Watervergunning. Deze vergunning is tot stand gekomen via een ISO 9001 gecertificeerd proces

Transcriptie

1 Watervergunning Deze vergunning is tot stand gekomen via een ISO 9001 gecertificeerd proces

2 -2-1. Aanvraag Het dagelijks bestuur heeft op 7 februari 2013 een aanvraag ontvangen van Ministerie van Infrastructuur en Milieu te Arnhem om een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet voor het verrichten van handelingen in een watersysteem. De aanvraag betreft het uitvoeren van handelingen in een watersysteem door: het herinrichten van de uiterwaardgebieden Scherenwelle, Zalkerbosch, Bentinckswelle en de Vreugderijkerwaard binnen de waterstaatswerken primaire waterkering 10 en 11, overige waterkering 1009, 1106 en 1107 en watergang SC, en de bijbehorende beschermingszones; het realiseren van een zomerbedverdieping tussen de Molenbrug en de Eilandbrug, binnen de buitenbeschermingszone van de waterstaatswerken primaire waterkering 10 en 11 en overige waterkering 1013, 1101, 1108 en Besluit Gelet op de bepalingen van de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de Algemene wet bestuursrecht, de Keur Waterschap Groot Salland, de Algemene regels bij de Keur Waterschap Groot Salland en de in hoofdstuk 5 van deze vergunning vermelde overwegingen, besluit het dagelijks bestuur als volgt: I. De gevraagde vergunning als bedoeld in artikel 6.13 van de Waterwet, respectievelijk artikel 3.1 van de Keur Waterschap Groot Salland, aan Ministerie van Infrastructuur en Milieu te Arnhem te verlenen voor het uitvoeren van handelingen in een watersysteem door: het herinrichten van de uiterwaardgebieden Scherenwelle, Zalkerbosch, Bentinckswelle en de Vreugderijkerwaard binnen de waterstaatswerken primaire waterkering 10 en 11, overige waterkering 1009, 1106 en 1107 en watergang SC, en de bijbehorende beschermingszones; het realiseren van een zomerbedverdieping tussen de Molenbrug en de Eilandbrug, binnen de buitenbeschermingszone van de waterstaatswerken primaire waterkering 10 en 11 en overige waterkering 1013, 1101, 1108 en II. De hieronder genoemde stukken deel van de vergunning te laten uitmaken: Aanvraagformulier, gedateerd 7 februari Bijlage bij de aanvraag watervergunning LW-AF versie 4.0, gedateerd 30 januari Deelrapport 1A: Ontwerp Zomerbedverlaging LW-AF versie 4.0, gedateerd mei Kaartrapport bij deelrapport 1A LW-AF /RK versie 5.0, gedateerd mei Deelrapport 2: Hydraulica en Morfologie LW-AF versie 4.0, gedateerd mei Deelrapport 3: Grondwater LW-AF versie definitief 2.0, gedateerd mei Monitoringsplan grondwater LW-AF versie 4, gedateerd januari 2013.

3 -3- Memo Onderzoek invloed inrichting uiterwaard op veiligheid primaire waterkering LW- AF , eindconcept gedateerd 25 januari Memo Onderzoek naar invloed zomerbedverlaging op veiligheid primaire waterkering tbv de aanvraag watervergunning LW-AF , eindconcept gedateerd 25 januari Maatregelenkaart aanleg BA OVZ-DP-001 t/m BA OVZ-DP-004, laatst gewijzigd 16 januari Brief van 1 maart 2013 RR Bijlage 1: ontwerp Bentinckswelle. Bijlage 2: ontwerp Zalkerbosch. Uiterwaardmaatregelen bijlage 10.1, kaart 10.2 t/m 10.16, gedateerd 28 september 2012 en kaart t/m 10.23, gedateerd 5 oktober Maatregelenkaart Aanleg Bentinckswelle BA , laatst gewijzigd 14 februari Memo Maatregelen Bentinckswelle irt keringen LW-AF , gedateerd 26 februari Memo aanvulling op aanvraag watervergunning LW-AF kenmerk LW-AF , gedateerd 27 februari Memo aanvulling op deelrapport 3: Grondwater met kenmerk LW-AF en het monitoringsplan grondwater met kenmerk LW-AF , kenmerk LW- AF , gedateerd 26 februari Verificatiedocument C Watervergunning, datum beoordeling 7 februari 2013, versie 5.0. Verificatiedocument C Deelrapport 1B Inventarisatie Constructies en Kunstwerken, Verificatiedocument C Deelrapport 1C Ontwerp Constructies en Kunstwerken, Verificatiedocument C Deelrapport 2 Hydraulica en Morfologie, datum beoordeling 5 november Verificatiedocument C Deelrapport 3 Grondwater, Verificatiedocument C Deelrapport 5 Beheervisie, Verificatiedocument C PP Waterwet, Verificatiedocument C Ontgrondingsvergunning, Verificatiedocument C Monitoringsplan, Verificatiedocument C MER ZBIJ deel B, beoordeling 5 november Verificatiedocument C MER ZBIJ deel A, beoordeling 5 november Verificatiedocument C Inv. Kabels en Leidingen, beoordeling 5 november Memo ontwerpoptimalisaties n.a.v. pipingprobleem Vreugderijkerwaard en Scherenwelle LW-AF , gedateerd 28 februari Memo aanvulling aanvraag Natuurbeschermingswet ZBIJ wandelpaden LW- AF , gedateerd 3 mei Maatregelenkaart Locatie Zalkerbosch BA OVZ-DP-002, laatst gewijzigd 3 mei Maatregelenkaart Locatie Bentinckswelle BA OVZ-DP-002, laatst gewijzigd 3 mei Reactienota, september 2013.

