje. Droog de patroonhouder daarna met een droog katoenen doekje. Als de pomp geen duidelijke schade heeft geleden, kunt u verder gaan met de pomptherapie neem anders contact op met de afdeling klantenservice. Controleer uw bloedglucosespiegel. Zet de pomp in de stopmodus. Koppel de infuusset los van uw lichaam. Verwijder het patroon uit de patroonhouder. Droog de patroonhouder daarna met een droog katoenen doekje. Als de pomp geen duidelijke schade heeft geleden, kunt u verder gaan met de pomptherapie neem anders contact op met de afdeling klantenservice. Controleer uw bloedglucosespiegel. Koppel de infuusset los van uw lichaam. Verwijder de batterij uit de batterijhouder. Droog de batterijhouder daarna met een droog katoenen doekje. Als de pomp geen duidelijke schade heeft geleden, kunt u verder gaan met de pomptherapie neem anders contact op met de afdeling klantenservice. 127

128 Verstopping van infuusset (occlusie) Vuil in de patroonhouder Vuil aan het oppervlak Controleer uw bloedglucosespiegel en koppel de infuusset los van uw lichaam. Hef de occlusie op in overeenstemming met de procedure op pagina 148. Zet de pomp in de stopmodus. Koppel de infuusset los van uw lichaam. Verwijder het patroon uit de patroonhouder. Verwijder het vuil (kruimels, zandkorrels, stofdeeltjes, etc.) uit de patroonhouder door met de pomp zachtjes op uw handpalm te tikken (met de opening van de patroonhouder richting uw handpalm). Sla met de pomp nooit op een harde ondergrond (tafel, keukenwerkblad, wastafel, etc.) Reinig de patroonhouder daarna met een vochtig katoenen doekje. Droog de patroonhouder daarna met een droog katoenen doekje. Als de pomp geen duidelijke schade heeft geleden, kunt u verder gaan met de pomptherapie neem anders contact op met de afdeling klantenservice. Reinig de pomp met een vochtig katoenen doekje. Droog het oppervlak daarna met een droog katoenen doekje. Als het niet lukt om het vuil op die manier weg te krijgen, reinig het oppervlak dan met een klein beetje normaal afwasmiddel en een vochtig katoenen doekje. Gebruik voor het reinigen van de pomp nooit scherpe voorwerpen (mes, schroevendraaier, staalwol etc.), chemische middelen, oplosmiddelen of sterke reinigingsmiddelen. Als het vuil hardnekkig is, neem dan contact op met de afdeling klantenservice. 128

129 Het icoon Bolus is niet beschikbaar (grijs weergegeven) Het icoon Patroon vervangen is niet beschikbaar (grijs weergegeven) Het icoon Infuusset voorvullen is niet beschikbaar (grijs weergegeven) De functie Blinde bolus is niet beschikbaar Zorg dat de mylife YpsoPump in de startmodus staat, want de functie Bolus is niet beschikbaar in de stopmodus. Als er een verlengde bolus of combinatiebolus actief is, is de bolusfunctie niet beschikbaar. Ook kan de bolusfunctie niet worden uitgevoerd als de patroon leeg is. De bolusfunctie kan niet worden uitgevoerd als de aandrijfstang is teruggedraaid zonder voorvullen vooraf, of als het voorvullen niet goed is afgerond. Als de functie Tijdelijke basaalsnelheid is geactiveerd en/of als er een verlengde bolus of combinatiebolus actief is, is de functie Patroon vervangen niet beschikbaar. Als de functie Tijdelijke basaalsnelheid is geactiveerd en/of als er een verlengde bolus of combinatiebolus actief is, is de functie Infuusset voorvullen niet beschikbaar. De functie Infuusset voorvullen kan ook niet worden uitgevoerd als de patroon leeg is. De voorvulfunctie kan niet worden uitgevoerd als het terugdraaien van de aandrijfstang niet goed is afgerond. Zorg ervoor dat de functie Blinde bolus is geactiveerd en de pomp zich in startmodus bevindt. De functie Blinde bolus is niet beschikbaar in de stopmodus. Als er een verlengde bolus of combinatiebolus actief is of als het patroon leeg is, is de bolusfunctie ook niet beschikbaar. De functie Blinde bolus kan niet worden uitgevoerd als de aandrijfstang is teruggedraaid zonder voorvullen vooraf, of als het voorvullen niet goed is afgerond. 129

130 Het icoon Wijzigen van basaalsnelheidsprofiel is niet beschikbaar Het icoon Basaalsnelheidsprofiel A is niet beschikbaar Het icoon Basaalsnelheidsprofiel B is niet beschikbaar Als de functie Tijdelijke basaalsnelheid geactiveerd is, is de functie Wijzigen van basaalsnelheidsprofiel niet beschikbaar. Als de functie Tijdelijke basaalsnelheid geactiveerd is, is de functie Basaalsnelheidsprofiel A niet beschikbaar. Als de functie Tijdelijke basaalsnelheid geactiveerd is, is de functie Basaalsnelheidsprofiel B niet beschikbaar. 130

131 8.2 Weergegeven meldingen De mylife YpsoPump is voorzien van een veiligheidssysteem dat continu alle functies bewaakt. Als er sprake is van een afwijking van de gedefinieerde gebruiksstatus, geeft de pomp een melding of een waarschuwingssignaal af, afhankelijk van de situatie. U vindt een omschrijving van de waarschuwingen op pagina 141 (weergegeven meldingen worden niet in de waarschuwingenhistorie opgeslagen). Hieronder staan alle weergegeven meldingen. De meldingen zijn geordend op grond van prioriteit. Dit betekent: De melding Patroon bijna leeg verschijnt altijd met prioriteit voor alle andere onderstaande meldingen als er sprake is van meerdere gebeurtenissen tegelijkertijd. De melding Batterij bijna leeg verschijnt altijd met prioriteit voor alle andere onderstaande meldingen, tenzij er tegelijkertijd ook sprake is van een melding Patroon bijna leeg etc. Waarschuwingen hebben altijd prioriteit boven meldingen. De weergegeven meldingen zijn meestal voelbaar en hoorbaar en worden in 4 stappen intenser. Het intensiteitsniveau neemt toe met tussenpozen van 30 minuten. Meldingen verschijnen op het statusscherm en moeten worden bevestigd. Voor dit doel kan het scherm worden ingeschakeld met de functietoets. De meldingen zorgen niet dat de insulinetoediening wordt stopgezet. Als alle meldingen zijn bevestigd, verschijnt opnieuw het originele statusscherm. 131

132 Patroon bijna leeg De melding Patroon bijna leeg wordt geactiveerd als de geprogrammeerde basaalsnelheid (inclusief de functie Tijdelijke basaalsnelheid ) voor de komende 12 uur en de resterende hoeveelheid van een lopende bolus groter of gelijk is aan de resterende inhoud van de patroon. Bevestig met en vervang de patroon zo snel mogelijk, in overeenstemming met de procedure op pagina 88. De melding Patroon bijna leeg leidt uiteindelijk tot de waarschuwing Patroon leeg als de patroon niet in de tussentijd wordt vervangen. Gebruik voor de mylife YpsoPump alleen zelf gevulde patronen van 1,6 ml (mylife YpsoPump Reservoir) of voorgevulde patronen van 1,6 ml (NovoRapid PumpCart ) die compatibel zijn met de mylife YpsoPump. Als u een ander soort patroon gebruikt, kan dit leiden tot onjuiste dosering van de insuline. Vervang in dat geval het patroon. Als u vermoedt dat u lijdt aan hypoglykemie of hyperglykemie, controleer uw bloedglucosespiegel dan de volgende uren regelmatiger, zoals uw arts of diabetesbehandelaar u heeft aanbevolen, en pas de instellingen voor insulinetoediening aan de gewijzigde omstandigheden aan. Als u onzeker bent wat te doen, neem dan direct contact op met uw arts of diabetesbehandelaar. 132

133 Batterij bijna leeg Als de melding Batterij bijna leeg verschijnt, kan de mylife YpsoPump nog minimaal twee dagen worden gebruikt. Bevestig met en plaats zo snel mogelijk een nieuwe AAA-alkalinebatterij (LR03) Volg de procedure op pagina 32. Als u de melding heeft bevestigd, ziet u op het statusscherm dat uw batterij bijna leeg is. De melding Batterij bijna leeg leidt uiteindelijk tot de waarschuwing Batterij leeg als de batterij niet in de tussentijd wordt vervangen. 133

134 Aandrijfstang nog niet helemaal teruggedraaid De melding Aandrijfstang nog niet helemaal teruggedraaid verschijnt als het terugdraaien van de aandrijfstang niet goed is afgerond. De melding kan het gevolg zijn van vuil (zand, ingedroogde insuline, etc.) in de patroonhouder of van een algehele fout in de mechanische aandrijving. Deze fout kan ook worden opgeroepen door aanraking van de aandrijfstang tijdens het terugdraaien. Bevestig met en herhaal het terugdraaien van de aandrijfstang. Zorg dat het patroon vooraf uit de patroonhouder is verwijderd en dat er zich geen vuil in de patroonhouder bevindt raak de aandrijfstang niet aan met voorwerpen. U vindt meer informatie over het terugdraaien van de aandrijfstang op pagina

135 Voorvullen nog niet afgesloten De melding Voorvullen nog niet afgesloten verschijnt als: de aandrijving heeft de volledige lengte (patroon leeg) zonder dat er een vulsysteem is gedetecteerd. de voorvulprocedure is tijdens het detecteren van het vulsysteem geannuleerd door de gebruiker. de voorvulprocedure is geannuleerd op grond van een waarschuwing. de kracht op het vulsysteem neemt tijdens het voorvullen af, bijvoorbeeld het patroon is verwijderd of doordat het verkeerde patroon geïnstalleerd is. Bevestig met en herhaal het voorvullen. Zorg dat het patroon op de juiste manier is geplaatst en dat de adapter op de juiste manier is aangesloten op de pomp. Volg de procedure op pagina

136 Vervallen van de garantie De melding Vervallen van de garantie verschijnt als de garantieperiode van 4 jaar op de mylife YpsoPump is verstreken. Nadat deze melding voor het eerst is verschenen, komt hij periodiek terug, eens per 14 dagen. Bevestig met en neem dan contact op met de afdeling klantenservice. Aangezien u na 4 jaar geen garantie meer heeft op uw pomp, bespreekt de medewerker van de afdeling klantenservice welke vervangingsmogelijkheden er zijn. 136

137 Einde bolus De melding Einde bolus verschijnt als een bolus vroegtijdig is afgebroken. Vroegtijdig afbreken gebeurt als er sprake is van een waarschuwing of als de pomp in de stopmodus wordt gezet. Bevestig met. Als een lopende bolus vroegtijdig wordt afgebroken, kunt u de daadwerkelijke tijdsduur en de toegediende hoeveelheid insuline opzoeken bij de therapiegegevens. Als u de bolus wilt voortzetten, moet u hem herprogrammeren. Volg de procedure op pagina

138 Functie Tijdelijke basaalsnelheid afgerond De melding Functie tijdelijke basaalsnelheid afgerond verschijnt als de tijdelijke basaalsnelheid is afgelopen of vroegtijdig is afgesloten. Vroegtijdig afbreken gebeurt als er sprake is van een waarschuwing of als de pomp in de stopmodus wordt gezet. Bevestig met. Als uw tijdelijke basaalsnelheid vroegtijdig wordt afgebroken, kunt u de daadwerkelijke tijdsduur en het percentage opzoeken bij de therapiegegevens. Als u de tijdelijke basaalsnelheid wilt voortzetten, moet u hem herprogrammeren. Volg de procedure op pagina

139 Pomp is gestopt De melding Pomp is gestopt verschijnt als de pomp meer dan een uur in de stopmodus staat. Bevestig met. De melding verschijnt niet langer, tenzij de pomp weer in de startmodus wordt gezet en dan terugkeert naar de stopmodus. Volg voor het herstarten van de pomp de volgende stappen op pagina 26 op. Door de functietoets lang ingedrukt te houden in de stopmodus, kan de melding Pomp is gestopt vroegtijdig worden opgeroepen en verschijnt daarna niet meer. 139

Systeemtraining mylife YpsoPump

Systeemtraining mylife YpsoPump Systeemtraining mylife YpsoPump Meer vrijheid. Meer vertrouwen. Met mylife. YPU_TRA_SystemTraining_NL-nl.indd 06.06.6 3:7 YPU_TRA_SystemTraining_NL-nl.indd 06.06.6 3:7 Inhoud Leerdoelen 4 mylife YpsoPump