4 -4- III. IV. De vergunning te verlenen voor de uitvoering van de werken genoemd onder I. voor een periode tot 1 januari 2017, gerekend vanaf het moment dat de vergunning in werking treedt. De vergunning te verlenen voor onbepaalde tijd voor het hebben en onderhouden van de werken genoemd onder I. V. Aan de vergunning de voorschriften van hoofdstuk 4 te verbinden met het oog op de in artikel 2.1 van de Waterwet genoemde doelstellingen. Voor een toelichting op de in deze vergunning vermelde begrippen wordt verwezen naar bijlage 1 van deze vergunning. 3. Ondertekening Zwolle, 4 december 2013 namens het dagelijks bestuur van het Waterschap Groot Salland D. Roze hoofd afdeling Vergunningen en Handhaving Verzending: Een exemplaar van deze vergunning wordt gezonden aan: a. Rijkswaterstaat Ruimte voor de Rivier, t.a.v. J. Ponsioen, Postbus 24103, 3502 MC Utrecht. b. Gemeente Kampen, Postbus 5009, 8260 GA Kampen. c. Gemeente Zwolle, Postbus 10007, 8000 GA Zwolle. d. Provincie Overijssel, Postbus 10078, 8000 GB Zwolle.

5 -5-4. Voorschriften 4.1 Algemeen Voorschrift Ongewoon voorval. 1. Als door een ongewoon voorval, ongeacht de oorzaak van deze gebeurtenis, van de vergunde situatie wordt afgeweken en als gevolg van het ongewone voorval, a. niet aan de in de vergunning opgenomen voorschriften wordt voldaan en/of; b. naar verwachting niet aan de in de vergunning opgenomen voorschriften kan worden voldaan en/of; c. nadelige gevolgen voor het waterstaatswerk zijn ontstaan of dreigen te ontstaan, moet de vergunninghouder zo spoedig mogelijk maatregelen treffen om nadelige gevolgen voor het waterstaatswerk te voorkomen dan wel zoveel mogelijk te beperken. 2. Van een dergelijk ongewoon voorval moet de vergunninghouder onmiddellijk het team Handhaving ( ) in kennis stellen. De informatie moet bevatten: a. de oorzaken van het voorval en de omstandigheden waaronder het voorval zich heeft voorgedaan; b. de ten gevolge van het voorval vrijkomende stoffen, alsmede hun eigenschappen; c. andere gegevens die van belang zijn om de aard en de ernst van de gevolgen van het voorval voor het waterstaatswerk te kunnen beoordelen; d. de maatregelen die zijn genomen of worden overwogen om de gevolgen van het voorval te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken. 3. Binnen 14 dagen na het ongewoon voorval moet schriftelijk worden gerapporteerd over de punten onder a. tot en met e. van lid 2. Voorschrift Aanwijzen contactpersoon. De vergunninghouder is verplicht één of meer personen aan te wijzen met wie door of namens het dagelijks bestuur in spoedgevallen, zowel tijdens als buiten kantooruren, overleg kan worden gevoerd. Bij wijziging van de contactpersoon moet de naam, het adres en het telefoonnummer van de betrokkene(n) schriftelijk, binnen twee weken aan het team Handhaving van het waterschap worden meegedeeld. 4.2 Voorschriften ten aanzien van waterkwantiteit en waterveiligheid Voorschrift Algemeen. 1. De vergunninghouder moet het werk uitvoeren overeenkomstig de bij de aanvraag behorende tekening(en). Uitgezonderd hiervan zijn de wijzigingen en aanvullingen die uit de voorwaarden van deze vergunning voortvloeien. 2. De vergunninghouder moet binnen 3 maanden na het gereedkomen van de werken kosteloos revisietekeningen (bij voorkeur digitaal in dwg- of dxf-formaat) aan het team Handhaving van het waterschap ( handhaving@wgs.nl) verstrekken. Op deze revisietekeningen moeten van de werken of de geplaatste voorzieningen nauwkeurig zijn aangegeven de afmetingen en de juiste plaats qua situering en/of hoogteligging. 3. Tenminste vijf werkdagen voor de aanvang van de (deel-)werkzaamheden en uiterlijk vijf dagen na het gereedkomen van de (deel-)werkzaamheden moet het waterschap hiervan in kennis worden gesteld. Dit kan via de bijgevoegde meldingskaart (bijlage 2) worden doorgegeven, telefonisch aan het team Handhaving ( ), via de handhaving@wgs.nl of