Nadere informatie

Kies voor eenvoud. mylife YpsoPump het intuïtieve insulinepompsysteem. Compatibel met voorgevulde insulinepatroon van Novo Nordisk

Kies voor eenvoud. mylife YpsoPump het intuïtieve insulinepompsysteem. Compatibel met voorgevulde insulinepatroon van Novo Nordisk Kies voor eenvoud. Compatibel met voorgevulde insulinepatroon van Novo Nordisk mylife YpsoPump het intuïtieve insulinepompsysteem. mylife YpsoPump de kleine insulinepomp met een touchscreen Voorgevulde

Nadere informatie

Aviva Combo BLOEDGLUCOSEMETER. Uitgebreide Gebruiksaanwijzing

Aviva Combo BLOEDGLUCOSEMETER. Uitgebreide Gebruiksaanwijzing Aviva Combo BLOEDGLUCOSEMETER Uitgebreide Gebruiksaanwijzing 42965_adv.indb 2 3/17/09 4:37:38 PM 42965_adv.indb 3 3/17/09 4:37:38 PM Aan het Accu-Chek Aviva Combo-systeem, met inbegrip van de meter, de

Nadere informatie

Handleiding voor verzorgers Belangrijke informatie over mylife OmniPod.

Handleiding voor verzorgers Belangrijke informatie over mylife OmniPod. Handleiding voor verzorgers Belangrijke informatie over mylife OmniPod. Meer vrijheid. Meer vertrouwen. Met mylife. Kennismaking met het mylife OmniPod - insulinemanagementsysteem Belangrijke contactinformatie

Nadere informatie

Pomp-app Veelgestelde vragen

Pomp-app Veelgestelde vragen Pomp-app Veelgestelde vragen De volgende secties leiden u door de verschillende schermen van de app, waaronder het scherm Pompstatus. Opmerking: De app verzendt en ontvangt alleen gegevens wanneer de app

Nadere informatie

1. Werking en gebruik van ESN

1. Werking en gebruik van ESN 1. Werking en gebruik van ESN Info over ESN (ECLIPSE Security Network) Dit product is voorzien van ESN (ECLIPSE Security Network). Wanneer de accu van het voertuig wordt losgekoppeld en weer wordt aangesloten,

Nadere informatie

InteGra Gebruikershandleiding 1

InteGra Gebruikershandleiding 1 InteGra Gebruikershandleiding 1 Algemeen Met dank voor de keuze van dit product aangeboden door SATEL. Hoge kwaliteit en vele functies met een simpele bediening zijn de voordelen van deze inbraak alarmcentrale.

Nadere informatie

Aviva Combo. Aviva Combo. Uitgebreide gebruiksaanwijzing BLOEDGLUCOSEMETER

Aviva Combo. Aviva Combo. Uitgebreide gebruiksaanwijzing BLOEDGLUCOSEMETER Aviva Combo 2012 Roche Diagnostics. Roche Diagnostics GmbH Sandhofer Strasse 116 68305 Mannheim, Germany www.accu-chek.com ACCU-CHEK, ACCU-CHEK AVIVA, ACCU-CHEK AVIVA COMBO en ACCU-CHEK SPIRIT COMBO zijn

Nadere informatie

Waarschuwingen. Het onderstaande symbool geeft belangrijke of nuttige informatie aan die u in gedachte dient te houden.

Waarschuwingen. Het onderstaande symbool geeft belangrijke of nuttige informatie aan die u in gedachte dient te houden. De onderstaande symbolen worden in de handleiding en op het apparaat zelf gebruikt als waarschuwing. Hiermee wordt getoond hoe het product veilig en correct wordt gebruikt om persoonlijk letsel aan u en

Nadere informatie

Bedieningshandleiding. ExaControl E7R S

Bedieningshandleiding. ExaControl E7R S Bedieningshandleiding ExaControl E7R S UW APPARAAT GEBRUIKEN UW APPARAAT GEBRUIKEN 1 Het apparaat wordt geleverd met: Snelstartgids voor de gebruiker, Snelstartgids voor de installateur, Garantieverklaring

Nadere informatie

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen. Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen. Introductie: Bedankt voor het aanschaffen van deze UHF- PLL 40 kanaals rondleidingsysteem en draadloze

Nadere informatie

Afstandsbediening Telis 16 RTS

Afstandsbediening Telis 16 RTS Afstandsbediening Telis 16 RTS Bedieningshandleiding Telis 16 RTS Pure Art.nr. 1811020 Telis 16 RTS Silver Art.nr. 1811021 Afstandsbediening Telis 16 RTS 16 Kanaals zender met display Telis 16 RTS Pure

Nadere informatie

OptiPen Pro 1. informatiebrochure

OptiPen Pro 1. informatiebrochure OptiPen Pro 1 informatiebrochure INHOUDSOPGAVE OptiPen Pro 1 instructies 4 Voordat u Lantus toedient met de OptiPen Pro 1 7 Het toedienen van Lantus /Apidra met de OptiPen Pro 1 8 Algemene aanwijzingen

Nadere informatie

Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat

Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat Techneco Energiesystemen BV Kleveringweg 9 2616 LZ Delft T. 015 21 91 000 Symbolen Beschrijving Menu selecteren, wisselen bedrijfsmodus Verstellen waarde

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE Voertuigverwarmingen Technische documentatie NL GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE Bedieningselement voor de Eberspächer-standverwarmingen EasyStart Select Bedienungsanleitung EasyStart Remote Gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Programmeerprocedure - Eerste scherm

Programmeerprocedure - Eerste scherm SAGASAFE Gebruiksaanwijzingen voor de serie DCP Versie 7.0 U kunt tijdens de programmeerprocedure de functiecode opnieuw instellen. Hoe u de hotelkluis moet gebruiken en programmeren: lees zorgvuldig de

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Altijd tot uw dienst SRP3011. Vragen? Vraag het Philips

Gebruiksaanwijzing. Altijd tot uw dienst SRP3011. Vragen? Vraag het Philips Altijd tot uw dienst Ga voor registratie van uw product en ondersteuning naar www.philips.com/support Vragen? Vraag het Philips SRP3011 Gebruiksaanwijzing Inhoudsopgave 1 Uw universele afstandsbediening

Nadere informatie

BE 1000 Brand BEDIENINGS INSTRUCTIE INHOUDSOPGAVE 30.0221.9535 A3

BE 1000 Brand BEDIENINGS INSTRUCTIE INHOUDSOPGAVE 30.0221.9535 A3 BEDIENINGS INSTRUCTIE BE 1000 Brand 30.0221.9535 A3 INHOUDSOPGAVE Inleiding en aanwijzingen voor de veiligheid............. 2 Toelichting weergave en bedieningselementen Display en toetsen.....................................