6 -6- telefonisch aan de toezichthoudend ambtenaar, onder vermelding van zaaknummer Vergunningen-86. LET OP: In de meeste gevallen willen wij toezicht houden op de aan u vergunde activiteiten c.q. werkzaamheden. Wanneer u nalaat ons te informeren of ons te laat informeert over de start en de beëindiging van de werkzaamheden kunnen wij geen toezicht houden. Als wij later constateren dat het werk niet volgens de vergunning is uitgevoerd, kunnen wij u alsnog verplichten het werk in overeenstemming te brengen met de vergunning. 4. De volgens deze vergunning te verrichten werkzaamheden moeten na aanvang zo spoedig mogelijk worden voltooid. 5. De te gebruiken materialen mogen niet in strijd zijn met het Besluit bodemkwaliteit en de Wet milieubeheer en/of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 6. De vergunninghouder is verplicht alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat het waterschap dan wel derden als gevolg van het gebruik van de vergunning schade lijden. 7. Bij de uitvoering van de werken moet de vergunninghouder eventuele aanwijzingen van de met toezicht belaste ambtenaar opvolgen. 8. Wanneer tijdens of na de uitvoering van het werk blijkt dat ten behoeve van de waterhuishouding bijzondere voorzieningen nodig zijn, die naar het oordeel van het waterschap in direct verband staan met de verleende vergunning, dan moeten deze voorzieningen binnen een door hem te stellen termijn door en op kosten van vergunninghouder worden getroffen. 9. De aangebrachte/gemaakte werken moeten door en op kosten van de vergunninghouder worden onderhouden (civieltechnisch) voor de duur van de vergunning. 10. Werkstroken, oneffenheden, verzakkingen en beschadigingen in/aan het waterstaatswerk, inclusief beschermingszone(s), als gevolg van het gemaakte werk en/of werkzaamheden dan wel activiteiten, moeten door de vergunninghouder worden hersteld en met het graszaadmengsel D2 worden ingezaaid en worden onderhouden totdat er een gesloten grasmat aanwezig is. 11. Wanneer naar het oordeel van het waterschap wijziging in plaats of samenstelling van de werken in het waterschapsbelang nodig wordt geacht, is de vergunninghouder op eerste aanschrijving verplicht deze wijziging op eigen kosten uit te voeren. Bij nalatigheid geschiedt één en ander door of vanwege het waterschap op kosten van de vergunninghouder. 12. De vergunninghouder moet het werk verwijderen indien de specifieke omstandigheden die aanleiding zijn geweest om vergunning te verlenen, niet meer van toepassing zijn. 13. Eventueel ontstane schade, moet direct door of namens en voor rekening van de vergunninghouder worden hersteld. 14. Als de vergunninghouder geen gebruik wenst te maken van de vergunning, moet hij/zij dit schriftelijk melden aan het waterschap. 15. Als de vergunning wordt ingetrokken, moet de vergunninghouder de volgens deze vergunning aanwezige werken verwijderen. 16. Een exemplaar van deze vergunning moet bij de uitvoering van het werk ter plaatse aanwezig zijn en op verzoek worden getoond aan de met toezicht belaste ambtenaar.