Nadere informatie

AR280P Clockradio handleiding

AR280P Clockradio handleiding AR280P Clockradio handleiding Index 1. Beoogd gebruik 2. Veiligheid o 2.1. Pictogrammen in deze handleiding o 2.2. Algemene veiligheidsvoorschriften 3. Voorbereidingen voor gebruik o 3.1. Uitpakken o 3.2.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

Kies voor eenvoud. De eerste insulinepatchpomp nu zelfs nog kleiner!

Kies voor eenvoud. De eerste insulinepatchpomp nu zelfs nog kleiner! Kies voor eenvoud. De eerste insulinepatchpomp nu zelfs nog kleiner! Het insulinemanagementsysteem zonder infuussets, met slechts twee onderdelen Klein, lichtgewicht en waterdicht: de Pod Intuïtief en

Nadere informatie

EM8621 Afstandsbediening. Downloaded from

EM8621 Afstandsbediening. Downloaded from EM8621 Afstandsbediening EM8621 - Afstandsbediening 2 NEDERLANDS Inhoudsopgave 1.0 Introductie... 2 1.1 Inhoud van de verpakking... 2 2.0 Voorkant afstandsbediening... 3 3.0 Alarm inschakelen... 3 4.0

Nadere informatie

Xemio-760 BT Snelgids Voor informatie en ondersteuning,

Xemio-760 BT Snelgids Voor informatie en ondersteuning, Xemio-760 BT Snelgids Voor informatie en ondersteuning, www.lenco.com 1. Bedieningselementen en aansluitingen (1) TFT LCD-display (2 inch; R,G,B) (2) M (Menu oproepen/ Submenu) (3) (Vorige / Terugspoelen,

Nadere informatie

TREX 2G Handleiding Pagina 2

TREX 2G Handleiding Pagina 2 Informatie in deze handleiding is onderhevig aan verandering zonder voorafgaande kennisgeving. NEAT Electronics AB behoudt zich het recht hun producten te wijzigen of te verbeteren en wijzigingen aan te

Nadere informatie

Gebruikershandleiding (NL)

Gebruikershandleiding (NL) PROcross V2 A-106 Gebruikershandleiding (NL) 2 PROcross V2 A-106 Aansluiten van de sensoren Achterkant: Infrarood / magnetisch Temperatuur 1 batterij (type: CR2450) RPM (extra gevoelig) RPM (normaal) Vervangen

Nadere informatie

Een goed begin is het halve werk. Kent u Compat Ella al?

Een goed begin is het halve werk. Kent u Compat Ella al? Een goed begin is het halve werk Kent u Compat Ella al? De gebruiksaanwijzing is bijgesloten bij de originele pompset en kan worden gedownload via www.compatella.com. Kijk ook eens op het interactieve

Nadere informatie

Nokia Extra Power DC-11/DC-11K /2

Nokia Extra Power DC-11/DC-11K /2 Nokia Extra Power DC-11/DC-11K 5 2 4 3 9212420/2 2008-2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Met de Nokia Extra Power DC-11/ DC-11K (hierna DC-11 genoemd) kunt u de batterijen van twee compatibele

Nadere informatie

MiniMed implanteerbare pomp

MiniMed implanteerbare pomp De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel Insuman Implantable 400 IE/ml. Het verplichte plan voor risicobeperking in België,

Nadere informatie

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Lees de gebruikershandleiding voor gebruik zorgvuldig door en maak u vertrouwd met de verschillende functies van uw autoalarm. Deze handleiding beschrijft de functies

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING Informatie voor de gebruiker: HD (High Definition) en HFR (High Frame Rate) video-opname apparaten, zijn een zware belasting voor geheugenkaarten. Afhankelijk van de gebruikersinstellingen,

Nadere informatie

Informatie voor de patiënt Gebruik van de Pijn-pomp

Informatie voor de patiënt Gebruik van de Pijn-pomp Informatie voor de patiënt Gebruik van de Pijn-pomp Richtlijnen voor het gebruik van de PCA-pomp INLEIDING: Als onderdeel van Uw behandeling wordt gebruik gemaakt van een PCA-pomp. Deze pomp wordt gebruikt

Nadere informatie

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display Copyright RETEG b.v. Bedieningshandleiding voor de Display s 1 Rev 2.0, 06-07-2006 1 Inhoudsopgave 1 INHOUDSOPGAVE... 2 2 INTRODUCTIE... 3 2.1 BEVEILIGING...

Nadere informatie

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene installatiehandleiding Alarmlicht met sirene INSTALLATIEHANDLEIDING ALARMLICHT MET SIRENE Gefeliciteerd met de aankoop van het Egardia alarmlicht met sirene. Website Egardia www.egardia.com Klantenservice

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 ALED-003 DRAADLOZE LED SPOT

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 ALED-003 DRAADLOZE LED SPOT GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 ALED-003 DRAADLOZE LED SPOT OMSCHRIJVING Deze LED spot met ingebouwde ontvanger is draadloos en dus overal te bevestigen. Met een KlikAanKlikUit zender naar keuze kunt u het lampje

Nadere informatie

Magic Remote GEBRUIKERSHANDLEIDING

Magic Remote GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING Magic Remote Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u de afstandsbediening gebruikt en bewaar de handleiding om deze naderhand te kunnen raadplegen. AN-MR650A www.lg.com ACCESSOIRES

Nadere informatie

INSTALLATIE INSTRUCTIES

INSTALLATIE INSTRUCTIES 1 INSTALLATIE INSTRUCTIES 01-2016 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen. Uw garantie

Nadere informatie

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren De BeauHeat digitale thermostaat is een digitale klokthermostaat voor automatische bediening van elektrische handdoekradiatoren. Een externe