7 De monitoringsresultaten, afkomstig van het monitoringsnetwerk zoals aangegeven in het monitoringsprogramma (Monitoringsplan grondwater LW-AF versie 4, gedateerd januari 2013 en de Memo aanvulling op deelrapport 3: Grondwater met kenmerk LW-AF en het monitoringsplan grondwater met kenmerk LW- AF , kenmerk LW-AF , gedateerd 26 februari 2013), moeten ieder kwartaal worden aangeleverd bij het waterschap. Dit moet worden aangeleverd, bij voorkeur via de bij het team Handhaving 19. De vergunninghouder moet uiterlijk twee weken na het van kracht worden van deze vergunning, één of meer personen aanwijzen wie de monitoringsresultaten gaat aanleveren bij het waterschap. De contactgegevens moeten aan het team Handhaving ( worden verstrekt. Voorschrift Algemeen technisch. 1. Het is de vergunninghouder niet toegestaan om in de periode van 15 oktober tot 15 april werkzaamheden uit te voeren in de primaire waterkeringen en/of beschermingszone. 2. Wanneer blijkt dat er, naar oordeel van toezichthoudend ambtenaar, voor 1 oktober van het jaar waarin de werkzaamheden worden uitgevoerd geen gesloten grasmat is ontstaan, zal er op eerste aanzegging door of namens het dagelijks bestuur door de vergunninghouder ter plaatse van het gemaakte werk een bekramming aangebracht moeten worden. Het waterstaatswerk moet dan in het daarop volgend voorjaar opnieuw ingezaaid te worden. 3. Als er een klei toegepast wordt, moet deze van de erosiebestendigheidscategorie 2 zijn, tenzij door middel van berekeningen anders is bepaald. 4. Het werk moet zodanig worden uitgevoerd, dat een goede afwatering van het waterstaatswerk gewaarborgd is. 5. Het is de vergunninghouder te allen tijde verboden om het waterstaatswerk voor opslag te gebruiken. Voorschrift Aanleveren werkplan. 1. De vergunninghouder moet uiterlijk vier weken voor de start van de werkzaamheden een werkplan aanleveren waarin staat beschreven welke maatregelen er worden getroffen, en hoe dit wordt uitgevoerd, om negatieve effecten op de omgeving te voorkomen. 2. Dit werkplan moet vóór aanvang van de werkzaamheden schriftelijk zijn goedgekeurd door het Waterschap Groot Salland. Voorschrift Zomerbedverdieping. De benodigde vergravingen voor de zomerbedverdieping mogen plaatsvinden op een minimum afstand van 15,00 meter uit de buitenteen van de primaire waterkeringen. De vergravingen moet plaatsvinden onder een helling van 1 : 7 naar de gewenste ontwerpdiepte. De toezichthoudend ambtenaar is de heer J. Elshof, telefoonnummer , handhaving@wgs.nl.

8 -8-5. Overwegingen Algemeen Aanvraag Op 7 februari 2013 heeft Ministerie van Infrastructuur en Milieu te Arnhem een aanvraag ingediend voor een vergunning op grond van de Waterwet. De aanvraag heeft betrekking op het uitvoeren van handelingen in een watersysteem door: het herinrichten van de uiterwaardgebieden Scherenwelle, Zalkerbosch, Bentinckswelle en de Vreugderijkerwaard binnen de waterstaatswerken primaire waterkering 10 en 11, overige waterkering 1009, 1106 en 1107 en watergang SC, en bijbehorende beschermingszones; het realiseren van een zomerbedverdieping tussen de Molenbrug en de Eilandbrug, binnen de buitenbeschermingszone van de waterstaatswerken primaire waterkering 10 en 11 en overige waterkering 1013, 1101, 1108 en Doelstelling Waterwet De Waterwet beschrijft in artikel 2.1 de algemene doelstellingen van deze wet, te weten: a. voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met b. bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en c. vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen. Deze doelstellingen vormen in onderlinge samenhang het toetsingskader bij vergunningverlening. Een vergunning wordt geweigerd als de doelstellingen van het waterbeheer zich tegen vergunningverlening verzetten en het niet mogelijk is om de belangen van het waterbeheer door het verbinden van voorschriften of beperkingen voldoende te beschermen. Beleid De aanvraag is naast de doelstelling van de Waterwet getoetst aan: Het Waterbeheerplan van het Waterschap Groot Salland. Hoofdstuk 3 van de Keur Waterschap Groot Salland. De Algemene regels bij de Keur Waterschap Groot Salland. Relatie projectplan De IJssel en de uiterwaardgebieden zijn in het beheer bij het Rijk. Omdat deze waterstaatswerken vanwege het Rijk als beheerder zullen worden gewijzigd, stelt de Minister van Infrastructuur en Milieu voor deze maatregelen een projectplan bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Waterwet vast. Met betrekking tot de aanwezige (primaire) waterkeringen en de in het winterbed gelegen watergangen die in het beheer zijn van het waterschap moet op grond van de keur een watervergunning worden verleend. De onderhavige vergunning sterkt daartoe.