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. OV-BaseCore7(Z)

Gebruiksaanwijzing. OV-BaseCore7(Z) Gebruiksaanwijzing NL OV-BaseCore7(Z) Belangrijke veiligheidsinstructies Waarschuwing: Om het risico op elektrische schokken te beperken, mag u de behuizing of de achterkant niet verwijderen. Alle onderdelen

Nadere informatie

1103/2 Sinthesi lezermodule Proximity

1103/2 Sinthesi lezermodule Proximity 1103/2 Sinthesi lezermodule Proximity Installatiehandleiding Versie 1.2 - januari 2007 Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Wijzigingen voorbehouden. Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Technische

Nadere informatie

MECHANISCHE CODESLOTEN HANDLEIDING & INSTALLATIE INSTRUCTIES. Flexess 1/6. t f

MECHANISCHE CODESLOTEN HANDLEIDING & INSTALLATIE INSTRUCTIES. Flexess 1/6. t f MECHANISCHE CODESLOTEN INHOUD 1. Specificaties 2. Gebruiksspecificaties 3. Overzicht toets functies 4. Instellingen menu 5. Nieuwe gebruiker toevoegen 6. Een enkele bestaande gebruiker verwijderen 7. Alle

Nadere informatie

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT Technische gegevens: Spanning: 230-240VAC + aarde Frequentie: 50-60Hz Weerstandsbelasting: 16A (3600W-230VAC) Inductieve belasting: 1A IP Waarde: IP21 Aanpassing:

Nadere informatie

JBY 08 O Digitale badthermometer Gebruikshandleiding

JBY 08 O Digitale badthermometer Gebruikshandleiding NL JBY 08 O Digitale badthermometer Gebruikshandleiding Beurer GmbH Söflinger Str. 218 89077 Ulm, Germany Tel.: +49 (0)731 / 39 89-144 Fax: +49 (0)731 / 39 89-255 www.beurer.de Mail: kd@beurer.de NEDERLANDS

Nadere informatie

NL Jam Plus. Hartelijk dank voor de aanschaf van de HMDX Jam Plus draadloze luispreker. Waar je een Jam vindt, vind je een feest!

NL Jam Plus. Hartelijk dank voor de aanschaf van de HMDX Jam Plus draadloze luispreker. Waar je een Jam vindt, vind je een feest! NL Jam Plus Hartelijk dank voor de aanschaf van de HMDX Jam Plus draadloze luispreker. Waar je een Jam vindt, vind je een feest! Lees deze instructies door en bewaar ze om ze later te kunnen raadplegen.

Nadere informatie

Gedurende de 6 seconden van de ontgrendeling, dit teken werkt niet als de Flexess al is ontgrendeld met een geldige code of kaart/sleutelhanger.

Gedurende de 6 seconden van de ontgrendeling, dit teken werkt niet als de Flexess al is ontgrendeld met een geldige code of kaart/sleutelhanger. MODELLEN FL72L, FL72R, FL92L, FL92R, FLZL, FLZR INHOUDSOPGAVE 1. Inhoudsopgave 2. Gebruiksspecificaties 3. Overzicht functies toetsen 4. Instellingen menu 5. Nieuwe gebruiker toevoegen 6. Een enkele bestaande

Nadere informatie

Mauer GmbH Technologie voor beveiliging. Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer 82131 - standaard

Mauer GmbH Technologie voor beveiliging. Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer 82131 - standaard Informatie over de bediening: Mauer GmbH Technologie voor beveiliging Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer 82131 - standaard Bedieningsinstructies Lees deze instructies aandachtig door voordat u het slot

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING PCE-AC 4000

GEBRUIKSAANWIJZING PCE-AC 4000 PCE Brookhuis B.V. Institutenweg 15 7521 PH Enschede The Netherlands Telefoon: +31 (0)900 1200 003 Fax: +31 53 430 36 46 info@pcebenelux.nl www.pce-instruments.com/dutch Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Downloaded from www.vandenborre.be

Downloaded from www.vandenborre.be WATCH ME Handleiding DIGITALE MEDIASPELER Overzicht functies Watch me is een Bluetooth-horloge en MP3-speler met capacitief touchscreen, u kunt uw vinger gebruiken om een icoontje aan te raken en een submenu

Nadere informatie

GM-200 HYDROMETER INLEIDING PRODUCTEIGENSCHAPPEN

GM-200 HYDROMETER INLEIDING PRODUCTEIGENSCHAPPEN GM-200 HYDROMETER INLEIDING De CAISSON GM-200 is speciaal ontwikkeld voor het meten van het vochtgehalte in zware materialen zoals beton, cementvloer en gipspleister. Daarnaast is het ook mogelijk om het

Nadere informatie

testo 885 / testo 890 warmtebeeldcamera Korte handleiding

testo 885 / testo 890 warmtebeeldcamera Korte handleiding testo 885 / testo 890 warmtebeeldcamera Korte handleiding Overzicht Bedieningsconcept De camera kan op twee verschillende manieren bediend worden. De bediening via touchscreen biedt een snelle toegang

Nadere informatie

Alphen aan den Rijn, november 2015

Alphen aan den Rijn, november 2015 Novo Nordisk B.V. Flemingweg 18 2408 AV Alphen aan den Rijn Nederland Postbus 443 2400 AK Alphen aan den Rijn Nederland Alphen aan den Rijn, november 2015 Ref: Lzvt/Elee/005 Betreft: Belangrijke veiligheidsinformatie

Nadere informatie

installatiehandleiding Lekkagemelder

installatiehandleiding Lekkagemelder installatiehandleiding INSTALLATIEHANDLEIDING Gefeliciteerd met de aankoop van de WoonVeilig lekkagemelder. Website WoonVeilig www.woonveilig.nl Klantenservice Meer informatie over de installatie en het

Nadere informatie

Leather keyboard case for Ipad Air 2

Leather keyboard case for Ipad Air 2 Leather keyboard case for Ipad Air 2 Gebruikershandleiding NL Decoded, 15/02 Inhoudsopgave 1 Beoogd gebruik 3 2 Veiligheid 4 2.1 Pictogrammen in deze handleiding 4 2.2 Algemene veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

I. Specificaties. II Toetsen en bediening

I. Specificaties. II Toetsen en bediening I. Specificaties Afmetingen Gewicht Scherm Audioformaat Accu Play time Geheugen 77 52 11mm (W*H*D) 79g 1,3inch OLED-scherm MP3: bitrate 8Kbps-320Kbps WMA: bitrate 5Kbps-384Kbps FLAC:samplingrate 8KHz-48KHz,16bit

Nadere informatie

EM8690-R1 Draadloze rookmelder

EM8690-R1 Draadloze rookmelder EM8690-R1 Draadloze rookmelder EM8690 R1 Draadloze rookmelder 2 NEDERLANDS Inhoudsopgave 1.0 Introductie... 2 2.0 LED indicator... 3 3.0 Instellingen... 3 3.1 Eerste gebruik... 3 3.2 Zelf test... 3 3.3

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7 GEBRUIKSAANWIJZING 1 3 2 1 4 11 NOT AVAILABLE 12 6 5 5 7 8 14 9 10 19 17 18 21 13 20 15 16 1 ONZE WELGEMEENDE DANK VOOR UW AANKOOP VAN DEZE AFSTANDS- BEDIENING. LEES DE HANDLEIDING AANDACHTIG ALVORENS

Nadere informatie

Make up spiegel met LED verlichting (1x/5x)

Make up spiegel met LED verlichting (1x/5x) Make up spiegel met LED verlichting (1x/5x) TB-1276 HANDLEIDING TB-1276 WWW.PRIMO-ELEKTRO.BE 2 WWW.PRIMO-ELEKTRO.BE TB-1276 Lees aandachtig alle instructies - bewaar deze handleiding voor latere raadpleging.

Nadere informatie

Acyclon AP1350. Inhoud verpakking: Controleer de inhoud van de verpakking. U moet aantreffen:

Acyclon AP1350. Inhoud verpakking: Controleer de inhoud van de verpakking. U moet aantreffen: Acyclon AP1350 Gebruiksaanwijzing Inhoud verpakking: Controleer de inhoud van de verpakking. U moet aantreffen: - Acyclon AP1350 semafoon Houder met clip 1 AAA batterij Draagkettinkje Batterij plaatsen

Nadere informatie

HONDEN EN MUGGEN VERJAGER

HONDEN EN MUGGEN VERJAGER HONDEN EN MUGGEN VERJAGER G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Ondersteuning na aankoop. Gefeliciteerd met de aankoop van deze Honden en muggen verjager. Met de aankoop van dit apparaat krijgt u niet alleen

Nadere informatie

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene installatiehandleiding Alarmlicht met sirene INSTALLATIEHANDLEIDING ALARMLICHT MET SIRENE Gefeliciteerd met de aankoop van het WoonVeilig alarmlicht met sirene. Telefoonnummer WoonVeilig 0900-388 88 88

Nadere informatie

Sam het schaapje Slaaptrainer met nachtlamp. Manual_Sam_148,5x10,5cm_2402NL.indd :17:35

Sam het schaapje Slaaptrainer met nachtlamp. Manual_Sam_148,5x10,5cm_2402NL.indd :17:35 Sam het schaapje Slaaptrainer met nachtlamp Manual_Sam_148,5x10,5cm_2402NL.indd 1 24-02-2016 08:17:35 H Ti Sam het schaapje leert kindjes wanneer ze nog even moeten slapen en wanneer ze uit bed mogen komen.

Nadere informatie

Duurzame energie. Aan de slag met de energiemeter van LEGO

Duurzame energie. Aan de slag met de energiemeter van LEGO Duurzame energie Aan de slag met de energiemeter van LEGO LEGO, het LEGO logo, MINDSTORMS en het MINDSTORMS logo zijn handelsmerken van de LEGO Group. 2010 The LEGO Group. 1 Inhoudsopgave 1. Overzicht

Nadere informatie

Maak kennis met Kaleido...

Maak kennis met Kaleido... Maak kennis met Kaleido... Wij zijn niet zo maar een innovatief bedrijf, wij zijn vrienden en familie van mensen met type 1 diabetes. We begrijpen dat diabetes inconsistent, inexact en bovenal individueel

Nadere informatie

VI-D4 Beton Vochtmeter

VI-D4 Beton Vochtmeter VI-D4 Beton Vochtmeter PRODUCTBESCHRIJVING De Caisson VI-D4 vochtmeter is een niet-destructieve vochtmeter voor het meten van diverse ondergronden zoals beton, dekvloeren, gips etc. Door middel van het

Nadere informatie

Handleiding Smartwatch S12 telefoon horloge

Handleiding Smartwatch S12 telefoon horloge Handleiding Smartwatch S12 telefoon horloge Introductie Bedankt voor uw aankoop van de Smartwatch S12 telefoonhorloge. Een technisch hoogstandje op het gebied van telefoon en multimedia. Voor de juiste

Nadere informatie

In-/uitschakelen. Functie: De Identicom in- of uitschakelen.

In-/uitschakelen. Functie: De Identicom in- of uitschakelen. Handleiding In-/uitschakelen De Identicom in- of uitschakelen. Druk de gemarkeerde knoppen tegelijk in totdat u een trilling voelt. Aan U voelt één trilling, waarna de Identicom de volgende stappen doorloopt:

Nadere informatie

HANDLEIDING. Radiofrequentiebediening Synchro 3-4 VFF/CDL-C-2G4

HANDLEIDING. Radiofrequentiebediening Synchro 3-4 VFF/CDL-C-2G4 HANDLEIDING Radiofrequentiebediening Synchro 3-4 VFF/CDL-C-2G4 Versie: sept 2016 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - Behuizing nooit openen. Door onbevoegd openen van de behuizingen/of ondeskundige reparaties kan

Nadere informatie

EM8676 Binnen sirene met flitslamp. Downloaded from

EM8676 Binnen sirene met flitslamp. Downloaded from EM8676 Binnen sirene met flitslamp EM8676 - Binnen sirene met flitslamp 2 NEDERLANDS Inhoudsopgave 1.0 Introductie... 2 2.0 Algemeen... 2 3.0 Functies... 3 4.0 Aanmelden op het alarmsysteem... 3 5.0 Gebruik

Nadere informatie

Oplossingen voor niet-functionerende Bridgemate Pro

Oplossingen voor niet-functionerende Bridgemate Pro Document revisie: 1.3 Publicatiedatum: mei 2006 Oplossingen voor niet-functionerende Bridgemate Pro Het kan voorkomen dat een Bridgemate niet functioneert naar behoren. Er kunnen hier verschillende oorzaken

Nadere informatie

Handleiding Monty-alarmzender

Handleiding Monty-alarmzender Handleiding Monty-alarmzender Voorwoord Hartelijk dank voor het gebruik van de Monty-alarmzender. Wij hebben met de grootste zorg deze applicatie en het device ontwikkeld, om u in staat te stellen alarm

Nadere informatie

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje.