9 -9- Overwegingen ten aanzien van waterkwantiteit en waterveiligheid Toetsing effecten t.a.v. waterkwantiteit Aanvragen voor een watervergunning voor handelingen in of nabij oppervlaktewaterlichamen worden getoetst op: afname bergingscapaciteit water; afname doorstroomcapaciteit water; stabiliteit taluds; negatief effect op waterkwaliteit; negatief effect op ecologie; negatief effect op grondwater(stromingen); mogelijkheid van doelmatig onderhoud van het waterstaatswerk. In de aanvraag worden de werkzaamheden dusdanig beschreven dat het opnemen van aanvullende technische voorschriften overbodig is. Hiervoor zijn dan ook geen extra voorschriften in deze vergunning opgenomen. Toetsing effecten t.a.v. waterveiligheid n.a.v. de herinrichting uiterwaarden Aanvragen voor een watervergunning voor handelingen in, op of nabij waterkeringen worden getoetst op: nadelige effecten op kerende hoogte; nadelige effecten op stabiliteit; nadelige effecten op de erosiebestendigheid; negatief effect op grondwater(stromingen); mogelijkheid van doelmatig onderhoud van het waterstaatswerk; profiel van vrije ruimte voor toekomstige dijkverbetering; periode van uitvoeren van activiteiten. Toetsing effecten t.a.v. waterveiligheid n.a.v. de zomerbedverdieping Aanvragen voor een watervergunning voor handelingen in, op of nabij waterkeringen worden getoetst op: nadelige effecten op kerende hoogte; nadelige effecten op stabiliteit; negatief effect op grondwater(stromingen); periode van uitvoeren van activiteiten. In de onderbouwende rapporten wordt uitgebreid beschreven wat de te verwachten effecten zijn van de zomerbedverdieping op de omgeving. Naar aanleiding van deze rapporten verwachten wij als gevolg van de zomerbedverdieping geen negatieve effecten. Het is wel van belang dat het daadwerkelijke effect van de zomerbedverdieping goed in beeld wordt gebracht m.b.v. het monitoringsprogramma. Hiervoor zijn voorschriften opgenomen in deze vergunning. In de onderbouwende rapporten wordt gesteld dat er maatregelen worden getroffen om de bestaande kwelweglengte te handhaven. Welke maatregelen dit zijn zal door de uitvoerder worden bepaald. Deze maatregelen moeten in een werkplan worden verwoordt en worden voorgelegd aan het waterschap. Hiervoor zijn voorschriften opgenomen in deze vergunning.

10 -10- Conclusie Het belang van de aanvrager bij het verkrijgen van een vergunning is afgewogen tegen de waterhuishoudkundige belangen die zijn verwoord in het hierboven genoemde beleid en de doelstellingen van de Waterwet. Uit de belangenafweging in bovenstaande overwegingen is gebleken dat, met inachtneming van de aan dit besluit verbonden voorschriften, de zorg, veiligheid en functie van het waterstaatswerk voldoende wordt gewaarborgd. Er bestaat geen bezwaar tegen het verlenen van de vergunning. 6. Procedure 6.1 Algemeen De aanvraag is op 24 januari 2013 bij het waterschap ingediend. Het waterschap heeft een exemplaar van de aanvraag volgens artikel 6.15, 1 e lid van de Waterwet per van 7 februari 2013 doorgestuurd naar de gemeente Kampen en Zwolle. De aanvraag is ingeboekt onder zaaknummer Vergunningen-86. De aanvraag omvat de volgende stukken: Aanvraagformulier, gedateerd 7 februari Bijlage bij de aanvraag watervergunning LW-AF versie 4.0, gedateerd 30 januari Deelrapport 1A: Ontwerp Zomerbedverlaging LW-AF versie 3.0, gedateerd januari Kaartrapport bij deelrapport 1A LW-AF /RK versie 4.0, gedateerd januari Deelrapport 2: Hydraulica en Morfologie LW-AF versie 3.0, gedateerd januari Deelrapport 3: Grondwater LW-AF versie definitief 1.0, gedateerd januari Monitoringsplan grondwater LW-AF versie 4, gedateerd januari Memo Onderzoek invloed inrichting uiterwaard op veiligheid primaire waterkering LW-AF , eindconcept gedateerd 25 januari Memo Onderzoek naar invloed zomerbedverlaging op veiligheid primaire waterkering tbv de aanvraag watervergunning LW-AF , eindconcept gedateerd 25 januari Maatregelenkaart aanleg BA OVZ-DP-001 t/m BA OVZ-DP-004, laatst gewijzigd 16 januari Een aanvulling op de aanvraag is op 5 maart 2013 ontvangen en is toegevoegd aan het zaaknummer Verguningen-86. De aanvulling omvat de volgende stukken: Brief van 1 maart 2013 RR Bijlage 1: ontwerp Bentinckswelle. Bijlage 2: ontwerp Zalkerbosch. Uiterwaardmaatregelen bijlage 10.1, kaart 10.2 t/m 10.16, gedateerd 28 september 2012 en kaart t/m 10.23, gedateerd 5 oktober 2012.

11 -11- Maatregelenkaart Aanleg Bentinckswelle BA , laatst gewijzigd 14 februari Memo Maatregelen Bentinckswelle irt keringen LW-AF , gedateerd 26 februari Memo aanvulling op aanvraag watervergunning LW-AF kenmerk LW-AF , gedateerd 27 februari Memo aanvulling op deelrapport 3: Grondwater met kenmerk LW-AF en het monitoringsplan grondwater met kenmerk LW-AF , kenmerk LW-AF , gedateerd 26 februari Een aanvulling op de aanvraag is op 13 maart 2013 ontvangen en is toegevoegd aan het zaaknummer Verguningen-86. De aanvulling omvat de volgende stukken: Verificatiedocument C Watervergunning, datum beoordeling 7 februari 2013, versie 5.0. Verificatiedocument C Deelrapport 1B Inventarisatie Constructies en Kunstwerken, Verificatiedocument C Deelrapport 1C Ontwerp Constructies en Kunstwerken, Verificatiedocument C Deelrapport 2 Hydraulica en Morfologie, Verificatiedocument C Deelrapport 3 Grondwater, Verificatiedocument C Deelrapport 5 Beheervisie, Verificatiedocument C PP Waterwet, Verificatiedocument C Ontgrondingsvergunning, Verificatiedocument C Monitoringsplan, Verificatiedocument C MER ZBIJ deel B, beoordeling 5 november Verificatiedocument C MER ZBIJ deel A, beoordeling 5 november Verificatiedocument C Inv. Kabels en Leidingen, beoordeling 5 november Een aanvulling op de aanvraag is op 18 maart 2013 ontvangen en is toegevoegd aan het zaaknummer Verguningen-86. De aanvulling omvat de volgende stukken: Memo ontwerpoptimalisaties n.a.v. pipingprobleem Vreugderijkerwaard en Scherenwelle LW-AF , gedateerd 28 februari Maatregelenkaart Locatie Scherenwelle BA OVZ-DP-001, laatst gewijzigd 7 maart Een aanvulling op de aanvraag is op 3 mei 2013 ontvangen en is toegevoegd aan het zaaknummer Verguningen-86. De aanvulling omvat de volgende stukken: Memo aanvulling aanvraag Natuurbeschermingswet ZBIJ wandelpaden LW- AF , gedateerd 3 mei Maatregelenkaart Locatie Zalkerbosch BA OVZ-DP-002, laatst gewijzigd 3 mei Maatregelenkaart Locatie Bentinckswelle BA OVZ-DP-002, laatst gewijzigd 3 mei 2013 Een aanvulling op de aanvraag is op 22 mei 2013 ontvangen en is toegevoegd aan het zaaknummer Verguningen-86. De aanvulling omvat de volgende stukken: Deelrapport 1A: Ontwerp Zomerbedverlaging LW-AF versie 4.0, gedateerd mei 2013.