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje. MODELLEN 1221 AANSLUITINGEN 1 kanaal 2 kanalen VEILIGHEIDSINSTRUCTIES In verband met brandgevaar of het risico op een elektrische schok dient inbouw en montage uitsluitend door een elektro vakman te geschieden.

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING Wolff Vochtmeter V1-D4 #071053

GEBRUIKSAANWIJZING Wolff Vochtmeter V1-D4 #071053 GEBRUIKSAANWIJZING Wolff Vochtmeter V1-D4 #071053 1. Productomschrijving: De Wolff V1-D4 vochtmeter is een niet-destructieve vochtmeter voor het meten van diverse ondergronden zoals beton, dekvloeren,

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING (verkort) GT1050/GT1060

GEBRUIKSAANWIJZING (verkort) GT1050/GT1060 GEBRUIKSAANWIJZING (verkort) GT1050/GT1060 Draagbare CO 2,temperatuur, RV-meter Aan / uit schakelen Druk enkele seconden op de SET knop totdat de meter een kort geluid signaal geeft. De meter gaat nu 30

Nadere informatie

Bedieningshandleiding voor het extern Regin Display

Bedieningshandleiding voor het extern Regin Display Bedieningshandleiding voor het extern Regin Display Copyright RETEG b.v. 1 Inhoudsopgave 1 INHOUDSOPGAVE... 2 2 INTRODUCTIE... 3 2.1 BEVEILIGING... 3 2.2 MEER INFORMATIE... 3 3 MENU STRUCTUUR VAN HET DISPLAY...

Nadere informatie

TC 60/8. Handleiding

TC 60/8. Handleiding TC 60/8 ovenbesturing Handleiding Ve-Ka Ovenbouw b.v. Industrieweg 7 6621 BD Dreumel, Nederland Telefoon (0487) 57 17 03 Fax (0487) 57 17 03 info@ve-ka.nl www.ve-ka.nl 1 2 3 4 5 6 7 8 1 Algemeen Met behulp

Nadere informatie

elero Lumo Gebruiksaanwijzing De handleiding goed bewaren!

elero Lumo Gebruiksaanwijzing De handleiding goed bewaren! Lumo elero Gebruiksaanwijzing De handleiding goed bewaren! elero GmbH Antriebstechnik Linsenhofer Str. 59 63 D-72660 Beuren info@elero.de www.elero.com 309020 Nr. 18 100.3601/0604 Inhoudsopgave Aanwijzingen

Nadere informatie

AN0017-NL. Hoe plattegronden gebruiken. Overzicht. Bediening 2D/3D

AN0017-NL. Hoe plattegronden gebruiken. Overzicht. Bediening 2D/3D Hoe plattegronden gebruiken Overzicht Plattegronden stellen gebruikers in staat om een locatie te monitoren met behulp van interactieve plattegronden. Plattegronden kunnen gebruikt worden om apparaten

Nadere informatie

EM8665 Draadloze trillingsmelder

EM8665 Draadloze trillingsmelder EM8665 Draadloze trillingsmelder 2 NEDERLANDS EM8665 Draadloze trillingsmelder Inhoudsopgave 1.0 Introductie... 2 1.1 Inhoud van de verpakking... 2 1.2 Voorkant... 3 1.3 Binnenkant... 3 2.0 Gevoeligheid

Nadere informatie

VERSA / VERSA Plus Verkorte gebruikershandleiding

VERSA / VERSA Plus Verkorte gebruikershandleiding int-tsg_gv_nl 05/15 Bediendeel INT-TSG Firmware versie 1.03 VERSA / VERSA Plus Verkorte gebruikershandleiding SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND tel. 58 320 94 00 www.satel.eu WAARSCHUWINGEN

Nadere informatie

COCKPIT 2 FC 520/ 530 / 535

COCKPIT 2 FC 520/ 530 / 535 COCKPIT 2 FC 520/ 530 / 535 NL GEBRUIKSAANWIJZING www.trelock.de 100 U hebt gekozen voor een TRELOCKfietscomputer FC 520 (Uni-Base), FC 530 (Uni-Base) of FC 535 (Night-Light-Base). Daarmee heeft u een

Nadere informatie

Honeywell. Gebruiksaanwijzing DFRC. RF Afstandsbediening Sfeerhaard

Honeywell. Gebruiksaanwijzing DFRC. RF Afstandsbediening Sfeerhaard Honeywell Gebruiksaanwijzing DFRC RF Afstandsbediening Sfeerhaard SCHERM EN TOETSEN Uitleesvenster Toets Verhoog Toets Verlaag Toets Stop/Stand-by Toets Menu Scherm Handbediening. Klokprogramma actief.

Nadere informatie

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY BEDIENINGS INSTRUCTIES 8-SYMBOOL AFSTANDBEDIENING Kinder slot Tijd Signaal indicator Thermostatische stand Batterij Countdown F or C Programma Eco stand Temperatuur Dubbele brander 8-SYMBOOL DISPLAY INSTELLING

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing van Digitale Alarmklok NIKKEI NR05WE

Gebruiksaanwijzing van Digitale Alarmklok NIKKEI NR05WE Gebruiksaanwijzing van Digitale Alarmklok NIKKEI NR05WE Gefeliciteerd met de aanschaf van uw NR05WE Digitale Alarmklok. De kenmerken van het model NR05WE bevatten: - LED-display-verlichting voor nachtverlichting

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Starten Voorzie de Multisafe van stroom door de adapter aan te sluiten achter in de Multisafe. Steek de sleutel in het slot naast het toetsenbord en draai de sleutel naar rechts. U bevindt zicht direct

Nadere informatie

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN START-LINE GEBRUIKERSHANDLEIDING Op www.klikaanklikuit.nl vindt u altijd de meest recente gebruiksaanwijzingen Lees deze eenvoudige instructies. Bij onjuiste installatie vervalt de garantie op dit product.