12 -12- Kaartrapport bij deelrapport 1A LW-AF /RK versie 5.0, gedateerd mei Deelrapport 2: Hydraulica en Morfologie LW-AF versie 4.0, gedateerd mei Deelrapport 3: Grondwater LW-AF versie definitief 2.0, gedateerd mei Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier In 2007 is de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier in werking getreden. In deze PKB is besloten tot uitvoering van een Basispakket van maatregelen om de bescherming van het rivierengebied tegen overstromingen op het vereiste niveau te brengen en een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. In het Basispakket is de maatregel Zomerbedverlaging Beneden-IJssel opgenomen. Bij de uitwerking van de planstudie is gebleken dat deze maatregel niet volledig uitvoerbaar is in verband met negatieve effecten op beschermde natuur en op drinkwaterwinning. De PKB is daarom gewijzigd. De Zomerbedverlaging Beneden-IJssel over 22 km is vervangen door een verkorte Zomerbedverlaging Beneden-IJssel over 7,5 km en een beperkte hoogwatergeul bij Kampen (Reevediep). De hoogwatergeul bij Kampen (Reevediep) is onderdeel van de Gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid. Beide maatregelen zijn nodig om de vereiste waterstandsdaling in de beneden-ijssel tot aan Zwolle te realiseren. 6.3 Rijkscoördinatieregeling van toepassing De voorbereiding en bekendmaking van de (ontwerp) besluiten ter uitvoering van Zomerbedverlaging Beneden-IJssel worden gecoördineerd. Deze coördinatie vindt plaats op basis van het besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 26 april 2011 tot toepassing van de rijkscoördinatieregeling (Staatscourant 2011, nr. 7723, op grond van artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening). Deze rijkscoördinatie heeft betrekking op besluiten op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998, de Ontgrondingenwet en de Waterwet. De coördinatie heeft tot gevolg dat op deze besluiten de procedure artikel 3.35 vierde lid Wro van toepassing is. 6.4 Gezamenlijke voorbereiding van besluiten De besluiten benodigd voor de uitvoering van Zomerbedverlaging zijn door betrokken overheden gezamenlijk voorbereid en ook de communicatie daarover is gezamenlijk opgepakt. Om de op handen zijnde besluiten zo goed mogelijk bij betrokkenen en belangstellenden onder de aandacht te brengen en hen daarover te raadplegen hebben er verschillende momenten van informatieverstrekking en raadpleging plaatsgevonden. De informatievoorziening wordt de komende tijd voortgezet. Gedurende de gehele periode is de omgeving bovendien op de hoogte gehouden via nieuwsbrieven en bestaat de mogelijkheid tot het raadplegen van de website

13 Mededelingen 7.1 Zienswijzen. Alle zienswijzen op het ontwerpbesluit, die schriftelijk en mondeling binnen de termijn zijn ingediend, zijn samengevat in de Reactienota en zijn voorzien van een antwoord. Bijlage bij de Reactienota is een overzicht van de wijzigingen die in het vastgestelde besluit zijn aangebracht als gevolg van de zienswijzen en die ambtshalve zijn aangebracht. De Reactienota is als bijlage opgenomen bij dit besluit en maakt daar deel van uit. 7.2 Beroep. In de periode zoals genoemd in de bekendmaking, kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Deze rechter beslist in enige instantie over de ingestelde beroepen. Het instellen van beroep is mogelijk voor: belanghebbenden die tijdig hun zienswijzen bij de ontwerpbesluiten naar voren hebben gebracht; belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat zij daarop geen zienswijzen naar voren hebben gebracht; belanghebbenden die het niet eens zijn met de wijzigingen die zijn aangebracht in de definitieve besluiten ten opzichte van de ontwerpbesluiten, ook wanneer zij geen zienswijzen hebben ingediend. Het ondertekende beroepschrift dient ten minste te bevatten: naam en adres; de dagtekening; een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht (zo mogelijk kopie van het besluit bijvoegen); een opgave van de redenen waarom u zich niet met het besluit kunt verenigen. 7.3 Crisis- en herstelwet. Afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet is van toepassing op de besluiten ter verwezenlijking van IJsseldelta-Zuid. Voor het instellen van beroep betekent dit: dat de beroepsgronden in het beroepschrift moeten worden opgenomen; het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, indien binnen de beroepstermijn geen gronden zijn ingediend en deze na afloop van de beroepstermijn niet meer kunnen worden aangevuld. 7.4 Inwerkingtreding en verzoek om voorlopige voorziening. Het instellen van beroep schorst de werking van het besluit niet. Indien beroep is ingesteld, kan een verzoek worden gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening, bijvoorbeeld een schorsing van het besluit. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden ingediend bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Bij het verzoek moet een afschrift van het beroepschrift worden overgelegd. 7.5 Griffierecht. Voor het indienen van een beroepschrift en een verzoekschrift om een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