Nadere informatie

ENA 50-60 Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco www.flamcogroup.com

ENA 50-60 Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco www.flamcogroup.com ENA 50-60 Bijlage Installatie- en bedieningsinstructies Flamco www.flamcogroup.com Editie 2010 / NL Inhoud Pagina 1. Inbedrijfstelling 3 1.1. Inbedrijfstelling ENA 50/60 3 1.2. Parameters instellen voor

Nadere informatie

Bestnr. 198322 Micro + 198335 Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

Bestnr. 198322 Micro + 198335 Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+ Bestnr. 198322 Micro + 198335 Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+ Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING. Sprekende klok FC-24

GEBRUIKSAANWIJZING. Sprekende klok FC-24 GEBRUIKSAANWIJZING Sprekende klok FC-24 FC-24 De Fysic FC-24 is een sprekende klok met datum en kalender weergave, wekfunctie en thermometer. OVERZICHT KLOK 1 2 3 4 5 6 7 13 8 9 10 11 12 14 15 16 17 1.

Nadere informatie

GE Security. FEP/FER700-serie brandmeldpanelen en herhaalpanelen Gebruikershandleiding

GE Security. FEP/FER700-serie brandmeldpanelen en herhaalpanelen Gebruikershandleiding GE Security FEP/FER700-serie brandmeldpanelen en herhaalpanelen Gebruikershandleiding versie 1-0 / november 2004 ERKENNING HANDELSMERK De onderstaande merknamen zijn handelsmerken van Echelon Corporation

Nadere informatie

EM8665 Draadloze trillingsmelder

EM8665 Draadloze trillingsmelder EM8665 Draadloze trillingsmelder EM8665 Draadloze trillingsmelder 2 NEDERLANDS Inhoudsopgave 1.0 Introductie... 2 1.1 Inhoud van de verpakking... 2 1.2 Voorkant... 3 1.3 Binnenkant... 3 2.0 Gevoeligheid

Nadere informatie

DayClocks. Gebruikershandleiding

DayClocks. Gebruikershandleiding DayClocks Gebruikershandleiding 2 Gebruikershandleiding Voorwoord Bedankt voor de aanschaf van uw DayClock! Deze handleiding beschrijft het gebruik van: de DayClock met DayClock abonnement de DayClock

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Accu-Chek Insight-systeem

Gebruiksaanwijzing Accu-Chek Insight-systeem Gebruiksaanwijzing Accu-Chek Insight-systeem 2014 Roche Diagnostics ACCU-CHEK, ACCU-CHEK 360, ACCU-CHEK AVIVA, ACCU-CHEK INSIGHT en ACCU-CHEK AVIVA INSIGHT zijn merken van Roche. CONTINUA, de CONTINUA

Nadere informatie

EM8670-R2 Draadloze buitensirene

EM8670-R2 Draadloze buitensirene EM8670-R2 Draadloze buitensirene EM8670 R2 - Draadloze buitensirene 2 NEDERLANDS Inhoudsopgave 1.0 Introductie... 2 2.0 Instellingen... 3 2.1 Antisabotage schakelaar... 3 2.2 Schakelaar instellingen...

Nadere informatie

Snel aan de slag Installatiegids (versie 1.0)

Snel aan de slag Installatiegids (versie 1.0) Internet Control Station Kijk regelmatig op www.klikaanklikuit.nl voor updates Snel aan de slag Installatiegids (versie 1.0) ICS-1000 Het grootste gemak in draadloos schakelen. Eenvoudig uit te breiden

Nadere informatie

Packard Bell Easy Repair

Packard Bell Easy Repair Packard Bell Easy Repair EasyNote MZ serie Instructies voor het vervangen van de harde schijf 7429170005 7429170005 Documentversie: 1.0 - Mei 2007 www.packardbell.com Belangrijke veiligheidsinstructies

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER Voertuigverwarmingen Technische documentatie GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER NL Bedieningselement voor de Eberspächer-standverwarmingen Hoofdstuk Naam hoofdstuk Inhoud hoofdstuk Pagina 1 Inleiding 1.1

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING Ampèremeter PCE-CM 4

GEBRUIKSAANWIJZING Ampèremeter PCE-CM 4 PCE Brookhuis B.V. Institutenweg 15 7521 PH Enschede The Netherlands Telefoon: +31 (0)900 1200 003 Fax: +31 53 430 36 46 info@pcebenelux.nl www.pce-instruments.com/dutch GEBRUIKSAANWIJZING Ampèremeter

Nadere informatie

24 Vac TBOS 9V Latching Solenoid

24 Vac TBOS 9V Latching Solenoid WP 1 28/11/03 17:33 Page 1 OF Zie bedradingsschema 24 Vac TBOS 9V Latching Solenoid 1-Stations automaat werkt met 1 Rain Bird TBOS latching solenoid. Verzeker u ervan dat alle bedrading van de automaat

Nadere informatie

installatiehandleiding Slimme Radiatorknop Geschikt voor de SmartHome Huiscentrale (model GATE-02)

installatiehandleiding Slimme Radiatorknop Geschikt voor de SmartHome Huiscentrale (model GATE-02) installatiehandleiding Slimme Radiatorknop Geschikt voor de SmartHome Huiscentrale (model GATE-02) INSTALLATIEHANDLEIDING SLIMME RADIATORKNOP Gefeliciteerd met de aankoop van de Egardia Slimme Radiatorknop.

Nadere informatie

Wij beschermen mensen

Wij beschermen mensen Wij beschermen mensen SafetyTracer handleiding Mopas Lite 1. Functies en eigenschappen 2 2. Veiligheidsinstructies 2 3. Gebruik 3 4. Alarmeren 4 5. Oproep 4 6. Statusoverzicht van de Mopas Lite 4 7. Technische

Nadere informatie

Handleiding Plextalk PTN1. Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1

Handleiding Plextalk PTN1. Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1 Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1 1 DAISYSPELER PLEXTALK PTN1 Korte inleiding: Wij hopen dat u plezier zult beleven aan het beluisteren van de digitale boeken. Dit document beschrijft de hoofdfuncties

Nadere informatie