14 -14- Bijlage 1 Begripsbepalingen In deze vergunning wordt verstaan onder: 1. Aanvraag: de aan dit besluit ten grondslag liggende aanvraag van 7 februari 2013, aangevuld bij brief van 5, 13 en 18 maart Beschermingszone: Aan een waterstaatswerk grenzende zone, waarin ter bescherming van dat waterstaatswerk voorschriften krachtens de Keur Waterschap Groot Salland van toepassing zijn en die als zodanig in de legger van het Waterschap Groot Salland is opgenomen, dan wel, indien er nog geen legger is of de beschermingszone nog niet in de legger is opgenomen: 1. de zone aansluitend aan de waterkering, die zich uitstrekt tot 20 meter uit de teen. 2. de zone ter breedte van 5 meter grenzend aan het oppervlaktewaterlichaam. 3. Buitenbeschermingszone: aan een beschermingszone van een waterkering grenzende zone, waarin ter bescherming van dat waterstaatswerk voorschriften krachtens de Keur Waterschap Groot Salland van toepassing zijn en die als zodanig in de legger van het Waterschap Groot Salland is opgenomen, dan wel, indien er nog geen legger is of de buitenbeschermingszone nog niet in de legger is opgenomen de strook grond aansluitend aan de beschermingszone van de waterkering, die zich uitstrekt tot 100 meter uit de teen 4. Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het Waterschap Groot Salland of zijn rechtsopvolger. 5. Insteek: de theoretische grens van het talud van een oppervlaktewaterlichaam met het maaiveld. 6. Kruinlijn: de snijlijn van het talud van de waterkering met de kruin. 7. Legger: als bedoeld in artikel 5.1 van de Waterwet of in artikel 78 tweede lid van de Waterschapswet. 8. Ongewoon voorval: een voorval waardoor nadelige gevolgen voor het waterstaatswerk zijn ontstaan of dreigen te ontstaan. 9. Oppervlaktewaterlichaam: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende waterbodem, oevers en, voor zover uitdrukkelijk aangewezen krachtens de Waterwet, drogere oevergebieden, alsmede flora en fauna. 10. Team Handhaving: team Handhaving van de afdeling Vergunningen en Handhaving van het waterschap, Postbus 60, 8000 AB Zwolle, tel: , handhaving@wgs.nl. 11. Team Vergunningen: team Vergunningen van de afdeling Vergunningen en Handhaving van het waterschap, Postbus 60, 8000 AB Zwolle, tel: , vergunningen@wgs.nl. 12. Teen: de als zodanig in de legger van het Waterschap Groot Salland aangegeven lijn, of voor zover daarin niet aangegeven de lijn, die overeenkomt met de snijlijn van het talud van de waterkering met het horizontaal gelegen maaiveld, dan wel met de bodem van het aangrenzende water, of bij natuurlijke hoogten of hooggelegen gronden de grenzen van een doorlopende strook van deze hoogten of gronden ter breedte van 10 meter.

15 Vergunninghouder: diegene die krachtens deze vergunning handelingen verricht zoals deze in artikel 6.2 tot en met 6.5 en 6.13 van de Waterwet zijn opgenomen en in staat is naleving van het gestelde in deze vergunning te borgen. 14. Waterkering: kunstmatige hoogte, (gedeelten van) natuurlijke hoogten of hoge gronden met ondersteunende kunstwerken die een waterkerende of mede een waterkerende functie hebben en de ter weerszijden daarvan gelegen strook van 4 meter uit de teen. 15. Watersysteem: samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken en grondwaterlichamen. 16. Waterstaatswerk: oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering, ondersteunend kunstwerk, dat als zodanig in de legger van het Waterschap Groot Salland is aangegeven, dan wel dat, als de vaststelling van de legger nog niet heeft plaatsgevonden, op de in artikel 5.2 van de Keur Waterschap Groot Salland bedoelde kaart is aangegeven. 17. Watervergunning: vergunning als bedoeld in de Waterwet. 18. Werken: bouwwerk, weg- of waterbouwkundig werk of anderszins functionele toepassing van een bouwstof. 19. Werkzaamheden: het maken, aanleggen, houden, onderhouden en opruimen van het op grond van de vergunning (te behouden) werk.

16 -16- Bijlage 2 Meldings-, gereedmeldingsformulier Meldingsformulier bij zaaknummer: vergunningen-86 Vul dit formulier in voor zover nodig, onderteken het formulier en verzendt deze naar: Waterschap Groot Salland, t.a.v. team Handhaving, Antwoordnummer 700, 8000 VB Zwolle (postzegel is niet nodig) of digitaal naar: handhaving@wgs.nl Melding werkzaamheden Startdatum werkzaamheden: Einddatum werkzaamheden: Melding bronnering nummer watermeter: beginstand: datum: eindstand: datum: type (x10) Ja Nee De watermeter(s) is (zijn) voor het laatst gecontroleerd op: (s.v.p. controlerapport meezenden) Melding wijziging onttrekkingssituatie t.o.v. de vergunning Aard van de wijziging: Ingangsdatum wijziging: Contactpersoon: Telefoonnummer: Adres: Plaats: Datum: Ondertekening: